DSO - Stedenbouw & Landschap december 2007
Checklist veiligheid ruimtelijk planvormingsproces Almere
Gemeente Almere
INHOUD Voorwoord.......................................................................................................................5 1 Inleiding..........................................................................................................................7 2 Ruimtelijk planvormingsproces....................................................................................7 Inleiding...........................................................................................................................7 Structuurplan..................................................................................................................7 Ontwikkelingsplan en bestemmingsplan.......................................................................7 Verkavelingsplan en inrichtingsplan..............................................................................7 3 Checklist Sociale Veiligheid...........................................................................................9 Inleiding...........................................................................................................................9 Woongebieden...............................................................................................................11 Winkelcentra.................................................................................................................27 Wijkwinkelcentrum.......................................................................................................27 Centrum-stedelijk winkelgebied..................................................................................31 Grootschalig winkelcentrum met leisurefunctie..........................................................33 Winkelcentrum algemeen.............................................................................................35 Bedrijventerreinen........................................................................................................49 Bedrijventerreinen met woonfunctie binnen ‘stedelijk weefsel’..................................49 Bedrijventerreinen zonder woonfunctie binnen ‘stedelijk weefsel’.............................53 Bedrijventerreinen zonder woonfunctie buiten ‘stedelijk weefsel’..............................55 Bedrijventerreinen algemeen.......................................................................................59 Uitgaansgebieden.........................................................................................................69 Bronnen.........................................................................................................................71 4 Checklist fysieke veiligheid.........................................................................................73 Inleiding.........................................................................................................................73 Verkeersveiligheid.........................................................................................................74 Overige fysieke veiligheid.............................................................................................79 Bronnen.........................................................................................................................83 5 Checklist externe veiligheid........................................................................................85 Inleiding.........................................................................................................................85 Externe veiligheid..........................................................................................................86 Instrumentkeuze...........................................................................................................88 Bronnen.........................................................................................................................88 COLOFON..........................................................................................................................89
Checklist Veiligheid
Voorwoord Veiligheid is een ruim begrip. Juist daarom is deze overzichtelijke en gebruiksvriendelijke checklist gemaakt. Op eenvoudige wijze kunt u kennis nemen van de laatste richtlijnen op gebied van ‘Politiekeurmerk Veilig Wonen’, ‘Keurmerk Veilig Ondernemen’, ‘Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen’ en ‘Kwaliteitsmeter Veilig Uit’. Deze checklist maakt het begrip veiligheid concreet en toetsbaar. Het is een belangrijke schakel in het planvormingsproces van structuurplan tot aan het inrichtingsplan. Almere maakt een enorme groei door de komende jaren met de uitbreiding in Poort en Hout en de ontwikkeling van diverse nieuwe bedrijventerreinen. Ook wordt een begin gemaakt met herontwikkeling in delen van de bestaande stad. Deze checklist maakt het in een handomdraai mogelijk, te checken of het plan voldoet aan de laatste eisen op het gebied van veiligheid. Toepassing van de checklist levert, naast de vele andere inspanningen die de gemeente doet op het gebied van sociale en fysieke veiligheid, niet alleen een veiligere samenleving op, maar ook een besparing in de beheerskosten van de stad. De checklist is in samenwerking met de Dienst Stedelijke Ontwikkeling tot stand gekomen, waardoor de toepasbaarheid voor de wereld van plan- en projectontwikkeling belangrijk is verbeterd. Ik wens u veel plezier toe bij het gebruiken van de checklist.
Annemarie Jorritsma
Haltes openbaar vervoer zijn goed zichtbaar, transparant en verlicht.
1 Inleiding Algemeen Dit voorjaar is het programmaplan Veiligheid 2007-2010 door de gemeente raad vastgesteld . Hierin worden de speerpunten op het gebied van veiligheid van de komende vier jaar behandeld. Het programmaplan bevat thema’s van sociale en fysieke veiligheid. De volgende thema’s zijn te onderscheiden: • Minder jeugdoverlast • Minder veelplegers • Minder risicojongeren • Minder geweld • Betere toezicht en handhaving • Hogere veiligheid bedrijventerreinen • Veiligheidsaspecten in gebouwde omgeving en infrastructuur beter geborgd. Uit de evaluatie van het vorige programma Integrale veiligheid blijkt dat ten aanzien van het thema “Veiligheidsaspecten in gebouwde omgeving en infrastructuur is beter geborgd” vooral extra aandacht in de planfase gewenst is. Daarnaast blijkt uit ervaring van betrokkenen dat de werk processen in dit kader (planfase, bouwfase, ingebruikname, sloopfase) verder moeten worden gestroomlijnd. Een veiligheidschecklist voorkomt
dat in het ruimtelijk planvormingsproces bepaalde veiligheidsaspecten over het hoofd worden gezien en maakt eenduidige behandeling van het aspect veiligheid mogelijk. De voorliggende rapportage omvat voor de aspecten sociale veiligheid, fysieke veiligheid en externe veiligheid een overzicht van aandachtspunten waarmee in het ruimtelijk planvormingsproces van Almere rekening gehouden moet worden. Bij de aandachtspunten wordt aangegeven op welke planfase het veiligheidspunt van toepassing is. Hierbij is een onder verdeling gemaakt in structuurplan, ontwikkelingsplan/bestemmingsplan, en verkavelingsplan/inrichtingsplan. De op ontwikkelingsplannen en bestemmingsplannen gerichte veiligheidspunten zijn ook van toepassing op vrijstellingen van bestemmingsplannen (inclusief artikel 19, lid 1 WRO) en kunnen ook gehanteerd worden voor herontwikkelingsplannen. De input voor de checklist is geleverd door de verschillende gemeentelijke diensten en Politie Flevoland. Zie voor de gesprekspartners de bijlage. De veiligheidspunten zijn van toepassing op het publieke domein (openbaar en semi-openbaar gebied). Veiligheidspunten die betrekking hebben op het ontwerp van gebouwen vallen buiten de kaders van deze veiligheids checklist (hiervoor geldt het Bouwbesluit).
2 Ruimtelijk planvormingsproces Inleiding Het ruimtelijk planvormingsproces in Almere voor nieuwe gebieden loopt van de vervaardiging van een structuurplan tot aan vaststelling van een inrichtingsplan. Tussenstappen zijn achtereenvolgens de vervaardiging van ontwikkelingsplannen, de vervaardiging van bestemmingsplannen en de vervaardiging van verkavelingsplannen. In het volgende wordt op de verschillende planvormen nader ingegaan. Structuurplan Met een structuurplan of structuurvisie worden de hoofdlijnen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de stad of een stadsdeel weer gegeven. Door afweging tussen locaties en functionele doeleinden ontstaat een beeld van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Het plan geeft voor (een deel van) de stad een integrale ruimtelijke visie weer en geeft richting aan het verdere planproces. Met een structuurplan of structuurvisie wordt de ruimtelijke hoofdstructuur voor stad of stadsdeel vastgelegd.
Ontwikkelingsplan en bestemmingsplan In Almere wordt de stedenbouwkundige structuur van een nieuw te ontwikkelen gebied aan de hand van een proefverkaveling vastgelegd in een ontwikkelingsplan. In het ontwikkelingsplan worden alle ruimtelijke planaspecten behandeld en vindt een belangenafweging plaats voor de inrichting van het nieuwe gebied. In het ontwikkelingsplan is veelal een veiligheidsparagraaf opgenomen waar in algemene bewoordingen wordt ingegaan op het aspect ‘veiligheid’. Gekoppeld aan het ontwikkelingsplan worden er voor het nieuwe gebied inrichtingsprincipes, stedenbouwkundige randvoorwaarden en programma’s van eisen voor kunstwerken opgesteld. In het bestemmingsplan vindt de juridische vertaling van het ontwik kelingsplan plaats. Het bestemmingsplan is het belangrijkste instrument uit de Wet op de ruimtelijke ordening omdat het plan in juridisch opzicht het enige rechtstreeks bindend ruimtelijk plan is. In het bestemmingsplan worden de bestemmingen (inclusief gebruiks- en bouwvoorschriften)
Checklist Veiligheid
In het woongebied of aan de rand daarvan ligt een groengebied met mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik.
vastgelegd. In het bestemmingsplan moeten verder ondermeer veiligheidszones met betrekking tot productie, verwerking, opslag en transport van gevaarlijke stoffen worden aangegeven (risicocontouren). Ook moet er in het bestemmingsplan een veiligheidsparagraaf zijn opgenomen. Verkavelingsplan en inrichtingsplan Als verdere uitwerking van het ontwikkelingsplan wordt in het verkavelings plan een globale indruk gegeven van de inrichting van het openbaar gebied
(bomen, groen, verharding). Ook wordt in het verkavelingsplan het uitgeefbaar en niet-uitgeefbaar gebied nader gedefinieerd (vaststellen van eigendomsgrenzen). Vervolgens vindt er in het inrichtingsplan de nadere detaillering plaats van het openbaar gebied. In deze fase wordt alles in het openbaar gebied nauwkeurig vastgelegd; positie, afmetingen, materiaalsoort en kleur van verharding, groen, verlichting enzovoorts. Als het inrichtingsplan is goedgekeurd wordt het plan besteksgereed gemaakt en uitgevoerd.
3 Checklist Sociale Veiligheid Inleiding Sociale veiligheid omvat de bescherming tegen elke vorm van criminaliteit en fysieke bedreiging/gevoelens van onveiligheid. Wanneer bij de ruimtelijke inrichting aandacht wordt gegeven aan de sociale veiligheid, dan zijn de inspanningen erop gericht om zogenaamde criminogene situaties te voorkomen. Politiekeurmerken vormen een belangrijk instrument om met name de sociale veiligheid op een effectieve manier en op structurele basis te vergroten. Gebieden waar de nationale keurmerken vooral tot hun recht komen zijn: woongebieden, winkelcentra, bedrijventerreinen en uitgaansgebieden. Bij de veiligheidschecklist voor het ruimtelijke planvormingsproces in Almere worden met betrekking tot sociale veiligheid de volgende keurmerken van belang geacht: • Politiekeurmerk Veilig Wonen (Nieuwbouw) • Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelcentra • Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen • Kwaliteitsmeter Veilig Uit (2003)
De gemeente Almere heeft in 1998 besloten de nieuw te bouwen wijken onder de vlag van het Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw uit te voeren. Het keurmerk wordt hierbij alleen afgegeven als alle betrokken woningen, eventueel ook het complex (woongebouw), èn de woonomgeving aan de veiligheidseisen voldoen. Op 29 juni 1999 heeft het college van B&W ingestemd met de toepassing van de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen op de ontwikkelings- en inrichtingsplannen van nieuwe woon gebieden. Hierbij is ook akkoord gegaan met de bijbehorende meerkosten voor beheer en aanleg/exploitatie van verlichting. In de volgende paragraaf worden de aandachtspunten voor sociale veiligheid weergegeven. Per aandachtspunt is hierbij via kleurcode aangegeven op welke planfase het veiligheidspunt van toepassing is. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in: • structuurplan (SP) • ontwikkelingsplan/bestemmingsplan* (OP/BP) • verkavelingsplan/inrichtingsplan (VP/IP)
* inclusief vrijstellingen van bestemmingsplannen
Checklist Veiligheid
In het woongebied of aan de rand daarvan ligt een groengebied met mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik.
woongebieden
Checklist Woongebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV001 woningdifferentiatie
het woongebied is gevarieerd en bewoners kunnen zich met het woongebied identificeren bewoners voelen zich niet verloren temidden van anonieme bouwmassa’s
er is variatie naar woningen (woningtype, woninggrootte, prijsklasse, eigendom, bouwhoogte en daarmee variatie in doelgroepen in de wijk
PKVW S1
SV002 bouwhoogte en schaal
bewoners voelen zich niet verloren temidden van anonieme bouwmassa’s
woongebouwen zijn over het algemeen niet hoger dan vijf bouwlagen; beperkt PKVW S2 toegepast zijn hogere woongebouwen als stedenbouwkundige accenten toegestaan
SV003 aansluiting op omliggende bebouwing
het nieuwe woongebied de overgang van het bestaande naar het nieuwe woongebied is overzichtelijk sluit aan bij bestaande wij- en attractief vormgegeven door: ken in de bebouwde kom • herkenbare en aantrekkelijke entrees van het woongebied in het zicht van woningen • het bundelen van verkeersstromen zodat informeel toezicht op de toegangsroutes ontstaat • het ontbreken van een ‘niemandsland’ en het ontbreken van ruimtelijke barrières zoals een spoorlijn, autosnelweg of geluidwerende voorzieningen; de maximale afstand tussen het bestaande en nieuwe woongebied is 100 m
SP
OP/ VP/ BP IP
variatie bestaat uit homogene clusters woningen
PKVW S3
Checklist Veiligheid
11
woongebieden
code
onderwerp
SV004 wijkontsluiting
SV005 routes langzaam verkeer
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
het aantal ontsluitingen van de woonwijk is beperkt
een woongebied tot 500 woningen heeft maximaal 1 of 2 hoofdontsluitingen voor gemotoriseerd verkeer of
PKVW S4
routes voor fietsers en voetgangers in het woongebied zijn sociaal veilig
op ten minste één van de routes vanuit woningen naar essentiële functies en voorzieningen (winkel, school, openbaar vervoer, parkeren, wijkcentrum) is zicht vanuit de omliggende bebouwing
een woongebied met meer dan 500 woningen heeft maximaal 2 tot 4 hoofdontsluitingen voor gemotoriseerd verkeer
PKVW S5
er zijn geen tunnels, viaducten of onderdoorgangen op de lv-routes naar de voorzieningen recreatieve, alternatieve routes: op alternatieve routes door het groen wordt geen schijnveiligheid gewekt door openbare verlichting aan te leggen SV006 hoofdfietsroutes
12
Checklist Veiligheid
hoofdfietsroutes tussen wijken en stadsdelen zijn sociaal veilig
de hoofdroutes zijn van verlichting voorzien de hoofdroutes zijn als stadscorridor begeleid door voorzieningen met dagen avondbezoek (zicht vanuit omliggende bebouwing) bij voorkeur met dienstwoningen (entrees en dienstwoningen zijn dicht bij het fietspad gesitueerd)
DSOR DSOV
SP
OP/ VP/ BP IP
woongebieden
code
onderwerp
SV007 verkaveling en achterpaden
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
de stedenbouwkundige opzet draagt bij aan sociaal veilige verkaveling
achterpaden ontbreken of achterpaden vormen geen ontsluitingsstructuur van het woongebied, maar maken tuinen en woningen aan de achterzijde bereikbaar voor de betreffende bewoners
PKVW S6
SP
OP/ VP/ BP IP
achterpaden hebben geen gecombineerde functie met de langzaamverkeersontsluiting in de wijk, zoals fietspaden of wandelroutes de verkaveling is zo opgezet dat achterpaden overzichtelijk zijn en voldoen aan eis K4 ‘achterpaden’ handboek PKVW Nieuwbouw SV008 recreatie en ontspanning
bij wijken groter dan 500 woningen is ruimte om te recreëren en draagt de openbare ruimte bij aan een attractieve en overzichtelijke woonomgeving
verspreid in het woongebied zijn kleinere (groene) plekken aanwezig, onder andere om te spelen en te recreëren.
PKVW S7
in het woongebied of aan de rand ervan, ligt een groen gebied met de mogelijkheid voor multifunctioneel gebruik zoals spelen, wandelen, publieks activiteiten, vissen, etc.
Checklist Veiligheid
13
woongebieden
code
onderwerp
SV009 voorzieningen
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
een gebied met voorzieningen veroorzaakt geen overlast voor omwonenden en functioneert als ontmoetingsplaats in het woongebied
voorzieningen veroorzaken geen overlast en voorzieningen liggen bij voorkeur centraal in het woongebied
DSBV DMOW DSOSPF PKVW S8
boven minimaal 60% van de winkels liggen woningen die zicht hebben op het voorzieningengebied vanuit omliggende woningen is goed zicht mogelijk op voorzieningen looproutes van en naar voorzieningen liggen in het zicht van woningen het aantal parkeerplaatsen en de stallingmogelijkheden voor fietsen is in overeenstemming met het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers vanuit omringende bebouwing is zicht mogelijk op deze parkeerplaatsen en stalling mogelijkheden er is een menging van functies: wonen, winkels, (geen overlast veroorzakende) horeca en voorzieningen zoals een bibliotheek, postkantoor, medische voorzieningen, bank etc., waardoor op verschillende tijden toezicht aanwezig is bij de geclusterde wijkvoorzieningen zijn ook voorzieningen opgenomen die bijdragen aan het versterken van de sociale netwerken van ouderen; zorg zones voor ouderen (zorg, ontmoeting, veiligheidsbeleving) spelen hierbij een belangrijke rol in de wijk zijn voorzieningen voor jongeren opgenomen die bijdragen aan de versterking van sociale netwerken (ontmoetingsruimte, activiteitencentrum); deze voorzieningen zijn niet in de nabijheid van ouderenvoorzieningen gesitueerd in de wijk is voldoende ruimte opgenomen voor voorzieningen; bovendien is rekening gehouden met toekomstige en/of onvoorziene wensen op het gebied van voorzieningen (restcapaciteit bij en voor voorzieningen) functies die na sluitingstijd van de winkels open zijn of worden gebruikt (zoals een apotheek en betaalautomaat) liggen in het zicht van woningen
14
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
woongebieden
code
onderwerp
SV010 publiektrekkende voorzieningen
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
(bovenwijkse) voorzieningen in het woongebied die veel publiek trekken zijn zo gesitueerd dat zo weinig mogelijk overlast voor de omgeving ontstaat
publiektrekkende voorzieningen liggen aan de rand van het woongebied
DSOS DSOV PKVW S9
wijkontsluitingswegen ontsluiten publiekstrekkende voorzieningen direct waardoor sluiproutes en overlast worden voorkomen
SP
OP/ VP/ BP IP
routes van de voorzieningen naar haltes voor openbaar vervoer zijn kort en overzichtelijk de routes voor langzaam verkeer van en naar de voorzieningen zijn gebundeld met de routes van het overige (gemotoriseerde) verkeer het aantal parkeerplaatsen en stallingmogelijkheden voor fietsen is in overeenstemming met het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers
SV011 wijk- of buurtcentrum
(welzijns)voorzieningen, zoals wijk- of buurtcentra, zijn zo in het woongebied gesitueerd dat ze geen overlast veroorzaken voor de omwonenden
het wijk- of buurtcentrum ligt bij voorkeur centraal in het woongebied en vormt ruimtelijk en functioneel het hart van de wijk
SV012 openbare verlichting het woongebied is bij duisternis helder, niet verblindend en gelijkmatig verlicht; uitgangspunt is dat men personen op een afstand van minimaal 4 m kan herkennen
openbare verlichting haalt gedurende de periode waarvoor het politie keurmerk veilig wonen wordt afgegeven (5 jaar) te allen tijde de volgende waarden:
DSOS PKVW S10
vanuit de omliggende woningen is een goed zicht aanwezig op het (gehele) wijkcentrum PKVW O1
de horizontale gemiddelde verlichtingsterkte is minimaal 3 lux de gelijkmatigheid bedraagt ten minste 0,3 Uh de RA-waarde is minimaal 25 of de horizontale verlichtingsterkte is minimaal 2 lux de gelijkmatigheid is tenminste 0,30 Uh de RA-waarde is minimaal 60 of de horizontale verlichtingsterkte is minimaal 3 lux de gelijkmatigheid is tenminste 0,20 Uh de RA-waarde is minimaal 60 openbare verlichting wordt niet gehinderd door openbaar groen (bomen) om verkeer beter zichtbaar te maken op kruisingen van (hoofd)ontsluitings wegen is het toegestaan een andere kleur licht toe te passen. de RA-waarde moet dan minimaal 25 bedragen
Checklist Veiligheid
15
woongebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV013 parkeren in de open lucht
er is parkeergelegenheid voor bewoners en bezoekers in de nabijheid van de woningen en woongebouwen; de parkeergelegenheid is veilig door een goed zicht op de geparkeerde auto’s vanuit de woningen
bewoners kunnen, met behoud van voortuin, op eigen erf parkeren; parkeerplaatsen voor bezoekers zijn in de nabijheid en in het zicht van ten minste twee woningen of
PKVW O2
bewoners kunnen hun auto parkeren op korte afstand van de woning; minimaal twee woningen hebben goed zicht op elk parkeervak of er zijn overzichtelijke parkeerterreintjes van maximaal 20 plaatsen; elk terreintje ligt in het zicht van ten minste 2 woningen of er zijn grotere parkeerterreinen voor bewoners en/of bezoekers bij woningen en woongebouwen. deze terreinen zijn sociaal veilig, overzichtelijk en goed verlicht waarbij: • het terrein is gecompartimenteerd in aparte, herkenbare, kleinere een heden met elk maximaal 20 parkeervakken • er vanuit minimaal twee woningenzicht op het parkeerterrein is • er zijn geen obstakels of struiken hoger dan 0,5 m die het zicht op het terrein belemmeren de RA-waarde van de toegepaste verlichting is minimaal 60 om de (kleur)herkenbaarheid van personen en auto’s te vergroten
16
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
woongebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV014 collectieve fietsenstalling
als privé-stallingen ontbreken is een inbraakveilige en goed verlichte collectieve (fietsen)stalling met voldoende plaatsen noodzakelijk
er is een collectieve (fietsen)stalling als geen andere privé-stallingen aan wezig zijn
DSOV PKVW G10
SP
OP/ VP/ BP IP
het aantal stallingsplaatsen is in overeenstemming met het aantal bewoners/ bezoekers een collectieve (fietsen)stalling voldoet aan de volgende eisen: • de fietsenstalling is drie minuten inbraakwerend • de toegangsdeur is voorzien van een slot met nachtschootuitwerper, is zelfsluitend en kan van binnenuit zonder sleutel worden geopend (vluchtdeur) • In de deur of direct naast de deur is inbraakwerend glas aangebracht • het verlichtingsniveau voldoet aan eis G5 ‘Verlichting gemeenschappelijke ruimten’ • ramen voldoen aan G9 ‘Berging: inbraakwerendheid gevelelementen: ramen en ventilatieopeningen voor fietshangars geldt dat deze moeten voldoen aan NEN 5096 waarbij de maximale doorgansopening niet zo groot mag zijn dat daar doorheen een fiets uit de stalling kan worden gehaald. Het verlichtingsniveau bij een fietshangar moet voldoen aan 01
SV015 tunnels en onder doorgangen
tunnels en onderdoorgangen voor langzaam verkeer zijn sociaal veilig en goed verlicht
verschillende soorten verkeer gebruiken de tunnel of onderdoorgang; het fietspad, voetpad en de rijweg liggen op gelijke hoogte en in het zicht van elkaar of
PKVW O4
als gekozen wordt voor een aparte tunnel of onderdoorgang voor langzaam verkeer dan is de breedte minimaal 5 m en de hoogte minimaal 3 m en daarnaast voldoen tunnels en onderdoorgangen aan de volgende eisen: • aan- en afvoer via een rechtstand met een zichtlijn door de tunnel of onderdoorgang heen • er is zicht op (de toegangen van) de tunnel en de onderdoorgang vanuit omringende bebouwing. er zijn bij de in- en uitgang geen zichtbelemmerende obstakels en/of groen • de verlichting is gelijkmatig over de gehele lengte en aan beide zijden van de tunnel en onderdoorgang aangebracht, verzonken in de constructie (slagvast, vandalismebestendig) SKG KE 571 vervolg SV015 op blz. 18
Checklist Veiligheid
17
woongebieden
code
onderwerp
SV015
tunnels en onderdoorgangen
(vervolg)
18
Checklist Veiligheid
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp • de horizontale verlichtingssterkte bedraagt minimaal 15 lux met een gelijkmatigheid van 0,3 Uh. de RA-waarde is minimaal 60 • muren en andere bereikbare constructiedelen zijn voorzien van verfraaiingen, graffiti-werende coating of een eenvoudig te reinigen materiaal • de wanden van de tunnel of onderdoorgang zijn vlak; er zijn geen nissen of inspringingen • de tunnel of onderdoorgang is vlak, er zijn geen nissen, inspringingen en/of onoverzichtelijke trappen • de tunnel of onderdoorgang heeft snelle vluchtwegen voor voetgangers en fietsers onder andere door flauwe hellingen • de hellingen volgen minimaal de eisen van het Bouwbesluit • in onderdoorgangen en tunnels ontbreken deuren die toegang geven tot de woning (zoals bij poortwoningen), individuele bergingen en/of berging complexen
bron
SP
OP/ VP/ BP IP
woongebieden
code
onderwerp
SV016 haltes openbaar vervoer
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
haltes voor openbaar vervoer zijn goed zichtbaar
haltes liggen in het zicht van woningen
PKVW 05
SP
OP/ VP/ BP IP
zicht op de halte wordt niet belemmerd door beplanting of andere opstakels ABRI’s zijn transparant en verlicht zodat wachtenden vanuit de omringende bebouwing gezien kunnen worden een verlichte poster aan één zijde en/of een stadsplattegrond zijn in de ABRI toegestaan
SV017 binnenterreinen
een binnenterein is niet kwetsbaar voor vandalis me en buurtoverlast en maakt evenmin omliggende woningen kwetsbaar voor inbraak
zowel op ingangen als op binnenterreinen zelf is zicht vanuit omliggende woningen
PKVW O6
het binnenterrein heeft een besloten karakter, is afsluitbaar of eenvoudig afsluitbaar en kan, als de situatie daartoe aanleiding geeft, afsluitbaar gemaakt worden als het binnenterrrein is afgesloten met een gemeenschappelijk toegangshek of een deur, dan is hierbij een verlichting aangebracht. deze deur of dit hek: • biedt doorzicht naar het achterliggende pad of terrein • is zelfsluitend • is van de binnenkant zonder sleutel te openen een beschermingsplaat moet ervoor zorgen dat de ontgrendeling van buitenaf wordt tegengegaan. deze: • is voorzien van flipperbeveiling • is minimaal 1.80 m hoog • heeft openingen kleiner dan 15 cm het binnenterrein is door plaatsing van groen en/of speelobjecten ingedeeld in compartimenten zodat geen ruimte wordt gegeven aan sportieve activi teiten zoals voetbal of basketbal paden zijn verlicht conform eis 01
Checklist Veiligheid
19
woongebieden
code
onderwerp
SV018 straatmeubilair
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
het straatmeubilair is afgestemd op verwacht gebruik. plaatsing geeft geen aanleiding tot vandalisme, graffiti of buurtoverlast
straatmeubilair is spaarzaam toegepast, dus alleen op plaatsen waar dit kan worden gemotiveerd door verwacht gebruik
DSOV PKVW O7
kleine voorzieningen zoals een brievenbus, een telefooncel, bushokje, zitbank en afvalbak worden zo veel mogelijk gecombineerd de (gecombineerde) voorzieningen liggen in het zicht van minimaal twee woningen een zitbank moet altijd worden gecombineerd met een afvalbak ter voor koming van zwerfvuil een zitbank wordt zodanig geplaatst dat deze niet aantrekkelijk is als hangplek banken zijn het meest op hun plaats op pleinen en in plantsoenen het straatmeubilair is zodanig geplaatst dat de bereikbaarheid van (woon)gebouwen voor voertuigen van brandweer (mede in relatie met de openbare bluswatervoorziening), ambulance, vuilophaaldienst etc. gegarandeerd blijft materialen van straatmeubilair zijn vandalismebestendig en goed te beheren
20
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
woongebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV019 voorzieningen voor jongeren
speelplaatsen en ontmoetingsplaatsen voor de jeugd zijn veilig en afgestemd op de behoefte. ze zijn zo gesitueerd dat toezicht mogelijk is en overlast zoveel mogelijk wordt voorkomen
er is speelruimte voor alle leeftijdscategorieën van de jeugd, afgestemd op de te verwachten behoefte in de wijk
DSBV DSOS PKVW O8
afhankelijk van de behoefte zijn er afzonderlijk en van elkaar gescheiden speelruimtes voor de diverse leeftijdsgroepen, kinderen tot 6 jaar, jeugd van 6 tot 12 jaar en jongeren van 12 jaar en ouder
SP
OP/ VP/ BP IP
op de plekken voor jonge kinderen (bijvoorbeeld met speeltoestellen) is zicht vanuit de woonvertrekken van de omliggende woningen plekken voor jonge kinderen zijn niet gesitueerd langs water of fietspaden voor oudere jeugd is er ruimte voor sportieve activiteiten, zoals voetballen, op een plein of grasveld voorzieningen voor oudere jeugd (waaronder ook jongerenontmoetings plaatsen) zijn wel binnen de invloedssfeer, maar niet perse in het directe zicht van woningen speelvoorzieningen zijn bestand tegen vandalisme en goed te beheren speelvoorzieningen zijn zodanig geplaatst dat de bereikbaarheid van (woon)gebouwen voor voertuigen van brandweer (mede in relatie met de openbare bluswatervoorziening) ambulance, vuilophaaldienst etc. gegarandeerd blijft
Checklist Veiligheid
21
woongebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV020 openbare parkeergarage
openbare parkeergarages zijn sociaal veilig
de parkeergarage is openbaar toegankelijk
PKVW 03
een openbare parkeergarage voldoet minimaal aan de volgende verlichtingseisen: • in- en uitritten, overdag: 200 lux op één meter hoogte: • in- en uitritten, ‘s nachts: 100 lux op één meter hoogte: • kassa’s, balies en betaalautomaten: 200 lux op één meter hoogte • lift, trappenhuis: 100 lux op de vloer • parkeervakken en rijstroken: 40 lux op vloer • de RA-waarde van de verlichting is 60, gelijkmatigheid 0,50 Uh • de RA-waarde van de verlichting voor kassa’s, balies en betaalautomaten is 80, gelijkmatigheid 0,80 Uh daarnaast voldoet een parkeergarage ook aan eisen op het gebied van sociale veiligheid: • er is goed doorzicht met weinig kolommen en weinig dode hoeken. de aanwezige dode hoeken worden gecompenseerd door vandalismebestendige spiegels, die voldoen aan SKG KE 572 • er is goede identificatie mogelijk van parkeerplaatsen (verdieping, rijen, vakken) • binnen en buiten de parkeergarage is goede bewegwijzering • er is doorzicht vanuit de lift en het trappenhuis naar de hal en de parkeervloer • er is een goede afsluiting na sluitingstijd en een afscherming van alle buiten openingen • er is helder, doorzichtig (spiegeldraad)glas of op andere wijze doorzicht aangebracht in alle deuren van ruimten die voor publiek toegankelijk zijn
22
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
woongebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
SV021 verkaveling en de voorzijde van een situering eengezins- eengezinswoning is goed woningen zichtbaar vanaf de openbare ruimte. er is een zone die afstand schept en een scheiding aanbrengt tussen de openbare ruimte en de privéruimte rond de woning de achterzijde van een eengezinswoning is voor inbrekers moeilijk bereikbaar
SV022 verkaveling en situering woongebouwen
de situering van het woongebouw is overzichtelijk en sociaal veilig. bij woningen op de begane grond is er een zone die afstand schept en een scheiding aanbrengt tussen de openbare ruimte en de privéruimte rondom de woning
opmerking ontwerp
bron
elke woning heeft een voorzijde tussen de 2 en 5 meter diep een hoekwoning heeft ook een zijtuin
PKVW K1 en 2
SP
OP/ VP/ BP IP
de voorzijde en de voordeur van de woning liggen goed in het zicht van de openbare ruimte de voorgevel is vlak als de gevel inspringt beperkt dit de zichtlijnen en de sociale veiligheid niet de achterzijde van woningen heeft een duidelijk privé-karakter; de toegankelijkheid van de achterzijde van woningen wordt bemoeilijkt mogelijkheden hiervoor zijn: • tuin op tuin • (achter)tuinen grenzen niet aan de openbare ruimte • er is een volledig gesloten bouwblok (geschakelde woningen met eventueel garages) • (doorlopende) achterpaden ontbreken • het toepassen van erfafscheidingen (bij entree wijk en langs (wijk) ontsluitingswegen) de entrees van het gebouw, bergingstoegangen en nooduitgangen zijn goed zichtbaar vanaf de openbare weg.
PKVW K3
woningen op de begane grond in een woongebouw waarvan de voordeur direct uitkomt op de openbare ruimte hebben een voortuin met een diepte van 2 tot 5 meter het zicht op het woongebouw wordt niet weggenomen door bomen, struiken, schuurtjes en andere obstakels die geen doorzicht bieden de toegangsroutes zijn kort en overzichtelijk parkeerplaatsen in de open lucht worden zo gesitueerd dat ze goed bereikbaar zijn (korte looproutes) vanaf de entree aan de achterzijde hebben woningen op de begane grond een tuin of terras over de gehele breedte van de woning
Checklist Veiligheid
23
woongebieden
code
onderwerp
SV024 achterpaden
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
achterpaden zijn sociaal veilig. de totale achterpadenstructuur is overzichtelijk en niet-uitnodigend voor onbevoegden
het achterpad is kort, recht, goed verlicht en minimaal 1,5 meter breed
PKVW K4
het achterpad ontsluit maximaal tien woningen per zijde, of als het achterpad: • 11 tot maximaal 15 woningen per zijde ontsluit, is het achterpad minimaal 1,8 meter breed of minimaal 1,5 meter breed en afgesloten met een gemeenschappelijk toegangshek • 16 tot maximaal 20 woningen per zijde ontsluit, is het achterpad minimaal 2,0 meter breed of minimaal 1,5 meter breed en afgesloten met een gemeenschappelijk toegangshek achterpaden vormen geen doorlopende ontsluitingsstructuur voor langzaam verkeer in het woongebied, maar maken tuinen en woningen aan de achterzijde bereikbaar voor bewoners: • vanaf de toegang(en) heeft het achterpad maximaal één hoek, splitsing of kruising; • het achterpad heeft maximaal twee toegangen • als het achterpad een hoek, splitsing of kruising heeft, dan is bij een doodlopend achterpad het deel vanaf de openbare weg minimaal twee meter breed. Als dit deel van het acherpad woningen ontsluit, dan mogen dit er maximaal 20 per zijde zijn. Bij een doorlopend achterpad (twee ontsluitingen) moet één van de paden minimaal twee meter breed zijn. Ook hier mogen dan maximaal 20 woningen per zijde worden ontsloten. Hoeken worden ‘onthoekt’. De onthoeking bedraagt een halve vierkante meter. Dit betekent dat aan beide zijden een gelijke afstand van één meter van de hoek wordt afgehaald het achterpad is voorzien van (openbare) verlichting met een RA-waarde van minimaal 60 en: • een horizontale verlichtingssterkte van minimaal gemiddeld 2 lux met een gelijkmatigheid van tenminste 0,15 Uh; of • een lichtpuntafstand van maximaal zes keer de lichtpunthoogte; of • verlichting is aangebracht aan bergingen aan de tuinzijde. Lampen moeten dan op elke berging aangebracht zijn, zo hoog mogelijk, met een maximale afstand van 0,3 meter vanaf de grens van het achterpad. Deze verlichting moet door middel van schemerschakeling worden ingeschakeld
24
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
woongebieden
code
onderwerp
SV025 erfafscheidingen
SV026 complex van bergingen, schuren of privé-garages; situering en verlichting
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
bij woningen die liggen bij een toegang tot het woongebied of langs (wijk)ontsluitingsroutes werpen erfafscheidingen een drempel op tegen woninginbrekers en andere onbevoegden
de erfafscheiding wordt geplaatst langs zij- en achteruinen van woningen die grenzen aan een toegangsweg tot het woongebied en bij woningen die langs (wijk)ontsluitingsroutes liggen
PKVW K5
een complex van ber gingen, schuren of privégarages is zodanig geplaatst dat een sociaal veilige en overzichtelijke situatie ontstaat
privé-garages en bergingen of schuren behorend bij rijen met eengezins woningen of woongebouwen zijn geplaatst in kleine concentraties (maximaal 10 garages of 20 bergingen)
SP
OP/ VP/ BP IP
een stevige erfafscheiding met een hoogte van 1.80 m biedt een duidelijke scheiding tussen openbaar en privé-terrein. een erfafcheiding sluit aan op de woning en/of berging, zodat de tuin volledig is afgeschermd PKVW K6
de deuren/toegangen liggen in het zicht van tenminste 2 woningen het gebied is voorzien van (bij voorkeur openbare) verlichting dat voldoet aan de volgende normen: • de horizontale verlichtingssterkte is minimaal 2 lux met een gelijkmatigheid van tenminste 0,3 Uh (17K) of is minimaal 3 lux met een gelijkmatigheid van tenminste 0,2 Uh (16L) • de RA-waarde is minimaal 60
Checklist Veiligheid
25
Bundeling van wijkfuncties: woningen, wijkwinkelcentrum en station. 26
Checklist Veiligheid
wijkwinkelcentrum
Checklist Winkelcentra Wijkwinkelcentrum
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt opmerking ontwerp
bron
SV101
combinatie met wonen
er is sprake van een combinatie met de woonfunctie, waarbij de woonfunctie de kritische massa haalt
KVOW 3.3.1B
de oppervlakte van de woonvloer is groter dan twee maal de oppervlakte van de winkelvloer
SP
OP/ VP/ BP IP
de woningen zijn zodanig gesitueerd dat er directe zichtlijnen vanuit de woningen op de winkels en openbare ruimten zijn
SV102
afsluiting winkelgedeelte
het winkelgedeelte is niet afgesloten
KVOW 3.3.1B
SV103
afsluiting laad- en losstraten
laad- en losstraten zijn afsluitbaar of er zijn inpandige truck-docks
KVOW 3.3.1B
SV104
combinatie met andere functies
er is sprake van een bundeling en menging van wijkfuncties die een levendig wijkwinkelcentrum maken
KVOW 3.3.1B
Checklist Veiligheid
27
wijkwinkelcentrum code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt opmerking ontwerp
bron
SV105
vorm
het wijkwinkelcentrum heeft een heldere hoofdvorm waardoor de oriëntatiemogelijkheden, herkenbaarheid en overzichtelijkheid groot zijn
KVOW 3.3.1B
SV106
parkeren
parkeerterreinen zijn compact van vorm en liggen dicht bij de hoofdentrees en rondom het (wijk)winkelcentrum, gesitueerd in het zicht van de woningen
KVOW 3.3.1B
SV107
jongeren
elders in de wijk of in het winkelcentrum zijn voorzieningen voor oudere jeugd (bijv. JOP’s), waar zij terecht kunnen in hun vrije tijd en waar ‘hanggroepen’ naar verwezen kunnen worden
KVOW 3.3.1B
SV108
beheer
bij de bundeling van de verschillende wijkfuncties rond een gemeenschappelijke openbare ruimte is het beheer duidelijk geregeld
28
Checklist Veiligheid
alle exploitanten weten bij wie de verantwoordelijkheid ligt. in de vormgeving is zichtbaar gemaakt wie voor welke ruimte verantwoordelijk is. de centrummanager stemt partijen en activiteiten op elkaar af
KVOW 3.3.1B
SP
OP/ VP/ BP IP
Het wijkwinkelcentrum heeft een heldere hoofdvorm.
Checklist Veiligheid
29
In het centrum is het afwerkingsniveau hoog en de uitstraling aantrekkelijk. 30
Checklist Veiligheid
centrum -stedelijk winkelgebied
Centrum-stedelijk Winkelgebied
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV121 uitstraling
het afwerkingsniveau is hoog en de uitstraling is aantrekkelijk, waardoor sprake is van een positief effect op de veiligheidsbeleving
attractieve omgeving die niet uitnodigd tot het plegen van criminaliteit
KVOW 3.3.2B
SV122 parkeren
het parkeren is zo mogelijk in het winkelgebied zelf opgelost (garages onder gebouw) en er is sprake van korte en prettige looproutes. parkeergarages zijn uitgevoerd volgens de laatste EPQS normering
de looproutes lopen langs altijd-levendige straten (niet door steegjes of door smalle straten)
KVOW 3.3.2B
SV123 afsluiting
SP
OP/ BP
VP/ IP
bij oplevering zal de opdrachtgever een onafh ankelijke toets laten plaats vinden volgens de EPQS normering
indien nodig zijn delen van het winkelgebied die geen doorgaande functie hebben uitgevoerd als afsluitbare passage
KVOW 3.3.2B
Checklist Veiligheid
31
centrum-stedelijk winkelgebied code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
SV124 combinatie met andere functies
functiemenging is weloverwogen gekozen, hetgeen in het bijzonder geldt voor de horecafunctie
SV125 combinatie met wonen
er is sprake van een combinatie met de woonfunctie, waarbij de bewoners prettig en veilig kunnen wonen en waarbij woonfunctie de kritische massa haalt
de oppervlakte van de woonvloer is groter dan twee maal de oppervlakte van de winkelvloer
de toegangen tot de laaden losstraten zijn niet opvallend en zijn afsluitbaar
de toegangen tot de laad- en losstraten zijn welhaast onmerkbaar weggewerkt in de wand op plaatsen waar dit het publiek het minst opvalt
SV126 laad- en losstraten
32
Checklist Veiligheid
bron KVOW 3.3.2B
KVOW 3.3.2B
bewoners hebben eigen compartimenten in (grote) parkeergarages
KVOW 3.3.2B
SP
OP/ BP
VP/ IP
grootschalig winkelcentrum
Checklist Grootschalig Winkelcentrum met Leisurefunctie
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV141 vorm
het winkelcentrum heeft een eenvoudige en voor de nieuwe bezoeker direct te begrijpen hoofdvorm, waarin toezicht en onderhoud makkelijk te organiseren zijn
KVOW 3.3.3B
SV142 uitstraling
het afwerkingsniveau is hoog en de uitstraling is aantrekkelijk, waardoor sprake is van een positief effect op de veiligheidsbeleving
KVOW 3.3.3B
SV143 aantal toegangen
het aantal toegangen is beperkt tot 1 of 2
er zijn alleen meer dan twee entrees indien deze logisch aansluiten op routes vanuit de omgeving
SV144 aansluiting op omgeving
er is aandacht besteed aan de stedenbouwkundige aansluiting op de omgeving
er zijn geen blinde wanden naar de omgeving toegekeerd, zeker niet wanneer KVOW daar doorgaande lv-routes gelegen zijn 3.3.3B
SV145 parkeren
het parkeren is bij garages zijn naast, op of onder het gebouw gesitueerd van waaruit het puKVOW voorkeur geheel binnen de bliek direct naar het winkelcentrum kan 3.3.3B grenzen van de bouwkavel opgelost voor het personeel zijn parkeerplaatsen gereserveerd dicht bij de plaats waar gewerkt wordt
SV146 laden en lossen
de distributiegebieden zijn afsluitbaar en het laden en lossen is zo veel mogelijk inpandig opgelost
SV147 combinatie met andere functies
functiemenging is weloverwogen gekozen, hetgeen in het bijzonder geldt voor de horecafunctie
als het onvermijdelijk is dat distributiestraten in de openbare ruimte liggen, dan zijn deze strikt gescheiden van de lv-routes
SP
OP/ BP
VP/ IP
KVOW 3.3.3B
KVOW 3.3.3B
KVOW 3.3.3B
Checklist Veiligheid
33
De centrale publieksruimte is attractief en overzichtelijk. 34
Checklist Veiligheid
winkelcentrum algemeen
Checklist Winkelcentrum Algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV161
centrale publieksruimten
de centrale publieksruimte is attractief, overzichtelijk, geeft een goede oriëntatie, is niet uitnodigend voor ongewenst gebruik en is ingedeeld in herkenbare zones
de centrale publieksruimte is zo veel mogelijk vrij gehouden van objecten omdat die het zicht en de doorloop van het publiek kunnen belemmeren; voor objecten zoals kiosken, balies en objecten voor ambulante handel geldt: • objecten beslaan maximaal 20% van het vloeroppervlak • de hoogte van het object is maximaal 1/3 van de totale hoogte van de hal • objecten kunnen niet direct aansluitend tegen de wand staan (dit zou het zicht en de loopstroom ernstig belemmeren)
KVOW 4.2
SP
OP/ BP
VP/ IP
er vindt daglichttoetreding plaats de verlichting is zeer goed, al dan niet door middel van kunstmatige verlichting; de verlichting is goed als de kleurtemperatuur niet hoger is dan 5.000K en als de horizontale verlichtingssterkte tussen 200 en 5.000 lux bedraagt het winkelcentrum is goed toegankelijk voor invaliden, maar niet voor skaters; de hellingen voor rolstoelgebruikers lenen zich niet voor skaten, bijvoorbeeld doordat een anti-skate laag is aangebracht als problemen verwacht worden met het ongewenst ophouden van mensen, worden maatregelen genomen zoals: • een smalle balustrade in plaats van een muurtje • een hellingbaan in plaats van een trap • zitbanken die na verloop van tijd niet comfortabel meer aanvoelen de publieksruimte is voorzien van een goede bewegwijzering voor het winkelcentrum terrassen zijn van een markering voorzien; dit kan een plantenbak zijn, maar ook een ijle balustrade
Checklist Veiligheid
35
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
SV162
nevenruimten
de nevenruimten voor het er zijn geen kiosken, balies of objecten van ambulante handel aan te treffen publiek (dat wil zeggen gangen/passages) voldoen er vindt daglichttoetreding plaats zo veel mogelijk aan de zelfde eisen als de cenmet name bij vertakkingen is de verlichting goed (helder, prettig, gelijkmatig) trale ruimten het niveau van de verlichting bij overgangssituaties is gelijkmatig als problemen verwacht worden met het ongewenst ophouden van mensen, worden maatregelen genomen zoals: • een smalle balustrade in plaats van een muurtje • een hellingbaan in plaats van een trap • zitbanken die na verloop van tijd niet comfortabel meer aanvoelen de klant kan zich goed oriënteren op basis van bewegwijzering, weg hiërarchie, verlichting en bestrating bij vertakkingen is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen gelijkwaardig (centrale publieksruimte) en ongelijkwaardig (kleine passages) zodat de klant zich goed kan oriënteren alle gangen van het winkelcentrum hebben aan minstens één zijde winkeletalages en winkelingangen blinde muren en wanden (5 m of meer aaneengesloten wand zonder ramen of deuren) zijn volledig bedekt met attractieve en eenvoudig te reinigen materialen, zoals tegels, glas, roestvrijstaal of harde gladde panelen; ook masterpieces (graffiti in opdracht van de eigenaar), reclamepanelen/billboards of een graffiti-werende coating kunnen toegepast worden om graffiti te voorkomen
36
Checklist Veiligheid
bron KVOW 4.2
SP
OP/ BP
VP/ IP
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV163
kiosken en overige los in de ruimte geplaatste objecten
kiosken en overige los in de ruimte geplaatste objecten zijn attractief, makkelijk te onderhouden en belemmeren het zicht en de doorloop zo min mogelijk
zitbanken, afvalbakken en overige obstakels zijn buiten de looplijn opgesteld
KVOW 4.2
SP
OP/ BP
VP/ IP
vlaggen en banieren zijn zodanig bevestigd dat het winkelend publiek zich er niet aan kan bezeren de objecten zijn zodanig geplaatst dat ze geen verzamelplaats van zwerfvuil zijn en het schoonmaken niet hinderen meubilair is duurzaam en attractief in materiaal en vormgeving
SV164
voor diefstal kwets- functies en objecten die bare objecten kwetsbaar zijn voor diefstal en beroving liggen op een centrale en zichtbare plaats
juweliers en verkopers van audio/video-apparatuur zijn centraal in het winkel- KVOW 4.2 gebied gevestigd; overvallers en winkeldieven hebben daardoor een lange en ongemakkelijke vluchtweg toegangen tot bankkantoren liggen centraal in het winkelgebied objecten die gevoelig zijn voor diefstal en beroving (bijvoorbeeld geld automaten) liggen op een plek waar de gebruiker, ook buiten de winkeluren, gezien kan worden door het publiek en liggen tenminste 3 m buiten de looproute
Checklist Veiligheid
37
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV165
terrassen
de terrassen in de publieke ruimte zijn eenvoudig te beheren en belemmeren de looproutes niet
de verhuurbare ruimte is in overleg met partijen (met name de brandweer) op KVOW 4.2 tekening vastgelegd; het verdient aanbeveling deze grenzen in de bestrating aan te geven (bijvoorbeeld met behulp van noppen of speciale tegels in de vloer) en de terrassen te begrenzen (met bijvoorbeeld muurtjes of plantenbakken met een hoogte van 0,80 - 1,20 m) zitgelegenheid is zo veel mogelijk geconcentreerd op terrassen die onder toezicht van een horeca- exploitant vallen de opslagplaats van stoelen en tafels bij terrassen buiten openingstijden van deze gelegenheid is zodanig gekozen dat deze in generlei opzicht een obstakel vormt; looproutes zijn vrijgehouden conform de brandweereisen
SV166
vrije zitgelegenheid
38
Checklist Veiligheid
ongewenst gebruik van de vrije zitgelegenheid is voorkomen door ontwerp en situering
de vrije zitgelegenheid (niet op terrassen) is ingericht op kortstondig gebruik en is gesitueerd op een locatie die niet aantrekkelijk is voor zwervers of ‘hanggroepen’
KVOW 4.2
SP
OP/ BP
VP/ IP
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV167
toiletten
in het winkelcentrum zijn voldoende toiletten gezien het verwachte gebruik, ze liggen centraal in het gebied en de weg erheen is gemakkelijk te vinden
in het winkelcentrum zijn voldoende toiletten aanwezig
KVOW 4.2
SP
OP/ BP
VP/ IP
het gebruik is gereguleerd ofwel door een automatisch betaalsysteem ofwel door aanstelling van een toezichthouder de toiletten zijn via goede bewegwijzering te vinden de toiletten hebben daglichttoetreding of daaraan gelijkwaardige kunstlichtvoorziening; goede verlichting betekent in dit geval een horizontale verlichtingssterkte tussen de 200 en 5.000 lux de toiletten hebben slagvaste verlichting en slagvaste spiegels bij de toiletten zijn afvalbakken en asbakken aanwezig bij de entree of bij de wasbakken (asbakken met vlamdovende eigenschappen, bijvoorbeeld zand op de bodem) de toiletten kunnen in de openbare ruimte aanwezig zijn, maar ook in de individuele winkelvestigingen; de voorkeur gaat uit naar de aanwezigheid van voldoende toiletten in de openbare ruimte
SV168
surveillance
het winkelgebied is eenvoudig surveilleerbaar
in het winkelgebied zijn lange, ononderbroken zichtlijnen; nissen in de bebouwingswand ontbreken
KVOW 4.2
het winkelcentrum heeft een zodanige structuur van wegen en gangen dat het mogelijk is om in een korte ronde het gehele winkelcentrum te kunnen overzien SV169
post voor toezichthouders
in het winkelgebied is een de post voor toezichthouders is goed zichtbaar en ligt aan één van de hoofdpost van toezichthouders routes, maar heeft daarnaast ook een toegang die niet direct in het zicht van het publiek ligt (bijvoorbeeld voor arrestanten) die goed in het zicht en in de loop van het publiek ligt
KVOW 4.2
Checklist Veiligheid
39
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV170
fietsstalgelegenheid
in het winkelcentrum of in de directe omgeving is een aanbod van fietsstalgelegenheid dat aansluit op de behoefte tijdens drukke winkeltijden en dat een hoog veiligheidsniveau kent
de fietsstalgelegenheid is transparant (van buiten zijn de fietsen en gebruikers te zien) en van binnen overzichtelijk (de hele ruimte is te overzien) en goed verlicht
DSOV KVOW 4.3
de verlichting is goed als de kleurtemperatuur niet hoger is dan 5.000K en als de horizontale verlichtingssterkte tussen de 200 en 5.000 lux bedraagt de fietsstalgelegenheid is zodanig gepositioneerd dat op de stalling en op de route van de stalling naar het winkelgebied zicht vanuit aangrenzende functies mogelijk is eventuele hoogteverschillen zijn vloeiend en geleidelijk opgevangen (hellingbanen zijn maximaal 1:30) het is mogelijk om fietsen aan fietsenrekken vast te ketenen het winkelgebied kent zowel bewaakte als onbewaakte fietsstalgelegenheid; de fietsstalgelegenheid voldoet aan de eisen van Fietsparkeur
40
Checklist Veiligheid
SP
OP/ BP
VP/ IP
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV171
parkeren
in het winkelcentrum of in de directe omgeving is een aanbod van parkeervoorzieningen dat aansluit op de behoefte tijdens drukke winkeltijden en dat een hoog veiligheidsniveau kent
de parkeerterreinen zijn overzichtelijk, goed verlicht (RA-waarde > 60) en ingedeeld in compartimenten van maximaal 100 plaatsen
KVOW 4.3
SP
OP/ BP
VP/ IP
voetgangers hebben duidelijk gemarkeerde eigen routes om van en naar hun auto te gaan; doorgaande voetgangers- en fietsroutes lopen aan de rand van (en niet dwars over) parkeerterreinen parkeergarages voldoen aan de veiligheidsrichtlijnen van de NEN 2443:2000; bij oplevering zal een onafhankelijke toets moeten aantonen dat deze richt lijnen ook gehaald worden hierbij zijn op het gebied van sociale veiligheid bijzondere aandachtspunten: • goede oriëntatiemogelijkheden bij binnenkomst van de parkeergarage • goede oriëntatiemogelijkheden in de hele parkeergarage (door lange zichtlijnen en goede bewegwijzering) • goede verlichting op routes voor voetgangers, ook bij de in- en uitgang (alleen verlichting op autoroutes is vaak niet voldoende) • korte looproutes vanaf de geparkeerde auto’s naar buiten (bijvoorbeeld door een centrale ligging van voetgangers in- en uitgangen) • de betaalautomaat is goed zichtbaar vanuit de omgeving en vanuit de beheerdersloge • op een voor het publiek goed zichtbare plaats is een ruimte voor de beheerder en/of voor toezichthouders
Checklist Veiligheid
41
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV172
laden en lossen
de laad- en loszone hindert het publiek zo min mogelijk, is veilig voor het eigen personeel en beveiligd tegen betreding door onbevoegden
indien er afzonderlijke routes zijn voor het personeel, dan zijn deze over zichtelijk en goed verlicht
KVOW 4.4
indien de zone voor het laden en lossen in de openbare ruimte ligt, dan is deze zone verlicht en zichtbaar vanuit de openbare ruimte; schrikverlichting is alleen toegepast als het winkelend publiek en omwonenden er geen last van ondervinden berging van afval en fust vindt buiten bereik en buiten het zicht van het publiek plaats, dit in verband met brandstichting en de attractiviteit voor de diverse laad- en loszones bestaat een goede bewegwijzering zodat het personeel altijd de juiste bestemming weet te vinden de toegangsweg voor het laden en lossen is zo mogelijk beveiligd en alleen voor geautoriseerd personeel toegankelijk de laad- en loszones zijn bij voorkeur inpandig; indien dit niet mogelijk is dan zijn deze strikt gescheiden van de routes voor het langzaam verkeer in verband met de attractiviteit is de afstand tussen de routes voor het langzaam verkeer en de laad- en loszones minimaal 4 m de capaciteit van de laad- en loszones is voldoende zodat er geen sprake is van overlast door wachtend vrachtverkeer de laad- en loszone is duidelijk afgebakend en duidelijk herkenbaar de routes voor het publiek lopen in geen geval over of door de laad- en loszone indien mogelijk heeft alleen het geautoriseerde personeel toegang tot de laad- en loszone
SV173
42
geldtransport
Checklist Veiligheid
ruimtelijke voorwaarden voor veilig geldtransport zijn geschapen
de geldtransportauto kan met de achterkant tot vlak tegen de gevelkluis worden gereden; de gevelkluis bevindt zich vlakbij de uitvalsroute en is niet achteraf gelegen
KVOW 4.4
SP
OP/ BP
VP/ IP
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV174
entrees
de entrees zijn attractief, herkenbaar, overzichtelijk en (indien afsluitbaar) goed tegen inbraak beveiligd
de entree is al op een afstand te herkennen en vormt een duidelijk herkenningspunt
KVOW 4.5
SP
OP/ BP
VP/ IP
de entreezone is door middel van extra verlichting benadrukt en is een duidelijk onderscheid tussen de hoofdentree en de nevenentrees er is vrij zicht op de entree vanuit de omgeving en bij voorkeur ook vanuit de woningen; groen, luifels of obstakels belemmeren het zicht op de entree niet als de entree afsluitbaar is dan zijn de deuren transparant, bijvoorbeeld door middel van transparante rolluiken of transparante schuifdeuren er is duidelijk sprake van een afsluitbaar winkelgebied of van een openbaar, straatachtig winkelgebied; een mengvorm kan, maar dat vraagt om een zeer zorgvuldige voorbereiding van de beslissing welk deel openbaar moet zijn en welk deel afsluitbaar; daarbij speelt tevens het type winkels een rol: winkels die in de avonduren open moeten kunnen zijn, dienen aan de openbare kant van het winkelcentrum te komen de toestroom van het publiek is zo veel mogelijk gebundeld; het aantal entrees is maximaal 2 of slechts zo veel meer als strikt noodzakelijk is vanwege de situatie ter plekke de looproutes zijn vrij van fietsenrekken, uitstalling etc. duurzame materialen zijn gebruikt (bij voorkeur tegels, glas, hout en roestvrij staal); hout kan alleen op een minimale hoogte van 3,5 m vanaf de vloer worden toegepast voor de klant is duidelijk herkenbaar waar het winkelcentrum begint in het winkelcentrum gelden huisregels; indien er camera’s gebruikt worden dan wordt dit aan de klant kenbaar gemaakt
Checklist Veiligheid
43
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV175
ligging voorzieningen
entrees van voorzieningen die veel bezocht worden door ‘kwetsbare’ gebruikersgroepen liggen op drukke plekken of dichtbij openbaar vervoer
drukke plekken zijn hierbij bijvoorbeeld de hoofdruimte in het winkelcentrum en de ruimten vlakbij de (hoofd)entrees
KVOW 4.5
de buitengevel van het winkelcentrum draagt bij aan de zichtbaarheid, is beveiligd tegen inbraak en is attractief
er is zorggedragen dat de buitengevel(s) op enigerlei wijze zijn verlicht (bij KVOW 4.6 voorkeur met spaarlampen in slagvast armaturen, gemonteerd op een hoogte van minimaal 2,70 m en aangeschakeld door een zogenaamde schemer schakelaar)
SV176
buitengevel
dichtbij openbaar vervoer betekent hier dat er sprake is van een obstakelvrije looproute van maximaal 200 m lengte
de entrees van het winkelcentrum zijn (indien afsluitbaar) bouwkundig beveiligd; politie en brandweer hebben ook bij stroomuitval toegang tot het winkelcentrum alle deuren, ramen en overige gevelopeningen die bereikbaar zijn via een horizontaal werkvlak van minimaal 0,60 x 0,60 m dat hoger ligt dan 3,50 m en geen specifieke opklimmogelijkheden hebben, behoeven geen beveiliging; de minimum maten van het werkvlak zijn niet van toepassing op dakgoten; alle deuren, ramen en overige gevelelementen die gerekend vanaf het hierboven beschreven werkvlak hoger zijn geprojecteerd dan 2,40 m of meer dan 0,60 m daarnaast en geen specifieke opklimmogelijkheden hebben, behoeven eveneens geen beveiliging blinde wanden zijn zo veel mogelijk voorkomen en ontbreken zeker langs routes van langzaam verkeer; indien blinde wanden aanwezig zijn, dan is aan de vormgeving zodanig aandacht besteed dat zorg voor de buitengevel blijkt maximaal 25% van de oppervlakte van de gevels waar publiek langsloopt is van onattractief materiaal; minimaal 75% is van attractief materiaal (bijvoorbeeld tegels, glas, hout of roestvrijstaal) of is bedekt met decoraties zoals een tegeltableau, masterpieces (graffiti in opdracht van de eigenaar) of reclamepanelen/billboards; hout kan alleen op een minimum hoogte van 3,5 m vanaf de vloer toegepast worden
44
Checklist Veiligheid
SP
OP/ BP
VP/ IP
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV177
winkelpuien
de puien van winkels zijn attractief, dragen bij aan doorzicht en overzicht; eventuele uitstallingen brengen op generlei wijze de doorstroming van het publiek in gevaar
er zijn geen rolluiken of ten hoogste transparante
KVOW 4.6
SP
OP/ BP
VP/ IP
de etalage is tijdens de openstelling van het winkelcentrum verlicht, ook al is de winkel nog/al gesloten; het etalagelicht blijft ook na sluitingstijd op een minimum niveau branden de openingstijden van de winkels en andere (ambulante) handel zijn vast gelegd; dat kan ook betekenen dat een winkel tot een bepaalde tijd geopend moet zijn om de sociale controle in het winkelcentrum tijdens de openingstijd te waarborgen het gebruik van de uitstalruimte is gemarkeerd en gereglementeerd het winkelfront verloopt langs een rechte rooilijn zonder verspringingen of nissen aan de pui van de winkels zijn geen obstakels te vinden die het zicht belemmeren of die gevaarlijk zijn bovenstaande regels zijn in de huur- of koopcontracten opgenomen; wanneer gekozen is voor centrummanagement dan is nalevering daarin ingebed
Checklist Veiligheid
45
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV178
directe omgeving winkelgebied
het winkelgebied sluit naadloos aan op zijn omgeving
het niveau van verlichting aan de buitenkant van het winkelcentrum is goed (helder, prettig, gelijkmatig): 16K bij RA-waarde > 25 of 17K/16L bij RA-waarde > 60
KVOW 4.7
er zijn geen obstakels in de directe omgeving van het winkelcentrum die het zicht of de zichtlijnen belemmeren de routestructuur in de omgeving van het winkelcentrum is eenvoudig te doorgronden, zoals een rechte lijn, een kruis, een rechthoek of een cirkel speciaal de routes naar de hoofdentree zijn helder, maar ook de routes naar de neven entrees kunnen eenvoudig gevonden worden de mogelijkheid ter oriëntatie in de omgeving van het winkelcentrum is goed; in het gebied zijn herkenningspunten aanwezig de routes zijn vrij van obstakels en wegwijzers zijn voorhanden er zijn zo min mogelijk niveauverschillen; het winkelcentrum is toegankelijk voor invaliden, bijvoorbeeld slechtzienden en rolstoelgebruikers; de hellingen voor rolstoelgebruikers lenen zich niet voor het skaten, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een anti-skate laag doorgaande routes naar avondvoorzieningen zoals bars, discotheken en restaurants lopen buiten het winkelcentrum om in de omgeving van het winkelcentrum zijn duurzame materialen toegepast; deze materialen zijn gemakkelijk te beheren (snel te vervangen bij beschadiging, geheel schoon te maken in korte tijd); voorbeelden: • voor vloeren: tegels • voor straatmeubilair: roestvrijstaal • voor wanden: glas, tegels, roestvrijstaal en hout (op minimaal 3,5 m vanaf de vloer) blinde wanden zijn zo veel mogelijk voorkomen en ontbreken zeker langs routes van langzaam verkeer; indien blinde wanden aanwezig zijn, dan is aan de vormgeving zodanig aandacht besteed dat zorg voor de buitengevel blijkt maximaal 25% van de oppervlakte van de gevels waar publiek langsloopt is van onattractief materiaal; minimaal 75% is van attractief materiaal (bijvoorbeeld tegels, glas, hout of roestvrijstaal) of is bedekt met decoraties zoals een tegeltableau, masterpieces (graffiti in opdracht van de eigenaar) of reclamepanelen/billboards er wordt op gemarkeerde vakken geparkeerd
46
Checklist Veiligheid
SP
OP/ BP
VP/ IP
winkelcentrum algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV179
openbaar vervoer
het openbaar vervoer heeft een veilige halte bij het winkelcentrum
het winkelcentrum is bereikbaar per openbaar vervoer.
KVOW 4.7
SP
OP/ BP
VP/ IP
de haltes zijn goed zichtbaar vanuit de omgeving en liggen ook in het zicht van omringende (woon)bebouwing; zicht is niet belemmerd door opgaande beplanting of andere obstakels; ook de haltes zelf zijn transparant haltes liggen op zodanige (korte) afstand van de bebouwing dat ze duidelijk zichtbaar zijn en dat de bewoner/gebruiker van de (woon)bebouwing zich betrokken voelt bij de halte
SV180
waterpartijen
waterpartijen zijn veilig, ook voor kinderen, en voor mens en dier uittreedbaar
gebouwde waterpartijen zijn niet direct bereikbaar: bijvoorbeeld door een overgangszone van niet betreedbare beplanting om de waterpartij heen, of door een flinke opstaande rand direct rond de waterpartij (richtlijn minimaal 50 cm); eventuele opstaande randen rond een waterpartij nodigen niet uit tot balanceren, bijvoorbeeld door de bovenkant af te ronden; voor gebouwde waterpartijen geldt een maximale diepte van 1 m
DSOS KVOW 4.7
natuurlijke waterpartijen hebben eveneens een maximale diepte van 1 m; indien een grotere diepte gewenst of noodzakelijk is dan is het eerste deel van het water een plasberm: over minimaal 1 m lengte ondiep, dat wil zeggen tussen 10 en 25 cm diep
Checklist Veiligheid
47
In één gebied zijn meerdere functies aanwezig. 48
Checklist Veiligheid
bedrijventerrein met woonfunctie
Bedrijventerreinen Bedrijventerreinen met woonfunctie binnen ‘stedelijk weefsel’
code
onderwerp
SV301 functiemenging
SV302 situering woningen
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
de kansen voor functiemenging (in een gebied en in een gebouw) zijn zo goed mogelijk benut
in een gebied zijn meerdere functies aanwezig, waarbij het ook kan gaan om detailhandel
KVOB 3.5.2a
de woningen zijn zodanig verspreid over het terrein dat overal sociale controle geleverd wordt, terwijl de woningen ook voldoende geconcentreerd zijn om de bewoners voldoende veiligheid(sbeleving) te kunnen geven
de woningen zijn zodanig verspreid over het terrein dat vanuit de woningen de hele openbare weg en de voorterreinen van de bedrijfskavels zichtbaar zijn
SP
OP/ BP
VP/ IP
in een gebouw zijn meerdere functies aanwezig, waarbij het ook kan gaan om wonen KVOB 3.5.2b
de woningen zijn zodanig geconcentreerd dat minimaal twee woningen naast elkaar staan
SV303 infrastructuur
de infrastructuur is het wegenpatroon is eenvoudig zodanig ontworpen dat bezoekers eenvoudig hun de ontsluitingsstructuur is opgebouwd uit lange zichtlijnen weg kunnen vinden en optimaal gebruik wordt doodlopende wegen zijn voorkomen gemaakt van de aanwezige sociale controle
KVOB 3.5.2c
SV304 routes vanuit bedrijven
noodzakelijke routes vanuit bedrijven (bijvoorbeeld naar het stadscentrum, bushaltes en het station) zijn sociaal veilig
KVOB 3.5.2d
op de volledige routes is zicht mogelijk vanuit minimaal 1 woning de (noodzakelijke) routes voor het langzaam verkeer liggen direct naast de route voor het autoverkeer; tussen het snelverkeer en het langzaam verkeer staan geen visuele barrières (bijvoorbeeld alleen een smalle strook lage beplanting) er is sprake van goede openbare verlichting op de noodzakelijke routes
Checklist Veiligheid
49
bedrijventerrein met woonfunctie
code
onderwerp
SV305 routes vanuit woningen
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
noodzakelijke routes vanuit woningen (bijvoorbeeld naar het stadscentrum, bushaltes en het station) zijn sociaal veilig
op de volledige routes is zicht mogelijk vanuit minimaal 1 woning
KVOB 3.5.2e PKVW 01
de (noodzakelijke) routes voor het langzaam verkeer liggen direct naast de route voor het autoverkeer; tussen het snelverkeer en het langzaam verkeer staan geen visuele barrières (bijvoorbeeld alleen een smalle strook lage beplanting) er is sprake van goede openbare verlichting op de noodzakelijke routes
SV306 attractiviteit gebied
voor de bedrijven die in het zicht van de woningen gesitueerd zijn, is extra aandacht besteed aan de beeldkwaliteit
KVOB 3.5.2h
SV307 beveiligings-maatregelen
bij het ontwerp van de kavels is rekening gehouden met eventueel te treffen technische beveiligingsmaatregelen
KVOB 3.5.2h
50
Checklist Veiligheid
SP
OP/ BP
VP/ IP
De kansen voor functiemenging zijn zo goed mogelijk benut.
Checklist Veiligheid
51
De ontsluitingsstructuur is als één geheel ontworpen. 52
Checklist Veiligheid
bedrijventerrein zonder woonfunctie
Bedrijventerreinen zonder woonfunctie binnen ‘stedelijk weefsel’
code
onderwerp
SV321 zicht
SV322 doorgaande routes
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
zicht op (de rand van) het bedrijventerrein vanuit omliggende woningen is bevorderd
bedrijven zijn met hun voorkant naar de woningen geplaatst en de achterzijde van de kavels is ontoegankelijk gemaakt
KVOB 3.5.3a
SP
OP/ VP/ BP IP
woningen zijn met hun voorkant naar de bedrijven geplaatst
het doorgaande verkeer is geconcentreerd op één route, waarlangs allerlei doorgaande routes over het bedrijventerrein zijn zo functies gesitueerd zijn die langer actief zijn dan de meeste bedrijven (bijlevendig mogelijk gemaakt voorbeeld detailhandel in volumineuze goederen, horeca, sportvoorzieningen)
KVOB 3.5.3b
eventueel aanwezige bedrijfsverzamelgebouwen met allure en uitstraling zijn op strategische punten gesitueerd, bijvoorbeeld langs de centrale route; in een bedrijfsverzamelgebouw kunnen naast bedrijven ook ateliers en bedrijfsondersteunende voorzieningen gevestigd worden die een aanzienlijke bijdrage leveren aan de attractiviteit van een terrein indien nodig zijn niet-actieve delen van het bedrijventerrein afgesloten de paden voor het langzaam verkeer zijn direct naast de route voor het autoverkeer gesitueerd; tussen het snelverkeer en het langzaam verkeer staan geen visuele barrières (bijvoorbeeld alleen een smalle strook lage beplanting) de routes voor het langzaam verkeer zijn goed verlicht SV323 toegankelijkheid
er is gezorgd voor een overzichtelijke ontsluitingsstructuur, concen tratie van sociale controle en optimale surveilleerbaarheid
het aantal entrees van het bedrijventerrein is beperkt tot de werkelijk logische en noodzakelijke
KVOB 3.5.3c
entrees die in de avonduren niet noodzakelijk zijn, kunnen afgesloten worden; bij de keuze van de open blijvende entrees is zo veel mogelijk rekening gehouden met de surveilleerbaarheid en toegankelijkheid voor de brandweer; de open blijvende wegen vormen een eenvoudige routing, waarmee de surveillancedienst het hele terrein kan overzien
Checklist Veiligheid
53
bedrijventerrein zonder woonfunctie
code
onderwerp
SV324 ontsluitingsstructuur
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
het terrein heeft een zodanige ontsluitingsstructuur dat bezoekers eenvoudig hun weg kunnen vinden en dat tevens surveillance optimaal mogelijk is
het wegenpatroon is eenvoudig
KVOB 3.5.3d
één route is ingericht als hoofdweg, waarmee het eenvoudig is de weg in het gebied te vinden en waarmee mensen (en daarmee de sociale controle) worden geconcentreerd de ontsluitingsstructuur is opgebouwd uit lange zichtlijnen doodlopende wegen zijn voorkomen de wegenstructuur is zodanig ontworpen dat efficiënte surveillance mogelijk is; surveillanceauto’s kunnen alle wegen aandoen (in een steeds wisselende volgorde) waarbij zo min mogelijk wegen dubbel gereden hoeven te worden er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vanaf centrale punten op het terrein een groot deel van de omgeving te overzien (bijvoorbeeld een centrum met radiale structuur van wegen: vanuit het centrum kunnen alle radialen afgekeken worden) het aantal zijwegen en het aantal niveaus van zijwegen is beperkt, waardoor verkeersstromen gebundeld worden en er meer sociale controle op die wegen is; bovendien wordt het surveilleren hierdoor eenvoudiger; een sterk vertakte structuur (meer niveaus dan 1 hoofdweg met zijwegen) is bovendien ongewenst, want dat betekent steeds stiller wordende wegen de ontsluitingsstructuur is als één geheel ontworpen; er dient voorkomen te worden dat later stukken aan het terrein ‘gebreid’ moeten worden
SV325 zonering
54
Checklist Veiligheid
de zonering van functies met afwijkende openingstijden is afgestemd op de gewenste beveiligingsmaatregelen
functies met overeenkomende openingstijden zijn geconcentreerd de functies die langer dan normaal voor het publiek toegankelijk zijn, liggen buiten het cluster dat al eerder ontoegankelijk moet/kan zijn; uit het oogpunt van veiligheid zijn de hoofdroute en locaties nabij de entrees de beste plaatsen
KVOB 3.5.3e
SP
OP/ VP/ BP IP
bedrijventerrein zonder woonfunctie
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV341
toegankelijkheid
de toegang tot het terrein is gereguleerd ter verkrijging van een goede surveilleerbaarheid en concentratie van sociale controle
het aantal entrees is beperkt tot twee (alleen meer waar noodzakelijk voor de brandweer)
KVOB 3.5.4a
SP
OP/ VP/ BP IP
bij een korte ontsluiting via de snelweg is de afweging gemaakt tussen het beperken van de vluchtmogelijkheden voor daders en het voorzien in een hoogwaardige ontsluitingsstructuur voor de bedrijven het terrein is duidelijk begrensd, bij voorkeur door een natuurlijke afscheiding; hierbij is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van reeds aanwezige erfscheidingen en barrières zoals een spoorlijn, kanaal, groenstructuur of dijk als het terrein in de avonduren geen functie heeft en verlaten is, is het terrein voor doorgaand verkeer afgesloten; door één entree toegankelijk te maken voor bijvoorbeeld pasjeshouders, worden verkeersstromen gebundeld, hetgeen gunstig is voor de sociale controle; de toegankelijkheid voor de brandweer is gegarandeerd de afweging is gemaakt in hoeverre de afsluiting ook gericht moet zijn op voetgangers en (brom)fietsers; toegangsbeperking voor alle soorten verkeer geeft het gebied al snel het aanzien van een vesting; zo’n afgesloten gebied is voor onbevoegden weliswaar moeilijk te betreden, maar in geval van nood is het terrein ook moeilijk te ontvluchten de ontsluitingsstructuur is als één geheel ontworpen; er dient voorkomen te worden dat later stukken aan het terrein ‘gebreid’ moeten worden
Checklist Veiligheid
55
bedrijventerrein zonder woonfunctie
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
SV342
ontsluitingsstructuur
het terrein heeft een zodanige ontsluitingsstructuur dat bezoekers eenvoudig hun weg kunnen vinden en surveillance optimaal mogelijk is
het wegenpatroon is eenvoudig
bron
één route is ingericht als hoofdweg, waarmee het eenvoudig is de weg in het gebied te vinden en waarmee mensen (en daarmee de sociale controle) worden geconcentreerd de ontsluitingsstructuur is opgebouwd uit lange zichtlijnen doodlopende wegen zijn voorkomen de wegenstructuur is zodanig ontworpen dat efficiënte surveillance mogelijk is; surveillanceauto’s kunnen alle wegen aandoen (in een steeds wisselende volgorde) waarbij zo min mogelijk wegen dubbel gereden hoeven te worden er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vanaf centrale punten op het terrein een groot deel van de omgeving te overzien (bijvoorbeeld een centrum met radiale structuur van wegen: vanuit het centrum kunnen alle radialen afgekeken worden) het aantal zijwegen en het aantal niveaus van zijwegen is beperkt, waardoor verkeersstromen gebundeld worden en er meer sociale controle op die wegen is; bovendien wordt het surveilleren hierdoor eenvoudiger; een sterk vertakte structuur (meer niveaus dan 1 hoofdweg met zijwegen) is bovendien ongewenst, want dat betekent steeds stiller wordende wegen de ontsluitingsstructuur is als één geheel ontworpen; er dient voorkomen te worden dat later stukken aan het terrein ‘gebreid’ moeten worden
SV343
locatie bedrijfs verzamelgebouwen
56
Checklist Veiligheid
indien aanwezig zijn bedrijfsverzamelgebouwen met allure en uitstraling op strategische punten geplaatst
bedrijfsverzamelgebouwen zijn bijvoorbeeld geplaatst bij entrees, kruisingen en langs de hoofdroute en niet op zichtlocaties langs de snelweg
KVOB 3.5.4c
SP
OP/ VP/ BP IP
bedrijventerrein zonder woonfunctie
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV344
openbaar vervoer
het bedrijventerrein is goed bereikbaar per openbaar vervoer
er rijdt bij voorkeur een bus over de hoofdweg van het terrein, met de haltes zodanig gepositioneerd dat de loopafstand tot de bedrijven maximaal 800 m is; bij een terrein met beperkte omvang is ook een halte direct aan het begin van de centrale weg mogelijk; ook dan geldt dat de loopafstand van de halte tot de bedrijven bij voorkeur maximaal 800 m bedraagt
KVOB 3.5.4d
SP
OP/ VP/ BP IP
indien een trein- of metrostation aanwezig is, is de loopafstand tot de bedrijven bij voorkeur maximaal 800 m SV345
routes langzaam verkeer
tussen het bedrijven terrein en nabijgelegen woongebieden lopen veilige routes voor het langzaam verkeer
de routes voor het langzaam verkeer liggen direct naast de routes voor het autoverkeer; tussen het snelverkeer en het langzaam verkeer staan geen visuele barrières (bijvoorbeeld alleen een smalle strook lage beplanting)
KVOB 3.5.4e
de routes voor langzaam verkeer zijn goed verlicht doorgaande routes voor langzaam verkeer over het terrein zijn vermeden; deze routes zijn onvoldoende sociaal veilig, maken het terrein kwetsbaar voor hit-and-run inbraken en belemmeren technische beveiligingsmaatregelen
SV345
routes langzaam verkeer
tussen het bedrijven terrein en nabijgelegen woongebieden lopen veilige routes voor het langzaam verkeer
de routes voor het langzaam verkeer liggen direct naast de routes voor het autoverkeer; tussen het snelverkeer en het langzaam verkeer staan geen visuele barrières (bijvoorbeeld alleen een smalle strook lage beplanting)
KVOB 3.5.4e
de routes voor langzaam verkeer zijn goed verlicht doorgaande routes voor langzaam verkeer over het terrein zijn vermeden; deze routes zijn onvoldoende sociaal veilig, maken het terrein kwetsbaar voor hit-and-run inbraken en belemmeren technische beveiligingsmaatregelen
Checklist Veiligheid
57
Bij de wegprofielen is rekening gehouden met de maten van vrachtauto’s maar de profielen zijn niet onnodig breed. 58
Checklist Veiligheid
bedrijventerreinen algemeen
Bedrijventerreinen algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV360
beeldkwaliteitsplan
er is een beeldkwaliteitsplan waarin (indien van toepassing) onderscheid gemaakt is tussen representatieve zones en werkgebieden
onaantrekkelijke functies zijn gesitueerd in het werkgebied; attractieve functies zijn gesitueerd in de representatieve zone
KVOB 4.2
SV361
inrichting openbare ruimte
de inrichting van de open- bij de wegprofielen is rekening gehouden met de maten van vrachtauto’s, bare ruimte sluit aan op de maar de profielen zijn niet onnodig breed menselijke maat voetgangers en fietsers hebben zo mogelijk een eigen pad, dat weliswaar gescheiden ligt van het autoverkeer, maar dat wel direct in het zicht ligt van het autoverkeer
KVOB 4.2
SV362
toegankelijkheid
bij het ontwerp is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijke elementen (water, groenzones) om de toegankelijkheid van het bedrijventerrein en van terreingedeelten te beperken en om het terrein te zoneren
KVOB 4.2
SV363
afscheiding individuele terreinen
het terrein is zodanig ingedeeld dat het mogelijk is de individuele terreinen af te scheiden van de openbare weg
KVOB 4.2
SP
OP/ VP/ BP IP
Checklist Veiligheid
59
bedrijventerrein algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV364
verlichting
de openbare ruimte is goed verlicht, dat wil zeggen helder, prettig en gelijkmatig
het verlichtingsniveau is zodanig dat iemand op een afstand van 4 m herkend kan worden
KVOB 4.3
de verlichting in de openbare ruimte voldoet aan de normen van het Politie Keurmerk Veilig Wonen: 16K bij RA-waarde > 25 of 17K/16L bij RA-waarde > 60 de routes voor het langzaam verkeer zijn alleen verlicht als het een noodzakelijke route is; recreatieve routes waarop in de avonduren en in de nacht nauwelijks sociale controle is en waarvoor alternatieve routes mogelijk zijn, zijn niet verlicht; hiermee wordt schijnveiligheid voorkomen op de routes voor het langzaam verkeer die verlicht zijn, voldoet de verlichting aan de normen van het Politie Keurmerk Veilig Wonen: 16K bij RA-waarde > 25 of 17K/16L bij RA-waarde > 60 aparte verlichting voor het langzaam verkeer is in veel gevallen noodzakelijk; voor autoverkeer wordt namelijk vaak licht toegepast met een slechte kleurherkenning (oranje of roze licht) en voor langzaam verkeer is wit licht juist noodzakelijk; bovendien straalt de verlichting bij de autoweg vaak onvoldoende af naar fiets- en voetpaden; alleen als de verlichting van het autoverkeer voldoende afstraalt naar de paden voor fietsers en voetgangers en als wit licht wordt toegepast, kan aparte verlichting voor het langzaam verkeer achterwege blijven bij de keuze van de lichtmasthoogte is rekening gehouden met de menselijke maat van het langzaam verkeer; masten van 4 of maximaal 6 m hoogte passen bij die menselijke maat als routes niet veel gebruikt worden, maar wel verlicht moeten worden, kan variabele verlichting toegepast worden; de verlichting brandt dan zonder bezoekers op schemerniveau en schakelt bij naderende bezoekers over op het volwaardige verlichtingsniveau hoofdwegen zijn van neven-wegen onderscheiden door variatie van de hoogte van de lichtmasten en niet door kleurvariatie; het veel toegepaste oranje licht op hoofdwegen heeft namelijk een slechte kleurherkenning tot gevolg, waar vooral het langzaam verkeer last van heeft
60
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
bedrijventerrein algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV365
afstemming licht en groen
het lichtontwerp en het ontwerp van groen (met name de bomen) zijn op elkaar afgestemd
de kronen van de bomen belemmeren de verlichtingsarmaturen niet (richtlijn tot stam minimaal 8 m)
KVOB 4.3
SV366
zichtlijnen
beplanting of andere objecten belemmeren de zichtlijnen niet
SV367
parkeren vrachtauto’s
indien het parkeren van vrachtauto’s is toegestaan dan beperken deze de overzichtelijkheid en veiligheid niet
SV368
glasvezelnet
de aanleg van een glasvezelnet op het bedrijven terrein is overwogen ter verkrijging van een afgesproken kwaliteitsniveau van beveiliging
SP
OP/ VP/ BP IP
KVOB 4.3
de wegen zijn voldoende breed of er zijn collectieve parkeerplaatsen voor vrachtauto’s gerealiseerd
KVOB 4.3
bij een collectieve parkeerplaats voor vrachtauto’s zijn de verantwoordelijkheden duidelijk vastgelegd, evenals het beheer en eventueel toezicht op het net kunnen behalve de beveiligingsmaatregelen voor het totale terrein ook de maatregelen voor de individuele kavels aangesloten worden
KVOB 4.3
Checklist Veiligheid
61
bedrijventerrein algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV369
beheer
uit het ontwerp van het openbaar gebied en de individuele kavels blijkt duidelijk wie verantwoordelijk is voor het gebied
de scheiding tussen openbaar gebied en individuele kavels is attractief vormgegeven, bijvoorbeeld door middel van bestratingsmateriaal en beplanting
KVOB 4.3 en 4.7
SV370
62
entree kavels
Checklist Veiligheid
gebouwen hebben of zo veel mogelijk aansluitende gevels of hebben juist een behoorlijke tussenruimte; een smalle steeg tussen twee gebouwen is niet wenselijk
het aantal entrees tot de mogelijkheid moet bestaan om op korte afstand van de hoofdweg en zicht- KVOB 4.6 de kavels is zo mogelijk baar vanaf de aanvoerweg, een afsluiting te plaatsen om de entree van het beperkt tot één, waarbij de individuele terrein te beheren opritten van de afzonder lijke bedrijven kort en duidelijk zijn
SP
OP/ VP/ BP IP
bedrijventerrein algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV371
zicht op kavels
delen van de kavel die zichtbaar kunnen zijn vanaf de openbare ruimte zijn dat ook zo goed mogelijk
het zicht vanaf de openbare ruimte en de zichtlijnen binnen de kavel zelf worden niet belemmerd door beplanting of andere objecten
KVOB 4.7
SP
OP/ VP/ BP IP
op delen van de kavel die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn, is sprake van goede verlichting; het lichtontwerp en het ontwerp van de beplanting zijn hierbij goed op elkaar afgestemd; de kronen van bomen belemmeren de verlichtingsarmaturen niet (richtlijn tot stam minimaal 8 m) de vorm van het gebouw maakt de zichtbaarheid optimaal: inspringingen in de gevel die onoverzichtelijke nissen vormen, zijn voorkomen
SV372
camera’s
als op het bedrijventerrein bij het ontwerp van de kavels is er voor gezorgd dat het terrein vanaf een zelf onvoldoende maatklein aantal punten volledig door camera’s overzien kan worden regelen getroffen zijn om hit-and-run criminaliteit voor het gebruik van camera’s is er voor gezorgd dat er voldoende licht is te beperken, zijn op de kavels mogelijkheden aanwezig om camera’s aan te brengen
KVOB 4.7
SV373
beheer parkeren
uit het ruimtelijk ontwerp is af te lezen onder wiens verantwoordelijkheid de parkeerplaatsen vallen
KVOB 4.8
bedrijven met een eigen kavel hebben eigen parkeerplaatsen op die kavel bedrijven die geen eigen kavel hebben (bijvoorbeeld in een bedrijfsverzamelgebouw) parkeren op een terrein dat bij die bepaalde eenheid van bedrijven hoort
SV374
zicht parkeren
de parkeerplaats ligt op een kavel in elk geval goed in het zicht van de bebouwing, maar is bij voorkeur ook zichtbaar vanuit de openbare ruimte
een parkeerplaats tussen het gebouw en de openbare weg heeft als voordeel KVOB 4.8 dat zicht vanuit het gebouw mogelijk is; nadeel is echter dat de beeldkwaliteit geschaad wordt; parkeerplaatsen aan de zijkant van het gebouw zijn een goed compromis
SV375
inrichting parkeerterreinen
de parkeerterreinen zijn overzichtelijk ingericht en bij meer dan 20 parkeerplaatsen gecompartimenteerd
grote, hoge beplanting die het zicht vanuit de bebouwing of de openbare ruimte belemmert, is afwezig
KVOB 4.8
als een bedrijf meer dan 20 parkeerplaatsen heeft dan zijn deze bij voorkeur gecompartimenteerd
Checklist Veiligheid
63
bedrijventerrein algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
SV376
laad- en loszones
de zones voor het laden en lossen zijn niet direct aan de openbare ruimte geplaatst, maar meer aan de achter- of zijkant van de kavels
SV377
opslag goederen
bij de opslag van attractieve goederen is extra aandacht besteed aan inbraakpreventie
64
Checklist Veiligheid
opmerking ontwerp
bron KVOB 4.9
de toegang tot de opslagruimte is bijvoorbeeld door middel van terrein afscheidingen ontoegankelijk gemaakt bij de toegang tot de opslagruimte is verlichting aangebracht indien deze in het zicht ligt van de openbare ruimte
KVOB 4.9
SP
OP/ VP/ BP IP
bedrijventerrein algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV378
terreinafscheiding
de terreinafscheiding van de kavels is adequaat, waarbij zo veel mogelijk gebruik gemaakt is van natuurlijke elementen
er is voor de terreinafscheidingen zo veel mogelijk gebruik gemaakt van water en groenzones en indien nodig van hekwerken
KVOB 4.10
SP
OP/ VP/ BP IP
de entree in de terreinafscheiding is goed zichtbaar: • tijdens werktijden is vanuit een veel gebruikte ruimte in het gebouw (bijvoorbeeld het secretariaat) zicht op de toegang • de entrees in de terreinafscheiding zijn ook in het zicht van de openbare ruimte geplaatst • het aantal toegangen is beperkt zodat bezoek op het terrein controleerbaar is het deel van de kavel dat niet zichtbaar is vanaf de openbare weg is buiten openingstijden niet toegankelijk voor voertuigen; een laag hekwerk, even tueel in combinatie met een slagboom, kan daarvoor al genoeg zijn terreingedeelten die gebruikt worden voor buitenopslag zijn in elk geval afgescheiden van de openbare weg; hiervoor is een hekwerk gebruikt van minimaal 1.80 m hoog of een natuurlijke scheiding die daarmee gelijkgesteld kan worden
Checklist Veiligheid
65
bedrijventerrein algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV379
fietsstalgelegenheid
de fietsstalgelegenheid is veilig en ligt in het zicht
fietsstalgelegenheid op een kavel (al dan niet afsluitbaar) ligt in elk geval goed in het zicht van de bebouwing
KVOB 4.10
de entree van een afsluitbare fietsstalgelegenheid ligt in het zicht van de bebouwing en bij voorkeur ook in het zicht van de openbare ruimte de fietsstalgelegenheid die niet in het zicht van de openbare ruimte ligt, is afsluitbaar de wanden van de fietsstalgelegenheid zijn transparant, zodat vanaf buiten te zien is wat in de stalling gebeurt SV380
uitpandige opslag
uitpandige opslag is beperkt en gereguleerd
objecten liggen zo veel mogelijk inpandig opgeslagen, een en ander in KVOB 4.12 overeenstemming met de hiervoor geldende regelgeving (Wet Milieubeheer, bouwregelgeving); uitpandige opslag is kwetsbaar voor brandstichting, vermindert de overzichtelijkheid en maakt een terrein interessant voor inbrekers terreingedeelten die gebruikt worden voor buitenopslag zijn in elk geval afgescheiden van de openbare weg; dergelijke terreinen zijn omheind met een hekwerk van minimaal 1.80 m hoog of een natuurlijke afscheiding die daarmee gelijkgesteld kan worden op het terrein is geen brandgevoelig materiaal geplaatst binnen een afstand van minder dan 10 m van een gevel of luifel; op het terrein is gemarkeerd waar het materiaal opgeslagen kan worden; houten pallets zijn niet hoger opgestapeld dan 2 m opgeslagen pallets liggen niet direct langs de openbare weg opgeslagen; een afstand van 2 m tot wegen en hekwerken is noodzakelijk; pallets worden regelmatig afgevoerd, in elk geval vòòr het weekeinde
66
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
bedrijventerrein algemeen
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV381
containers
containers zijn adequaat geplaatst, waarvoor bij voorkeur in de bebouwing een ruimte is opgenomen
in de bebouwing is een ruimte opgenomen waarin containers in elk geval in de nacht en avonduren opgeborgen kunnen worden (overeenkomstig de hiervoor geldende regelgeving)
KVOB 4.13
SV382
SV383
entrees van gebouwen
gevels
de entrees van de bedrijfspanden liggen in het zicht en zijn zodanig gesitueerd dat sociale controle vanuit het bedrijfspand mogelijk is
SP
OP/ VP/ BP IP
wanneer een inpandige ruimte voor containers niet mogelijk is, is zorggedragen voor afsluitbare containers die op minimaal 10 m afstand van de bebouwing verankerd worden, en op minimaal 2 m afstand van wegen en hekwerken staan: • afsluitbare en verankerde containers staan op een deel van het terrein dat met een hekwerk of een daarmee gelijk gestelde natuurlijke afscheiding ontoegankelijk is gemaakt • de containers worden in elk geval ‘s avonds afgesloten entrees van bedrijfspanden liggen in het zicht van de openbare ruimte en indien mogelijk ook in het zicht van woningen
KVOB 4.14
de ruimten met uitstraling en sociale ogen (receptie, vergaderkamers etc.) liggen in de plint en aan de openbare ruimte; door ruimten uit het gebouw te laten steken, is meer sociale controle mogelijk dan wanneer alle ruimten vlak in de gevel liggen
voor de voorgevels zijn heldere rooilijnen vast gelegd, zodat de straat een rustig en overzichtelijk beeld te zien geeft
KVOB 4.14
Checklist Veiligheid
67
Bij het uitgaansgebied is een bewaakte fietsenstalgelegenheid aanwezig. 68
Checklist Veiligheid
uitgaansgebieden
Uitgaansgebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV401
verkeerscirculatie
het uitgaansgebied is bij voorkeur alleen toegankelijk voor langzaam verkeer, taxi’s, openbaar vervoer en hulpverlenende diensten
de verschillende verkeerssoorten (auto, voetganger, fietser) kruisen elkaar in het uitgaansgebied zo min mogelijk
KVU 1-3
SV402
parkeerplaatsen
bij het uitgaansgebied is bewaakte parkeergelegenheid aanwezig die vanaf de uitgaansvoorzieningen te bereiken is via sociaal veilige routes
de bewaakte parkeergelegenheid heeft aan de horeca gekoppelde openingstijden
KVU 1-3 en 3-6
bij het uitgaans gebied is bewaakte fietsstal gelegenheid aanwezig die te bereiken is via sociaal veilige routes
de bewaakte fietsstalgelegenheid heeft aan de horeca gekoppelde openingstijden
SV403
voorzieningen voor het stallen van (brom)fietsen
de loopafstand van de bewaakte parkeergelegenheid naar het uitgaansgebied bedraagt maximaal 250 m; de looproute is sociaal veilig en heeft bijvoorbeeld vandalisme- bestendig straatmeubilair.
SP
OP/ VP/ BP IP
de bewaakte parkeergelegenheid ligt op een locatie in het zicht van bewoners of horecabezoekers; dit geldt in het bijzonder voor de parkeerautomaten
de loopafstand van de bewaakte fietsstalgelegenheid naar het uitgaansgebied bedraagt maximaal 250 m; de looproute is sociaal veilig en heeft bijvoorbeeld vandalisme-bestendig straatmeubilair.
KVU 1-3 en 3-6
de fietsenstallingen liggen direct aan de fietsroutes, zijn transparant (van buiten zijn de fietsen en gebruikers te zien) en van binnen overzichtelijk en goed verlicht
Checklist Veiligheid
69
uitgaansgebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV404
alternatief vervoer
bij het uitgaansgebied zijn voor zieningen getroffen voor alternatief vervoer (openbaar vervoer en taxi).
alternatief vervoer is afgestemd op de openingstijden van de horeca
KVU 4-4
bij het uitgaansgebied is een goed verlichte en overdekte taxistandplaats aanwezig, voorzien van hekken ter vorming van een wachtrij bij het uitgaansgebied is een goed verlichte en overdekte bushalte aanwezig
SV405
verkeersregulatieplan
voor het uitgaansgebied is een verkeersregulatieplan opgesteld
in het verkeersregulatieplan is rekening gehouden met de horeca, maar het is gericht op het totaal aan verkeersstromen (inclusief bereikbaarheid voor hulp verlenende diensten)
KVU 3-1
SV406
openbare verlichting
het uitgaansgebied is bij duisternis helder, niet verblindend en gelijkmatig verlicht; uitgangspunt is dat men personen op een afstand van minimaal 4 m kan herkennen
zie SV012
KVU 3-2
horecaondernemers hebben rond hun bedrijf zorggedragen voor voldoende sociaal veilige verlichting op strategische punten is dynamische verlichting geplaatst (bouwlampen, stadionverlichting) die in speciale gevallen (evenementen, incidenten) en rond sluitingstijd via een afstandsbediening kan worden bediend
SV407
woonfunctie
de woonfunctie is in het uitgaansgebied aanwezig hetgeen het gevoel van veiligheid vergroot
woningen zijn boven de winkels- en horecavestigingen gesitueerd
KVU 3.3
SV408
levendigheid
het uitgaansgebied is levendig en heeft ook op stille tijden gebruikers van de openbare ruimte hetgeen het gevoel van veiligheid vergroot
er is sprake van een continuïteit van functies, waarbij te denken valt aan zaken als winkelen, uit eten, schoonmaken, uitgaan en bevoorraden
KVU 3-4
70
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
uitgaansgebieden
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
SV409
inrichting
het uitgaansgebied is sociaal veilig ingericht
het openbaar gebied is attractief, overzichtelijk, geeft een goede oriëntatie, is niet uitnodigend voor ongewenst gebruik en is ingedeeld in herkenbare zones
KVU 3-5 en 3-9
SP
OP/ VP/ BP IP
kiosken en overige los in de ruimte geplaatste objecten zijn attractief en belemmeren het zicht en de doorloop zo min mogelijk ‘vrije’ zitgelegenheid is bij voorkeur ingericht voor kortstondig gebruik en gesitueerd op locaties die niet aantrekkelijk zijn voor zwervers of ‘hanggroepen’; het straat meubilair is vandalisme-bestendig de bestrating is niet makkelijk open te breken de grenzen van terrassen zijn in de bestrating aangegeven, bijvoorbeeld met behulp van noppen of speciale tegels; de terrassen zijn begrensd en bieden voldoende vrije toegang voor voetgangers en overig verkeer het openbaar groen is makkelijk te onderhouden en sociaal veilig openbare toiletten zijn geplaatst
Bronnen DMOW Gemeente Almere Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Afdeling Welzijn
KVOB Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen (Nieuwbouw), Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (3.5.2a = KVOB-paragraaf)
DSBV
Gemeente Almere Dienst Stedelijk Beheer Afdeling Veiligheid en Handhaving
KVOW Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelcentra (Nieuwbouw), Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (3.3.1B = KVOW-paragraaf)
DSOR
Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Afdeling Ruimtelijke Ordening en Milieubeleid
KVU
Kwaliteitsmeter Veilig Uit (concept) (3-1 = KVU-maatregelnummer)
PF
Politie Flevoland
DSOS
Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Afdeling Stedenbouw en Landschap
PKVW
Politiekeurmerk Veilig Wonen (Nieuwbouw), Beheerinstituut Politiekeurmerk Veilig Wonen (S1 = PKVW-code)
DSOV
Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Afdeling Verkeer en Vervoer
Checklist Veiligheid
71
Verkeersveiligheid wordt gerekend tot het aspect ‘fysieke veiligheid’. 72
Checklist Veiligheid
fysyke veiligheid
4 Checklist Fysieke Veiligheid Inleiding Fysieke veiligheid betreft de bescherming van mens, dier en milieu tegen daadwerkelijke ongelukken. Door het vooraf treffen van bepaalde infrastructurele, bouwkundige en technische maatregelen kunnen ongelukken zo veel mogelijk worden voorkomen. Verder zijn een goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van voldoende bluswater voorwaarden voor snelle hulpverlening. Verkeersveiligheid en brandveiligheid worden gerekend tot het aspect ‘fysieke veiligheid’. Bij de veiligheidschecklist voor het ruimtelijke planvormingsproces in Almere worden met betrekking tot de verkeersveiligheid de volgende beleidsdocumenten in het bijzonder van belang geacht: • Beleidsplan Verkeersveiligheid 1998-2003, gemeente Almere / Grontmij, 1997 • Uitvoeringsplan 30 km/uur-gebieden, maatregelen ten behoeve van 30 km/uur-gebieden in de gemeente Almere, gemeente Almere / Grontmij, 1999
Voor de veiligheidschecklist worden met betrekking tot de fysieke veiligheid in Almere verder nog de volgende beleidsdocumenten van belang geacht: • Richtlijnen Bereikbaarheid, Brandweer Almere, 1983 • Beleidsnotitie Infrastructuur, Brandweer Almere, 1998 • Handboek Brandweer en Ruimtelijke Ordening, de meerwaarde van brandweerrood op verstedelijkt rood, Brandweer Almere, 2001 • Attractiebesluit, het besluit van veiligheid van attractie- en speeltoestellen, 1996 In de volgende paragraaf worden de aandachtspunten voor fysieke veiligheid weergegeven. Per aandachtspunt is hierbij via grijsarcering aangegeven op welke planfase het veiligheidspunt van toepassing is. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in: • structuurplan (SP) • ontwikkelingsplan/bestemmingsplan* (OP/BP) • verkavelingsplan/inrichtingsplan (VP/IP)
* inclusief vrijstellingen van bestemmingsplannen
Checklist Veiligheid
73
Verkeersveiligheid
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
FV001 locatie verkeersaan- verkeersaantrekkende trekkende voorzievoorzieningen zijn zo ningen gesitueerd dat verkeers veiligheid niet in het geding is
verkeersaantrekkende voorzieningen liggen niet midden in het woongebied, DSOS maar aan de rand daarvan of elders; scholen voor voortgezet onderwijs liggen DSOV bijvoorbeeld niet midden in de wijk, dit in tegenstelling tot basisscholen
FV002 scheiding auto en langzaam verkeer
er is een duidelijke scheiding tussen verkeersaders en verblijfs gebieden
passend binnen duurzaam-veilig is er sprake van een zelfverklarende infrastructuur: • stroomwegen (A6, Hogering/ Buitenring) = verkeersader • gebiedsontsluitingswegen (dreven) = verkeersader • erftoegangswegen (‘buurtwegen’/’woonstraten’) = verblijfsgebied
DSOV
FV003 verblijfsgebieden
de verblijfsgebieden zijn autoluw
de maximum snelheid in het verblijfsgebied bedraagt 30 km/uur
DSOV
het verblijfsgebied is ingericht conform het 30 km/uur-plan met ondermeer 30 km/uur-poorten en comfortabele drempels (in ‘woonstraten’ om de 80 à 100 m en in ‘buurtwegen’ om de 80 à 120 m) het verblijfsgebieden is in het bestemmingsplan bestemd als ‘verblijfsgebied’ het verblijfsgebieden heeft zo veel mogelijk auto-aansluitingen op de gebieds ontsluitingswegen (om de 250 à 400 m); bij de drukke gebiedsontsluitings wegen is dit in verband met de doorstroming om de circa 400 m doorgaand autoverkeer is in het verblijfsgebied voorkomen
74
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
verkeersveiligheid
code
onderwerp
FV004 gebieds-ontsluitingswegen
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
de gebiedsontsluitings wegen zijn verkeersveilig
de maximum snelheid bedraagt 50 km/uur
DSOV
SP
OP/ VP/ BP IP
(brom)fietser is op de gebiedsontsluitingsweg niet toegestaan de kruispunten zijn uitgevoerd in de vorm van rotondes (lage snelheid en hoog attentieniveau); alleen bij een hoge verkeersintensiteit (meer dan circa 15.000 à 20.000 motorvoertuigen per etmaal) is sprake van een VRI de gebiedsontsluitingsweg is in het bestemmingsplan bestemd als ‘verkeersgebied’ en heeft een voldoende ruim bestemmingsgebied met het oog op eventuele toekomstige reconstructies
FV005 busbaan
de busbanen zijn verkeers de busbaan is alleen in gebruik door het openbaar vervoer en hulpverlenende veilig diensten
DSOV
kruisingen met verkeersaders zijn ongelijkvloers bij gelijkvloerse kruisingen (om de 125 à 200 m) is sprake van: • VRI • voldoende zicht (groen in uitzichtdriehoeken is laagblijvend) • eventueel extra maatregelen inzake roodlicht negatie (bijvoorbeeld drempels voor kruisend verkeer) • uitvoering volgens gemeentelijke standaard (standaard kruisingen busbaan)
Checklist Veiligheid
75
verkeersveiligheid
code
onderwerp
FV006 fietsroutes
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
de fietsroutes zijn verkeersveilig
kruispunten op de hoofdroutes/doorstroomassen zijn zo veel mogelijk ver meden
DSOS DSOV
de hoofdroutes zijn waar mogelijk langs de rand van de wijken gesitueerd in plaats van middendoor waardoor kruispunten zijn vermeden fietsroutes zijn zo veel mogelijk gecombineerd met andere infrastructuur (busbaan, grachten etc.) drukke hoofdroutes zijn consequent als solitair fietspad uitgevoerd waarbij dus geen sprake is van menging met auto, dit om onduidelijkheid in voorrang bij kruispunten te voorkomen de fietsroutes hebben ter plaatse van kruispunten voldoende zicht (uitzichtdriehoeken zijn gehonoreerd) en kennen voldoende ruime profielen de doorstroomassen zijn consequent in rood asfalt uitgevoerd; voor de overige hoofdroutes zijn voorrangskruisingen gemaakt inclusief drempels voor het kruisend verkeer langs fietspaden zijn geen speelplekken voor jonge kinderen gesitueerd
76
Checklist Veiligheid
SP
OP/ VP/ BP IP
verkeersveiligheid
code
onderwerp
FV007 voetgangers
FV008 parkeren van vrachtauto’s op bedrijventerreinen
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
voetgangersroutes zijn verkeersveilig
drempels zijn op de juiste plaats aangebracht in de hoofdvoetgangersroutes
DSOV
SP
OP/ VP/ BP IP
op kruispunten zijn invalidehellingen aanwezig
indien het parkeren van de wegen zijn voldoende breed of er zijn collectieve parkeerplaatsen voor vrachtauto’s op een bedrij- vrachtauto’s gerealiseerd venterrein is toegestaan dan beperken deze de overzichtelijkheid en verkeersveiligheid niet
KVOB 4.3
Checklist Veiligheid
77
Busbanen vormen in Almere ook de hoofdinfrastructuur voor de hulpverlenende diensten. 78
Checklist Veiligheid
overige fysieke veiligheid
Overige fysieke veiligheid
code
onderwerp
FV101 bereikbaarheid gebieden
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
gebieden zijn voor hulpvoertuigen binnen gestelde eisen ten aanzien van opkomsttijden bereikbaar
er is afgezien van geïsoleerd liggende gebieden
BI
SP
OP/ BP
VP/ IP
hulpverlenende diensten beschikken over twee routes om een gebied te bereiken de aanbevolen opkomsttijden voor de brandweer zijn conform landelijke normen: • verzorgingshuizen (zoals ziekenhuizen en bejaardencentra) binnen 5 minuten ter plaatse • woningen: binnen 8 minuten ter plaatse • bedrijventerreinen: binnen 10 minuten ter plaatse de politie heeft geen tijdslimiet waaraan zij zich dient te houden; voor de ambulance geldt, zo spoedig mogelijk na melding, maar binnen 15 minuten ter plaatse
FV102 hoofdinfrastructuur de belangrijkste wegen voor hulpverlenende en de busbanen vormen diensten in Almere de hoofdinfrastructuur voor de hulpverlenende diensten
de hoofdinfrastructuur (dreven, ringen en busbanen) is voor hulpverlenende diensten obstakel vrij
BI RB
directe aansturing van de verkeersregelinstallaties door de hulpdiensten op de kruispunten geschiedt door middel van Vetag busbanen inclusief kruisingen en afslagen zijn door hulpvoertuigen in beide richtingen te berijden
FV103 bereikbaarheid objecten
objecten zijn voor hulpvoertuigen bereikbaar
objecten zijn in verband met het risico van een tijdelijke blokkering van de weg vanuit twee richtingen bereikbaar voor hulpvoertuigen; dit hoeft niet indien de beschikbare rijbreedte ten minste 5,5 m bedraagt of indien op een andere wijze is gewaarborgd dat een geparkeerd voertuig of een tegemoetkomend voertuig gemakkelijk kan worden gepasseerd
RB
Checklist Veiligheid
79
overige fysieke veiligheid
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
FV104 bereikbaarheid woonerven, speelen wandelstraten, winkelpromenades etc.
woonerven, speel- en wandelstraten, winkelpromenades etc. zijn voor hulpvoertuigen toegankelijk
er zijn maatregelen getroffen dat ter plaatse van de toegangen tot de rijlopers niet kan worden geparkeerd
RB
FV105 straatmeubilair
straatmeubilair vormt geen belemmering voor hulpdiensten
straatmeubilair is zodanig geplaatst dat de bereikbaarheid van (woon)gebouwen voor hulpvoertuigen (mede in relatie met de openbare bluswatervoorziening) gegarandeerd is
PKVW O8
FV106 doorrijhoogte
er is sprake van voldoende doorrijhoogte voor hulpvoertuigen
de vrije doorrijhoogte voor hulpvoertuigen is tenminste 4,20 m
RB
FV107 rijlopers
bij de rijlopers is voldaan aan de ontwerpeisen zoals opgenomen in de Richtlijnen Bereikbaarheid van Brandweer Almere
bij de straal en de rijbreedte van bochten in rijlopers is voldaan aan de rijcurve zoals weergegeven op tekening 01 van de Richtlijnen Bereikbaarheid
RB
bij de rijlopers en opstelvakken bij zeer lage woongebouwen, hoge woongebouwen, en niet tot bewoning bestemde gebouwen met een maximale hoogte van 8 m of hoger dan 13 m is voldaan aan de eisen zoals opgenomen in de Richtlijnen Bereikbaarheid van Brandweer Almere
de afstand tussen het opstelvak van een blusvoertuig en het gebouw bedraagt niet meer dan 40 m
FV108 bereikbaarheid zeer lage woongebouwen, hoge woongebouwen, en niet tot bewoning bestemde gebouwen met een maximale hoogte van 8 m of hoger dan 13 m
80
Checklist Veiligheid
afsluiting van de toegangen tot rijlopers in speel- en wandelstraten, winkelpromenades etc. is alleen uitgevoerd door middel van uitneempalen (bedieningssleutel Δ 8 mm)
bij het verschuiven van de as van de rijlopers is voldaan aan de lengtes zoals weergegeven op tekening 02 van de Richtlijnen Bereikbaarheid
rijlopers met tweerichtingsverkeer waaraan de gebouwen zijn gelegen, zijn tenminste 3,5 m breed; echter aan het begin en aan het einde van de rijloper en na elke afstand van maximaal 40 m is een rijloper tenminste 4,5 m breed over een lengte van tenminste 15 m (passeervakken); zie hiervoor tekening 03 van de Richtlijnen Bereikbaarheid rijlopers en opstelvakken zijn zodanig aangelegd dat zij geschikt zijn voor voertuigen met: • een maximaal gewicht van 100 KN • een maximale asbelasting van 100 KN
RB
SP
OP/ BP
VP/ IP
overige fysieke veiligheid
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
FV109 bereikbaarheid lage woongebouwen en niet tot bewoning bestemde gebouwen met een hoogte tussen 8 en 13 m
bij de rijlopers en opstelvakken bij lage woongebouwen en niet tot bewoning bestemde gebouwen met een hoogte tussen 8 en 13 m is voldaan aan de eisen zoals opgenomen in de Richtlijnen Bereikbaarheid van Brandweer Almere
de gebouwen zijn zowel voor blusvoertuigen als voor redvoertuigen bereikbaar door middel van een rijloper met een breedte van tenminste 3,5 m; indien deze rijloper is gelegen langs gevels of andere obstakels, dan bedraagt de breedte tenminste 4 m
RB
SP
OP/ BP
VP/ IP
rijlopers met tweerichtingsverkeer, waaraan de gebouwen zijn gelegen, zijn tenminste 3,5 m breed; echter aan het begin en aan het einde van de rijloper en na elke afstand van maximaal 40 m is een rijloper tenminste 4,5 m breed over een lengte van tenminste 15 m (passeervakken); zie hiervoor tekening 03 van de Richtlijnen Bereikbaarheid ter plaatse van de gebouwen is ten behoeve van redvoertuigen een opstelvak met een breedte van tenminste 4,5 m en een lengte van tenminste 10 m beschikbaar; tevens is rekening gehouden met een vrije draaistraal van 2 m tot op 2,5 m hoogte ten behoeve van de ladderwieg (bij gebouwen met galerijen of doorlopende balkons geldt dit alleen voor de kopeinden van de gebouwen) de afstand van de opstelplaats van een redvoertuig tot de gevel van het gebouw bedraagt maximaal 9 m; zie hiervoor tekening 04 van de Richtlijnen Bereikbaarheid afhankelijk van de afstand van het hart van het redvoertuig tot aan de gevel is een straat verdeeld in opstelvakken en stukken rijloper, waarvan de breedte tenminste 3,5 m bedraagt; voor het bepalen van de afstand tussen de opstelvakken zie tekening 04 van de Richtlijnen Bereikbaarheid de rijlopers en opstelvakken zijn zodanig aangelegd dat ze geschikt zijn voor voertuigen met een asbelasting van 100 KN; de opstelvakken zijn bestand tegen een stempeldruk van 1 MN/m²
FV110 primaire bluswatervoorziening
de primaire bluswatervoorziening (ondergrondse brandkranen op het waterleidingnet) levert voldoende water voor de eerste uitruik die ter plaatse komt
voor nieuwbouw (conform Bouwbesluit) zonder buitengewone risicofactoren is minimaal 30 m³ water per uur aanwezig
HBRO
voor nieuwbouw (conform Bouwbesluit) met veel personen, gevaarlijke stoffen of andere risicofactoren is 60 m³ water per uur aanwezig
Checklist Veiligheid
81
overige fysieke veiligheid
code
onderwerp
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
FV111 secundaire blus watervoorziening
de secundaire bluswater voorziening (geboorde put, bluswaterriool, vijver) levert, indien nodig, voldoende water op
de capaciteit van de secundaire bluswatervoorziening is minimaal 90 m³ water per uur (1.500 l/min.) indien de brandweer voldoende bluswater aanvoer voor een waterkanon wenst te verkrijgen
HBRO
FV112 tertiaire bluswater voorziening
de tertiaire bluswater voorziening (kanaal of grote vijver) levert, indien nodig, voldoende water op
de capaciteit van de tertiaire bluswatervoorziening is minimaal 300 m³ water per uur op basis van een levering van 4.800 l/min.
HBRO
FV113 WAS
het waarschuwings- en alarmeringssysteem is goed te horen
in het ontwerp is rekening gehouden met de plaatsing van sirenes
HBRO
FV114 winkelcentra
bij winkelcentra is de brandveiligheid zowel organisatorisch als bouwkundig goed geregeld
het winkelcentrum voldoet aan de brandveiligheidseisen van het bouwbesluit
KVOW 4.2
de exploitatie van het winkelcentrum is onderworpen aan een gebruiksvergunning, die verstrekt wordt door de brandweer en die minimaal jaarlijks wordt gecontroleerd er is een plan gemaakt voor een ontruimingsoefening die ook georganiseerd wordt; wanneer er sprake is van centrummanagement dan zijn de ontruimingsoefening en een preventieplan daarin ingebed de entrees van het winkelcentrum zijn (indien afsluitbaar) bouwkundig beveiligd; brandweer en politie hebben ook bij stroomuitval toegang tot het winkelcentrum
FV115 parkeergarages
parkeergarages voldoen aan de (brand)veiligheidseisen van de NEN 2443:2000
FV116 speelvoorzieningen
speelvoorzieningen zijn veilig en vormen geen belemmering voor hulpdiensten.
82
Checklist Veiligheid
KVOW 4.3
speelvoorzieningen zijn zodanig geplaatst dat de bereikbaarheid van DSOS (woon)gebouwen voor hulpvoertuigen (mede in relatie met de openbare blus- PKVW O9 watervoorziening) gegarandeerd is speelvoorzieningen voldoen aan de veiligheidseisen volgens het Attractie besluit
SP
OP/ BP
VP/ IP
overige fysieke veiligheid
code
onderwerp
FV117 bedrijventerreinen
FV118 waterpartijen
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
bedrijventerreinen zijn goed toegankelijk voor hulpdiensten
bij eventuele afsluiting van het bedrijventerrein in de avonduren en ‘s nachts is de toegankelijkheid voor hulpdiensten gegarandeerd
KVOB 3.5.3c 3.5.4a 4.3
waterpartijen zijn veilig, ook voor kinderen, voor hulpdiensten goed bereikbaar en voor mens en dier uittreedbaar
waterpartijen zijn uittreedbaar door middel van bijvoorbeeld ladders, aflopende taluds of plasbermen
terreinafscheidingen en andere barrières hinderen de werkzaamheden van de brandweer niet
Bronnen BI Beleidsnotitie Infrastructuur Brandweer Almere, 1998 DSBV
Gemeente Almere Dienst Stedelijk Beheer Afdeling Veiligheid en Handhaving
DSOS
Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Afdeling Stedenbouw en Landschap
DSOV
Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Afdeling Verkeer en Vervoer
HBRO
Handboek Brandweer en Ruimtelijke Ordening, de meerwaarde van brandweerrood op verstedelijkt rood Brandweer Almere, 2001
SP
OP/ BP
VP/ IP
DSBV DSOS
KVOW Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelcentra (Nieuwbouw), Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (4.2 = KVOW-paragraaf) PKVW
Politiekeurmerk Veilig Wonen (Nieuwbouw), Beheerinstituut Politiekeurmerk Veilig Wonen (O8 = PKVW-code)
RB
Richtlijnen Bereikbaarheid Brandweer Almere, 1983
KVOB Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen (Nieuwbouw), Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (3.5.3c = KVOB-paragraaf)
Checklist Veiligheid
83
Externe veiligheid betreft de beheersing van activiteiten die een risico voor de omgeving op kunnen leveren.
externe veiligheid
5 Checklist Externe veiligheid Inleiding Externe veiligheid betreft de beheersing van activiteiten die een risico voor de omgeving op kunnen leveren. Door het hanteren van wettelijke minimum afstanden tot deze activiteiten en/of beperking van bebouwingsdichtheden wordt de veiligheid zo veel mogelijk gewaarborgd. Een overstroming vormt een risico voor de omgeving. Bij de veiligheids checklist voor het Almeerse planvormingsproces wordt er echter van uitgegaan dat de locaties waarop de planvorming van toepassing is, voldoende beschermd zijn tegen overstromingen. Deze vorm van externe veiligheid, inclusief de discussie over het wel of niet bebouwen van bepaalde (buitendijkse) gebieden, overstijgt de gemeentelijke bevoegdheid en valt buiten de kaders van deze checklist. Op het gebied van externe veiligheid is de checklist gericht op risico’s die kunnen optreden bij de productie, opslag, verwerking en transport van gevaarlijke stoffen. Voor de veiligheidschecklist is op het gebied van externe veiligheid voor inrichtingen en transport bestaand beleid van toepassing. Ook is er sprake van een aangekondigde beleidsvernieuwing in het NMP-4. Kern van de (strengere) beleidsvernieuwing is dat naar aanleiding van Enschede be-
hoefte is aan herbezinning over de vraag welke risico’s (PR = plaatsgebonden risico, en GR = groepsrisico) aanvaardbaar zijn en of deze in verhouding staan met het maatschappelijk nut. De risico’s van een bestaande of nieuwe situatie zullen getoetst worden aan de aanwezigheid van (beperkt) kwetsbare objecten in de omgeving van potentieel risico-opleverende activiteiten. De beleidsvernieuwing is verder gericht op een betere verankering van het omgaan met risico’s bij de vaststelling van besluiten in het kader van de WRO (zoals bestemmingsplannen). Geldende normen voor aanvaardbare risico’s zijn opgenomen in: • Handreiking externe veiligheid voor inrichtingen, VNG, 1996 • Handreiking externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen, VNG, 1998 In de volgende checklist worden de aandachtspunten voor externe veiligheid weergegeven. Per aandachtspunt is hierbij via grijsarcering aangegeven op welke planfase het veiligheidspunt van toepassing is. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in: • structuurplan (SP) • ontwikkelingsplan/bestemmingsplan* (OP/BP) • verkavelingsplan/inrichtingsplan (VP/IP)
* inclusief vrijstellingen van bestemmingsplannen
Checklist Veiligheid
85
Externe veiligheid
code
onderwerp
EV001 inrichtingen (1)
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
bij beslissingen over de ruimtelijke ordening (locatiekeuze risicovolle activiteiten ten opzichte van (minder) kwetsbare functies) zijn de geldende normen voor het aanvaardbare risico (PR en GR) nageleefd (bestaand beleid) (2)
ruimtelijke effecten kunnen/moeten zichtbaar gemaakt worden door: • PR-contour • gebied met beperkingen aan de dichtheid van personen vanwege GR • 1%-lethaliteitsgrens (= effectafstand)
DSOM DSAV
er is rekening gehouden met het Ontwerpbesluit vaststelling milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen (nieuw beleid) (6) er is een politieke afweging gedaan van de risico’s tegen de maatschappelijke baten en andere kosten van een risicovolle activiteit (= motiveringsplicht t.a.v. acceptatie van GR) (nieuw beleid) (7)
86
Checklist Veiligheid
indien stadsverwarming wordt toegepast, vormt het gebruik van propaantanks (o.a. in de horeca) een bijzonder aandachtspunt
SP
OP/ VP/ BP IP
externe veiligheid
code
onderwerp
EV002 transport (3)
veiligheidsaandachtspunt
opmerking ontwerp
bron
bij de beslissing over de ruimtelijke ordening (locatiekeuze risicovolle transporten ten opzichte van (minder) kwetsbare functies) zijn de geldende normen voor het aanvaardbare risico (PR en GR) nageleefd (bestaand beleid) (4)
ruimtelijke effecten kunnen/moeten zichtbaar gemaakt worden door: • PR-contour • gebied met beperkingen aan de dichtheid van personen vanwege GR • 1%-lethaliteitsgrens (= effectafstand)
DSOM DSAV
SP
OP/ VP/ BP IP
er is rekening gehouden met de eisen uit het in ontwikkeling zijnde systeem voor de regulering van vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor (RVGS-spoor) (nieuw beleid) (5). er is rekening gehouden met de toekomstige AMvB ‘Externe Veiligheid Vervoer’ (nieuw beleid) (5) EV003 route gevaarlijke stoffen
er is een route voor gevaarlijke stoffen vastgesteld
BI
(1) zie Handreiking externe veiligheid voor inrichtingen, VNG, 1996 (2) zie Handreiking externe veiligheid voor inrichtingen, hoofdstuk 2, VNG; hierbij kunnen verschillende instrumenten worden gehanteerd (van grof naar fijn): ervaringscijfers (globaal), milieuzonering (indicatief), afstandseisen uit diverse generieke regelingen en berekeningen (QRA, MCA etc.); op basis van een globale indicatie wordt besloten of een nader inzicht in de risico’s door middel van berekeningen vereist is (3) zie Handreiking externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen, VNG, 1998 (4) zie Handreiking externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen, paragraaf 2.5 en hoofdstuk 4, VNG; hierbij kunnen verschillende instrumenten worden gehanteerd (van grof naar fijn): standaardafstanden (buisleidingen), vuistregels en berekeningen (IPO-risicomal en indien nodig een QRA); op basis van een globale indicatie wordt besloten of een nader inzicht in de risico’s door middel van berekeningen vereist is (5) zie brief minister Verkeer & Waterstaat d.d. 7 juni 2002 (6) zie Ontwerpbesluit vaststelling milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen, februari 2002; deze AMvB bevat afstandseisen voor het PR en dichtheden van personen per hectare in de omgeving van een risicovolle inrichting, waarbij nog net wordt voldaan aan de waarde voor het GR (7) zie NMP-4, paragraaf 9.2, kopje ‘Groepsrisico afwegen tegen maatschappelijke baten’; vragen die hierbij specifiek aan de orde zijn: zijn er veilige alternatieven, kunnen de gevolgen van een onverhoopte ramp voldoende worden voorkomen dan wel verminderd (= mogelijkheden voor adequate rampenbestrijding en hulpverlening, vluchtmogelijkheden etc.); de aanvaardbaarheid van de activiteit zelf is dan, zoals voor vuurwerk reeds beleid is, gebaseerd op het vermijden van de effecten van een ongeval; zie tevens artikel 10 en 11 van het Ontwerpbesluit vaststelling milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen; nader te ontwikkelen instrument: scenario analyse; deze essentiële stap zorgt ervoor dat bij de besluitvorming over het al dan niet toestaan van een mogelijk risicovolle activiteit rekening wordt gehouden met de andere schakels in de veiligheidsketen
Checklist Veiligheid
87
Instrumentkeuze Afhankelijk van de beschikbare informatie en het te nemen besluit dient via een van grof naar fijn-methode steeds gedetailleerdere informatie te worden verkregen. Indien bedrijven en de aard en omvang van het transport nog niet in detail bekend zijn, kunnen precieze berekeningen nog niet worden uitgevoerd. Als onderdeel van een ‘integrale’ externe veiligheidsvisie is wel informatie/kennis beschikbaar over: • het PR (globaal vertaald in afstanden) uit de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ (bestaand instrument) • globale afstanden uit de Nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (RNVGS) (bestaand instrument) • niet-lethale effecten via een veiligheidseffectanalyse (nieuw instrument) • afstanden uit ‘generieke regelingen’ (Handreiking externe veiligheid voor inrichtingen, bijlage 8, VNG) indien verwacht wordt dat bepaalde inrichtingen in het plangebied komen (bestaand instrument) • afstandseisen voor het PR en dichtheden van personen per hectare in de omgeving van een risicovolle inrichting, waarbij nog net wordt voldaan aan de waarde voor het GR (Ontwerpbesluit vaststelling milieu kwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen, bijlage 1 en 2), indien verwacht wordt dat risicovolle inrichtingen in het betreffende gebied komen (nieuw instrument)
Bronnen BI Beleidsnotitie Infrastructuur Brandweer Almere, 1998 DSAV Gemeente Almere Dienst Stadswerk Almere Afdeling Vergunning en Handhaving DSOM Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Afdeling Ruimtelijke Ordening en Milieubeleid
88
Checklist Veiligheid
Indien bedrijven en de aard en omvang van het transport nauwkeurig bekend zijn, kunnen berekeningen uitgevoerd worden als onderdeel van een MER. Informatie is aanwezig door/over: • vuistregels voor betreffende vervoerswijze (Handreiking externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen, bijlage 3, VNG) (bestaand instrument) • afstanden uit ‘generieke regelingen’ (Handreiking externe veiligheid voor inrichtingen, bijlage 8, VNG) indien verwacht wordt dat bepaalde inrichtingen in het betreffende plangebied komen (bestaand instrument) • afstandseisen voor het PR en dichtheden van personen per hectare in de omgeving van een risicovolle inrichting, waarbij nog net wordt voldaan aan de waarde voor het GR (Ontwerpbesluit vaststelling milieu kwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen, bijlage 1 en 2), indien verwacht wordt dat risicovolle inrichtingen in het betreffende plangebied komen (nieuw instrument) • IPO-identificatiemethode • schadescenarioboek / maatscenario’s / leidraad maatramp • MCA-berekening • IPO-risicomal (IPORBM) • specifieke risicoanalyse (QRA) • handrekenmethode voor het GR bij externe veiligheid van RIVM (alleen toepasbaar indien een risicoanalyse beschikbaar is) • cumulatie-effecten
COLOFON Opdrachtgever: Gemeente Almere DSO/Stedenbouw en Landschap, T. Jaski Coördinatie: M. Knibbe tel: 036-5399348 email:
[email protected] Advies: • Extern: Politie Flevoland (District Zuid), R. Huegen Veiligheidszorg Almere, PKVW Almere, K. Wolzak, D. vd Peppel • Gemeente Almere: Brandweer Almere, A. vd Heuvel Concernstaf Programma Integraal Veilighedsbeleid, A. de Graaff, C. Hulstein Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Afdeling Welzijn, A. Schaake Dienst Stadscentrum, R. Telderman Dienst Stadswerk Almere Afdeling Vergunningen, Toezicht & Handhaving, P. Benschop Dienst Stedelijke Ontwikkeling Afdeling Ruimtelijke Ordening en Milieubeleid, A. Rijntjes, G.J. vd Bovenkamp Afdeling Verkeer en Vervoer, H. Maassen Samenstelling en vormgeving: Veiligheidszorg Almere, D. v.d.Peppel Stedenbouw en Landschap, M. Knibbe, M. Tenge Fotografie: M.Knibbe, M.Tenge, K.Schlegl Bestand: Q:\DSO\S&L\S&L\0 Stadsdeeloverstijgend\Sociale veiligheid\BoekjeChecklist\ChecklistVeilgheid.indd Almere, december 2007
Checklist Veiligheid
89
Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl
90
Checklist Veiligheid