het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.2/14
Interview Robine de Lange
13
“Dure plicht aan de samenleving voor rechtspraak én politie” Henric Rebel is officier van justitie, parket Rotterdam. Claudia Verhagen is voormalig wnd. districtschef Politieregio Utrecht. Beiden zijn redactielid van dit Tijdschrift.
Het uitzicht op de Erasmusbrug en Hotel New York is adembenemend. We bevinden ons in de werkkamer van rechtbankpresident Robine de Lange, gesitueerd op de veertiende en bovenste verdieping van het gerechtsgebouw. De hoge toren blijkt niet van ivoor te zijn: allerhartelijkst en met grote openheid wordt ons een blik gegund in de wereld van deze energieke president van de Rotterdamse rechtbank.
U
bent nu ruim een jaar in functie als president, in bepaald niet makkelijke tijden: een fusie tussen twee rechtbanken en bezuinigingen op de strafrechtsketen voor de boeg. Hoe is het u vergaan in uw eerste jaar? “Goed! Maar de uitdagingen waren inderdaad groot. Conform de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart zijn de rechtbanken Dordrecht en Rotterdam per 1 januari 2013 samengevoegd. Dat heeft bestuurlijke en organisatorische gevolgen en impact op zo’n kleine duizend medewerkers.”
Hoe is de ‘nieuwe’ rechtbank Rotterdam georganiseerd? “De nieuwe organisatie beslaat zes rechtsgebieden: Strafrecht, Civielrecht, Kantonrecht, Familierecht, Jeugdrecht en Bestuursrecht. De indeling in sectoren die u misschien van vroeger kent, is afgeschaft. De rechters en
“Het bestuur van de rechtbank is begin 2013 volledig vernieuwd en bestaat nu uit drie personen: één rechterlijk en één niet-rechterlijk bestuurslid, en de president, oftewel mijn functie. Binnen het bestuur hebben we voorlopig naast de portefeuilles ook de afdelingen verdeeld, zodat elk bestuurslid een afdeling onder zich heeft en directer contact onderhoudt met afdelings- en teamvoorzitters. Als bestuursleden waren we nieuw in onze rollen en natuurlijk erg bezig met het neerzetten van de nieuwe organisatie. Met de portefeuilleverdeling zoeken we bewust de verbinding met de rest van de organisatie. We willen zeker niet te ver afdrijven van de inhoudelijke teams.”
Best een lastige start als bestuur? “We voelen sterke verbinding met elkaar, met de organisatie en met onze opdracht, en dit willen we in de nieuwe organisatie ook zo vormgeven. Ook de afdelingsvoorzitters waren nieuw in hun functie. We hebben elkaar in het eerste jaar goed weten te vinden, maar we willen dit verder uitbouwen.”
Is het een extra moeilijkheid dat u niet uit het Rotterdamse stamt?
De postfusieperikelen zijn wat mij betreft passé
griffiers werken per rechtsgebied in één of meerdere teams. Elk team heeft een voorzitter. Zij vallen onder de afdeling privaatrecht of de afdeling publiekrecht, die worden aangestuurd door een afdelingsvoorzitter die, anders dan vroeger, geen deel uitmaakt van het bestuur. Daarnaast zijn er administratieve teams en is er een afdeling bedrijfsvoering, onderverdeeld in een aantal units.”
“Nee, het is juist een voordeel. Ik ben niet van Rotterdam en ik ben niet van Dordrecht, ik ben van allebei. Dat past prima bij een van mijn belangrijkste klussen: van twee rechtbanken die naast elkaar bestonden één geheel smeden. Mensen moeten een positief gevoel krijgen bij het feit dat ze nu tot één grote organisatie behoren. En ondertussen moet het werk gewoon doorgaan.”
Is de samenvoeging ingegeven door bezuinigingen? “Nee, deze beweging is gericht op kwaliteitsbevordering. Sommige locaties in de oude indeling bleken te klein om optimaal te kunnen functioneren. Fusie geeft de kans op gezamenlijke kennisgroepen en een betere uitwisseling van inhoud én capaciteit. Om deze redenen willen wij dan ook de fusie niet alleen op papier tot stand brengen maar ook feitelijk, in de dagelijkse samenwerking.”
14
Interview Robine de Lange
het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.2/14
Verloopt die samenwerking na de samenvoeging soepel?
terrein van het strafrecht al ruim vóór de fusie veel minder zittingsruimte dan het OM zou willen. Tegelijkertijd maakt “We boeken belangrijke vorderingen, maar zoals bij alle het OM niet altijd optimaal gebruik van de ruimte die er wél fusies is er veel te regelen en stuiten we op diverse uitdagin- is.” gen. Dat is onvermijdelijk. Veel knelpunten liggen op “Zowel op bestuurlijk als op managementvlak liggen hier logistiek terrein en daar moet je snel een oplossing voor voor 2014 dan ook grote uitdagingen. De rechtbank en het bieden. Zo rijdt er meermalen per dag een pendelbusje parket hebben hier op een goede manier gewerkt aan het tussen de twee locaties om mensen en dossiers snel en creëren van een oplossing. In 2013 zijn alle afgesproken makkelijk op de juiste plek te krijgen. Daar waar zulke zittingen gerealiseerd en er ligt voor dit jaar een zittingsconoplossingen niet werken, moeten we bijvoorbeeld herhuisvenant dat tegemoetkomt aan de wensen van het OM. vesten. Ik noem dit soort problemen ‘post-fusieperikelen’. Daarvoor lenen we ook dit jaar van buiten de eigen rechtDie zijn er om op te lossen en daar wordt hard aan gewerkt. bank rechterscapaciteit in. Wij moeten nu zorgen dat we Je moet deze fase vervolgens zo snel mogelijk achter je effectief gebruik maken van die zittingsruimte. Als zaken laten. De term postfusieperikelen is wat mij betreft inmidblijven liggen of niet in één keer worden afgedaan, terwijl dels passé.” dat wel gekund had, is dat vooral aan de maatschappij niet goed uit te leggen. De rechtspraak heeft een dure plicht aan Wellicht is het goedkoop en efficiënt om de loca- de samenleving, dat mogen we niet vergeten. Minder tie Dordrecht te sluiten. belangrijk, maar ook realiteit, is dat de rechtspraak wordt “Die kant wil ik niet op! Dordrecht is een prachtige locatie gefinancierd op output. Ook voor onszelf is het dus van waar we goed en zelfs steeds beter gebruik van maken. belang dat we zo efficiënt mogelijk presteren.”
De huidige situatie m.b.t. digitalisering is uitermate vreemd Bovendien is in de wet vastgelegd dat Dordrecht onze tweede hoofdlocatie is, daar moeten we invulling aan geven. Dordrecht heeft dus behalve dat het zittingslocatie is ook een kantoorfunctie voor een groot deel van de organisatie. De zogenaamde back-office is daar beschikbaar, tenzij dat niet mogelijk blijkt. De problemen die zich voordoen zijn meestal praktisch en logistiek oplosbaar. Het is de bedoeling om in 2015 het hele proces te evalueren, maar als zaken niet goed lopen die belangrijk zijn voor het primaire proces moet je niet twee jaar wachten met deze aan te pakken. Zo hebben we de locatie-overstijgende teams en de gang van zaken op de administraties al eerder laten evalueren.”
De doorlooptijden in strafzaken blijven een punt van aandacht. Heeft de fusie negatieve effecten gehad op de productie? “In de eerste helft van 2013 zijn er in diverse rechtsgebieden inderdaad minder zaken afgedaan. In de tweede helft van 2013 is er een inhaalslag gemaakt. Daar waar achterstanden zijn ontstaan, moeten die dit jaar worden ingehaald. Per rechtsgebied zijn er wel verschillen. Zo was er op het
Ook de kwaliteit van dossiers is een terugkerend gespreksonderwerp tussen politie en justitie. Hoe kijkt u daar tegenaan? “Het is erg van belang dat een dossier volledig en zorgvuldig is samengesteld. Daarmee bedoel ik niet alleen dat een onderzoek goed is uitgerechercheerd. Het is natuurlijk zonde van de zittingsruimte, ieders tijd en energie, als een zaak moet worden aangehouden bijvoorbeeld omdat een getuige niet is gehoord. Maar het gaat ook om simpele dingen als een dossier met een kloppende index en doorgenummerde pagina’s. Hoeveel zaken een rechter kan behandelen is mede afhankelijk van hoe een proces-verbaal is opgebouwd. Met een goed samengesteld dossier kan een rechter een zaak veel sneller afdoen.”
Hoe wordt er in deze regio gewerkt aan verbetering op dit gebied? “We hebben niet zo lang geleden in de lokale strafrechtketen voor de politierechterzaken een checklist opgesteld die zowel door het OM als door de rechtbank wordt gehanteerd. Sindsdien gaat het beter, iets wat we nu met name al terugzien in de afdoeningspercentages van de politierechterzittingen. Bij de zittingen van de meervoudige kamers is dat percentage lastiger te beïnvloeden. Daar werken we sinds kort met regiezittingen om in één dag bij een groot aantal zaken te inventariseren of er wel of geen aanvullend onderzoek nodig is. Zo niet, dan wordt de zaak meteen ingepland voor een inhoudelijke behandeling. We willen bij grote zaken ook in toenemende mate werken met vaste combinaties van rechters, zodat niet bij elke zitting een nieuwe combinatie van rechters zich in het dossier hoeft te verdiepen.” “Een heel tastbaar voorbeeld is de vooruitgang die recent is geboekt in de snelheid waarmee rapporten over de verdachte worden opgemaakt door een forensisch psychiater of
Interview Robine de Lange
15 Foto’s: Roel Dijkstra / Joep van der Pal
het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.2/14
Het opleggen van voorlopige hechtenis mag geen automatisme worden
16
Interview Robine de Lange
psycholoog, of soms allebei. Veel zaken werden op de eerste zitting aangehouden alleen omdat die rapporten dan nog niet beschikbaar waren. Door dit rapportagetraject snel te laten starten zijn die rapporten nu in beginsel voor de eerste zitting beschikbaar. Het blijf tegelijk ook een kwestie van goed afstemmen van werkprocessen. Als het OM tijdig de processen-verbaal aanlevert bij de rechtbank, kunnen de rechters op tijd de zittingen voorbereiden. Maar als de rechtbank te laat is met het aanleveren van de definitieve roosters, kan het OM weer niet op tijd dagvaarden. Ik wil hiermee dus niet met de vinger wijzen, maar wel het belang benadrukken dat ieder op zijn eigen terrein optimaal werkt en afstemt op de ketenpartners.”
Op vele terreinen binnen de rechtspraak is verbetering mogelijk
het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.2/14
en je kunt bijvoorbeeld via een groot digitaal scherm duidelijker en heel direct foto’s of plattegronden tonen aan verdachten én getuigen. De rechtbank Rotterdam (en voorheen ook de rechtbank Dordrecht) heeft hierin een voorloperspositie en daar ben ik trots op. Ik wil die positie vasthouden en investeren in verdere digitalisering. Bijkomende kinderziektes horen erbij, maar die los je als pionier op door positief kritisch te blijven.”
U noemde al de werkdruk: er wordt regelmatig gesteld dat die bij rechters en officieren van justitie erg hoog is. Baart u dat zorgen? “Zeker op het terrein van strafrecht is dat de laatste jaren het geval, dat heb ik zelf destijds ook zo ervaren. De werkdruk moet dan ook zeker niet hoger worden. Ik heb goede hoop dat de belasting beter hanteerbaar wordt, door te investeren in goede facilitering en efficiëntere werkprocessen. Dat heeft een positief effect op de ervaren én op de feitelijke werkdruk.”
Het OM maakt mede via de ZSM-werkwijze veel gebruik van de mogelijkheid van buitengerechtelijke afdoening van zaken. Biedt dat een oplossing voor de gesignaleerde werkdruk?
“Dankzij ZSM worden lichtere zaken vaak niet meer behandeld door de politierechter. Het is reëel te verwachten dat het aantal zaken dat jaarlijks aan de rechtbank wordt aangeboden, afneemt door ZSM. Maar wat wél instroomt is Is de recent versterkte regiefunctie van de rech- doorgaans complexer en vraagt gemiddeld genomen meer ter-commissaris in strafzaken al zichtbaar in de zittingstijd. Je zou kunnen zeggen dat het ‘soortelijk praktijk? gewicht’ van de politierechterzaken is toegenomen. Dat betekent dat we minder op één politierechterzitting kunnen “De regiefunctie begint langzaam steeds meer vorm te plannen, waardoor we met hetzelfde aantal mensen minder krijgen en dat is een goede zaak, al is de versterkte positie zaken kunnen afdoen. Met als risico dat zaken langer nog niet zichtbaar in de mate waarin die destijds is gepreblijven liggen.” senteerd.” “Tegelijkertijd bedenken we steeds nieuwe manieren om De bezuinigingen op het OM worden meer en zaken die zich daarvoor lenen sneller af te doen. Zo werken meer realiteit en de rechtspraak volgt binnen we in Rotterdam ook met de zogenaamde ‘snelle MK’. In een paar jaar. Hoe gaat u die ombuigingen deze meervoudige kamers worden zaken zoveel mogelijk in opvangen? één keer afgedaan met op de zitting een mondelinge uit“Naar verwachting krijgen de rechtbanken medio 2016 een spraak, die daarna uiteraard nog op schrift wordt gesteld. bezuinigingstaakstelling. We hopen dit voor een deel te Op die manier kunnen wel acht MK-zaken op één dag kunnen opvangen met de resultaten van de digitalisering worden afgedaan. Alleen eenvoudige MK-zaken komen van het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) en daarhiervoor in aanmerking, aanhouden in verband met het naast met herhuisvesting. Ik wil zo veel mogelijk voorkomen horen van extra getuigen willen we op deze zittingen zoveel dat er moet worden bezuinigd op het primaire proces.” mogelijk voorkomen. De zaken worden dan ook alleen “Ik geloof nadrukkelijk in het voordeel van die digitalisegepland in overleg met het OM en de advocatuur.” ring. De huidige situatie is welbeschouwd uitermate vreemd. De politie maakt processen-verbaal digitaal op, en Kan de wetgever in verband hiermee nog iets levert ze op papier aan aan het OM. Het OM scant de verba- betekenen? “Als het om deze onderwerpen in de strafrechtketen gaat, len in een groot aantal gevallen in, maar brengt papieren heb ik nu geen specifieke wensen in de richting van de dossiers naar de rechtbank waar ze opnieuw worden ingescand. En dat alles terwijl het proces efficiënter verloopt als wetgever. Als problemen praktisch oplosbaar zijn dan we met goede digitale dossiers kunnen werken. Twee weken moeten we daar werk van maken. Op het terrein van het civiele recht en het bestuursrecht wordt gewerkt aan vergeleden heb ik zelf een zitting gedaan met een digitaal dossier. Dat is mij zeer goed bevallen. Het zoekt veel sneller eenvoudiging van procedures vanuit het eerder genoemde
het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.2/14
Interview Robine de Lange
17
kunnen afwenden met maatregelen als een borgsom of een enkelband. Het feit dat daarover een discussie wordt gevoerd en dat de rechtbank tegelijk in een paar recente zaken heeft beslist tot het schorsen van de voorlopige hechtenis onder betaling van een borgsom, is volgens mij een goed voorbeeld van hoe het hoort te gaan: rechtsvorming en theoretische discussie gaan hand in hand. De rechtsvormende taak is een uitvloeisel van de onafhankelijke positie van de rechter en het past dus niet dat die ontwikkeling wordt opgelegd of gestuurd.”
Welke stijl van leidinggeven past bij een organisatie met professionals die hun onafhankelijke positie hoog in het vaandel dragen?
programma KEI: Kwaliteit en Innovatie, en in dat verband is inderdaad een aantal aanbevelingen aan de wetgever gedaan om te komen tot eenvoudiger procedures.”
Recent hebben enkele Rotterdamse rechters op persoonlijke titel in een opinieartikel gepleit voor een heroriëntatie op de voorlopige hechtenis (VH) en daarbij onder andere geopperd om meer te kijken naar de mogelijkheden van schorsing met specifieke voorwaarden, bijvoorbeeld onder storting van een borgsom. Zien we hier het begin van een nieuwe ontwikkeling? “De wijze waarop we nu met voorlopige hechtenis omgaan, valt binnen de wettelijke kaders. Tegelijk blijkt uit een vergelijking tussen landen in Europa dat in Nederland een groot aantal verdachten in voorlopige hechtenis zit ten opzichte van het totaal aantal gedetineerden. Dat percentage is op zich al aanleiding om ons systeem kritisch tegen het licht te houden.” “De toepassing van de voorlopige hechtenis is een bevoegdheid van de rechter en geen verplichting. Het is goed om over die toepassing discussie te voeren. Het opleggen van voorlopige hechtenis mag geen automatisme worden. Twee gronden ervoor zijn bijvoorbeeld het vlucht- of het recidivegevaar, maar je zou die risico’s in sommige gevallen ook
“Het zoeken naar de balans tussen kwaliteit en efficiency met veel ruimte voor de professionals. De onafhankelijkheid van rechters is een groot goed: niemand mag en zal zich inmengen in de inhoudelijke beoordeling van rechters in individuele zaken. Dat is de basis van de rechtsstaat. Ik ben met dit uitgangspunt opgeleid, ik ben zelf ook nog steeds rechter en doe nog met regelmaat zittingen. Ik ervaar die onafhankelijkheid en ruimte voor de rechter dan ook niet als lastig, maar als een fundament. Hoe daar goed mee om te gaan, gezien vanuit het management- en bestuurlijk perspectief is wel een actueel vraagstuk. De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) heeft over dit spanningsveld tussen besturen en leidinggeven enerzijds en de rechterlijke onafhankelijkheid anderzijds recent een rapport uitgebracht waarin ik veel herken. Echter, er zijn vele terreinen binnen de rechtspraak waarop verbetering mogelijk is. Verkorting van de doorlooptijden, verbetering van de werkprocessen, digitalisering, organiseren van kennismanagement en andere kwaliteitsinstrumenten, loopbaanbeleid en opleidingen. Kortom: er is in het belang van goede rechtspraak genoeg te doen zónder aan de inhoud van de juridische beslissingen te komen.”
Helpt het dat u het vak van binnenuit kent? “Zeker, ik kan meedenken vanuit de praktijk en ik zie nog veel kansen om werkprocessen en kwaliteit te verbeteren. Zo zouden rechters meer oog kunnen hebben voor communicatie met het publiek, bijvoorbeeld in de manier waarop ze hun uitspraken doen. Dat is een aspect waar veel rechters voor open staan, ik denk meer dan vroeger. Daarnaast is tijdigheid ook kwaliteit. Als je zegt dat je over zes weken uitspraak doet, moet je die belofte nakomen.”
Vrouwen zijn binnen de rechterlijke macht al langere tijd in de meerderheid. Hoe kijkt u aan tegen die trend? Loopt de rechtspraak daarmee de kans ook eerder ‘af te rekenen’ met het beweerde glazen plafond voor vrouwen in sleutelposities? “Landelijk gezien is 54% procent van de rechters vrouw. Ik vind dat aardig in balans. In de top van rechterlijke organisaties is 11% vrouw. Beduidend minder, maar ik heb nooit
18
Interview Robine de Lange
het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.2/14
ervaren dat er een glazen plafond is. Diversiteit is belangrijk, maar kwaliteit staat voorop. Er zijn wel diversiteitsprogramma’s, vooral gericht op allochtonen. In de studentenpopulatie zijn allochtone groepen goed vertegenwoordigd, maar de doorstroom naar de rechterlijke macht blijft nog achter. Mogelijk kunnen we met nieuw stagebeleid hier balans in brengen. Ik sta daar open voor.”
De Nederlandse politie heeft haar eigen ‘fusieproces’, waarbij veel energie lijkt te gaan in het proces als geheel en de individuele posities binnen de nieuwe organisatie. Merkt u iets van effecten op de instroom van zaken en heeft u tips voor de politie? “Sinds het OM weg is uit Dordrecht komen er aanzienlijk minder Dordtse zaken op zitting. Maar ligt dit aan de veranderingen bij het OM of aan de reorganisatie van de politie? Ik kan het nog niet verklaren. Het is tegelijk logisch dat zich bij veranderingsprocessen perikelen voordoen. Maar sta niet eindeloos stil bij wat is veranderd en misschien in de beleving van deze of gene slechter is geworden dan vroeger. Het is onze plicht problemen snel aan te pakken en verder te
Sinds het OM er weg is, komen er minder Dordtse zaken op zitting
“Het zit diep in het DNA van de zittende magistratuur om niet de behoefte te hebben al te zichtbaar te zijn voor de buitenwereld, buiten de zittingzaal en de vonnissen. En dat is soms jammer, want er is veel vertellen en er zijn nog steeds veel vooroordelen weg te nemen. Zo is de discussie rondom het invoeren van minimumstraffen ontstaan vanuit het beeld dat de Nederlandse rechter te laag straft. Uit onderzoek blijkt dat in Nederland helemaal niet laag wordt gestraft vergeleken met omliggende landen, integendeel!” “De verbinding leggen met ketenpartners gaat goed. Ik sluit af en toe aan bij het Rotterdamse driehoeksoverleg van politie, OM en het bestuur. Ook al zijn we het af en toe oneens, we weten elkaar te vinden en we beseffen dat we, ieder op het eigen domein, voor een vergelijkbare maatschappelijke opdracht staan.”
Hoe lang kan rechtbank Rotterdam nog profiteren van uw inzet? gaan. Vaak blijft de blik in dit soort situaties te lang naar binnen gericht. Ik realiseer me dat dat makkelijker gezegd is dan gedaan, maar het belangrijkste is om je af te blijven vragen of je het voor de buitenwereld nog goed doet. Ook de politie heeft aan de samenleving een dure plicht.”
We hebben meer dan genoeg gespreksstof. Het lijkt vreemd dat we nooit eerder iemand van de zittende magistratuur in Het Tijdschrift voor de Politie hebben geïnterviewd.
Mr. R.G. de Lange-Tegelaar studeerde Nederlands Recht in Leiden. Ze rolde de rechtspraak in via de raio-opleiding. Ze begon haar opleiding in 1989, rondde die af in 1993 en startte haar rechterscarrière in de rechtbank Rotterdam als strafrechter. Daarna stapte De Lange over naar de
“Ik ben benoemd voor zes jaar en het is mogelijk daarna een herbenoeming van nog eens die periode te krijgen. Ik heb het erg naar mijn zin en ben vrij jong op deze positie gekomen. Ik heb niet zo veel meer te wensen en ben van plan nog lang op deze functie te blijven. Ik maak sowieso liever plannen voor komend jaar dan voor over tien jaar. Over twee jaar hoop ik dat we positieve resultaten hebben geboekt in het vergroten van de effectiviteit van de rechtbankorganisatie, wat zichtbaar moet worden in meer zittingsruimte, digitalisering en verkorting van doorlooptijden. Voor de eerstkomende jaren wensen genoeg dus.”
Haagse rechtbank en via de sectoren civiel en strafrecht werd ze ruim tien jaar later voorzitter van de sector familie en jeugd en later van de sector strafrecht. Sinds 2008 was ze achtereenvolgens plaatsvervangend en waarnemend president van de Haagse rechtbank. Op 1 oktober 2012 werd Robine
«
de Lange benoemd als waarnemend bestuursvoorzitter van de rechtbanken Dordrecht en Rotterdam en sinds 1 januari 2013 – de landelijke fusiedatum – als de nieuwe president van de rechtbank Rotterdam.