Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
Inhoudsopgave 1
2
3
4
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
ALGEMEEN 1.1 Leeswijzer 1.2 Nota van aanbieding BELEIDSBEGROTING 2.1 Programmaplan 2.1.1 Programma 1 Besturen 2.1.2 Programma 2 Wonen en werken 2.1.3 Programma 3 Ontspannen 2.1.4 Programma 4 Leren 2.1.5 Programma 5 Zorgen 2.1.6 Programma 6 Beheren 2.1.7 Programma 7 Middelen 2.2 Paragrafen 2.2.1 Paragraaf Lokale heffingen 2.2.2 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2.2.3 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 2.2.4 Paragraaf Financiering 2.2.5 Paragraaf Bedrijfsvoering 2.2.6 Paragraaf Verbonden partijen 2.2.7 Paragraaf Grondbeleid 2.2.8 Paragraaf Demografische ontwikkelingen FINANCIËLE BEGROTING 3.1 Overzichten baten en lasten 2014 - 2017 3.1.1 Baten en lasten 2014 per programma 3.1.2 Baten en lasten 2014 - 2017 per programma 3.1.3 Overzicht incidentele baten en lasten 2014 - 2017 per programma 3.1.4 Overzicht berekening aandeel EMU-saldo 3.2 Begroting baten en lasten 2014 op kostensoorten 3.2.1 Overzicht baten en lasten op kostensoorten 3.2.2 Toelichting 3.3 Financiële positie 2014 - 2017 3.3.1 Ontwikkelingen 3.3.2 Toelichting meerjarenbeeld 3.3.3 Balanspositie BIJLAGEN 4.1 Kerngegevens 4.2 Samenstelling bestuursorganen 4.3 Begrotingsuitgangspunten (perspectiefnota 2014 - 2017) 4.4 Verloop algemene reserve 2014-2017 4.5 Recapitulatie TBB 4.6 Overzicht producten per deelprogramma
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
1 2 4 9 10 11 17 23 26 29 33 38 46 47 51 54 61 66 74 86 90 95 96 97 98 99 100 101 102 103 110 111 115 124 131 132 134 137 139 141 142
i
1
ALGEMEEN
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
1
1.1
Leeswijzer
Deze programmabegroting bestaat uit een beleidsbegroting, een financiële begroting en een aantal bijlagen. De beleidsbegroting bevat zes raadsprogramma’s en een programma met de dekkingsmiddelen (het programmaplan) en acht paragrafen. Het vaststellingsbesluit treft u aan bij het raadsvoorstel. Het geactualiseerde Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) leidt tot een aantal extra eisen aan de inhoud van de programmabegroting. Die eisen hebben vooral gevolgen voor naamgevingen (bijv. naam paragaaf weerstandsvermogen) en detaillering van overzichten (in aandachtspunten en meerjarenbeeld). Ook de provincie Gelderland stelt in haar begrotingsbrief 2014 extra eisen aan de inhoud om haar toezichthoudende taak goed in te kunnen vullen. In deze programmabegroting hebben wij de nieuwe voorschriften (BBV) en eisen (provincie) meegenomen. Het programmaplan (2.1) Elk programma begint met een deel, waarin de missie, de bestuurlijke context en de kaderstellende nota's aan bod komen. Per deelprogramma noemen wij de doelstellingen uit het raadsprogramma (wat willen we bereiken?). In de programma’s worden de beleidsvoornemens c.q. acties voor het begrotingsjaar toegelicht (wat gaan we ervoor doen?). De raadsdoelstellingen in begrotingen 2009 tot en met 2013 passen niet meer bij de nieuwe prioriteitstelling uit de TBB-visie. Daarom hebben wij op deelprogrammaniveau de onderdelen wat willen we bereiken? (als raad) en wat gaan we ervoor doen? (als college) weer gesplitst. Om de wijziging duidelijk zichtbaar te maken, geven wij in de programma's aan dat de doelstellingen van de raad voortkomen uit de door hen ingerichte begroting 2009. Binnen het onderdeel wat gaan we ervoor doen? vormen de bolletjes (wat willen we bereiken?) niet meer de koppen waarbinnen acties c.q. beleidsvoornemens moeten passen. Elk programma sluiten wij af met financiële informatie in duizendtallen (wat mag het kosten). Bij het onderdeel wat mag het kosten? zijn in het bestaande beleid de besluiten van de Perspectiefnota 2014 - 2017 al verwerkt (autonome ontwikkelingen, vervangingsinvesteringen en amendementen). Wij benoemen ontwikkelingen in structurele budgetten (bestaand beleid), investeringen en reserves en voorzieningen. Wij lichten de bijzonderheden niet uitputtend toe, maar vergelijken alleen de grotere verschillen van de lasten en baten van 2014 met de stand van de begroting 2013 inclusief begrotingswijzigingen (tot 1 augustus 2013). In die financiële overzichten staat een + voor lasten of tekorten en een - voor baten of overschotten. Voor het verhogen van de leesbaarheid zijn de vermelde cijfers in tabellen en opstellingen in deze begroting in euro's maal 1.000 tenzij anders vermeld. De paragrafen (2.2) In de zeven verplichte paragrafen beschrijven wij kort het beleid ten aanzien van de beheersmatige aspecten van de organisatie. De inzet van de organisatie is gericht op een effectieve en efficiënte realisatie van uw programma’s en heeft dus betrekking op meerdere programma’s. Door deze zeven beheersmatige onderwerpen apart in paragrafen op te nemen, krijgen deze aspecten ook de aandacht. Wij voegen voor het eerst de paragraaf Demografische ontwikkelingen toe. De paragraaf Toekomstbestendig Bronckhorst is komen te vervallen. De toevoeging van de paragraaf Demografische ontwikkelingen is een eis van de provincie. De informatie over TBB vindt u terug in de financiële begroting en in bijlage 4.5. Voor de paragrafen gelden nieuwe voorschriften in naamgeving (weerstandsvermogen) of inhoud (verbonden partijen, onderhoud kapitaalgoederen en grondexploitatie).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
2
De financiële begroting (3) Dit deel van de programmabegroting is identiek aan de jaarrekening in de jaarstukken. Veel overzichten zijn aangepast aan de nieuwe BBV-eisen, die een betere informatievoorziening voor de raad beogen. In aansluiting op uw wens om op hoofdlijnen te sturen, zijn de budgettotalen per programma opgenomen in paragraaf 3.1. De totalen per programma vormen het autorisatieniveau. Om u ook te informeren over de inzet per deelprogramma volgens uw financiële verordening, hebben wij deze budgetten als detaillering zichtbaar gemaakt in het onderdeel wat mag het kosten bij de programma's. In dit hoofdstuk krijgt u vooral inzicht in de omvang van de soort kosten die wij als gemeente maken door u de ontwikkeling van lasten en baten op kostensoorten te tonen (paragraaf 3.2). In paragraaf 3.3 vindt u de uitwerking van de financiën, gericht op de factoren die hebben geleid tot een stijgende of dalende lijn in de begrotingsruimte. Veel van de factoren gelden organisatiebreed en meerjarig; dus van toepassing voor alle programma's. De bijlagen (4) In de bijlagen zijn zes overzichten opgenomen, die ieder voor zich spreken.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
3
1.2
Nota van aanbieding
Aan de leden van de raad, In de afgelopen bestuursperiode hebben wij veel met uw raad gesproken en gediscussieerd over de noodzaak om de gemeente Bronckhorst toekomstbestendig te maken. Bij u allen beter bekend als de TBB-visie. De visie is opgesteld om in te spelen op de demografische ontwikkelingen, een andere rol van de overheid en minder financiële middelen. De visie is vertaald naar een aantal maatregelen. Een deel van die maatregelen heeft inmiddels al geleid tot wijzigingen in de begroting. Een ander deel van de maatregelen zal leiden tot wijzigingen in de begroting 2015 en verder. Voorbeelden van TBB-maatregelen/initiatieven en de besparing die deze hebben opgeleverd vindt u in paragraaf 3.3.2.4. Dit resultaat is alleen mogelijk door een bijzonder samenspel tussen inwoners, verenigingen, maatschappelijke organisaties, bedrijven en de gemeente. De samenleving verandert en de rol van de overheid verandert. Door samen te zoeken naar nieuwe oplossingen werken wij aan een nieuw evenwicht waarbinnen leefbaarheid en zorg voor kwetsbaren gegarandeerd blijft. Inmiddels zijn er verschillende voorbeelden waaruit de kracht van de samenleving duidelijk wordt: de overname van een aantal binnen- en buitenaccommodaties door inwoners, de inspanningen van inwoners om het groenbeheer op een eigen gewenst kwaliteitsniveau te behouden en nieuwe samenwerkingsverbanden zoals in het onderwijs, etc. Allemaal initiatieven van inwoners en organisaties waarbij krachten worden gebundeld en geanticipeerd wordt op de demografische ontwikkelingen. Dergelijke initatieven laten zien dat er energie, kracht en flexibiliteit in de samenleving aanwezig is. De gemeente leert steeds beter hoe daarvoor de ruimte te creëren en ondersteuning te bieden. Dit betekent vooral loslaten waar het kan en ondersteunen waar het nodig is. Op deze manier geven wij uitvoering aan een belangrijk aspect van de TBB-visie: "Toekomstbestendig Bronckhorst, Duurzaam en betrokken, paragraaf 2.2.2 (2011) De ambitie van Bronckhorst is gericht op het behouden en verbeteren van de kwaliteit voor wonen, werken en recreëren voor de huidige en toekomstige inwoners van Bronckhorst. De gemeente wil de dynamiek in de samenleving versterken en ruimte geven aan de krachten die Bronckhorst maken wat het is en kan worden." Gemeentelijke organisatie De ambtelijke organisatie wordt met grote veranderingen geconfronteerd. Nieuwe taken komen op de organisatie af, medewerkers worden steeds minder beoordeeld op hun vakspecialisme en meer op hoe zij vraagstukken aanpakken in overleg met de inwoners en de politiek. Medewerkers en Managementteam werken samen in het ontwikkelen van een nieuwe manier van werken in het proces ToekomstBestendig Personeelsbeleid en Verbindend werken. Tegelijkertijd moet het werk door minder mensen gedaan worden. De werkdruk neemt flink toe en medewerkers verschuiven van plek om in geval van vacatures vrijwel geen nieuwe medewerkers aan te hoeven nemen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
4
Financieel De begrotingspositie van Bronckhorst is in balans, ook in meerjarenperspectief. Voorwaarde is echter wel dat risicovolle taken, zoals bijvoorbeeld de decentralisaties, worden uitgevoerd zoals in de TBB-visie voorgesteld. Een sluitende begroting terwijl er (steeds) minder middelen beschikbaar zijn, betekent dat de inwoner “minder” krijgt dan hij gewend was. De inwoner zal ervaren dat er financieel minder mogelijk is en tegelijkertijd meer van hem verwacht wordt. Meer in de vorm van financiële bijdragen of meer in de vorm van een bijdrage in natura (bijv. vrijwilligerswerk of eigen initiatief). Wij zien dit niet als een vanzelfsprekendheid maar wel als een noodzakelijkheid. Wij hebben waardering voor de inspanningen van inwoners voor hun eigen omgeving en daarmee voor Bronckhorst. Ook heeft de gemeenteraad op gezette momenten haar verantwoordelijkheid in deze genomen. In de perspectiefnota 2013 - 2016 (en als onderdeel daarvan het vaststellen van de TBBmaatregelen) is al een voorschot genomen op een sluitende begroting 2014. Daarna kwamen echter nieuwe berichten van het rijk waardoor wij opnieuw met een structureel tekort werden geconfronteerd. De TBB maatregelen met betrekking tot de sportaccommodaties konden (dankzij de inspanningen van inwoners) eerder gerealiseerd worden dan gepland. Dit heeft ertoe geleid dat de opbrengsten van die maatregelen al in de begroting 2014 verwerkt kunnen worden (in plaats van gefaseerd) Het betreft de overdracht van en nieuwe afspraken over de zwembaden Hengelo, Steenderen (zwembad en sporthal), Vorden, Zelhem (zwembad en cultureel centrum).oor de uitvoering hiervan is echter wel een bedrag van € 5.418.000 uit de algemene reserve gehaald. Dit komt ten laste van de jaarrekening 2013. Wij vinden het wenselijk om een deel van de begrotingsruimte 2014 terug te storten in de algemene reserve. De programmabegroting die wij u nu voorleggen geeft het volgende meerjarenbeeld: Begrotingsruimte Volgens programmabegroting 2013 - 2016
2014
2015
2016
2017
-65
-103
-331
-331
Ontwikkelingen tot perspectiefnota 2014 - 2017
-350
501
1.634
1.873
Start begrotingsjaar 2014 volgens perspectiefnota 2014 2017
-415
398
1.303
1.542
Effecten amendementen bij de perspectiefnota (nieuwbouw werf/kazerne en wmo)
-300
-355
-466
-463
Na perspectiefnota 2014 - 2017
-715
43
837
1.079
715
211
-721
-1.002
-
254
116
77
Aanpassingen begrotingsruimte voor begroting 2014 Programmabegroting 2014 - 2017 (+= tekort; - = overschot)
In deze programmabegroting zijn de lasten en baten vanuit de begroting 2013 (peildatum 1 augustus 2013) doorgerekend naar de jaren 2014 – 2017 voor de autonome ontwikkelingen (lonen, prijzen en rente). Ook zijn de vervangingsinvesteringen en projecten uit de perspectiefnota 2014 - 2017 verwerkt. Vervolgens zijn bijzondere afwijkingen van die stand verwerkt zoals algemene uitkering, leges bestemmingsplannen en interne bedrijfsvoeringsmaatregelen. Binnen een bandbreedte van 1% van onze begrotingsomzet (€ 630.000), is het berekende nadelige saldo in de jaren 2015 tot en met 2017 te verwaarlozen en eenvoudig binnen de jaarlijkse bedrijfsvoering op te vangen. U neemt in deze begroting besluiten over het begrotingsjaar 2014. De financiële meerjarenbegroting voor 2015 tot en met 2017 is informatief van aard, maar wel belangrijk Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
5
voor een oordeel over duurzaam financieel beleid. Ontwikkelingen in 2014 kunnen immers leiden tot andere prioriteitstellingen in latere jaren. De afwijkingen ten opzichte van de vorige programmabegroting 2013 – 2016 vindt u terug in het onderdeel "Wat mag het kosten?" in de programma's. De afwijkingen ten opzichte van de perspectiefnota 2014 - 2017 ziet u in het volgende overzicht. Een toelichting van die afwijkingen vindt u in hoofstuk 3 van deze programmabegroting (paragraaf 3.3.2.1). Aanpassingen na perspectiefnota 2014 - 2017 Algemene uitkering na perspectiefnota Autonome gebeurtenissen
2014
2015
2016
2017
40
17
-165
-336
606
617
617
617
1.430
205
205
205
Snellere realisatie TBB-maatregelen
-632
-895
-672
-219
Technische correcties
-428
470
-502
-1.029
Wijzigingen bedrijfsvoering
-301
-203
-204
-240
715
211
-721
-1.002
Nieuwe voorstellen
Aanpassingen na besluiten perspectiefnota 2014 - 2017 (+ = tekort; - = overschot)
De snelle realisatie van TBB-maatregelen (€ 632.000 voordeel) leidt tot een aanzienlijk snellere verbetering van de begrotingspositie. Uitgaande van een sluitende begroting, willen wij de eenmalige ruimte aan de algemene reserve toevoegen (€ 1.225.000). Op dit moment is de algemene reserve voor 100% geblokkeerd voor risicofunctie en rentefunctie. En dat terwijl in deze programmabegroting de rentefunctie (€ 925.000 jaarlijks beschikbaar voor de begroting) al niet meer voor 100% wordt gerealiseerd. De onvoorziene verbetering van de begrotingspositie als gevolg van de TBB-maatregelen willen wij teruggeven aan de bevolking door de trendmatige verhoging van de OZB-tarieven (3,25% volgens uitgangspunten 2014) eenmalig niet toe te passen (€ 205.000 nadeel). Geplande investeringen en projecten In de begroting 2014 – 2017 hebben wij ook de lasten van de vervangingsinvesteringen en van de projecten in de ramingen verwerkt. Voor de begroting 2014 maken deze deel uit van de geautoriseerde budgetten per programma. U vindt de vervangingsinvesteringen en de geraamde projecten ook terug bij de programma’s bij het onderdeel "Wat mag het kosten?". De projecten worden gefinancierd uit de algemene reserve. Hoewel de projectbudgetten in de begroting zijn verwerkt, gelden voor de besteding van projecten wel aanvullende eisen. De autorisatie is niet voldoende. Vóór besteding moet nog een afzonderlijk raadsbesluit over het onderwerp zijn genomen. Wij maken voor het GVVP een uitzondering op die aanvullende voorwaarde. Zoals afgesproken in de 1e Tussenrapportage 2013 vindt de concrete uitwerking hiervan plaats in de begroting bij het programma 6 Beheren. De algemene reserve kent een drietal functies volgens de nota reserves en voorzieningen (2012). In bijlage 4.4 ziet u het verloop van de algemene reserve. Risico's Wij kennen een aantal risico’s die nog niet “op geld” gezet kunnen worden. Een sluitende begroting betekent niet dat daarmee alle problemen voor 2014 weg zijn. Wij zien op korte termijn de volgende risico’s: ● Rijksmaatregelen (ontwikkeling algemene uitkering, decentralisatie Participatiewet, decentralisatie begeleiding AWBZ, decentralisatie Jeugdzorg en Schatkistbankieren) ● Eigen maatregelen (invulling overdracht brandweeronderdelen, grondexploitatie, deregulering) ● Omgevingsinvloeden (demografische ontwikkelingen, aanvragen Wet maatschappelijke ondersteuning en aanvragen Wet werken en bijstand)
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
6
Voor het opvangen van de risico’s reserveren wij € 11,5 mln van de algemene reserve (bufferfunctie). In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (paragraaf 2.2.2) laten wij u zien dat dit bedrag op basis van huidige inzichten meer dan voldoende is. Ook in de financiële begroting, onderdeel risico's (paragraaf 3.3.2.3) gaan wij in op de risico's. Raadsbehandeling programmabegroting 2014 - 2017 Op woensdag 23 oktober 2013 is er de mogelijkheid voor het stellen van technische vragen (overlegmoment). Behandeling in de raadscommissie vindt plaats op woensdag 30 oktober 2013 en behandeling in de gemeenteraad staat gepland voor donderdag 7 november 2013. Hengelo Gld, 8 oktober 2013 Burgemeester en wethouders van Bronckhorst, de secretaris,
de wnd. burgemeester,
A.H. van Hout
G.J. de Graaf
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
7
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
8
2
BELEIDSBEGROTING
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
9
2.1
Programmaplan
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
10
2.1.1
Programma 1 Besturen
2.1.1.1
Algemeen
Missie Bronckhorst streeft een bestuur na dat integer handelt ten dienste van de samenleving en vanuit betrokkenheid bij de burgers, daarbij rekening houdend met de eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Context en achtergrond De eisen die de burgers stellen aan hun bestuur en aan de kwaliteit van de dienstverlening nemen toe. Vanuit de rijksoverheid komen meer taken en vanuit de provincie meer plannen naar de gemeente toe, maar minder middelen om alle taken op de huidige wijze te vervullen. Bronckhorst wil een gemeente zijn die goed inspeelt op de maatschappelijke ontwikkelingen, die een manier van dienstverlening heeft die aansluit bij de verwachtingen van burgers en bedrijven en past binnen de gemeentelijke financiën. Dit betekent dat Bronckhorst kritisch volgt in welke situaties welke rol en vorm van samenwerking nodig is. Naar inwoners toe en binnen samenwerkingsverbanden. Samenwerking met mede-overheden kan op regionaal niveau zijn, maar ook samenwerking binnen het verband van de P-10 in Nederland of binnen Europees verband. Van de burger verwachten wij dat hij een bijdrage levert aan de kwaliteit van de samenleving. Kaderstellende beleidsnota's ● Evenementenbeleid (2006) ● Financiële verordening (2008) ● Integraal veiligheidsbeleid (2008) ● Handhavingsprogramma (2008) ● Coalitieakkoord "Samen bouwen aan een betrokken, solide en duurzaam Bronckhorst" (2010) ● Agenda Achterhoek 2020 (2011) ● Visie TBB "Duurzaam en betrokken" (2011) ● Beleidsplan Brandweer Achterhoek West 2011 - 2015 (2011) Deelprogramma's 1A Bestuurscultuur 1B Samenwerking met mede-overheden 1C Dienstverlening 1D Openbare orde, veiligheid en handhaving 2.1.1.2
Deelprogramma 1A BESTUURSCULTUUR
Portefeuillehouder
dhr. G.J. de Graaf
Ambtelijk trekker
dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen we bereiken ● Betrokken bestuur ● Solide bestuur ● Duurzaam bestuur Wat gaan we ervoor doen Wij voeren als college gesprekken met de dorpsbelangenorganisaties. In overleg met de raad onderzoeken wij hoe wij als bestuur en organisatie beter kunnen aansluiten bij
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
11
de eigenheid en zelfkracht van gebieden. Dit doen wij onder de noemer gebiedsgericht verbindend werken. 2.1.1.3
Deelprogramma 1B SAMENWERKING MET MEDE-OVERHEDEN
Portefeuillehouder
dhr. G.J. de Graaf
Ambtelijk trekker
dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen we bereiken ● Gemeentegrensoverschrijdende vraagstukken oplossen ● Aandacht voor Europa Wat gaan we ervoor doen Samenwerking Wij voeren samen met andere gemeenten van de Regio Achterhoek en de betrokken ondernemers en maatschappelijke organisaties de Agenda Achterhoek 2020 uit binnen de werkplaatsen Innovatieve economie, Slim en snel verbinden, Vitale leefomgeving en Natuur en Landschap. De projecten worden door portefeuillehoudersoverleggen met de individuele gemeenten vastgelegd in collegebesluiten. Met de regionale woonvisie en de aanpak van de drie decentralisaties als voorbeeld zullen wij steeds meer Achterhoekbreed aan beleidsontwikkeling én uitvoering van taken werken. Bij aangetoonde toegevoegde waarde zullen wij, schaalvergroting van taken in overweging nemen. Samen met de P10-gemeenten blijven wij in beeld brengen hoe plattelandsgemeenten kunnen omgaan met ontwikkelingen op de verschillende terreinen. Op basis van onderzoek naar de specifieke kenmerken van de plattelandsgemeenten wordt lobby naar andere overheden verder verbeterd. Subsidies Wij verkennen continu of de plannen van Bronckhorst en de Regio Achterhoek aansluiten bij de visie en het beleid van de Europese Unie. En wij zoeken naar subsidiemogelijkheden en/of cofinanciering voor het uitvoeren van projecten die samenhangen met demografische ontwikkelingen, duurzaamheid, plattelandsontwikkeling en arbeidsmarkt. Jaarlijks organiseren wij samen met de regio het bezoek aan de Open Days in Brussel. 2.1.1.4
Deelprogramma 1C DIENSTVERLENING
Portefeuillehouder
dhr. G.J. de Graaf
Ambtelijk trekker
mw. C.H. van den Brink
Wat willen we bereiken ● Goede dienstverlening aan de burger ● Gebruik van het digitale kanaal Wat gaan er ervoor doen Dienstverlening aan burgers De dienstverlening aan de burger brengen wij continu onder de aandacht van de gehele organisatie. Het ligt niet alleen bij de klantadviseurs om dienstverlenend te zijn richting onze burger, maar bij de gehele organisatie. Van bode tot MT-lid en van vergunningverlener tot beleidsmedewerker. Om die reden is het Dienstverleningsconcept, dat in 2009 is vastgesteld, geëvalueerd in 2013. Uit deze evaluatie is naar voren gekomen dat wij nog steeds achter
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
12
de uitgangspunten staan die wij destijds benoemd hebben. Kort gezegd: "De burger kan via elk kanaal bij de gemeente Bronckhorst binnen komen en zal zoveel mogelijk door 1 klantadviseur geholpen worden." Door middel van enquêtes van Moventum en de Kamer van Koophandel zijn inwoners en ondernemers over onze dienstverlening bevraagd en hebben wij actiepunten uitgezet richting de organisatie om verbeteringen door te voeren. Deze verbeteringen betreffen bijvoorbeeld de telefonische dienstverlening, de kwaliteit van de uitgaande brieven, het e-mailverkeer en de beschikbaarheid van de medewerkers van de backoffice. Die punten pakken wij in 2014 verder op. Wij gaan in 2014 de openingstijden aanpassen zoals afgesproken bij de vaststelling van de TBB-maatregelen. Het doel is om de kwaliteit van de dienstverlening minstens op het zelfde niveau te houden of zelfs nog te verbeteren en om formatie te besparen. Elektronische Gemeente Bronckhorst (EGB) In het EGB staan projecten vermeld die betrekking hebben op het digitale kanaal. Het digitale kanaal zullen wij steeds verder optimaliseren. Onder andere met de uitbreiding van de elektronische formulieren, waardoor de burger producten zoveel mogelijk digitaal kan aanvragen. Een baliebezoek is dan niet meer nodig. Verkiezingen In maart 2014 zijn de verkiezingen voor de gemeenteraad. De voorbereidingen zullen wij eind 2013 starten. Wij kijken of stemdistricten kunnen worden samengevoegd, omdat er stemlokalen gevestigd zijn in scholen die gesloten worden. Vervolgens zijn in mei 2014 de verkiezingen voor het Europees Parlement. 2.1.1.5
Deelprogramma 1D OPENBARE ORDE, VEILIGHEID EN HANDHAVING
Portefeuillehouder
dhr. G.J. de Graaf
Ambtelijk trekker
mw. H. Tomassen
Wat willen we bereiken ● Veilige leef-, werk- en recreatieve omgeving creëren ● De veiligheid van inwoners bevorderen en handhaven Wat gaan we ervoor doen Investeren aan de voorkant Brandweer Achterhoek West (BAW) is sinds 1 januari 2011 verantwoordelijk voor de brandweerzorg in de gemeente Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek. Hierbij is niet alleen aandacht voor het redden van mens en dier en het bestrijden van incidenten. De laatste jaren wordt veel geïnvesteerd in het voorkomen van branden en andere incidenten. Dit ‘investeren aan de voorkant (van de veiligheidsketen)’ heeft inmiddels haar vruchten afgeworpen. Reden genoeg om hier in te blijven investeren. Het draagt namelijk bij aan een veilige leef-, werk- en recreatie-omgeving. Regionalisatie brandweerzorg De komst van BAW heeft de effectiviteit, betaalbaarheid en continuïteit van de brandweerzorg gewaarborgd. Vanaf 1 januari 2014 is de brandweer nog verder geregionaliseerd; de vrijwilligers en het materieel zijn over naar de VNOG. De brandweer mag dan verregaand geregionaliseerd zijn, zij moet ook gereed gemaakt worden voor de toekomst. Zij moet zich aanpassen aan een veranderende maatschappij, demografische ontwikkelingen (vergrijzing en krimp) en financiële druk. Wanneer de brandweer gereed is
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
13
voor de toekomst, dan kan BAW haar bijdrage blijven leveren aan een veilige leef-, werk- en recreatie-omgeving. Project Masterplan Optimalisering Effectuering Doelmatigheid (MOED) Om gereed te zijn voor de toekomst is er binnen de Veiligheidsregio Noord- en OostGelderland (VNOG) het project MOED. MOED is enerzijds een noodzaak, maar anderzijds ook een kans voor de brandweer. De financiële, maatschappelijke en demografische ontwikkelingen bieden mogelijkheden voor de brandweer om op een andere manier naar hun eigen organisatie te kijken. Dit wordt onder andere gedaan door middel van een regionale proef met een snel inzetbaar voertuig (SIV). De brandweerpost Doetinchem gaat deze proef doen. Mocht deze proef succesvol zijn, dan wordt binnen BAW bekeken of andere posten gebruik kunnen maken van een SIV. Snel inzetbaar voertuig (SIV) De SIV is een manier om levensvatbaar, daad- en slagvaardig te blijven in een veranderende maatschappij. Incidenten die zich voordoen zijn allemaal even groot. Het risicoprofiel en brandrisicoprofiel van Achterhoek West is hierbij een belangrijk referentiekader voor BAW. Door gebruik te maken van een SIV wordt de wijze van uitrukken en de vakbekwaamheid van de brandweermensen afgestemd op de grootte van een incident. Het doel van de SIV is de kwaliteit en de veiligheid van het brandweerpersoneel te waarborgen, terwijl de paraatheid en de opkomsttijden van de brandweer verbeterd worden. Daarmee wordt de veiligheid van de inwoners bevorderd en gehandhaafd. Handhaving Wij maken ieder jaar een handhavingsprogramma. Hierin staan de keuzes en de prioriteiten voor wat wij tijdens de werkingsduur van het programma aan handhaving doen. De uit te voeren werkzaamheden zijn gebaseerd op een risicoweging en een jaarlijkse actualisatie op basis van wet- en regelgeving. Onderdeel in dat programma is de aandacht voor preventie: verantwoordelijkheden daar neer leggen waar ze horen te liggen. Hierbij speelt communicatie een belangrijke rol. Wij wijzen doelgroepen (burgers, bedrijven en organisaties) actief op hun verantwoordelijkheden, zodat er een veilige leef-, werk- en recreatieve omgeving wordt bereikt. 2.1.1.6
Wat mag het kosten
PROGRAMMA BESTUREN
Rekening
Begroting
2012
2013 (na wijz.)
2014
2015
2016
2017
totaal lasten bestuurscultuur
5.847
5.957
5.658
5.580
5.558
5.580
283
390
367
367
364
364
dienstverlening
2.749
2.687
2.699
2.635
2.635
2.629
openbare orde, veiligheid en handhaving
2.253
2.457
2.346
2.363
2.341
2.348
11.132
11.491
11.070
10.945
10.898
10.920
-10
0
0
0
0
0
samenwerking met mede-overheden
totaal lasten totaal baten bestuurscultuur samenwerking met mede-overheden dienstverlening openbare orde, veiligheid en handhaving totaal baten Saldo
-2
0
0
0
0
0
-599
-640
-661
-661
-661
-661
-26
-35
-90
-5
-5
-5
-638
-675
-751
-666
-666
-666
10.494
10.816
10.319
10.279
10.232
10.254
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
14
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 497.000 lager dan begroot in 2013. Dit verschil kent verschillende oorzaken. Enkele eenmalige uitgaven 2013 spelen niet (jongerendebat, gemeentemonitor en Achterhoek Connect) of zijn veel lager (transitiebudget); in totaliteit € 177.000 lager. De kapitaallasten zijn lager, zeker nu de brandweerkazerne als investering is afgevoerd; in totaliteit € 63.000 lager. De baten van uit brandweertaken zijn € 50.000 hoger dan in 2013 omdat de VNOG btw doorschuift naar de gemeente in ruil voor een verhoogd risicoaandeel. Vanaf 2014 zijn de brandweertaken niet langer (btw)compensabel. Tot slot is sprake van formatievermindering in dit programma (€ 115.000). Vele kleinere aanpassingen van budgetten geven het resterende verschil van 0,9% van de lasten op dit programma (€ 92.000 nadelig). In deze begroting houden wij nog geen rekening met de financiële effecten van de wettelijke overdracht van brandweervrijwilligers en het brandweermaterieel naar de VNOG. Investeringsplan Omschrijving
Investering
Jaar
Termijn
2014
2015
2016
2017
1A laptop raad (25x)
25.000
2014
4
625
7.500
7.188
6.875
1D motorspuitaanhanger
70.000
2014
15
1.750
8.167
7.933
7.700
1D personenbus (2x)
70.000
2014
10
1.750 10.500 10.150
9.800
1D update reserve tankautospuit (tas/biza/bt)
50.000
2014
15
1.250
5.833
5.667
5.500
1D dienstauto
25.000
2014
10
625
3.750
3.625
3.500
1D testbank ademluchtapparatuur
10.000
2014
10
250
1.500
1.450
1.400
1D warmtebeeldcamera (4x)
56.000
2014
5
1D ademluchttoestellen
25.000
2015
10
1D uitrukkleding
11.000
2016
7
300.000
2016
15
7.500 35.000
70.000
2017
10
1.750
175.000
2017
5
4.375
1D tankautospuit Steenderen (9132) 1D personenbus (2x) 1D C2000 communicatiemiddelen Bedragen in €
887.000
1.400 14.000 13.440 12.880 625
3.750
3.625
275
1.650
7.650 51.875 60.978 94.055
In 2014 zijn de gemeenteraadsverkiezingen en zullen vervolgens de nieuwe raadsleden een laptop ontvangen in het kader van digitaal vergaderen. Maar het merendeel van de investeringen worden gedaan voor de vervanging van brandweermaterieel. De raming voor de brandweerkazerne is volgens raadsbesluit van de perspectiefnota 2014 - 2017 komen te vervallen (kapitaallasten € 55.000). Feitelijk zullen de investeringen in 2014 niet door ons uitgevoerd worden, maar door de VNOG. Vanaf 2014 wordt de verantwoordelijkheid voor vrijwilligers en materieel overgedragen, maar hierover ontvangt u in het najaar van 2013 een afzonderlijk overdrachtsvoorstel. Besteding reserves en voorzieningen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
15
Omschrijving 1A jongerendebatten
Invest (N) 30.000
Invest (P) 30.000
2014
2015
2016
15.000
30.000 30.000 15.000 Bedragen in € / N = nog te investeren bedrag; P = bedrag van N binnen komende 4 jaar
2017 15.000
-
15.000
De begroting is voor de komende jaren beleidsarm. Dit betekent ook dat er geen nieuwe projecten zijn geraamd voor de komende jaren. Uw raad heeft in 2012 besloten de jongerendebatten structureel te maken, zodat niet steeds iedere twee jaar middelen gevraagd hoeven te worden. Voor 2014 spelen dus geen nieuwe projecten.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
16
2.1.2
Programma 2 Wonen en werken
2.1.2.1
Algemeen
Missie Bronckhorst wil een prettig woon- en werkklimaat behouden met oog voor sociale cohesie, het naoberschap, het verenigingsleven, de werkgelegenheid, rust en ruimte. Context en achtergrond De Achterhoek heeft te maken met bevolkingsdaling. Het aantal inwoners van Bronckhorst daalt nu al licht naar 36.903 (bijlage 4.1). Vanaf 2025 krijgt de Achterhoek ook te maken met een dalend aantal huishoudens. Dit en de sterke vergrijzing leiden tot een andere vraag op de woningmarkt. De economische ontwikkelingen vergroten de vraag naar betaalbare woningen. Wij staan voor grote bezuinigingen en met ons ook de woningcorporaties, die de investeringsomvang drastisch verkleinen. De woonopgave is groter, de mogelijkheden zijn kleiner. De beroepsbevolking in Bronckhorst krimpt evenals in de regio Achterhoek. Toch zal door demografische ontwikkelingen in bepaalde sectoren ook een krapte aan arbeidskrachten ontstaan. Na 2020 zal de behoefte aan bedrijventerreinen afnemen. Kaderstellende beleidsnota's ● Kansen benutten in Bronckhorst (2006) ● Functies zoeken plaatsen zoeken functies (2006) ● Samen werken, samen leven (2006) ● Kernenbeleid (2007) ● Landschapsvisie (2008) ● Woonvisie (2008) ● Grondbeleid (2009) ● Landschapsontwikkelingsplan Zutphen - Lochem - Bronckhorst (2009) ● Regionale woonvisie (zie ook de oplegnotitie uit 2013) (2011) ● Nota Bovenwijkse Voorzieningen (2011) ● Regionale Structuurvisie Achterhoek (2012) ● Structuurvisie Bronckhorst (2012) ● Welstandsnota (2012) ● De oplegnotie Evaluatie regionale woonvisie "van verminderen naar transformeren" met de bijbehorende bijlagen (2013) Deelprogramma's 2A Wonen 2B Werken 2C Plattelandsontwikkeling 2D Leefbaarheid
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
17
2.1.2.2
Deelprogramma 2A WONEN
Portefeuillehouder
dhr. A.A.L.M. Spekschoor
Ambtelijk trekker
dhr. T.G. van der Kolk
Wat willen we bereiken ● Optimale invulling van woonbehoeften van onze inwoners ● Handhaven van voorzieningenniveau in de kernen ● Winkelvoorzieningen in de vier hoofdkernen ● Op elkaar afstemmen van wonen, welzijn en zorg Wat gaan we ervoor doen Wonen De resultaten van het Achterhoeks Woonwensen- en Leefbaarheidsonderzoek zullen verder worden vertaald naar de situatie in Bronckhorst. Na deze doorvertaling maken wij nieuwe prestatieafspraken met de woningcorporaties. Met de provincie maken wij in 2014 een Regionaal Programma Wonen en stellen wij de Woonagenda vast. Wij monitoren continu de ontwikkelingen op de woningmarkt door middel van de regionale woningmarktmonitor Achterhoek. Dit geeft inzicht in vraagdruk, vraaguitval en kwaliteit en kan mogelijk leiden tot aanpassing van het bouwprogramma in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Via periodiek woonbehoefte onderzoek laten wij de woonwensen in beeld brengen en komen lokale verschillen in beeld. Ruim 95% van de benodigde woningvoorraad in 2025 staat er nu al. Via het project Woongemak informeren wij woningeigenaren over de noodzaak en mogelijkheden van het aanpassen van de eigen woning. Met corporaties kijken wij of er in relatie tot herstructurering voor bestaande en ook vrijkomende locaties, slimme combinaties gemaakt kunnen worden. Door middel van het intrekken van niet-benutte bouwvergunningen en het wegbestemmen van woningbouwmogelijkheden brengen wij de woningbouwcapaciteit in Bronckhorst verder terug richting de afgesproken 385 toe te voegen woningen in de periode 2010 - 2025. Kernen Wij leggen het accent van woningbouw in de kernen Hengelo, Steenderen, Vorden en Zelhem. Door middel van zgn. kernenfoto's onderzoeken wij of aanpassing van het voorzieningenniveau voor deze kernen aan de orde is. Binnen de genoemde kernen is er continu aandacht voor de winkelvoorzieningen en wordt dit mede vorm gegeven in de centrumplannen. Daarnaast wordt er ingespeeld op de actualiteiten en ontwikkelingen zoals bevolkingskrimp, economische recessie, beperkte bedrijfsopvolging, het Nieuwe Winkelen en de opkomst van webwinkels. Leegstandproblematiek wordt zowel regionaal als lokaal benaderd. Afstemming vindt plaats met de ondernemersverenigingen en individuele ondernemers. Wonen en zorg Het Uitvoeringsplan Wonen en Zorg is erop gericht dat mensen zo lang mogelijk zelfredzaam zijn en kunnen participeren in de samenleving. Hierbij hoort ook zolang mogelijk zelfstandig wonen. Wij werken de uitgangspunten van het uitvoeringsplan verder uit. Bij het opstellen van bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen toetsen wij de woonbehoefte van de inwoners aan de toekomstverwachtingen voor zorg en welzijn. Wij willen in nieuwe bestemmingsplannen meer flexibiliteitsbepalingen opnemen voor het kunnen leveren van maatwerk.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
18
2.1.2.3
Deelprogramma 2B WERKEN
Portefeuillehouder
mw. D.J. Mulderije
Ambtelijk trekker
dhr. T.G. van der Kolk
Wat willen we bereiken ● Behoud van werkgelegenheid ● Nieuwe werkgelegenheid creëren ● Goede aansluiting tussen arbeidsaanbod en arbeidsvraag Wat gaan we ervoor doen Bedrijventerreinen In de de West Achterhoek vindt samenwerking plaats via een regionaal bedrijventerrein (A18 bedrijventerrein) en het euregionaal bedrijventerrein (EBT) in combinatie met de herstructurerings-, revitaliserings- en transformatieopgaven van de deelnemende gemeenten. In het voorjaar van 2014 rapporteert de stuurgroep via het jaarverslag. Dit verslag bevat concretere informatie over realisatie van doelstellingen. Wij stellen een herstructureringsplan bedrijventerreinen Bronckhorst op en voeren dit uit voor zover hiervoor extra middelen vanuit de provincie komen. In 2014 stellen wij een integraal ontwikkelingsplan revitalisering bedrijventerreinen Bronckhorst op. Digitale bereikbaarheid Samen met de Regio Achterhoek maken wij een businessplan voor aanleg van breedband voor het totale buitengebied van de Regio. Daarmee komt de aanleg van een gemeentedekkend glasvezelnet dichterbij, mits de hiervoor benodigde geldmiddelen vanuit de hogere overheid en/of bedrijfsleven beschikbaar komen. Tevens is op ons initiatief door het bedrijf Trent Glasvezel begin 2013 al de breedband-hoofdstructuur naar de bedrijventerreinen te Vorden, Hengelo en Zelhem aangelegd. Fijnmazige uitrol van een glasvezelnet zal in 2014 plaatsvinden. Contacten bedrijven Wij bevorderen contacten tussen bedrijven binnen de gemeente via de bedrijvencontactfunctionaris. Overleggen met de bedrijvenkringen, ondernemersverenigingen (OPB) en andere organisaties zetten wij voort. Wij doen bedrijfsbezoeken en nemen deel aan projecten voor zover nog actueel na TBB. Werkgelegenheid Hoewel het als eerste aan het bedrijfsleven zelf is, ontvangen wij nieuwe economische dragers in het buitengebied positief. Kansrijke sectoren zijn voor ons recreatie en toerisme, zorg en dienstverlening. Kansrijke bedrijven zijn voor ons ook bedrijven met innovatieve ideeën en die werken aan 100% duurzaam aanbesteden voor zowel gemeente als ondernemers in 2015. Arbeidsmogelijkheden Samen met het bedrijfsleven en gemeenten in de regio Achterhoek zoeken wij naar mogelijkheden voor het aantrekken van gekwalificeerde werknemers voor bedrijven binnen projecten van Agenda 2020. Wij bevorderen ook contacten met bedrijven binnen de gemeente vanuit de invalshoek van arbeidsmogelijkheden. Hiervoor zetten wij onze jobhunter in. Die is, samen met de bedrijvencontactfunctioneris, de voelspriet voor arbeidsmogelijkheden. Daarnaast participeren wij in het samenwerkingsverband Werkgeversservicepunt Achterhoek West met de gemeenten Doesburg, Doetinchem, Montferland, UWV en Wedeo om de
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
19
contacten met werkgevers op elkaar af te stemmen en werkaanbod voor werkzoekenden te creëren, daarbij rekening houdend met de diverse doelgroepen van UWV en gemeenten. Het jaar 2014 zien wij als een belangrijk overgangsjaar naar de inwerkingtreding van de Participatiewet in 2015. 2.1.2.4
Deelprogramma 2C PLATTELANDSONTWIKKELING
Portefeuillehouder
mw. D.J. Mulderije
Ambtelijk trekker
dhr. T.G. van der Kolk
Wat willen we bereiken ● Gebieden realiseren waarin diverse functies zich gezamenlijk ontwikkelen en moderniseren ● Een buitengebied waarin behoud en verbetering van de kwaliteit van het landschap en natuurwaarden centraal staan ● De landschapskenmerken van de Achterhoek promoten ● Schaalvergroting voor de agrarische bedrijven mogelijk maken Wat gaan we ervoor doen Ontwikkeling platteland Voor de vitaliteit en de leefbaarheid van het buitengebied is bereikbaarheid en digitale ontsluiting van wezenlijk belang. Gebiedsgerichte plattelandsvernieuwing moet bijdragen aan een volwaardige agrarische sector en nieuwe economische dragers en daardoor aan werkgelegenheid. Als deelproject van het project Groot Bronkhorst geven wij samen met de gemeente Brummen en private partijen uitvoering aan het project Brummen-Bronkhorst. Deelprojecten daarbinnen zijn de gemaalwoning, wandel-/beeldenroute, parkeerplaats en kwaliteitsimpuls veeromgeving. Functieverandering biedt nog hooguit voor een zeer klein deel van de te verwachten grote oppervlakte aan vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing soelaas. Wij beschouwen dit niet als een puur lokaal probleem en spreken medeoverheden en Europa dan ook aan hierin bij te dragen (sloopopgave). Transitie platteland Wij spelen in Achterhoekverband actief in op de komende transitie van het platteland. Wij stimuleren de mogelijkheden van (vrijwillige) kavelruil, ook en vooral voor een optimaal functioneren van de wat grootschaliger landbouw in kleinschalige landschappen. Ook faciliteren wij de mogelijkheden voor agrarische bedrijven om volgens het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) bijdragen te leveren aan een duurzaam platteland. Wij richten ons niet zozeer op de schaal van de veehouderij of het aantal dieren dat op één bedrijf acceptabel is (ook met het vaststellen van een maximaal toelaatbaar bouwblok nemen wij de maatschappelijke zorgen niet weg). Centraal staat voor ons hoe wij de veehouderijsector kunnen faciliteren om duurzamer en met meer maatschappelijk draagvlak te produceren. Wij spelen via de AGEM actief in op de mogelijkheden voor duurzame energie in de vorm van biovergisters en zonne-energie. Evaluatie van de pilot kleine windmolens zal duidelijkheid moeten geven over de wenselijkheid en mogelijkheden van een bredere toepassing van die vorm van duurzame energie.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
20
Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Met het LOP willen wij de ecologie, duurzame economie en de leefbaarheid in het gebied stimuleren en bewustwording en uitvoering van beheer en onderhoud van natuur- en landschapselementen faciliteren. Met het Kapbeleid willen wij karakteristieke bomen behouden. Daarnaast is de uitvoering van het Flora- en Faunabeleid een belangrijke taak. Voor de ontsluiting van het gebied richten wij de zandwegen en fietspaden in naar het gewenste gebruik hiervan voor recreatie. Daarnaast laten wij de groene ambities in het groenstructuurplan voor de kernen aansluiten op het landschap in het aangrenzende buitengebied (project dorp en rand). 2.1.2.5
Deelprogramma 2D LEEFBAARHEID
Portefeuillehouder
dhr. P.H.M. Seesing
Ambtelijk trekker
dhr. T.G. van der Kolk
Wat willen we bereiken ● Goede leefbaarheid in de kernen ● Maatschappelijke voorzieningen in de kernen Wat gaan we ervoor doen In 2014 willen wij samen met de dorpsbelangenorganisaties werken aan een verdere vertaling van de visie Toekomstbestendig Bronckhorst (o.a. de gevolgen van de demografische ontwikkelingen). Wij werken in 2014 aan een verdere afstemming van de wens en de mogelijkheden van het gebied zelf. In overleg met de raad onderzoeken wij hoe wij als bestuur en organisatie beter kunnen aansluiten bij de eigenheid en zelfkracht van gebieden. Dit doen wij onder de noemer gebiedsgericht verbindend werken. 2.1.2.6
Wat mag het kosten
PROGRAMMA WONEN EN WERKEN
Rekening
Begroting
2012
2013 (na wijz.)
2014
2015
2016
2017
totaal lasten wonen
6.736
4.366
4.725
3.364
3.363
3.376
werken
182
235
914
909
158
158
plattelandsontwikkeling
824
528
422
381
381
306
leefbaarheid
156
180
181
181
181
181
totaal lasten
7.898
5.309
6.242
4.835
4.084
4.021
-1.299
-1.400
-1.494
-1.575
-1.571
-1.563
totaal baten wonen werken
-40
-25
-82
-82
-82
-82
-466
-62
-62
-60
-58
-58
leefbaarheid
-3
-3
-3
-3
-3
-3
totaal baten
-1.807
-1.489
-1.642
-1.720
-1.714
-1.706
6.091
3.820
4.601
3.115
2.369
2.315
plattelandsontwikkeling
Saldo
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 782.000 hoger dan begroot in 2013. Dit verschil wordt vooral veroorzaakt door eenmalige uitgaven voor de projecten revitalisering
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
21
bedrijventerreinen en de centrumplannen met dekking vanuit de daarvoor gevormde bestemmingsreserves; in totaliteit € 1.458.000 hoger. In 2013 heeft aframing plaatsgevonden van baten voor bouwleges vanwege lagere aantallen verstrekkingen. In deze begroting gaan wij uit van herstel van die legesinkomsten en van hogere huurinkomsten voor gemeentelijke eigendommen (€ 246.000). Tot slot is sprake van formatievermindering in dit programma (€ 185.000). Vele kleinere aanpassingen van budgetten, met name bij kapitaallasten, geven het resterende verschil van 5,3% van de lasten op dit programma (€ 245.000 voordelig). In de 1e Tussenrapportage 2013 heeft aframing plaatsgevonden van baten voor bestemmingsplannen vanwege lagere aantallen verstrekkingen. In deze begroting is verwerkt dat die verlaging een structureel karakter kent, omdat de huidige bestemmingsplannen wijzigingen niet meer nodig maken. Dit betekent een herkenbare, structurele verlaging van de bestemmingsplanleges met € 252.000 ten opzichte van de perspectiefnota 2014 - 2017. Investeringsplan Binnen dit programma zijn geen investeringen gepland. De investeringen voor de grondexploitatie kennen hun eigen besluitvormingstraject en hebben geen (jaarlijks) effect voor de gemeentelijke begroting. De overige activiteiten binnen dit programma bevatten voornamelijk formatie-inzet en eenmalige projectbijdragen. Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving
Invest (N)
Invest (P)
2014
2A bestemmingsplan buitengebied
100.000
100.000
100.000
2A stimulering ontwikkeling woningmarkt
111.000
111.000
60.000
2A centrumplan Vorden
2015
2016
2017
13.500
12.500
25.000
929.581
929.581
929.581
1.500.000
1.500.000
750.000
750.000
250.000
250.000
100.000
75.000
75.000
2.890.581 2.890.581 1.939.581 838.500 Bedragen in € / N = nog te investeren bedrag; P = bedrag van N binnen komende 4 jaar
87.500
2A duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen 2B uitvoering LOP
25.000
De begroting is voor de komende jaren beleidsarm. Dit betekent ook dat er geen nieuwe projecten zijn geraamd voor de komende jaren. In 2014 wordt de actualisering van het bestemmingsplan Buitengebied afgerond. Dan is niet langer sprake van verschillende Buitengebied deelplannen, maar één totaalplan Buitengebied Bronckhorst. Voor de uitwerking van de regionale woonvisie zijn verschillende uitvoeringsprojecten afgesproken die in de jaren 2013 tot en met 2017 gefaseerd tot uitvoering komen. Voor de cofinanciering van uitvoeringsprojecten in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is tot 2017 geld beschikbaar. Het resterende budget is uitgesmeerd over meer jaren, omdat het aantal aanvragen vanuit het veld ook lager is door de economische tegenwind voor plattelandsbedrijven. In 2014 zal het Centrumplan Vorden worden afgerond; dekking gebeurt vanuit de hiervoor ingestelde bestemmingsreserve. Ook de uitvoering van de revitalisering bedrijventerreinen loopt via een bestemmingsreserve. De uitvoeringsprojecten bedrijventerreinen zullen in 2014 van start gaan.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
22
2.1.3
Programma 3 Ontspannen
2.1.3.1
Algemeen
Missie Bronckhorst creëert en onderhoudt voorzieningen die het mogelijk maken voor zowel eigen inwoners als toeristen om zich te ontspannen. Context en achtergrond Meedoen in de samenleving is belangrijk. Vrijetijdsbesteding van onze eigen inwoners en van onze toeristen draagt daaraan bij. Daarbij kunt u denken aan bijvoorbeeld sport, kunst, cultuur, bibliotheek, verenigingsleven en recreatieve voorzieningen. De wijze van vrijetijdsbesteding werkt door in andere beleidsvelden; het biedt kansen voor werkgelegenheid, zelfredzaamheid van burgers, nieuwe kansen voor gebruik van ons grondgebied, etc. Binnen dit programma vormt de zelfredzaamheid van maatschappelijke organisaties en inwoners een belangrijk uitgangspunt. Veel van de sportaccommodaties zijn in 2013 volgens de TBB-visie afgestoten naar het maatschappelijk middenveld. Kaderstellende beleidsnota's ● Notitie speelplaatsen Bronckhorst (2005) ● Masterplan toeristische infrastructuur (2007) ● Recreatienota (2007) ● Vrijwilligersbeleid (2008) ● Bibliotheek-, kunst- en cultuurbeleid (2009) ● Subsidiebeleid (2011) ● Vastgoed- en Accommodatiebeleid (2011) ● Toeristisch Recreatief Marketingplan (2010) ● Speelruimteplan (2013) Deelprogramma's 3A Meedoen 3B Toerisme 2.1.3.2
Deelprogramma 3A MEEDOEN
Portefeuillehouder
dhr. P.H.M. Seesing
Ambtelijk trekker
dhr. T.G. van der Kolk
Wat willen we bereiken ● Deelnemen van inwoners aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur en muziek ● Actief deelnemen van inwoners aan de samenleving ● Behoud van een sterk verenigingsleven en een hoge mate van naoberschap ● In stand houden van (gemeentelijke) accommodaties Wat gaan we ervoor doen Bevorderen participatie Een van de uitgangspunten in de visie op het sociaal domein is zelfredzaamheid en participatie. Het bevorderen en mogelijk maken van participatie aan het ‘gewone’ leven is hiervoor belangrijk. Wij kiezen hier ook voor een gebiedsgerichte aanpak waarin een goede basisinfrastructuur wordt geborgd. Daarnaast kunnen vrijkomende gronden en accommodaties bijdragen aan een leefbare omgeving voor de inwoners.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
23
Exploitatie van de accommodaties De buitensportaccommodaties zijn in 2013 allemaal geprivatiseerd en de zwembaden zijn afgestoten. Op de exploitatie van de binnensport willen wij volgens TBB-taakstelling € 200.000 besparen per 1 januari 2016. In 2013 werken wij aan de overdracht, naar verwachting per 1-1-2014, van het beheer van de hallen in Vorden, Hengelo en Steenderen en de zalen in Halle en Keyenborg. Brede Impuls Combinatiefuncties (BIC) Wij realiseren combinatiefuncties (6,7 fte) binnen scholen, sportverenigingen en cultuurinstellingen. In 2013 is een deel hiervan ingevuld (intern en extern) met formatie en in 2014 krijgt dit een vervolg in projecten. Deze Impuls moet leiden tot uitbreiding van het aantal brede scholen (met sport en cultuuraanbod), versterking van sportverenigingen, bevordering van de kennismaking met actieve kunst en cultuur en stimulering van het dagelijks sport- en beweegaanbod. Speelruimteplan In 2013 hebben wij de TBB-maatregel voor speelplaatsen uitgewerkt in een Speelruimteplan. Aan de hand van dit plan gaan wij het aantal speelplaatsen en speeltoestellen op een verantwoorde wijze met ongeveer de helft reduceren. De vervangingsplanning voor 2014 hebben wij hierop aangepast. 2.1.3.3
Deelprogramma 3B TOERISME
Portefeuillehouder
mw. D.J. Mulderije
Ambtelijk trekker
dhr. T.G. van der Kolk
Wat willen we bereiken ● Verlengen verblijfsduur van toeristen in de gemeente ● Regionale en lokale samenwerking en professionalisering van de toeristische sector stimuleren ● Verdere ontwikkeling van het toerisme in Bronckhorst Wat gaan we ervoor doen Werkgelegenheid Onze rol bestaat voornamelijk uit het faciliteren, realiseren en versterken van een goede werkomgeving, goede bereikbaarheid (fysiek en digitaal) en het faciliteren van bedrijven bij ontwikkeling en het (ver)binden van partijen waardoor initiatieven ontstaan. Wij geven onze rol vorm in een groter verband, namelijk door regionale samenwerking. Immers het gebied Achterhoek is in totaliteit aantrekkelijk, de toerist kiest zelden voor één specifieke gemeente binnen dat rijke aanbod. Positie in de top 10 van populairste Nederlandse vakantieregio's Om die positie te bereiken dragen wij bij aan de nieuwe Stichting Achterhoek Toerisme (SAT), zodat zij een aantal belangrijke basistaken kan uitvoeren, die bijdragen aan de hierboven beschreven doelen. Het gaat hierbij om toeristische merkontwikkeling, websiteontwikkeling, productontwikkeling, routeontwikkeling en -beheer, kennis en advies, e.d. Daarnaast stimuleren wij initiatieven door het beschikbaar stellen van cofinanciering voor lokale en regionale projecten en trachten wij via onze inbreng in het ruimtelijk beleid bedrijven te faciliteren in hun ontwikkeling.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
24
2.1.3.4
Wat mag het kosten
PROGRAMMA ONTSPANNEN
Rekening
Begroting
2012
2013 (na wijz.)
2014
2015
2016
2017
totaal lasten meedoen toerisme totaal lasten
5.420
10.569
3.167
2.728
2.724
2.672
701
577
295
270
270
271
6.121
11.146
3.462
2.998
2.995
2.942
-953
-842
-280
-280
-280
-280
0
-194
-8
-8
-8
-8
totaal baten meedoen toerisme totaal baten Saldo
-953
-1.036
-288
-288
-288
-288
5.168
10.110
3.174
2.711
2.707
2.655
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 6.936.000 lager dan begroot in 2013. Dit verschil is voornamelijk het gevolg van de snelle uitvoering van de TBB-maatregelen zwembaden, sportvelden, Sociaal Cultureel Centrum De Brink en toerisme. In 2013 zijn hiervoor afkoopsommen in de exploitatie verantwoord, wat in 2014 niet het geval meer is. De noodzakelijke formatievermindering komt terug als taakstelling binnen deelprogramma 7C Bedrijfsvoering (€ 243.000). Vele kleinere aanpassingen van budgetten geven het resterende verschil van 3,8% van de lasten op dit programma (€ 109.000 nadelig). Op grond van de uitspraak van de bezwarencommissie over de subsidie-aanspraken van de bibliotheek West-Achterhoek moet tot 2017 € 99.000 meer subsidie verstrekt worden aan de bibliotheek dan nu geraamd. Dit betekent een herkenbare, structurele verhoging van de bibliotheeksubsidie met € 99.000 ten opzichte van de perspectiefnota 2014 - 2017. Pas in 2017 kunnen eventuele bezuinigingsmaatregelen voor de bibliotheek mogelijk worden opgelegd aan de bibliotheek. Daarnaast wordt de halvering van het aantal speelplaatsen (TBB-maatregel) versneld uitgevoerd. Hiervoor is eenmalig € 300.000 nodig in 2014. Investeringsplan Omschrijving
Investering
Jaar
Termijn
3A verv. speeltoestellen
17.620
2014
15
3A verv. speeltoestellen
25.779
2015
15
3A verv. speeltoestellen
27.230
2016
15
3A verv. speeltoestellen
30.885
2017
15
Bedragen in €
101.514
2014 441
2015
2016
2017
2.056
1.997
1.938
644
3.008
2.922
681
3.177
5.686
8.809
772 441
2.700
Bij de vervangingsinvesteringen voor de speeltoestellen is rekening gehouden met het feit dat nog maar 50% van de speeltoestellen vervangen zullen worden in de gemeente (TBB-maatregel). De investering voor de sporthal zal alleen uitgevoerd worden, wanneer zowel de TBB-taakstelling voor sporthal Vorden (€ 50.000) als de structurele dekking voor de kapitaallasten (voor verbouwkosten) binnen de sporthal Vorden zijn gerealiseerd via kostenverlagingen (TBB-taakstelling) of inkomstenverhoging. Reserves en voorzieningen De eenmalige bijdragen voor accommodaties zullen allemaal voor 1 januari 2014 een feit zijn. Voor dit programma lopen in de jaren 2014 tot en met 2017 geen projecten met bijdragen vanuit de reserves.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
25
2.1.4
Programma 4 Leren
2.1.4.1
Algemeen
Missie Bronckhorst biedt (onderwijs)instellingen de faciliteiten die nodig zijn om jongeren voor te bereiden op een actieve deelname aan de samenleving en die volwassenen in staat stellen om op een volwaardige wijze deel te nemen aan de samenleving. Context en achtergrond De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de bevolkingsopbouw maken het nodig dat wij inspelen op een andere (onderwijs)vraag en (onderwijs)aanbod voor de voortzetting van de economische activiteiten binnen onze gemeente. Onderwijsbeleid moet aansluiten bij alle beleidsterreinen, verwoord in bijvoorbeeld de economische visie, de woonvisie of de komende visie op het sociaal domein. De gemeente heeft als wettelijke taak te voorzien in adequate onderwijshuisvesting (primair en voortgezet onderwijs). Ook is de gemeente wettelijk verplicht erop toe te zien dat alle kinderen in de leeftijd van 5 tot 16 jaar onderwijs volgen en vervolgens met een startkwalificatie de school verlaten. Binnen Bronckhorst hebben wij te maken met ontgroening. Uit de provinciale bevolkingsprognose blijkt dat in 2025 het aantal jongeren onder de 25 jaar met 32% zal zijn afgenomen ten opzichte van 2010 (in 2025 7.024). Ook het leerlingenaantal daalt gestaag; bij basisscholen met 30% in 2025 ten opzichte van 2010. Kaderstellende beleidsnota's ● Integraal jeugd- en jongerenbeleid 12 tot 23 jaar (2006) ● Peuterspeelzaalbeleid (2007) ● Jeugd- en onderwijsbeleid (2008) ● Integraal huisvestingsplan onderwijs (2013) Deelprogramma's 4A Onderwijshuisvesting 4B Onderwijs 2.1.4.2
Deelprogramma 4A ONDERWIJSHUISVESTING
Portefeuillehouder
mw. J.I.M. Steffens
Ambtelijk trekker
mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Scholen hebben een aangename werk- en leeromgeving Wat gaan we ervoor doen Scholenbouw en onderhoud Wij voeren het integraal onderwijshuisvestingsplan uit dat eind 2013 zal zijn vastgesteld. Belangrijke punten hierin voor 2014 zijn de afronding van de bouwprojecten kulturhus Drempt en Onderwijscluster Rozenstraat en start van de nieuwbouw van het Integraal Kindcentrum (IKC) Steenderen. Het groot onderhoud in 2014 volgt de meerjarenonderhoudsplanning. De overdracht van het groot onderhoud aan schoolbesturen (wettelijk verplicht) moet op 1 januari 2015 een feit zijn en zal dus in 2014 opgepakt worden.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
26
2.1.4.3
Deelprogramma 4B ONDERWIJS
Portefeuillehouder
mw. J.I.M. Steffens
Ambtelijk trekker
mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Alle jongeren uit Bronckhorst verlaten de school met een startkwalificatie ● Actieve deelname van inwoners aan de samenleving en/of werk Wat gaan we ervoor doen Alle jongeren een startkwalificatie Wij staan voor actieve handhaving van de leerplicht volgens de Leerplichtwet. Dat betekent intensief overleg met de scholen en, wanneer van toepassing, overleg met andere instellingen. Voor ons staat hierbij daadwerkelijke oplossing van problemen van leerlingen centraal. Het centrum voor jeugd en gezin wordt geïntegreerd in de ontwikkeling van het sociaal domein en wij maken afspraken over de aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs in het kader van passend onderwijs en de transitie jeugdzorg. Actieve deelname aan de samenleving en/of werk Wij zetten in 2014 opnieuw ambulant jongerenwerk in en de begeleiding door JEKKmedewerkers (Jeugd- en Kleine Kriminaliteit). We gaan effectieve en efficiënte vervoersstromen inrichten binnen de beperkte mogelijkheden die de wet ons geeft. Hoewel de groep kleiner wordt, moet de reis voor een leerling aan steeds meer, lastenverhogende, eisen voldoen (maximale reisduur, wel/ niet gezamenlijk vervoer, etc). De eventuele gevolgen van het passend onderwijs voor het leerlingenvervoer nemen wij daarin mee. 2.1.4.4
Wat mag het kosten
PROGRAMMA LEREN
Rekening
Begroting
2012
2013 (na wijz.)
2014
2015
2016
2017
totaal lasten onderwijshuisvesting
1.832
2.697
2.298
2.802
2.362
2.306
onderwijs
1.727
1.907
1.581
1.376
1.375
1.375
totaal lasten
3.559
4.604
3.879
4.178
3.737
3.681
onderwijshuisvesting
-45
-9
-26
-26
-26
-26
onderwijs
-48
-76
-77
-77
-77
-77
totaal baten
-92
-85
-103
-103
-103
-103
3.466
4.519
3.776
4.074
3.633
3.578
totaal baten
Saldo
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 743.000 lager dan begroot in 2013. Met de nieuwbouw van scholen is de onderhoudsbehoefte gedaald voor het bijzonder onderwijs en er is een aantal scholen gesloten (€ 412.000). Daarnaast dalen de kosten van leerlingenvervoer, uitgaande van passend onderwijs en dalend aantal gerechtigden (€ 300.000). Vele kleinere aanpassingen van budgetten geven het resterende verschil van 0,8% van de lasten op dit programma (€ 31.000 voordelig).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
27
Investeringsplan In het strategisch onderwijshuisvestingplan, dat eind 2013 zal zijn vastgesteld, zijn geen (nieuwe) nieuwbouwplannen overeengekomen met de schoolbesturen in Bronckhorst. Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 4A integraal kindcentrum Steenderen
Invest (N) 511.000
Invest (P) 511.000
2014
2015
2016
2017
-
-
511.000
511.000 511.000 - 511.000 Bedragen in € / N = nog te investeren bedrag; P = bedrag van N binnen komende 4 jaar
In 2013 is besloten in Steenderen een integraal kindcentrum te bouwen. Voor de investering moet voor € 511.000 nog aanvullende dekking gerealiseerd worden bij derden. De bouw zal gerealiseerd worden in 2015. Wanneer er geen partijen bereid zijn tot bijdragen, moeten wij de kosten zelf dragen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
28
2.1.5
Programma 5 Zorgen
2.1.5.1
Algemeen
Missie Bronckhorst stimuleert een culturele en sociale samenleving met onderlinge betrokkenheid voor alle burgers, waarbij vooral aandacht uitgaat naar de kwetsbare inwoners. Bronckhorst werkt vanuit een vijftal uitgangspunten: de eigen verantwoordelijkheid van burgers, het klaar staan voor de medemens, zelfstandig blijven, een betaalbaar vangnet en een duidelijke rol van de gemeente. Context en achtergrond In 2012 is de visie op het sociaal domein vastgesteld. De visie sluit aan op het reeds ingezette beleid van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) waarin meedoen centraal staat. Meedoen van alle burgers aan alle facetten van de samenleving, al dan niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Belangrijke uitgangspunten zijn zelfredzaamheid en eigen kracht. De gemeente is vangnet voor de kwetsbaren. In 2014 gaan wij verder met de implementatie van de keuzes die gemaakt zijn in de keuzenota over de drie decentralisaties te weten de Awbz-begeleiding naar de WMO, de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten en de Participatiewet. Deze wetten treden met ingang van 1 januari 2015 in werking. Kaderstellende beleidsnota's ● Nota ouderenbeleid (2006) ● Integraal jeugd- en jongerenbeleid 12 tot 23 jaar (2006) ● Visiedocument WSW (2007) ● Nota vrijwilligersbeleid (2008) ● Nota informele zorg (2008) ● Nota Lokaal gezondheidsbeleid (2009) ● WMO-beleidsplan "Scherper aan de wind" (2011) ● Toeslagen- en verlagingenverordening (2012) ● Re-integratieverordening (2012) ● Verordening maatschappelijke participatie (2012) ● Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (2012) ● Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang (2012) ● Visie op het sociaal domein (2012) ● Maatregelenverordening (2013) Deelprogramma's 5A Ouderen 5B Jeugd 5C Werk, inkomen en voorzieningen 5D Gezondheidszorg
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
29
2.1.5.2
Deelprogramma 5A OUDEREN
Portefeuillehouder
mw. J.I.M. Steffens
Ambtelijk trekker
mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Zelfredzaamheid ● Behoud en/of vergroten van deelname van ouderen aan de maatschappij ● Beheersbaarheid van voorzieningen Wat gaan we ervoor doen In onze visie op het sociaal domein spreken wij niet meer specifiek over ouderen als doelgroep maar over kwetsbaren. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de paragraaf Decentralisaties (onder hoofdstuk 3.3.1). 2.1.5.3
Deelprogramma 5B JEUGD
Portefeuillehouder
mw. J.I.M. Steffens
Ambtelijk trekker
mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Voor jeugdigen en hun ouders die ondersteuning en begeleiding nodig hebben is dit op lokaal niveau beschikbaar ● Voor de jeugdigen en hun ouders, waarvoor het lokale aanbod niet voldoende is, realiseren van een goede doorgang naar (toegang tot) de jeugdzorg vanuit de lokale voorziening Wat gaan we ervoor doen Wij bereiden ons voor op de transitie van de jeugdzorg. In de periode 2014 - 2016 worden taken van de jeugdzorg overgeheveld van het rijk en de provincie naar de gemeente. In 2014 worden hiervoor lokaal en regionaal de voorbereidingen voortgezet. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de paragraaf Decentralisaties (onder hoofdstuk 3.3.1). 2.1.5.4
Deelprogramma 5C WERK, INKOMEN EN VOORZIENINGEN
Portefeuillehouder
mw. J.I.M. Steffens / dhr. P.H.M. Seesing
Ambtelijk trekker
dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen wij bereiken ● Uitstroom uitkeringsgerechtigden naar de arbeidsmarkt ● Inburgeringsplichtigen inburgeren ● Bevorderen van participatie en zelfredzaamheid inwoners ● Betaalbaar vangnet individuele voorzieningen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
30
Wat gaan we ervoor doen Bijstand De aanpak van de gemeente Bronckhorst is gericht op uitstroom van uitkeringsgerechtigden naar (zo regulier mogelijk) werk. Hierbij maken wij gebruik van individuele maatwerktrajecten richting scholing/werk. Voor het jaar 2014 verwachten wij een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden in verband met verminderde werkgelegenheid als gevolg van de economische crises. De verwachting is dat het gemiddeld aantal klanten vanaf 2014 230 zal bedragen. Wij bereiden ons voor op de invoering van de Participatiewet. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de paragraaf Decentralisaties (paragraaf 3.3.1). WMO De bestaande aanbestedingen hulpmiddelen en hulp bij het huishouden zijn eind 2013 afgelopen. De WMO verplicht ons tot het vaststellen van "basistarieven"; minimumtarieven voor het aanbesteden van Hulp bij het huishouden. De tarieven die wij aan de zorgaanbieders betalen voldoen allemaal aan deze basistarieven. Wij zijn als gemeente verplicht deze basistarieven vast te stellen op basis van reële kostprijzen en de zorgaanbieders moeten hun tarieven vaststellen op het moment dat contracten zijn afgelopen en nieuwe worden aangegaan. Voor wat betreft de hulpmiddelen bekijken wij momenteel de mogelijkheden van een "veilingmodel". Hierbij worden per individuele voorziening kortingen bij verschillende, zo mogelijk ook kleinere lokale en regionale leveranciers, opgevraagd. Dit geven wij in 2014 verder vorm. Inmiddels zijn eigen medewerkers gestart met het onderhoud en hulp geven bij storingen bij hulpmiddelen. Regionaal bekijken wij of het mogelijk is de contracten met de huidige zorgaanbieders in 2014 te continueren. In 2014 willen wij bezien hoe hulp bij het huishouden in de toekomst vorm gaat krijgen, bijvoorbeeld door innovatieve projecten rond zorgarrangementen en geïntegreerd gebiedsgericht doelgroepenvervoer. Ook wordt het zorgwinkelconcept onderzocht. De ruimte die in 2013 in het WMO-budget is ontstaan door de toepassing van de kanteling, hogere eigen bijdragen en aanpassing van het lokaal beleid kan in dit kader in 2014 worden ingezet. Met deze inzet wordt beoogd de effecten van de forse korting op het rijksbudget (40% vanaf 2015) enigzins te verzachten. Asielzoekers Voor 2014 verwachten wij opnieuw een taakstelling asielzoekershuisvesting van 20 personen. 2.1.5.5
Deelprogramma 5D GEZONDHEIDSZORG
Portefeuillehouder
mw. J.I.M. Steffens
Ambtelijk trekker
mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Bevorderen en beschermen van de gezondheid van de inwoners met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen, waaronder jeugd, ouderen en mensen met een beperking Wat gaan we ervoor doen In het kader van de decentralisaties wordt de positionering (GGD/Yunio) van de integrale jeugdgezondheidszorg opnieuw overwogen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de paragraaf Decentralisaties (onder hoofdstuk 3.3.1).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
31
2.1.5.6
Wat mag het kosten
PROGRAMMA ZORGEN
Rekening
Begroting
2012
2013 (na wijz.)
2014
2015
2016
2017
totaal lasten ouderen jeugd
340
386
368
368
368
368
238
276
279
259
259
258
18.012
18.264
17.233
16.937
16.892
16.892
1.487
1.687
1.552
1.552
1.552
1.552
20.077
20.613
19.432
19.116
19.071
19.071
ouderen
0
-1
-1
-1
-1
-1
jeugd
0
0
0
0
0
0
-10.680
-10.116
-9.009
-8.702
-8.702
-8.702
werk, inkomen en voorzieningen gezondheidszorg totaal lasten totaal baten
werk, inkomen en voorzieningen gezondheidszorg totaal baten Saldo
-3
-11
0
0
0
0
-10.683
-10.128
-9.010
-8.704
-8.704
-8.704
9.394
10.485
10.422
10.412
10.367
10.367
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 63.000 lager dan begroot in 2013. De lasten voor sociale verstrekkingen (bijstand) zijn in overeenstemming met de baten. De daling van baten, en daarmee ook bij de lasten, doet zich vooral voor bij het budget voor de WSW (€ 1.098.000). Voor de WMO is, rekening houdende met het stoppen van de gemeentelijke aanvullingen voor extra vergrijzing (€ 300.000) en de regiotaxikosten (€ 130.000), nog € 475.000 beschikbaar voor aanvullend beleid met een structureel karakter. Aanpassingen van overige subsidies (Centrum Jeugd en Gezin, SSWB en inburgering) geven het resterende verschil van 0,6% van de lasten op dit programma (€ 63.000 voordelig). Voor de invoering van de decentralisaties is binnen het programma Middelen (7B) een budget gereserveerd als tijdelijke bijdrage. In principe moeten de drie taken binnen het overgedragen rijksbudget uitgevoerd worden, maar voor de ingroei is in 2015 € 903.500 gereserveerd. Investeringsplan Voor het sociale domein bestaan nog geen investeringen met kapitaallasten. Mogelijk in de toekomst wel, wanneer er eigen investeringen in duurzame goederen nodig zijn voor de uitvoering van de Participatiewet, Awbz en jeugdzorg. Hierover is nog niets bekend. Reserves en voorzieningen Voor zorgen kennen wij geen projecten, die met middelen uit de algemene reserve worden betaald. Wel vormt de algemene reserve hier de buffer voor het open einde karakter, die alle regelingen binnen dit programma kennen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
32
2.1.6
Programma 6 Beheren
2.1.6.1
Algemeen
Missie Het beheren van de openbare ruimten en voorzieningen op een door de raad vastgesteld kwaliteitsniveau. Context en achtergrond Het beheer gebeurt aan de hand van de beleids- en beheerplannen voor de verschillende kapitaalgoederen. De onderhoudsplannen en bestekken zijn hierop afgestemd. In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen gaan wij nader in op de diverse onderdelen. Bij de uitvoering koppelen wij werkzaamheden van diverse aard zoveel mogelijk aan elkaar om zo tot een reductie van kosten te komen. Kaderstellende beleidsnota's ● Meerjarenplan wegen (2006) ● Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (2007) ● Eindrapport harmonisatie begraafplaatsen (2007) ● Beheerplan begraafplaatsen gemeente Bronckhorst (2007) ● Regionaal klimaatplan (2008) ● Gemeentelijk rioleringsplan (2008) ● Groenstructuurplan “In groene harmonie” (2008) ● Beleidsplan openbare verlichting (2009) ● Afvalbeleidsplan (2012) ● Duurzaamheidsagenda (2012) ● Bermbeheerplan (2013) ● Prullenbakkenplan (2013) Deelprogramma's 6A Milieu 6B Verkeer en vervoer 6C Openbaar groen 2.1.6.2
Deelprogramma 6A MILIEU
Portefeuillehouder
dhr. A.A.L.M. Spekschoor
Ambtelijk trekker
dhr. H.R.T. Neijenhuis
Wat willen we bereiken ● Verbeteren van de leefkwaliteit in de gemeente, zowel leefbaarheid als duurzaamheid ● Verminderen hoeveelheden afval en zorgen voor een betere afvalscheiding ● Het verminderen van de CO²-uitstoot ● Voldoen aan Europese richtlijnen op het terrein van water ● Op eenduidige, kostendekkende wijze exploiteren van afvalverwijdering en riolering Wat gaan we ervoor doen Duurzaamheidsagenda Wij streven naar duurzaamheid en zetten in op het gebruik van alternatieve energiebronnen, vooral biogas en zonne-energie. Ons duurzaamheidsbeleid geeft een belangrijke impuls aan de leefbaarheid in de gemeente en de lokale en regionale economie. Wij zien de
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
33
duurzaamheidsagenda als start van een proces samen met burgers, maatschappelijke partijen en ondernemers en nodigen hen uit om van dit proces een succes te maken. In 2014 geven wij verder invulling aan de in 2013 gestarte Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (AGEM). Tevens wordt mogelijk het NL Solarpark De Kwekerij in Hengelo door de initiatiefnemers aangelegd. Wij stellen als gemeente de gronden hiervoor beschikbaar. Daarnaast wordt nog gekeken wat er met de andere vrijkomende gronden op het gebied van duurzame energie gedaan kan worden. Met de subsidieregeling Achterhoek Bespaart 2013 - 2014 stellen wij aan de particuliere woningeigenaren subsidie beschikbaar voor woningisolatie. Dit is afhankelijk van de beschikbare subsidiepot, die afkomstig is van de provincie Gelderland. Afval Op het gebied van afvalinzameling kijken wij of er nog verbeteringen kunnen plaatsvinden op het terrein van afvalscheiding. Door Berkel Milieu NV wordt begin 2014 het nieuwe afvalbrengpunt aan de Revenhorst in gebruik genomen. Daarnaast vindt, afhankelijk van de besluitvorming bij de deelnemende gemeenten, een fusie plaats tussen de overheidsbedrijven Berkel Milieu NV en Circulus BV. Riolering Wij stemmen investeringen in de riolering af met het Waterschap in overeenstemming met het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). In toenemende mate wordt gekeken naar mogelijkheden op het gebied van regionale samenwerking. Wij verwachten in 2014 op basis van het Bestuursakkoord Water voor een aantal gemeenten in de Achterhoek en het Waterschap een formele samenwerking aan te gaan. Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) In 2013 is de ODA van start gegaan. Wij maken afspraken met de ODA over de milieuvergunningverlening en het houden van toezicht en handhaven op het onderdeel milieu. Zie hiervoor ook de toelichting in paragraaf verbonden partijen (paragraaf 2.2.6). 2.1.6.3
Deelprogramma 6B VERKEER EN VERVOER
Portefeuillehouder
dhr. P.H.M. Seesing
Ambtelijk trekker
dhr. H.R.T. Neijenhuis
Wat willen we bereiken ● Kwaliteit van zowel bereikbaarheid als leefbaarheid en verkeersveiligheid waarborgen en verbeteren ● Vergroten aandeel openbaar vervoer in de mobiliteit ● Vergroten aandeel fiets in de mobiliteit ● Verantwoordelijke weggebruikers Wat gaan we ervoor doen Verkeersveiligheid Er is blijvende aandacht voor verkeerseducatie voor alle doelgroepen en leeftijdscategorieën. Basisschoolleerlingen, (oudere)fietsers en jonge bestuurders krijgen hierbij extra aandacht. Met kleine aanpassingen in de infrastructuur zoeken wij naar een zo hoog mogelijk rendement op het gebied van verkeersveiligheid. Goede bebakening en belijning van wegen zorgt voor een veiliger weggebruik. Overgangen tussen maximumsnelheden (van 80 naar 60, 80 naar 50, 50 naar 30 km/uur) worden beter aangegeven en vormgegeven. Hierdoor wordt duidelijker wat er van de weggebruiker verwacht wordt. Wij inventariseren fietsknelpunten en daar waar nodig worden oplossingen ontworpen en gerealiseerd.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
34
Op het gebied van (doelgroepen)vervoer wordt verder gewerkt met de uitkomsten van het regionale onderzoek naar basismobiliteit uit 2013. Wij voeren een pilot uit naar beter en efficiënter vervoer van doelgroepen en reguliere OV reizigers. Wegenonderhoud Wij brengen en houden wegen, straten en pleinen op het minimum onderhoudsniveau volgens de landelijke richtlijnen (niveau waarbij de veiligheid van de weggebruiker en de duurzaamheid van de verharding nog niet in het geding komen), met uitzondering van de circa 6 km zwaarder belaste wegen. Voor deze wegen geldt een hoger onderhoudsniveau. De onkruidbestrijding op verharding voeren wij uit op basis van de gecertificeerde "Barometer Duurzaam OnkruidBeheer", niveau Brons, de gladheidsbestrijding op basis van het vastgestelde gladheidsbestrijdingsplan. Openbare verlichting Wij werken gefaseerd toe naar energiezuinige verlichting, waarbij ook energiebesparing door dimmen wordt meegenomen. 2.1.6.4
Deelprogramma 6C OPENBAAR GROEN
Portefeuillehouder
dhr. P.H.M. Seesing
Ambtelijk trekker
dhr. H.R.T. Neijenhuis
Wat willen we bereiken ● De huidige onderhoudskwaliteit van het openbaar groen behouden zonder dat dit tot een toename van het onderhoudsbudget leidt ● Op eenduidige, kostendekkende wijze exploiteren van begraafplaatsen Wat gaan we ervoor doen Openbaar groen In 2014 continueren wij het project "omvorming openbaar groen". Wij willen in 2014 het openbaar groen in de kernen Hummelo, Hoog- en Laag Keppel en Voor- en Achter Drempt omvormen. In de tweede helft van 2013 dragen wij het beheer en onderhoud aan het groen op de middeneilanden van de gemeentelijke en provinciale rotondes over aan een private partij. Hiermee besparen wij met ingang van 2014 op jaarbasis € 5.000 op de onderhoudskosten. Bewonersparticipatie krijgt in het openbaar groen steeds verder vorm. Picknickplekken en prullenbakken In 2013 hebben wij de TBB-maatregel zitbanken, picknicksets en prullenbakken uitgewerkt in een Prullenbakkenplan. Dit plan resulteert in een reductie van 1/3 deel van het aantal prullenbakken en een besparing van € 40.000. Een aantal prullenbakken zijn door bewoners geadopteerd. Begraafplaatsen In 2014 continueren wij het huidige beheer van de begraafplaatsen. Er is blijvend aandacht voor het nu en in de toekomst bieden van voldoende grafruimte.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
35
2.1.6.5
Wat mag het kosten
PROGRAMMA BEHEREN
Rekening
Begroting
2012
2013 (na wijz.)
2014
2015
2016
2017
totaal lasten milieu
6.817
7.174
6.929
7.142
7.161
7.097
verkeer en vervoer
4.445
4.614
4.466
4.449
4.437
4.436
openbaar groen
2.087
2.009
1.700
1.709
1.715
1.714
13.349
13.797
13.095
13.300
13.312
13.247
-8.022
-7.508
-7.482
-7.482
-7.482
-7.482
totaal lasten totaal baten milieu verkeer en vervoer
-255
-110
-114
-114
-114
-114
openbaar groen
-534
-393
-402
-402
-402
-402
-8.810
-8.011
-7.999
-7.999
-7.999
-7.999
4.539
5.786
5.097
5.302
5.314
5.248
totaal baten Saldo
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 689.000 lager dan begroot in 2013. Het effect hiervan is geringer, want voor afval, riolering en begraafplaatsen vormen de bestemmingsreserves op programma Middelen (7B Geldmiddelen) voor die producten de tegenhanger. Het feitelijke, voordelige verschil (€ 312.000) ontstaat door de vervallen lasten voor de herinrichting Keppelseweg in 2013 (€ 250.000) en de besparing op openbaar groen door de omvorming van gazons (€ 69.000). Vele kleinere aanpassingen van budgetten geeft het resterende verschil van 0,1% van de lasten op dit programma (€ 7.000 nadelig). Een nieuw element in deze programmabegroting is de structurele bijdrage aan de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). Die bedraagt in 2014 € 557.000, wat € 155.000 hoger is dan oorspronkelijk (in 2013) verwacht. Meer over de ODA kunt u lezen in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6.2). Investeringen Omschrijving 6a vervanging drukriolering 6A vervanging randvoorzieningen electronisch 6A vervanging vrijvervalriolering
Investering
Jaar
Termijn
2014
2015
2016
2017
1.272.127
2014
15
87.010
2014
15
2.175
10.151
9.861
9.571
31.803 148.415 144.174 139.934
464.215
2014
40
11.605
34.816
34.236
33.656
6A meetprogramma riolering
72.828
2014
5
1.821
18.207
17.479
16.750
6A vervanging drukriolering
545.106
2015
15
-
13.628
63.596
61.779
91.737
2015
15
-
2.293
10.703
10.397
1.164.613
2016
15
-
-
6A vervanging randvoorzieningen electronisch 6A vervanging drukriolering 6A vervanging gemalen elektronisch 6A vervanging drukriolering 6A vervanging IBA's electronisch 6C ruiming en herinrichting oud deel begraafplaats Zelhem Bedragen in €
29.115 135.872
105.537
2017
15
-
-
-
2.638
1.055.193
2017
15
-
-
-
26.380
23.833
2017
15
-
-
-
596
130.000
2014
20
3.250
13.000
12.675
12.350
5.012.199
50.654 240.510 321.839 449.923
Over de investeringen voor afval is nog niets bekend. Dit zal bekend worden bij de tariefsvoorstellen afvalstoffenheffing 2014 in december 2013.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
36
De vervangingsinvesteringen voor riolering in 2014 bedragen in totaliteit € 1.896.000 en volgen het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). De lasten worden gedekt met kostendekkende tarieven, aangevuld met een bijdrage uit de reserve rioolheffing (zie onder). Ook voor de investeringen op de begraafplaatsen, waaronder de begraafplaats Zelhem, vindt verrekening plaats via tarieven. Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 6A deelname AGEM
Invest (N)
Invest (P)
2014
2015
2016
2017
45.151
45.151
22.576
15.050
7.525
440.000
440.000
110.000
110.000
110.000
110.000
-1.559.812
-591.858
-331.871
-288.516
-347.567
665.444
178.724
170.483
162.242
153.995
400.000
100.000
100.000
100.000
100.000
6C onderhoud graven
809.420
273.259
282.403
121.978
131.780
6C onderhoud graven
-300.000
-75.000
-75.000
-75.000
-75.000
6A verbeteren zandwegen 6A tariefegalisatie rioolheffing 6A tariefegalisatie afvalstoffenheffing 6B uitvoeringsprogramma GVVP
400.000
6C uitgifte graven
55.474
6.961
16.603
16.171
15.739
6C uitgifte graven
-62.832
-15.708
-15.708
-15.708
-15.708
885.151 492.845 8.954 271.960 Bedragen in € / N = nog te investeren bedrag; P = bedrag van N binnen komende 4 jaar
138.692
73.239
In dit programma komen meerdere reserves samen. De reserves afvalstoffenheffing, rioolheffing en graven (onderhoud en uitgifte) worden ingezet om schommelingen in de tarieven voor die drie diensten op te vangen. De lasten voor deze diensten zijn nog niet definitief bepaald. Dat gebeurt bij de tariefsvoorstellen hiervoor in december 2013. De begroting is voor de komende jaren beleidsarm. Dit betekent ook dat er geen nieuwe projecten zijn geraamd voor de komende jaren. In 2014 wordt verder uitvoering gegeven aan de afspraken voor de opstartkosten in de eerste jaren van de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij, waarvan wij aandeelhouder zijn. De verbetering van de zandwegen komt voort uit de gelijkluidende TBB-maatregel. Voor vijf jaar is een eenmalige bijdrage van € 110.000 jaarlijks voor de noodzakelijke omvorming van die zandwegen geraamd. Voor de cofinanciering van uitvoeringsprojecten in het kader van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) in 2014 € 100.000 beschikbaar. Wij hebben dit bedrag onderverdeeld in structurele kosten en verschillende projecten. De structurele kosten van het GVVP (€ 28.500) zijn kosten voor verkeerseducatie, het dekken van meerkosten van verkeerskundige wensen bij onderhoudswerkzaamheden, ad hoc zaken en het beheer en onderhoud van ons verkeerstellingsmaterieel. Het overige deel van het budget (€ 71.500) besteden wij aan eenmalige en doorlopende projecten. De eenmalige projecten 2014 zijn het verplaatsen en aanpassen van de bushalte in Keijenborg, cofinanciering van mogelijke maatregelen bij de fietsoversteek N315 – Wolfersveenweg, de aanleg van een parkeerstrook voor grote voertuigen in Vorden en de bebakening van de Zelhemseweg – Hengeloseweg tussen Hengelo en Zelhem. Doorlopend werken wij aan het verbeteren van de inrichting van 30 km zones in Zelhem, het aanpassen van onze bebouwde komgrenzen, het beter inrichten en aangeven van de 60 km zones en het oplossen van fietsknelpunten. De doorlopende projecten hebben onze blijvende aandacht, maar zijn niet tot in detail geïnventariseerd.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
37
2.1.7
Programma 7 Middelen
2.1.7.1
Algemeen
Missie Bronckhorst wil een solide financiële positie; ook in de toekomst. Wij willen de dekkingsmiddelen effectief en efficiënt inzetten voor de wettelijke taken en de speerpunten uit het coalitieakkoord. Wij maken gebruik van financiële instrumenten, passend in de planning en control en van de inkomstenbronnen vanuit Europa, het Rijk, de provincie en onze burgers. Context en achtergrond Wij hebben te maken met een dynamische omgeving en willen hier adequaat op inspelen. Ook is de financiële positie van de gemeente erg gevoelig voor de demografische ontwikkelingen (ontgroening en vergrijzing) en de terugtredende rijksoverheid. Uit de gemeentefondscirculaires blijkt telkens weer dat de bezuinigingen op rijkstaken ook onze financiën steeds nadelig beïnvloeden. Maar ook de demografische ontwikkelingen; die leiden er toe dat onze inkomstenbronnen extra krimpen. Denk aan algemene uitkering, woninguitbreiding, bezetting schoolgebouwen, etc. Dit betekent dat wij als gemeente om onze solide financiële positie te behouden, bij het ontstaan van mogelijke begrotingstekorten steeds opnieuw moeten kijken hoe wij die van een adequaat dekkingsplan voorzien. Kaderstellende beleidsnota's ● Financiële verordening gemeente Bronckhorst (2008) ● Nota reserves en voorzieningen (2012) ● Verordening OZB (2012) ● Verordening toeristenbelasting (2012) ● Verordening forensenbelasting (2012) ● Verordening afvalstoffenheffing (2012) ● Verordening rioolheffing (2012) ● Programmabegroting 2013 - 2016 (2012) ● Perspectiefnota 2014 - 2017 (2013) Deelprogramma's 7A Belastingen 7B Geldmiddelen 7C Bedrijfsvoering 2.1.7.2
Deelprogramma 7A BELASTINGEN
Portefeuillehouder
dhr. A.A.L.M. Spekschoor
Ambtelijk trekker
dhr. T.G. van der Kolk
Wat willen we bereiken ● De gemeentelijke belastingen beperken voor de burgers Wat gaan we ervoor doen Wij bieden de belastingplichtigen de mogelijkheid van automatische incasso in 10 termijnen. Woningbezitters en zelfstandigen met een betalingscapaciteit onder de bestaansnorm, bieden wij de mogelijkheid van kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. In de paragraaf Lokale heffingen komen de verschillende gemeentelijke belastingen, heffingen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
38
en leges aan bod. Voor meer informatie verwijzen wij u dan ook naar de paragraaf Lokale heffingen (paragraaf 2.2.1). Onroerende zaakbelastingen (OZB) In 2013 is eenmalig het woonlastenprincipe bij de OZB toegepast. In 2014 en verder zijn opnieuw bezuinigingen nodig om de rijksbezuinigingen op te kunnen vangen. In 2014 zullen wij niet meer de OZB-tarieven verhogen bij lastenverlagingen bij afvalstoffen- en/of rioolheffing, zo die er zijn. Ook vullen wij noodzakelijke bezuinigingen niet in met een OZBverhoging. De bezuinigingen zullen in 2014 alleen vanuit de interne bedrijfsvoering worden ingevuld. De OZB-opbrengsten woningen en niet-woningen hebben wij in de perspectiefnota 2014 - 2017 alleen verhoogd met de trendmatige inflatie volgens de vastgestelde begrotingsuitgangspunten (perspectiefnota 2014 - 2017). Omdat de TBB-maatregelen zo voortvarend door de samenleving zijn ingevuld, doen wij u het voorstel om voor 2014 af te zien van de trendmatige verhoging (zie "Wat mag het kosten?"). De OZB-tarieven voor bedrijven houden wij op 60% van het Gelders gemiddelde. Toeristenbelasting Deze belasting is een algemeen dekkingsmiddel, maar zetten wij in Bronckhorst niet zo in. Ter uitwerking van de TBB-maatregelen is voor het beleidsveld toerisme vastgesteld dat hiervoor de toeristenbelasting volledig ingezet mag worden. Op grond van de aanslagen voor toeristenbelasting blijkt dat deze belasting jaarlijks tot € 270.000 aan opbrengsten leidt. De uitgaven bij het deelprogramma 3B Toerisme zijn op deze baten afgestemd. Afvalstoffen- en rioolheffing In 2014 zal het tarief voor afvalstoffenheffing afgestemd zijn op de resultaten van het volume-frequentie-systeem. Daarnaast werken wij verder aan een verbreed gemeentelijk rioleringsplan, wat ook gevolgen kan hebben voor de rioolheffing. Voor beide heffingen kijken wij of aanvullende maatregelen mogelijk zijn om de lasten voor de burger hiervoor verder te verlagen. Want het feit dat verlagingen voor deze heffingen geen effect hebben voor de begrotingspositie van de gemeente, betekent niet dat voor deze taken geen herbezinning op werkzaamheden nodig is. 2.1.7.3
Deelprogramma 7B GELDMIDDELEN
Portefeuillehouder
dhr. A.A.L.M. Spekschoor
Ambtelijk trekker
dhr. T.G. van der Kolk
Wat willen we bereiken ● De jaarlijkse inkomstenbronnen effectief inzetten ● De reserves inzetten voor eenmalige projecten Wat gaan we ervoor doen Algemene uitkering Wij zetten de algemene uitkering in eerste instantie in voor de wettelijke taken en de uitvoeringstaken. Voor de uitvoering van rijkstaken, waarvoor wij een specifieke uitkering ontvangen, is de verstrekte bijdrage het kader (Wet werk en bijstand en Wet Sociale Werkplaatsen). Dit geldt ook voor de open einde-regelingen in de algemene uitkering (WMO). Wij zullen voor nieuwe open einde taken ook de verstrekte bijdrage als kader hanteren (Participatiewet, Awbz en jeugdzorg).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
39
Reserves en voorzieningen Overeenkomstig de nota Reserves en voorzieningen bedraagt het structurele gebruik van ontvangen renten op eigen financieringsmiddelen in de exploitatie € 925.000 per jaar. Het benodigde vermogen (inkomensdeel) hiervoor van € 47,4 mln wordt voor een deel gerealiseerd door de omvang van de voorzieningen en de bestemmingsreserves (zie ook balans, hoofdstuk 3.3.3). Door de lage rentestand (1,95%) en de omvang van de vrije algemene reserve, nu de afkoopsommen voor sportaccommodaties zijn uitgekeerd, kan het jaarlijkse rentebedrag niet meer gerealiseerd worden. Voor ons vormt de vergroting van de algemene reserve een belangrijk speerpunt om zo ook in de toekomst middelen beschikbaar te houden voor de demografische ontwikkelingen en open einde regelingen. Eenmalige projecten dekken wij met middelen vanuit de algemene reserve. Voor die voorstellen doen wij u jaarlijks een voorstel bij de begroting. Daarnaast kunnen tussentijds door u besluiten genomen worden voor eenmalige projecten. De dekking van die projecten loopt ook via de algemene reserve. Wij zullen u bij iedere perspectiefnota, begroting en jaarrekening over de omvang van de algemene reserve informeren. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (paragraaf 2.2.2) en de paragraaf Financiering (paragraaf 2.2.4) leest u meer over het gemeentelijke vermogensbeheer en de beleidsontwikkeling daarbinnen. Aandelen Deelname in bedrijven doen wij in de vorm van aandeelhouderschap. Wij kunnen invloed uitoefenen via de vergadering van aandeelhouders. De invloed is ook afhankelijk van de overige aandeelhouders. Wij hebben aandelen in zes ondernemingen. Bij vijf ondernemingen ramen wij ook dividend (BNG, NUON, Alliander, Vitens en Berkel Milieu). Over de verschillende aandelen vindt u meer informatie in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6). 2.1.7.4
Deelprogramma 7C BEDRIJFSVOERING
Portefeuillehouder
dhr. H.A.J. Aalderink / mw. D.J. Mulderije
Ambtelijk trekker
dhr. J. Wesselink
Wat willen we bereiken ● Efficiënte bedrijfsvoering ● Meten is weten Wat gaan we ervoor doen De onderwerpen die onder dit deelprogramma vallen, komen ook aan bod in de paragraaf Bedrijfsvoering. Voor meer informatie verwijzen wij naar de paragraaf Bedrijfsvoering (hoofdstuk 2.2.5) Ondersteuning Wij vinden dat de lasten voor ondersteuning in verhouding moeten staan tot de producten. Daarmee bedoelen wij dat de overheadkosten alleen trendmatig worden verhoogd. Wanneer de lasten van overhead hoger zijn dan de lasten die doorverdeeld worden, zullen wij maatregelen nemen om de ondersteuningslasten (overhead) weer in verhouding te brengen. Voor 2014 bedraagt het overheadtarief € 30 per uur (€ 29 in 2013). Toekomstbestendig Personeelbeleid Bronckhorst Wij werken aan een organisatiestructuur en -cultuur waarin medewerkers breed inzetbaar zijn. Dat wil zeggen dat ze ook andere taken kunnen oppakken naast de reguliere werkzaamheden. Taken worden door de uitwerking van TBB-maatregelen herschikt en wij
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
40
zullen eventuele vacatures zoveel mogelijk intern invullen. Deze aanpak is u beter bekend onder de naam Toekomstbestendig Personeelsbeleid (TBP). Wij verwachten dat door brede inzetbaarheid van medewerkers de invulling van de taken ook toekomstbestendig zal zijn zonder blijvend kwaliteitsverlies in de werkzaamheden. Efficiënte bedrijfsvoering In 2014 zetten wij stappen om de personele inzet voor nieuwe taken die het Rijk aan de gemeenten overdraagt (decentralisaties) en voor de taken die wij als resultante van het traject "Toekomstbestendig Bronckhorst" blijven doen, efficiënt te realiseren. Dit betekent dat wij, waar taken vervallen, ook de bemensing en ondersteuning daarvoor herzien. De financiële gevolgen daarvan (boventalligheid) beperken wij door de inzetbaarheid van onze medewerkers op onze toekomstige taken af te stemmen. Wij voeren het programma Electronische Gemeente Bronckhorst (EGB) uit passend binnen het rijksbeleid voor het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid. Wij hebben de focus op verbetering van de elektronische dienstverlening, slim gebruik maken van ruimte en informatie en aansluiting bij landelijke ontwikkelingen. Wij verwachten dat met de verdere uitwerking van de "elektronische gemeente" de facilitaire ondersteuning een verdere impuls krijgt. Hiervoor hebben wij de benodigde digitale voorzieningen en applicaties in huis. 2.1.7.5
Wat mag het kosten
MIDDELEN
Rekening
Begroting
2012
2013 (na wijz.)
2014
2015
2016
2017
totaal lasten belastingen
874
882
883
883
883
883
3.590
2.107
3.314
2.952
2.426
2.085
620
969
1.561
1.511
1.252
1.132
5.083
3.958
5.759
5.347
4.561
4.101
-5.584
-6.677
-6.654
-6.654
-6.654
-6.654
-38.652
-42.817
-36.493
-34.331
-32.413
-31.787
0
0
0
0
0
0
totaal baten
-44.237
-49.494
-43.147
-40.985
-39.067
-38.441
Saldo
-39.153
-45.536
-37.389
-35.639
-34.507
-34.340
geldmiddelen bedrijfsvoering totaal lasten totaal baten belastingen geldmiddelen bedrijfsvoering
Bestaand beleid Het saldo van dit programma, vóór stortingen en onttrekkingen aan de reserves, sluit op een bate van € 36.535.000 tegen € 38.412.000 over 2013. Een daling van € 1.878.000, exclusief inzet van reserves. De inzet van reserves is in 2014 € 6.269.000 lager. In 2013 is dat voornamelijk ingezet voor de privatisering buitensportaccommodaties en zwembaden. Over de ontwikkeling van de Algemene uitkering (in 2013 en verder) bent u in een eerder stadium geïnformeerd via een memo en leest u meer in het overzicht algemene dekkingsmiddelen (paragraaf 2.1.7.6). De Algemene uitkering laat een nadeel zien van € 113.000. De overige verschillen komen voort uit lagere rentebaten (€ 240.000 nadeel), minder verwachte dividendopbrengsten (€ 123.000 nadeel), het niet meer opvoeren van een stelpost voor onderuitputting kapitaallasten (€ 212.000 nadeel), een groter aandeel aan niet aan programma's toegerekende kosten (€ 592.000 nadeel) en verschuivingen vanuit andere programma's (€ 598.000 nadeel). De snelle realisatie van TBB-maatregelen leidt tot een aanzienlijke verbetering van de begrotingspositie ten opzichte van de perspectiefnota 2014 - 2017. Uitgaande van een Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
41
sluitende begroting, willen wij de eenmalige ruimte aan de algemene reserve toevoegen (€ 1.225.000). Op dit moment is de algemene reserve voor 100% geblokkeerd voor risicofunctie en rentefunctie. En dat terwijl in deze programmabegroting de rentefunctie (€ 925.000 jaarlijks beschikbaar voor de begroting) al niet meer voor 100% wordt gerealiseerd. Deze ontwikkeling wordt veroorzaakt door de omvang van de afkoopsommen en het feit dat deze sommen sneller worden uitgegeven dan gepland (geen fasering). De snelle realisatie van de TBB-maatregelen is vooral te danken aan de initiatiefnemers voor de overname van de accommodaties en onderhoud in de openbare ruimte. Daarom willen wij, gezet op het gunstige beeld voor 2014, de trendmatige verhoging van de OZB-tarieven (3,25% volgens uitgangspunten 2014) eenmalig niet toepassen (€ 205.000 nadeel). Investeringsplan Omschrijving
Investering
Jaar
Termijn
2014
2015
2016
2017
7C vervanging materieel 3 rayons, jaarschijf 2014
268.341
2014
7
6.709
51.751
49.835
47.918
7C vervanging materieel 3 rayons, jaarschijf 2015
426.286
2015
7
-
10.657
82.212
79.167
7C vervanging materieel 3 rayons, jaarschijf 2016
463.505
2016
7
-
-
11.588
89.390
7C vervanging materieel 3 rayons, jaarschijf 2017
527.000
2017
7
-
-
-
13.175
4.000
2014
1
4.000
-
-
-
7C mobielen
75.000
2014
5
1.875
18.750
18.000
17.250
7C beeldschermen
80.000
2014
5
2.000
20.000
19.200
18.400
7C werkstations
100.000
2014
5
2.500
25.000
24.000
23.000
7C telefooncentrale (voor mobielen)
100.000
2014
5
2.500
25.000
24.000
23.000
7C biometrie (vingerscan etc.)
105.000
2014
5
2.625
26.250
25.200
24.150
7C audiovisuele middelen
109.000
2014
5
2.725
27.250
26.160
25.070
7C netwerkinfrastructuur
200.000
2014
5
5.000
50.000
48.000
46.000
7C serverpark
7C inbindapparaat
380.000
2014
5
9.500
95.000
91.200
87.400
7C GIS pc's
11.000
2015
5
-
275
2.750
2.640
7C UPS batterijen in MER
33.000
2015
5
-
825
8.250
7.920
35.000
2017
10
-
-
-
875
7C plotter GIS Bedragen in €
2.917.132
39.434 350.758 430.395 505.355
Ook investeringen in de bedrijfsvoering maken wij inzichtelijk voor u. De investeringen zijn niet nieuw. Het zijn de vervangingsinvesteringen in 2014 voor het materieel waar de rayons mee werken (€ 268.000) volgens de zevenjaarlijkse cyclus. De vervangingsinvesteringen in 2014 die een relatie kennen met automatisering (€ 1.153.000), volgen de vijfjaarlijkse cyclus. Ze zijn oorspronkelijk gerealiseerd in 2009 bij de voorbereiding van de nieuwbouw, zodat de automatisering vanaf 1 januari 2010 volledig operationeel was. Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 7B derving Nuondividend
Invest (N)
Invest (P)
2014
2015
2016
2017
1.911.400
410.400
410.400
574.000
516.600
-1.770.329
-441.668
-443.627
-441.495
-443.539
1.225.000
1.225.000
-
-
-
648.156
162.039
162.039
162.039
162.039
2.014.227 1.355.771 128.812 Bedragen in € / N = nog te investeren bedrag; P = bedrag van N binnen komende 4 jaar
294.544
235.100
7B toevoeging reserves (rente) 7B toevoeging algemene reserve 7C vrijval bestemmingsreserve gemeentehuis
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
42
De besteding van reserves en voorzieningen voor dit programma heeft geen relatie met voorgenomen projecten, maar met afspraken in 2009 bij de verkoop van de NUON-aandelen over gefaseerde afbouw dividend tot 2026 en de afspraken over de dekking voor de nieuwbouwkosten gemeentehuis. Uit het bovenstaande overzicht blijkt duidelijk dat van de afgesproken jaarlijkse bijdrage uit rentebaten (€ 925.000) door de lage rentestand nog maar € 442.000 waar gemaakt kan worden in 2014.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
43
2.1.7.6
Overzicht van algemene dekkingsmiddelen Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 (na 2014 2015 2016 2017 wijziging)
Onvoorziene uitgaven (A)
-
106
132
132
132
132
Lokale heffingen Onroerende-zaakbelastingen
5.255
6.321
6.321
6.321
6.321
6.321
Toeristenbelasting
260
295
270
270
270
270
Forensenbelasting
42
44
46
46
46
46
5.557
6.660
6.637
6.637
6.637
6.637
30.675
29.950
29.838
28.053
27.655
27.183
83
108
80
80
80
80
280
281
164
164
-
-
Lokale heffingen (B) Algemene uitkering (C) Dividend / winstuitkering BNG Nuon Energy Vitens
57
55
55
55
55
55
Alliander
446
294
316
316
316
316
Dividend (D)
866
738
615
615
451
451
2.755
2.202
2.557
2.761
2.598
2.569
39.853
39.656
39.779
38.198
37.473
36.972
Saldo financieringsfunctie (E) Totaal dekkingsmiddelen (A t/m E)
Binnen het programma Middelen zijn er lasten. Ook kennen wij baten die niet onder de definitie van algemene dekkingsmiddelen vallen. Dit verklaart waarom het saldo voor dit programma anders is dan bovenstaand totaal aan dekkingsmiddelen op dit programma. Onvoorziene uitgaven In de begroting nemen wij jaarlijks een post op voor onvoorzien. Dit bedrag (ongeveer € 3,50 per inwoner) is bedoeld om incidentele lasten te kunnen dekken die voldoen aan de drie O-criteria: onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar. Lokale heffingen Het woord lokaal zegt het al: deze inkomsten worden opgebracht door onze inwoners. Wanneer wij kijken naar onze begrotingsomzet, wordt 10,5% gedekt met opbrengsten van de burgers. Riool- en afvalstoffenheffing zijn hierin niet meegerekend omdat die opbrengsten volledig bedoeld zijn voor 100% kostendekkendheid voor die uitgaven. U leest hierover meer in de paragraaf Lokale heffingen (paragraaf 2.2.1). In tegenstelling tot de begrotingsuitgangspunten (vastgesteld in perspectiefnota 2014 - 2017) doen wij u het voorstel om de trendmatige OZB-verhoging met inflatie (3,25%) voor 2014 niet toe te passen. Met de financiële aspecten hiervan, namelijk € 205.000 lagere opbrengsten is in dit overzicht rekening gehouden. Algemene uitkering In deze programmabegroting hebben wij de algemene uitkering gebaseerd op de meicirculaire 2013 van het ministerie van Binnenlandse zaken. Effecten van de decentralisatie van rijkstaken naar de gemeenten (Participatiewet, Awbz en jeugdzorg) zijn door het rijk niet in deze circulaire verwerkt. In de perspectiefnota 2014 - 2017 hebben wij al aannames gedaan voor kortingen door het Rijk binnen de algemene uitkering (op het gebied van BTW-compensatiefonds, onderwijshuisvesting, apparaatskosten wegens toekomstige
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
44
opschaling en extra, nog onbekende, rijksbezuinigingen). De afwijkingen van de meicirculaire zijn ten opzichte van de perspectiefnota beperkt. Wij zijn bij de berekening van de omvang van de algemene uitkering al vooruitgelopen op een verder verwachte bezuiniging op de algemene uitkering, voortkomend uit de verwachte extra bezuinigingen door het Rijk ter hoogte van circa € 6 mld. Voor Bronckhorst hebben wij het effect berekend op € 800.000. U bent over de effecten van de meicirculaire 2013 via een afzonderlijk memo geïnformeerd in juni 2013. Op dit moment zijn de afwijkingen van de begrotingscijfers ten opzichte van de perspectiefnota 2014 - 2017 als volgt te benoemen: Ontwikkeling algemene uitkering na perspectiefnota
2014
2015
2016
2017
Meicirculaire zonder raming aanvullende korting (memo raad)
-412
-426
-610
-780
Raming aanvullende korting Rijk in memo
520
520
520
520
Wijzigingen volgens memo raad (juni 2013)
108
94
-90
-260
Hoeveelheidsverschillen (nieuw)
-68
-77
-75
-76
40
17
-165
-336
Wijziging na Perspectiefnota 2014 - 2017 (+ = minder inkomsten; - = meer inkomsten)
Eventuele afwijkingen hierop worden naar verwachting in de septembercirculaire van het gemeentefonds zichtbaar. De beschikbare middelen in de algemene uitkering voor WMO(-modelkosten) voegen wij volgens raadsbesluit één-op-één toe aan het WMO-budget. De decentralisatie-uitkeringen zijn ook gebaseerd op concrete subsidie-aanvragen vanuit onze gemeente voor de doelen waarvoor de uitkeringen worden verstrekt zoals de combinatiefuncties (last = bate en omgekeerd). Dividend /winstuitkering De gemeente Bronckhorst neemt deel in diverse bedrijven. De deelnemingen komen vooral voort uit het verleden, toen de voormalige gemeenten zelf nog taken op die terreinen kenden (drinkwater- en energievoorziening). Als publieke participant heeft de gemeente nog invloed, zij het beperkt, op de ontwikkelingen van de nutsvoorzieningen die voor de inwoners tot de basisvoorzieningen behoren. Daarnaast ontvangt de gemeente dividend uit de participatie in een afvalverwijderingsbedrijf en de Bank Nederlandse Gemeenten. De omvang van het dividend neemt in de loop van de jaren af door economische ontwikkelingen (BNG) of eigen besluiten (afname NUON-dividend). U leest hierover meer in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6). Saldo financieringsfunctie Dit saldo bevat in de gemeente Bronckhorst de som van: ● het renteresultaat vanwege het financieren van investeringen met eigen middelen (reserves) ● het renteresultaat vanwege het verstrekken van geldleningen ● het saldo op de renteverdeling U leest hierover meer in de paragraaf Financiering (hoofdstuk 2.2.4).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
45
2.2
Paragrafen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
46
2.2.1
Paragraaf Lokale heffingen
2.2.1.1
Inleiding
De lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. De belangrijkste lokale heffingen zijn de onroerende-zaakbelastingen, deze hebben het karakter van algemeen dekkingsmiddel. Andere lokale heffingen hebben een specifiek bestedingsdoel zoals de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. In deze paragraaf gaan wij (nog) niet in op de tarieven voor 2014. In december 2013 ontvangt u van ons de tariefvoorstellen gebaseerd op de dan meest actuele gegevens betreffende WOZ-waarde, aantallen aansluitingen, etc. Het beleid ten aanzien van de eigen heffingen is vastgelegd in belastingverordeningen, beleidsregels en het Coalitieakkoord 2010 - 2014. Uitgangspunt is om niet meer lasten bij de inwoners neer te leggen dan aantoonbaar noodzakelijk is. De Perspectiefnota 2014 - 2017 bevat voor de lokale heffingen 2014 de volgende uitgangspunten: ● de totale opbrengst onroerende-zaakbelastingen 2014 is gelijk aan de opbrengst 2013 exclusief areaaluitbreiding plus 3,25% voor de inflatiecorrectie; ● voor de afvalstoffen- en rioolheffing en lijkbezorgingsrechten moet er sprake zijn van tarieven die resulteren in 100% kostendekkendheid; ● de tarieven toeristen- en forensenbelasting stijgen met 3,25% voor de inflatiecorrectie; ● de legestarieven worden met 3,25% geïndexeerd voor inflatiecorrectie rekening houdend met wettelijke maxima. In deze programmabegroting doen wij u het voorstel om de trendmatige verhoging van de OZB achterwege te laten. Wij houden wel vast aan het besluit dat de OZB-tarieven voor bedrijven op 60% van het Gelders gemiddelde liggen. De invoering van de TBBmaatregelen kent een veel snellere realisatietijd dan geraamd, wat tot voordelige effecten in de begrotingsjaren 2014 - 2017 leidt. Voordelen ontstaan door de actieve opstelling van de burgers bij het overnemen van de maatschappelijke accommodaties. Of verdere lastenverlaging voor burgers mogelijk is bij de afvalstoffen- en rioolheffing is nu nog niet bekend. 2.2.1.2
Overzicht lokale heffingen Gemeente Bronckhorst
Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De algemene heffing OZB bestaat uit een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De heffing wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak volgens de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Alle onroerende zaken in de gemeente moeten jaarlijks, dus ook voor 2014, opnieuw worden gewaardeerd naar een waardepeildatum die één jaar voor het belastingjaar ligt. Voor het belastingjaar 2014 is de waardepeildatum 1 januari 2013. De uitkomsten van de jaarlijkse herwaardering zijn mede bepalend voor de hoogte van de tarieven OZB voor 2014. Er wordt echter gezegd dat de crisis op de woningmarkt over de helft heen is. Door een lichte aantrekkende economie is de verwachting dat de huizenprijzen in 2014 zullen stabiliseren, maar de opleving van de woningmarkt blijft zwak. Rijksbezuinigingen en een verslechtering van de economie, bijvoorbeeld stijging van werkloosheid, kan afbreuk doen aan het vertrouwen in de woningmarkt. Voor 2014 gaat het Rijk bij woningen nog uit van een landelijk gemiddeld herwaarderingseffect van – 5,7%. Voor bedrijven heeft zij dit percentage gesteld op – 4,4%. Dit is gebaseerd op de marktontwikkeling in de periode tussen 1 januari 2012 en 1 januari 2013.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
47
In de WOZ-beschikkingen, die in 2014 worden verzonden, zullen wij de waardebepaling hebben verwerkt die binnen de gemeente Bronckhorst voor de periode 2013 geldt. Macronorm OZB De gemeente mag haar OZB-tarieven zelf bepalen. Om landelijk een te grote lastenstijging te voorkomen, heeft het Rijk een correctiemogelijkheid gekregen op het gemeentefonds met de zogenoemde macronorm. Om de lokale lasten beheersbaar te houden, werkt de Rijksoverheid nu samen met de VNG aan een nieuwe indicator die moet gaan gelden vanaf 2014. Landelijke Voorziening WOZ De Wet waardering onroerende zaken is aangemerkt als Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken. Bronhouder van deze basisregistratie zijn de gemeenten. In het verlengde daarvan wordt de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) gerealiseerd. Afnemers (waaronder de gemeenten zelf) kunnen de WOZ-gegevens opvragen via de LV WOZ. Vanaf 2014 zijn ook de WOZ-waarden van woningen openbaar. Burgers kunnen dan via een apart digitaal loket de WOZ-waarden van woningen via de LV WOZ opzoeken. Voor het vullen van de Basisregistratie WOZ moeten wij WOZ-gegevens aan de LV WOZ gaan leveren. In juni 2013 heeft het Kadaster de LV WOZ in productie genomen. De ambitie is dat de gemeenten voor de 2e helft 2014 zijn aangesloten op de LV WOZ. In 2014 sluiten ook de grote afnemers, waaronder de Belastingdienst, aan. Toeristen- en forensenbelasting De toeristen- en forensenbelasting zijn algemene belastingen. U bent vrij de hoogte van de opbrengst te bepalen; er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. De tariefstructuur van de toeristenbelasting is ingedeeld in zeven categorieën verblijfsaccommodaties met ieder een afzonderlijk tarief per nacht. De opbrengst toeristenbelasting zetten wij volledig in voor de toeristische sector volgens de vastgestelde TBB-maatregel recreatie en toerisme. Besloten is toen dat wij vanaf 2013 met de inkomsten uit de toeristenbelasting de uitgaven voor het taakveld toerisme volledig moeten dekken. Het tarief forensenbelasting is gebaseerd op een percentage van de WOZ-waarde van het onroerend goed. Daarmee volgt de belastingopbrengst de waardeontwikkeling van het onroerend goed. Afvalstoffenheffing (particulieren) en reinigingsrechten (bedrijven) Het huishoudelijk afval zamelen wij in volgens het volume- en frequentiesysteem. Naast een vast recht betalen gebruikers een tarief gerelateerd aan de grootte van de grijze en groene containers die ze gebruiken en het aantal keren dat ze die voor lediging aanbieden. De gebruiker van de gemeentelijke ophaaldienst beïnvloedt zo zelf zijn kosten. Jaarlijks stellen wij een kostenraming op. De tarieven afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht (samen reinigingsheffing) bepalen wij zodanig dat deze naar verwachting de geraamde kosten volledig dekken. Rioolheffing Het tarief voor de rioolheffing is afgestemd op het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Voor het berekenen van de rioolheffing volgen wij het kostendekkingsplan van het GRP. In het plan zijn de kosten op korte en lange termijn aangegeven. Uitgangspunt voor de rioolheffing is 100% kostendekking. Vanuit de Wet milieubeheer is de gemeente nu verplicht een "verbreed" gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) op te stellen. Naast de zorgplicht voor het afval- en hemelwater moet de gemeente ook invulling gaan geven aan de zorgplicht grondwater. Ons gemeentelijk rioleringsplan geldt voor de planperiode 2009 – 2013. Wij zullen u een nieuw VGRP ter
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
48
vaststelling aanbieden. Wanneer het wenselijk c.q. noodzakelijk is, komen wij met een voorstel tot wijziging van het tarief. Baatbelasting De gemeente heft een baatbelasting wanneer onroerende zaken door het aanbrengen van een gemeentelijke voorziening zijn gebaat. Voor de aanleg van de riolering in het buitengebied in de voormalige gemeente Steenderen heffen wij een baatbelasting van € 2.500 per object. Een aantal eigenaren van onroerende zaken heeft in 2005 de eenmalige heffing omgezet in een jaarlijkse heffing van € 249,06 tot 2020. Grafrechten Via de grafrechten worden de kosten gedekt voor het gebruik en het in stand houden van de gemeentelijke begraafplaatsen. U heeft besloten dat er sprake moet zijn van 100% kostendekkendheid. Om daartoe te komen stellen wij jaarlijks een kostenvergelijking op. Hierdoor ontstaat een duidelijk beeld over het te verwachten kostenniveau en daarbij ook van de gewenste hoogte van de nieuwe tarieven. Gebruikelijk is dat de geraamde opbrengst van het voorgaande jaar wordt verhoogd met de inflatiecorrectie. Een extra verhoging is mogelijk als uit de kostenvergelijking blijkt dat de exploitatie van de begraafplaatsen niet volledig kostendekkend is. Voor 2014 staat de inbreiding van de begraafplaats Zelhem gepland. De kosten hiervan nemen wij in de begroting kostendekkend mee door aanpassing van de begraafplaatsrechten. Leges Via de legesverordening heffen wij diverse rechten van degenen die gebruik maken van door de gemeente aangeboden diensten zoals omgevingsvergunningen, reisdocumenten en huwelijken. De verschillende leges en rechten die wij heffen, worden in principe verhoogd met de inflatiecorrectie van 3,25%. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals voor reisdocumenten, moeten wij overigens rekening houden met van rijkswege gestelde maxima. Brandweerrechten De kosten van de inzet van de brandweer voor hulp voor individuele diensten verhalen wij via de brandweerrechtenverordening. In de praktijk stijgen de tarieven jaarlijks met de prijsindexatie, met uitzondering van tarieven die derden aan ons doorberekenen of waarvoor wettelijke beperkingen gelden. De brandweerkorpsen van de gemeenten in Achterhoek West werken sinds 2011 binnen één korps, maar u bent bevoegd tot het vaststellen van belastingverordeningen. 2.2.1.3
Belastingdruk
De belastingdruk in Bronckhorst blijkt uit onderstaand overzicht. Opbrengsten belastingen en rechten
Werkelijk 2009
Werkelijk 2010
Werkelijk 2011
Werkelijk 2012
Begroot 2013
Begroot 2014
Onroerendezaakbelastingen
4.830
4.978
5.055
5.255
6.321
6.321
Rioolheffing
3.776
3.667
3.729
3.841
3.915
4.042
Afvalstoffenheffing
3.764
3.613
3.610
3.558
2.991
3.088
Reinigingsrechten
56
57
60
59
49
51
Lijkbezorgingsrechten
342
302
356
450
389
398
Toeristenbelasting
292
247
275
260
295
270
Forensenbelasting
39
44
46
42
44
46
Baatbelasting
21
19
5
17
17
18
Marktgelden
2
1
-
-
-
-
13.122
12.928
13.136
13.482
14.021
14.234
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
49
Opbrengsten belastingen en rechten
Werkelijk 2009
Inwoners per 1 januari Belastingdruk per inwoner
2.2.1.4
Werkelijk 2010
Werkelijk 2011
Werkelijk 2012
Begroot 2013
Begroot 2014
37.907
37.765
37.669
37.463
37.238
36.903
346
342
349
360
377
386
Kwijtschelding
Als een belastingplichtige over te weinig financiële middelen beschikt om de aanslag te betalen, kan de gemeente onder bepaalde voorwaarden deze belastingplichtige kwijtschelding verlenen voor de afvalstoffen- en rioolheffing. De voorwaarden waarbinnen de gemeente kwijtschelding kan verlenen zijn geregeld in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Het beleid hebben wij beschreven in de beleidsregels "Kwijtschelding gemeentelijke belastingen gemeente Bronckhorst" en in de "Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Bronckhorst". De aanvragen kwijtschelding die wij afwijzen op grond van de hiervoor genoemde beleidsregels, worden vervolgens behandeld op basis van het minimabeleid. 2.2.1.5
Conclusie
Voor de begroting 2014 gaan wij uit van de tariefsaanpassingen zoals in de vorige subparagrafen beschreven. Nadat de begroting is vastgesteld, waarmee u een uitspraak doet over de ontwikkeling van de tarieven voor 2014, passen wij de belastingverordening hierop aan. Ook wijzigingen in de wet- en regelgeving nemen wij daarin mee. In december 2013 leggen wij de voorstellen voor de diverse heffingen en rechten aan u voor. Op dat moment hebben wij ook de meest recente gegevens voor de tariefberekeningen beschikbaar.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
50
2.2.2
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
2.2.2.1
Inleiding
Wij willen risico's, die van invloed zijn op de bedrijfsvoering, beheersbaar maken. Door risico's inzichtelijk te maken wordt de gemeente in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige ontwikkelingen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de gemeente. De 10 belangrijkste risico's geven wij in deze paragraaf weer. Op basis van de geïnventariseerde risico's en de beschikbare weerstandscapaciteit (middelen die de gemeente heeft om risico's op te vangen) is het weerstandsvermogen (verhouding tussen weerstandscapaciteit en risico's) voor 2014 berekend en geven wij aan hoe die weerstandscapaciteit moet worden gewaardeerd. 2.2.2.2
Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Bronckhorst bestaat uit het geheel aan middelen dat de gemeente daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Die capaciteit bestaat uit een structureel deel (jaarlijks opnieuw beschikbaar) en een incidenteel deel (eenmalig beschikbaar). In Bronckhorst bestaat het structurele deel uit de onbenutte belastingcapaciteit (OZBopbrengstennorm voor een artikel 12 gemeente minus de OZB-opbrengst in Bronckhorst) en de jaarlijks beschikbare post onvoorzien. Het incidentele gedeelte bestaat uit het deel van de algemene reserve dat in de Nota reserves en voorzieningen 2012 is geblokkeerd voor risico's (het bufferdeel). De beschikbare weerstandscapaciteit 2014 is als volgt: Weerstandscapaciteit
Structureel
Vrij aanwendbaar deel algemene reserve
Incidenteel 11.500
Totaal 11.500
berekening Belastingcapaciteit 2014 (o.b.v. art. 12)
7.467
Werkelijke OZB opbrengst 2014
6.321
Onbenutte belastingcapaciteit
1.146
Post onvoorzien begroting 2014 Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
2.2.2.3
1.146
1.146
132 1.278
132 11.500
12.778
lnventarisatie van de risico's
Het hebben van risico's hoort bij het uitoefenen van een organisatie zoals onze gemeente. Het is echter van belang dat wij deze risico's kennen, hiervoor adequate maatregelen treffen (beheersmaatregelen, verzekeren, etc.) en dat wij de risico's wegen bij het aangaan ervan (grote projecten) of hierop tijdig inspelen (inkomstenteruggang etc.). De risico's hebben wij onderverdeeld naar 10 categorieën: bedrijfsproces, financieel, imago/ politiek, informatie/strategie, juridisch/aansprakelijkheid, letsel/veiligheid, materieel, milieu, personeel/arbo en product. In deze paragraaf hebben wij de risico's geactualiseerd. Enkele risico's zijn verdwenen of verminderd en er zijn risico's bijgekomen of groter geworden. Dit resulteert in 36 risico's met een totaalbedrag van ruim € 14 mln. Per saldo is het totaal aan risico's afgenomen met € 10 mln ten opzichte van de begroting vorig jaar. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met de toegenomen duidelijkheid over de financiële gevolgen van Rijksbezuinigingen en eigen bezuinigingen (TBB). De gevolgen hiervan zijn grotendeels in de begroting verwerkt, waardoor de risico's een feit zijn geworden, zijn verdwenen of zijn afgenomen. Maar ook de afname van grote projecten vermindert de risico's.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
51
De 10 grootste risico's (de risico's die de hoogste bijdrage hebben in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit) geven wij hierna weer. In de organisatie wordt uiteraard aandacht besteed aan alle risico's. Op dit moment wordt gewerkt aan de wens van de raad het risicomanagement in de organisatie te verankeren, waarbij een afweging tussen nut en offer wordt gemaakt. De 10 belangrijkste financiële risico's voor Bronckhorst: Risico top10
Gevolg
Kans
Max. fin. Gevolg
Open einde effecten van jeugdzorg- en Awbz-taken na decentralisatie en de Participatiewet
Financieel tekort
50
€ 3.500.000
Bevolkingskrimp en vergrijzing
Financieel - lagere inkomsten (algemene uitkering en overig) terwijl uitgaven gelijk blijven
90
€ 1.000.000
Lagere inkomsten uit gemeentefonds dan geraamd (door bezuinigingen)
Financieel - financiële tekorten
50
€ 750.000
In het bestuurlijke verkeer worden Financieel - financieel nadeel voor de (on)bewust besluiten genomen en gemeente afspraken gemaakt die niet passen binnen de beleidskaders of financiële kaders van de raad. Onbewust omdat bestuurders wel alert zijn, maar het (te) grote en complexe projecten betreft. Op momenten dat de gevolgen van bestuurlijk handelen (on)bedoelde negatieve financiële (bij)effecten hebben, gaat het vaak om forse sommen (bijv. grondexploitatie of bouwprojecten). Bewust wanneer begrotingstekorten worden geaccepteerd in weerwil van het financieel toekomstbeeld
30
€ 1.000.000
Het schrappen van woningbouwplannen door demografische ontwikkelingen
Financieel - extra kosten voor de gemeente
30
€ 1.000.000
Toename van het aantal bijstandsgerechtigden
Financieel - uitgavenstijging ter grootte van het eigen risico
90
€ 330.000
Lagere afzet van grond dan verwacht
Financieel - heroverweging van plannen noodzakelijk
40
€ 400.000
Fout geconstateerd tijdens steekproef belastingdienst in het kader van claims BCF
Financieel - Fout wordt geëxtra-poleerd naar de totaal geclaimde btw en wordt teruggevorderd.
50
€ 315.000
Inefficiëntie in de gemeentelijke (project)organisatie
Financieel - extra (onnodige) kosten omdat vanwege tijdsgebrek externe adviseurs ingeschakeld moeten worden.
50
€ 200.000
Er wordt nieuw beleid ingezet met structurele financiële effecten terwijl er geen middelen zijn
Financieel - oplopend begrotingstekort
50
€ 200.000
Totaal top 10
€ 8.695.000
Totaal overige 26 risico's
€ 5.394.499
Totaal alle risico's
€ 14.089.499
Op basis van de ingevoerde risico's hebben wij een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 14.090.000) ongewenst en niet noodzakelijk is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en niet in hun maximale omvang optreden. Hieruit blijkt, dat met 90% zekerheid (het Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
52
meest gebruikte en ook door Bronckhorst gehanteerde percentage) kan worden gezegd, dat er een risico is van € 5.450.000. Dit bedrag ligt circa € 3,0 mln lager dan de vorige meting voor de Jaarstukken 2012. 2.2.2.4
Weerstandsvermogen
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet een relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen weerstandscapaciteit en risico vormt het weerstandsvermogen en wordt uitgedrukt in een ratio. Ratio weerstandsvermogen is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de risico's, dus € 12.778.000 gedeeld door € 5.450.000 zijnde 2,34. De ratio-normtabel van de Universiteit Twente biedt een waardering van het berekende ratio. Betekenis ratio Waarderingscijfer
Ratio
Betekenis
A
>2.0
Uitstekend
B
1.4-2.0
Ruim voldoende
C
1.0-1.4
Voldoende
D
0.8-1.0
Matig
E
0.6-0.8
Onvoldoende
F
<0.6
Ruim onvoldoende
Het ratio van de gemeente Bronckhorst valt ruim in de klasse A, uitstekend. Deze waardering is ontstaan door een afname van de risico's bij een nagenoeg gelijkblijvend weerstandsvermogen. Afname risico's vind zijn oorzaak vooral in de (landelijke) invulling van bezuinigingsmaatregelen (waarop de begroting is aangepast) en het opstarten van minder nieuw beleid, waardoor de risico's lager uitvallen. 2.2.2.5
Conclusie
In de vorige subparagraaf hebben wij geconstateerd dat de actuele ratio voor de gemeente Bronckhorst uitkomt op 2,34 (categorie uitstekend), wat hoger is dan ons uitgangspunt van 1,2. Volgens ons uitgangspunt (1,2) is de benodigde weerstandscapaciteit € 6,5 mln. Wij hebben € 12,8 mln beschikbaar. Het voor risico's gehanteerde bufferdeel van de algemene reserve (volgens nota reserves en voorzieningen 2012) is daarmee € 6,3 mln. hoger dan noodzakelijk. Vrije aanwending van een gedeelte van het bufferdeel in de algemene reserve achten wij pas verantwoord en bespreekbaar na de inpassing van de drie grote decentralisaties (Participatiewet, Awbz en jeugdzorg). Bedacht moet worden, dat de totale risico's (excl. kans) een hoogte van ruim € 14 miljoen bedragen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
53
2.2.3
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
2.2.3.1
Inleiding
Het beleid voor het onderhoud van kapitaalgoederen hebben wij vastgelegd in beheerplannen. De beheerplannen worden periodiek herzien. In deze paragraaf geven wij aan of de financiën in de begroting voldoende zijn om het beleid uit te voeren en geven wij een indicatie over de staat van onderhoud. Net als voor de andere bedrijfsvoeringsonderdelen binnen onze gemeente geven wij de risico's voor kapitaalgoederen aan in de paragraaf weerstandsvermogen. Aandachtsvelden binnen onderhoud kapitaalgoederen zijn voor ons (onderwijs)gebouwen, wegen, groen, riool, materieel en begraafplaatsen. Beleidsmatig komen de sporthallen aan bod in het Programma Ontspannen, onderwijsgebouwen in het Programma Leren en de overige kapitaalgoederen in het programma Beheren. 2.2.3.2
Onderhoud gebouwen
De gemeentelijke gebouwen zijn als volgt onderverdeeld: ● Brandweerkazernes (deelprogramma 1D) ● Woningen (deelprogramma 2A) ● Bibliotheken, sporthallen en overige gebouwen (deelprogramma 3A) ● Peuterspeelzalen (deelprogramma 4B) ● Begraafplaatsopstallen (deelprogramma 6C) ● Gemeentehuis en gemeentewerven (deelprogramma 7C) Stand van zaken onderhoud Het onderhoud voeren wij sober en doelmatig uit en bekostigen wij uit de daarvoor beschikbare onderhoudsvoorzieningen. De gebouwen verkeren in een redelijke tot goede staat van onderhoud. Relevante ontwikkelingen De meerjarenonderhoudsplannen van de gemeentelijke gebouwen zijn in het voorjaar van 2011 geactualiseerd. De eerstvolgende actualisatie is in 2014. In 2011 zijn 5 kerktorens, 2 kerkjes, sporthal en zwembad Hoog-Keppel, de aula in Zelhem en de gemeentewerf in Vorden verkocht. In 2012 zijn de gymzaal in Hengelo, de aula op de begraafplaats in Hengelo, het nieuwbouwdeel van het voormalige gemeentehuis aan de Raadhuisstraat in Hengelo en de bibliotheek in Vorden gesloopt. Ook is de woning aan de Dorpsstraat in Vorden verkocht. Mogelijk worden in 2013 of in de komende jaren nog meer accommodaties afgestoten. Van de gebouwen in ons eigendom hebben wij een volledig en actueel overzicht van de onderhoudstoestand. De onderhoudsopname van de gebouwen is tevens een kwaliteitsmeting. Van alle gebouwelementen is de onderhoudsconditie vastgesteld en in een score vastgelegd. Samengevoegd geven deze scores de conditie van het gebouw weer. Zo kunnen wij de onderhoudskwaliteit van het gebouwenbestand door de jaren heen volgen. Financiën De dotatie aan de egalisatievoorziening onderhoud gebouwen is op basis van de onderhoudsbehoefte voor de komende 30 jaren van de bestaande gebouwen in de begroting opgenomen. Door het verkopen en slopen van gebouwen ter uitwerking van TBBmaatregelen neemt de totaaldotatie aan de voorziening fors af.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
54
Het dotatieverloop over de afgelopen jaren is als volgt: 2011: € 1.117.251 2012: € 889.250 2013: € 839.100 Het saldo van de voorziening onderhoud gebouwen per 31-12-2012 is € 1.939.000. De dotatie 2014 bedraagt € 645.000, wat ongeveer gelijk is aan het uit te voeren onderhoud in 2014. Voor de begroting 2014 is rekening gehouden met 35 te onderhouden gebouwen. 2.2.3.3
Onderhoud onderwijsgebouwen
Op grond van de Wet op het primair onderwijs en de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Bronckhorst 2011 is de gemeente nog verantwoordelijk voor het casco/ groot buitenonderhoud van de 29 scholen voor basisonderwijs in de gemeente. Stand van zaken onderhoud De gemeente heeft de zorgplicht voor adequate huisvesting. Wij voeren het onderhoud uit op basis van een meerjaren onderhoudsplanning. Deze planning wordt door een extern bureau opgesteld. In 2012 is de Meerjarenonderhoudsplanning schoolgebouwen door Asset Facility Management geactualiseerd. Deze herziening laten wij eenmaal per drie jaren uitvoeren. De mutaties worden na een visuele inspectie door een medewerker van Asset verwerkt. De gemeente heeft de zorg voor adequate huisvesting. Het uitgangspunt is dat de schoolgebouwen sober en doelmatig worden onderhouden. Relevante ontwikkelingen Er zijn momenteel veel ontwikkelingen op het terrein van onderwijshuisvesting. Niet alleen door de bevolkingskrimp en het dalend aantal leerlingen, maar ook door de overheveling van het groot onderhoud naar de schoolbesturen. De staatsecretaris van OCW werkt aan een wetsvoorstel waarbij per 1 januari 2015 het buitenonderhoud van de schoolgebouwen wordt overgedragen van gemeente aan schoolbesturen (doordecentralisatie groot onderhoud). De gemeenten worden in hun algemene uitkering gekort met een bedrag van € 256 mln. Voor onze gemeente gaat het om een bedrag van € 316.000 vanaf 2015. Hiertegenover vervalt de bestaande jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening onderwijsgebouwen. De schoolbesturen krijgen voor het groot onderhoud de vergoeding rechtstreeks van het ministerie per 1 januari 2015 in de lumpsumfinanciering. De gemeente behoudt wel haar zorgplicht met betrekking tot vervangende nieuwbouw, nieuwbouw, uitbreiding, voorzieningen gymnastiekonderwijs en economisch eigendom (dus: OZB, constructiefouten, schade door bijzondere omstandigheden, e.d.). In het ontwerp wetsvoorstel zit geen overgangsregeling. De Raad van State heeft de minister eind mei 2013 geadviseerd het wetsvoorstel op dit onderdeel aan te passen en te komen met een overgangsregeling. Hoe die regeling er uit komt te zien is nu (augustus 2013) nog niet duidelijk. In het besturenoverleg Onderwijs (BOO) van 15 april 2013 is afgesproken dat de Gemeente Bronckhorst start met een inventarisatie van mogelijke knelpunten bij de overdracht van het groot onderhoud naar de schoolbesturen. Financiën De dotatie aan de voorziening onderhoud onderwijsgebouwen is op basis van de onderhoudsbehoefte voor de komende 30 jaren van de bestaande gebouwen in de begroting opgenomen. Op basis van de bestaande onderhoudsplanning zou er voor de jaren 2014 2023 gemiddeld € 342.938 per jaar nodig zijn om het onderhoud uit te voeren. De jaarlijkse dotatie voor 2014 bedraagt € 184.824. Er zijn twee belangrijke redenen geweest om de jaarlijkse dotatie niet op te hogen, namelijk de krimp met als gevolg het sluiten van scholen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
55
en het feit dat per 1 januari 2015 het groot onderhoud wordt overgeheveld van gemeente naar schoolbesturen. Het saldo van de voorziening onderhoud onderwijsgebouwen per 31-12-2012 is € 1.658.000. De dotatie 2014 bedraagt € 185.000 en het geplande onderhoud € 163.000. Voor de begroting 2014 is rekening gehouden met 29 te onderhouden schoolgebouwen. 2.2.3.4
Onderhoud wegen
In het geautomatiseerde wegbeheerssysteem DG Dialog-wegen staan al onze verharde wegen. Met dit systeem hebben wij een goed beeld van de staat van die wegen en het geeft een meerjarenonderhoudsplanning. De totale lengte van de gemeentelijke verharde wegen is 666 km. Hiervan bestaat 496 km uit asfalt en 170 km uit klinkers. Verder ligt er in de gemeente 206 km aan zandwegen. Stand van zaken onderhoud In 2013 voeren wij het onderhoud aan de wegen uit op het minimumpeil volgens de landelijke richtlijnen en op basis van de bezuiniging van € 50.000 per 2013. De landelijke richtlijn is geen norm, maar deze richtlijn wordt steeds meer gehanteerd bij de beoordeling van aansprakelijkheden. Het verlagen van het onderhoudsbudget met € 50.000 (voor de asfaltwegen) vinden wij nog steeds verantwoord, omdat de laatste jaren is gebleken dat het beschikbare budget van € 1,2 mln. toereikend is. Verdere verlaging vinden wij niet verantwoord. Aan de klinkerwegen verrichten wij vrijwel geen onderhoud, omdat de gevolgschade aan deze wegen bij niet tijdig onderhoud gering is. Verkeersonveilige situaties op dit soort wegen verhelpen wij door plaatselijke reparaties. Afhankelijk van de onderhoudstoestand van de zandwegen bestaat het onderhoud uit frezen, herprofileren, schaven en vast rijden van de zandwegen. In 2012 is de proef met de zandwegen geëvalueerd. Het blijkt dat door het aanbrengen van grof zand de staat van de zandweg wordt verbeterd en de hoeveelheid stof verminderd c.q. wordt voorkomen. Al met al leidt dit tot minder ergernis en klachten. In 2013 is op circa 12,5 km van de geplande 61 km intensief bereden wegen die naar woningen en/of bedrijven leiden, grof zand aangebracht. De komende jaren willen wij circa 12 km per jaar verbeteren. Relevante ontwikkelingen In de loop van het tweede halfjaar 2013 wordt duidelijk of het beheer en onderhoud van de fietspaden in de gemeente Bronckhorst, nu in beheer bij het Recreatieschap Achterhoek en Liemers (RAL), overgedragen worden aan de gemeente Bronckhorst. Financiën Het onderhoudsbudget voor de wegen is met ingang van 2013 in het kader van TBB verlaagd naar € 1,2 mln, wat dus € 50.000 lager ligt dan het budget in 2012. Verdere verlaging vinden wij niet verantwoord. Met het verbeteren van de zandwegen is een investering van € 110.000 per jaar gedurende 5 jaar gemoeid. Vanaf 2013 levert dit een besparing op van € 15.600 per jaar aan loon- en tractiekosten (oplopend tot uiteindelijk € 78.000 na 5 jaar). In de begroting is voor verkeer en vervoer een bedrag van circa € 4,3 mln opgenomen. Dit bedrag is toereikend om de voorgenomen onderhoudsplannen in 2014 te realiseren. Meer informatie hierover vindt u in deelprogramma 6B Verkeer en Vervoer (paragraaf 2.1.6.3).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
56
2.2.3.5
Onderhoud groen
Sinds de vaststelling in 2008 vormt het Groenstructuurplan het kader voor beleid, aanleg, beheer en onderhoud van het openbaar groen. Het groen onderhouden wij op drie verschillende kwaliteitsniveau's: ● accent; de dorpscentra en belangrijke toegangswegen (gemiddeld 6 onderhoudsrondes) ● efficiënt; de wijken en de bedrijventerreinen (gemiddeld 4 onderhoudsrondes) ● natuurlijk; de dorpsranden (over het algemeen extensief en daar waar mogelijk ecologisch groenbeheer) Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Wij constateren dat voor het Groenstructuurplan met name in het westelijk deel van de gemeente beplantingen in het openbaar groen aan vervanging toe zijn. Hieraan geven wij invulling door ondermeer de uitvoering van het omvormingsplan. Stand van zaken onderhoud In het najaar van 2013 is invulling gegeven aan het omvormen van het groen in de kernen Hengelo, Keijenborg en Velswijk. In 2014 willen wij het groen in de kernen Voor- en Achter Drempt, Laag- en Hoog Keppel en Hummelo voorbereiden en uitvoeren. Samen met het Waterschap en het Gelders Landschap starten wij in 2014 met de natuurlijke inrichting van het beekdal van de Baaksebeek tussen de Raadhuisstraat en de Horsterkamp in Vorden. Relevante ontwikkelingen De uitwerking van de TBB-maatregelen omvat verschillende projecten die van invloed zijn op het beheer en onderhoud van het openbaar groen, bomen en bermen. Het gaat hierbij om het wijzigen van de inrichting van openbaar groen en het verlagen van onderhoudsfrequenties van met name bomen en bermen. De bewonersparticipatie bij het onderhouden van het openbaar groen begint vorm te krijgen. In vrijwel alle kernen waar het groen is omgevormd, zijn participatieprojecten opgestart. Project niet geregistreerd grondgebruik In Nederland komt ongeregistreerd grondgebruik veelvuldig voor. Ook in de gemeente Bronckhorst hebben inwoners stukjes gemeentegrond in gebruik genomen. Door onvoldoende capaciteit en te weinig prioriteit hebben wij het ongeregistreerd gebruik in de meeste gevallen niet actief aangepakt. In het kader van rechtsgelijkheid en ter voorkoming van verjaring willen wij tegen ongeregistreerd grondgebruik optreden. In 2013 zijn wij met een project gestart om het ongeregistreerde gebruik terug te dringen. De aard en de omvang van het project maakt dat dit project meerdere jaren zal vergen. Percelen kleiner dan 10 m² laten wij buiten beschouwing. Dan nog schatten wij in dat het om ongeveer 900 gevallen van niet geregistreerd gebruik gaat. Financiën Het budget voor onderhoud groen, bomen en bermen is vanaf 2013 verlaagd met € 227.000 als gevolg van verschillende TBB-maatregelen. De besparingen realiseren wij ondermeer door het omvormen van openbaar groen en het verlagen van de onderhoudsfrequentie van de bermen en bomen. In de begroting is hiervoor een bedrag van circa € 1,3 mln opgenomen. Dit bedrag is toereikend om het voorgenomen onderhoudsplan in 2014 te realiseren. Meer informatie hierover vindt u in deelprogramma 6C Openbaar Groen (paragraaf 2.1.6.4).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
57
2.2.3.6
Onderhoud riool
Wij werken volgens het vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan Bronckhorst 2009 - 2013 (GRP) en de Verordening rioolheffing Bronckhorst (2013). Stand van zaken onderhoud Jaarlijks laten wij camera-inspecties uitvoeren van een vijfde deel van de riolering. De gegevens verwerken wij in het rioolbeheerssysteem. De onderhoudstoestand van de geïnspecteerde riolering past binnen het kostendekkingsplan. In 2014 vervangen wij vrijvervalriolering, gemalen en drukrioleringen volgens het investeringsplan 2013 - 2016. Relevante ontwikkelingen Sinds 2009 meten wij continu de riolering. Met de oplevering van de regionale hoofdpost gemalen (samenwerking tussen de gemeenten Bronckhorst, Lochem, Montferland, Zutphen en het waterschap Rijn en IJssel) in 2013 verwachten wij verbeteringen in de meetresultaten. Op basis van deze gegevens en de regengegevens zoeken wij naar oplossingen ter voorkoming van onacceptabele ‘water op straat’ situaties tijdens hevige regenval. Om de 'water op straat' situaties tot een minimum te beperken hebben wij in 2011 werkzaamheden aan de riolering in Zelhem uitgevoerd. Zo ook in 2012 en 2013 bij de herinrichting van de centra van Hengelo en Vorden. Ook in 2014 treffen wij bij onacceptabele situaties daar waar mogelijk maatregelen. Hierbij te denken aan afkoppelen van verharde oppervlakken, vergroten van riool, etc. Deze werkzaamheden stemmen wij af op andere werkzaamheden in de openbare ruimte op het vlak van groen en wegen indien zich die gelegenheid voordoet. In toenemende mate wordt gekeken naar mogelijkheden op het gebied van regionale samenwerking, zoals binnen de boven genoemde regionale hoofdpost. Wij verwachten in 2014 op basis van het Bestuursakkoord Water met een aantal gemeenten in de Achterhoek en het Waterschap een formele samenwerking aan te gaan met als doel het verminderen van de (meer)kosten. Financiën De kosten voor de uitvoering van de riolering bedragen circa € 4 mln en worden gedekt vanuit de rioolheffing. Dit bedrag is toereikend om het onderhoudsplan in 2014 te realiseren. Meer informatie hierover vindt u in deelprogramma 6A Milieu (paragraaf 2.1.6.2). 2.2.3.7
Onderhoud materieel
Beleidskader Voor het vervangen van materieel vormt de Nota activeren 2005 de basis. Voor de aanschaf van vervangend materieel maken wij gebruik van een vervangingsplanning met daaraan gekoppeld een (jaarlijks) investeringsschema. Uitgangspunten hierbij zijn sober en doelmatig. Stand van zaken onderhoud In 2013 hebben wij twee voertuigen vervangen; twee kleine gesloten bestelauto’s door gelijkwaardige voertuigen maar volledig elektrisch aangedreven. De rioolontstopper is niet vervangen maar opgeknapt. Op de vervangingsplanning 2013 staan nog drie tractoren waar nut en noodzaak van worden onderzocht. Bezuinigingsvoorstellen Onderzoek heeft uitgewezen dat er efficiëntievoordeel is gerealiseerd en daarom zijn de werktuigendrager, de kleine smalspoortrekker en de bermmaaier verkocht en niet meer vervangen. De huidige twee werven samenvoegen zal mogelijk leiden tot meer efficiëntievoordeel.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
58
Relevante ontwikkelingen Bij elke vervanging houden wij rekening met de besluiten in het kader van TBB en maken wij de afweging "zelf doen" versus "uitvoering door derden". Hierbij beoordelen wij onder andere efficiency en dienstverlening. Financiën Op basis van de aanschafwaarde van het huidige materieel en wagenpark (€ 2,3 mln) en een gemiddelde levensduur van 7 jaar is de jaarlijkse kapitaalbehoefte ongeveer € 330.000. Het werkelijk benodigde investeringsbedrag wisselt per jaar en is afhankelijk van de benodigde investeringen. De kapitaallasten die deze investeringen met zich meebrengen, verantwoorden wij in de begroting bij de vervangingsinvesteringen. Meer informatie hierover vindt u in deelprogramma Bedrijfsvoering (paragraaf 2.1.7.4). 2.2.3.8
Onderhoud begraafplaatsen
Wij beheren vijf algemene begraafplaatsen. Eind 2011 is het beleidskader ("eindrapport harmonisatie begraafplaatsen") opnieuw vastgesteld, wat tot een verhoging van de begraafplaatsleges heeft geleid. Sinds 2007 vormt het Beheerplan begraafplaatsen gemeente Bronckhorst het kader voor het onderhoud van de begraafplaatsen. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Wel zijn wij bezig om op projectbasis het groenonderhoud op de begraafplaatsen te vereenvoudigen. Stand van zaken onderhoud Voor het onderhoud van de begraafplaatsen in 2014 verlengen wij het huidige bestek met nog 1 jaar, gelet op de positieve ervaringen, mits wij met de huidige uitvoerder overeenstemming over de inschrijfprijs kunnen bereiken. Relevante ontwikkelingen In 2013 hebben wij de 2e fase van de uitbreiding van de begraafplaats Vorden afgerond. Ook hebben wij de administratieve voorbereidingen voor het ruimen van graven op de begraafplaats Zelhem afgerond. Het nieuwe begraafplaats administratiesysteem is sinds de zomer van 2013 operationeel. In het najaar van 2013 starten wij de planvorming rond de ruiming en de herinrichting van een deel van de begraafplaats Zelhem op. De daadwerkelijke ruiming en herinrichting van dit deel van de begraafplaats Zelhem willen wij niet eerder dan in 2016 uitvoeren. Financiën Het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen is kostendekkend. Daarvoor stelt u in december 2013 de jaarlijkse Verordening lijkbezorgingrechten vast. In de begroting is hiervoor een bedrag van circa € 330.000 opgenomen. Dit bedrag is toereikend om het voorgenomen onderhoudsplan in 2014 te realiseren. Meer informatie hierover vindt u in deelprogramma 6C Openbaar Groen (paragraaf 2.1.6.4). 2.2.3.9
Conclusie
De beheersplannen voor onderhoud gebouwen, onderwijsgebouwen, wegen, groen, riolering, materieel en begraafplaatsen zijn actueel. Daarmee zijn de onderhoudsplannen up-to-date gebracht met de aanwezige budgetten. Gelet op de informatievoorziening stelt het BBV en de provincie aanvullende eisen aan de informatie over het onderhoud van kapitaalgoederen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
59
De gewenste informatie, voor zover beschikbaar ziet u terug in het volgende overzicht: Kengetallen
Stand voorziening 31-12-2012
Onderhoud gebouwen
1.939.000
Onderhoud onderwijsgebouwen
1.658.000
Benodigde jaarbudget 645.000
Jaarlijks Omvang Omvang gereserveerd bezuinigings- achterstallig bedrag maatregelen onderhoud 645.000
nvt
nvt
342.938
184.824
nvt
nvt
Wegen
nvt
1.200.000
1.200.000
nvt
nvt
Openbaar groen
nvt
1.300.000
1.300.000
nvt
nvt
Riolering
nvt
4.000.000
4.000.000
nvt
nvt
Materieel
nvt
330.000
330.000
nvt
nvt
330.000
330.000
nvt
nvt
8.147.938
7.989.824
begraafplaatsen Totalen
nvt 3.597.000
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
60
2.2.4
Paragraaf Financiering
2.2.4.1
Inleiding
In deze paragraaf geven wij inzicht in het financieringsbeleid van de gemeente. De treasuryfunctie kent vier deelfuncties; risicobeheer, kasbeheer, financiering en debiteurenen crediteurenbeheer. In de volgende subparagrafen gaan wij in op iedere functie. De beleidskaders voor de uitvoering van de treasuryfunctie zijn vastgelegd in: ● Financiële verordening van de gemeente Bronckhorst (2008) ● Treasurystatuut Bronckhorst (2011) ● Nota Reserves en voorzieningen gemeente Bronckhorst (2012) Het treasurystatuut geeft een nadere invulling aan artikel 13 (Financieringsfunctie) van de Financiële verordening en gaf ons de handvatten voor het aantrekken en uitzetten van middelen met daarbij de verantwoordelijk- en bevoegdheden. Door de invoering van het schatkistbankieren is voor wat betreft het uitzetten van overtollige (liquide) middelen het treasurystatuut niet meer van belang. De belangrijkste ontwikkeling binnen het financieringsbeleid is dus het schatkistbankieren. Het kabinet heeft besloten dat alle overheidslagen (gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen) verplicht deelnemen aan schatkistbankieren sinds 2013. Wij moeten de overtollige liquide middelen aanhouden op een bankrekening bij het ministerie van Financiën ("in de schatkist"). Het ministerie biedt geen mogelijkheden voor leen- of roodstandfaciliteit. Daarvoor moeten wij bij de huisbankier, de BNG, zijn. Het aanhouden van termijndeposito's, binnen het schatkistbankieren, behoort wel tot de mogelijkheden. Met deze wettelijke verplichting wil het Rijk een lagere EMU-schuld van de collectieve sector laten zien (zie ook paragraaf EMU in hoofdstuk 3.1.4) en de risico's beperken bij het uitzetten van middelen bij financiële instellingen. Over de tegoeden in rekening courant vergoedt het ministerie de daggeldrente (EONIA). Op deposito's is de rente afhankelijk van de looptijd. De hoogte van de rente is dan gelijk aan de rente waartegen de Nederlandse staat zichzelf financiert op de geld- en kapitaalmarkten. Hoewel het betalingsverkeer net als voorheen via de huisbankier loopt, worden de liquide overschotten ("geld in kas") dagelijks verrekend met de bij het ministerie van Financiën aangehouden tegoeden. 2.2.4.2
Risicobeheer
Algemeen De Wet financiering decentrale overheden (Fido) ondersteunt gemeenten en overige decentrale overheden met betrekking tot hun kredietwaardigheid en hun positie op de financiële markten waarbij een gezonde financiering centraal staat. De wet geeft twee concrete richtlijnen (de renterisiconorm en de kasgeldlimiet) voor het beheersen van renterisico’s. De kasgeldlimiet en de renterisiconorm hebben beiden tot doel de leningportefeuille te behoeden voor een onverantwoord grote gevoeligheid voor rentefluctuaties. Renterisiconorm Het risico wordt bepaald door de aflossingen en rente-aanpassingen op opgenomen leningen. De norm (20% van het begrotingstotaal) is in de begroting voor 2014 bepaald op € 12,7 mln. Op basis van de bestaande leningportefeuille blijven wij met € 11,5 mln binnen die gestelde norm. Voor een belangrijk deel wordt dit verklaard doordat wij relatief weinig vreemd vermogen hebben aangetrokken en daardoor lage aflossingsverplichtingen kennen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
61
Daarnaast hebben onze opgenomen lopende leningen, op een enkele uitzondering na, een vast rentepercentage voor de gehele looptijd. Kasgeldlimiet Om een grens te stellen aan de korte termijn financiering is de kasgeldlimiet opgenomen. De kasgeldlimiet (8,5% van het begrotingstotaal) is in de begroting voor 2014 bepaald op € 5,4 mln. Doordat op dit moment het financieren met kort geld gunstiger is dan met langlopende financieringsmiddelen, zoeken wij waar mogelijk de grens van de kasgeldlimiet op bij het aantrekken van financieringsmiddelen. In de begroting gaan wij dan ook uit van een financiering met kortgeld van € 5,5 mln, wat een kleine overschrijding van de norm betekent. 2.2.4.3
Kasbeheer
Geldstromenbeheer Onze geldstromen lopen via de huisbankier, de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Voor kasstortingen wordt een rekening bij de Rabobank aangehouden. Wij streven naar een zo efficiënt mogelijke geldstromenbeheer. Hiervoor maken wij gebruik van gedigitaliseerde afhandeling van inkomende facturen. Ook is een aantal producten digitaal af te nemen en te betalen (zoals kadastrale informatie, uittreksel geboorteregister, zwemabonnementen). Daarnaast maken wij steeds meer gebruik van automatische incasso's voor belastingen en aflossingen van BZ-leningen. Voor het innen van de gemeentelijke belastingen en heffingen ligt het percentage voor automatische incasso's rond de 60%. In onze wekelijkse publicatie en met het opleggen van de gemeentelijke belastingen en heffingen blijven wij de mogelijkheden voor automatische incasso onder de aandacht van onze burgers brengen en proberen wij de mogelijkheden te stimuleren. Over de BNG leest u meer in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6). Saldo- en liquiditeitenbeheer In 2013 is het verplicht schatkistbankieren voor gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen ingevoerd. Zoals in de inleiding al is aangegeven, worden alle overtollige liquide middelen aangehouden in de schatkist. Wel is er sprake van een drempel, waarover de gemeente zelf mag beschikken. Die is vastgesteld op 0,75% van het begrotingstotaal met een minimum van € 250.000 en een maximum van € 2.500.000. Voor Bronckhorst ligt deze drempel rond de € 475.000. Over de aangehouden tegoeden wordt de daggeldrente (EONIA) vergoed. Met de BNG hebben wij een financieringsovereenkomst afgesloten. Over de tegoeden, wat na de invoering van het schatkistbankieren maximaal de drempel (€ 475.000) bedraagt, ontvangen wij een rente die is gebaseerd op de 1-maands Euribor verlaagd met 0,25%. Rood staan kost een rente gebaseerd op de 1-maands Euribor verhoogd met 0,21%. De rekening-courant bij de Rabobank houden wij zo laag mogelijk door het saldo periodiek over te boeken naar de BNG. In de overeenkomst met de BNG zijn ook de afspraken vastgelegd met betrekking tot de kredietfaciliteit. Wij hebben bij de BNG een kredietfaciliteit van € 6 mln. Voor het betalingsverkeer maken wij zoveel mogelijk gebruik van de dienstverlening van de BNG. In de begroting gaan wij er van uit dat wij geen overtollige middelen hoeven aan te houden bij de schatkist, maar dat gebruik wordt gemaakt van de kredietfaciliteit van de BNG (zie subparagraaf Kasgeldlimiet).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
62
2.2.4.4
Financiering
Inleiding Onze vaste activa en de investeringen in de grondexploitaties financieren wij allereerst met eigen vermogen (algemene en bestemmingsreserves) en vervolgens met vreemd vermogen (voorzieningen en langlopende schulden). Voor het financieringstekort of -overschot, het verschil tussen de te financieren investeringen en de aanwezige financieringsmiddelen, trekken wij aanvullende financieringsmiddelen aan bij een tekort. Bij een overschot moeten wij middelen uitzetten bij de schatkist. Bij het aantrekken en uitzetten van middelen houden wij rekening met de liquiditeitenplanning op korte en langere termijn. 2014
2015
2016
2017
82.675
82.549
72.340
68.825
1.294
492
625
350
4.082
4.804
6.217
83.969
87.123
77.769
75.392
leningen
22.676
21.533
20.384
19.228
reserves en voorzieningen
57.723
55.575
53.290
52.393
Saldo B
80.399
77.108
73.674
71.621
3.570
10.015
4.095
3.771
-
-
-
-
Financieringspositie per 1 januari Te financieren (A) vaste activa grondenexploitaties investeringsplan 2014 - 2017 Saldo A Financieringsmiddelen (B)
Financieringstekort (A - B) Financieringsoverschot (B - A)
Aan te trekken leningen o/g Afhankelijk van de werkelijke financieringsbehoefte en de ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt trekken wij kortlopende of langlopende middelen aan dan wel beschikken wij over de uitgezette middelen. Uit het verloop van onze vaste activa, het investeringsplan, de bestaande leningportefeuille en de mutaties in de reserves en voorzieningen blijkt dat wij voor rond de € 4 mlj. behoefte hebben om externe financieringsmiddelen aantrekken met een piek voor eind 2014 van zo'n € 10 mlj. In de begroting gaan wij er van uit deze behoefte op te lossen met het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen. Reserves en voorzieningen De reserves (de algemene reserve en bestemmingsreserves) en voorzieningen zetten wij in als financiering van de vaste activa. Voor deze interne financiering hebben wij 3,20% over € 11,5 ml (bufferdeel voor risico's) en 1,95% over het resterende deel berekend. In totaal ontvangen wij € 1.110.000 mln aan rente. Hiervan wordt € 442.000 toegevoegd aan het eigen vermogen. Als inkomensdeel valt € 668.000 als bate vrij in de exploitatie. Een overzicht van de reserves, voorzieningen en de geraamde mutaties in 2014 hebben wij als toelichting opgenomen in de Financiële begroting (paragraaf 3.3.3.1). Leningenportefeuille In 2014 zullen wij geen langlopende leningen aantrekken om in onze financieringsbehoefte te voorzien. Aflossingen op de bestaande leningportefeuille zullen plaatsvinden voor een bedrag van € 1.143.000. Over het gehele jaar hebben wij € 1.022.000 aan rentelasten opgenomen wat neerkomt op een gemiddeld percentage van 4,6%. In de toelichting in de Financiële begroting leest u hierover meer (paragraaf 3.3.3.1).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
63
Uitgeleende gelden De uitstaande leningen voldoen geen van alle aan de door ons gestelde (minimale) A-rating, maar vallen wel binnen de eis dat ze onder de publieke taak vallen en door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. Overigens hoeven aangegane verplichtingen van vóór 1 januari 2001 niet aan het treasurystatuut te voldoen. Door de wijziging van de Wet fido in 2008 is het afsluiten van personeelshypotheken verboden. Sinds het ontstaan van de gemeente Bronckhorst is het voor het personeel al niet meer mogelijk hypotheken in het kader van secundaire arbeidsvoorwaarden af te sluiten. De bestaande leningen lopen af als overeengekomen (sterfhuisconstructie). De uitgeleende gelden hebben betrekking op: Uitgeleende gelden per 1 januari
2014
2013
Personeelshypotheken
3.582
3.582
764
859
Leningen aan deelnemingen Overige uitgeleende gelden
71
74
Totaal uitgeleende gelden
4.417
4.515
2.2.4.5
Debiteuren- en crediteurenbeheer
Belastingdebiteuren Voor onroerende-zaakbelastingen, rioolrechten en afvalstoffenheffing leggen wij een bedrag van € 13,5 mln aan aanslagen op. De belastingaanslagen moeten tijdig, dus uiterlijk vóór of op de laatste vervaldatum, worden betaald of geïnd. Wanneer dit niet lukt, starten wij de dwanginvordering. Belastingdebiteuren met een openstaande aanslag waarvan de vervaldatum is verstreken, krijgen een herinnering of waar nodig een aanmaning en dwangbevel. Het betekenen van dwangbevelen en de verdere dwanginvordering besteden wij uit. De diverse vervolgacties kunnen bestaan uit loonvorderingen, politiebrieven en beslaglegging. Contractueel zijn de (termijn)afspraken vastgelegd. Voor een consequent invorderingsbeleid volgen wij naast de belastingwetgeving ook de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen van de VNG. Om invorderingsmaatregelen, in welke vorm dan ook, te voorkomen stimuleren wij om de heffingen te voldoen via de automatische incasso's. Daarnaast leveren de gespreide betalingen (10 in totaal) ons en de heffingsplichtige aanvullende voordelen op. Publiekrechtelijke vorderingen / privaatrechtelijke vorderingen / dwangsommen Publiekrechtelijke vorderingen vervallen veertien dagen na dagtekening. Daarna starten wij de invorderingprocedure bestaande uit een herinnering, gevolgd door een aanmaning en belronde. Zijn vorderingen daarna nog niet voldaan, dan volgt een dwangbevel. Privaatrechtelijke vorderingen moeten uiterlijk binnen dertig dagen zijn voldaan. Daarna volgt een eerste en een tweede herinnering en de belronde. Daarna geven wij de vorderingen uit handen bij het incassobureau. Opgelegde dwangsommen moeten binnen 6 weken worden betaald. Daarna volgt een invorderingsbeschikking, aanmaning en dwangbevel. Crediteuren Bij het betalen van facturen maken wij optimaal gebruik van het leverancierskrediet door de crediteuren zoveel mogelijk op de uiterste betaaldatum te betalen. Om de gevolgen van de economische recessie enigszins te verzachten, hebben wij in regionaal verband besloten om de facturen zo mogelijk binnen 14 dagen te betalen. Op grond van Europese regelgeving, welke is vertaald in Nederlandse regelgeving, is bepaald dat overheden binnen 30 dagen moeten betalen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
64
2.2.4.6
Conclusie
Mogelijke overtollige middelen stallen wij met ingang van 2014 bij "De schatkist". Naast de al bestaande voorschriften opgenomen in de Wet fido en het eigen treasurystatuut geeft schatkistbankieren een verdere vermindering van beleggingsrisico's. Maar ook een forse inperking van autonomie. Wij overschrijden niet de in de Wet fido genoemde richtlijn voor de renterisiconorm. De kasgeldlimiet geeft een kleine overschrijding te zien omdat wij (op dit moment) optimaal gebruikmaken van "goedkope" kortlopende financieringmiddelen. Het overschot aan financieringsmiddelen in 2013 maakt plaats voor een behoefte aan financieringsmiddelen in 2014. Wij merken (nog) niets van de economische recessie in het oplopen van (belasting)vorderingen en de te nemen invorderingsmaatregelen. Maar ook geen gevolgen van schatkistbankieren, want situaties met overtollige liquide middelen doen zich in Bronckhorst niet voor in 2014.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
65
2.2.5
Paragraaf Bedrijfsvoering
2.2.5.1
Inleiding
Het realiseren van de raadsprogramma’s en de kwaliteit van de externe dienstverlening zijn afhankelijk van een goede interne bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering betreft dus zowel de processen die op de burger/ondernemer zijn gericht, als die welke de interne organisatie en het functioneren van de medewerkers betreffen. Wij onderscheiden in deze paragraaf zes aspecten van bedrijfsvoering. De kaders hiervoor zijn: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Controleverordening gemeente Bronckhorst (2005) Communicatiebeleidsplan "Met open vizier" (2005) Huisstijlhandboek (2006, met diverse wijzigingen) Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Bronckhorst (2006) Financiële verordening gemeente Bronckhorst (2008) Plan van aanpak organisatieontwikkeling Bronckhorst "Van goed naar beter" (2009) Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie (2009) Nota Strategische visie op inkoop (2010) Visie Toekomstbestendig Bronckhorst: "Duurzaam en Betrokken" (2011) Verordening Auditcommissie gemeente Bronckhorst (2011) Inkoopbeleid Gemeente Bronckhorst (2011) Realisatieplan elektronische gemeente Bronckhorst (2012) Normenkader rechtmatigheid Bronckhorst (jaarlijks)
2.2.5.2
Personeel en organisatie
Voor 2014 staat het thema Toekomstbestendig Personeelsbeleid (TBP) centraal. Andere thema’s die wij uitwerken zijn gezondheidsmanagement, de invoering van de werkkostenregeling en het actualiseren van ons integriteitbeleid. Ook de verdere doorontwikkeling van ons personeelsinformatiesysteem heeft de nodige aandacht. Toekomstbestendig Personeelsbeleid (TBP) TBP is al in 2011 in grote lijnen vastgelegd in de notitie Toekomstbestendig Personeelsbeleid. Flexibilisering, een aantrekkelijke werkgever blijven en regionale samenwerking zijn de pijlers van de uitvoering van de taken die op onze organisatie afkomen. Het proces TBB heeft duidelijk gemaakt met welke taken de gemeente zich de komende jaren wel en niet gaat bezighouden. Dat betekent dat er op verschillende plekken binnen de organisatie een nieuwe match gemaakt moet worden tussen medewerkers met hun specifieke competenties, ontwikkelpunten en voorkeuren aan de verschillende en aan veranderingen onderhevige taakvelden. Wij willen de juiste mensen op de juiste plek om de taken op een correcte manier uit te voeren. Hiervoor zetten wij het personeelsinstrument Loopbaanscan van het A+O fonds in, die door onze intern opgeleide loopbaancoaches wordt uitgevoerd. Ook willen wij onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het opleiden en scholen van medewerkers het beste hierop aan te laten sluiten. Wij zijn al in 2012 met TBP begonnen in aanloop naar de vaststelling de TBBbesparingsmaatregelen in de programmabegroting 2013 - 2016. De formatie is op 1 januari 2012 266,6 fte. Doelstelling van TBP is ondermeer de realisatie van een formatievermindering met 19 fte. In 2012 is vooruitlopend op de definitieve inlevering al een vijftal fte's ingeleverd. In 2013 is opnieuw 3,79 fte aangewezen voor TBP zodat
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
66
op dit moment in totaal 8,79 fte is ingeleverd voor TBP. In het najaar 2013 neemt het managementteam de bestaande vacatureruimte van 7,67 fte opnieuw onder de loep om te kijken welke van deze vacatureruimte ingeleverd kan worden voor TBP. En dit gebeurt ook weer in 2014. Gezondheidsmanagement De invoering van gezondheidsmanagement willen wij op een praktische manier invullen en moet integraal (in samenhang met bedrijfsdoelstellingen en verzuimbegeleiding) uitgevoerd worden. Op deze manier willen wij ervoor zorgen dat wij een organisatie zijn en blijven waar mensen met plezier en volle inzet werken. Na overleg met de Ondernemingsraad is gekozen voor het instrument Nationaal Inzetbaarheidsplan (NIP). Dit plan heeft tot doel de inzetbaarheid van medewerker duurzaam te maken en te vergroten. Het plan is zowel op organisatie- als medewerkersniveau gebaseerd en wordt digitaal ondersteund. Invoering werkkostenregeling De invoering van de werkkostenregeling (WKR) is met een jaar uitgesteld en wordt met ingang van 1 januari 2015 verplicht. Door het invoeren van deze regeling kunnen wij als organisatie de vergoedingen en verstrekkingen aan medewerkers zo veel mogelijk onbelast (en dus fiscaal gunstig voor de werkgever) verstrekken. Er zal eerst een WKR-scan gemaakt moeten worden, waarbij de vergoedingen en verstrekkingen gestructureerd in beeld worden gebracht. Naar aanleiding hiervan zullen wij keuzes over de vergoedingen en verstrekkingen maken met wellicht een aanpassing van de cafetariaregeling. Integriteitbeleid Wij hebben als organisatie een nota Integriteit met gedragscodes voor ambtenaren en bestuurders vastgesteld. Ook is er een integriteitcoördinator aangesteld en is er een tweetal vertrouwenspersonen aangesteld waar misstanden gemeld kunnen worden. Omdat er een aantal wettelijke regels zijn aangepast en worden ingevoerd, is dit het natuurlijke moment om de gehele nota eens onder de loep te nemen en te updaten. e-HRM Op het gebied van procesoptimalisatie en digitalisering hebben wij als organisatie al grote stappen gezet. Naast de invoering van de digitale salarisstrook en jaaropgaaf zijn de (basis)personeelsmutaties en de -declaraties gedigitaliseerd met een volledig ondersteunende workflow. Daarnaast is het wenselijk om het gedigitaliseerde verzuimproces te integreren in het HR-portaal zodat er nog maar één geïntegreerd portaal wordt gebruikt en er niet meer wekelijks handmatig gesynchroniseerd hoeft te worden met het personeelsinformatiesysteem. Individueel loopbaanbudget Door CAO-afspraken is er in de jaren 2013, 2014 en 2015 recht op individueel loopbaanbudget voor ambtenaren. Hiervoor hebben wij in die jaren jaarlijks € 150.000 opgenomen in de begroting om uitvoering te geven aan deze wettelijke regeling.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
67
Overzicht formatie College
Loonsom (incl. werkgeverslasten)
Omvang fte
498
Directie, Kabinet & Bestuurszaken
211
2,67
Strategie
370
3,79
Griffie
210
3,10
Dienstverlening
6.092
105,23
Ontwikkeling
2.724
39,39
Beheer (kantoor, incl. sport)
2.018
33,15
Beheer (service, uitvoering)
2.039
47,48
417
3,66
Vacatures Overige personeelskosten Totaal formatie
445 15.024
238,47
Ontwikkeling formatie Stand rekening per 31-12-2012 Mutatie ivm geen verlenging tijdelijke contracten Stand begroting per 01-01-2013 Overgang naar ODA Overname SSR-medewerkers Taakstelling TBP Vacature ruimte Totaal ingevulde formatie (+ = toename fte; - = afname fte)
2.2.5.3
261,80 -2,67 259,13 -6,61 2,41 -8,79 -7,67 238,47
Informatievoorziening en automatisering
De eerste prioriteit is het ontwerpen, beschikbaar stellen, onderhouden en verbeteren van een goede informatie- en automatiseringsinfrastructuur die ondersteunend werkt aan alle bedrijfsprocessen van de gemeente. De (elektronische) dienstverlening, het steeds meer werken in zowel interne als externe ketens en alle landelijke overheidsontwikkelingen op automatiseringsgebied, vormen samen een zeer dynamisch proces. Hiervoor hebben wij, in navolging van het Realisatieplan Elektronische Gemeente Bronckhorst (EGB 2008), een nieuw Realisatieplan EGB 2012 vastgesteld. Ook voor 2014 staat er nog het nodige op de planning: ● Verbetering van de dienstverlening en aansluiting op het dienstverleningsprogramma; verdere uitbreiding elektronische producten, zaakgericht werken, e-herkenning bedrijven, verbeteren en uitbreiden DigiD; ● Slim gebruik maken van ruimte en informatie; doorontwikkelen digitalisering zoals digitaliseren participatiedossiers, overgang naar substitutie (papierloos archiveren), verbeteren mid-office, binnengemeentelijk gebruik basisregistratie adressen en gebouwen (BGB); ● Aansluiten bij landelijke ontwikkelingen en Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP); Modernisering gemeentelijke basisregistratie (mGBA), nieuwe Europese standaard voor elektronisch betalingsverkeer (SEPA), basisregistraties Nationaal Handelsregister (NHR), Wet waardering onroerende zaken (WOZ) en Grootschalige topografie (BGT), In 2014 zullen wij, nadat in 2013 de eerste DigiD-audit is uitgevoerd, de audit in gaan passen in onze reguliere werkzaamheden want dit moet jaarlijks gebeuren. Daarnaast staat in 2014 veel op de vervangingsplanning omdat dan de investeringen, gedaan voor de nieuwbouw, vijf jaar geleden zijn. In ieder geval zullen wij een vervanging van de kantoorautomatisering
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
68
(Microsoft office 2003) en van Windowsserver (2003) moeten doorvoeren. Uiteindelijk hebben wij er dan vijf jaar langer mee gewerkt dan vooraf voorzien. Tot slot staan vervangingen in de serverruimte, in de netwerkinfrastructuur en met betrekking tot telefonie gepland. Wij zullen bij iedere investering kritisch kijken of uitstel verantwoord is en zullen er ook naar streven goedkoper uit te zijn dan in 2009, waardoor het totaal aan vervangingsinvesteringen lager uitkomt dan geraamd en daarmee uiteindelijk ook de kapitaallasten. De kosten van automatisering maken onderdeel uit van de indirecte kosten, die worden doorberekend in de uurtarieven van medewerkers op de eindproducten, zoals bijvoorbeeld wegen en bijstand. 2.2.5.4
Financiën
Planning en control Planning en control (P&C) omvat het geheel van activiteiten dat uitgevoerd moet worden om duidelijk te maken wat er in een bepaalde periode moet gebeuren, de rapportage daarover, de eventuele bijsturing daarvan en uiteindelijk de verantwoording over de behaalde resultaten aan het bestuur. In onze gemeente zijn belangrijke instrumenten hiervoor: de perspectiefnota, de programmabegroting, de 1e en 2e tussenrapportage en de jaarstukken. De uitwerking van deze documenten is gebaseerd op de comptabiliteitsvoorschriften en de bepalingen in de financiële verordening. Daarnaast proberen wij de inhoud van deze documenten steeds af te stemmen op de informatiebehoefte van uw raad. Als gevolg hiervan zijn deze instrumenten dan ook voortdurend in ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn de uitgebreidere informatie die wij in deze begroting opgenomen hebben in de paragraaf verbonden partijen en ook het aparte onderdeel in deze begroting waarin informatie wordt gegeven over de bezuinigingstaakstellingen en de stand van zaken daaromtrent. Naast de instrumenten die vooral op uw raad gericht zijn, zijn er ook P&C-instrumenten ingericht die het management en de directie ondersteunen bij de bedrijfsvoering. Te denken valt aan de onderzoeken die hierna worden beschreven als ook het verzamelen van managementinformatie. Voor 2014 staat de uitvoering van bovengenoemde activiteiten weer op de rol. Binnen de organisatie speelt in het kader van TBB wel de discussie of alle financiële documenten en de activiteiten daaromheen nog wel nodig zijn. Doelmatigheid en doeltreffendheid Op grond van artikel 213a van de Gemeentewet en de in het begin van deze paragraaf genoemde verordening voeren wij periodiek onderzoek uit naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door ons gevoerde bestuur. Hoewel de wettelijke verplichting hiertoe lijkt te gaan vervallen, zijn wij voornemens ook in 2014 deze onderzoeken voort te zetten. Immers het doel van deze onderzoeken, het verbeteren van het doelmatig en doeltreffend functioneren van de organisatie, vervalt niet als de wettelijke plicht vervalt. Wel geven wij de onderzoeken een minder formeel karakter waardoor deze doelmatiger en sneller uitgevoerd kunnen worden en verbeteringen sneller opgepakt kunnen worden. Over de uitkomsten van deze onderzoeken wordt uw raad geïnformeerd. Eind 2013 stellen wij het onderzoeksprogramma voor 2014 vast waarna u dit ter kennisneming krijgt toegezonden. Naast deze (formele) onderzoeken doen wij regelmatig snelle/korte onderzoeken naar zaken in onze bedrijfsvoering die mogelijk verbeterd kunnen worden. De rapportage hierover vindt dan plaats aan de betreffende leidinggevende of de gemeentesecretaris.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
69
Wij voeren zelf onderzoeken uit, maar ook de accountant en de rekenkamercommissie doen onderzoek in de organisatie. De lasten van die twee partijen vindt u terug in deelprogramma 1A Bestuurscultuur. De diverse onderzoeken worden (op grond van de verordening) in de auditcommissie op elkaar afgestemd. Hiermee wordt onder andere voorkomen dat dubbel onderzoek wordt gedaan en wordt bekeken waar mogelijk sprake kan zijn van elkaar aanvullen. Rechtmatigheid Bij de controle van de jaarstukken geeft de accountant, naast een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening, een oordeel over het rechtmatig tot stand komen van de baten, lasten en balansmutaties. In zijn controle steunt hij hierbij op de interne onderzoeken en de daarbij vastgelegde rapporten. De interne onderzoeken naar het rechtmatig handelen worden uitgevoerd op basis van een controleplan en het normen- en toetsingskader. Hierbij wordt ook het bestaan, de opzet en werking van de administratieve organisatie en de interne controle beoordeeld. De toetsing vindt plaats door gegevens- en organisatiegericht de belangrijke processen in onze organisatie te onderzoeken. Dit is een intensief proces van dossieronderzoek, interviews, analyse en vastlegging van bevindingen, dat moet uitmonden in een goedkeurende verklaring voor rechtmatigheid en in verbeteringen in de administratieve organisatie en interne controle. Het controleplan, met daarin opgenomen de te onderzoeken processen, komt tot stand in overleg met de accountant en dekt voor een groot deel alle activiteiten af waarbij sprake is van rechtmatig handelen. Het gaat daarbij om de financiële rechtmatigheid en dus om wet en regelgeving waarin bepalingen zijn opgenomen met financiële consequenties. De onderzoekers zijn in het dagelijkse werk niet betrokken bij de onderzoeksobjecten en kunnen dus onafhankelijk tot bevindingen, conclusies en aanbevelingen komen. Ook in 2014 wordt deze werkwijze gehanteerd. 2.2.5.5
Facilitaire zaken
Onder facilitaire zaken verstaan wij die persoonsgerichte zaken die de medewerkers nodig hebben om hun werkzaamheden efficiënt en effectief uit te kunnen voeren; de ondersteuning pur sang. De informatievoorziening valt hier buiten; die werkzaamheden richten zich ook op de burgers. Digitalisering en archivering Wij gaan het proces van participatiedossiers digitaliseren en zetten stappen voor verdergaande digitalisering van het bestuurlijk besluitvormingsproces. In 2013 zijn wij begonnen met een onderzoek naar de mogelijkheden van substitutie van de papieren archieven. Dit betekent dat wij toestemming nodig hebben van de provinciale archiefinspectie om onze archieven digitaal op te slaan en niet meer op papier. Op dit moment hebben wij die toestemming nog niet en hebben wij digitale en papieren archieven. Om toestemming voor substitutie te verkrijgen, moeten wij aan bepaalde voorwaarden voldoen. In 2014 zullen wij dit traject naar verwachting afronden.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
70
Inkoopbeleid Het afgelopen jaar is de nieuwe Aanbestedingswet in werking getreden. Deze wet is gericht op de volgende maatregelen: ● Meer concurrentie, doordat meer ondernemers kunnen meedingen naar een overheidsopdracht ● Minder administratieve lasten ● Meer lijn in aanbestedingsprocedures ● Een eenvoudiger afhandeling van klachten De wet biedt vooral betere kansen voor zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) en het midden- en kleinbedrijf. Om invulling te geven aan de hiervoor genoemde maatregelen hebben wij het afgelopen jaar een systeem van groslijsten ingevoerd met toepassing van de Gids Proportionaliteit. Ook in 2014 wordt hiermee verdere ervaring opgedaan. De inkoopsamenwerking met regiogemeenten krijgt op een aantal taakvelden steeds meer vorm. Hierbij valt te denken aan WMO, leerlingenvervoer, P&O, facilitair, riolering en energie. In 2014 zal met name de invoering van de nieuwe WMO-onderdelen (met ingang van 2015) de nodige aandacht vragen. Huisvesting Ons gemeentehuis is nu bijna 4 jaar in gebruik. Het voldoet aan de wensen en eisen die gesteld zijn. Het is voor de medewerkers een prettige werkplek en voor de burgers een centrale en goed bereikbare locatie. Wij hebben in totaal 220 werkplekken die voldoen aan de arbo normen. In 2012 hebben wij een onderzoek op de bezettingsgraad van de werkplekken uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat er op de drukste dagen 25 werkplekken niet gebruikt worden. Dit komt deels door de mogelijkheid van thuiswerken en het dalende aantal ambtenaren. Met ingang van 2013 hebben wij 20 werkplekken verhuurd aan de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). Daarnaast werken, vooruitlopend op de drie decentralisaties, collega's van andere gemeenten in ons gemeentehuis. Tot op heden zijn er voor onze eigen bedrijfsvoering voldoende werkplekken beschikbaar. Wij zijn alert op een zo optimaal mogelijke benutting van het gebouw, mede om overheadkosten zo beperkt mogelijk te houden. Over de huisvesting van de rayons heeft u in juli 2013 bij de vaststelling van de perspectiefnota 2014 - 2017 via amendement een besluit genomen. De bouw van een centrale werf maakt dan ook geen deel meer uit van deze meerjarenbegroting. De kosten van facilitaire zaken maken onderdeel uit van de indirecte kosten, die worden doorberekend in de uurtarieven van medewerkers op de eindproducten, zoals bijvoorbeeld wegen en bijstand. 2.2.5.6
Communicatie
Volgens ons communicatiebeleid zet de gemeente zich in om op gestructureerde, transparante en strategische wijze met inwoners, bedrijven en organisaties te communiceren. Wij doen dat met verschillende, wat wij noemen, algemene gemeentelijke communicatieactiviteiten, zoals de website, de gemeentepagina’s in huis aan huisblad Contact, perscontacten met (regionale) media, twitter, facebook, allerhande bijeenkomsten, folders, burgerjaarverslag, etc. Alles in herkenbare huisstijl. Voor de algemene gemeentelijke communicatieactiviteiten is het budget toereikend. De kosten van communicatie-uitingen voor projecten (bijvoorbeeld centrumplannen en decentralisaties) maken onderdeel uit van de verschillende projectkredieten. Verdere digitalisering
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
71
De website biedt steeds meer digitale mogelijkheden. Zo is de site in 2013 webrichtlijnenproof geworden en ook in 2014 blijven wij ons inzetten voor een toegankelijke website. Wij bouwen onder andere al onze e-formulieren opnieuw, zodat mensen gemeentelijke producten volgens deze landelijke richtlijnen met ons kunnen regelen. Ook zijn wij bezig om de openbare bekendmakingen (vergunningen, bestemmingsplanprocedures, etc.) zoals die nu nog wekelijks op de gemeentepagina’s staan, steeds meer (alleen) digitaal via de site aan te bieden. Hiervoor gaan wij gebruik maken van landelijke webvoorzieningen. Ons doel is daarbij om de komende tijd te kunnen besparen op de publicatiekosten van de gemeentepagina’s, waarbij wij verwachten dat de gemeentepagina’s de komende jaren nog wel steeds een belangrijk communicatiemiddel blijven. Onze inzet op communicatiegebied blijft gericht op een crossmediale inzet (juist door verschillende middelen die veelal naar elkaar verwijzen in te zetten, bereik je een zo groot mogelijk publiek). Sociale media zoals Facebook en Twitter zetten wij steeds vaker in om met onze doelgroepen te communiceren. Dit ontwikkelen wij o.a. door sociale media ook meer en meer als onderdeel van participatietrajecten bij projecten in te zetten. Interne communicatie Intern blijft de inzet van het cluster Communicatie vooral gericht op het waarborgen van de kwaliteit en invullen van intranet en personeelsblad Hart. Uit onderzoek blijkt dat beide middelen hun bestaansrecht hebben en gewaardeerd worden. In de dagelijkse praktijk blijkt dat wij het dienstverleningsconcept nog nadrukkelijker naar onze medewerkers toe moeten communiceren. Hiertoe is in 2013 een communicatieplan uitgewerkt dat handvatten geeft voor gerichte communicatie over de diverse elementen van het dienstverleningsconcept. Ook in 2014 zal deze communicatie een belangrijk aandachtspunt zijn. Adviseren/uitvoeren bij projecten Voor het ontwikkelen en uitvoeren van nieuwe en lopende beleidsplannen is communicatie-inzet nodig (zowel in- als extern). Voor komend jaar staan adviseringsen uitvoeringstrajecten op communicatiegebied op stapel voor projecten zoals de decentralisaties, gemeenteraadsverkiezingen, verdere uitvoering van Toekomstbestendig Bronckhorst/Gebiedsgericht werken en het verbeteren van onze dienstverlening. Wij blijven bijvoorbeeld een grote bijdrage (o.a. trainingen) leveren aan het traject om de vele brieven/ beschikkingen die wij versturen als gemeente flink te verbeteren/moderniseren. Met het afstoten van gemeentelijke activiteiten en de bezuinigingen hebben wij de laatste en de komende tijd veel ‘moeilijke’ boodschappen te communiceren naar verschillende groepen burgers. Belangrijk is om dit op een transparante, professionele en eenduidige wijze te doen, waarbij wij aandacht hebben om ook de positieve kanten van ontwikkelingen te benadrukken. 2.2.5.7
Juridische zaken
De juridische consulenten ondersteunen medewerkers bij producten met juridische aspecten. Bij het opstellen en harmoniseren van verordeningen zijn de consulenten vaak betrokken, hetzij door het verlenen van ondersteuning, hetzij door verordeningen zelf op te stellen. Juridische kwaliteitszorg Naast de lopende projecten werken de juristen mee aan een project voor het verbeteren van beschikkingen in de meest ruime zin van het woord. Zowel de taalkundige als juridische aspecten komen daarbij aan de orde. Een aantal in-company trainingen zijn in samenwerking met het cluster communicatie al gegeven. Extra aandacht besteden wij aan een goede motivering van beschikkingen en het communiceren over negatieve beschikkingen met de
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
72
aanvrager. Dit kan leiden tot minder bezwaar- en beroepschriften. Ook laten wij op gezette tijden een legal audit uitvoeren om de kwaliteit van de advisering op niveau te houden. Het digitaal juridisch handboek is uitgezet in de organisatie en op intranet geplaatst. Regelmatig vinden er updates plaats en worden presentaties gegeven over actualiteiten in het bestuursrecht. Bezwaarschriften Alle medewerkers juridische zaken behandelen bezwaar- en beroepschriften. Dit is een belangrijk onderdeel van hun takenpakket en vraagt veel inzet. Wij doen onderzoek naar andere manieren van behandelen van bezwaarschriften. Begin 2014 vindt hierover besluitvorming plaats. Aanleiding is een afstudeeronderzoek van een hbo-stagiaire van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen, waarin een aantal alternatieven staan voor het behandelen van bezwaarschriften. Toekomstbestendig Bronckhorst kan er voor zorgen dat het aantal bezwaarschriften gaat toenemen, onder andere door de afbouw en beëindiging van subsidies. Aansprakelijkheid Aansprakelijkheid heeft betrekking op de afhandeling van een groot aantal aansprakelijkheidszaken. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om schade toegebracht door vermeende slechte onderhoudstoestanden van wegen, bomen, etc. Veel van deze zaken stellen wij in handen van de verzekeraar; een aantal zaken handelen wij in eigen beheer af. Wanneer wij stelselmatig terugkerende aansprakelijkstellingen waarnemen, attenderen wij de betrokken afdeling op deze aansprakelijkstellingen met het verzoek om te bezien of de afdeling wat kan doen aan de oorzaak. Mediation Veel aandacht besteden wij ook aan andere manieren van het oplossen van geschillen met derden, waaronder mediation. Achterhoekbreed is een project gestart om mediation meer in te zetten bij het oplossen van geschillen. Ook de rechtbanken sturen hier meer op aan. Rechtbanken richten zich steeds meer op finale geschilbeslechting ter zitting. De kosten van juridische ondersteuning maken onderdeel uit van de indirecte kosten, die worden doorberekend in de uurtarieven van medewerkers op de eindproducten, zoals bijvoorbeeld wegen en bijstand. 2.2.5.8
Conclusie
Belangrijke uitdagingen voor de bedrijfsvoering in 2014 zijn de (ondersteuning van) de decentralisaties, het nog efficiënter werken met nog minder medewerkers, het op veel terreinen omschakelen van uitvoering naar regie en het beperken van de kosten van bedrijfsvoering. En dit alles zonder dat de dienstverlening naar burgers en bedrijven in het geding komt.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
73
2.2.6
Paragraaf Verbonden partijen
2.2.6.1
Inleiding
Wij participeren in samenwerkingsverbanden. In het Besluit Begroting en Verantwoording wordt hiervoor het begrip “verbonden partijen” gebruikt. Het gaat dan om derde partijen waarin de gemeente een financieel en bestuurlijk belang heeft. De verbonden partijen hebben wij in deze paragraaf onderverdeeld in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen in bedrijven en overige samenwerkingsverbanden. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording moet deze paragraaf ook financiële balanscijfers bevatten van de verschillende verbonden partijen. Deze informatie vindt u terug aan het einde van deze paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6.5). 2.2.6.2
Gemeenschappelijke regelingen
Deelname in een gemeenschappelijke regeling wordt vaak bepaald door taken, waarvoor de gemeente zelf verantwoordelijk is maar, om wat voor reden dan ook, die taken niet zelfstandig kan uitvoeren. Soms betreft het puur uitvoeringstaken (Delta), soms gaat dit gepaard met beleidsontwikkeling (VNOG) of kan het samenwerkingsverband ook taken toebedeeld krijgen die een meer regionale betekenis hebben (Regio Achterhoek). Het bestuur van deze regeling wordt vaak gevormd door een afvaardiging van de deelnemers en de besluitvorming vindt plaats op basis van meerderheidsbesluiten. Met deze constructie wordt in feite een stuk autonomie, waarvoor wel een eigen verantwoordelijkheid geldt, overgedragen aan een samenwerkingsverband. Wij nemen deel in tien gemeenschappelijke regelingen. Rekenkamercommissie De Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland is in april 2006 ingesteld als uitvloeisel van de verplichting in de Gemeentewet. De Rekenkamercommissie bestaat uit drie externe leden die door iedere gemeenteraad afzonderlijk zijn benoemd. Er is sprake van een Rekenkamercommissie onder personele unie. De Rekenkamercommissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris voor gemiddeld 20 uur per week. Het budget voor de Rekenkamercommissie is in 2012 bijgesteld van € 1,00 naar € 0,90 per inwoner. De rekenkamercommissie is een onafhankelijke commissie die de gemeenteraden helpt met het vervullen van de controlerende taak. Zij onderzoekt of de gemeentebesturen doelmatig, doeltreffend en rechtmatig hun werk doen. De bedoeling is dat de resultaten van een onderzoek verbeterpunten aan het licht brengen. De rekenkamercommissie stelt ieder jaar een onderzoeksprogramma op en voert diverse onderzoeken uit. De te onderzoeken onderwerpen kunnen worden aangedragen door raadsleden of -fracties of worden door de rekenkamercommissie zelf opgevoerd. Ook burgers worden opgeroepen om onderwerpen aan te dragen. De rekenkamercommissie legt haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen in openbare rapporten vast die aan de gemeenteraad worden aangeboden. De onderzoeken die in 2012 zijn uitgevoerd zijn ‘Met de Jeugd Centraal’ (onderzoek Centrum Jeugd en Gezin), ‘Doorkantelen’ (onderzoek naar de invoering van de WMO) en ‘Wat Werkt Beter in Bronckhorst’ (onderzoek naar de WWB). In 2013 is al een quickscan naar 60 km zones uitgevoerd en voor de raad van september 2013 staat het onderzoek ‘Gegrond vertrouwen’ (onderzoek naar het grondbeleid in Bronckhorst) op de rol. Verwacht wordt nog een onderzoek naar personele lasten. In 2013 wordt het samenwerkingsverband geëvalueerd en zal de klankbordgroep aan de gemeenteraad een voorstel doen om de samenwerking wel of niet voort te zetten.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
74
Regio Achterhoek De Regio Achterhoek behartigt in nauwe samenwerking met de bij haar aangesloten Achterhoekse gemeenten regionale belangen en vervult tevens de rol van coördinator, facilitator en procesbegeleider bij het oplossen van bovenlokale vraagstukken. Uitgangspunt daarbij is de Achterhoek Agenda 2020, een programma om de Achterhoek duurzaam en vitaal te houden. De Regio streeft naar een grote betrokkenheid van haar opdrachtgevers, de acht gemeenteraden. Aan het samenwerkingsverband nemen acht gemeenten deel: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk. Het hoofdkantoor is gevestigd in Doetinchem. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door mevrouw J.I.M. Steffens (wethouder). Zij is ook lid van het Dagelijks Bestuur. In het Algemeen Bestuur is elke gemeente met één stem vertegenwoordigd. De deelname aan Regio Achterhoek vanuit onze gemeente komt voort uit uw raadsbesluit d.d. 26 juni 2008 waarin u opnieuw bevestigt om voor specifiek gekozen taakvelden de regionale belangen met omliggende gemeenten samen op te pakken. De financiële bijdrage wordt berekend via een inwonerbijdrage. Voor 2014 is de inwonerbijdrage bepaald op € 191.054 (€ 5,13 per inwoner). Projecten komen tot stand vanuit de vier werkplaatsen, waarvoor ook gemeentelijke portefeuillehoudersoverleggen zijn ingesteld. Dit zijn de werkplaatsen Slim & snel verbinden, Innovatieve economie, Vitale leefomgeving en Kansrijk Platteland. Deze vier werkplaatsen vormen ook de onderdelen binnen het afgesloten Regiocontract. Zowel de Agenda als het Regiocontract moet uitvoering krijgen in de periode 2012 - 2016. Binnen de werkplaatsen werken de acht gemeenten samen met het maatschappelijk middenveld (vooral onderwijs) en de ondernemers. De samenwerking binnen SEO-verband is met de vorming van de 3 O’s (Ondernemers, Onderwijs en Overheid) komen te vervallen. De daarmee gepaard gaande inwonerbijdrage ad € 0,11 (subsidie SEO) wordt vanaf 2014 niet meer geïncasseerd van de gemeenten. Binnen de beheerstaken bestaat alleen nog de nazorg van stortplaatsen (tot 2019) en bij termijngebonden taken alleen nog het Besluit Woninggebonden Subsidies (tot 2017). De termijngebonden uitvoeringstaken Regionaal Archeoloog en Externe veiligheid zijn per 1 april 2013 overgedragen aan de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (VNOG) De deelname aan de VNOG vanuit onze gemeente komt voort uit de wettelijke aanwijzing van het Ministerie van Binnenlandse Zaken om de bovenlokale brandweertaken en rampenbestrijdingstaken aan de VNOG op te dragen. De VNOG is gevestigd in Apeldoorn en levert een herkenbare bijdrage aan het creëren van meer veiligheid voor de bewoners, instellingen en bedrijven binnen haar grenzen. In haar optreden toont de VNOG respect voor de opvattingen en behoeften van de burgers en is zij aanspreekbaar op de uitvoering van haar werkzaamheden. De wijze waarop zij invulling geeft aan haar maatschappelijke en wettelijke verantwoordelijkheid moet leiden tot een groot vertrouwen bij de burgers in de professionaliteit van en uitvoering door de hulpverleningsorganisaties. De 22 deelnemende gemeenten zijn gelegen in de Achterhoek, Liemers, Stedendriehoek en Noord- en West-Veluwe. Binnen het Algemeen Bestuur van de VNOG, bestaande uit alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten, wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer G.J. de Graaf (burgemeester). De financiële bijdrage vanuit onze gemeente aan de VNOG wordt berekend via een inwonerbijdrage.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
75
Binnen de VNOG werken de hulpdiensten brandweer en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) samen. Nauwe samenwerking met de politie en de ambulancehulpverlening is onder andere tot stand gekomen via gezamenlijke huisvesting (politie) en de gezamenlijke Meldkamer Oost-Nederland. De taken zijn alle facetten van rampenbestrijding en crisisbeheersing, instandhouding van de meldkamer, ondersteuning bij repressieve inzetten en ondersteuning op het vlak van pro-actie en preventie. Ook adviseert en ondersteunt de VNOG op brandweerterrein de gemeenten binnen het werkgebied bij het verrichten van hun lokale werkzaamheden (bijvoorbeeld het voorbereiden en faciliteren in de voorkoming en bestrijding van rampen en zware ongevallen op lokaal niveau). Cluster Brandweer Achterhoek West (BAW) binnen de VNOG Onze gemeente vormt samen met de gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek het cluster Brandweer Achterhoek West (BAW). Dit is één van de zes clusters binnen de VNOG. BAW is verantwoordelijk voor de basisbrandweerzorg. Dit betekent dat na een melding in het verzorgingsgebied zo snel mogelijk een brandweerwagen op de plaats van het incident komt. Het ondersteunen en faciliteren van goed geoefende, professionele brandweervrijwilligers die een incident bestrijden is één van de belangrijkste taken van het cluster. Naast de voorbereiding op incidenten verschuift de BAW ook steeds meer naar de voorkant. Dit betekent meer aandacht voor preventieve maatregelen. Het cluster draagt zorg voor een goede, kwalitatieve advisering op het gebied van brandveiligheid aan de gemeente als vergunningverlener. In het beleidsplan Brandweer Achterhoek West is opgenomen welke taken de BAW uitvoert in de komende jaren. In 2011 is het cluster Brandweer Achterhoek West begonnen. Alleen de lasten voor het materieel, de huisvesting en de vrijwilligers zijn bij de gemeente achtergebleven. Al het andere, zoals het dagelijks personeel, is overgegaan naar de VNOG. De financiële bijdrage wordt berekend via een inwonerbijdrage. Per 1 januari 2014 komen de vrijwilligers in dienst van de VNOG. De loonsom van de vrijwilligers gaat daarmee ook over naar de VNOG. Ook wordt het brandweermateriaal en –materieel overgedragen aan de VNOG. Daarmee zijn de investeringsbudgetten ook overgedragen naar de VNOG. Met de financiële effecten hiervan is nog geen rekening gehouden in deze meerjarenbegroting. Regionaal Bedrijventerrein West Achterhoek A18 De gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek kennen een regionale samenwerking voor bedrijventerreinen in de West Achterhoek. Die samenwerking is vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerreinen West Achterhoek van 1 juni 2010. In de overeenkomst zijn vastgelegd, de aanleg van het regionale bedrijventerrein (RBT- A18) en het euregionaal bedrijventerrein (EBT) in combinatie met de herstructurerings-, revitaliserings- en transformatieopgaven (HRT-opgave) van de deelnemende gemeenten. De financiële relatie verloopt binnen de grondexploitatie-opzetten voor de twee regionale bedrijventerreinen. De overeenkomst bevat de gezamenlijke ambitie om de ontwikkelingen op het gebied van de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen te stroomlijnen. Het doel van de overeenkomst is werkgelegenheid voor de regio behouden, versnippering en verrommeling van bestaande en nieuwe locaties tegen gaan, een duidelijk regionaal aanbod aan terreinen realiseren, aansluiten op de behoeften van de regio, neerwaartse onderlinge concurrentie op prijs en kwaliteit voorkomen en verevening tussen de aanleg van nieuw en de herontwikkeling van bestaande terreinen realiseren.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
76
Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers (ECAL) De kerntaak van het Erfgoedcentrum is het beheer van de archiefdocumenten van de acht deelnemende gemeenten binnen de Achterhoek. Een belangrijk aspect daarnaast is de publieksfunctie, dit is een niet-wettelijke taak. De publieksfunctie bestaat uit de voormalige publieksdiensten van de Regio Achterhoek met de diensten van de voormalige Stichting Staring Instituut. Het Erfgoedcentrum is gehuisvest in ’t Brewinc te Doetinchem. Binnen het algemeen bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer A.A.L.M. Spekschoor (wethouder). Het Erfgoedcentrum is een enkelvoudige regeling die dus maar één specifieke wettelijke taak kan behartigen. Onze bijdrage aan het Erfgoedcentrum is gebaseerd op een strekkende meterprijs voor beheerde archiefbescheiden ouder dan 20 jaar. De algemene kosten voor het beheer (huur, inspectie, toezicht etc.) worden verrekend via een inwonerbijdrage. De publieksfunctie wordt eveneens berekend via een inwonerbijdrage. Naast de Achterhoekse gemeenten wordt de publieksfunctie ook (nog) gesubsidieerd door de provincie Gelderland en de gemeenten Doesburg, Rijnwaarden, Lochem, Zutphen, Westervoort en Duiven. Trend binnen deze gemeenten is te bezuinigen op de publieksfunctie c.q. de niet-wettelijke taken. Recreatieschap Achterhoek en Liemers (RAL) De doelstelling is het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openluchtrecreatie en toerisme, waarbij de bescherming van de natuur en het landschappelijke karakter voorop staat. Het Recreatieschap Achterhoek en Liemers (RAL) kent voornamelijk een uitvoerende taak. De taken zijn ondermeer ontwikkeling, beheer en onderhoud van dagrecreatiegebieden, fiets-, wandel- en ruiterpaden, waterwegen en routestructuren. Ook rekent zij advisering, promotie en voorlichting op het terrein van openluchtrecreatie tot haar taak. De 13 deelnemende gemeenten liggen in de Achterhoek en de Liemers en het hoofdkantoor is gevestigd in Hummelo. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door mevrouw D.J. Mulderije (wethouder). Zij is ook lid van het Dagelijks Bestuur. De deelname aan het RAL vanuit onze gemeente komt voort uit de wens om bovenlokale dagrecreatie te realiseren. Een andere reden is dat onze gemeente een deel van de onderhoudstaken voor lokale fietspaden aan het RAL heeft overgedragen. De financiële bijdrage bestaat uit een inwonerbijdrage en een financieringsbijdrage op basis van het aantal inwoners en toeristische overnachtingen. De veranderde omgeving van het RAL en de uitkomsten uit kerntaken- en bezuinigingsdiscussies bij gemeenten hebben geleid tot een andere visie op het RAL. De kern hiervan is dat een noodzakelijke kwaliteitsimpuls, in termen van vernieuwing en ontwikkeling van recreatiegebieden, effectiever en efficiënter door de markt kan worden opgepakt. De exploitatie van recreatiegebieden is niet langer "core business" van de overheid. Bovendien zijn met behoud van kwaliteit ook andere taken van het RAL efficiënt bij Regionale Bureaus voor Toerisme (toeristische routenetwerken) en/of gemeenten (onderhoud fietspaden) onder te brengen. Tot slot kan door taken anders te organiseren een kostenbesparing worden gerealiseerd voor de burger in de Achterhoek en Liemers. Daarom is een integratie- en ontmantelingstraject ingezet bij het RAL. Het doel is een succesvolle overdracht van de RAL-taken in een nieuwe of bestaande toeristische organisatiestructuur en zorgvuldige opheffing en ontmanteling van de RAL-organisatie. De recreatiegebieden worden door middel van een fusie ondergebracht bij Recreatie Gemeenschap Veluwe (RGV), dat voor een kwaliteitsimpuls kan zorgen. De recreatieve
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
77
fietspaden vallen terug naar de gemeenten alwaar ze samen met andere gemeentelijke infrastructuur worden beheerd. De ontwikkeling en het beheer van routestructuren blijft via een Regionaal Bureau voor Toerisme georganiseerd; op deze manier blijft samenhang behouden en is betere aansluiting op bovenregionale routes mogelijk. De planning is erop gericht dat de integratie en ontmanteling voor het einde van 2013 zijn beslag krijgt via besluitvorming in de gemeenteraden (in de meeste gemeenteraden inmiddels al mee ingestemd) en het algemeen bestuur van het RAL. Delta De doelstelling van de gemeenschappelijke regeling Delta is succesvolle re-integratie van medewerkers in het arbeidsproces. Delta voert voor de gemeenten Bronckhorst, Brummen, Lochem, Voorst en Zutphen de Wet sociale werkvoorziening (WSW) uit. De deelname aan Delta vanuit onze gemeente komt voort uit de wettelijke aanwijzing om een werkvoorzieningschap in te zetten voor mensen met een arbeidshandicap. Het hoofdkantoor is gevestigd in Zutphen. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer P.H.M. Seesing (wethouder). De gemeente betaalt aan het werkvoorzieningschap, naast een vaste jaarlijkse vergoeding van ongeveer € 20.000, de rijksvergoeding voor verrichte dienstverlening door. In het uiterste geval kan de gemeente aangesproken worden voor exploitatietekorten. In het werkgebied biedt Delta werk aan - een vrij constante groep van - ongeveer 1.000 medewerkers met een arbeidshandicap. De handicap kan geestelijk of lichamelijk zijn. Er wordt werk geboden, gezorgd voor arbeidsontwikkeling van het individu en ook de geschiktheid van mensen voor de reguliere arbeidsmarkt wordt bevorderd. Vanuit het Rijk zijn voorstellen gedaan om verregaande bezuinigingen door te voeren binnen de WSW. Onze gemeente heeft ook aan Delta werkzaamheden uitbesteed voor onder andere groenonderhoud en bezorging van post. Stadsbank Oost-Nederland De doelstelling van de Stadsbank Oost-Nederland is om een, vanuit een bedrijfseconomische en maatschappelijke optiek gezien, verantwoord pakket van (financiële) dienstverlening aan te bieden aan de inwoners in haar rechtsgebied. De Stadsbank houdt zich bezig met ondermeer schulden regelingen, budgetbeheer, bewindvoering en preventie. Aan deze gemeenschappelijke regeling nemen 22 gemeenten uit Twente en de Achterhoek deel en het hoofdkantoor is gevestigd in Enschede. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer P.H.M. Seesing (wethouder). De financiële bijdrage wordt berekend via tarieven en is gebaseerd op de werkelijk afgenomen producten en het aantal inwoners. Per 1 juli 2012 is de nieuwe wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. In de raadsvergadering van augustus / september 2012 is uw raad het beleidsplan Integrale schuldhulpverlening 2012 - 2015 ter vaststelling aangeboden. Er is vooralsnog geen bijzondere aanpak nodig. De Stadsbank werkt volgens de regels van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost Gelderland (GGD Gelre IJssel) Het doel is het bewaken, bevorderen en beschermen van de gezondheid van de bevolking van de regio met speciale aandacht voor jeugd en risicogroepen. De GGD wil zich profileren als een herkenbare en laagdrempelige organisatie en als een leverancier van betrouwbare en vakkundige zorg aan haar klanten.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
78
De 22 deelnemende gemeenten zijn gelegen in de Achterhoek, Liemers, Stedendriehoek en Noord en West-Veluwe. Het hoofdkantoor is gevestigd in Apeldoorn. In het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door mevr. J.I.M. Steffens (wethouder). De deelname aan de GGD NOG vanuit onze gemeente komt voort uit de wettelijke aanwijzing van de regionale gezondheidsdiensten als uitvoerder van de Wet publieke gezondheid (WPG). De financiële bijdrage wordt berekend via een inwonerbijdrage. Binnen de GGD komen alle lokale en landelijke werkzaamheden op het terrein van de WPG samen. Het samenwerkingsverband verzorgt voor de gemeenten de gezondheidstaken op het terrein van de Jeugdgezondheidszorg, Infectieziektebestrijding, Vaccinaties, Medische milieukunde, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ), Epidemiologie, Bevolkingsonderzoeken en Forensische zorg. De GGD heeft de opdracht om, naast de bezuinigingen die al gerealiseerd zijn, op zoek te gaan naar mogelijkheden tot verdere bezuiniging. Er is een discussie gaande over de positionering van de JGZ. Afhankelijk van keuzes die hierin worden gemaakt kan dit consequenties hebben voor de GGD. Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) De ODA behandelt de aanvragen voor vergunningen in het kader van het omgevingsrecht (milieudeel), toetst meldingen, houdt toezicht op en handhaaft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Daarnaast adviseert de ODA gemeenten en provincie (op verzoek) bij de opstelling van beleid en bij specifieke ontwikkel- en uitvoeringsprojecten. De ODA is opgericht op 7 november 2012 en is vanaf 1 april 2013 operationeel. De ODA is een gemeenschappelijke regeling waaraan de volgende overheden deelnemen: ● de 10 gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen. ● Provincie Gelderland. Het hoofdkantoor is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Bronckhorst te Hengelo. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordig door de heer A.A.L.M. Spekschoor (wethouder). In het algemeen bestuur is elke partij met één stem vertegenwoordigd. De exploitatielasten van de ODA worden door gemeenten en provincie gefinancierd op basis van omslag van de kosten naar de deelnemers. De ODA is nog pril in haar bestaan en heeft geen eigen vermogen. Uitgangspunt is een efficiënte organisatie met een sluitende begroting. De gekozen opzet van de ODA is in de praktijk vrij complex. De ondersteuning wordt door diverse gemeenten geleverd en er zijn meer mensen in dienst genomen in plaats van gedetacheerd. Daarnaast blijkt bij nader inzien dat het bedrijfsplan, dat is gebruikt als onderlegger voor het opzetten van de ODA, niet aansluit bij de werkelijke kosten. Gelet op de werkelijk te maken kosten (zeker voor de te leveren ondersteuning) valt de ODA duurder uit, dan bij aanvang ingeschat. Separaat aan deze ontwikkeling zal op korte termijn een onderzoek uitgevoerd worden door een extern bureau naar de kosten van overhead en ondersteuning. De verwachting is, dat daaruit voorstellen komen om de ODA goedkoper te organiseren.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
79
De taken van de ODA vallen uiteen in de volgende deelopdrachten: ● zorgen dat de taakuitvoering blijft voldoen of gaat voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. De kwaliteitseisen zijn herzien op 10 punten die vastgesteld zijn in het bestuurlijk overleg van Puma met de staatssecretaris Milieu (28 juni 2012). Het doel van deze criteria: de uitvoering van vergunningverlening en toezicht & handhaving door gemeenten en provincies in het omgevingsrecht te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen. De criteria gaan over proces, inhoud en kritieke massa. Voor het milieudeel is een regionale maatlat beschikbaar met normuren voor een kwalitatief goede uitvoering van taken. ● zorgen voor een goede afstemming/samenwerking met partijen. Hiermee wordt gedoeld op de 11 partners, de bedrijven, de burgers, de omgevingsdiensten binnen het Gelders stelsel, de waterschappen en Rijkswaterstaat, rijksinspecties en diensten, openbaar ministerie, de brandweer en de veiligheidsregio. Voor opdrachtgevers wordt het relatiebeheer helder belegd binnen de omgevingsdienst. ● zorgen voor een zo eenduidig mogelijke taakuitvoering in het gehele gebied van de Achterhoek met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties. De uitvoeringsprogramma’s voor gemeenten en provincie worden opgesteld vanuit het perspectief van de overheid als opdrachtgever. Wanneer het gaat om de uitvoering van taken, gebeurt dit vanuit het perspectief van burgers en bedrijven met zoveel mogelijk één procedure en geharmoniseerde processen en documenten. Bijdragen gemeenschappelijke regelingen
werkelijk 2012
begroting 2013
begroting 2014
1B Bestuur en Agenda Achterhoek 2020
85.213
84.046
89.256
1B Regiomarketing (incl. subsidie Euregio)
44.210
89.258
85.053
2A Afbouwtaken (regionaal archeoloog, BWS, etc)
10.757
11.362
-
3B Subsidie Stichting Toerisme (nieuwe STAT)
81.490
16.868
16.745
6A Stortplaatsen (afval)
2.101
-
223.771
201.535
1D Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (cluster BAW)
1.123.015
1.245.682
993.205
Totaal Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
1.123.015
1.245.682
1.286.368
121.107
155.823
152.499
11.738
11.738
10.564
132.845
167.561
163.063
33.955
33.732
33.732
Totaal Regio Achterhoek 1D Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (algemeen)
3A Archieftaak 3A Taken voormalig Staring Instituut Totaal Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 1A Rekenkamercommissie
191.054 293.163
2A Regionaal Bedrijventerrein West Achterhoek A 18
-
-
-
3B Recreatieschap Achterhoek en Liemers (RAL)
-
73.702
77.745
21.367
20.000
20.000
5C Stadsbank Oost Nederland
126.108
141.505
143.981
5D GGD Gelre IJssel
487.884
506.289
506.255
5C Delta
6A Omgevingsdienst Achterhoek Totaal gemeenschappelijke regelingen Bedrag per inwoner Bedragen in €
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
51.745
402.435
557.332
2.200.690
2.792.441
2.979.530
59,13
74,99
80,74
80
2.2.6.3
Deelnemingen in bedrijven
Deelname in bedrijven doen wij in de vorm van aandeelhouderschap. Wij kunnen invloed uitoefenen via de vergadering van aandeelhouders. De invloed is ook afhankelijk van de overige aandeelhouders. Wij hebben aandelen in zes ondernemingen. Bij vijf ondernemingen ramen wij ook dividend. Bank Nederlandse Gemeenten BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. BNG Bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Hierdoor heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen. De Staat is voor de helft aandeelhouder. Voor de andere helft zijn de aandelen in handen van provincies, gemeenten en een hoogheemraadschap. De BNG is gevestigd in Den Haag. Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG Bank via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten (een stem per aandeel van € 2,50). Het maatschappelijk aandelenkapitaal bestaat uit 100 miljoen aandelen van € 2,50 nominaal, waarvan 55.690.720 aandelen zijn geplaatst en volgestort. 50% hiervan is in handen van het Rijk en de overige 50% is in handen van gemeenten, elf provincies en een hoogheemraadschap. Gemeente Bronckhorst bezit 72.384 aandelen. Gedurende het begrotingsjaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank (hierbij is het gevolg van een eventuele gemeentelijke samenvoeging buiten beschouwing gelaten). De vooruitzichten voor 2013 zijn wederom met meer dan normale onzekerheden omgeven. De bank verwacht een met 2012 vergelijkbaar volume nieuwe langlopende kredietverlening. Bij klanten wordt gerekend met terughoudendheid ten aanzien van nieuwe investeringen. De bank voorziet een geringe toename van het renteresultaat. Het resultaat financiële transacties blijft zeer gevoelig voor de ontwikkeling van de Europese schuldencrisis. Daarnaast zal een aanpassing in de systematiek van waardebepaling van derivaten naar verwachting leiden tot toenemende ongerealiseerde resultaatvolatiliteit. Gegeven de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de hoogte van de nettowinst. Nuon leveringsbedrijf: Nuon Energy Nuon Energy bedient met ca. 6.000 medewerkers meer dan 3 mln consumenten en organisaties in Nederland, België en Duitsland. Nuon Energy produceert en levert elektriciteit, gas, warmte en koude. Tot slot biedt zij aanvullende diensten en technische innovaties aan bedrijven en consumenten. Nuon Energy streeft daarbij naar een betrouwbare, duurzame en betaalbare energievoorziening. Tot 2009 waren de aandelen volledig in handen van provincies en gemeenten. Bronckhorst bezat circa 0,4% van het totale aandelenbezit. De aandelen hebben wij en alle andere aandeelhouders in 2009 verkocht aan het Zweedse concern Vattenfall. De aandelen worden in gedeelten (tranches) geleverd. Per 1 juli 2013 heeft Vattenfall 79% van de aandelen in bezit. De resterende aandelen zijn of worden geleverd op 1 juli 2015. Hoewel de plicht per Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
81
1 juli 2013 is vervallen, opereert Nuon nog onder de eigen merknaam, met als toevoeging: part of Vattenfall. Totdat het laatste aandeel is verkocht in 2015, ontvangen wij jaarlijks een vast dividend van 2% over de verkoopwaarde van de nog in bezit zijnde aandelen. Vanaf 1 juli 2015 hebben wij geen aandelenbelang meer in Nuon Energy. Vattenfall wordt, net als andere Europese energieproducenten, geraakt door de steeds slechter wordende marktvooruitzichten. De organisatie schat nu in dat de markt zich in de nabije toekomst niet gaat herstellen. Tot nu toe heeft Vattenfall op de moeilijke marktsituatie gereageerd door te consolideren en aanzienlijke besparingen door te voeren, maar aanvullende krachtige maatregelen zijn nu noodzakelijk. De situatie op de energiemarkt noopt Vattenfall nu tot het nemen van vergaande bijstellingen. Vattenfall deelt de organisatie op in een Scandinavische eenheid en een continentale Europese eenheid. Dit is één van de maatregelen die genomen zijn als reactie op ontwikkelingen op de Europese energiemarkt. Vattenfall waardeert verder de activa af met circa € 3,4 mld als gevolg van marktontwikkelingen en grotere bedrijfsrisico's. Ook worden de investeringen voor de komende 5 jaar verlaagd met circa € 2 mld (van € 14 mld naar € 12 mld). Alliander Alliander is het netwerkbedrijf voor de distributie van energie in grote delen van Nederland met ruim 7.000 medewerkers en 3,3 mln klanten in Nederland. Naast beheer van energienetten legt Alliander zich ook toe op het werken aan betrouwbare energievoorzieningen en het faciliteren van energie gerelateerde ontwikkelingen. Het netwerkbedrijf Alliander bestaat uit de bedrijfsonderdelen Liander, Endinet en Liandon. Liander vormt de kern van de groep en is verantwoordelijk voor ongeveer 85% van de omzet. Dit bedrijfsonderdeel beheert de gas- en elektriciteitsnetwerken in de provincies Gelderland, Friesland, Flevoland, Noord-Holland en delen van Zuid-Holland. Deze rol is wettelijk vastgelegd. Endinet B.V. is verantwoordelijk voor het beheer, het onderhoud en de aanleg van de gas- en/of elektriciteitsnetwerken in de regio’s Eindhoven en Oost-Brabant. Liandon ontwerpt, bouwt en onderhoudt complexe energie-infrastructuren voor klanten. De aandelen van dit netwerkbedrijf moeten wettelijk in handen van de publieke sector blijven. Alle aandelen van Alliander zijn direct of indirect in handen van Nederlandse provincies en gemeenten. De grootste aandeelhouders van Alliander zijn de provincies Gelderland, Friesland en Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. De overige aandelen zijn in handen van diverse gemeenten. Het hoofdkantoor van het bedrijf is gevestigd in Arnhem. Bronckhorst bezit bijna 0,4% van de aandelen. Van de 58 aandeelhouders hebben de 31 kleinste (samen circa 9% van de aandelen), waaronder Bronckhorst, zich verenigd in de NUVAL met het doel gezamenlijk te kunnen optreden als één grote aandeelhouder. Vitens Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland, heeft circa 1.430 medewerkers (fte) en levert drinkwater voor 2,4 mln aansluitingen. Zij wil door klanten, samenleving, medewerkers en aandeelhouders herkend worden als een betrouwbaar en toonaangevend drinkwaterbedrijf, dat met een uitstekende bedrijfsvoering maatschappelijk verantwoord onderneemt. Ook helpt Vitens mee aan het verbeteren van de watervoorziening voor meer dan 20 mln mensen in ontwikkelingslanden over de hele wereld. Vitens is een publiek bedrijf. De aandelen van de NV zijn in handen van provinciale en gemeentelijke overheden in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht en Overijssel. Ook een aantal gemeenten in Drenthe en Noord-Holland is aandeelhouder. Het hoofdkantoor is gevestigd in Utrecht.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
82
Het eigen vermogen daalt in 2012 met € 12,2 mln naar een niveau van € 386,1 mln. De daling van het eigen vermogen wordt veroorzaakt door vermindering van de afdekkingsreserve als gevolg van een verdere daling van de waarde van derivaten (€ 26,2 mln), toevoeging van het resultaat 2012 (€ 29,6 mln) en het in 2012 uitgekeerd dividend over boekjaar 2011 (€ 15,5 mln). Amphion Met ons aandeelhouderschap ondersteunen wij het culturele aanbod aan theaters in onze regio. De officiële naam is N.V. Cultureel Centrum Amphion. Volgens de statuten kent de schouwburg drie bestuursorganen: de directeur/bestuurder, de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders. Binnen de algemene vergadering van aandeelhouders wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer P.H.M. Seesing (wethouder). De vergadering van aandeelhouders gaat over de goedkeuring van het jaarverslag, wijziging van de statuten, benoeming van het bestuur en de leden van de raad van commissarissen. Berkel Milieu Berkel Milieu NV is een publiek inzamelbedrijf en verwerkingsbedrijf van huishoudelijk afval. De aandelen zijn in handen van de gemeenten Brummen, Doesburg, Zutphen, Lochem en onze gemeente. Het hoofdkantoor is gevestigd in Zutphen. Binnen de algemene vergadering van aandeelhouders wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer A.A.L.M. Spekschoor (wethouder). Het bedrijf kent geen winstoogmerk; resultaten worden jaarlijks verrekend met de aandeelhouders op basis van het aantal aandelen. Dit resultaat komt in Bronckhorst ten goede aan de tarieven afvalstoffenheffing via de egalisatiereserve afvalstoffenheffing. Er loopt een besluitvormingstraject naar een mogelijke fusie tussen Berkel Milieu en Circulus. Circulus is een vergelijkbaar samenwerkingsverband van de gemeenten Apeldoorn, Deventer en Epe. Dividendopbrengsten
Aandelen
Nominale waarde (x € 1)
werkelijk 2012
raming 2013 raming 2014
Bank Nederlandse Gemeenten
72.384
180.960
83.242
107.850
80.000
Nuon per 01-07-2013 (tot 2016)
194.389
971.944
280.326
280.500
163.600
Alliander
539.969
-
446.043
293.678
316.000
21.362
21.362
57.250
55.000
55.000
42
19.059
-
-
-
147
-
45.672
32.587
32.587
912.533
769.615
647.187
24,52
20,67
17,54
Vitens Amphion Berkel Milieu Totaal winstuitkering Bedrag per inwoner Bedragen in €
2.2.6.4
Overige samenwerkingsverbanden
Algemeen Naast de gemeenschappelijke regelingen zijn er nog stichtingen waarin wij participeren. Deelname vindt zowel plaats in bestuurlijke als in financiële zin. De gemeente participeert niet langer in het Plattelandshuis; deze stichting wordt eind 2013 opgeheven. De enige stichting waarin wij, onder deze noemer, nog rechtstreeks participeren is de Stichting IJsselgraaf.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
83
Stichting IJsselgraaf Vanaf 1 januari 2003 oefent de Stichting IJsselgraaf het bevoegde gezag uit voor het openbaar onderwijs in Doetinchem, Doesburg en onze gemeente. Als rechtspersoon heeft de stichting een eigen bekostigingsrelatie met het ministerie. Vanuit de grondwettelijke plicht van artikel 23 te voorzien in voldoende openbaar onderwijs, is het toezicht op de Stichting IJsselgraaf opgedragen aan de gemeenteraad. In het “Reglement Gemeentelijk Toezicht op Openbaar Onderwijs” is door de gemeenten Bronckhorst, Doetinchem en Doesburg in 2005 het toezicht geregeld. Instrumenten daarbij zijn de begroting, het jaarverslag en de rekening. De toezichthouder vanuit onze gemeente is mevr. J.I.M. Steffens (wethouder). De gemeente is daarnaast zelf verantwoordelijk voor de huisvesting (bouw en onderhoud van de buitenkant) van openbare en bijzondere basisscholen. 2.2.6.5
Kengetallen financiële positie verbonden partijen
In het geactualiseerde Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten zijn ook aanvullende eisen gesteld aan de informatie over de verbonden partijen. Over de inhoudelijke ontwikkelingen bent u in de voorgaande paragrafen geïnformeerd aan de hand van de laatst bekende begrotings- of jaarstukken van de verbonden partijen. Er wordt ook meer financiële informatie verwacht. Zo moet vanuit de laatst bekende jaarcijfers te zien zijn hoe de vermogenspositie bij de verbonden partij is en welk resultaat de verbonden partij heeft gerealiseerd (is de verbonden partij financieel gezond?). Financiële positie verbonden partijen
Vestigingsplaats
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat na bestemming
per 31-12-12
per 31-12-12
jaarrekening 2012
Gemeenschappelijke Regelingen Regio Achterhoek
Doetinchem
1.257
14.279
112
ECAL
Doetinchem
21
524
-34
VNOG/GHOR
Apeldoorn
4.593
8.188
1.209
GGD NOG
Apeldoorn
3.765
682
470
RAL
Hummelo
niet beschikbaar
niet beschikbaar
niet beschikbaar
Delta
Zutphen
4.812
1.396
-318
Stadsbank
Enschede
3.561
3.840
577
Rekenkamercie
s-Heerenberg
-
-
60
Reg. Bedrijventerrein A18
Doetinchem
-
-
-
ODA
Hengelo (Gld)
-
-
-
Deelnemingen BNG
Den Haag
niet beschikbaar
niet beschikbaar
niet beschikbaar
Nuon
Arnhem
niet beschikbaar
niet beschikbaar
niet beschikbaar
Alliander
Arnhem
3.203.000
4.211.000
228.000
Vitens
Arnhem
386.100
1.296.000
29.600
Amphion
Doetinchem
niet beschikbaar
niet beschikbaar
-
Berkel Milieu
Zutphen
3.562
2.805
350
Zelhem
3.228
3.002
442
Overige Samenwerkingsverbanden St. IJsselgraaf
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
84
2.2.6.6
Conclusie
Onze gemeente kent tien gemeenschappelijke regelingen. Aan negen gemeenschappelijke regelingen verstrekken wij een bijdrage die in de begroting in totaal geraamd wordt op € 2.979.530 (€ 80,74 per inwoner), met als aanvoerder de Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (€ 1.286.368). Nieuwkomer bij de gemeenschappelijke regelingen is de Omgevingsdienst Achterhoek (€ 557.332). Het aantal deelnemingen omvat zes organisaties. Een vijftal hiervan levert dividend op. In 2014 naar schatting € 647.187 (€ 17,54 per inwoner). Dit is lager dan in 2013 vanwege hogere belastingen op winsten. Het grootste aandeel hierin komt van het netwerkbedrijf Alliander (€ 316.000).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
85
2.2.7
Paragraaf Grondbeleid
2.2.7.1
Inleiding
Het grondbeleid van de gemeente Bronckhorst heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van diverse programma’s en beleidsvelden. Grondbeleid is instrumenteel beleid. Het bevat de juridische en financiële instrumenten om ruimtelijke plannen te realiseren. Het volkshuisvestingsbeleid en het werkgelegenheidsbeleid zijn sturend aan het ruimtelijke ordeningsbeleid in die zin dat daarin de beleidswensen ruimtelijk worden vormgegeven in planvorming voor uitleggebieden, inbreidingsplannen, herontwikkeling en herstructurering voor zowel woningbouw als bedrijventerrein. Vervolgens is voor het ruimtelijke ordeningsbeleid het grondbeleid weer volgend beleid. Het voert immers het ruimtelijke ordeningsbeleid feitelijk uit, zorgt er voor dat de bestemmingsplannen worden gerealiseerd, meestal door verwerving, bouwrijp maken en gronduitgifte. Het vervaardigen en hanteren van het instrumentarium dat daarvoor nodig is, is een primaire taak van het grondbeleid. 2.2.7.2
Visie
Bij vaststelling van de TBB-visie en vervolgens bij de vaststelling van de perspectiefnota 2013 - 2016 heeft u gekozen om het actief grondbeleid te wijzigen naar een facilitair grondbeleid. Bij faciliterend grondbeleid zetten wij al onze middelen in om de gewenste ruimtelijk ontwikkeling te realiseren, maar maken wij niet de keuze om dat altijd te realiseren door ook de grond te verwerven. In de herziene nota Grondbeleid gemeente Bronckhorst 2013 zult u voor het grondbeleid de aandachtspunten vorm grondbeleid, grondprijzen, financiële en informatievoorziening verder invullen. Faciliterend grondbeleid ● wij voeren niet bij alle ruimtelijke ontwikkelingen de regie. ● met de woningbouwcorporaties ProWonen en Sité zijn prestatie-afspraken gemaakt. ● kosten worden optimaal verhaald; waar nodig zal er een exploitatieplan worden vastgesteld. Grondprijzen ● wij hanteren marktconforme grondprijzen. ● de grondprijzen voor de verschillende functies liggen vast in een grondprijzenbrief. De grondprijzenbrief is in 2012 door ons vastgesteld voor de periode 2012 - 2013. Een herziene grondprijzenbrief voor 2014 - 2015 bieden wij u aan in het najaar van 2013. Financieel ● jaarlijks worden alle grondexploitaties geactualiseerd en binnen deze paragraaf Grondbeleid aan uw raad ter informatie aangeboden bij de begroting en bij de jaarstukken. Voor de besluitvorming over grondexploitaties van nieuwe plannen sluiten wij aan bij de besluitvormingsprocedure met betrekking tot bestemmingsplannen. Informatie ● de jaarlijkse geactualiseerde grondexploitaties moeten, voldoende gedetailleerd, vertrouwelijk ter informatie aan de gemeenteraad aangeboden worden. Die informatie gaat in op de kosten, op de opbrengsten en op de factor tijd. ● van de jaarlijks gerealiseerde strategische aankopen, voor zover nog actueel, wordt telkens in het eerste kwartaal van het daarop volgende jaar bij de jaarstukken (vertrouwelijk) schriftelijk mededeling gedaan aan de gemeenteraad.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
86
●
de grondprijzen voor de verschillende functies liggen vast in een grondprijzenbrief. De grondprijzenbrief wordt jaarlijks voor herziening voorgelegd aan ons college.
Ontwikkelingen In 2011 is door u de regionale woonvisie vastgesteld en is met de uitvoering hiervan gestart. In de visie heeft u toen vastgesteld dat er tot 2025 maximaal 385 nieuwbouwwoningen netto toegevoegd mogen worden. Dit heeft eind 2011 geleid tot het schrappen van 230 geplande nieuwbouwwoningen in Hengelo, Drempt, Baak en Kranenburg door de verschillende ontwikkelaars. De financiële consequenties hiervan zijn door u op 15 december 2011 vastgesteld. Daarnaast is het aantal geplande woningen in gemeentelijke complexen met ettelijke tientallen naar beneden aangepast. In 2013 heeft u de regionale woonvisie herzien en vastgesteld. De basis bleef staan, maar de looptijd is verlengd. Op het gebied van de ontwikkeling van bedrijventerreinen werken wij in de Achterhoek regionaal samen om de vraag en het aanbod permanent op elkaar af te stemmen. Dit om te voorkomen dat er een overschot van bedrijventerreinenareaal ontstaat. In Bronckhorst is het geplande bedrijventerrein Winkelskamp-Oost voorlopig de laatste uitbreiding. De nota Bovenwijkse voorzieningen is door u in 2011 vastgesteld en herzien in 2013. De prioriteringslijst van de vastgestelde voorzieningen is tot 2016 geprioriteerd. In 2015 zullen wij u een nieuwe actualisatie en prioritering voorleggen. 2.2.7.3
Grondexploitaties
Voor de complexen en voorzieningen gaan wij uit van de boekwaarde per 31 december 2012. In deze subparagraaf informeren wij u over de lopende complexen in 2014. Lopende complexen 16. De Vinkenkamp (Zelhem) Het bedrijventerrein “De Vinkenkamp” had een uitgeefbare oppervlakte van circa 8,5 ha. De grondprijzen zijn in 2013 niet met de inflatiecorrectie geactualiseerd. De uitgifteprijs is volgens de Grondprijzenbrief 2012 - 2013. Op de peildatum 11 juli 2013 zijn er nog 10 kavels te koop. Door de economische ontwikkeling zijn er in de periode van 2011 tot heden geen kavels verkocht. Er zijn verschillende gesprekken gaande met geïnteresseerde kopers. Het terrein is verder grotendeels woonrijp gemaakt. Jaarlijks zal worden beoordeeld of dit grondcomplex kan worden afgesloten. Vooralsnog is de verwachting dat dit complex met positief resultaat wordt afgesloten. 22. Woningbouw A.G. Noijhof (Hoog-Keppel) Voor de locatie van de voormalige gemeentewerf te Hoog Keppel is het bestemmingsplan onherroepelijk. Voor deze locatie is in verband met het woningbouwprogramma gekozen om hier drie kavels uit te geven. De verkoop is medio 2012 gestart en er wordt gecommuniceerd dat gemeente hier uitgeefbare kavels heeft. 23. Vorden centrum In het najaar van 2012 is gestart met de herinrichting Vorden Centrum. Dorpsstraat 1 wordt herontwikkeld tot een aantrekkelijke functie. 24. Ruurloseweg Enkweg (Vorden) De locatie is medio 2012 woonrijp gemaakt. Over de voortgang wordt u in de herfst van 2013 geïnformeerd.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
87
25. Woordhof (Hummelo) Het plangebied geeft de mogelijkheid om 8 woningen te bouwen. In het kader van de regionale woningbouw streven wij er naar om minder woningen toe te voegen en de ruimtelijke kwaliteit hoog te houden. In 2013 zijn 6 opties verstrekt. Begin 2014 zullen enkele kavels verkocht worden. 29. HAVO terrein (Vorden) In het najaar van 2012 is de bodemsanering uitgevoerd en het terrein bouwrijp gemaakt. Fase 1 betreft de realisatie van 7 patiowoningen. Wij streven er naar om dit door middel van collectief particulier opdrachtgeverschap te realiseren. Fase 2, 7 bouwkavels voor vrijstaande en 2^1 kap, is gepland voor 2014. 30 en 31. Hengelo Centrum en openbare ruimte (fase 2) In het najaar van 2012 zijn het voormalige gemeentehuis en de DA-locatie gesloopt. In het voorjaar van 2013 is gestart met de bouw van fase 1, de supermarkt. Fase 2 zal met de bouw aanvangen zodra er van de commerciële ruimte 70% is verkocht of verhuurd. Verwacht wordt dat medio 2014 fase 2 kan worden gestart. De financiële uitgangspunten voor de herontwikkeling van het masterplan blijven binnen de vastgestelde grondexploitatie. 70. Steenderen - Noord (Industrie 2) Het bedrijventerrein heeft een uitgeefbaar terrein van circa 1,5 ha. De grondprijzen zijn in 2013 niet met de inflatiecorrectie geactualiseerd. De uitgifteprijs is volgens de Grondprijzenbrief 2013 - 2014. Op de peildatum 1 januari 2014 zullen naar verwachting nog 9 kavels te koop zijn. Door de economische ontwikkeling zijn er in de periode van 2011 tot heden geen kavels verkocht. Er zijn verschillende gesprekken gaande met geïnteresseerde kopers. Jaarlijks zal worden beoordeeld of dit grondcomplex kan worden afgesloten. Naar verwachting zal dit grondcomplex kostenneutraal worden afgesloten. 77. Winkelskamp Oost (Hengelo) In 2013 zijn de eerste 2 kavels verkocht. Bij de ontwikkeling van dit industrieterrein is er geen traditionele verkaveling gemaakt, ondernemers kunnen aangeven aan welke afmeting de kavel moet voldoen. Wij passen de wens (waar mogelijk) vervolgens in. Er worden gesprekken gevoerd met verschillende geïnteresseerde partijen. Afhankelijk van de verkoop zal worden gestart met het bouwrijp maken van deze locatie. Strategische gronden Er zijn momenteel geen gronden in portefeuille die aan de criteria strategisch voldoen. Naar verwachting zullen wij in 2014 geen strategische grondposities meer verwerven, maar er kunnen omstandigheden ontstaan waarin dit wel gewenst is. Winstneming Er worden geen complexen afgesloten, dus is winstneming in 2014 niet aan de orde. Risico’s grondexploitatie De basis van de risicoanalyse wordt gevormd door de grondexploitaties. Een grondexploitatieberekening is de financiële vertaling van alle aspecten (kwaliteit en kwantiteit) van een project: kosten, opbrengsten, rente en tijd. Het is een realistische prognose op basis van de kennis van dat moment. Bij de herziening van de grondexploitaties brengen wij de risico’s zo goed mogelijk in beeld. Vanaf 2010 worden elk jaar herzieningen van de grondcomplexen gemaakt. Hierbij worden tevens de risicoanalyses meegenomen. In juli 2013 heeft u de regionale woonvisie vastgesteld en daarmee ook de beleidskaders op volkshuisvestelijk vlak. Met de vaststelling van de regionale woonvisie is ook vastgesteld dat de gemeente Bronckhorst in de periode 2010 - 2025 maximaal 385 woningen netto mag Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
88
toevoegen. Dit heeft consequenties gehad voor de gemeentelijke grondcomplexen en kan ook nog mogelijke schadeclaims tot gevolg hebben. 2.2.7.4
Conclusie
Er zijn op dit moment (31 juli 2013) 9 grondexploitaties actief. Sinds 2010 worden deze jaarlijks herzien en worden er risicoanalyses uitgevoerd. Rekening houdend met de vermoedelijk nog te besteden en nog te ontvangen bedragen, verwachten wij van de in uitvoering zijnde complexen exploitatie-uitkomsten een positief resultaat. Jaarlijks vindt terugkoppeling plaats van de gedane strategische aankopen. De basis van de risicoanalyse wordt gevormd door de grondexploitaties. Een grondexploitatieberekening is de financiële vertaling van alle aspecten (kwaliteit en kwantiteit) van een project: kosten, opbrengsten, rente en fasering. Het is een realistische prognose op basis van de kennis van dat moment. Bij de herziening van de grondexploitaties brengen wij de risico's zo goed mogelijk in beeld. Hierbij wordt tevens de risicoanalyse per complex meegenomen. In de risicoanalyse is meegenomen dat de interne rekenrente 5,75% is, dat de inflatiecorrectie voor de opbrengstenstijging de komende jaren op 0% is gezet en dat voor de kosteninflatie 2% is gehanteerd.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
89
2.2.8
Paragraaf Demografische ontwikkelingen
2.2.8.1
Inleiding
Deze nieuwe paragraaf Demografische ontwikkelingen is een eis van de provincie. Die wil kunnen zien of de gemeente een integrale visie formuleert voor het aandachtsveld demografische ontwikkelingen. In dat licht is de nieuwe paragraaf demografische ontwikkeling een instrument voor gemeenten die worden geconfronteerd met bevolkingsdaling. Onze gemeente is een anticipeergemeente en wij kunnen in deze paragraaf de verwachte problematiek in de toekomst en de geraamde kosten in kaart brengen. Ook leggen wij hier vast hoe wij burgers en maatschappelijke partners denken te bereiken om zodoende het probleem op de agenda te zetten en op te pakken. Tot slot zal de informatie die in deze paragraaf door alle gemeenten gegeven wordt, door het Rijk worden betrokken bij het onderzoek naar de financiële gevolgen van bevolkingsdaling voor gemeenten en bij de evaluatie van de (tijdelijke) maatstaf hiervoor in de algemene uitkering. 2.2.8.2
Analyse van de toekomst
In de aanloop naar de visie Toekomstbestendig Bronckhorst "Duurzaam en vitaal" hebben wij al onderzoek gedaan naar de demografische ontwikkelingen die op onze gemeente afkomen. Ontwikkelingen bij wonen, onderwijs, zorg en financiën. Enkele gegevens die wij daarbij hebben gebruikt, zullen wij hieronder melden en zijn ook de gegevens die wij blijven gebruiken bij het volgen van de effecten van ons beleid. Bevolkingsprognose
2013
Bevolking totaal
37.218
Bevolkingsprognose totaal
37.218
2015
2020
2030
2040
2050
36.931
36.171
34.656
32.948
30.644
Leeftijd t/m 14 jaar
5.891
5.074
4.853
4.802
4.369
Leeftijd 15 t/m 24 jaar
4.042
4.029
3.125
2.936
3.002
Leeftijd 25 t/m 44 jaar
6.661
6.135
6.462
6.128
5.595
Leeftijd 45 t/m 64 jaar
11.845
11.584
9.004
7.317
7.596
Leeftijd 65+ 8.492 Bron; Statistisch zakboek Provincie Gelderland, 2010
9.349
11.212
11.765
10.082
2.2.8.3
Beleid
Wij hebben in het traject Toekomstbestendig Bronckhorst ons totale gemeentelijke beleid getoetst aan drie ontwikkelingen: de demografische ontwikkelingen (bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing), de terugtredende overheid en de afname van financiële middelen. Een belangrijk onderdeel van het traject is de bewustwording van inwoners (en verenigingen), maatschappelijke organisaties (bedrijven, instellingen, stichtingen, etc), ambtenaren en bestuurders geweest. Wij zijn op verschillende bijeenkomsten en overleggen in gesprek gegaan over de genoemde drie ontwikkelingen. In die bijeenkomsten zijn de ontwikkelingen aan de hand van cijfers gepresenteerd en is doorgepraat over de consequenties daarvan en mogelijke reacties; wat betekent dit voor ons als inwoner, bedrijf, vereniging, organisatie, etc. Deze aanpak heeft ervoor gezorgd dat de bewustwording een feit is en wij ons kunnen richten op noodzakelijke veranderingen in ons beleid. In de perspectiefnota 2013 - 2016 hebben wij de noodzakelijke veranderingen voor het gemeentelijk beleid vastgelegd en die zijn door u vastgesteld in uw vergaderingen van 21 en 28 juni 2012 en bevestigd op 8 november 2012 (begrotingsvergadering). De keuzes van uw raad zijn in uitvoering en zijn of worden nog verwerkt in de begroting.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
90
Visie en keuzes Toekomstbestendig Bronckhorst Het traject Toekomstbestendig Bronckhorst heeft geresulteerd in een algemene visie en een visie op 6 thema’s (zorg, kindvoorzieningen, maatschappelijke accommodaties, ruimte, economie, organisatie en dienstverlening). Overkoepelend aan de 6 thema's gelden voor ons de volgende uitgangspunten: ● ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en inzetten op kwaliteit ● verscheidenheid en verbinden ● duurzaam en toekomstbestendig ● meerwaarde en efficiency In deze paragraaf benoemen wij alleen de onderdelen uit de visie die betrekking hebben op de demografische ontwikkelingen. Thema Zorg Een extra aandachtspunt voor Bronckhorst is de vergrijzing. Als gevolg van de vergrijzing neemt het aandeel oudere inwoners toe. Hoewel mensen ook steeds gezonder en vitaler ouder worden, neemt de behoefte aan zorg toe naarmate mensen ouder worden. De gemeente wil een goede kwaliteit zorg- en welzijnsvoorzieningen behouden. De gemeente wil scherper inzetten op inwoners die het echt nodig hebben en dienstverlening meer baseren op het principe van eigen kracht. Door meer efficiency moeten financiële middelen beschikbaar komen om de kwaliteit te behouden en te verbeteren. De grootste uitdaging op dit terrein is de versterking van inwoners zelf door preventie en de inzet van voorliggende voorzieningen. Op die manier wil de gemeente ervoor zorgen dat inwoners zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven houden en zo min mogelijk een beroep hoeven doen op duurdere (curatieve) voorzieningen. Hoe kunnen inwoners in het algemeen en kwetsbare inwoners in het bijzonder, in staat worden gesteld om zo lang en zo goed mogelijk regie over het eigen leven te houden? In het algemeen streven wij ernaar dat alle inwoners (met of zonder beperking) meedoen en dat zoveel mogelijk doen binnen de reguliere “gewone” voorzieningen. Inwoners zijn zelf verantwoordelijk voor een gezonde leefstijl, onderdeel daarvan is ook ‘meedoen’. Een deel van de inwoners heeft op enig moment iets meer nodig, begeleiding, ondersteuning, om mee te blijven doen en de regie op het eigen leven te houden. Voor een kleine groep is dit niet voldoende. Zij hebben intensievere vormen van ondersteuning, hulpverlening of zorg nodig. Thema Kindvoorzieningen De demografische ontwikkeling heeft nu al een merkbare invloed op het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen. Het aantal aanmeldingen van nieuwe leerlingen loopt terug. Door deze demografische ontwikkelingen zal de vraag naar kindvoorzieningen de komende jaren afnemen. De gemeente wil hierop inspelen door de kindvoorzieningen zoveel mogelijk te clusteren. Op die manier kan een goed niveau kindvoorzieningen behouden blijven zodat alle kinderen uit Bronckhorst toegang hebben tot kwalitatief goede voorzieningen. De gemeente is van mening dat de ontwikkeling van het kind en dus de kwaliteit van de kindvoorzieningen centraal moet staan in het organiseren en vormgeven van de kindvoorzieningen. Andere overwegingen zoals de leefbaarheid van dorpen, de verzuiling binnen het onderwijs, de aantallen scholen (spreiding) zijn ondergeschikt aan de kwaliteit van de kindvoorzieningen. Met andere woorden; het doel is goede kindvoorzieningen en niet (het in stand houden van) een gebouw. De gemeente Bronckhorst kiest voor een actieve rol om de afname van kindvoorzieningen te begeleiden. Daarbij streeft zij naar bundeling/ concentratie van scholen en voorschoolse voorzieningen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
91
Wij baseren het gemeentelijk onderwijshuisvestingsbeleid (IHP) op de bevolkingsprognoses en het gezamenlijke gebiedsgerichte toekomstplan en zetten daarbij in op efficiency en duurzaamheid. De beschikbare financiële middelen zijn hieraan gerelateerd: minder kinderen betekent ook minder beschikbare financiële middelen voor onderwijshuisvesting. Bij iedere aanvraag voor renovatie of nieuwbouw wordt vooraf onderzocht welke alternatieven (andere gebouwen) ook geschikt kunnen zijn (of worden), welk ander (mede)gebruik mogelijk is, etc. Aanvragen voor nieuwbouw, verbouw, groot onderhoud en renovatie worden alleen in behandeling genomen als deze in lijn zijn met het gebiedsgericht toekomstplan met daarin de gebiedsgerichte visies ten aanzien van het onderwijs voor de komende 10 - 20 jaar. Thema Maatschappelijke accommodaties De hoeveelheid en spreiding van de maatschappelijke accommodaties is tot stand gekomen in de vijf voormalige gemeenten. Het beleid van de gemeente is de laatste jaren vooral gericht op het in stand houden van de (kwaliteit van de) accommodaties. In het toekomstige beleid is het in stand houden van een accommodatie niet langer een doel op zich. Gelet op de demografische ontwikkelingen is de conclusie gerechtvaardigd dat er nu (of ten minste in de nabije toekomst) een overcapaciteit is in de hoeveelheid maatschappelijke accommodaties. Het in stand houden van alle (huidige) accommodaties in combinatie met een lagere bezetting, betekent dat de kosten voor de accommodaties voor de gemeente de komende jaren verder gaan toenemen. Dit gaat ten koste van andere taken van de gemeente. Argumenten als kwaliteit, noodzakelijkheid en duurzaamheid van een accommodatie gaan boven het argument van nabijheid. Accommodaties zijn nooit voor iedereen nabij. Een verandering in spreiding betekent een verandering in nabijheid, maar daarmee niet een beperking van de bereikbaarheid. Thema Ruimte Ter voorkoming van leegstand en waardedaling van de woningvoorraad dient terughoudend omgegaan te worden met nieuwe bouwinitiatieven. Gekeken moet worden of de woningvoorraad op langere termijn – in samenwerking met de betreffende partners- mogelijk verkleind kan worden. Door de demografische ontwikkelingen zal de vraag naar woningtypen veranderen. Er zullen meer woningen voor alleenstaanden en mensen met een beperking moeten komen. Uitgaande van zo lang mogelijke zelfstandigheid van de bewoners zullen woningen hier beter bij aan moeten sluiten. Met andere woorden: er moet zoveel mogelijk levensloopbestendig gebouwd en aangepast worden. Gelet op de terughoudendheid bij nieuwbouw moet die aanpassing in de bestaande voorraad plaatsvinden. Economie De economie van Bronckhorst kent een aantal verschillende peilers, zoals recreatie en toerisme, agrarisch, de maakindustrie. Gezien de vergrijzing en extramuralisering kan ook de zorgsector als een belangrijke (toekomstige) peiler van de economie worden gezien. De zorgmarkt zal onder invloed van de demografische ontwikkelingen groeien. Als gemeente vervullen wij hier ook een randvoorwaardelijke rol. Wij sturen daarbij op concentratie van zorgvoorzieningen in de kernen, waardoor de mobiliteitsbehoefte beperkt kan blijven en de verschillende voorzieningen elkaar kunnen stimuleren en versterken. Ook voor de gebruikers wordt hiermee sociaal isolement voorkomen of doorbroken.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
92
2.2.8.4
Conclusie
Wij hebben als gemeente al sinds begin 2011 oog voor de demografische ontwikkelingen in Bronckhorst en omgeving. Het proces van bewustwording hebben wij al achter de rug. Het standvastig volgen van duurzaam (en dat is meer dan "groen") beleid naar een toekomst waarin het goed wonen, leven en recreëren is in Bronckhorst, is minder eenvoudig. Noodzakelijke parameters om de beleidseffecten te volgen, hebben wij nog niet vastgelegd. Het gebiedsgericht werken en de digitale panelenquêtes zijn voor ons momenten/ mogelijkheden om noodzakelijke parameters in te kunnen vullen, die recht doen aan de probleembeschrijving en de gewenste beleidseffecten.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
93
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
94
3
FINANCIËLE BEGROTING
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
95
3.1
Overzichten baten en lasten 2014 - 2017
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
96
3.1.1
Baten en lasten 2014 per programma
Baten en lasten 2014 Besturen
Lasten
Baten
Saldo
11.070
751
10.319
Wonen en werken
6.242
1.642
4.601
Ontspannen
3.462
288
3.174
Leren
3.879
103
3.776
Zorgen
19.432
9.010
10.422
Beheren
13.095
7.999
5.097
Middelen
3.409
39.944
-36.534
60.590
59.736
Saldo van baten en lasten Toevoeging aan reserves
2.349
Onttrekking aan reserves Geraamd resultaat 2014 (+ = tekort; - = overschot)
62.939
854 2.349
3.204
-3.204
62.939
-
De beschikking over reserves en toevoegingen aan de reserves hebben betrekking op: Gebruik van reserves
Onttrekking reserve
Toevoeging reserve
Wonen en werken 2A bestemmingsplan buitengebied 2A stimulering ontwikkeling woningmarkt
100.000 60.000
2A centrumplan Vorden
929.581
2A duurzaam gebruik bedrijventerreinen
750.000
2C uitvoering LOP
100.000
Beheren 6A deelname AGEM
22.576
6A verbeteren zandwegen
110.000
6A tariefegalisatie afvalstoffenheffing
178.724
6A tariefegalisatie rioolheffing
591.858
6B uitvoeringsprogramma GVVP
100.000
6C onderhoud graven
273.259
6C onderhoud graven 6C uitgifte graven
75.000 6.961
6C uitgifte graven
15.708
Middelen 7B derving Nuondividend
410.400
7B toevoeging reserves (rente)
441.668
7B toevoeging algemene reserve 7C vrijval bestemmingsreserve gemeentehuis Totaal Bedragen in €
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
1.225.000 162.039 3.203.540
2.349.234
97
3.1.2
Baten en lasten 2014 - 2017 per programma
Baten en lasten 2014 - 2017 per programma 1 Programma Besturen
2 Programma Wonen en werken
3 Programma Ontspannen
4 Programma Leren
5 Programma Zorgen
6 Programma Beheren
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (excl. toevoegingen/ onttrekkingen aan reserves)
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten
11.070
10.945
10.898
10.920
baten
-751
-666
-666
-666
saldo
10.319
10.279
10.232
10.254
lasten
6.242
4.835
4.084
4.021
baten
-1.642
-1.720
-1.714
-1.706
saldo
4.601
3.115
2.369
2.315
lasten
3.462
2.998
2.995
2.942
baten
-288
-288
-288
-288
saldo
3.174
2.711
2.707
2.655
lasten
3.879
4.178
3.737
3.681
baten
-103
-103
-103
-103
saldo
3.776
4.074
3.633
3.578
lasten
19.432
19.116
19.071
19.071
baten
-9.010
-8.704
-8.704
-8.704
saldo
10.422
10.412
10.367
10.367
lasten
13.095
13.300
13.312
13.247
baten
-7.999
-7.999
-7.999
-7.999
saldo
5.097
5.302
5.314
5.248
lasten
3.409
4.480
3.740
3.219
baten
-39.944
-38.354
-37.726
-37.211
saldo
-36.534
-33.873
-33.986
-33.992
854
2.020
637
426
Saldo voor toevoeging / onttrekking aan reserves (A) Toevoegingen aan reserves
2.349
866
821
882
Onttrekkingen aan reserves
-3.204
-2.631
-1.341
-1.230
-854
-1.765
-521
-348
Begrotingstekort
-
254
116
77
Begrotingoverschot
-
-
-
-
Totaal toevoegingen / onttrekkingen aan reserves (B) Saldo na toevoeging / onttrekking aan reserves (A + B)
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
98
3.1.3
Overzicht incidentele baten en lasten 2014 - 2017 per programma
Baten en lasten worden als incidenteel aangemerkt wanneer ze de begroting niet meer dan drie achtereenvolgende jaren beïnvloeden. Tijdelijke geldstromen, waarvan de eindigheid vastligt, merken wij ook als incidenteel aan. Van de incidenteel in de begroting opgenomen baten en lasten is het onderstaande overzicht te geven. Programma
Deelprogramma
Besturen
1A jongerendebatten
2014
1A onderzoek gemeentemonitor 1A transitiekosten 3 decentralisaties
2.544
1D buurtbemiddeling 2A bestemmingsplan buitengebied
15.000
15.000
6.916
6.900
2.544
100.000 60.000
13.500
12.500
75.000
75.000
475.399
485.836
485.836
22.576
15.050
7.525
2A centrumplan Vorden
929.581
2C uitvoering LOP
100.000
Ontspannen
3A ombuiging aantal speelterreinen (TBB)
300.000
Leren
4B leerlingenprognoses
Zorgen
5C nieuw beleid WMO
Beheren
6A deelname AGEM
25.000
5.481 485.836
6A verbeteren zandwegen
110.000
110.000
110.000
110.000
6B uitvoeringsprogramma GVVP
100.000
100.000
100.000
100.000
7B onvoorzien
132.000
132.000
132.000
132.000
50.000
200.000
200.000
200.000
903.500
400.000
2.059.346
1.522.861
7B Nieuw beleid algemeen 7B tijdelijke bijdrage 3 decentralisaties Totale lasten (A) Middelen
2017
10.437
2A stimulering ontwikkeling woningmarkt
Middelen
2016
102.552
1B millenniumgemeente Wonen en werken
2015
2.500.570
7B algemene uitkering voor transitiekosten
102.552
7B dividend NUON Energy
163.600
7B Bijdrage reserve centrumplannen
929.581
1.074.736
163.600
Bijdrage algemene reserve 1A jongerendebatten 2A bestemmingsplan buitengebied
15.000
2A stimulering ontwikkeling woningmarkt 2C uitvoering LOP
15.000
100.000 60.000
13.500
12.500
100.000
75.000
75.000
6A deelname AGEM
25.000
22.576
15.050
7.525
6A verbeteren zandwegen
110.000
110.000
110.000
110.000
6B uitvoeringsprogramma GVVP
100.000
100.000
100.000
100.000
1.688.309
492.150
305.025
250.000
-812.261
-1.567.196
-1.217.836
-824.736
Totale baten (B) Saldo incidentele middelen (B - A) Bedragen in € (+ = overschot; - = tekort)
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
99
3.1.4
Overzicht berekening aandeel EMU-saldo
De Nederlandse overheid moet voldoen aan Europese begrotingsregels. Het EMU-saldo moet binnen de overeengekomen grenswaarde blijven (3% van het Bruto binnenlands product). Het EMU-saldo van de decentrale overheden telt hierbij mee. Voor medeoverheden geldt een norm van 0,5% waarvan 0,38% voor gemeenten. De Nederlandse overheid staat onder grote druk om aan de Europese begrotingsregels te voldoen. Deze druk wordt doorvertaald naar de mede-overheden om op macroniveau te voldoen aan de gestelde normen. Het aandeel van de gemeente Bronckhorst in het EMU-saldo voor 2014 bedraagt, op basis van de voorliggende begroting, € 5,9 mln. De referentiewaarde voor onze gemeente bedraagt circa € 2,9 mln. Omdat het begrotingssaldo berekend wordt op basis van het stelsel van baten en lasten en het EMU-saldo op basis van het kasstelsel, verschilt ons begrotingssaldo sterk van het EMU-saldo. Gezien de wens om te investeren in met name riolering en scholen valt voor Bronckhorst in 2014 niet aan de EMU-norm te voldoen. Op basis van de prognoses en planningen blijven wij voor de jaren 2015 - 2017 binnen de gestelde norm. Berekening EMU-saldo Bronckhorst
2013
2014
2015
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
+
-1.062
-854
-20
2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
+
3.855
3.463
3.440
3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
+
1.180
940
752
4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
-
8.557
7.523
2.658
5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie + en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
-
-
-
6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
+
100
100
100
7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
-
-
-
-
8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord
+
1.270
-802
133
9 Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen
-
831
1.273
1.705
10Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
-
6.829
nee
nee
nee
-
-
-
-10.874
-5.949
42
Norm Bronckhorst
-2.900
-2.900
Overschrijding (-) of onderschrijding (+) EMU-norm
-3.049
2.942
11Verkoop effecten: 11a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) 11b Zo ja wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst op de exploitatie? Berekening EMU - saldo
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
-
100
3.2
Begroting baten en lasten 2014 op kostensoorten
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
101
3.2.1
Overzicht baten en lasten op kostensoorten
Het totaal van de baten en lasten van de programma's en producten op kostensoorten geeft onderstaand beeld: Rekening van baten en lasten
Begroting 2014
MJB 2013-2016 jaarschijf 2014
MJB 2013-2016 jaarschijf 2013
Jaarrekening 2012
Baten Algemene uitkering
29.838
29.078
29.476
30.675
9.202
8.478
9.133
12.652
10.697
10.160
10.160
9.416
6.570
7.455
7.265
7.761
647
647
764
913
56.954
55.818
56.798
62.704
15.703
16.231
16.335
16.657
3.463
3.795
3.775
3.459
Inkomensoverdrachten
20.957
20.968
22.368
23.390
Kosten derden
12.997
12.663
12.946
13.990
940
1.187
1.196
3.389
3.449
2.070
1.585
-469
1.499-
844-
57.041
55.415
57.361
Overige inkomensoverdrachten Belastingen Overigen opbrengsten en leges Dividend, winstuitkering Verkoop grond en overige duurzame goederen Totaal baten
-
1.287
Lasten Personeelskosten Afschrijvingen
Dotaties voorzieningen Aankoop grond en overige duurzame goederen Nieuw beleid Taakstellingen Totaal lasten
-
936
61.821
Rente baten
145
176
250
404
Rente lasten
964
1.026
1.116
1.179
Saldo rente lasten
819
850
866
775
Activering
-51
96-
176-
466
-854
351-
1.253-
358-
Toevoegen reserves
2.349
1.341
1.137
1.242
Onttrekking reserves
3.204
1.757
2.196
3.722
-
65
194-
2.122
Saldo van baten en lasten Toevoegingen en onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat (- = tekort) + = overschot; - = tekort
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
102
3.2.2
Toelichting
3.2.2.1
Uitgangspunten
In de perspectiefnota 2014 - 2017 zijn de uitgangspunten vastgelegd voor wat betreft de loon- en prijsstijging aan de uitgaven- en inkomstenkant en de hoogte van de rentepercentages. Deze perspectiefnota is door uw raad vastgesteld op 11 juli 2013. Die uitgangspunten hanteren wij bij de opstelling van de programmabegroting, onderdeel doorrekening ongewijzigd beleid. Een afwijking hierop vormt de overeengekomen CAOafspraak over individueel loopbaanbudget en het voorstel de trendmatige OZB-stijging eenmalig niet toe te passen. Meer hierover heeft u kunnen lezen in programma 7 Middelen (paragraaf 2.1.7) en kunt u lezen in de toelichting van het meerjarenbeeld (paragraaf 3.3.2.1). Uitgangspunten: ● De loonstijging is in de perspectiefnota geraamd op 2% als gevolg van CAO-afspraken (0%) en stijging sociale lasten (2%). Op grond van de overeengekomen CAO-afspraken over secundaire arbeidsvoorwaarden stijgen de salarislasten aanvullend met € 150.000 in de jaren 2014 en 2015. ● De prijsstijging ramen wij voor 2014 op gemiddeld 3,25%. De verwachte prijsontwikkeling bruto binnenlands product (pBBP) voor 2014 bedraagt 1,75% en dit percentage krijgen wij vergoed in de algemene uitkering en houden wij aan de lastenkant ook aan (uitgaven aan derden en subsidies). Feitelijk is dat voor de taken een eerste (kaasschaaf)korting voor het aandeel btw-aanpassing van 2% in de prijsstijging. Aan de batenkant (inkomsten uit gemeentelijke heffingen en rechten) houden wij wel 3,25% aan. Want die prijsstijging is er wel als gevolg van btw en normale inflatie. ● Voor de jaren 2015 tot en met 2017 is de prijs- en loonstijging van 2014 uitgangspunt (constante prijzen). ● Als rentepercentages hanteren wij volgens de Nota reserves en voorzieningen 1,95% voor eigen financieringsmiddelen boven het risicovermogen van € 11,5 mln en voor leningen 3,20%. Voor berekeningen (algemene uitkering, heffingen en rechten) gaan wij uit van een woningbestand van 15.600 woningen volgens de BAG-definitie woonfunctie (Basis Administratie Gebouwen) en 36.903 inwoners. ● De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2013 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De wereld staat natuurlijk niet stil, maar daar is aandacht voor bij programma 7 Middelen, onderdeel Algemene uitkering (paragraaf 2.1.7.6). In bijlage 4.3 bij deze programmabegroting hebben wij alle gehanteerde uitgangspunten uitgewerkt. 3.2.2.2
Toelichting baten en lasten (op kostensoorten)
In deze paragraaf laten wij de lastenontwikkeling op kostensoorten zien en niet op beleidsveld (toerisme, WMO of afval) of aandachtspunt (autonome ontwikkelingen, Algemene uitkering of TBB). Op beleidsveld vindt u de lasten terug in de beleidsprogramma's (hoofdstuk 2). Bij de financiële positie (paragraaf 3.3.2.1) komen de afwijkingen per aandachtspunt aan de orde voor de jaren 2015 - 2017. Maar die aandachtspunten gelden ook vaak voor het begrotingsjaar 2014. In deze paragraaf (3.2.2.2) maken wij steeds een vergelijking tussen de ramingen 2014 en de ramingen die wij in de programmabegroting 2013 - 2016 voor de jaarschijf 2014 hadden opgenomen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
103
Algemene uitkering De Algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2013. Ten opzichte van de raming uit de meerjarenbegroting 2013 - 2016 is een stijging te zien van circa € 760.000. Als belangrijkste oorzaak is aan te geven het hogere accres omdat het rjk in 2014 meer gaat uitgeven ("trap op - trap af" systeem). In meerjarenperspectief blijft het begrotingsbeeld op dit punt ongunstig. In de raming 2014 zijn nu ook de reguliere compensatie voor inflatie, bijstelling voor de WMO en een lagere korting voor eigen inkomsten (OZB) verwerkt. Op de Algemene uitkering wordt een norm in mindering gebracht voor eigen inkomsten op de OZB-waarden (inkomstenmaatstaf). De Algemene uitkering wordt berekend op basis van diverse maatstaven; de belangrijkste zijn het aantal inwoners en woonruimten (+/- 50%). De integratie- en decentralisatie-uitkeringen hebben voornamelijk betrekking op de WMO en de Centra voor Jeugd en Gezin. Algemene uitkering
Algemene uitkering gemeentefonds
Begroting 2014 29.838
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016) 29.078
Overige inkomensoverdrachten Het gaat hier om vergoedingen die wij voor specifieke doelgroepen ontvangen, gebaseerd op individuele rechten. Deze bijdragen kunnen via de algemene uitkering lopen (leerlingenvervoer), maar meestal niet (WSW). Na de invoering van de Participatiewet (2015) zullen al deze bijdragen wel via de Algemene uitkering gaan lopen. Overige inkomensoverdrachten
Bijdrage leerlingenvervoer
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
37
37
Sociale uitkeringen en verstrekkingen, bijdragen en verhaal
4.821
4.160
Wet Sociale Werkvoorziening (WSW)
4.070
4.070
275
211
9.202
8.478
Overig Totaal overige inkomensoverdrachten
Belastingen De stijging van de Onroerende-zaakbelastingen, t.o.v. de MJB 2013 - 2016, is het gevolg van het toepassen van het woonlastenprincipe in 2013. Over de ontwikkeling van de belastingen in 2014 leest u meer in de paragraaf Lokale heffingen (paragraaf 2.2.1). Belastingen
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
Rioolheffingen
4.061
3.905
Onroerende zaakbelasting
6.321
5.915
270
296
Toeristenbelasting Forensenbelasting Totaal belastingen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
46
44
10.697
10.160
104
Overige opbrengsten en huren De aanzienlijke verschillen bij de huren komt voort uit de voortvarende uitvoering van de TTB-maatregelen buitensportaccommodaties en zwembaden. Omdat wij die niet meer exploiteren, vervallen ook de jaarlijkse huurinkomsten. Overige opbrengsten en leges
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
Huren en pachten Woningen
27
50
Bibliotheken
98
123
154
530
Sportaccommodaties Schoolgebouwen
17
De Brink
242
MFA de Kamp
57
Gemeentehuis
54
Overige verhuur
55
54
545
524
Leges Rijbewijzen en reisdocumenten Overige leges Bestemmingsplannen, bouw-, sloop- en -vrijstellingen
146
143
1.395
1.601
Overige opbrengsten Zwembaden
-
127
3.139
3.118
Begraafplaatsen
398
407
Overig
485
536
6.570
7.455
Afvalstoffenheffing
Totaal overige opbrengsten en leges
Dividend, winstuitkering Wij zien in 2014 geen verdere effecten van rijksmaatregelen bij aan de overheid gelieerde bedrijven zoals BNG en Alliander in de afname van het dividend. Ook die bedrijven kennen steeds strengere belastingmaatregelen. Dividend
Berkel Milieu Bank Nederlandse Gemeenten Nuon Vitens
Begroting 2014 32
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016) 32
80
80
164
164
55
55
Alliander
316
316
Totaal dividend
647
647
Personeelskosten De vergoeding aan raadsleden, buitengewone ambtenaren burgerlijke stand, vrijwillige brandweer worden verantwoord onder vergoedingen. Het begrip loonkosten is van toepassing op het college, de griffie en het overige ambtelijk personeel. De personeelskosten worden gemaakt voor een formatie-omvang van 238,5 fte. De omvang van de vacatures bepalen wij door de loonsom te delen door de norm hiervoor in de perspectiefnota 2013 (€ 50.000). De taakstellingen op de ambtelijke formatie op grond van TBB-besluiten staan verderop in deze toelichting onder de post Taakstellingen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
105
Personeelskosten
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
Vergoeding raadsleden
332
334
College
502
498
Griffie
213
208
Ambtenaren burgerlijke stand Vrijwillige brandweer Sportaccommodaties
8
8
339
333
108
299
Gemeentelijke organisatie
14.201
14.552
Totaal personeelskosten
15.703
16.231
Afschrijvingen De afschrijvingen vloeien voort uit de gerealiseerde investeringen. Op de investeringen schrijven wij af op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. De nieuwe lasten voor het investeringsplan 2014 - 2017 zijn (nog) opgenomen onder de post Nieuw beleid. Afschrijvingen
Programma 1 Besturen
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
226
Programma 2 Wonen en werken
2
Programma 3 Ontspannen
138
Programma 4 Leren
694
Programma 5 Zorgen Programma 6 Beheren
7 1.078
Programma 7 Middelen (algemeen)
-
Programma 7 Middelen (bedrijfsvoering)
1.319
Totaal afschrijvingen
3.463
3.795
Inkomensoverdrachten Voor met name rijbewijzen en reisdocumenten worden bij de afgifte ervan leges geheven, waarvan een deel bestemd is voor het rijk. De afdracht aan het rijk is hier opgenomen. Tegenover de sociale uitkeringen en verstrekkingen staan bijdragen van het rijk en vergoedingen en verhaal op cliënten. De WSW wordt volledig gefinancierd door het rijk. Deze baten worden genoemd onder de post Overige inkomensoverdrachten. Naast inkomensoverdrachten aan individuen geven wij ook bijdragen aan overheidsgelieerde instellingen. Nieuw hierbinnen is de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). Inkomensoverdrachten
Afdracht overige leges en leges rijbewijzen en reisdocumenten Sociale uitkeringen en verstrekkingen Leerlingenvervoer WSW
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
168
168
10.132
9.792
600
600
4.070
4.070
Bijdragen: Regio Achterhoek Veiligheidsregio Bibliotheken Erfgoedcentrum Subsidies Yunio
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
191
204
1.286
1.246
654
554
163
142
2.543
2.911
434
445
106
Inkomensoverdrachten
GGD
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
506
506
203
293
Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) Overige bijdragen Overige inkomensoverdrachten
6
37
Totaal inkomensoverdrachten
20.957
20.968
Kosten derden Van de kosten van derden is € 9.460.000 direct toe te rekenen aan de programma's. Daarnaast heeft een bedrag van € 3.536.000 betrekking op uitgaven van derden op het gebied van bedrijfsvoering. Kosten derden
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
Programma 1 Besturen
624
485
Programma 2 Wonen en werken (algemeen)
530
483
Programma 2 Wonen en werken (grondexploitatie)
4
4
Programma 3 Ontspannen
251
1.179
Programma 4 Leren
458
493
Programma 5 Zorgen
451
530
Programma 6 Beheren (algemeen)
3.463
2.869
Programma 6 Beheren (afval)
2.338
2.298
Programma 6 Beheren (riolering)
660
648
Programma 7 Middelen (algemeen)
524
101
Programma 7 Middelen (kostenverdeling)
156
122
Programma 7 Middelen, onderdeel bedrijfsvoering: - overige personeelskosten
1.101
969
- apparaatskosten
489
552
- huisvestingskosten
282
293
- automatiseringskosten
473
465
- overige afdelingsgebonden kosten
769
756
- materieel buitendienst
421
415
12.997
12.663
Totaal kosten derden
Dotaties voorzieningen Om de kosten van onderhoud van scholen, gemeentelijke gebouwen en sportaccommodaties gelijkmatig in de exploitatie op te nemen zijn hiervoor onderhoudsvoorzieningen ingesteld. De dotatie aan de onderhoudsvoorziening voor sportaccommodaties geeft een daling te zien als gevolg van het afstoten van voorzieningen ter uitvoering van TBB-maatregelen. De werkelijke onderhoudskosten brengen wij rechtstreeks ten laste van de voorziening. Vanaf 2015 komt de dotatie voor onderwijsgebouwen te vervallen. De middelen daarvoor komen dan niet meer in de algemene uitkering, maar betaalt het rijk rechtstreeks aan de scholen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
107
Dotaties voorzieningen
Pensioen en wachtgeldverplichtingen
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
86
86
Sportaccommodaties
267
433
Onderhoud scholen
188
185
Gemeentelijke gebouwen
398
483
Totaal dotaties gebouwen
940
1.187
Nieuw beleid en taakstellingen Onder deze kostensoort staan twee soorten posten. Budgetten die nog besteed mogen worden (extra geld = nieuw beleid) en budgetten die een opdracht vormen (minder geld = taakstelling). Onderstaand geven wij een overzicht van die beleidsvoornemens en taakstellingen. Nieuw beleid (projecten)
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
2A Bestemmingsplan buitengebied
100
2A Centrumplan Vorden (jaarschijf / planning 2014)
930
2B Duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen
750
75
2C Uitvoering LOP
100
200
3A Brede impuls combinatiefuncties
224
134
3A Speelterreinen, ombuiging
300
5C Mantelzorgondersteuning GGNet 5C WMO
50 475
6A Deelname AGEM
90
6A Uitvoeringsprogramma GVVP
100
6C Efficiency openbaar groen
190
7B Onvoorzien
Totaal nieuw beleid
100
50
89
132
132
98
799
3.450
2.070
7C Automatisering financiën en interne controle Investeringsplan
267 23
6A RUD Achterhoek; organisatiekosten
7B Nieuw beleid algemeen
100
10
Verderop in dit hoofdstuk komen alle bezuinigingsvoorstellen (ter invulling van de vormvereisten van de provincie) aan bod (paragraaf 3.3.2.4). Ook die maatregelen, waarvoor nog een te realiseren taakstelling bestaat vanuit het verleden. Het merendeel van de bestaande taakstellingen komen voort uit de genomen TBB-maatregelen. Onderstaand ziet u in een oogopslag de taakstellingen, waaraan nog geen concrete of volledige uitvoering is gegeven:
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
108
Taakstellingen (TBB)
2A Grondzaken (woningexploitatie, ruilgronden)
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
30
30
3A Voetbal- en korfbalvelden
98
3A Sporthallen en gymzalen
56
3A Speelplaatsen en speeltoestellen
5
3A Zwemaccommodaties 6C Openbaar groen 7C Formatie 7C Overige personeelskosten
464 69
69
347
584
23
57
7C Apparaatskosten
-
11
7C Huisvestingskosten
-
91
7C Automatisering Totaal taakstellingen
-
34
469
1.499
Rente Over de bestaande leningportefeuille betalen wij gemiddeld 4,6% rente over de opgenomen leningen. Het verloop van de leningen vindt u verderop in deze programmabegroting onder de toelichting op de balanspositie 2014 - 2017 (paragraaf 3.3.3). Rentebaten
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
Achtergestelde lening
32
32
Personeelshypotheken
114
144
145
176
Uitstaande overtollige middelen Overige rente baten Rente baten Rentelasten
Leningportefeuille Rekening-courant en kortlopende leningen
Begroting 2014
Begroting 2014 (mjb 2013 - 2016)
1.022
1.022
-59
3
964
1.026
Overige rentelasten Rente lasten
Reserves De mutaties in de reserves verwerken wij volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) via de rekening van baten en lasten en worden vervolgens aangemerkt als bestemming van het resultaat. Een specificatie van de toevoegingen en onttrekkingen geven wij in het overzicht van baten en lasten 2014 per programma (paragraaf 3.1.1).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
109
3.3
Financiële positie 2014 - 2017
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
110
3.3.1
Ontwikkelingen
3.3.1.1
Decentralisaties
Inleiding De decentralisatie van de taken binnen het sociale domein is de grootste opgave waar de gemeente Bronckhorst de komende jaren voor staat. Nieuwe taken gaan naar de gemeente, meer doen met minder middelen waarbij regionale afstemming gewenst is. De komende jaren werken wij aan de verdere uitwerking en voorbereiding op de feitelijk overdracht van taken die per 1 januari 2015 gepland is. In september 2013 is er naar verwachting zicht op de financiële consequenties (septembercirculaire) voor gemeenten op het gebied van Awbz en in 2014 komt meer duidelijkheid over de jeugdzorg. De taken komen over met een korting op het budget naar de gemeente. Dat betekent dat het niet op dezelfde manier voortgezet kan worden. In de proeftuinen doen wij ervaringen op met diverse onderdelen zoals toegang en arrangementen. In 2014 willen wij de visie op het sociale domein verder uitwerken, naar een keuzenota (eind 2013) en een feitelijk implementatieplan (medio 2014). In 2014 zullen wij ook de proeftuinen die gestart zijn in 2013 gecontinueren en willen wij integreren naar aanleiding van tussentijdse evaluaties. Verder willen wij medewerkers vanuit verschillende organisaties werkzaam (Bureau Jeugdzorg, MEE, Delta, Lindenhout en Algemeen Maatschappelijk Werk) detacheren bij de gemeente Bronckhorst. Doel hiervan is kennis delen en ervaringen uitwisselen door gezamenlijk casussen op te pakken. Huidige taken programma zorgen De bestaande taken op het preventieve terrein die wij uitvoeren binnen het programma Zorgen (zoals jeugdbeleid en ouderenbeleid) krijgen een plek in de uitwerking van de visie op het sociaal domein. In 2014 geven wij hiervoor uitwerking aan de zogenaamde basisinfrastructuur. Awbz-begeleiding Door de decentralisatie van de Awbz wordt de reikwijdte van de WMO vergroot. Het regeerakkoord kondigt diverse maatregelen aan voor de komende jaren, maar parlementaire besluitvorming moet nog plaatsvinden. Vanaf 1 januari 2015 worden wij verantwoordelijk voor de extramurale begeleiding. De begeleiding bestaat uit individuele begeleiding en/of kortdurend verblijf. Wij worden ook verantwoordelijk voor het vervoer naar de dagbesteding. De begeleiding is bedoeld voor mensen met een psychiatrische stoornis, een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking, psychogeriatrische en somatische problematiek. In totaal gaat het in Bronckhorst om 532 personen (gegevens 1 januari 2012). Naast begeleiding komt ook de persoonlijke verzorging naar de gemeente. Persoonlijke verzorging is ondersteuning bij de dagelijkse verzorging. Persoonlijke verzorging kan ontvangen worden in de thuissituatie of in een instelling. Wij worden alleen verantwoordelijk voor de persoonlijke verzorging aan huis. Het gaat om 975 personen. Inwoners komen vanaf 2015 alleen nog maar in aanmerking voor huishoudelijke ondersteuning wanneer ze dit echt nodig hebben en het niet zelf kunnen betalen. Het scheiden van wonen en zorg betekent dat wonen en zorg apart gefinancierd worden. De cliënt betaalt zelf voor wonen via huur of koop. De zorg wordt apart gefinancierd. Sinds 1 januari 2013 komen nieuwe cliënten met een zorgzwaartepakket (ZZP) 1 en 2 niet meer in aanmerking voor een intramurale plaats. Scheiden van wonen en zorg wordt steeds verder doorgevoerd. Vanaf 2015 is de intramurale zorg, volgens het zorgakkoord, ook niet meer beschikbaar voor een gedeelte van de ZZP’s 3 en 4. Door die extramuralisering krijgen wij een grotere verantwoordelijkheid voor deze groep mensen met een zwaardere zorgvraag. Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
111
Tot slot wordt per 1 januari 2014 de Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten (WTCG) afgeschaft en hier wordt een maatwerkvoorziening inkomenssteun van gemaakt. De helft van het budget wordt hierbij gekort. Participatiewet Onderdeel van de decentralisaties is ook de Participatiewet. Bij de inwerkingtreding van de Participatiewet op 1 januari 2015 worden de Wet Werken en Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wet Werk en Arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) samengevoegd. De Wajong is dan alleen nog van toepassing voor mensen die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. De overigen vallen onder de Participatiewet en daarmee dan onder onze gemeentelijke verantwoordelijkheid. De huidige groep krijgt een herkeuring op basis van de nieuwe wettelijke kaders en kan zodoende alsnog haar recht op een Wajong-uitkering verliezen. Zij moeten dan via de Werkbedrijven naar werk worden begeleid. De instroom in de sociale werkvoorziening in zijn huidige vorm stopt per 1 januari 2015. Er komen 35 Werkbedrijven die (beschut) werk moeten gaan realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Door de nieuwe Participatiewet krijgen wij dus te maken met een aantal nieuwe doelgroepen, namelijk de mensen die in aanmerking komen voor de Wet sociale werkvoorziening of Wajong. Dit zijn vaak mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt door medische, sociale of psychische beperkingen. Door de nieuwe wet worden wij meer in staat gesteld om een samenhangende, activerende aanpak te ontwikkelen voor deze nieuwe groep. Hierbij gaat het niet alleen om ondersteuning bij het vinden van regulier werk, maar ook om het bevorderen van de participatie en de persoonlijke ontwikkeling van de cliënt. Het uitgangspunt in de Participatiewet is dat iedereen werkt naar zijn of haar eigen mogelijkheden, bij voorkeur bij een reguliere werkgever. Wij kunnen hierbij loonkostensubsidie inzetten. Met werkgevers wordt een afspraak gemaakt dat er minimaal 10.000 banen (landelijk) per jaar ingevuld worden door mensen met een arbeidsbeperking. Welke gevolgen heeft dit voor de gemeente? ● Werken en participeren komt nog meer centraal te staan. Werkgevers spelen hierbij een zeer belangrijke rol. ● Gemeenten worden verantwoordelijk voor nieuwe doelgroepen (WSW en Wajong). ● De nieuwe wet gaat gepaard met een bezuiniging op het participatiebudget en op het budget Wet sociale werkvoorziening. Jeugdzorg Vanaf 1 januari 2015 komen taken op het gebied van de jeugdzorg naar de gemeente. Hiervoor is een wetsvoorstel ingediend die vanaf 1 januari 2015 een nieuw jeugdstelsel regelt waarin gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk zijn voor alle jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Gemeenten zijn beter in staat om – op basis van de specifieke situatie van het kind – maatwerk te leveren en verbinding te leggen met zorg, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid. Omslag naar preventie Met de overgang naar gemeenten van alle jeugdhulp ontstaan de randvoorwaarden om een omslag te maken in de zorg en ondersteuning van kinderen en gezinnen die het nodig hebben. Er komt meer nadruk op onder andere preventie, vroegsignalering, eigen kracht en demedicaliseren, allemaal met het uitgangspunt ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
112
Antwoord op tekortkomingen Het wetsvoorstel is een sluitstuk van de visie die in mei 2010 werd gepresenteerd door de parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg, onder voorzitterschap van Pierre Heijnen. Het nieuwe jeugdstelsel dat met de jeugdwet wordt verankerd, is een antwoord op de tekortkomingen van het huidige jeugdstelsel. Het is aangetoond dat in de huidige situatie specialistische zorg te snel wordt ingezet, de samenwerking van hulpverleners tekort schiet en afwijkend gedrag onnodig wordt gemedicaliseerd. Deze tekortkomingen leiden tot hoge kosten en tegenvallende kwaliteit. Het eerste jaar (2015) is een overgangsjaar waarin de zorg die geïndiceerd is bij dezelfde aanbieder door moet lopen. Hierover zijn afspraken gemaakt in de regionale transitiearrangementen (2013). Deze worden in 2014 verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Daarnaast worden, naast de algemene onderdelen, ook specifieke onderdelen voor jeugdzorg uitgewerkt uit de keuzenota en implementatienota ‘sociaal domein’. Actualisatie financiële cijfers over decentralisaties Tot en met de begroting 2013 hebben wij gewerkt met een financiële aanname over de kortingen op de drie budgetten, gebaseerd op de verwachte korting op de algemene uitkering door het vorige kabinet. Nadat er steeds meer afzonderlijke kortingsbedragen door het Rijk werden genoemd in het regeerakkoord, de decembercirculaire en recentelijk het rijksbegrotingsakkoord, hebben wij voor de perspectiefnota 2014 - 2017 eens gekeken om welke uitdaging het kon gaan voor de gemeente. In de perspectiefnota 2014 - 2017 hebben wij berekend wat de macrobudgetten voor ons als gemeente betekenen wanneer wij de standaardverrekening toepassen via algemene accrespunten. Dit is natuurlijk een onjuiste berekening, want voor de daadwerkelijke verdeling van de budgetten worden modellen ontwikkeld die met sets van verdeelmaatstaven werken. Het laat wel zien dat de decentralisaties qua omvang bijna gelijk komen te staan aan de algemene uitkering die wij nu gewend zijn om te krijgen. Voor die berekeningswijze verwijzen wij u naar de perspectiefnota (pagina 6). Helaas weten wij nog steeds niet welke budgetten wij krijgen voor de taken en dus ook niet of wij de kortingen daarop zullen kunnen opvangen. Wij vestigen onze hoop op de septembercirculaire 2013, want invoering voor Awbz, Participatiewet en jeugdzorg zullen wel feit zijn per 1 januari 2015. Bij de vaststelling van de perspectiefnota 2013 - 2016 en vervolgens de programmabegroting 2013 - 2016 is vastgelegd dat de beschikbare middelen voor uitvoering de, via verdeelmodellen, ontvangen rijksmiddelen zijn. Dus welk budget er ook uit komt, daarmee moeten de werkzaamheden vanaf 2017 gedaan worden. Meer budget is niet beschikbaar. De verwachting is wel dat dit eindplaatje (lasten = Rijksinkomsten) niet direct haalbaar zal zijn. Daarom houden wij sinds de begroting 2012 - 2015 al rekening met een tijdelijke bijdrage vanuit onze eigen middelen. Die tijdelijke bijdrage is bijgesteld in de begroting 2013 - 2016 met het oog op het feit dat wij voor de taken een langere voorbereidingsperiode hebben. Het verschil tussen onze lasten en het budget dat wij van het Rijk krijgen moet naar € 0 groeien in 2017.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
113
In de begroting houden wij rekening met de volgende, aflopende, bijdragen vanuit eigen middelen voor de drie nieuwe taken: Tijdelijke bijdrage 3D's
2015
2016
2017
578.500
250.000
-
76.250
17.500
-
Tijdelijke aanvulling jeugdzorg
248.750
132.500
-
Tijdelijke bijdrage vanuit 7B Geldmiddelen
903.500
400.000
-
Tijdelijke aanvulling Participatiewet Tijdelijke aanvulling Awbz
2014
De tijdelijke bijdrage is opgenomen als stelpost binnen deelprogramma 7B Geldmiddelen (paragraaf 2.1.7.5). Voor de voorbereiding van de drie decentralisaties krijgen wij daarnaast nog via de algemene uitkering een eenmalige bijdrage onder de noemer "transitiekosten". Voor 2014 gaat het om een eenmalige bijdrage van € 102.552 voor Awbz en jeugdzorg samen.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
114
3.3.2
Toelichting meerjarenbeeld
3.3.2.1
Begrotingsbeeld
In deze programmabegroting 2014 – 2017 vragen wij u alleen voor het jaar 2014 om besluitvorming. De jaren 2015 tot en met 2017 leggen wij u ter kennisname voor, maar zijn wel van belang om te beoordelen hoe de begrotingspositie in meerjarenperspectief is. Wij zijn verheugd u te melden dat onze begrotingspositie ook in meerjarenperspectief goed is. Voor de toekomst hebben wij zelfs reserveringen kunnen realiseren voor een verder dalende algemene uitkering, tijdelijke bijdragen voor invoering van de 3 decentralisaties en geen OZB-verhoging voor 2014. Bij de vaststelling van de perspectiefnota 2014 - 2017 heeft u besloten dat het sluitend meerjarenbeeld via interne bedrijfsvoeringsmaatregelen moet worden bereikt; dus maatregelen die de burgers niet raken. De organisatie heeft haar opdracht voortvarend ter hand genomen, ook al om aan de bestaande personele TBB-taakstellingen invulling te kunnen geven. Wij hebben binnen onze bedrijfsvoering hiervoor voldoende maatregelen gereed liggen, variërend van extra inkomsten via gedetacheerde medewerkers tot heronderzoek van lopende investeringen. Sommige maatregelen hebben wij al kunnen verwerken in de cijfers van deze programmabegroting. De door uw raad tijdens de behandeling van de perspectiefnota 2014 - 2017 genoemde bezuinigingssuggesties zitten hier niet in verwerkt. Natuurlijk hebben die wel onze blijvende aandacht binnen de TBB-maatregel deregulering (voorstel bouw- en woningtoezicht) en de nieuwe budgetovereenkomst met de bibliotheek in 2017 (digitalisering). De begroting is de uitkomst van de vastgestelde besluiten in de perspectiefnota 2014 – 2017, aangevuld met nieuwe ontwikkelingen in de periode van april 2013 (perspectiefnota) en nu (na meicirculaire 2013). Omdat veel van de ontwikkelingen in 2014 ook in het meerjarenbeeld doorwerken, lichten wij hier de afwijkingen voor alle jaren toe. In onderstaand overzicht ziet u de bijstelling van de begrotingsruimte, zoals genoemd in de perspectiefnota 2014 - 2017. De afwijkingen ten opzichte van de vorige programmabegroting 2013 – 2016 vindt u terug in het onderdeel "Wat mag het kosten?" in de programma's. Begrotingsruimte Volgens programmabegroting 2013 - 2016
2014
2015
2016
2017
-65
-103
-331
-331
Ontwikkelingen tot perspectiefnota 2014 - 2017
-350
501
1.634
1.873
Start begrotingsjaar 2014 volgens perspectiefnota 2014 - 2017
-415
398
1.303
1.542
Effecten amendementen bij de perspectiefnota (nieuwbouw werf/kazerne en wmo)
-300
-355
-466
-463
Na perspectiefnota 2014 - 2017
-715
43
837
1.079
715
211
-721
-1.002
-
254
116
77
Aanpassingen begrotingsruimte voor begroting 2014 Programmabegroting 2014 - 2017 (+ = tekort; - = overschot)
Uit het overzicht blijkt dat de begroting voor 2014, maar ook voor de jaren erna nagenoeg sluitend is. Binnen een bandbreedte van 1% van onze begrotingsomzet, zijnde € 630.000, is het berekende nadelige saldo in de jaren 2015 tot en met 2017 te verwaarlozen. Alle geraamde ontwikkelingen, zoals budgetneutraliteit van de decentralisaties en invulling personele taakstellingen TBB, moeten natuurlijk wel waar gemaakt worden. Ook kennen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
115
wij een aantal risico’s die nog niet “op geld” gezet kunnen worden. Hierop komen wij bij de risico's terug (paragraaf 3.3.2.3). In onderstaand overzicht lichten wij kort de wijzigingen van de begrotingsruimte toe ten opzichte van de perspectiefnota 2014 - 2017): Aanpassingen na perspectiefnota 2014 - 2017 Algemene uitkering na perspectiefnota Autonome gebeurtenissen
2014
2015
2016
2017
40
17
-165
-336
606
617
617
617
1.430
205
205
205
Snellere realisatie TBB-maatregelen
-632
-895
-672
-219
Technische correcties
-428
470
-502
-1.029
Wijzigingen bedrijfsvoering
-301
-203
-204
-240
715
211
-721
-1.002
Nieuwe voorstellen
Aanpassingen na besluiten perspectiefnota 2014 - 2017 (+ = tekort; - = overschot)
Algemene uitkering na perspectiefnota Een belangrijke factor voor het financiële beeld in de perspectiefnota 2014 - 2017 was de ontwikkeling van de Algemene uitkering. De meicirculaire 2013 geeft concrete cijfers voor de aannames, die wij hebben gedaan in de perspectiefnota (onderhoud onderwijsgebouwen, BCF-korting, etc.) Wij hebben u hierover geïnformeerd in een memo in juni 2013. Ten opzichte van de stand van de Algemene uitkering in het memo is nu alleen een correctie doorgevoerd voor de hoeveelheidsaanpassingen (aantallen inwoners, jeugd, bijstandsgerechtigden, etc). In de cijfers houden wij voor de komende jaren nog rekening met een mogelijke (aanvullende) korting van € 800.000 vanaf 2014. In deze programmabegroting vindt u deze informatie ook onder het programma Middelen (paragraaf 2.1.7.6). Vóór vaststelling van deze begroting ontvangen wij nog de septembercirculaire 2013. Autonome gebeurtenissen In navolging van de terugloop bij het aanvragen van bouwaanvragen zien wij nu ook een structurele terugloop van het aantal aanvragen voor bestemmingsplanwijzigingen (€ 252.000 nadeel). Bij de TBB-maatregel deregulering is ingezet op mogelijke formatievermindering. In hoeverre leges hierin nog een rol kunnen spelen, komt bij de uitwerking van dereguleringsvoorstellen aan bod. De lagere leges voor bestemmingsplanwijzigingen blijken in elk geval een blijvend gegeven, omdat wijzigingen daarvan nauwelijks meer aan de orde zijn met de nieuwe aanpak bij bestemmingsplannen. De inzet blijft om de lagere legesopbrengst te vertalen in een geringere formatie-omvang, die zich bezig houdt met bouw- en bestemmingsplannen. Tegelijkertijd is bekend, dat volgend jaar wederom veel zaken vergunningvrij zullen gaan worden, waardoor alertheid (ook in financiële zin) op dit onderdeel geboden is. Ook leiden de vastgestelde begrotingen van verbonden partijen en contractpartijen tot hogere lasten. Zo zijn de begrotingen van verbonden partijen Omgevingsdienst Achterhoek en het Erfgoedcentrum door de algemeen besturen definitief vastgesteld (€ 165.000 nadeel). Wij blijven streven naar verlagingen bij verbonden partijen, maar mogen dergelijke maatregelen pas in de begroting opnemen wanneer dat ook besluiten van de algemeen besturen zijn (aanvullend voorschrift BBV). Tot slot betekent de uitspraak van de bezwarencommissie in 2013 over de subsidie aan de bibliotheek dat wij tot en met 2016 meer subsidie moeten betalen dan wij hebben geraamd. Pas na afloop van de budgetovereenkomst kunnen wij opnieuw taakstellingen afspreken met de bibliotheek (€ 99.000 nadeel). Voor de uitvoering van de Brede Impuls Combinatiefunctie
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
116
(BIC) geven wij cofinanciering in de vorm van subsidies, etc (€ 89.000 nadeel). De inzet van BIC-middelen moet zo snel mogelijk weggezet kunnen worden bij derden zoals de muziekschool, bibliotheek, etc. In deze programmabegroting vindt u deze informatie ook in verschillende programma's en in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6.2). Nieuwe voorstellen Uitgaande van een sluitende begroting, willen wij de eenmalige ruimte aan de algemene reserve toevoegen (€ 1.225.000). Op dit moment is de algemene reserve voor 100% geblokkeerd voor risicofunctie en rentefunctie. En dat terwijl in deze programmabegroting de rentefunctie (€ 925.000 jaarlijks beschikbaar voor begroting) al niet meer voor 100% wordt gerealiseerd. Deze ontwikkeling wordt veroorzaakt door de omvang van de afkoopsommen en het feit dat deze sommen sneller worden uitgegeven dan gepland (geen fasering). Daarnaast willen wij de trendmatige verhoging van de OZB-tarieven (3,25% volgens uitgangspunten 2014) niet toepassen (€ 205.000 nadeel). Wat onze beweegredenen hiervoor zijn ziet u in het volgende aandachtspunt. Snellere realisatie TBB-maatregelen De snelle realisatie van TBB-maatregelen (zie ook vorig aandachtspunt) leidt tot een aanzienlijke verbetering van de begrotingspositie, vooral in 2014. Die willen wij opnieuw inzetten voor lastenverlaging voor de bevolking en verbetering van de vermogenspositie (zie vorig aandachtspunt). De snelle realisatie van de TBB-maatregelen (€ 932.000) is vooral te danken aan de initiatiefnemers voor de accommodaties en voor het beheer van de openbare ruimte. Tegenover dit voordeel staat een eenmalige lastenverhoging om de halvering van het aantal speelplaatsen in het kader van de TBB-maatregel speelplaatsen sneller te realiseren (€ 300.000 nadeel). Technische correcties Onder deze noemer vatten wij verschillende soorten administratieve aanpassingen. Aan de ene kant gaat het om de intussen vastgestelde 1e Tussenrapportage 2013 (€ 32.000 voordeel). Daarnaast zijn de personeelslasten lager dan voorzien in de perspectiefnota (€ 272.000 voordeel) ondanks de nieuwe CAO-afspraak over het individueel loopbaanbudget (€ 150.000 nadeel in 2014 en 2015). Uit de gedetailleerde herberekening van het formatieplan kwam naar voren dat de lastenverhoging voor salarissen vanwege sociale lasten abusievelijk tweemaal is meegenomen in de perspectiefnota. Vanaf 2015 gaan de middelen voor het onderhoud van de onderwijsgebouwen (buitenkant) vanuit het Rijk rechtstreeks naar de scholen. Daarvoor wordt onze Algemene uitkering met ingang van 2015 ook gekort met € 316.000. Omdat wij dan ook de jaarlijkse uitgaven niet meer hebben, vervalt met ingang van 2015 de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening onderwijsgebouwen (€ 188.000). Dit dekt niet de totale jaarlijkse korting, maar op andere jeugdbudgetten zijn bij de 1e Tussenrapportage 2013 al neerwaartse bijstellingen doorgevoerd als gevolg van demografische ontwikkelingen. In deze programmabegroting vindt u deze informatie ook onder het programma Leren (paragraaf 2.1.4). Tot slot is de foutieve verwerking van de groei voor de 3 decentralisaties naar budgetneutrale situaties (lasten = baten) gecorrigeerd. In de programmabegroting 2013 hebben wij vastgesteld dat, door de ruime voorbereidingstijd, wij in een kortere periode de uitgaven passend kunnen maken met de rijksgelden. De tijdelijke bijdrage hiervoor is niet correct in de meerjarenschijven 2015 en 2017 van de perspectiefnota 2014 - 2017 terecht gekomen. Voor 2015 moeten wij bijramen (€ 354.000 nadeel) en voor 2017 aframen (€ 400.000 voordeel). Voor de correcte cijfers van de tijdelijke gemeentelijke aanvulling verwijzen wij u naar de paragraaf Decentralisaties (paragraaf 3.3.1.1).
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
117
Wijzigingen bedrijfsvoering In de perspectiefnota 2014 - 2017 hebben wij aangegeven dat wij de noodzakelijke besparingen voor een sluitend meerjarenbeeld zullen realiseren met maatregelen in de bedrijfsvoering. Voor alle bedrijfsvoeringsonderdelen zijn, in het licht van de nieuwe setting van taken, alle budgetten en investeringen doorgelicht. Nu precies bekend is hoe de effecten van de TBB-maatregelen vallen in de organisatie, zijn veel ondersteunende diensten en budgetten aangewezen waar het met de middelen minder kan (bijvoorbeeld geen werving meer via externe media, etc) en zijn investeringen in tijd (bijvoorbeeld scholen) of kredieten (bijvoorbeeld speelterreinen) geactualiseerd. De budgettenanalyse, die wij jaarlijks laten uitvoeren, kan daarvoor als vaste aandachtspunt worden gezien. De ramingen zitten door de gehele begroting heen, maar wel alleen op interne bedrijfsvoering. Conclusie Om u een sluitende begroting 2014 voor te kunnen leggen, zijn geen aanvullende bedrijfsvoeringsmaatregelen nodig. Wij stellen u voor om het begrotingsoverschot (€ 1.430.420 voordelig) grotendeels toe te voegen aan de algemene reserve (€ 1.225.000). Reden is dat wij streven naar vergroting van de incidentele budgetruimte binnen de algemene reserve, want met de huidige rentepercentages is die ruimte voor 2014 nihil. Het structurele deel binnen dit overschot willen wij inzetten om de trendmatige verhoging van de OZB met 3,25% eenmalig achterwege te laten (€ 205.420). Het sterk verbeterde meerjarenbeeld komt immers tot stand door de inzet van de bevolking bij de uitwerking van de genomen TBB-maatregelen. De gemeente heeft een gezonde uitgangspositie voor de toekomst, maar ook een forse taak om in de bedrijfsvoering mens en inhoud in formatieve zin goed bijeen te brengen. Belangrijke budgettaire uitgangspunten zijn: Budgettaire uitgangspunten
2014
2015
2016
2017
5C Beschikbaar voor nieuw beleid WMO
475
486
486
486
7B Raming aanvullende kortingen algemene uitkering
800
800
800
800
-
904
400
-
7B Tijdelijke aanvulling voor 3D-regelingen 7B Beschikbaar voor nieuw beleid
50
200
200
200
7B Taakstellingen voor derden
382
612
612
612
7C Taakstellingen TBB voor formatie en ondersteunende diensten + = beschikbaar; - = bezuiniging
318
695
764
824
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
118
3.3.2.2
Geplande investeringen
In de begroting 2014 – 2017 hebben wij ook de lasten van de vervangingsinvesteringen en de lasten van de projecten in de ramingen verwerkt. Voor de begroting 2014 maken deze deel uit van de geautoriseerde budgetten per programma. U vindt de vervangingsinvesteringen en de geraamde projecten ook terug bij de programma’s bij het onderdeel “Wat mag het kosten”. Daar worden de verschillende investeringen en projecten toegelicht. De vervangingsinvesteringen zijn als volgt over de programma's verdeeld: Vervangingsinvesteringen Besturen
Investering
2014
2015
2016
2017
887
8
52
61
94
Wonen en werken Ontspannen
-
-
-
-
-
102
-
3
6
9
-
-
-
-
-
Leren Zorgen
-
-
-
-
-
Beheren
5.012
51
241
322
450
Middelen
2.917
39
351
430
505
98
646
819
1.058
Totaal kapitaallasten vervangingsinvesteringen
Hoewel de projectbudgetten, die wij met een bijdrage uit de algemene reserve dekken, in de begroting zijn verwerkt, gelden voor de besteding van projecten wel aanvullende eisen. De autorisatie is niet voldoende. Vóór besteding moet nog een afzonderlijk raadsbesluit over het project zijn genomen. Veel projecten zijn immers nog niet ingevuld met concrete maatregelen en de raad moet wel weten waar zij “ja” tegen zegt. Daar waar wij concrete maatregelen bij een project noemen, vindt beschikbaarstelling al bij de begrotingsvaststelling plaats. Dit is het geval bij het GVVP bij programma 2 Wonen en werken (paragraaf 2.1.2.6). Wanneer een project al voorzien is van een afzonderlijk raadsbesluit met daarbij een andere tijdsfasering dan een jaar, komt er een afzonderlijk te volgen bestemmingsreserve voor het betreffende project (zoals eveneens in programma 2 Wonen en werken een Centrumplan en de revitalisering bedrijventerreinen). Alle projecten voldoen aan de bestedingscriteria volgens de nota Reserves en voorzieningen gemeente Bronckhorst. De projecten zijn als volgt over de programma's verdeeld: Projecten Besturen Wonen en werken Ontspannen Leren Zorgen
Investering
2014*
2015
2016
2017
30
-
15
-
15
2.891
1.940
839
88
25
-
-
-
-
-
511
-
511
-
-
-
-
-
-
-
Beheren
493
9
272
139
73
Middelen
2.014
1.356
129
295
235
3.304
1.765
521
348
Totaal projecten
* Uitgangspunt is dat begrote budgetten 2013 zijn besteed. De werkelijke ontwikkelingen hierin worden gevolgd in tussenrapportages en de jaarrekening. In het kader van deze programmabegroting vormen alleen de vervangingsinvesteringen en projecten voor 2014 een beslispunt. De investeringen en projecten voor de volgende jaren zijn afhankelijk van uw wensen op dat moment en bij projecten ook nog afhankelijk van de omvang van de algemene reserve. Voor de inhoudelijke toelichting op de omvang van de algemene reserve verwijzen wij naar de toelichting op balanspositie (paragraaf 3.3.3.1) en bijlage 4.4 in deze programmabegroting.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
119
3.3.2.3
Risico's begrotingsbeeld
Ons beeld is dat de financiële positie van Bronckhorst gezond blijft. Wij kunnen tevreden zijn over het werk dat in de afgelopen jaren is verzet om deze positie te bereiken. Met de genomen TBB-stappen hebben wij een goed zicht op de taken en middelen voor de toekomst. Uit de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (paragraaf 2.2.2) blijkt ook dat onze risico's met circa € 10 mln zijn afgenomen. Anderzijds zullen er zeker nog nieuwe risico’s op ons afkomen. Op veel terreinen zijn wij afhankelijk van externe ontwikkelingen. Wij willen daar hier niet diep op ingaan, maar ze wel noemen. In de komende maanden zal hierover meer duidelijkheid komen: ● Uitvoering decentralisatie van specifieke uitkeringen door het rijk Het rijk wil vanaf 2015 taken met minder financiële middelen aan de gemeenten overdragen. Het gaat om de Participatiewet, de Awbz-begeleiding binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de jeugdzorg. Binnen de TBB-maatregelen is verwerkt dat de uitvoering van alle voormalige specifieke uitkeringen binnen de overgehevelde rijksbudgetten moet. Wij houden rekening met tijdelijke gemeentelijke bijdragen in 2015 en 2016. Of wij dat ook realiseren binnen de budgettaire ruimte die het rijk verstrekt, blijft een risico. Voor de gemeente blijft immers de plicht om iedere aanvrager de wettelijke bijstand te verstrekken, wat afhankelijk is van de aanvragen en waar de aanvrager recht op heeft (open einde regelingen). In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing staan de 3 decentralisaties ook als risico genoemd op nummer 1. ● Gemeentefondscirculaires 2013 en 2014 van het Rijk Wij concludeerden al eerder in perspectiefnota’s en begrotingen dat de doorrekening van de algemene uitkering steeds belangrijker wordt voor de gemeente Bronckhorst. Zoals afgesproken gaan wij ervan uit dat de rijksmaatregelen niet stoppen na de meicirculaire 2013. Wij houden rekening met aanvullende bezuinigingen vanaf 2014 (€ 800.000 jaarlijks). Wij hebben u hierover geïnformeerd in juni 2013 via de actieve informatievoorziening. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing staat dit ook als risico genoemd op nummer 3. ● Frictiekosten TBB-maatregelen De effecten van de gekozen TBB-maatregelen hebben grote gevolgen voor de bedrijfsvoering. De omvang van die opdracht hebben wij laten zien bij het begrotingsbeeld (paragraaf 3.3.2.1). In de berekeningen over de algemene reserve blijkt dat de volledige omvang van de algemene reserve nodig is om nog een deel van de inkomensfunctie van € 925.000 te realiseren. Dus vanuit de algemene reserve zijn bijdragen niet mogelijk anders dan het aanspreken van het risicodeel hierbinnen (bufferdeel). Naast bovengenoemde risico's, waarvan in de perspectiefnota al melding is gemaakt, moeten wij op deze plaats ook andere risico's noemen. Risico's die direct onze financiële mogelijkheden beperken. Onze financiële positie kan volledig afhankelijk worden van rijksregels. Wij doelen hier op de wetsvoorstellen Schatkistbankieren en de Wet houdbare overheidsfinanciën (HOF). Deze voorstellen betekenen voor ons het volgende: ● De rente, die wij kunnen realiseren met onze reserves en voorzieningen, kan afnemen door de verplichting van schatkistbankieren. Jaarlijks houden wij in de begroting rekening met rentebaten van maximaal € 925.000. Globaal houdt schatkistbankieren in dat de liquide middelen (tegoeden) worden aangehouden bij het ministerie van Financiën in de vorm van een rekening courant of termijndeposito's zoals bij een bank. Over
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
120
●
de aangehouden tegoeden wordt een marktconforme rente vergoed, gelijk aan rente waartegen de Staat zich financiert op de financiële markten. Deze rente ligt lager dan bij de commerciële partijen die volgens de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) zijn toegestaan als partijen. In de paragraaf Financiering leest u meer hierover (paragraaf 2.2.4). Het aandeel van de gemeente Bronckhorst in het EMU-saldo voor 2014, op basis van de voorliggende begroting, bedraagt € 5.949 mln. De Nederlandse overheid staat onder grote druk om aan de Europese begrotingsregels te voldoen. Die druk wordt doorvertaald naar de mede-overheden om op macroniveau te voldoen aan de gestelde normen. In de wet HOF worden sanctiemaatregelen verscherpt met als ultieme maatregel het opleggen van boetes. Voor mede-overheden geldt een norm van 0,5%, waarvan 0,38% voor gemeenten. Dit betekent voor onze gemeente circa € 2,9 mln. Met het berekende aandeel liggen wij ver boven de voor ons geldende norm. Het hoge bedrag van € 3,0 mln wordt vooral veroorzaakt door de rioleringswerken en scholenbouw. Wij weten niet of en in welke mate de sanctiemaatregelen voor ons een probleem zullen zijn en wat dan de stappen moeten zijn. In de financiële begroting, onderdeel EMU-saldo leest u meer hierover (paragraaf 3.1.4).
Voor overige risico's en onze weerbaarheid daartegen verwijzen wij u naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (paragraaf 2.2.2). 3.3.2.4
Ontwikkelingen bezuinigingsmaatregelen
Met u is afgesproken dat wij u regelmatig informeren over de realisatie van bezuinigingsbesluiten. Dit doen wij in de documenten, die u binnen de P&C-cyclus krijgt. Het zichtbaar maken van de voortgang van bezuinigingsmaatregelen is ook een begrotingseis van de provincie. Op dit moment zijn dit de TBB-besluiten, maar na deze programmabegroting kan de "voortgangslijst" weer aangevuld worden in de volgende begroting. De inhoud van de bezuinigingsmaatregelen is vastgelegd in collegevoorstellen of vorige begrotingen. Op dit moment kennen wij alleen bezuinigingsopdrachten vanuit het Traject Toekomsbestendig Bronckhorst. De nummers in het volgende overzicht komen overeen met de nummering van de TBB-maatregelen in de perspectiefnota 2013 - 2016. De financiële realisatie kent de volgende uitkomst op het moment van opstellen van de begroting 2014 2017: Voortgang bezuinigingsbesluiten
Opdracht
Stand van zaken
4.2.4 Algemeen: Woonlastenprincipe
340.000 Gerealiseerd
4.3.3 Zorg en welzijn: Werkwijze professionele cultuurorganisaties (bibliotheek)
155.000 Gerealiseerd
4.3.3 Zorg en welzijn: Werkwijze professionele cultuurorganisaties (muziekschool)
20.000 Gerealiseerd
4.3.3 Kindvoorzieningen: Leerlingenvervoer passend onderwijs
500.000 Nog niet gestart
4.5.2 Accommodaties: Zwembaden (gemeentelijk)
759.000 Gerealiseerd
4.5.3 Accommodaties: Zwembaden (particulier)
168.000 Gerealiseerd
4.5.4 Accommodaties: Sporthallen en gymzalen
200.000 Op sporthallen Zelhem en Halle na gerealiseerd
4.5.5 Accommodaties: Voetbal- en korfbalvelden
361.000 Gerealiseerd
4.6.2 Ruimte: Plattelandsontwikkeling
25.000 Gerealiseerd
4.6.6 Ruimte: Wegen (groot onderhoud)
50.000 Gerealiseerd
4.6.6 Ruimte: Wegen (verbeteren zandwegen)
62.000 Realisatie in fasen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
121
Voortgang bezuinigingsbesluiten
Opdracht
Stand van zaken
4.6.6 Ruimte: Wegen (straatverlichting)
20.000 Gerealiseerd
4.6.6 Ruimte: Wegen (verkeerslichten)
5.500 Gerealiseerd
4.6.6 Ruimte: Wegen (onnodige verkeersborden) 4.6.6 Ruimte: Wegen (straatreiniging) 4.6.7 Ruimte: Bomen (controle per 3 jaar) 4.6.7 Ruimte: Bomen (verwijderen dood hout faseren) 4.6.8 Ruimte: Bermen (zonder verkeersfunctie maaien per 3 jaar)
6.500 Realisatie in fasen 30.000 Gerealiseerd 12.000 Gerealiseerd 100.000 Gerealiseerd 36.000 Gerealiseerd
4.6.9 Ruimte: Groen (ontmantelen rotondes)
5.000 Gerealiseerd
4.6.9 Ruimte: Groen (omvormen naar gras)
80.000 Gerealiseerd
4.6.9 Ruimte: Groen (verwijderen landschapselementen)
5.000 In voorbereiding
4.6.10 Ruimte: Groen- en zwerfafval
20.000 Gerealiseerd
4.6.11 Ruimte: Speelplaatsen en speeltoestellen
10.667 Gerealiseerd
4.6.12 Ruimte: Hangplekken
22.500 Gerealiseerd
4.6.13 Ruimte: Zitbanken en prullebakken
40.000 Gerealiseerd
4.6.14 Ruimte: Hondentoiletten
15.000 Gerealiseerd
4.6.15 Ruimte: Hertenkamp Zelhem
13.000 In voorbereiding
4.6.16 Ruimte: Boomfeestdag
25.000 Gerealiseerd
4.6.17 Ruimte: Gemeentebossen en landschapselementen 4.7.2 Economie: Landbouw en detailhandel
8.000 In voorbereiding 35.500 Gerealiseerd
4.7.3 Economie: Grondzaken
147.000 Gerealiseerd
4.7.4 Economie: Recreatie en toerisme
147.000 Gerealiseerd
4.8.2 Dienstverlening: Deregulering 7,6 fte
470.000 Monumenten gereed en rest in voorbereiding
4.8.3 Dienstverlening: Digitalisering
25.000 Start in 2014
4.8.3 Dienstverlening: Openingstijden
25.000 Start in 2014
4.8.5 Dienstverlening: Brandweer Cluster (duiktaak)
4.8.5 Dienstverlening: Brandweer Cluster (postbezetting) 4.8.5 Dienstverlening: Veiligerhuis
4.8.6 Dienstverlening: Subsidioloog
8.000 Niet gerealiseerd. Bedrag is binnen brandweertaken opnieuw ingezet 18.000 Gerealiseerd 9.000 Niet gerealiseerd. Niet geaccepteerd door VNOG 25.000 Gerealiseerd
Afgesproken maatregelen
4.003.667
Nog in voorbereiding
1.114.500
Niet gerealiseerde maatregelen Bedragen in €
17.000
Het feit dat alle bezuinigingsmaatregelen gerealiseerd zullen worden (de uitvoeringsstappen zijn gezet) betekent niet dat de maatregelen zijn afgerond. Aan veel maatregelen hangt personeel. Wij hebben ervoor gekozen om de formatie niet via ontslagen in overeenstemming te brengen met de bestaande taken. Vanuit personeelsbeleid zien wij in de toekomst een tekort aan personeel ontstaan door vergrijzing (vanaf 2018) en de komst van nieuwe taken (de 3D's). Wij kiezen ervoor medewerkers om te scholen naar functies die in de toekomst vrij komen via vacatures en nieuwe taken. De realisatie van de organisatietaakstelling willen wij via de weg van het natuurlijk verloop tot stand brengen. U leest hierover meer in de paragraaf Bedrijfsvoering (paragraaf 2.2.5.2)
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
122
De uitwerking van de TBB-maatregelen betekenen een forse bezuinigingsopdracht voor de organisatie, die wel in feasen verloopt om de eerdergenoemde redenen. Dit blijkt uit onderstaand overzicht: Bezuinigingsopdracht organisatie Ruilgronden, restpercelen en overhoeken, kosten derden Woningexploitatie algemeen, kosten derden Leerlingenvervoer
2014
2015
2016
2017
14.978
29.956
29.956
29.956
15.000
30.000
30.000
30.000
300.000
500.000
500.000
500.000
Zwembad Hengelo
52.100
52.100
52.100
52.100
Kosten derden (A)
382.078
612.056
612.056
612.056
Ondersteuning, formatie
295.254
641.708
709.144
769.990
23.025
53.773
54.483
54.483
Kosten organisatie (B)
318.279
695.481
763.627
824.473
Totaal bezuinigingsopdrachten (A + B) Bedragen in €
700.357
1.307.537
1.375.683
1.436.529
Ondersteuning, overige personeelskosten
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
123
3.3.3
Balanspositie
De geprognostiseerde balansposities, per eind van het boekjaar, zijn in het volgende overzicht weergegeven: Activa
2013
2014
2015
2016
2017
82.675
86.631
77.144
75.042
73.247
1.294
492
625
350
350
83.969
87.123
77.769
75.392
73.597
2013
2014
2015
2016
2017
Algemene reserve
33.752
33.628
33.156
33.219
33.337
Bestemmings- en egalisatiereserves
16.670
14.715
13.421
12.838
12.371
7.301
7.232
6.713
6.336
6.148
22.676
21.533
20.384
19.228
18.065
Vaste activa Immateriële, materiële, financiële vaste activa Vlottende activa Grondenexploitaties Liquide middelen Kas en banksaldi Totaal Passiva Eigen vermogen
Voorzieningen Leningen o/g Leningportefeuille Op te nemen leningen
4.015
Vlottende passiva Kortlopende financieringsmiddelen Kortlopende schulden Totaal
3.3.3.1
3.070
5.500
3.595
3.271
3.176
500
500
500
500
500
83.969
87.123
77.769
75.392
73.597
Toelichting balans
Vaste activa De materiële vaste activa worden onderverdeeld in: - investeringen met een economisch nut - investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Investeringen hebben een economisch nut wanneer ze verhandelbaar zijn en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen ofwel ze zijn verkoopbaar. Wij activeren investeringen met een economisch nut. De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn alle materiële investeringen in de openbare ruimte, die niet vallen onder investeringen met een economisch nut. Investeringen met een maatschappelijk nut mogen wij niet activeren (raadsbesluit 2006 en de financiële verordening gemeente Bronckhorst). Wel mogen wij deze investeringskosten op reserves afboeken. Ontwikkeling vaste activa In de geprognostiseerde ontwikkeling van de vaste activa verwerken wij de geraamde investeringen vanuit de beschikbaar gestelde kredieten tot en met 2013 en het investeringsplan 2014 - 2017. Van de geraamde investeringen geven wij een overzicht en toelichting in de programma's. De kapitaallasten van bestaande en vervangingsinvesteringen verwerken wij volledig in de ramingen van de zes raadsprogramma’s en de bedrijfsvoering (programma 7 Middelen). Op basis van het investeringsplan en de beschikbare kredieten tot en met 2013 investeren wij de komende jaren in totaal € 14,2 mln.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
124
De financiële vaste activa zijn voor ons de boekwaarde van de deelnemingen, leningen aan deelnemingen en verbonden partijen en uitgezette leningen (verenigingen en personeelshypotheken) en overige langlopende vorderingen. Vlottende activa Grondenexploitaties Hierover leest u meer in de paragraaf Grondbeleid (paragraaf 2.2.7). Liquide middelen De liquide middelen hebben betrekking op tijdelijk belegde middelen en vorderingen. U leest hierover meer in de paragraaf financiering (paragraaf 2.2.4). Eigen vermogen Reserves Reserves per 31-12
2013
2014
2015
2016
2017
Algemene reserve
33.752
33.628
33.156
33.219
33.337
Bestemmingsreserves
14.450
12.048
10.553
9.801
9.095
2.220
2.667
2.868
3.037
3.276
50.422
48.343
46.577
46.057
45.708
Egalisatiereserves Totaal Specificatie reserves
Saldo begin jaar
Vermeerderingen
Verminderingen
Saldo einde jaar
Algemene reserve
33.752
368
493
33.628
Algemene reserve
33.752
368
493
33.628
1.345
115
273
1.188
91
16
7
100
Afkoopsommen onderhoud graven Uitgifte eigen graven Duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen
1.500
750
750
Derving Nuon dividend
3.978
410
3.567
Gemeentehuis
5.593
162
5.430
930
664
Minimafonds Centrumplan Vorden Centrumplan Hengelo Bestemmingsreserves Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
96
96
1.594 253 14.450
253 131
2.532 179
12.048
978
15
Egalisatiereserve riolering
1.242
610
814
Egalisatiereserves
2.220
625
179
2.667
Totaal bestemmings- en egalisatiereserves
16.670
756
2.711
14.715
Totaal reserves
50.422
1.124
3.204
48.343
1.852
Algemene reserve De algemene reserve is bestemd voor het opvangen van onverwachte tegenvallers én voor het dekken van gewenste incidentele projecten. Wij streven er naar alle financiële consequenties van gewenst beleid tijdig op te nemen in het meerjarenbeeld. De algemene reserve kent vier onderdelen: de bufferfunctie, de inkomensfunctie, de geplande projecten en het vrij aanwendbare deel. Om bij calamiteiten vrijelijk te kunnen beschikken over het bufferdeel, wordt de rente over dat deel toegevoegd aan de reserve (€ 368.000) en niet gebruikt in de exploitatie.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
125
Van de geplande bestedingen uit de algemene reserve over de periode 2014 - 2017 geven wij het volgende overzicht: Bestedingen Algemene reserve
Invest (N)
1A jongerendebatten
Invest (P)
2014
2015
2016
2017
30
30
-
15
-
15
2A bestemmingsplan buitengebied
100
100
100
-
-
-
2A stimulering ontwikkeling woningmarkt
111
111
60
14
13
25
2C uitvoering LOP
250
250
100
75
75
-
6A deelname AGEM
45
45
23
15
8
-
6A verbeteren zandwegen
440
440
110
110
110
110
6B uitvoeringsprogramma GVVP
400
400
100
100
100
100
1.376
1.376
493
329
305
250
Totaal
Bestemmings- en egalisatiereserves Afkoopsommen onderhoud graven Het onderhoud van graven kan worden afgekocht. De afkoopsommen storten wij in deze bestemmingsreserve waarvan in 2014 € 273.000 vrijvalt. De bespaarde rente voegen wij toe aan de bestemmingsreserve, waarbij het rentepercentage is gebaseerd op het disconteringspercentage van de afkoopsommen. Uitgifte eigen graven De bestemmingsreserve is bedoeld voor de dekking van de kapitaallasten van de investeringen op de begraafplaatsen. De jaarlijks ontvangen grafrechten (huur grafruimte) voegen wij toe aan deze reserve. Duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen In 2012 heeft u € 500.000 toegevoegd aan deze bestemmingsreserve. In 2013 wordt € 1.500.000 toegevoegd. Het betreft de bijdrage uit het herstructureringsfonds RBT/EBT voor het revitaliseren van bedrijventerreinen. Op basis van het in februari 2013 door u vastgestelde uitvoeringplan vinden besteding plaats uit deze bestemmingsreserve. Derving Nuon dividend Een deel van de boekwinst op de Nuon-aandelen is afgezonderd in deze bestemmingsreserve. De reserve valt jaarlijks gedeeltelijk vrij ten gunste van de exploitatie om het gemis aan dividendbaten op te vangen. Het laatste jaar is 2025. Gemeentehuis Voor de (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten van het gemeentehuis is uit de opbrengst van de verkoop van de voormalige gemeentehuizen deze bestemmingsreserve gevormd. Jaarlijks valt een gedeelte vrij ten gunste van de exploitatie. Daarnaast is tweederde deel van de "IZA-middelen" toegevoegd aan deze bestemmingsreserve voor de dekking van kapitaallasten van de in het gemeentehuis aangebrachte (extra) personeelsvoorzieningen. Minima fonds Het minimafonds is een fonds uit Zelhem dat oorspronkelijk bestond uit een nalatenschap van Mej. M.J. Becking. Het vruchtgebruik is bestemd voor ‘armen en behoeftigen’ uit Zelhem. De hoofdsom bedroeg ƒ 20.000 in 1880 en is (nog steeds) belegd in Staatobligaties met een gemiddelde rente van 3%. Het fonds is in 1997 samengevoegd met de reserve asielzoekers (Raadsbesluit 30 oktober 1997). Beiden zijn bestemd om de minima te ondersteunen. In 2009 is het fonds omgevormd van een voorziening naar een bestemmingsreserve.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
126
Centrumplan Vorden, Centrumplan Hengelo De uitvoering van de centrumplannen verantwoorden wij in de grondenexploitatie. De kosten worden grotendeels gedekt uit de reserves. De vermindering is gebaseerd op de verwachte bestedingen in de betreffende plannen. Egalisatiereserves Egalisatiereserves zijn reserves die in het leven zijn geroepen om producten budgettair neutraal in de begroting en rekening op te nemen. Wanneer binnen deze producten sprake is van een overschot of tekort op jaarbasis, wordt het verschil toegevoegd aan, respectievelijk onttrokken uit, de bijbehorende reserve. De toegerekende (bespaarde) rente voegen wij ook toe aan deze reserves. Zo blijven de kosten en opbrengsten over de jaren heen neutraal. In Bronckhorst kennen wij egalisatiereserves voor de afvalstoffen(heffing) en de riolering (en heffing daarvoor). Voorzieningen Voorzieningen per 31-12
2013
2014
2015
2016
2017
Risicovoorzieningen
2.742
2.668
2.590
2.546
2.500
Egalisatievoorzieningen
4.161
4.166
3.725
3.392
3.251
397
397
397
397
397
7.301
7.232
6.713
6.336
6.148
Voorziening middelen derden Totaal Specificatie voorzieningen
Saldo begin jaar
Vermeerderingen
Verminderingen
Saldo einde jaar
Onderhoud scholen
1.828
185
163
1.850
Onderhoud gemeentelijke gebouwen
1.802
448
352
1.898
531
470
582
418
Egalisatievoorzieningen
4.161
1.103
1.098
4.166
Wethouders wachtgeld/pensioen voor herindeling
1.661
Onderhoud sportaccommodaties
120
1.541
Wachtgeld wethouders
233
15
41
207
Pensioen wethouders
848
87
14
920
Risicovoorzieningen
2.742
101
175
2.668
Re-integratietrajecten
17
17
Bovenwijkse verplichtingen
380
380
Voorziening middelen derden
397
-
-
397
7.301
1.204
1.273
7.232
Totaal voorzieningen
Egalisatievoorzieningen Voorziening onderhoud scholen Dotaties vinden plaats op basis van het onderhoudsplan. De dotatie is het gemiddelde van wat er over de planperiode nodig is aan budget, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang van die voorziening. Dotaties stellen wij bij op het moment dat het onderhoudsplan wordt geactualiseerd. Stortingen zijn gebaseerd op wat in de begroting staat en onttrekkingen zijn gebaseerd op het onderhoudsplan. Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen en sportaccommodaties Voor het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen en sportaccommodaties is een voorziening ingesteld. Alle bedragen aan onderhoud die in het onderhoudsplan staan,
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
127
worden daaruit gedekt. Dotaties doen wij op basis van het onderhoudsplan. De jaarlijkse dotatie is het gemiddelde van wat er voor de planperiode nodig is aan budget. Risicovoorzieningen Voorziening wethouders wachtgeld/pensioen vóór herindeling Dit betreft de uit te keren pensioenen en wachtgelden aan wethouders van de voormalige gemeenten. De omvang is begin 2006 bepaald op basis van actuariële berekeningen. Naar aanleiding van mutaties vindt jaarlijks actualisatie plaats. Voorziening wachtgeld wethouders De gemeente loopt het risico dat ze wachtgeld moet uitbetalen aan wethouders. Daarvoor wordt een voorziening getroffen die een gedeelte van het maximale risico afdekt. Het wachtgeld is gebaseerd op de rechten zoals die zijn vastgelegd in de wet APPA. In de voorziening houden wij er rekening mee dat 25% van die rechten wordt uitbetaald. Voorziening pensioen wethouders Bij de opbouw van pensioenen voor wethouders doteren wij jaarlijks een bedrag aan een voorziening. De uitbetaling van de pensioenen komt ten laste van die voorziening. De toevoegingen en onttrekkingen vinden plaats op basis van berekeningen door een extern bureau. Voorziening middelen derden Voorziening re-integratietrajecten Op het salaris van de ambtenaren houden wij de premie in voor Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en storten wij in deze voorziening. Uit de voorziening bekostigen wij re-integratietrajecten. Voorziening bovenwijkse verplichtingen Wanneer een ruimtelijke ontwikkeling ruimtebeslag (bv bedrijvigheid, verdichting mens, extra verkeersbewegingen) tot gevolg heeft, vragen wij bijdragen op basis van de nota bovenwijkse voorzieningen. De vergoeding wordt gestort in deze voorziening. Uitvoering van bovenwijkse plannen kan hieruit worden bekostigd. Leningen o/g Leningportefeuille, op te nemen leningen Op de aangetrokken geldleningen (bestaande leningenportefeuille) betalen wij gemiddeld 4,6% rente. De op te nemen leningen geven de financieringsbehoefte weer met een (tijdelijke) piek per eind 2014. Door het ontvangen van de laatste tranche van de verkoop van de Nuon-aandelen in 2015 is in de financiering voorzien. Leningen Schuldrest per 1 januari Reguliere aflossingen
2014
2015
2016
2017
22.676
21.533
20.384
19.228
1.143
1.149
1.156
1.163
21.533
20.384
19.228
18.065
1.022
968
913
858
4,605%
4,597%
4,588%
4,578%
Vervroegde aflossingen Schuldrest per 31 december Rentelast boekjaar Gemiddeld rentepercentage Looptijd schuldrestant per 31 december - looptijd < 5 jaar
556
432
304
263
- looptijd tussen 5 en 10 jaar
1.968
3.813
5.600
5.595
- looptijd langer dan 10 jaar
19.009
16.139
13.323
12.207
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
128
Vlottende passiva Kortlopende financieringsmiddelen, kortlopende schulden Voor de financiering maken wij gebruik van rekening-courant krediet, kortlopende schulden (kasgeldleningen) en leverancierskrediet. 3.3.3.2
Jaarlijks terugkerende verplichtingen
De jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume (vakantiegeld, niet opgenomen vakantiedagen, wachtgelden, e.d.) nemen wij op in de reguliere begroting. Voor pensioenen en wachtgelden van (gewezen) wethouders hebben wij toereikende voorzieningen gevormd. Wij toetsen de omvang van deze voorzieningen en passen de omvang zo nodig aan.
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
129
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
130
4
BIJLAGEN
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
131
4.1
Kerngegevens
Maatstaven
1-1-2013
1-1-2013
1-1-2014
Schatting
Werkelijk
Schatting
Aantal inwoners
37.238
37.218
36.903
van 0 t/m 19 jaar
8.498
8.483
8.255
van 20 t/m 64 jaar
Sociale structuur
20.695
20.637
20.350
van 65 jaar en ouder
8.045
8.098
8.298
(waarvan 75 - 85 jarigen)
2.568
2.585
2.615
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden:
231
241
259
W.W.B.
205
210
225
8
10
10
Periodieke uitkeringen ingevolge de I.O.A.W.
16
18
21
Periodieke uitkeringen ingevolge de I.O.A.Z.
2
3
3
445
434
430
Oppervlakte gemeente
28.642
28.642
28.642
ha.
Land
28.355
28.355
28.355
ha.
287
287
287
ha.
Lengte van wegen
872,78
872,78
872,78
km.
Asfaltwegen
496,00
496,00
496,00
km.
B.B.Z.
Aantal leerlingen Leerlingen Voortgezet Onderwijs Fysieke structuur
Binnenwater
Betonwegen (buitengebied)
2,41
2,41
2,41
km.
Klinkerwegen
168,00
168,00
168,00
km.
Zandwegen
206,37
206,37
206,37
km.
in de kom:
149,30
149,30
149,30
km.
buiten de kom;
517,10
517,10
517,10
km.
11.250
10.415
10.500
st
Bermen
200.000
207.203
210.000
m2
Gazons
410.000
417.346
425.000
m2
Bosplantsoen
325.000
322.512
325.000
m2
Hagen
10.500
10.842
10.700
m2
Heesters
55.000
49.445
45.000
m2
Bodembedekkende sierheesters
88.000
82.598
78.000
m2
1.300
1.316
1.300
m2
16.120
15.600
15.600
15.080
zie BAG
Zie BAG
Verharde wegen (asfalt- beton en klinkerwegen):
Groenbeheer binnen de bebouwde kom Bomen
Vast planten Aantal woningen Aantal woningen waarvan: woningen wooneenheden
84
recreatiewoningen
347
capaciteit bijzondere woongebouwen
609
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
132
Maatstaven
1-1-2013
1-1-2013
1-1-2014
01 woonfunctie
-
15.600
15.600
11 bijeenkomstfunctie
-
187
187
21 celfunctie
-
-
-
31 gezondheidszorgfunctie
-
61
61
41 industriefunctie
-
1.775
1.775
51 kantoorfunctie
-
226
226
61 logiesfunctie
-
393
393
71 onderwijsfunctie
-
39
39
76 sportfunctie
-
53
53
81 winkelfunctie
-
351
351
91 overige gebruiksfunctie
-
676
676
99 niet authentiek gebruiksdoel
-
-
-
BAG code en -gebruiksdoel (miv 2013) *
('* Objecten kunnen bij meerdere gebruiksdoelen zijn ingedeeld) Financiële kerngegevens
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
133
4.2
Samenstelling bestuursorganen
Gemeenteraad Zetelverdeling
Zetels
%
C.D.A.
8
32
V.V.D.
8
32
P.v.d.A.
4
16
Groen Links
2
8
D66
2
8
Gemeente Belangen Bronckhorst
1
4
25
100
Totaal
Raadsfractie CDA Harry Franck, Helmichstraat 34, 7223 LE Baak Marti Hebbink, Halseweg 57a, 7025 ET Halle Dirk Jan Huntelaar, Keppelseweg 1, 6999 AM Hummelo (fractievoorzitter) Chris Jansen, Bielemansdijk 2, 7021 HT Zelhem Henk Onstenk, Lindelaan 11, 7221 GB Steenderen Jannie Rexwinkel - van den Berg, Wolsinkweg 2, 7256 KA Keijenborg Anny Stapelbroek - Loskamp, Schooltinkweg 7, 7021 MA Zelhem Hessel Wijngaard, Bakermarksedijk 10, 7223 KJ Baak Raadsfractie VVD Gerard van der Bend, Kerkweg 11, 7021 CM Zelhem Bert Brandenbarg, Christinalaan 3b, 7251 AX Vorden (fractievoorzitter) Eric Höfkes, Het Karspel 30, 7255 CS Hengelo (Gld) Henk Bram Lammers, Zutphenseweg 27, 7251 DG Vorden Thea Lusink, Broekweg 8, 7255 KP Hengelo (Gld) Geert Jan Oosterhuis, Waarleskamp 38, 7255 WG Hengelo (Gld) Jaco Voltman, Hackforterweg 46, 7234 SH Wichmond Bennie Wisselink, Wisselinkweg 1, 7021 MD Zelhem Raadsfractie PvdA Johanna Bergervoet - Smeitink, Doetinchemseweg 26, 7021 BS Zelhem Jan Beverdam, Van der Hardt Abersonlaan 5, 6998 AX Laag Keppel Peter Glasbergen, Kapelweg 10, 7255 NJ Hengelo (Gld) Antoon Peppelman, De Garde 4, 7021 ND Zelhem (fractievoorzitter) Raadsfractie Groen Links Max Noordhoek, Rijksweg 94b, 6998 AK Laag Keppel (fractievoorzitter) Herman van Rooijen, 't Hof 3, 7226 LG Bronkhorst Raadsfractie D66 Anneke Hacquebard, Keppelseweg 34, 6999 AR Hummelo Johanna Prick, Zelledijk 7, 7251 NB Vorden (fractievoorzitter) Raadsfractie Gemeente Belangen Bronckhorst Evert Blaauw, Het Soerlant 5, 7021 NC Zelhem (fractievoorzitter)
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
134
College van burgemeester en wethouders Fred de Graaf - (burgemeester, VVD) ● ● ● ● ● ● ● ●
Openbare Orde en Veiligheid Coördinatie handhaving Algemene juridische en bestuurszaken Publiekszaken (dienstverleningsconcept) Voorlichting, communicatie en promotie Dualisering Publiekszaken (dienstverlening) Informatisering en automatisering
Paul Seesing - (wethouder CDA) - 1e loco-burgemeester ● ● ● ●
Ontspannen (sport en cultuur) Werk, inkomen en zorg Wegen en groen Verkeer en vervoer
Dorien Mulderije-Meulenbroek - (wethouder VVD) - 2e loco-burgemeester ● ● ● ●
Coördinatie plattelandsontwikkeling Economische zaken Recreatie en toerisme Personeel en organisatie
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
135
Josephine Steffens - (wethouder VVD) - 3e loco-burgemeester ● ● ● ● ●
Regiozaken Jeugd- en onderwijsbeleid Ouderenbeleid Wet maatschappelijke ondersteuning Volksgezondheid
Arno Spekschoor - (wethouder CDA) - 4e loco-burgemeester ● ● ● ●
Volkshuisvesting en ruimtelijke ontwikkeling Milieu en afval Financiën en belastingen Facilitaire zaken
Directie Arne van Hout, directeur/gemeentesecretaris
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
136
4.3
Begrotingsuitgangspunten (perspectiefnota 2014 - 2017)
Uitgangspunten begrotingsopstelling 2014 - 2017 Lasten (algemeen) Prijsstijging (inflatie)
Algemeen 3,25% volgens circulaire. Voor de eigen budgetten wordt dit naar beneden bijgesteld naar 1,75% (pBBP in de circulaire)
Dotaties aan onderhoudsvoorzieningen
Prijsindexatie met 3,25%, maar eveneens een (kaasschaaf)korting doorgevoerd
Subsidies
Op basis van algemene subsidieverordening indexering met 1,75% (pBBP). Prestatie- en budgetafspraken volgens overeenkomsten
Gemeenschappelijke regelingen
Op basis van de door de gemeenschappelijke regeling laatst vastgestelde begroting en meerjarenraming (2013 of 2014)
Salarissen
Loonindexering met 0% voor CAO-stijging en 2% vanwege stijging sociale lasten (hogere pensioenpremie, etc.) Daarnaast € 100.000 voor periodieke verhogingen
Kapitaallasten
Op basis van de geactualiseerde staat activa, aangevuld met het meerjaren investeringsplan
Baten (algemeen) Belastingen onroerende zaken (OZB)
Indexering met 3,25% van opbrengstraming OZB exclusief areaaluitbreiding 2013 (peildatum 01-01-2013)
Overige belastingen
Indexering tarieven met 3,25%
Rechten
Tarieven zijn kostendekkend.
Leges
Indexering tarieven met 3,25% tot maximaal kostendekkend en rekening houdend met wettelijke voorschriften zoals maximale tarieven reisdocumenten en rijbewijzen
Overige opbrengsten
Indexering tarieven met 3,25%
Overige uitgangspunten Stelpost onvoorzien
€ 130.000 (ongeveer € 3,50 per inwoner)
Prijspeil meerjarenperspectief
Constante prijzen (prijspeil jaarschijf 2014)
Algemene uitkering gemeentefonds
Decembercirculaire 2012
Eenheden algemene uitkering
Vanuit feitelijke aantallen eenheden op 1-1-2013 prognose berekend voor de stand op 01-01-2014
Kostenverdeling
Afdelingsplannen 2013
Deel van de Algemene reserve, dat risicovermogen vormt
11.500.000
Deel van de bespaarde rente op reserves, dat ingezet wordt als inkomsten in de exploitatie
925.000
Rente extern Bestaande opgenomen leningen
Basis is bestaande leningportefeuille
Nieuw op te nemen leningen
3,20%
Bestaande verstrekte leningen
Basis is bestaande leningportefeuille
Rekening courant: - krediet
0,33 % (1maands Euriborrente plus 0,21%)
- tegoed
-0,13 % (1maands Euriborrente min 0,25%)
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
137
Uitgangspunten begrotingsopstelling 2014 - 2017 Kortlopende uitzettingen
0,00%
Leverancierskrediet
0,00%
Rente intern Vergoeding bespaarde rente - deel risicovermogen
3,20%
- overig deel
1,95%
Rentetoevoeging reserves - algemene reserve: risicovermogen
3,20%
- bestemmingsreserve afkoop onderhoud graven
3,00%
- andere bestemmingsreserves
1,50%
Renteverdeling - investeringen met tarieven
5,00%
- investeringen grondenexploitatie
5,75%
- investeringen overig
5,00%
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
138
4.4
Verloop algemene reserve 2014-2017
De algemene reserve heeft drie functies: een bufferfunctie, een inkomensfunctie en een bestedingsfunctie. Door de lage rente 1,95%) en de dalende omvang van de reserves is de omvang van de algemene reserve niet voldoende om de inkomensfunctie te vervullen. Besteding van de algemene reserve is volgens de berekening van de omvang van de inkomensfunctie in deze programmabegroting alleen mogelijk door voor het verlies aan rente daarover (1,95%) alternatieve dekking aan te wijzen. De bestedingsruimte in de algemene reserve ontwikkelt zich als volgt: Ontwikkeling vrije ruimte algemene reserve Saldo Algemene reserve einde boekjaar
2013
2014
2015
2016
2017
33.752
34.853
34.381
34.444
34.562
Af: Bufferfunctie
11.500
11.500
11.500
11.500
11.500
Blokkade inkomensfunctie (€ 925.000 rente)
23.465
25.489
27.302
28.262
28.916
Vrije ruimte bij aanvang van het boekjaar (+ = beschikbaar; - = tekort)
-1.213
-2.136
-4.421
-5.318
-5.854
2013
2014
2015
2016
2017
38.532
33.752
33.628
33.156
33.219
Toevoegingen raadsplanning programmabegroting
818
368
368
368
368
7B Rente (bufferdeel)
472
368
368
368
368
7B Rente
346 -
-
-
-
-492
-840
-305
-250
Specificatie verloop algemene reserve Programmabegroting
Toevoeging na programmabegroting
3.622
7B Resultaat 2012
2.122
5C MAU 2011 (Meerjarige aanvullende uitkering)
300
2A Gemeentehuislocatie Hengelo
1.200
Onttrekkingen raadsplanning in programmabegroting
-8.659
1A Jongerendebatten
-15
1B Deelname Achterhoek Connect
-20
1D Berging vliegtuigwrak
-15
-15
-50
2A Bestemmingsplan buitengebied (vervolg)
-100
-100
2A Stimulering ontwikkeling woningmarkt
-230
-60
-14
-12
2B Revitalisering bedrijventerreinen
-300
2C Uitvoering LOP
-200
-100
-75
-75
3B Ontwikkelingsvisie Bronkhorst 3B Privatisering buitensportaccommodaties
-25
-20 -3.784
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
139
Specificatie verloop algemene reserve 3B Privatisering zwembaden
2013
2014
2017
-511 -30
6A Herinrichting Dorpsstraat en Keppelseweg Hummelo
-250
6A Verbeteren zandwegen
-110
6A Ontmantelen hondentoiletten
2016
-3.440
4A IKC Steenderen 6A Deelname AGEM
2015
-22
-15
-8
-110
-110
-110
-110
-10
6B GVVP
-100
-100
-100
-100
-100
Onttrekkingen na programmabegroting
-561
-
-
-
-
Diverse: Resultaatbestemmingen 2012 (jaarrekening 2012)
-561
-
-
-
-
Jaarresultaat
-
7B Bij: doorrekening verwachte jaarresultaten
-
Saldo aansluitend op geprognosticeerde balans
33.752
33.628
33.156
33.219
33.337
Saldo Algemene reserve (incl. nagekomen wijzigingen)
33.752
33.628
34.381
34.444
34.562
-
1.225
-
-
-
34.381
34.444
34.562
Nagekomen mutaties Toevoegen ruimte begroting 2014 Saldo Algemene reserve (+ = toevoeging; - = onttrekking)
1.225 33.752
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
34.853
140
4.5
Recapitulatie TBB
In deze bijlage van de programmabegroting geven wij een overzicht van de begrotingscijfers, ingericht volgens de thema's van de TBB-visie. Visie thema TBB
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten Accommodaties Dekkingsmiddelen Dienstverlening Economie Kindvoorzieningen
929
825
820
768
3.314
2.952
2.426
2.085
17.363
16.869
16.562
16.465
2.980
1.933
1.183
1.184
3.879
4.178
3.737
3.681
Ruimte
13.389
13.194
13.207
13.081
Zorg en welzijn
21.061
20.744
20.698
20.695
Totaal lasten
62.914
60.694
58.632
57.959
Baten Accommodaties Dekkingsmiddelen Dienstverlening Economie Kindvoorzieningen
-173
-173
-173
-173
-42.859
-40.697
-38.779
-38.153
-2.178
-2.193
-2.193
-2.193
-424
-405
-401
-393
-103
-103
-103
-103
Ruimte
-8.063
-8.061
-8.059
-8.059
Zorg en welzijn
-9.114
-8.807
-8.807
-8.807
-62.914
-60.439
-58.516
-57.881
-
254
116
77
Totaal baten Saldo
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
141
4.6
Overzicht producten per deelprogramma
Onderstaande overzichten vanuit de financiële administratie zijn informatief bedoeld. Ze geven u inzicht in welke producten binnen een deelprogramma vallen en welke baten en lasten daar onder vallen. Het laat de cijfers van het begrotingsjaar 2014 zien. Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_1A_ BESTUURSCULTUUR 1A01 Gemeenteraad
789
0
6
0
6
339
0
339
1A02 Commissies 1A03 Griffierfunctie 1A04 Rekenkamer
789
34
0
34
1A05 College
802
0
802
1A08 Commissie bezwaar- en beroepschriften
182
0
182
1A09 Bestuurlijke projecten / reorganisaties
3.505
0
3.505
Totaal
5.658
0
5.658
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_1B_ SAMENWERKING MET MEDE-OVERHEDEN 1B01 Regionale samenwerking
264
0
264
1B02 Internationale contacten
103
0
103
Totaal
367
0
367
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_1C_ DIENSTVERLENING 1C01 Regulering APV/bijzondere wetten
614
-28
586
1C02 Vastgoedregistratie
548
-1
547
1C03 Straatnaamgeving en huisnummering
138
0
138
1C04 Verkiezingen
114
0
114
1C05 Burgerlijke stand
272
-68
204
1C06 Rijbewijzen
290
-211
79
1C07 Reisdocumenten
341
-334
8
1C08 Gemeentelijke basisadministratie
382
-19
362
2.699
-661
2.038
Totaal Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_1D_ OPENBARE ORDE, VEILIGHEID EN HANDHAVING 1D01 Veiligheidsbeleid 1D02 Pro-actie
10
0
10
187
-5
182
1D03 Preparatie
1.840
-85
1.754
1D04 Repressie
230
0
230
1D05 Nazorg bij bestrijding
20
0
20
1D06 Rampenbestrijding (bijdr.reg.brandweer)
16
0
16
1D07 Dierenbescherming Totaal
43
0
43
2.346
-90
2.256
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
142
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_2A_ WONEN 2A01 Structuurplanning/-visies 2A02 Bestemmingsplannen
225
0
225
1.311
-261
1.050
2A03 Bouwtoezicht
310
0
310
2A04 Vergunningverlening
795
-1.145
-350
2A05 Welstand 2A06 Overige maatregelen RO/ volkshuisvesting 2A07 Bouwgrondexploitatie 2A08 Vastgoedbeheer gemeenteeigendom Totaal Omschrijving
89
0
89
200
-2
197
1.364
-58
1.307
431
-28
403
4.725
-1.494
3.230
Lasten
Baten
Saldo
P_2B_ WERKEN 2B01 Algemeen economisch beleid
899
-82
817
2
0
2
2B02 Markten en standplaatsen 2B03 Agrarische zaken Totaal Omschrijving
13
-0
13
914
-82
832
Lasten
Baten
Saldo
P_2C_ PLATTELANDSONTWIKKELING 2C01 Natuurbescherming
422
-62
360
0
0
0
422
-62
360
2C02 Natuur- en milieu-educatie Totaal Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_2D_ LEEFBAARHEID 2D01 Stedelijke vernieuwing
181
-3
179
Totaal
181
-3
179
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_3A_ MEEDOEN 3A01 Bibliotheekwerk
721
-98
622
3A02 Beleid kunst en ontspanning
19
0
19
3A03 Muziekonderwijs
73
0
73
3A04 (overige) kunstzinnige vorming
75
0
75
0
0
0
3A05 Zwembaden binnen 3A06 Zwembaden buiten
0
-17
-17
3A07 Sportaccommodaties binnen
871
-138
732
3A08 Sportaccommodaties buiten
28
-1
27
3A09 Groene sportvelden
0
0
0
381
0
381
3A11 Accommodaties voor kunst en cultuur
42
0
42
3A12 Culturele activiteiten
48
0
48
3A13 Mediazaken
20
0
20
3A14 Recreatieve verenigingen
25
0
25
565
0
565
46
-5
41
3A10 Bevordering sportdeelname
3A15 Speelvoorzieningen 3A16 Evenementen
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
143
Omschrijving
Lasten
Baten
3A17 Volkstuinen
Saldo
0
-4
-4
3A18 Beheer gemeentelijke monumenten
44
-0
44
3A19 Gratis toegang musea/ oudheidskamers
11
0
11
3A20 Gemeentearchief / streekarchief
166
0
166
3A21 Overige scheppende/beeldende kunst
0
0
0
3A22 Overig club- en buurthuiswerk Totaal Omschrijving
30
-16
14
3.167
-280
2.887
Lasten
Baten
Saldo
P_3B_ TOERISME 3B01 Recreatievoorzieningen niet betaald
0
0
0
3B02 Stimulering toerisme
295
-8
288
Totaal
295
-8
288
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_4A_ ONDERWIJSHUISVESTING 4A01 Onderwijshuisvesting openb.basisonderw.
682
-19
663
4A02 Onderwijshuisvesting bijz.basisonderwijs
1.458
-6
1.452
158
-1
157
2.298
-26
2.272
4A03 Onderwijshuisvest. bijz.voortgez.onderw. Totaal Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_4B_ ONDERWIJS 4B01 Ov.gemeensch.uitg. en ink. vh onderwijs
300
0
300
22
0
22
4B02 Overige gemeensch.uitg. en ink. O.B.O. 4B03 Onderwijsachterstandenbeleid 4B04 Leerlingenvervoer
32
-10
23
691
-37
654
94
0
94
0
0
0
4B05 Leerplicht/region.meld- en coörd.centr. 4B06 Onderwijsbegeleiding 4B08 Kinderdagopvang
92
0
92
4B09 Peuterspeelzalen
349
-31
318
1.581
-77
1.504
Totaal Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_5A_ OUDEREN 5A01 Overige tehuizen
368
-1
367
Totaal
368
-1
367
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_5B_ JEUGD 5B01 Jeugd- en jongerenwerk
279
0
279
Totaal
279
0
279
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
144
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_5C_ WERK, INKOMEN EN VOORZIENINGEN 5C01 WMO uitvoering
6.865
-960
5.905
5C02 Overig maatschappelijk werk
489
0
489
5C05 Overige gehandicaptenzorg
25
0
25
5C06 Opvang asielzoekers
39
0
39
5C07 Overige integratie en inburgering
0
0
0
5C08 Beleid inkomen
4.126
-3.511
615
5C09 Participatiebudget
863
-452
411
5C12 Verstrekkingen voorzien.voor huishouden
347
0
347
5C13 Verstrekkingen overige kosten
392
-17
375
4.087
-4.070
18
17.233
-9.009
8.224
5C14 Sociale werkvoorziening Totaal Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_5D_ GEZONDHEIDSZORG 5D01 Beleid maatschappelijke zorg
489
0
489
5D02 Overige openbare gezondheidszorg
625
0
625
5D03 Jeugdgezondheidszorg (uniform)
438
0
438
0
0
0
0
0
0
1.552
0
1.552
5D05 Indicatiestellingen/zorgloket 5D06 Ambulancevervoer Totaal Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_6A_ MILIEU 6A01 Beheer en onderhoud riolering
2.904
0
2.904
6A02 Rioolheffing 6A03 Huishoudelijk afval algemeen
42
-4.061
-4.019
241
-222
19
6A04 Papier huishoudelijk afval 6A05 Overige fracties huishoudelijk afval
2
0
2
2.437
0
2.437
0
-3.139
-3.139
88
0
88
6A06 Inkomsten afvalst.heff./ reinigingsrecht 6A07 Inningskosten afvalst.heff./ reinig.recht 6A08 Milieubeleid/-programma 6A09 Klimaat en energie
31
0
31
120
-57
63
6A10 Milieuvoorlichting 6A11 Handhaving milieubeheer
66
0
66
893
0
893
43
0
43
4
0
4
58
-4
54
6.929
-7.482
-553
6A12 Bodembescherming 6A13 Geluidhinder 6A14 Ongediertebestrijding Totaal
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
145
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_6B_ VERKEER EN VERVOER 6B01 Straatmeubilair
238
0
6B02 Bermen
574
0
574
2.536
-63
2.474
79
0
79
6B03 Ov.beheer/onderhoud wegen,str, pleinen 6B04 Straatreiniging
238
6B05 Gladheidsbestrijding
167
0
167
6B06 Openbare verlichting
373
-43
330
6B07 Overige verkeersmaatregelen
465
-8
457
6B08 Overige parkeervoorzieningen
28
0
28
7
0
7
6B09 Veerdiensten 6B10 Openbaar vervoer Totaal Omschrijving
1
-0
0
4.466
-114
4.353
Lasten
Baten
Saldo
P_6C_ OPENBAAR GROEN 6C01 Openbaar groen/parken/ plantsoenen 6C02 Lijkbezorging Totaal Omschrijving
1.329
-4
371
-399
-28
1.700
-402
1.297
Lasten
Baten
1.325
Saldo
P_7A_ BELASTINGEN 7A01 Lasten die samenhangen met de inning ozb
228
-18
210
0
-878
-878
7A02 Baten van de ozb gebruikers 7A03 Baten van de ozb eigenaren
0
-5.443
-5.443
655
0
655
7A05 Toeristenbelasting
0
-270
-270
7A06 Forensenbelasting
0
-46
-46
883
-6.654
-5.771
7A04 Uitvoering Wet waard.onroerende zaken
Totaal Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
P_7B_ GELDMIDDELEN 7B01 Algemene baten en lasten 7B02 Geldleningen
3.094
-33.041
-29.947
202
-2.836
-2.634
7B03 Beleggingen/deelnemingen Totaal Omschrijving
18
-615
-597
3.314
-36.493
-33.179
Lasten
Baten
Saldo
P_7C_ BEDRIJFSVOERING 7C01 Saldo van kostenplaatsen
1.561
0
1.561
Totaal
1.561
0
1.561
Programmabegroting 2014-2017 : Compliment aan de samenleving
146