Opdrachtgever: Gemeente Almere
Herberekening Riolering Almere Centrum Definitief
8 mei 2008
Project: Herberekening riolering Almere Centrum Tussenrapportage Definitief Opdrachtgever: Gemeente Almere Postbus 200 1300 AE Almere
Projectgegevens: Dossier : Datum :
H0106.1 11 juli 2008
Nelen & Schuurmans Postbus 1219 3500 BE Utrecht Tel. 030 - 2330200 WWW.NELEN-SCHUURMANS.NL KVK, UTRECHT 30152280
Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de opdrachtgever. Noch mag het zonder dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
Herberekening riolering Almere
Inhoudsopgave 1
2
Inleiding
5
1.1 Aanleiding
5
1.2 Doel van dit project
5
1.3 Uitgangspunten
5
1.4 Leeswijzer
5
Werkwijze
7
2.1 Schematisatie rioleringsmodel Gegevensinzameling
7
2.1.2
Opslag en controle in Turtle
7
2.1.3
Bepaling verhard oppervlak in Turtle
7
2.1.4
Model conversie van GIS naar SOBEK met Turtle
7
2.2 Controle en toetsing geschematiseerd rioolstelsel
3
DWA-rioolstelsel
8
2.2.2
RWA-rioolstelsel
8
Basisgegevens
10
3.1 Typen rioolstelsels
11
Afvoerend oppervlak RWA-leidingen
12
3.2.2
Droogweerafvoer belasting
13 14
3.3.1
Pompen en gemalen
14
3.3.2
Wervelventielen
15
3.3.3
Hemelwateruitlaten
15
Resultaten Almere Centrum
16
4.1 Inleiding
16
4.2 Basisgegevens
16
4.2.1
Putten
16
4.2.2
Leidingen
17
4.2.3
Pompen en gemalen
17
4.2.4
Uitlaten
18
4.3 Kenmerken
18
4.3.1
RWA-stelsel
18
4.3.2
DWA-stelsel
18
4.4 Resultaten controleberekening
19
4.4.1
Fase 1: Controle DWA-stelsel
19
4.4.2
Fase 1: Controle RWA-stelsel
19
4.5 Resultaten Huidige Situatie
11 juli 2008
11
3.2.1
3.3 Modelschematisatie speciale constructies
5
8
2.2.1
3.2 Bepaling belastingen op het rioolstelsel
4
7
2.1.1
20
4.5.1
Fase2: Analyse DWA-stelsel
20
4.5.2
Fase2: Analyse RWA-stelsel
21
Conclusies en aanbevelingen
24
5.1 Conclusies
24
5.1.1
24
Opstellen model
3
Herberekening riolering Almere
5.1.2
Hydraulische toetsing
24
5.1.3
Gegevensaanlevering
24
5.2 Aanbevelingen
24
5.2.1
Inmeten stelselgegevens
25
5.2.2
Meten in het stelsel
25
5.2.3
Modellering
25
5.3 Acties
26
I
Bijlagen - Kaarten
27
II
Bijlagen – Knopen zonder coördinaten
29
III
Bijlagen – Missende leidingengegevens
30
DVD:
4
1.
Rapportage Almere Centrum
2.
Sobek Model Almere Centrum
3.
GIS-Bestanden Almere Centrum
4.
Excel tabellen van alle putten, leidingen, overstorten en gemalen met aangenomen waarden
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
1
Inleiding
1.1
Aanleiding De Gemeente Almere heeft behoefte aan een duidelijk overzicht van de huidige werking van het rioolsysteem. Uitbreidingen, inbreidingen en verzakkingen zorgen ervoor dat de riolering anders functioneert dan toen het net was aangelegd. Daarnaast is de verwachting dat klimaatveranderingen zullen leiden tot hevigere neerslag, waardoor het rioolstelsel zwaarder wordt belast. In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP1) worden aan het hydraulisch functioneren eisen gesteld die getoetst dienen te worden met een hydraulische herberekening van het rioolstelsel. De gemeente heeft Nelen & Schuurmans gevraagd deze rioleringsberekeningen uit te voeren en de resultaten te toetsen. Gezien de snelle ontwikkelingen in de gemeente Almere is er behoefte aan een systematiek van modelleren, waarbij eenvoudig nieuwe actuele modellen kunnen worden gegenereerd. Nelen & Schuurmans gebruikt hiervoor het Turtle-concept waarbij modellen uit een GISgeoriënteerde database kunnen worden geëxporteerd naar een rekenmodel.
1.2
Doel van dit project Doel van dit project is het opstellen van rioleringsmodellen van het rioolstelsel van de huidige wijken in Almere waarmee het hydraulisch functioneren wordt getoetst. Naast de toetsing van het rioleringsstelsel zijn ook de knelpunten in de gegevensaanlevering gerapporteerd.
1.3
Uitgangspunten Voor het project zijn de volgende uitgangspunten van belang:
1.4
-
De toetsing van water op straat en vullingsgraad moet uitgevoerd worden conform de meetmethoden zoals beschreven in het GRP;
-
Het moet eenvoudig zijn de modellen aan te passen met nieuwe informatie uit bijvoorbeeld inspecties of bij nieuwbouwplannen;
-
Het model moet in de toekomst eenvoudig geïntegreerd kunnen worden met modellen van het oppervlaktewatersysteem in Almere;
-
De berekeningen worden uitgevoerd op basis van de aangeleverde gegevens uit het beheerssysteem van begin 2007. Ontbrekende gegevens worden aangevuld met aannames.
Leeswijzer Dit rapport geeft een overzicht van de huidige stand van zaken voor het deelgebied Almere Centrum. Het rapport bestaat uit de volgende delen: -
Een algemeen deel waarin het project, de werkwijze en de basisgegevens voor de opzet van het model voor heel Almere worden besproken. (hoofdstukken 1, 2 en 3);
-
Een deel waarin specifiek de resultaten van het deelgebied Almere Centrum worden gepresenteerd (hoofdstukken 4 en 5). In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de knelpunten die zich voordoen op dit moment. De mogelijke oorzaken van deze
1
11 juli 2008
Gemeente Almere, Gemeentelijk Rioleringsplan 2005-2010
5
Herberekening riolering Almere
knelpunten worden uitgelicht. De knelpunten die optreden kunnen worden veroorzaakt door werkelijke krappe delen van het rioolstelsel, maar ook door ontbrekende of incorrecte gegevens. In hoofdstuk 5 worden conclusies getrokken en aanbevelingen gegeven hoe de gemeente verder kan gaan; -
6
Daarna volgt een bijlage met kaarten en tabellen van de resultaten en de ingevoerde gegevens.
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
2
Werkwijze
2.1
Schematisatie rioleringsmodel Voor het maken van hydraulische berekeningen, wordt het rioolstelsel geschematiseerd met het hydrodynamische rekenpakket SOBEK. Met SOBEK kan het functioneren van het rioleringstelsel op strengniveau worden gesimuleerd en beoordeeld. De stappen die zijn uitgevoerd om de schematisatie in SOBEK te kunnen opbouwen, zijn in de volgende paragrafen toegelicht.
2.1.1
Gegevensinzameling Voor het vervaardigen van de rioleringsmodellen voor Almere zijn de gegevens uit het rioolbeheerpakket ingelezen en gecontroleerd op volledigheid en betrouwbaarheid. De gegevens uit het beheerpakket bestaan uit de ligging en eigenschappen van de rioolputten en -leidingen van zowel het RWA-stelsel als het DWA-stelsel. De locaties en de eigenschappen van de gemalen van het DWA-stelsel zijn afgeleid uit het gemalenschema. Het aantal inwoners dat als DWA-belasting op de putten loost zijn door de gemeente aangeleverd. Voor het RWA-stelsel zijn de locaties en hoogten van de hemelwateruitlaten gecontroleerd en waar nodig aangevuld. Het aangekoppeld oppervlak dat afstroomt op het RWA-stelsel is in deze studie afgeleid. Voor de gegevens waar nog onduidelijkheid over bestaat zijn aannames gedaan.
2.1.2
Opslag en controle in Turtle Na voltooiing van de gegevensinzameling is alle data gerangschikt in GIS-georiënteerde databases met behulp van Turtle. Een voordeel van data opslag in GIS-georiënteerde databases is de reproduceerbaarheid van de projectdata. Ook voor eventuele toevoegingen of veranderingen in de toekomst is deze vorm van opslag zeer geschikt. Aanpassingen kunnen relatief eenvoudig worden doorgevoerd. Daarnaast kunnen ook gegevenscontroles worden uitgevoerd met Turtle.
2.1.3
Bepaling verhard oppervlak in Turtle Bij het opstellen van een hydraulisch neerslagafvoer model is het belangrijk dat een goede inschatting wordt gemaakt van het aangekoppeld afvoerend oppervlak. In deze studie is het aangekoppeld afvoerend oppervlak bepaald op basis van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN). Een beschrijving van de verschillende stappen die zijn doorlopen om het aangekoppeld afvoerend oppervlak af te leiden is weergegeven in paragraaf 3.2.1.
2.1.4
Model conversie van GIS naar SOBEK met Turtle Het omzetten van een GIS-georiënteerde database naar een hydrodynamisch SOBEKstrengenmodel is een gecompliceerd en tijdrovend proces. Om dit te vergemakkelijken heeft Nelen & Schuurmans een conversietool ontwikkeld. Deze tool wordt TURTLEriolering genoemd en zet de GIS-georiënteerde database om in een SUF-HYD bestand. Dit SUF-HYD bestand kan worden ingelezen door SOBEK waarmee een hydrodynamisch SOBEK-strengenmodel wordt opgebouwd. Voor elk van de wijken binnen Almere zijn aparte GIS-georiënteerde databases opgebouwd. Daarbij is een onderscheid gemaakt naar het type stelsel, te weten het RWA-
11 juli 2008
7
Herberekening riolering Almere
en DWA-rioolstelsel. Vanuit deze GIS-georiënteerde databases is per wijk een SUF-HYD bestand gegenereerd.
2.2
Controle en toetsing geschematiseerd rioolstelsel Met het importeren van de SUF-HYD bestanden wordt per wijk een hydrodynamisch SOBEK-strengenmodel gegenereerd. Met deze modellen worden de hydraulische analyses van het rioolstelsel uitgevoerd. Dit is voor het DWA-rioolstelsel en het RWA-rioolstelsel separaat uitgevoerd. Daarbij is voor elk type rioolstelsel de hydraulische analyse in twee fasen opgedeeld: Fase 1: Het geschematiseerde rioolstelsel is aangemaakt en wordt middels een controleberekening gecontroleerd. Deze is ter goedkeuring aan de gemeente Almere voorgelegd. Benodigde aanpassingen zijn in de 1e fase doorgevoerd. Fase 2: Het gecontroleerde rioolstelsel wordt geanalyseerd aan de hand van de toetsingscriteria.
2.2.1
DWA-rioolstelsel Controle Voor de controle van het geschematiseerde DWA-rioolstelsel is een periode van 1 week met een variabele DWA-belasting doorgerekend zoals beschreven in paragraaf 3.3.2. Op deze wijze wordt inzicht verkregen in: -
foutieve aansluitingen;
-
niet aangesloten leidingen;
-
niet aanwezige rioolgemalen.
Daarnaast is de werking van de rioolgemalen gecontroleerd en is gecontroleerd of de balans tussen in- en uitstromende hoeveelheden ongeveer gelijk is. Criterium: -
Goedkeuring gemeente Almere.
Analyse Voor de analyse van het gecontroleerde DWA-rioolstelsel is het DWA-rioolstelsel voor een periode van 2 dagen doorgerekend met een variabele DWA-belasting zoals beschreven in paragraaf 3.3.2. Voor toetsing van het functioneren van het DWA-stelsel is om 12:00 uur op dag 2 de vullingsgraad van de rioolstrengen bepaald. Criterium: 2.2.2
Maximale DWA-vulling van 80 %.
RWA-rioolstelsel De gemeente Almere streeft ernaar om geen overlast ten gevolge van water op straat te hebben. De afvoercapaciteit van het RWA-rioolstelsel moet voldoende groot zijn om wateroverlast te voorkomen, uitgezonderd in extreme omstandigheden. Controle Voor de controle van het geschematiseerde RWA-rioolstelsel is het model met een stationaire bui met een intensiteit van 45 l.s-1.ha-1 doorgerekend. Op deze wijze wordt
8
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
inzicht verkregen of de afvoercapaciteit van het rioolstelsel “op orde” is en of er hemelwateruitlaten in het rioolstelsel ontbreken. Naast de stationaire bui wordt een bui 8 in aangepaste vorm uit de Leidraad Riolering doorgerekend. Deze bui is verlengd met een tijdsduur van 11 uur zonder neerslag. Hierdoor kan inzicht verkregen worden in niet aangesloten leidingen. In dit geval blijft er veel water in het RWA-rioolstelsel staan, of er blijft water op straat staan. Criterium: -
Goedkeuring gemeente Almere.
Analyse Het gecontroleerde RWA-rioolstelsel wordt doorgerekend met een standaard bui 08 uit de leidraad riolering. Een RWA-rioolstelsel moet deze neerslaggebeurtenis kunnen verwerken zonder het optreden van “water op straat”. Hierbij dient opgemerkt te worden dat “water op straat” bevestigd moet worden door waarnemingen vanuit de praktijk, alvorens er sprake kan zijn van aanpassingen aan het rioolstelsel.
Bui 08 kan worden gekarakteriseerd als een neerslaggebeurtenis met een herhalingstijd van twee jaar, een inloopduur van 1 uur, een piekintensiteit van 110 l.s-1.ha-1 gedurende 10 minuten met de piek “achterin” de bui en een totale neerslaghoeveelheid van 19,8 mm. Een rioolstelsel dat geen “water op straat” vertoont bij een belasting van een neerslaggebeurtenis met een herhalingstijd van 2 jaar wordt als voldoende veilig beschouwd. Bui 08 is weergegeven in Figuur 2.1.
Figuur 2.1 Bui 08 uit Leidraad Riolering
Criterium: -
11 juli 2008
Geen “water op straat”uit het RWA-rioolstelsel.
9
Herberekening riolering Almere
3
Basisgegevens
3.1
Plangebied Almere is een jonge, sterk groeiende stad met veel ruimtelijke ontwikkelingen. Voor het opstellen van een rioleringsmodel is Almere opgedeeld in een vijftal deelgebieden. Deze stadsdelen zijn weergegeven in Figuur 2.1 en het betreft: -
Almere Oost;
-
Almere Haven;
-
Almere West;
-
Almere Buiten;
-
Almere Midden.
Gebieden binnen gemeente Almere zoals de Sieradenbuurt, Noorderplassen, industrieterrein Buitenvaart, Vogelhorst en het stadsdeel Almere Poort zijn niet in deze studie op genomen. Van deze gebieden moeten de herberekeningen nog op een later tijdstip plaatsvinden. In Tabel 3.1 zijn enkele kenmerken opgenomen van het geschematiseerde rioolstelsel van alle vijf deelgebieden. Tabel 3.1 Sommatie kenmerken rioolmodel Almere Gemeente Almere
10
Knopen
20820
Leidingen
23593
Uitlaten
496
Gemalen
79
Opp (ha)
4173
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
Figuur 2.1 Rioleringsgebieden Almere (rode omkaderingen moeten later wordem uitgevoerd)
3.2
Typen rioolstelsels Het inzamelen van het hemel- en afvalwater is binnen Almere gescheiden uitgevoerd. Voor de meeste stadsdelen wordt het regenwater separaat van het afvalwater, direct middels een apart leidingstelsel op het oppervlaktewater geloosd. Het afvalwater wordt direct middels een apart leidingstelsel naar de RWZI getransporteerd. In sommige stadsdelen vindt een koppeling plaats tussen het regenwaterstelsel en het afvalwaterstelsel. Zodoende kan een deel van het (vervuilde) afstromende regenwater (de First flush)naar de RWZI2 worden getransporteerd en loost een groot gedeelte van het afstromende hemelwater alsnog op het oppervlaktewater. Dit is gedefinieerd als een verbeterd gescheiden (VGS) stelsel. Binnen de stadsdelen Almere Buiten en Almere Midden is nog een derde type transportriool aangelegd. Dit wordt het verbeterd regenwaterstelsel (VRWA) genoemd. Dit type rioolstelsel bevindt zich onder busbanen en is gebaseerd op het principe van het verbeterd gescheiden stelsel. Het afstromende hemelwater van de busbanen wordt in een apart hemelwaterriool opgevangen. Deze is door wervelventielen gekoppeld aan het DWA leidingstelsel zodat de First flush kan worden afgevoerd naar de RWZI. Het overtollige hemelwater loost vervolgens op het oppervlaktewater. Daarbij is naast dit RWAleidingstelsel nog een apart RWA-leidingstelsel aangelegd. Op dit stelsel stroomt het overige relatief schone hemelwater af. Ook dit hemelwater loost middels een regenwateruitlaat op het oppervlaktewater.
3.3
Bepaling belastingen op het rioolstelsel Om inzicht te krijgen in het hydraulisch functioneren van het rioolstelsel, wordt het rioolstelsel belast met neerslag en droogweerafvoer. 2
11 juli 2008
Rioolwaterzuiveringsinstallatie
11
Herberekening riolering Almere
Voor het RWA-stelsel en VRWA-stelsel is het aangesloten afvoerend oppervlak de bepalende factor. In paragraaf 3.3.1 is in hoofdlijnen uitgelegd op welke wijze dit aangesloten afvoerend oppervlak is afgeleid. De belasting van droogweerafvoer is bepaald op basis van het aantal huishoudens dat is aangesloten op het DWA-stelsel. Dit wordt besproken in paragraaf 3.3.2. 3.3.1
Afvoerend oppervlak RWA-leidingen Het regenwater in Almere wordt voor het overgrote deel afgevoerd naar het oppervlaktewater via het RWA-stelsel. De afvoer die elke leiding te verwerken krijgt is afhankelijk van het aangesloten afvoerend oppervlak. Het aanwijzen van knelpunten, nu en in de toekomst, vraagt om een nauwkeurig opgebouwd model, waarin het aangesloten afvoerend oppervlak een cruciale rol spelen. Het bepalen van dit oppervlak is volgens onderstaand stappenplan uitgevoerd: -
RWA leidingen, putten en uitlaten selecteren en in database plaatsen;
-
RWA leidingen en putten splitsen van DWA leidingen en aparte database opbouwen;
-
Fout vermelde DWA leidingen handmatig toevoegen aan RWA bestand;
-
GBKN uitknippen voor deelgebied;
-
GBKN opschonen om overlappende oppervlakken te voorkomen;
-
Polygonen samenvoegen van dezelfde klasse afstromend oppervlak;
-
Gaten in de GBKN opvullen door klasse “overig”;
-
Conversietabel samenstellen (welk percentage van betreffende klasse stroomt af in de riolering) (Zie Tabel 3.2)
-
Samenvoegen van de verschillende klassen tot 1 shape-file;
-
Het bemalingsgebied opknippen per leiding. Alle oppervlakten worden toegekend aan de dichtstbijzijnde leiding op basis van gegenereerde Thiessen polygonen.
-
Opknippen van de verbeterde GBKN per afwateringsgebied per leiding. Elke leiding krijgt zo zijn eigen stuk GBKN toegekend.
Met de opgestelde conversietool van Nelen & Schuurmans kunnen de leidingen, afvoergebieden en conversietabel omgezet worden naar een tabel waarin per leiding het afvoerend oppervlak wordt aangeduid. -
12
Samenvoegen van de tabel met de ID’s en de leidingen, waarna het afvoerend oppervlak berekent kan worden en in de definitieve database kan worden gezet.
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
Tabel 3.2 Conversie tabel GBKN Code
3.3.2
Klasse
Type
1
Bebouwing
Gebouwen
Verhard [%] 100
Onverhard [%] 0
2
bijgebouw
Schuurtjes
50
50
3
verblijfsobject
Gebouwen
100
0
4
adresloosverblijfsobject
Gebouwen
100
0
5
verharding
100
0
6
halfverhard
0
100
7
klinkers
100
0
8
asfalt
100
0
9
beton
100
0
10
zand
0
100
11
braakliggend
0
100
12
water
0
100
13
agrarisch
0
100
14
gras
0
100
15
volkstuin
0
100
16
tuinvergroting
0
100
17
plantvak
0
100
18
bosvak
Bebossing
0
100
19
hout
Bruggen, steigers
0
100
20
particulier
Deels verhard, deels tuinen
50
50
21
diversen
Braak terrein (uit origineel)
0
100
22
overig
gaten in GBKN
50
50
23
Tegels
Tegels
100
0
Droogweerafvoer belasting De droogweerafvoer (DWA) bestaat uit huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater. De gemeente heeft op basis van de GBKA met Thiessenpolygonen de belasting per put bepaald. Voor werknemers is gerekend met een belasting van 0,6 vervuilingseenheden. Als standaardwaarde voor de belasting voor het huishoudelijke afvalwater wordt een variabele DWA belasting in rekening gebracht: een belasting van 120 liter per inwoner per dag over een periode van 24 uur, conform Leidraad Riolering. Het DWA-verloop over de dag is weergegeven in Figuur 3.1
11 juli 2008
13
Herberekening riolering Almere
DWA-verloop over de dag 12
DWA (in l/h)
10
DWA per persoon
8 6 4 2
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
0
tijd (in uren)
Figuur 3.1 DWA-verloop over de dag
3.4
Modelschematisatie speciale constructies
3.4.1
Pompen en gemalen Een belangrijk aspect voor het correct functioneren van het DWA-rioolstelsel is de werking van de interne pompen en gemalen. Deze zijn in het SUF-HYD bestand opgenomen en zijn allen handmatig gecontroleerd. Hiervoor zijn drie bestanden gebruikt die door gemeente Almere zijn aangeleverd. Dit zijn: -
Strengen.dxf (hieruit is de koppeling van de interne pompen te achterhalen);
-
Rioolgemalen in beheer bij de gemeente Almere per 1 november 2006.xls (hieruit is de capaciteit van de pompen te herleiden)
-
Aansluitschema (hieruit is de koppeling van de interne pompen te achterhalen; 00006574.dwg)
Voor de interne pompen is het niet altijd even duidelijk aan welke rioolput ze zijn gekoppeld. Voor sommige gemalen kan niet worden achterhaald of ze als interne pomp of als extern gemaal functioneren (directe lozing op een persleiding of een gemaal in beheer van het waterschap). Indien dit niet kan worden herleid, is aangenomen dat ze als extern gemaal functioneren. Tevens is voor geen van de gemalen een aan- en afslagpeil bekend. Hiervoor is de volgende aanname gedaan: -
Afslagpeil 1 cm boven putbodem;
-
Aanslagpeil 11 cm boven putbodem.
Voor een enkele pomp kan de afvoercapaciteit niet worden afgeleid. Voor betreffende pompen is de capaciteit bepaald op basis van het aantal inwoners dat door dit gemaal moet worden verpompt.
14
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
3.4.2
Wervelventielen Enkele RWA-leidingen zijn binnen Almere gekoppeld aan een DWA-leiding door een wervelventiel of met een extern gemaal. Voor het afleiden van de maximale capaciteit (deze zijn in SOBEK geschematiseerd als een pomp), zijn de detailtekeningen en QHrelaties gebruikt die door gemeente Almere zijn aangeleverd. Indien voor een wervelventiel geen gegevens beschikbaar zijn, is de capaciteit bepaald op basis van het aangekoppeld verhard oppervlak op de bovenstroomse leidingen. Hieraan is een capaciteit van 0,3 mm/uur gerelateerd, overeenkomstig met de pompovercapaciteit van een verbeterd gescheiden stelsel.
3.4.3
Hemelwateruitlaten Een belangrijk aspect voor het correct functioneren van het RWA-stelsel zijn de hemelwateruitlaten. Deze zijn in het SUF-HYD bestand opgenomen. Indien na de controle berekening van het RWA-rioolstelsel (zie voor uitleg paragraaf 2.2) bleek dat er veel water op straat ontstond, heeft een extra visuele controle plaatsgevonden van het geschematiseerde model. Indien knopen als rioolputten zijn gedefinieerd, terwijl ze geografisch gezien “in het oppervlaktewater” liggen (hiervoor is als ondergrond de GBKN gebruikt), zijn betreffende knopen omgezet naar hemelwateruitlaten.
11 juli 2008
15
Herberekening riolering Almere
4
Resultaten Almere Centrum
4.1
Inleiding De geproduceerde modellen voor Almere Centrum zijn gefundeerd op de aangeleverde data verstrekt door de Gemeente Almere. In veel gevallen is de data niet volledig en zijn aannamen gedaan. In dit hoofdstuk worden de aangeleverde data, de aanvullingen en aannames besproken. Daarna wordt ingegaan op de kenmerken van het rioolstelsel van Almere Centrum. Knelpunten in het RWA en DWA stelsel worden aan geanalyseerd en mogelijke oorzaken worden aangedragen. De bevindingen worden samengevat in de conclusies en een aantal vervolgstappen en aanbevelingen worden genoemd.
4.2
Basisgegevens De aangeleverde data voor Almere Centrum bestaat uit een aantal bestanden, met gegevens over leidingen, putten, gemalen en overstorten. Voor het opstellen van de modellen is een aantal gegevens van essentieel belang. •
Geografische locatie van de elementen;
•
Hoogteligging van de elementen;
•
Diameter van de elementen;
•
Materiaal waaruit de elementen zijn opgebouwd.
Deze aangeleverde gegevens bepalen de kwaliteit van het model. Een aantal van deze gegevens is onvolledig of onbetrouwbaar. Hoe daarmee omgegaan is, wordt besproken in onderstaande subparagrafen. 4.2.1
Putten De putgegevens zijn aangeleverd in het SUF-HYD bronbestand vanuit GBI. Hierin bleek een groot gedeelte aan data te ontbreken, waaronder de maaiveldhoogte en de oppervlakte van de rioolputten. Deze ontbrekende data is grotendeels aangevuld in de loop van het project. Dit is een intensief proces geweest, waarin steeds gezocht is naar de laatste update van ingemeten gegevens. Ook is niet alle data eenvoudig voor handen, waardoor er op latere tijdstippen toevoegingen hebben plaatsgevonden. Een overzicht van de missende data is van essentieel belang. Hierop zijn kaarten en tabellen gemaakt waarmee gemeente Almere kan beginnen met het aanvullen van de gaten. Deze zijn in bijlage I en II toegevoegd. Voor de ontbrekende data zijn aannames gedaan, te weten: -
-
Onbekend maaiveldhoogte is in onderstaande voorkeursvolgorde ingevuld: 1.
Ontwerphoogte ” Ascii D/RWA putten aanlegh” (20070119)
2.
NAP-2,5 m
Putoppervlakte: 1.
0,8 x 0,8 m.
Voor het bepalen van de belasting op het DWA-stelsel heeft de gemeente inwoner equivalenten bepaald. Dit is een standaard sommatie van het aantal personen wat gemiddeld in een huishouden of een bedrijf werkt. De spreiding over een dag van 24 uur is vrij groot. ’s Nachts is de belasting laag, terwijl in het begin van de morgen de belasting toeneemt met een maximum rond 12 uur, waarna deze weer afneemt.
16
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
4.2.2
Leidingen De leidinggegevens zijn aangeleverd uit het SUF-HYD bronbestand vanuit GBI. Een aantal leidingen waren verbonden met putten zonder coördinaten. Deze zijn vooralsnog tijdelijk uit de analyse gehaald, omdat onbekend is waar de leidingen op aangesloten zijn en dit niet werkbaar is in het uiteindelijke model. Voor leidingen ontbraken er verscheidene gegevens en zijn de volgende aannames gedaan: -
DWA leidingen met RWA definitie zijn toegevoegd aan het RWA-leidingenbestand;
-
Leidingmateriaal en ontbrekende gegevens zijn uit” Kopie van ASCII DWA stad klaas” (20070103) geprobeerd te achterhalen;
-
Onbekende BOB hoogtes zijn in onderstaande in voorkeursvolgorde ingevuld:
4.2.3
1.
Nadien ingemeten data (verschillende fases) (635 putten);
2.
BOB gelijk gesteld aan BOB aan de andere uiteinde van de leiding;
3.
Aangrenzende BOB;
4.
1 meter onder maaiveld niveau.
Onbekende leidingdiameters zijn ingesteld op rond 0,3 m
Pompen en gemalen Het bronbestand “pumpputten en gemalen“ (20070129) is aangevuld met capaciteiten door een samenvoeging met “rioolgemalen in beheer bij gemeente” (20070123) Het pompenbestand bezit enkel gegevens over de locatie van de pompen en het aantal pompen in een gebied. De pompencapaciteiten en de leidingen die de pompen onderling verbinden, danwel de inprikpunten op benedenstroomse stelsels zijn vrijwel onbekend. Door middel van het handmatig aangeven van de verbindingen op aangeleverd kaartmateriaal zijn deze gegevens later toegevoegd. In Almere Centrum zijn 10 gemalen opgenomen in de schematisatie. 8 gemalen fungeren als interne pomp en 2 gemalen functioneren als extern gemaal. In Tabel 4.1zijn de kenmerken van de gemalen opgenomen. Tabel 4.1 Geschematiseerde gemalen Almere Centrum
ID
Putbodem
Aanslagpeil
Afslagpeil
Gemaal
[m + NAP]
[m + NAP]
[m + NAP]
[m3/uur]
-6.04
-5.94
-6.03
1080
Eindgemaal
222/1
-6.9
-6.99
70
Interne Pomp
220/0
222/2
-6.63
-6.72
40
Interne Pomp
0-15D0069
222/4
-6.95
-6.99
170
Interne Pomp
220/0
223/3
-4.95
-5.04
16
Interne Pomp
0-14D0123
227/0
-5.87
-5.96
20
Interne Pomp
0-16D0313
227/1
-7.41
-7.5
10
Interne Pomp
0-16D0313
223/1
-6.9
-6.99
54
Interne Pomp
0-14D0173
223/2
-6.5
-6.59
100
Interne Pomp
0-14D0173
-5.75
-5.84
10
Extern gemaal
220/0
223/4
11 juli 2008
-5.85
Type pomp
Naar ID
17
Herberekening riolering Almere
4.2.4
Uitlaten De hemelwateruitlaten in Almere dienen allemaal als RWA uitlaat. De gevallen neerslag wordt via het RWA-stelsel getransporteerd naar de hemelwateruitlaten waar het uitstroomt in het oppervlaktewater. De uitstroomopeningen zijn allen 1,00 m breed en de uitstroomhoogte is default gezet op 0,20 m onder het waterpeil. Aannames met betrekking tot uitlaten: -
Bronbestand “fictieve putten” (20070119) is aangevuld met aannames over uitlaatdrempel hoogte.
Voor een groot aantal uitlaten was de buitenwaterstand onbekend, hiervoor is aangenomen dat de dichtstbijzijnde bekende waterstand in de betreffende wijk, tevens de waterstand bij de hemelwateruitlaat is.
4.3
Kenmerken De kenmerken van het rioolstelsel van Almere Centrum zijn gesommeerd weergegeven in Tabel 4.2. Tabel 4.2 Kenmerken rioolstelsel Almere Centrum Almere Centrum Opp. (ha)
680
Afvoerend opp
280.2
RWA knopen
1464
RWA leidingen
1722
RWA uitlaten
77
DWA knopen
1505
DWA leidingen
1677
DWA gemalen
10
Deze gegevens zijn reeds aangevuld met de gedane aannames in het voortraject. De totale oppervlakte van Almere Centrum is 680 ha, waarvan 280 ha tot afstroming komt via het RWA stelsel. Dit is een percentage van afgerond 41%. Dit percentage is niet erg hoog, veel neerslag infiltreert in de ondergrond of wordt geborgen. Dit oppervlak is een sommatie van de afvoerende oppervlakken van alle RWA leidingen in Almere Centrum. 4.3.1
RWA-stelsel In bijlage kaart 1 zijn de leidingen van het RWA-stelsel voor Almere Centrum weergegeven. In dit Figuur zijn tevens de afmetingen van de leidingen weergegeven. In sommige grote afstromingsgebieden zijn grote leidingen van 800mm. toegepast. Het grootste gedeelte van het rioolstelsel heeft echter een diameter variërend tussen 0,3 en 0,5 m. ligt.
4.3.2
DWA-stelsel In bijlage kaart 2 is het DWA-stelsel van Almere Centrum weergegeven. Hierin zijn de leidingafmetingen aangegeven. In Almere Centrum liggen buisdiameters variërend van 0,16 m tot 0,6 m. Het grootste gedeelte is uitgevoerd met een diameter van 0,25 m. In het Figuur is tevens het stamriool goed te zien, aangegeven in de kleuren oranje en rood. Het hoofdgemaal dat in beheer van het waterschap is, bevindt zich in het midden van het stamriool. Vanaf hier wordt de DWA verpompt naar de RWZI.
18
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
4.4
Resultaten controleberekening
4.4.1
Fase 1: Controle DWA-stelsel In Figuur 4.1 is de waterdiepte in het DWA-rioolstelsel weergegeven aan het einde van de controleberekening (7 dagen droogweerafvoer). In dit figuur is op een aantal locaties een waterdiepte groter dan 0,5 m waar te nemen.
Figuur 4.1 Waterdiepte DWA-rioolstelsel (einde controleberekening)
Binnen de rode cirkel loopt water niet weg omdat er enkele strengen een te hoge BOB hebben. Hierdoor blijft er bovenstrooms veel water in de rioolputten staan. Op deze locaties na, functioneert het stelsel goed. Uit de controleberekening blijkt dat de gemalen 223/4 en 223/3 geen DWA verpompen. Oorzaak hiervan is dat er op het aangesloten leidingstelsel geen DWA loost. Er zijn geen inwoner equivalenten in betreffend rioolstelsel opgenomen. De overige rioolgemalen functioneren naar behoren en hebben afdoende capaciteit om het aanbod aan DWA te kunnen verpompen. 4.4.2
Fase 1: Controle RWA-stelsel In Figuur 4.2 is het resultaat van de stationaire situatie (45 l/s.ha) weergegeven. Te zien is dat op verschillende plaatsen water op straat ontstaat. Dit kan komen door de grote afstand die moet worden afgelegd tot de dichtstbijzijnde hemelwateruitlaat (zie groene cirkels) of doordat er zich een vernauwing in de afvoerroute bevindt (zie rode cirkel). Daarnaast bevindt zich binnen de blauwe cirkel een leiding die niet is aangesloten. De paarse cirkel geeft een gebied aan met veel verhard oppervlak ten opzicht van de toegepaste buisdiameter.
11 juli 2008
19
Herberekening riolering Almere
Figuur 4.2 Water op straat RWA-stelsel (controleberekening stationair 45 l/s/ha)
4.5
Resultaten Huidige Situatie
4.5.1
Fase2: Analyse DWA-stelsel Voor het DWA stelsel geldt het criterium dat de maximale vullingsgraad 80 % mag bedragen. In het DWA-leidingenstelsel is het grootste gedeelte gedimensioneerd op rond 0,250 m. De maximale vullingsgraad van 80 % komt overeen met een waterdiepte van driekwart van de leiding. Om aan het criterium voor de vullingsgraad te voldoen, dient de waterdiepte in de leidingen niet meer dan 0,19 m te bedragen bij een diameter van 0,250 m. De putbodemhoogtes zijn in het rioolstelsel ingesteld op de BOB van de laagst binnenkomende DWA-streng. Hierdoor kan worden gesteld dat bij een waterdiepte kleiner dan 0,19 m in de DWA-rioolputten, aan het criterium wordt voldaan. Door aan deze waterdiepte in de rioolputten te toetsen, wordt een beeld verkregen of het DWArioolstelsel goed is opgebouwd. In Figuur 4.3 is de toetsing van het DWA-stelsel aan het criterium (80 % vullingsgraad) weergegeven. In Almere Centrum wordt grotendeels aan dit criterium voldaan. Op een klein aantal plaatsen wordt niet aan dit criterium voldaan omdat er water in de leidingen blijft staan. Vermoedelijk wordt dit veroorzaakt door verzakkingen in het stelsel of fouten in de invoergegevens. Over het geheel is er een goede vrije afstroming in het leidingstelsel aanwezig en functioneren dat de gemalen correct functioneren.
20
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
Figuur 4.3 Toetsing DWA-stelsel aan criterium (80 % vullingsgraad; rood voldoet niet)
4.5.2
Fase2: Analyse RWA-stelsel De resultaten van de berekening met bui 8 zijn in Figuur 4.4 weergegeven. Hierin zijn respectievelijk de tijdsduur van water op straat na 2 uur en de locaties waar zich na 2 uur nog water op straat bevindt weergegeven. Er is te zien dat er op verschillende locaties binnen Almere Centrum er gedurende bui 8 water op straat komt te staan. Voornamelijk de rode locaties waar het hemelwater langer dan 1 uur op straat blijft staan, kan in de praktijk tot overlast of zelfs schade lijden. Op verscheidene locaties blijft slechts 15 minuten water op straat staan. Dit zal weinig overlast geven maar kan wel als hinderlijk ervaren worden. In Figuur 4.5 is te zien dat er na twee uur het water op straat helemaal verdwenen is.
11 juli 2008
21
Herberekening riolering Almere
Figuur 4.4 Tijd water op straat Almere Centrum
Figuur 4.5 Hoogte water op straat Almere Centrum na 2 uur (in m.)
22
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
Het RWA-stelsel loost in Almere Centrum met 77 uitlaten op het buitenwater. Deze zijn in Figuur 4.6 weergegeven. Hierin is voor de uitlaten met een hoeveelheden groter dan 1000m3 bij bui 8 de hoeveelheid weergegeven.
Figuur 4.6 Uitlaathoeveelheden Almere Centrum
Tabel 4.3 Uitlaatvolume Almere Centrum (Bui 8)
ID uitlaat 0-12R0465 0-12R0462 0-17R0100 0-15R0143 0-14R0188 0-13R0182 0-13R0173 0-13R0021 0-13R0001 0-13R0179 0-13R0078 0-13R0026 0-16R0468 0-16R0064 0-13R0073 0-13R0057 0-16R0406 0-16R0464 0-16R0451 0-16R0440 0-16R0431 0-16R0424 0-16R0411 0-16R0418
11 juli 2008
Volume [m3] 222 603 1228 1790 1288 868 591 797 879 1333 1442 1450 652 1022 309 330 138 445 334 427 314 240 145 171
ID uitlaat 0-12R0376 0-15R0374 0-16R0480 0-15R0090 0-16R0265 0-16R0282 0-14R0126 0-14R0106 0-17R0052 0-17R0001 0-17R0050 0-17R0200 0-14R0156 0-17R0250 0-17R0176 0-16R0001 0-15R0379 0-15R0384 0-15R0373 0-15R0049 0-15R0102 0-15R0002 0-12R0033 0-12R0001
Volume [m3] 462 81 989 423 816 618 540 526 498 537 586 623 509 735 738 709 847 584 1236 1377 528 1028 727 523
ID uitlaat 0-14R0105 0-14R0081 0-14R0170 0-16R0100 0-16R0157 0-16R0149 0-17R0290 0-17R0284 0-16R0014 0-17R0204 0-15R0380 0-14R0058 0-14R0060 0-16R0319 0-14R0018 0-14R0223 0-14R0357 0-14R0364 0-14R0382 0-14R0131 0-14R0251 0-14R0293 0-14R0356 0-14R0344
Volume [m3] 424 414 967 650 417 557 475 283 1186 1176 938 839 899 1640 911 966 49 44 38 333 403 323 522 863
23
Herberekening riolering Almere
5
Conclusies en aanbevelingen
5.1
Conclusies Het doel van deze studie is het opstellen van rioleringsmodellen van het rioolstelsel van Almere, waarmee het hydraulisch functioneren kan worden getoetst. Daarbij wordt ook een overzicht gegeven van de knelpunten in de gegevensaanlevering. In deze rapportage is dit uitgevoerd voor Almere Centrum.
5.1.1
Opstellen model Aan de hand van de beschikbaar gestelde gegevens en de gedane aannames zijn rioleringsmodellen opgezet voor het RWA en DWA rioolstelsel van Almere Centrum. Beide modellen functioneren naar behoren, waarbij de rekentijd beperkt is gebleven (minder dan een minuut voor bui 8). Hierbij is gebruik gemaakt van het Gis-platform Turtle waardoor aanvullende gegevens eenvoudig doorgevoerd kunnen worden in een nieuwe modelschematisatie.
5.1.2
Hydraulische toetsing Het criterium voor de toetsing van het RWA-stelsel is dat er geen water op straat mag voorkomen bij bui 08 (Leidraad Riolering). Dit criterium wordt op enkele locaties niet gehaald. Hier ontstaat water op straat bij de maatgevende bui. Dit water op straat kan niet verklaard worden uit onzekere gegevens, maar is waarschijnlijk het gevolg van werkelijke krapte in het stelsel. De verwachting is dat deze problemen ook in de praktijk zullen optreden. De gemeente geeft aan dat er weinig problemen met water op straat bekend zijn. Er zijn geen meetgegevens bekend, dus het functioneren van de modellen is niet gevalideerd met gemeten gegevens. Het criterium voor de toetsing van DWA-stelsel is dat de rioleringsbuizen voor niet meer dan 80% gevuld mogen zijn gedurende de dag. Het grootste deel van het stelsel voldoet hieraan. Op enkele plaatsen blijft water staan. Dit kan ten dele verklaard worden door missende BOB-maten. Voor een ander deel zal er door verzakkingen in de praktijk ook verloren berging optreden. De gemalen verpompen het afvalwater van huishoudens en bedrijven naar behoren.
5.1.3
Gegevensaanlevering De aangeleverde stelselgegevens zijn incompleet en er is geen goed overzicht van de betrouwbaarheid van deze gegevens. In deze studie is de kwaliteit van de stelselgegevens in kaart gebracht en missende data zijn aangevuld met aangenomen waarden. In vergelijking met de andere wijken van Almere zijn de gegevens van Centrum redelijk goed. Het aanvullen van missende data door aangenomen waarden leidt tot een redelijke inschatting van de werkelijkheid. Om het hydraulisch functioneren beter te kunnen beoordelen zouden er nog specifiek gegevens gecontroleerd kunnen worden. Voor het RWA betreft de buisdiameters en uitlaten rond de punten met water op straat en voor het DWA betreft het de BOB-maten op plaatsen waar water blijft staan.
5.2
Aanbevelingen Het is verstandig om op dit moment nog geen verbetermaatregelen te formuleren, omdat het water op straat nog niet door de gemeente herkend wordt. Beter is het om nu te gaan
24
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
meten in het stelsel om te controleren of de berekende knelpunten daadwerkelijk optreden en om het model te kunnen calibreren. Als de meetuitkomsten niet overeenkomen met de modelvoorspelling kan er nog gericht gezocht worden naar verkeerde stelselgegevens. 5.2.1
Inmeten stelselgegevens De gegevens voor Almere Centrum zijn redelijk compleet. Voor de plaatsen waar water op straat optreedt, kan er nog gericht gezocht worden naar verkeerde stelselgegevens van het RWA. Van het DWA-stelsel zijn ook de meeste gegevens bekend. Aan de hand van meet en inspectiegegevens kan gericht gezocht worden naar verkeerde gegevens. Voor de gebieden met weinig ingemeten gegevens wordt voorgesteld om het inmeten van de BOB’s en putdekselhoogten met het reinigings- en inspectieprogramma mee te nemen. De gegevens kunnen in Turtle3 worden toegevoegd, zodat eenvoudig een nieuwe modelschematisatie kan worden gemaakt.
5.2.2
Meten in het stelsel Het huidige model is niet gevalideerd, omdat er geen meetgegevens bekend zijn. Aanbevolen wordt om in ieder geval te meten op punten waar water op straat wordt voorspeld. Daarnaast is het aan te bevelen om zowel in het RWA-stelsel als in het DWAstelsel enkele metingen uit te voeren, zodat het model gevalideerd kan worden. Hiermee kan onder anderen het inloopmodel, het verhard oppervlak, en de instroom van DWA gecontroleerd worden. Binnen het pakket Lizard3 kunnen de meetgegevens worden gevalideerd en geanalyseerd. Daarnaast bestaat er binnen Lizard ook de mogelijkheid van koppeling van model- en meetgegevens voor modelcalibratie en -validatie. Met het eenmalig meten van de waterhoogten in DWA-putten kan de voorspelde verloren berging in het DWA-stelsel worden gecontroleerd.
5.2.3
Modellering Met het nieuwe gevalideerde model kan een aanvullende hydraulische analyse worden uitgevoerd voor zowel DWA als RWA. Op basis hiervan kunnen verbetermaatregelen worden voorgesteld. Tenslotte is het verstandig om op basis van het model een inschatting te maken van het functioneren van het DWA bij calamiteiten. Hiermee kan berekend worden hoe lang het duurt voordat een DWA-stelsel volgelopen is bij pompuitval.
3
11 juli 2008
Nelen & Schuurmans
25
Herberekening riolering Almere
5.3
Acties De acties die voortvloeien uit dit onderzoek zijn samengevat in Tabel 5.1. Hierbij zijn ook de afhankelijkheden met andere acties aangeven en de plaats waar extra informatie te vinden is in deze rapportage. Tevens is een indicatieve planning opgenomen. Tabel 5.1 Uit te voeren acties NR
Actie
AfhankePlanning (maandnummers) lijkheid Planning
Ce1 Ce2 Ce3 Ce4 Ce5 Ce6 Ce7 Ce8 Ce9
Inmeten putten zonder coördinaten Inmeten Leidingen zonder coördinaten Meten RWA (waterstanden) Ce1Model calibratie RWA Ce3 Meten DWA (waterstanden en debieten)
Model calibratie DWA
Ce7 Ce7, Ce8
Ce11 Toetsing DWA Gegevensinventarisatie ontbrekende gebieden Modellering Ce13 Ce12 ontbrekende gebieden
26
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6 Zie Bijlage II Zie Bijlage III Zie Figuur 4.4
Figuur 4.3, Bijlage I
Toetsing RWA Inmeten BOB en maaiveld samen met reinigingsprogramma Model aanpassen en DWA doorrekenen
Ce10 Berekening Pompuitval Ce9
Ce12
8
Opmerkingen
Figuur 4.3, Bijlage I, Planning afhankelijk reinigingsprogramma afhankelijk van reinigingsprogramma afhankelijk van reinigingsprogramma afhankelijk van reinigingsprogramma afhankelijk van reinigingsprogramma Noorderplassen Noorderplassen
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
I
Bijlagen - Kaarten Gedurende het project is er veel data beschikbaar gesteld door de gemeente. Voor een groot deel bestond deze data uit tekstbestanden. Dit bood geen overzicht over de aanwezige rioolelementen. Nu alle data aangepast, verbeterd en verwerkt is in databases, kan het uitgebreid gepresenteerd worden in kaartmateriaal. Per deelgebied presenteren we een aantal verschillende kaarttypen. Op deze manier scheppen we een globaal beeld van het stelsel om, samen met de resultaten van de hydraulische berekeningen, het rioolstelsel van Almere inzichtelijk te maken en te houden. Voor Almere Centrum is een uitgebreide kaartenset samengesteld. Deze kaarten zijn toegevoegd in de bijlagen. De betekenis van de kaarten staat nader uitgelegd in de onderstaande paragrafen. RWA-stelsel (bijlage kaart 1) Het gehele RWA-stelsel is weer gegeven per deelgebied. Het verschil in leidingdiameter is aangeduid in een verschil in lijndikte. De dikke lijnen geven de hoofdleidingen weer, en de dunne lijnen de uiterste delen van het stelsel. Deze weergave geeft een overzicht van de samenkomst van de RWA leidingen van dun en lage afvoer naar dikkere en grotere afvoer. DWA-stelsel (bijlage kaart 2) Het gehele DWA-stelsel is weer gegeven per deelgebied. De verschillende doorsnede van de leidingen in het stelsel is aangeduid in een verschil in lijndikte. De dikke lijnen geven de hoofdleidingen weer, en de dunne lijnen de buitenste delen van het stelsel. Deze weergave geeft een overzicht van de samenkomst van de DWA leidingen van dun en lage afvoer naar dikker en grotere afvoer. Afvoerend oppervlak RWA per leiding per meter (bijlage kaart 3) RWA-leidingen krijgen per strekkende meter een verschillende input van regenwater. Om de belasting per strekkende meter leiding inzichtelijk te maken is er een kaart geproduceerd. De afvoer per meter is aangeduid met een kleur varieerden van groen naar rood, verdeeld over vijf klassen. Groene leidingen voeren hebben een klein afvoerend oppervlak te verwerken, de rode lijnen hebben meer dan 100 m2 afvoerend oppervlak per strekkende meter. Afvoerende eenheden RWA (bijlage kaart 4) De kaart met afvoerende eenheden geeft aan welk oppervlak afwatert op welke leiding. De afvoerende eenheden zijn omlijnd door een rode lijn, de betreffende RWA-leiding is groen gekleurd. Type afvoerend oppervlak RWA (bijlage kaart 5) Het type afvoerend oppervlak is inzichtelijk gemaakt met deze kaart. Oppervlakken die niet afwateren op het RWAstelsel zijn weergegeven in licht groen. De oppervlakken waarvan 50% van de neerslag wordt afgevoerd door het RWA-stelsel is weergeven in een licht grijze kleur. De volledig afvoerende oppervlakken zijn donker grijs gekleurd. Deze kaart geeft een overzicht van de plekken waar het afvoerend oppervlak relatief hoog is. Bij deze uiteenzetting moet rekening gehouden worden met het feit dat niet gekeken wordt naar de cumulatieve hoeveelheid afvoerend oppervlak. Het regenwater stroomt via meerdere leidingen naar het oppervlakte water, waardoor het debiet sterk kan toenemen door andere aangrenzende leidingen. Missende gegevens (bijlagen kaarten 6t/m 11)
11 juli 2008
27
Herberekening riolering Almere
Missende gegevens kunnen ruimtelijk inzichtelijk gemaakt worden door middel van kaartmateriaal. Het aangeven van verschillende kleurstellingen geeft een globaal beeld van de wijken waarin bepaalde data nog niet is ingemeten en waar dit wel is gebeurd. Deze kaarten kunnen een helder beeld geven en een leidraad zijn voor de mensen die ermee aan de slag moeten.
Kaart 1 Almere Centrum RWA stelsel Kaart 2 Almere Centrum DWA stelsel Kaart 3 Almere Centrum Afvoer per meter leiding Kaart 4 Almere Centrum Afvoerende eenheden Kaart 5 Almere Centrum Type afvoerend oppervlak Kaart 6 Almere Centrum RWA missende data BOB (niet beschikbaar) Kaart 7 Almere Centrum RWA missende data MVD-NIV Kaart 8 Almere Centrum RWA missende data Diameter Kaart 9 Almere Centrum DWA missende data BOB Kaart 10 Almere Centrum DWA missende data MVD-NIV Kaart 11 Almere Centrum DWA missende data Diameter
Bijlage tabel 1: RWA-knopen (digitaal) Bijlage tabel 2: RWA-leidingen (digitaal) Bijlage tabel 3: RWA-overstorten (digitaal) Bijlage tabel 4: DWA-knopen (digitaal) Bijlage tabel 5: DWA-leidingen (digitaal) Bijlage tabel 6: DWA-gemalen (digitaal)
28
11 juli 2008
Herberekening riolering Almere
II
Bijlagen – Knopen zonder coördinaten In onderstaande tabel zijn de ID’s van de rioolputten weergegeven waarvan geen coördinaten bekend waren.
ID knoopnr 23-16D0142
11 juli 2008
29
Herberekening riolering Almere
III
Bijlagen – Missende leidingengegevens In onderstaande tabel zijn de ID’s van de leidingen weergegeven, die niet verbonden zijn of waar een van de putten geen coördinaat heeft. ID knoopnr 23-16D0142-23-16D0144 23-16D0142-23-16D0141 23-16D0143-23-16D0142
30
11 juli 2008