Vewin nr. 2009/93/6259
Drinkwaterstatistieken 2008 is een uitgave van Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) Postbus 1019, 2280 CA RIJSWIJK Auteur: Ing. P.J.J.G. Geudens | Vewin Vewin nr: 2009/93/6259 Coverfoto: Digidaan Druk: GTV Drukwerk Project Management Ontwerp: Erik Zeegers | vormgeving.com Datum: Januari 2010
Drinkwater
De drinkwaterbedrijven Waterwinning Waterproductie Waterdistributie Waterverkoop Watergebruik thuis Waterbelastingen Waterprijs Financiële balans en investeringen
De waterketen
9 12 16 19 19 22 26 28 32
Overzicht drinkwater en sanitatie Riolering Personeel Typen riolering en materialen Rioolheffing Samenstelling ingezameld huishoudelijk afvalwater Rioolwaterwaterzuivering Verzorgingsgebieden Afnameverplichting Zuiveringsprestaties Financiering Particuliere afvalwaterzuivering
Bronnen, bodem en natuur
37 39 39 39 41 42 42 42 45 46 50 51
inhoudsopgave 2 | Drinkwaterstatistieken 2008
Beschikbaarheid en gebruik bronnen Kwaliteit oppervlaktewater Kwaliteit grondwater Bodemgesteldheid Natuur
Internationaal
54 56 62 64 66
Bijlagen Voorzieningsgebieden en aangesloten gemeenten 2008 Overzicht gebruikte bronnen
Beschikbaarheid en gebruik waterbronnen Beschikbaarheid van water Water Exploitatie Index (WEI) Drinkwater en sanitatie Realisatie Millennium Development Doelstellingen Aansluiting op drinkwater en sanitatie in Europa Waterwinning t.b.v. de drinkwaterbereiding Drinkwatergebruik Drinkwaternota huishoudelijk gebruik Flessenwater
70 70 70 71 71 72 76 78 80 81
82 84
De watercyclus van bron tot kraan | 3
Voor u ligt de publicatie Drinkwaterstatistieken 2008. Vewin wil met de publicatie bijdragen aan een transparante informatievoorziening over de watersector. De statistieken dienen ter onderbouwing van beleid en voor het verstrekken van informatie, bijvoorbeeld aan ministeries, de Europese Unie, bedrijven en de consument.
inleiding >
4 | Drinkwaterstatistieken 2008
Drinkwaterstatistieken 2008 is in wezen een voortzetting van de vroegere Waterleidingstatistiek, maar dan in een nieuw jasje en breder van opzet. Zo vindt u naast gegevens over de drinkwaterbedrijven (h.1) een statistische beschrijving van de waterketen (h.2). Daarnaast is statistische informatie opgenomen over de toestand en de kwaliteit van bronnen, bodem en natuur (h.3) en wordt de Nederlandse watersector in internationaal perspectief geplaatst (h.4). De informatie over drinkwater is uitgebreid. Een aantal nieuwe tabellen en grafieken is toegevoegd, zoals de ontwikkeling van het aantal bedrijven, de drinkwaterproductie naar bron en de ontwikkeling en prognose van de drinkwaterbehoefte. Ook wordt het watergebruik in huis nader belicht en bij de waterbelastingen is een overzicht toegevoegd met de provinciale grondwaterheffingen. Bovendien is in Drinkwaterstatistieken 2008 voor het eerst een verdeling opgenomen van de drinkwaterwinning over de stroomgebieden. De meeste waterbedrijven nemen sinds 1997 vrijwillig deel aan de Vewin-benchmark, waarmee de prestaties van de waterbedrijven op het gebied van de thema’s waterkwaliteit, dienstverlening, milieu en financiën & efficiency transparant worden gemaakt. Om de ad-
ministratieve lastendruk van de waterbedrijven te beperken, zijn voor dit rapport de drinkwatergegevens ontleend aan de benchmark database en diverse Vewin rapporten. Alle andere gegevens zijn ontleend aan publicaties en registraties van derden. Een woord van dank is verschuldigd aan alle organisaties die door de beschikbaarstelling van gegevens en figuren hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit rapport. Speciale dank gaat uit naar de volgende organisaties: Unie van Waterschappen Stichting RIONED Ministerie van Verkeer en Waterstaat Centraal Bureau voor de Statistiek KWR Watercycle Research Institute Noordhoff uitgevers EUREAU Bij dit rapport is een handzame brochure gevoegd met daarin de kerngegevens uit het drinkwaterhoofdstuk. Zowel het rapport Drinkwaterstatistieken 2008 als de brochure Kerngegevens drinkwater 2008 zijn als pdfbestanden te downloaden van www.vewin.nl.
De watercyclus van bron tot kraan | 5
HOOFDSTUK 1
drinkwater Dit hoofdstuk geeft een statistisch overzicht van de drinkwatersector, van bron tot kraan. Het brancheoverzicht in tabel 1.1 geeft een samenvatting. In de daarop volgende paragraven worden de diverse aspecten uit het brancheoverzicht nader uitgewerkt: eerst de algemene gegevens over de drinkwaterbedrijven (1.1), gevolgd door de waterwinning (1.2), de waterproductie (1.3), de waterdistributie (1.4), de waterverkoop (1.5), het watergebruik thuis (1.6), de waterbelastingen (1.7), de waterprijs (1.8) en de financiële sectorbalans en de investeringen (1.9)
6 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 7
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Tabel 1.1
De drinkwaterbedrijven
Branche overzicht 1990
ALGEMEEN
Aantal waterbedrijven
1)
2003
2007
2008
52
27
17
10
10
8.422
7.461
5.443
4.893
4.938
5.674
6.554
7.287
7.555
7.564
91
90
96
96
96
1.227
1.171
1.191
1.138
1.140
10
5
4
4
6
51
68
55
44
45
6
6
15
6
6
Huishoudens
713
722
734
789
788
Zakelijke markt
454
397
398
299
305
Werknemers in vte
2)
Aansluitingen drinkwater (x 1000) 3) Bemeterd percentage PRODUCTIE (miljoen m3)
1998
1.1
Van de waterdistributiebedrijven die eind 2008 in Nederland actief waren, worden in de tabellen 1.2 en 1.3 een aantal algemene karakteristieken weergegeven. Figuur 1.1 geeft de voorzieningsgebieden weer. In bijlage 1 zijn per voorzieningsgebied de aangesloten gemeenten weergegeven. Watervoorzieningsgebieden per 31-12-2008
Figuur 1.1
Drinkwater Eigen productie Importsaldo en inkoop bij derden Ander water Eigen productie 4) Importsaldo en inkoop bij derden
AFZET (miljoen m3)
Drinkwater
Totaal
OMZET (miljoen euro) 6)
FINANCIËLE ASPECTEN (miljoen euro) INFRASTRUCTUUR
1.167
1.119
1.132
1.088
1.093
Niet in rekening gebracht 5)
70
57
59
54
53
Ander water
57
75
71
62
61
Huishoudens
540
921
1.024
1.117
1.097
Zakelijke markt
203
404
437
318
316
Totaal
743
1.324
1.461
1.435
1.413
Ander water
10
24
29
19
18
Investeringen
263
445
433
341
323
.
.
375
393
393
93
100
112
115
116
Drinkwater
Belastingen op water 7) Transport- en hoofdleidingnet (x 1.000 km)
1)
Exclusief Watertransportmaatschappij Rijn Kennemerland, Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch en Bronwaterleiding Doorn.
2)
Voltijds equivalenten: aantal werknemers eigen loonlijst teruggerekend naar volledige werkweek.
3)
Vanaf 2000 administratieve aansluitingen (verbruiksadressen), daarvoor technische aansluitingen.
4)
Daarnaast werd in 2008 ca. 81 miljoen m3 geproduceerd door dochter- en zusterbedrijven (exclusief productie buitenland en exclusief productie in installaties die worden beheerd en bedreven in opdracht van een klant, zonder feitelijke waterlevering).
5)
Hierbij moet gedacht worden aan lek- en spuiverliezen, niet verrekende verkoop (b.v. bluswater) en meetverschillen.
6)
Bestaat uit vergoedingen voor het variabele tarief, het vastrecht en/of de beschikbaar gestelde capaciteit. Exclusief BTW en Belasting op Leidingwater.
7)
Grondwaterbelasting, pronciale grondwaterheffingen, precario, Belasting op Leidingwater en BTW.
8 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 9
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Typologie Alle tien waterbedrijven produceren en distribueren drinkwater. Waternet houdt zich naast drinkwaterproductie en -distributie ook bezig met de verwerking van afvalwater en het beheer van grond- en oppervlaktewater. Naast de 10 drinkwaterbedrijven zijn in Nederland de Watertransportmaatschappij RijnKennemerland (WRK) en het Waterwinningsbedrijf Brabantse Biesbosch (WBB) actief. De bedrijfsvoering van WRK is ondergebracht bij Waternet en PWN, de bedrijfsvoering van WBB bij Evides. De twee bedrijven distribueren geen drinkwater, maar leveren gedeeltelijk
Productie en levering van drinkwater per voorzieningsgebied 2008 gezuiverd water aan drinkwaterbedrijven en industrie. Verder is er nog één drinkwaterbedrijf actief op gemeentelijke schaal: Bronwaterleiding Doorn. Van het Doornse waterbedrijf (ca. 1 miljoen m3/jaar) zijn in deze uitgave verder geen gegevens opgenomen.
BEDRIJFSNAAM
AANSLUITINGEN
PRODUCTIE
AFZET
OMZET
x 1.000
3
miljoen m
miljoen m
3
miljoen €
Waterbedrijf Groningen
279
47
43
45
Waterleidingmaatschappij Drenthe
198
29
28
34
Vitens
Rechtsvorm De waterbedrijven zijn naamloze vennootschappen met gemeenten en provincies als aandeelhouders. Uitzonderingen hierop zijn Waternet (stichting) en Evides Drinkwater (BV).
2.340
345
334
415
PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland
753
88
99
154
Waternet
478
86
65
102
Dunea
593
75
69
114
Oasen
330
45
47
70
Evides Drinkwater
992
180
171
196
1.072
176
165
183
529
71
72
100
7.564
1.140
1.093
1.413
Brabant Water WML Nederland
Tabel 1.2
Kengetallen voorzieningsgebieden 2008 BEDRIJFSNAAM
Ontwikkeling aantal drinkwaterbedrijven 1850 - 2008 INWONERS
OPPERVLAKTE
WERKNEMERS
NETLENGTE
x 1.000
2
km
fte
km
Waterbedrijf Groningen
587
2.403
205
4.939
Waterleidingmaatschappij Drenthe
436
2.486
160
4.298
Vitens
5.355
18.020
1.309
46.281
PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland
1.648
3.628
457
Waternet Dunea
2)
895
287
464
1.202
601
480
Oasen
Figuur 1.2 229 200
150
9.891 1)
2.747 4.552
752
1.115
242
4.002
Evides Drinkwater
2.031
4.736
474
12.529
Brabant Water
2.403
5.026
716
18.047
WML
1.123
2.209
432
8.634
16.432
40.511
4.938
115.921
Nederland
Tabel 1.3
100
50
10 1850 1)
Betreft alleen het personeel dat werkzaam is t.b.v. de drinkwatervoorziening.
2)
Tot 1 juli 2009 Duinwaterbedrijf Zuid-Holland (DZH) genaamd
10 | Drinkwaterstatistieken 2008
1868
1888
1908
In het midden van de 19e eeuw ontstonden de eerste waterleidingbedrijven, te beginnen met het waterbedrijf van Amsterdam. Geleidelijk aan werd heel Nederland op de waterleiding aangesloten.
1928
1948
1968
1988
2008
Door samenvoegingen van bedrijven daalde later het aantal weer. De ontwikkeling van het aantal drinkwaterbedrijven staat in figuur 1.2. Ultimo 2008 voorzien tien waterbedrijven heel Nederland van drinkwater.
De watercyclus van bron tot kraan | 11
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Figuur 1.3 VOLTIJDS EQUIVALENTEN
Personeel 1990 - 2008
FIGUUR 1.4
De watersector is haar taken met steeds minder mensen gaan uitvoeren. In figuur 1.3 is deze ontwikkeling weergegeven. Uit de figuur blijkt dat - uitgedrukt in voltijds equivalenten (vte) - het personeel op loonlijsten van waterbedrijven de laatste 10 jaar terugliep van 7.461 werknemers in 1998 tot 4.938 in 2008, een afname van 33,8%. De terugloop van de personeelsterkte is de laatste jaren afgevlakt en in 2008 voor het eerst in jaren weer iets toegenomen (+0,9%). Het aantal uitzendkrachten fluctueert sinds 1997 tussen de 423 en 627 vte.
Eigen loonlijst
8.000 7.000 6.000 5.000
92 miljoen m3 wordt na onderlinge levering alsnog geïnfiltreerd. Als geheel heeft de sector derhalve 1.072 miljoen m3 direct verwerkt en 180 miljoen m3 geïnfiltreerd.
4.000 3.000 2.000 Uitzendkrachten
1.000 0.000 1990 1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006 2008
1.2 Waterwinning In figuur 1.4 staat de waterbalans van het jaar 2008. In de balans staan voor de sector als geheel (inclusief WBB en WRK) de gewonnen, de geproduceerde en de geleverde hoeveelheden water. De waterwinning is weergegeven per type ruwwaterbron en naar verwerkingsmethode (directe verwerking en infiltratie). De leveringen zijn onderverdeeld in eindleveringen aan huishoudens en zakelijke markt en onderlinge leveringen tussen waterbedrijven (levering en gros). Waterwinning Boven in de waterbalans is per type ruwwaterbron weergegeven hoeveel water in de sector in zijn totaliteit wordt gewonnen. In tabel 1.4 wordt de water winning gespecificeerd per waterbedrijf en in tabel 1.5 per stroomgebied. De winlocaties zijn weergegeven in figuur 1.5. In figuur 1.6 staat een tijdreeks van de waterwinning sinds 1990.
12 | Drinkwaterstatistieken 2008
Het gebruik van oppervlaktewater is de laatste tien jaar met 1,8 procentpunten toegenomen tot een aandeel van 39,1% in 2008. Tegelijkertijd daalde het gebruik van (oever)grondwater met 0,9 procentpunten tot een aandeel van 60%. Het gebruik van natuurlijk duinwater daalde met 0,9 procentpunten tot een aandeel van 0,8%.
De watercyclus van bron tot kraan | 13
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Tabel 1.4
Waterwinning per bedrijf 2008 BEDRIJF
Drinkwater winlocaties w TOTAAL
GRONDWATER
OEVER GRONDWATER
Figuur 1.5
NATUURLIJK DUINWATER OPPERVLAKTE WATER
3
miljoen m Waterbedrijf Groningen
48
41
-
-
7
Waterleidingmaatschappij Drenthe
30
30
-
-
-
355
343
12
-
-
31
5
-
1
25
35
-
-
9
25
151
-
-
-
151
Vitens PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Waternet Watertransportmaatsch. Rijn-Kennemerland Dunea
77
-
-
-
77
Oasen
47
5
43
-
-
Evides Drinkwater
26
20
-
-
6
Brabant Water
180
180
-
-
-
Waterwinningsbedrijf Brabantse Bieschbosch
199
-
-
-
199
73
52
21
-
-
WML
Infiltratiewinningen ltrat Nederland
1.252
676
76
10
490
Grondwate Grondwaterwinningen Oeverwinningen Oeve Oppervlaktewate Oppervlaktewaterwinningen
Tabel 1.5
Waterwinning per stroomgebeid 2008 TOTAAL
Waterwinning ng 1990 - 2008 GRONDWATER
OEVER GRONDWATER
NATUURLIJK DUINWATER OPPERVLAKTE WATER
800
Eems
45
38
-
-
7
Maas
449
223
21
-
205
19
19
-
-
-
739
396
54
10
278
w.v. Rijn-Noord
61
61
-
-
-
w.v. Rijn-Midden
95
95
-
-
-
w.v. Rijn-Oost
135
123
12
-
-
w.v. Rijn-West
448
117
43
10
278
400
1252
676
76
10
490
300
Schelde Rijn
Nederland INFILTRATIEWINNINGEN
MILJOEN M3
(Oever) e grondwater
miljoen m3 INTIËLE WINNINGEN
Figuur 1.6
Eems
3
Maas
3
Schelde
4
Rijn (West)
700 600 Oppervlaktewater 500
200 100 Natuurlijk duinwater
173
0 Nederland
14 | Drinkwaterstatistieken 2008
183
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
De watercyclus van bron tot kraan | 15
Hoofdstuk 1: Drinkwater
1.3 Waterproductie
Hardheid Nederlands drinkwater
In tabel 1.3 staan de geproduceerde hoeveelheden drinkwater per bedrijf in 2008. Gezamenlijk produceerde de sector 1.140 miljoen m3 drinkwater, 31 miljoen m3 minder dan het productieniveau van 10 jaar geleden (-2,6%). Ten opzichte van 2007 is de productie ongeveer gelijk gebleven (+0,2%). De ontwikkeling van de productieomvang sinds 1950 staat in figuur 1.7. Daarbij is tevens inzichtelijk gemaakt uit welke bronnen het drinkwater is bereid.
Figuur 1.8
Zeer zacht water Zacht water Gemiddeld water Vrij hard water Hard water
Figuur 1.7
Productie drinkwater 1950 - 2008
MILJOENEN M3 1.200 totaal 1.000 800 600 400 200 0 1950
1960 Oppervlaktewater
1970 Natuurlijk duinwater
Waterontharding Als onderdeel van het zuiveringsproces ontharden de waterbedrijven het drinkwater. Ontharding heeft als belangrijk voordeel dat minder kalkaanslag optreedt zoals in warmwater apparatuur, het koffiezetapparaat
1980
1990
2000
2008
Grondwater
en in de badkamer. Daarnaast is bij het wassen minder wasmiddel nodig. Figuur 1.8 toont de hardheid van het Nederlands drinkwater per regio.
BRON: KWR Watercycle Research Institute
16 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 17
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Lengte en samenstelling van het transport- en hoofdleidingnet in kilometers Figuur 1.9
Tabel 1.6
Productie van ander water ASBEST-
MILJOENEN M3
GIETIJZER
CEMENT
80 Dochter- en zusterondernemingen (gegevens vanaf 2000 beschikbaar) 70
BETON
PVC
POLY-
GLASVEZEL
ETHEEN
VERSTERKTE
(PE)
KUNSTSTOF 13
950
-
99
21
2.094
81
1.286
167
-
1
-
2.747
58
-
OVERIG
KILOMETER
BEDRIJF
TOTAAL 4.939
Waterbedrijf Groningen
39
4.298
WMD
162
46.281
Vitens
4
10.211
4.059
82
166
87
29.112
2.401
2
4.411
691
475
150
206
2.121
1.765
31
40
9.891
PWN
31
773
471
76
197
741
232
6
221
2.747
Waternet
754
799
183
32
92
1.918
318
0
457
4.552
Dunea Oasen
50 40
STAAL
GIETIJZER
1.677
60
Drinkwaterbedrijven
NODULAIR
409
193
69
176
2
2.329
819
1
4
4.002
3.179
462
12
696
66
5.585
1.086
1
1.442
12.529
Evides Drinkwater
7.091
1.656
-
118
42
8.872
176
-
92
18.047
Brabant Water
4.007
468
1.620
1.046
-
1.242
57
-
195
8.634
33.056
10.217
2.911
2.560
713
56.760
6.994
55
2.656
115.921
WML
30 1990
1992
1994
1996
1998
Ander water is water dat niet van drinkwaterkwaliteit is. Meestal gaat het om toepassingen waarvoor een minder vergaande zuivering volstaat (bijvoorbeeld proceswater), maar het kan ook gaan om specifieke toepassingen waarvoor juist een verdergaande zuivering nodig is (bijvoorbeeld demiwater). De productie van dit ander water bedroeg in 2008 45 miljoen m3 (figuur 1.9) en bestaat thans voornamelijk nog uit leveringen aan de industrie door WRK.
2000
2002
2004
2006
2008
De drinkwaterbedrijven hebben de laatste decennia dochter- en zusterondernemingen opgericht die zich specifiek richten op ander water. In 2008 werd door deze dochter- en zusterondernemingen nog eens ca. 81 miljoen m3 ander water voor de Nederlandse markt geproduceerd. Dit is exclusief de waterproductie in installaties die worden beheerd en bedreven in opdracht van de klant, zonder feitelijke waterlevering.
Ontwikkeling lengte en samenstelling van het leidingnet 1990 - 2008 in kilometers
100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 1992
1994
PVC
1996
1998
Asbestcement
2000 Gietijzer
2002
2004 Overig
2006
2008 Totaal
Waterverkoop
1.4 Waterdistributie
18 | Drinkwaterstatistieken 2008
Figuur 1.10 120.000
1990
Tabel 1.6 geeft een overzicht van de lengte en de samenstelling van het transport- en hoofdleidingnet per 31 december 2008. De ontwikkeling van de netlengte en van de meest toegepaste materialen asbestcement, PVC en gietijzer staat in figuur 1.10. Alle andere materialen zijn daarbij samen weergegeven onder ‘overig’. Sinds 1998 is de netlengte met ruim
Nederland
15.000 km toegenomen tot bijna 116.000 kilometer eind 2008. De toename komt vrijwel geheel voor rekening van de materiaalsoort PVC, waarvan de netlengte inmiddels bijna 57.000 kilometer bedraagt. De netlengtes van de materiaalsoorten asbestcement en gietijzer zijn elk sinds 1998 afgenomen met ca. 2.000 kilometer.
Afzet en omzet 2008 In tabel 1.3 staan per bedrijf de drinkwaterafzet en de drinkwateromzet. In het brancheoverzicht (tabel 1.1) en de waterbalans (figuur 1.4) zijn daarnaast de afzet en omzet van ander water opgenomen. Tabel 1.7 vat alle gegevens nog eens samen en geeft daarbij enkele aanvullende kengetallen zoals de gemiddelde afzet per aansluiting en de gemiddelde prijs per m3. De afzet aan eindafnemers
1.5 in 2008 bedraagt 1.093 miljoen m3, dat is 5 miljoen meer dan in 2007 (+0,5%). De stijging vond plaats in de zakelijke markt, waar de afzet steeg van 299 naar 305 miljoen m3 (+2,0%). De afzet aan huishoudens in 2008 bedroeg 788 miljoen m3, nagenoeg evenveel als in 2007 (-0,1%). Ook de afzet van ander water bleef in 2008 met 61 miljoen m3 nagenoeg gelijk.
De watercyclus van bron tot kraan | 19
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Ontwikkeling van de afzet en omzet In de figuren 1.11 en 1.12 staan per gebruikersgroep de ontwikkeling van de afzet en omzet sinds 1990 weergegeven; De figuren tonen voor het zakelijk gebruik in 2007 een sterke daling en voor het huishoudelijk
Afzet eigen voorzieningsgebied 1990 - 2008 1)
Figuur 1.11
gebruik een sterke stijging. Deze omwisseling betreft geen werkelijke wijziging, maar is het gevolg van een administratieve wijziging bij één van de bedrijven.
MILJOENEN M3 800 Huishoudens 700
Ontwikkeling drinkwaterbehoefte Figuur 1.13 toont de ontwikkeling van de totale drinkwaterbehoefte sinds 1970 en de prognose tot 2025. In deze figuur is naast de afzet ook het niet in rekening gebracht gebruik (nirg) meegenomen, zodat een totaalbeeld van de drinkwaterbehoefte wordt gegeven. Nirg betreft voornamelijk lek- en spuiverliezen, maar bevat ook niet verrekende verkoop (b.v. bluswater) en meetverschillen. In de vorige eeuw nam de totale drinkwaterbehoefte in Nederland sterk toe: van ca. 300 miljoen m3 in 1950 tot ca. 870 miljoen m3 in 1970 en vervolgens tot 1.236 miljoen m3 in 1990. Tussen 1990 en 1995 bleef het niveau min of meer constant, om daarna terug te lopen tot ca 1.147 per jaar sinds 2004. De verwachting is dat
de waterbehoefte tot 2025 min of meer stabiel blijft (Vewin/Icastat, 2008). De afzetdaling tussen 1995 en 2004 vond vooral plaats in het zakelijk segment (figuur 1.11). Oorzaken hiervan waren waterbesparing, waterhergebruik en substitutie van drinkwater door ander water en door eigen waterwinningen. Het huishoudelijk drinkwatergebruik sinds 1990 is min of meer stabiel. Het gebruik per persoon is weliswaar gedaald (tabel 1.8), maar dit wordt gecompenseerd door een toename van de bevolking. Ook periodes van extreme hitte en/of droogte hebben een verhogend effect op het huishoudelijk gebruik. De jaren 2003 en 2006 zijn hier voorbeelden van.
600 500
Zakelijke markt
400 300 200 Ander water
100 0
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
1) Afzet ander water is exclusief levering door dochter- en zusterondernemingen. Afzet door WRK aan de industrie is wel meegenomen. De verschuiving in 2007 Tabel 1.7
DRINKWATER
Samenvatting waterverkoop 2008
van zakelijk naar huishoudelijk drinkwatergebruik komt door een harmonisatie van de registratie van de gebruikersgroepen bij één van de bedrijven. OMZET 1)
GEMIDDELDE PRIJS 1)
ADMINISTRATIEVE
AFZET
GEMIDDELDE AFZET
AANSLUITINGEN
miljoen m3
m3/aansluiting
miljoen euro
euro/m3
Eindafnemers
7.563.960
1.093
145
1.413
1,29
Huishoudens
7.365.369
788
107
1.097
1,39
198.591
305
1.535
316
1,04
MILJOENEN EURO 1000
Zakelijke markt En gros
.
33
.
22
0,65
Export
.
3
.
.
.
Omzet eigen voorzieningsgebied 1990 - 2008
Figuur 1.12
Huishoudens 800
ANDER WATER
Eindafnemers
.
61
.
18
0,30
En gros
.
292
.
36
0,12
Export
-
-
600 Zakelijke markt
-
400 TOTAAL
Eindafnemers
.
1.154
.
1.431
1,24
En gros
.
326
.
58
0,18
Export
.
3
.
.
.
200 Ander water 0
1)
Bestaat uit vergoedingen voor het variabele tarief, vastrecht en/of de beschikbaar gestelde capaciteit. Exclusief BTW en Belasting op Leidingwater.
20 | Drinkwaterstatistieken 2008
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
De watercyclus van bron tot kraan | 21
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Figuur 1.13
Historie en prognose drinkwatergebruik (incl. nirg)
Huishoudelijk drinkwatergebruik in liter per persoon per dag
MILJOENEN M3
TOEPASSING Bad
1400
Douche
Bovengrens e
Wastafel
1300
Toiletspoeling Kleding wassen, hand
1200
1995
1998
Tabel 1.8 2001
2004
2007
9,0
6,7
3,7
2,8
2,5
38,3
39,7
42,0
43,7
49,8
4,2
5,1
5,2
5,1
5,3
42,0
40,2
39,3
35,8
37,1
2,1
2,1
1,8
1,5
1,7
25,5
23,2
22,8
18,0
15,5
Afwassen, hand
4,9
3,8
3,6
3,9
3,8
Afwassen, machine
0,9
1,9
2,4
3,0
3,0
Voedselbereiding
2,0
1,7
1,6
1,8
1,7
Koffie, thee en water drinken
1,5
1,5
1,5
1,6
1,8
900
Overig
6,7
6,1
6,7
6,4
5,3
800
Totaal
137,1
131,9
130,7
123,8
127,5
Basis
Kleding wassen, machine
1100 1000 Ondergrens e
700 1970
1.6
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
2015
2020
2025
Watergebruik thuis Huishoudelijk drinkwatergebruik naar toepassing Vewin laat periodiek onderzoek uitvoeren onder de Nederlandse huishoudens naar de hoeveelheid en toepassing van het watergebruik thuis. In tabel 1.8 zijn de belangrijkste uitkomsten weergegeven van het in 2007 door TNS-NIPO gehouden onderzoek. De belangrijkste toepassingen van het drinkwater in huis zijn de douche, het toilet en de wasmachine (fguur 1.14).
22 | Drinkwaterstatistieken 2008
Drinkwater in huis naar toepassing 2007
Figuur 1.14
Het huishoudelijk watergebruik per gezinslid daalde tussen 1995 tot 2007 met ongeveer 7%. Dit komt vooral door de steeds verdergaande invoering van zuinige toiletten en wasmachines. Vergeleken met 2004 is het hoofdelijk drinkwatergebruik licht gestegen. Dit komt vooral door een toename van het douchegebruik (figuur 1.15).
De watercyclus van bron tot kraan | 23
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Figuur 1.15
Ontwikkeling drinkwatergebruik naar toepassing
Watergebruik naar huishoudgrootte
LITER / PERSOON, DAG
1-PERS.
2-PERS.
3-PERS.
4-PERS
5+
0,7
1,4
2,5
3,6
4,6
Douche
50,7
42,1
54,7
50,5
55,2
Wastafel
4,3
5,0
5,4
5,2
6,4
36,7
40,3
35,1
35,2
37,1
3,5
1,6
1,5
1,2
0,9
Bad 50,0 Douche
Toiletspoeling
40,0
Kleding wassen, hand
Toiletspoeling l
Kleding wassen, machine
30,0 Kleding wassen, machine
20,0 10,0
Bad 0,0 1995
1998
2001
In de tabellen 1.9 – 1.11 is het watergebruik uitgesplitst naar leeftijd, huishoudgrootte en sexe. Het blijkt dat mensen tussen 18 en 34 relatief veel water gebruiken. Dit komt vooral doordat deze leeftijdgroepen meer douchen. Personen in een eenpersoonshuishouden gebruiken per persoon meer water dan personen
2004
18,2
15,7
14,9
15,2
13,7
Afwassen, hand
5,0
3,9
3,4
3,0
3,8
Afwassen, machine
2,3
3,5
3,2
3,2
2,3
Voedselbereiding
1,4
1,9
1,4
1,5
1,7
Koffie/thee
1,1
1,5
1,2
0,9
1,2
Water drinken
0,6
0,6
0,6
0,7
0,6
Overig
5,0
4,9
4,7
5,4
5,5
Totaal
129,4
122,4
128,6
125,5
132,9
behorend tot een meerpersoonshuishouden. Dit is logisch, aangezien in meerpersoonshuishoudens bepaalde toepassingen tegelijkertijd kunnen worden ingezet voor meer gezinsleden. Wat verder opvalt is dat vrouwen meer water gebruiken dan mannen. Ze maken vaker gebruik van het toilet en douchen meer.
Watergebruik naar sekse
Watergebruik naar leeftijd
Bad Douche
Kleding wassen, hand Kleding wassen, machine
0-12 JR.
13-17 JR.
18-24 JR.
25-34 JR.
35-44 JR.
45-54 JR.
55-64 JR.
65+
5,8
4,1
1,6
1,6
1,5
1,6
1,6
1,0
Douche
39,5
63,5
64,6
68,0
59,3
45,5
36,3
35,3
Wastafel
4,9
6,0
5,9
5,0
5,5
4,7
4,9
5,8
27,8
34,5
40,8
34,3
37,4
39,0
40,7
44,4
0,6
0,8
1,4
1,7
2,6
1,3
1,9
2,4
Bad
Toiletspoeling Kleding wassen, hand Kleding wassen, machine
13,8
15,5
16,4
15,2
15,6
1,7
15,7
14,6
Afwassen, hand
2,0
3,2
5,6
5,9
4,7
3,5
3,8
3,8
Afwassen, machine
2,9
2,9
1,8
2,2
3,0
2,2
3,7
3,4
Voedselbereiding
0,8
1,0
2,2
1,9
2,3
1,7
2,2
2,2
Koffie/thee
0,8
0,6
1,2
1,6
1,3
1,1
1,5
1,4
Water drinken
0,7
0,5
0,8
0,7
0,7
0,5
0,6
0,6
Overig
3,4
7,2
5,2
4,8
6,5
4,9
6,1
5,9
Totaal
103,0
139,8
147,5
142,7
140,5
107,6
119,0
120,8
24 | Drinkwaterstatistieken 2008
Tabel 1.11 MAN
Toiletspoeling
LITER / PERSOON, DAG
LITER / PERSOON, DAG
2007
Wastafel Tabel 1.9
Tabel 1.10
VROUW
2,7
2,4
46,0
52,0
5,0
5,4
34,6
39,7
1,8
1,6
14,8
15,8
Afwassen, hand
3,1
4,4
Afwassen, machine
3,3
2,8
Voedselbereiding
1,3
2,0
Koffie/thee
1,1
1,2
Water drinken
0,6
0,6
Overig
4,5
5,8
Totaal
118,9
133,7
De watercyclus van bron tot kraan | 25
LITER / PERSOON, DAG
Hoofdstuk 1: Drinkwater
1.7 Waterbelastingen Drinkwaterbedrijven hebben te maken met grondwaterbelasting, provinciale grondwaterheffing, leiding- en concessievergoedingen (precario), Belasting op Leidingwater (BoL) en BTW (6%). De eerste drie zijn kostprijsverhogende belastingen die worden gedekt via het drinkwatertarief, de twee laatstgenoemde belastingen (BoL en BTW) zijn verbruiksbelastingen die het waterbedrijf namens de consument afdraagt aan de fiscus. Deze komen bovenop het drinkwatertarief van het waterbedrijf en maken geen onderdeel uit van de drinkwateromzet.
De provinciale grondwaterheffing varieert per provincie (tabel 1.13). De leiding- en concessievergoedingen (precario) variëren per gemeente en worden maar in een beperkt aantal gemeenten geheven. De belastingdruk die (voor de sector als geheel) uitgaat van
de provinciale grondwaterheffingen en de leiding- en concessievergoedingen is bepaald door de betaalde bedragen te delen door de drinkwaterafzet en bedraagt voor beiden resp. 1,0 cent/m³ en 1,2 cent/m³.
Provinciale grondwaterheffingen 2005-2009 1) Tabel 1.12 geeft de tariefontwikkeling van de landelijke grondwaterbelasting en de Belasting op Leidingwater (BoL) weer. Beide belastingen zijn gebaseerd op de Wet Tabel 1.12
Belastingen op Milieugrondslag. De grondwaterbelasting werd in 1995 ingevoerd en de BoL in 2000. Groningen
Waterbelastingen ingevolge de Wet Belastingen op Milieugrondslag 1990 - 2009
EUROCENT/M3
Infiltratiekorting
1)
Belasting op Leidingwater 2)
2005
2006
2007
2008
2009
2,00
2,00
2,00
2,00
1,11
Friesland
1,13
1,13
1,13
1,13
1,13
Drenthe
1,00
1,00
1,00
1,04
1,06
Overijssel
1,36
1,36
1,36
1,36
1,36
1990
1998
2000
2007
2008
2009
Flevoland
1,71
1,71
1,71
1,71
1,71
Gelderland
1,30
1,30
1,30
1,30
1,30
-
15,4
16,0
18,55
18,83
19,15
Utrecht
1,50
1,50
1,53
1,53
1,53
-
12,7
13,4
15,54
15,77
16,04
Noord-Holland
0,81
0,81
0,81
0,81
0,81
-
-
12,9
14,9
15,1
15,4
Zuid-Holland
1,13
1,13
1,13
1,13
1,13
Zeeland
2,54
2,54
2,54
2,75
2,75
Noord-Brabant
1,90
1,90
1,90
1,90
1,90
Limburg
1,13
1,13
1,13
1,32
1,36
Grondwaterbelasting Normaal tarief
Tabel 1.13
1)
Korting op normaal tarief bij voorafgaande infiltratie (WBm artikel 6).
2)
In het kader van de WBm wordt hieronder verstaan water dat door een drinkwaterbedrijf of een afzonderlijke voorziening aan derden ter beschikking wordt gesteld, al dan
EUROCENT/M3
niet van drinkwaterkwaliteit. De belasting wordt geheven over de levering van de eerste 300 m3. BRON: VEMW
De belastingen op drinkwater belopen in 2008 in totaal 389 miljoen euro (€ 0,36/m3), waarvan 169 miljoen euro (€ 0,15/m³) kostprijsverhogende belastingen zijn en 220 miljoen euro (€ 0,20/m³) BoL en BTW. In totaal maken de belastingen 23,8% uit van de drinkwaterprijs
26 | Drinkwaterstatistieken 2008
Per provincie zijn diverse aantallen m3 onttrekkingen per jaar vrijgesteld
(tabel 1.14), variërend tussen de afzonderlijke bedrijven van 14,4% en 29,9%. Bedrijven die grondwater gebruiken, kennen vanwege de grondwaterbelastingen een hogere belastingdruk.
De watercyclus van bron tot kraan | 27
1)
Hoofdstuk 1: Drinkwater
1.8 Waterprijs Afnemersprijs (inclusief BoL en BTW) In de tabellen 1.14 en 1.15 staat de opbouw van de afnemersprijs, inclusief de verbruikersbelastingen (BoL en BTW) die de klant betaalt bovenop het drinkwatertarief. De gemiddelde afnemersprijs bedraagt in 2008 € 1,49 tegen
€ 1,52 in 2007 (-1,8%). De afnemersprijs voor de gebruikersgroep huishoudens bedraagt gemiddeld € 1,63 tegen € 1,67 in 2007 (-2,4%). Dit resulteert voor een gemiddeld huishouden (107 m3/jaar) in een jaarnota van € 175,=.
Ontwikkeling drinkwatertarief naar gebruikersgroep (o.b.v. omzet/afzet) * In figuur 1.17 is de ontwikkeling van het gemiddelde Het tarief voor huishoudens bedroeg in 2008 € 1,39/m3, drinkwatertarief weergegeven naar gebruikersgroep. dat is 2,3 cent lager dan in 2007 (-1,6%). Het tarief voor De uitkomsten zijn ex post vastgesteld op basis van de zakelijke afnemers daalde met € 0,03/m3 naar € 1,04/m3 verhouding tussen de gerealiseerde omzet (figuur 1.12) (-2,7%). Gemiddeld voor de twee gebruikersgroepen samen bedroeg het tarief in 2008 € 1,29/m3 (-2,0%). en afzet (figuur 1.11). Nominaal drinkwatertarief naar gebruikersgroep 1990-2008 *
Tabel 1.14 & 1.15
Gemiddelde afnemersprijs in Nederland 2008
1)
Figuur 1.17
Gemiddelde afnemersprijs voor huishoudens 2008 EURO/M3
AANDEEL EURO/M3
IN TOTAALPRIJS
Kosten waterbedrijf
1,14
76,2%
Kostprijsverhogende belastingen
0,15
10,3%
Gemiddeld tarief
1,29
AANDEEL EURO/M3
IN TOTAALPRIJS
Kosten waterbedrijf
1,24
75,7%
Kostprijsverhogende belastingen
0,15
9,4%
Gemiddeld tarief
1,39
1,50 Huishoudens Gemiddeld NL 1,00
Belasting op Leidingwater en BTW
0,20
Totaalprijs voor afnemer
1,49
13,5%
Belasting op Leidingwater en BTW
2)
Totaalprijs voor afnemer
0,24
Zakelijke markt
14,9%
1,63 0,50
In figuur 1.16 is de impact van belastingen en inflatie op de gemiddelde nominale afnemersprijs zichtbaar. Bezien over het laatste decennium is de gemiddelde nominale afnemersprijs gestegen van € 1,25/m3 in 1998 naar € 1,49/m3 in 2008 (+19,1%). De stijging is Figuur 1.16
grotendeels terug te voeren naar inflatie en toegenomen belastingen. Als wordt gecorrigeerd voor inflatie en belastingen bedraagt de huidige afnemersprijs € 0,20 per m3 minder dan tien jaar geleden (€ 1,14 per m3 in 2008 tegen € 1,34 per m3 in 1998).
Gemiddelde afnemersprijs 1990 - 2008 1)
EURO/M3 Reële afnemersprijs e inclusief BoL o en BTW (2008=100) 1 1,50 Reële afnemersprijs e p j exclusief BoL, o , BTW en kostprijs p j verhogende belastingen t (2008=100) 0
1,0 Nominale afnemersprijs inclusief BoL en BTW
0,50 0 1990
1992
1994
1)
Huishoudens en zakelijk samen.
2)
€ 0,151 + 6% BTW over (€ 1,39 + € 0,151).
28 | Drinkwaterstatistieken 2008
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
0 1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
Drinkwatertarieven huishoudens naar regio (o.b.v. tariefregelingen) * De drinkwaterbedrijven stellen voor aanvang van elk 2009. De tarieven stijgen in 2009 met gemiddeld 0,4%. kalenderjaar een tarievenregeling op. De tarieven voor Na de fusies die in de watersector hebben plaatshuishoudens staan in tabel 1.16. Alle bedrijven brengen gevonden, hebben de waterbedrijven de tarieven een tarief per kubieke meter in rekening (variabel tarief ) tussen voormalige regio’s geharmoniseerd. Dit proces is en daarnaast een vast bedrag per jaar (vastrecht). nagenoeg afgerond. De overblijvende tariefverschillen binnen één waterbedrijf worden veroorzaakt doordat 3 De uitkomst in de kolom totaal per m is berekend bepaalde gemeenten leiding- en concessievergoeuit het variabele tarief en het vastrecht en geeft het dingen (precario) heffen en andere niet. Deze worden gemiddelde drinkwatertarief per m3 weer voor een door het waterbedrijf doorberekend aan de inwoners standaard gezin (2,24 personen) en een gemiddeld van de desbetreffende gemeenten. In de tabel zijn gebruik (46,5 m³ per persoon per jaar). In 2008 bestaat deze heffingen verdisconteerd in het vastrecht. Als het totaal per m3 gemiddeld genomen voor 71% uit precario buiten beschouwing wordt gelaten, blijkt dat variabel tarief (€ 1,01/m3) en voor 29% uit vastrecht (€ de spreiding tussen de tarieven binnen de sector is 43,72/jaar). In de tabel staat tevens het totaal tarief van afgenomen (figuur 1.18). * Exclusief BoL en BTW
De watercyclus van bron tot kraan | 29
Hoofdstuk 1: Drinkwater
Tabel 1.16
Tarieven drinkwater huishoudens naar deelgebied 2008 - 2009 1) BEDRIJF
2008 vast bedrag
2008 2)
2008
2009 3)
totaal in
MUTATIE 3)
variabel tarief
totaal in
3
euro per m3
t.o.v. 2008 in %
BEDRIJF
2008
totaal 2009
2008 2)
2008
2009 3)
variabel tarief
totaal per m3
in euro
in euro
in euro
in euro
t.o.v. 2008 in %
vast bedrag
totaal per m3
MUTATIE 3)
totaal 2009
in euro
in euro per m
euro per m3
Waterbedrijf Groningen
21,00
0,97
1,17
1,21
3,2%
Evides Drinkwater
Waterleidingmaatschappij Drenthe
38,00
0,92
1,28
1,28
0,0%
Zeeland
59,76
0,95
1,52
1,52
0,0%
Zuid-Holland
59,76
0,95
1,52
1,52
0,0%
Noord-Brabant
43,80
0,86
1,28
1,28
0,0%
Vitens Friesland
25,00
1,06
1,29
1,29
0,0%
Overijssel
25,00
1,06
1,29
1,29
0,0%
Brabant Water
Gelderland
25,00
1,06
1,29
1,29
0,0%
Algemeen
66,00
0,67
1,31
1,33
1,5%
Flevoland
25,00
1,06
1,29
1,29
0,0%
Baarle-Hertog
66,00
1,08
1,37
1,38
1,2%
Utrecht
25,00
1,01
1,24
1,26
1,6% WML
38,10
1,09
1,45
1,46
0,2%
Nederland
43,72
1,01
1,43 4)
1,44 4)
0,4%
PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland
40,57
1,24
1,63
1,63
0,0%
Waternet
44,37
1,33
1,76
1,66
-5,2%
1) Bemeterde woningen. Exclusief Belasting op Leidingwater (in 2008 € 0,151/m3; in 2009 € 0,154/m3) en 6% BTW, inclusief kosprijsverhogende belastingen (grondwater-
Dunea
belasting, provinciale grondwaterheffing en precario).
Algemeen (gemeenten zonder precario)
49,28
1,09
1,56
1,60
2,6%
’s-Gravenhage
68,68
1,09
1,75
1,77
1,5%
2) Vastrecht en/of capaciteitstarief voor huishoudelijke aansluitingen; inclusief eventuele precarioheffing, meterhuur en toeslag openbare brandblusvoorziening.
Katwijk
70,38
1,09
1,77
1,81
2,8%
3) Het integraal tarief per m3 voor een gemiddeld gezin van 2,24 personen (CBS, 2008) en een gemiddeld gebruik per persoon van 46,5 m3 per jaar (Vewin/TNS NIPO, 2007).
Leiden
77,93
1,09
1,84
1,88
2,4%
Leidschendam-Voorburg
54,53
1,09
1,61
1,66
2,6%
Noordwijkerhout
78,43
1,09
1,84
1,98
7,5%
quotiënt van de omzet en de afzet aan huishoudens is de uitkomst voor 2008 € 1,39 / m3 . Het verschil hangt o.m. samen met verstrekte betalingskortingen
Rijnwoude (kern Benthuizen)
59,18
1,09
1,66
1,65
-0,7%
(b.v. voor betalen via automatische incasso), waardoor de omzet wat lager uitvalt dan tegen standaard tarief.
Rijswijk
58,88
1,09
1,65
1,71
3,1%
Rotterdam (wijk Nesselande)
66,63
1,09
1,73
1,78
2,8%
Teijlingen
74,23
1,09
1,80
1,83
1,3%
Voorschoten
60,08
1,09
1,67
1,67
0,1%
Wassenaar
84,03
1,09
1,90
1,94
2,1%
Berekening: (vastrecht + 2,24 x 46,5375 x variabel tarief) / (2,24 x 46,5375). 4) Het totaal per m3 voor Nederland is hier berekend op basis van het gemiddelde vastrecht en gemiddeld variabel tarief. Indien berekend o.b.v. het
Spreiding integraal drinkwatertarief gemiddeld huishouden (exclusief BoL en BTW)
Figuur 1.18 TOTAAL PER M3 IN EURO
Voorzieningsgebied met hoogste tarief (precario niet meegerekend)
Oasen Algemeen (gemeenten zonder precario)
69,95
0,97
1,64
1,68
2,2%
Kaag en Braassem (Alkemade)
83,11
0,97
1,77
1,80
1,6%
Kaag en Braassem (Jacobswoude)
83,06
0,97
1,77
1,80
1,6%
Leiderdorp
83,82
0,97
1,77
1,81
2,2%
Nieuwkoop
81,98
0,97
1,76
1,78
1,3%
79,72
0,97
1,73
1,77
2,2%
108,73
0,97
2,01
2,05
1,8%
Rijnwoude Zoeterwoude
2,00
Gemiddeld drinkwatertarief
1,50 1,0 Voorzieningsgebied met laagste tarief 0,50 0
1999
30 | Drinkwaterstatistieken 2008
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
De watercyclus van bron tot kraan | 31
Hoofdstuk 1: Drinkwater
1.9 Financiële balans en investeringen In tabel 1.17 staat de financiële balans van de watersector. De balans is tot stand gekomen door samenvoeging van de individuele opgaven van de waterbedrijven, die vrijwel allemaal het waarderingssysteem van historische kostprijzen toepassen. De totale balanswaarde eind 2008 bedraagt 5,9 miljard euro. Hiervan is 1,5 miljard (25,7%) gefinancierd met eigen vermogen, 3,9 miljard (68,0%) met vreemd vermogen en 0,5 miljard (8,3%) met overig kapitaal (bijdragen derden en voorzieningen).
Tabel 1.17
Investeringen In figuur 1.19 staat de ontwikkeling van het investeringsniveau. In de laatste tien jaar is het investeringsniveau afgenomen van 445 miljoen euro in 1998 naar 323 miljoen euro in 2008. Doordat de watervraag afnam, waren nauwelijks uitbreidingsinvesteringen in productiecapaciteit nodig. Wel vonden kwaliteitsinvesteringen plaats, zoals in leveringszekerheid en zuiveringstechnologie. Daarnaast hebben de waterbedrijven behoorlijk geïnvesteerd in het distributienet (hoofdstuk 1.4), doch hierbij worden goed-
kopere materialen (PVC) toegepast. Ook kiezen de bedrijven eerder voor levensduurverlengde maatregelen i.p.v. vervanging. Daarnaast nemen ze beslissingen om te vervangen op basis van steeds betere informatie (asset management). Ten opzichte van 2007 zijn de investeringen met 18 miljoen euro afgenomen. Van de investeringen in 2008 werd 49% geïnvesteerd in distributieprocessen, 33% in productieprocessen en 9% in informatie- en communicatietechnologie (figuur 1.20).
Financiële balans drinkwaterbedrijven per 31-12-2008 Ontwikkeling investeringsniveau 1990 - 2008
MILJOENEN EURO
Figuur 1.19
ACTIVA
PASSIVA
Vaste activa
Eigen vermogen
MILJOENEN EURO
Aandelenkapitaal
600
Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Financiële vaste activa Totaal
5.495 9
Vorderingen/debiteuren Liquide middelen/kas Totaal
36 1.487
155
Overig kapitaal
5.659
Bijdragen derden
326
Voorzieningen
165
400
2.567
300
1.017
200
Vlottende activa Voorraden
Reserves
Lang vreemd vermogen 18 180
500
Kort vreemd vermogen Leningen
64
Crediteuren
99
263
Voorschotten
10
Overig
214
Totaal
1.340
100 0 1990
Totaal
5.921
Totaal
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
5.921
Investeringen naar proces 2008
Figuur 1.20
overig 9% productiemiddelen 33% ICT 9%
distributie / infrastructuur 49%
32 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 33
Hoofdstuk 2: De waterketen
HOOFDSTUK 2
de waterketen Dit hoofdstuk geeft eerst een aantal overall gegevens over de drinkwatervoorziening en sanitatie in Nederland (2.1). Vervolgens wordt nader ingegaan op het rioolbeheer door gemeenten (2.2) en op de publieke rioolwaterzuivering door de waterschappen (2.3). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van particuliere zuiveringsinstallaties (2.4).
34 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 35
Hoofdstuk 2: De waterketen
Overzicht drinkwater en sanitatie
Figuur 2.1
2.1
Vrijwel de gehele Nederlandse bevolking is aangesloten op riolering en drinkwater. In totaal zijn hiervoor 477 operators actief. De inzameling van het afvalwater gebeurt door de 441 gemeenten, de afvalwaterzuivering door 26 waterschappen en de drink watervoorziening door 9 monodrinkwaterbedrijven en één multi-service bedrijf. Het laatstbedoelde bedrijf is Waternet, dat in en rondom Amsterdam de gehele watercyclus verzorgt. Tabel 2.1 geeft een aantal kerncijfers weer van de drinkwater- en sanitatievoorziening in Nederland. Tabel 2.2 toont per provincie de aantallen inwoners, huishoudens en oppervlakten die door de waterbedrijven worden bediend. De rekening die een huishouden jaarlijks voor de waterdiensten betaalt, staat in figuur 2.2.
Drinkwatervoorziening en sanitatie in Nederland 1) DRINKWATER Operators Bevolking aangesloten (%)
Tabel 2.1 AFVALWATER
AFVALWATER
AFVALWATER
totaal
collectie
zuivering
10
467
441
26
100
99
99
99
TOTAAL 477
Geleverd drinkwater/gezuiverd afvalwater In miljoen m3 3
In m per inwoner per jaar
1.093
2.068
67
126
In liters per inwoner per dag
182
310
Zuiveringstations
224
365
2)
8.600
3)
1.560
5)
9.098
1.258
6)
3.677
500
7)
1.823
Leidingnet (km)
115.921
115.700
107.100
Personeel (fte)
4.938
4.160
2.600
Omzet (miljoen euro)
1.413
2.264
1.006
Investeringen (miljoen euro)
323
1.500
4)
1.000
BRON: CBS, EUREAU, Stichting RIONED, Unie van Waterschappen en Vewin 1)
36 | Drinkwaterstatistieken 2008
Peildatum voor drinkwatergegevens is 2008, peildatum afvalwatergegevens wisselt (2006 / 2007).
2)
BRON: Unie van Waterschappen (Waterschapspeil 2009); Het CBS registreerde m.b.t. 2007 in totaal 356 zuiveringstations.
3)
Betreft deel van de riolering dat in beheer is bij de waterschappen (vnl. persleiding).
4)
Inclusief detachering en uitbesteding aan adviseurs, bestekschrijvers, inspectie/reiniging e.d.; exclusief uitbesteding aan aannemers.
5)
Fte’s zuiveringsbeheer, exlcusief ondersteunenende functies.
6)
Verontreinigingsheffing 2006 t.b.v. zuivering en waterkwaliteitsbeheer; Per 2009 bestaat voor zuivering specifiek de zgn. ‘zuiveringsheffing’.
7)
Inclusief 185 miljoen euro voor transport van afvalwater door waterschappen.
De watercyclus van bron tot kraan | 37
Hoofdstuk 2: De waterketen
Riolering
Basisgegevens per provincie
Tabel 2.2
PEILING EENHEID Aantal gemeenten
1/1/2009
NL
GR
FR
DR
OV
FL
GE
UT
NH
ZH
ZE
NB
LI
441
25
31
12
25
6
56
29
60
76
13
68
40
Aantal inwoners
1/1/2008
x 1000
16.405
573
643
488
1.120
379
1.984
1.201
2.626
3.461
381
2.425
1.124
Aantal huishoudens
1/1/2008
x 1000
7.242
272
277
206
468
152
840
532
1.232
1.563
166
1.037
498
Oppervlakte (totaal)
1/1/2008
2
km
41.528
2.960
5.749
2.680
3.421
2.412
5.137
1.449
4.092
3.403
2.934
5.082
2.209
Oppervlakte (land)
1/1/2008
km2
33.756
2.333
3.342
2.641
3.326
1.417
4.972
1.385
2.671
2.815
1.787
4.916
2.151
1)
2007
6
x 10 m
3
2.068
74
90
58
124
30
250
134
303
443
55
346
162
Afgeleverd drinkwater 1)
2008
x 106 m3
1.093
43
41
28
70
16
135
71
166
249
34
166
73
Gezuiverd afvalwater
1)
BRON: Stichting RIONED, Vewin, CBS
Verdeling naar provincie geschat o.b.v. historische gegevens
De kosten van de waterdiensten worden opgebracht door de inwoners en bedrijven in de verzorgingsgebieden. In 2009 bedraagt de totale waterketen nota voor een huishouden € 485, waarvan € 175 voor drinkwater, € 161 voor riolering en € 149 voor rioolwaterzuivering (Mini sterie van VROM, 2009). In figuur 2.2 is de ontwikkeling van de waterketen nota weergegeven. Figuur 2.2
EURO PER JAAR
De nota voor drinkwater is sinds 2006 met 2% gedaald. Tegelijkertijd is het rioolrecht met 14% gestegen, deels als gevolg van een hogere kostendekking (+3% naar 97%). Met betrekking tot zuivering is per 1 januari 2009 de Wvo-heffing vervangen door de Zuiveringsheffing. Deze heffing bekostigt het zuiveringsbeheer en bevat, i.t.t. de vroegere Wvo-heffing, geen kosten meer voor het passief waterkwaliteitsbeheer.
Gemiddelde nota voor een huishouden 1)
490
2.2
Stichting RIONED, het kennisinstituut voor riolering, publiceert periodiek cijfers over de riolering. De cijfers in deze paragraaf zijn ontleend aan de publicaties Riool in Cijfers 2009 – 2010 en de Rioleringsatlas van Nederland.
Personeel In de rioleringsector werken ca. 2600 mensen (fte). Medewerkers van de waterschappen die zich met riolering (persleidingen) bezighouden, zijn hierbij niet inbegrepen. Aan aannemers uitbestede werken zijn eveneens niet inbegrepen. Wel inbegrepen zijn externe bij de gemeenten gedetacheerde werknemers
2.2.1 en externe adviseurs, bestekschrijvers en inspectiepersoneel. Ongeveer de helft van de 2600 fte’s werkt in de binnendienst en de andere helft werkt in de buitendienst. De personeelsintensiteit van de binnendienst varieert met de grootte van de gemeenten (tabel 2.3).
Formatieplaatsen naar gemeentegrootte 1) GEMEENTEGROOTTE
Tabel 2.3 FTE
FTE
per 10.000 inwoners
per km buis
0-10.000
1,49
1,6
10.000-20.000
1,01
1,3
20.000-50.000
0,80
1,0
aantal inwoners
50.000-100.000
0,73
1,3
>100.000
0,71
1,6
Nederland
0,79
1,2
2)
485
454 BRON: Stichting RIONED
400
171
149
158 300 111
142
Formatieplaatsen binnendienst, peildatum 1 januari 2004
1)
Op basis van km buis totaal
2)
161
200 100
187
179
175
1998
2006
2009
Typen riolering en materialen Meer dan 99% van de bevolking is aangesloten op de riolering. Bij de rest wordt het afvalwater ter plekke gezuiverd, meestal met zogenoemde IBA’s (installaties
0
1)
Gecorrigeerd voor inflatie (2009=100)
2)
In 1998 en 2006 Wvo-heffing, in 2009 Zuiveringsheffing. De nota’s 1998 en 2006 waren resp. 9% en 20% hoger dan de kosten van het zuiveringsbeheer .
38 | Drinkwaterstatistieken 2008
2.2.2 voor Individuele Behandeling van Afvalwater). Tabel 2.4 geeft een overzicht van de typen voorkomende gemeentelijke rioleringstelsels.
Rioolwaterzuivering 2) Riolering Drinkwater
BRON: Ministerie van VROM
De watercyclus van bron tot kraan | 39
Hoofdstuk 2: De waterketen
Tabel 2.4
Typen gemeentelijke riolering TYPE RIOLERING
Gemengd gerioleerd
AANGESLOTEN INWONERS
NETLENGTE
x 1.000
%
km buis
11.400
69
48.500
% 48
Gescheiden gerioleerd
3.000
18
27.500
1)
Verbeterd gescheiden gerioleerd
1.350
8,2
10.600
2)
15750
96
86.600
85
590
3,6
15.000
15
65
0,4
Totaal vrijverval riolering Drukriolering Niet aangesloten (zuivering ter plaatse) Persleiding beheer gemeenten Totaal Nederland
27 10
100
107.100
2.2.3 (figuur 2.4). Het komt voor dat gemeenten de rioolheffing alleen boven een bepaald drempelgebruik naar rato van het drinkwatergebruik berekenen. Gebruikers in gemeenten waarbij een drempel van meer dan 250 m3 wordt gehanteerd, zijn in figuur 2.4 meegenomen als ‘vast bedrag’, dit omdat een huishouden in de regel onder de 250 m3 blijft.
Basis voor rioolheffing gebruikers
5.500 16.405
Rioolheffing Het rioleringsbeheer wordt voor 97% bekostigd door het opleggen van rioolheffingen en voor het overige uit WOZ-opbrengsten en algemene middelen (Ministerie van VROM, 2009). Een gemeente kan de rioolheffing heffen bij de gebruiker en/of de eigenaar van de woning c.q. bedrijf. De heffing bij de gebruiker kan o.m. gebaseerd zijn op het drink watergebruik, de omvang van het huishouden en op de WOZ-waarde
3)
Figuur 2.4
100
BRON: Stichting RIONED 1)
12.000 km tbv afvalwater, 15.500 km tbv regenwater
2)
5.000 km tbv afvalwater, 5.600 km tbv regenwater
3)
Waterschappen hebben daarnaast in beheer: 600 km vrijvervalriolering en 8.000 km persleiding.
Ruim twee van de drie huishoudens (69%) is aangesloten op een gemengd rioolstelsel, dat het afvalwater en het regenwater gezamenlijk afvoert. Ruim een kwart (26%) is aangesloten op een gescheiden rioolstelsel dat afvalwater en regenwater via afzonderlijke buizenstelsels inzamelt. Het afvalwater wordt afgevoerd naar een rwzi, het regenwater wordt rechtstreeks afgevoerd naar het Figuur 2.3
Materialen vrijverval riolering
oppervlaktewater. Bij een verbeterd gescheiden stelsel wordt het eerst afstromende en verontreinigde regenwater niet naar het oppervlaktewater maar (samen met het afvalwater) naar een rwzi afgevoerd. Bij drukriolering wordt het afvalwater eerst in een put verzameld, die één of enkele keren per dag wordt geleegd naar een rioleringsbuis door middel van een afvalwaterpomp.
BRON: Stichting RIONED
De hoogte van de rioolheffing varieert per gemeente en per type huishouden (eenpersoons of meerpersoons).
Variatie in rioolheffing naar type huishouden 2008
De riolering bestaat voor
Tabel 2.5
bijna driekwart uit betonnen leidingen en voor een kwart uit kunststof leidingen Laag BRON: Stichting RIONED
Mediaan
1)
MEERPERSOONS
huishouden
huishouden
25
30
147
166
Hoog
341
385
Gemiddeld
141
153
BRON: Stichting RIONED
40 | Drinkwaterstatistieken 2008
EENPERSOONS
De middelste waarneming
De watercyclus van bron tot kraan | 41
EURO PER JAAR
1)
Hoofdstuk 2: De waterketen
2.2.4
Tabel 2.6
Samenstelling ingezameld huishoudelijk afvalwater Huishoudelijk afvalwater bestaat voor een deel uit grijs en een deel uit zwart afvalwater. Grijs afvalwater is slechts licht verontreinigd water, bijvoorbeeld douchewater en
Verzorgingsgebieden Waterschappen
Figuur 2.5
wasmachine water. Zwart afvalwater is afkomstig van het toilet. Tabel 2.6 geeft de samenstelling van huishoudelijk afvalwater, uitgesplitst naar zwart en grijs afvalwater.
Samenstelling huishoudelijk afvalwater PARAMETER Biochemisch Zuurstof Verbruik (BZV)
ZWART AFVALWATER
GRIJS AFVALWATER
Totaal fosfaat (P-totaal)
VUILVRACHT
mg/l
mg/l
mg/l
g/inwoner/dag
440-570
290-370
330-420
50-65
600-1000
90-150
250-320
25-35
90-120
14-18
20-30
15-20
Chemisch Zuurstof Verbruik (CZV) Kjeldahl-stikstof (N-Kj)
GEMENGD
Zwevende stof
15-25
2-4
350-450
45-68
BRON: Stichting RIONED
2.3 Rioolwaterwaterzuivering De waterschappen zorgen ervoor dat al het afvalwater dat via de riolering is ingezameld, wordt gezuiverd in rwzi’s. In deze paragraaf zijn gegevens hierover bij elkaar gebracht, zoals gepubliceerd door de Unie van Waterschappen (Waterpeil 2009), de Stichting RIONED (Riool in Cijfers 2009 – 2010) en het CBS (Statistisch Jaarboek, Statline) 2.3.1
Verzorgingsgebieden In totaal zijn er 26 waterschappen. In figuur 2.5 staat van elk waterschap het verzorgingsgebied. Tabel 2.7 geeft voor elk waterschap een aantal algemene kengetallen weer. Enkele waterschappen hebben hun afvalwaterzuiveringstaak geheel of gedeeltelijk uitbesteed aan derden. In het verzorgingsgebied van Amstel Gooi en Vecht zuivert de stichting Waternet het afvalwater.
Waternet verzorgt in Amsterdam ook de drinkwatervoorziening en de riolering en in het gehele gebied van Amstel, Gooi en Vecht het watersysteembeheer. Het afvalwater in de verzorgingsgebieden van Peel en Maasvallei en van Roer en Overmaas wordt gezuiverd door Waterschapsbedrijf Limburg. Delfluent B.V. zuivert een deel van het afvalwater van het verzorgingsgebied van het Hoogheemraadschap van Delfland (regio Den Haag).
BRON: Unie van Waterschappen
42 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 43
Hoofdstuk 2: De waterketen
Kengetallen waterschappen (peildatum 1/1/2008)
Tabel 2.7 WATERSCHAP
GEMEENTEN 1)
PROVINCIES 1)
FTE 2)
OPPERVLAKTE
LAND
WATER
aantal
aantal
aantal
km2
%
%
698.000
29
1
391
1.610
98
2
1.200.000
27
3
3)
702
86
14
798.500
21
3
490
1.707
94,5
5,5
1.400.000
14
1
522
410
93
7
INWONERS aantal
Aa en Maas Amstel, Gooi en Vecht Brabantse Delta Delfland
Afnameverplichting De waterschappen maken afspraken met de gemeenten over de hoeveelheid afvalwater die moet worden afgenomen: de zogenoemde afnameverplichting. Indien niet aan de afnameverplichting wordt voldaan, zal
2.3.2 rioolwater via een overstort op het oppervlaktewater terecht komen. In 2007 hebben de waterschappen voor 96% kunnen voldoen aan de afnameverplichting (figuur 2.6)
Percentage i.e.’s waarvoor is voldaan aan afnameverplichting, 2007
Figuur 2.6
De Dommel
850.000
34
2
362
1.510
97,4
2,6
De Stichtse Rijnlanden
750.000
22
2
275
830
97
3
WATERSCHAP
Fryslân
650.000
34
2
515
3.550
94
6
Aa en Maas
Groot Salland
360.000
12
1
373
1.180
98
2
Amstel, Gooi en Vecht
Hunze en Aa’s
420.000
23
2
364
2.070
97
3
Brabantse Delta
Hollandse Delta
867.000
22
1
511
1.018
98
2
Delfland De Dommel
Hollands Noorderkwartier Noorderzijlvest Peel en Maasvallei
4)
Regge en Dinkel 4)
1.100.000
44
1
812
1.800
94
6
375.000
20
3
262
1.440
87
13
De Stichtse Rijnlanden
459.298
19
1
148
1.287
96,5
3,5
Fryslân
600.000
17
1
329
1.346
98
2
Groot Salland
750.880
23
1
120
915
98
2
Hunze en Aa`s
Reest en Wieden
210.000
13
2
208
1.375
94,7
5,3
Hollandse Delta
Rijn en IJssel
650.157
22
2
313
1.950
99
1
Hollands Noorderkwartier
1.300.000
42
3
629
1.113
.
.
Noorderzijlvest Regge & Dinkel
Roer en Overmaas
Rijnland Rivierenland
950.000
38
4
675
1.756
93
7
Schieland en de Krimpenerwaard
700.000
15
1
270
351
88,6
11,4
Reest en Wieden
Vallei & Eem
626.000
19
2
216
1.070
98
2
Rijn en IJssel
Velt en Vecht
210.000
9
2
160
914
98
2
Rivierenland
Veluwe
431.400
19
2
206
1.379
98
2
Schieland en de Krimpenerwaard
Zeeuwse Eilanden
273.255
10
2
361
1.040
95
5
Vallei en Eem
Zeeuws-Vlaanderen
107.366
3
1
162
753
99
1
Velt en Vecht
Zuiderzeeland
378.688
7
1
248
1.500
.
.
Veluwe
8.922
34.576
Waterschapsbedrijf Limburg Nederland
16.417.544
Zeeuwse Eilanden Zeeuws-Vlaanderen
BRON: Unie van Waterschappen / Stichting RIONED 1)
Gemeenten en provincies vallen soms onder meerdere waterschappen.
2)
Fte voor het gehele waterschap, dus inclusief watersysteembeheer e.d.
3)
Taken uitgevoerd door Waternet. Totale formatie Waternet (inclusief riolering en drinkwater) is 1486 fte.
4)
De zuiveringstaak wordt namens dit waterschap uitgevoerd door Waterschapsbedrijf Limburg.
Gemiddeld 84%
86%
88%
90%
92%
94%
96%
98%
100%
BRON: Unie van Waterschappen
44 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 45
Hoofdstuk 2: De waterketen
2.3.3
Zuiveringsprestaties Tabel 2.8 toont voor elk waterschap een aantal kengetallen die specifiek betrekking hebben op de zuiveringstaak, zoals de aantallen rwzi’s en hun capaciteit. De ontwerpcapaciteit is daarbij uitgedrukt in inwoner-
equivalenten (i.e.). Eén i.e. staat voor de gemiddelde hoeveelheid af te breken vuil in het afvalwater van één inwoner.
De waterschappen zuiverden in 2007 2,1 miljard m3 afvalwater in 356 rwzi’s, met een gezamenlijke capaciteit van bijna 24,5 miljoen inwonerequivalenten (CBS, 2009). Tabel 2.9 geeft de ontwikkeling van de zuiveringsprestaties van de branche weer. Het zuiveringsrendement
van de rwzi’s is sinds 2000 duidelijk verbeterd, vooral voor stikstof- en cadmiumverwijdering. In de tabellen 2.10 en 2.11 zijn de rwzi’s en zuiveringsprestaties voor het jaar 2007 nader uitgesplitst per stroomgebied.
Rioolwaterzuivering per waterschap 1)
Tabel 2.8
Zuivering van afvalwater in rioolwaterzuiveringsinstallaties, 2000 - 2007 RWZI’S WATERSCHAP
aantal
ONTWERP-
BELASTING
CAPACITEIT
2007
1000 i.e.
1000 i.e.
HYDRAULISCHE CAPACITEIT TOTAAL 1000 m3/uur
waarvan DWA 2)
GEZUIVERD
Tabel 2.9
ZUIVERINGSHEFFING
2007
2009
1000 m3/uur
miljoen m3
€ / v.e.
Aantal
2000
2005
2006
2007
391
368
363
356
7
1.558
1.573
47,3
8,2
109
36,84
Capaciteit (1.000 i.e.)
25.242
25.539
25.454
24.462
Amstel, Gooi en Vechtstreek
12
2.361
1.956
61,2
20,0
127
51,96
Volume gezuiverd (mln. m3)
1.997
1.841
1.854
2.068
Brabantse Delta
18
1.530
1.305
54,5
15,6
109
46,50
Biochemisch zuurstofverbruik
353.527
351.649
347.972
348.541
920.719
943.467
937.860
941.736
13.300
14.425
14.341
14.968 87.816
Aa en Maas
8
1.628
1.494
68,2
16,2
118
42,24
Chemisch zuurstofverbruik
17
1.527
1.221
41,7
12,8
83
54,72
Totaal-fosfor
Delfland
6
2.165
1.721
60,1
21,4
125
65,06
Totaal-stikstof
84.726
84.825
85.842
Fryslân
29
1.558
1.048
49,0
15,0
104
51,94
Cadmium
1,0
1,3
0,9
1,0
9
698
539
22,4
7,0
38
46,89
Chroom
23
17
17
21
De Dommel De Stichtse Rijnlanden
Groot Salland Hollands Noorderkwartier
20
1.671
1.517
51,4
20,6
99
49,57
Koper
157
160
150
156
Hollandse Delta
22
2.011
1.473
64,7
23,8
146
49,33
Kwik
0,51
0,42
0,38
0,38
Hunze en Aa’s
17
838
631
21,8
5,9
52
68,76
Lood
59
44
42
49
Noorderzijlvest
15
790
677
29,3
7,3
64
60,12
Biochemisch zuurstofverbruik
11.284
8.684
8.313
8.228
Chemisch zuurstofverbruik
91.033
77.895
77.268
79.026
18
2.326
1.921
110,2
58,6
167
4)
Reest en Wieden
8
572
438
13,6
4,7
32
49,68
Totaal-fosfor
2.845
2.651
2.596
2.643
Regge en Dinkel
19
1.501
1.144
56,0
13,0
78
45,66
Totaal-stikstof
28.952
21.742
19.057
17.849
Rijn en IJssel
14
1.383
1.090
44,8
14,3
73
40,74
Cadmium
0,47
0,25
0,25
0,27
Rijnland
33
1.650
.
.
.
43,50
Chroom
5,0
3,4
3,0
3,3
Waterschapsbedrijf Limburg
3)
.
39
1.788
1.423
58,9
17,4
123
51,51
Koper
18
12
10
11
Schieland en de Krimpenerwaard
9
655
596
24,7
7,0
60
51,75
Kwik
0,14
0,10
0,10
0,091
Vallei & Eem
8
1.261
1.010
33,0
12,2
71
43,08
Lood
8,6
6,2
5,4
5,0
Velt en Vecht
7
466
386
14,1
4,3
26
61,06
Biochemisch zuurstofverbruik
97
98
98
98
Veluwe
8
964
1.007
27,4
6,5
63
42,72
Chemisch zuurstofverbruik
90
92
92
92
10
613
487
19,5
5,0
38
52,62
Totaal-fosfor
79
82
82
82
Zeeuws-Vlaanderen
7
259
187
7,4
2,1
16
55,00
Totaal-stikstof
66
74
78
80
Zuiderzeeland
5
474
.
.
27
57,10
Cadmium
54
81
72
74
Chroom
78
80
83
84
Koper
89
92
94
93
Rivierenland
Zeeuwse Eilanden
.
1)
Peildatum 1-1-2008, tenzij anders vermeld.
Kwik
72
77
73
76
2)
DWA: Droog Weer Aanvoer.
Lood
86
86
87
90
3)
Waterschapsbedrijf Limburg vervult deze taak namens Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas.
4)
Peel en Maasvallei € 46,85 en Roer en Overmaas € 49,30.
46 | Drinkwaterstatistieken 2008
BRON: Unie van Waterschappen / Stichting RIONED
BRON: CBS
De watercyclus van bron tot kraan | 47
RWZI’S
INFLUENT (1.000 KG)
EFFLUENT (1.000 KG)
RENDEMENT (%)
Hoofdstuk 2: De waterketen
Voldoen van gezuiverd afvalwater aan lozingseisen en nalevingspercentage, 2007 Elke rwzi moet voldoen aan het Lozingenbesluit stedelijk afvalwater en aan de lozingseisen zoals gesteld in de lozingsvergunning op basis van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater. De vergunning kan meer en ook strengere eisen bevatten dan het Lozingenbesluit.
Figuur 2.7
In 2007 was het nalevingspercentage 99%, dat wil zeggen dat 99% van alle metingen voldeed aan de lozingseisen. Gemeten naar het percentage gezuiverde i.e.’s waarvoor rwzi’s in alle opzichten gedurende het hele jaar aan de lozingseisen voldeden, is de uitkomst 61% (figuur 2.7).
WATERSCHAP Aa en Maas Amstel, Gooi en Vecht Brabantse Delta Delfland De Dommel De Stichtse Rijnlanden Fryslân
Tabel 2.10
Rwzi’s naar stroomgebied 2007
Groot Salland Hunze en Aa`s
AANTAL RWZI’S
CAPACITEIT
VOLUME GEZUIVERD
1.000 i.e.
1.000 m3
Hollandse Delta Hollands Noorderkwartier
Eems
16
809
92.313
Noorderzijlvest
Rijn-Noord
42
1.202
117.907
Regge & Dinkel
Rijn-Oost
60
3.551
283.674
Reest en Wieden
Rijn-Midden
18
1.593
122.303
Rijn en IJssel
Rijn-West
140
10.845
874.969
Rivierenland
Maas
58
5.349
477.483
Schieland en de Krimpenerwaard
Schelde
22
1.112
99.625
Vallei en Eem Velt en Vecht
Nederland
356
24.462
2.068.275
BRON: CBS
Veluwe Waterschapsbedrijf Limburg Zeeuwse Eilanden Zeeuws-Vlaanderen
Tabel 2.11
Zuiveringsresultaten naar stroomgebied 2007 Gemiddeld BZV
CZV
STIKSTOF
FOSFOR
influent
effluent rendement
influent
effluent rendement
influent
effluent rendement
influent
effluent rendement
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
1.000 kg
1.000 kg
%
1.000 kg
1.000 kg
%
1.000 kg
1.000 kg
%
1.000 kg
1.000 kg
%
Eems
12.275
673
95
32.713
5.450
83
3.274
908
72
508
114
78
Rijn-Noord
17.399
416
98
44.963
5.205
88
4.173
775
81
722
143
80
Rijn-Oost
52.850
867
98
153.764
11.295
93
13.569
2.430
82
2.290
492
79
percentage van gezuiverde i.e.’s dat gedurende gehele jaar in alle opzichten voldeed aan lozingseisen nalevingspercentage
Rijn-Midden
25.984
383
99
70.440
4.876
93
6.376
976
85
1.067
104
90
Rijn-West
145.820
3.480
98
392.200
31.090
92
38.063
8.022
79
6.303
1.016
84
Maas
77.872
2.040
97
204.094
16.249
92
18.270
3.913
79
3.355
617
82
Schelde
16.342
368
98
43.563
4.861
89
4.091
824
80
722
156
78
Nederland
348.542
8.227
98
941.736
79.026
92
87.817
17.849
80
14.968
2.643
82
70%
80%
90%
100%
BRON: Unie van Waterschappen
BRON: CBS
48 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 49
Hoofdstuk 2: De waterketen
Particuliere afvalwaterzuivering 2.3.4
Financiering De afvalwaterzuiveringstaak wordt bekostigd door middel van de zuiveringsheffing, welke wordt opgelegd aan de inwoners en bedrijven in het verzorgingsgebied. De heffing wordt vastgesteld op basis van het aantal in rekening te brengen vervuilingeenheden (v.e.). Tabel 2.8 toont voor elk waterschap welk bedrag per v.e. in rekening wordt gebracht. Huishoudens betalen een vast bedrag per jaar (forfaitaire aanslag): een eenpersoonshuishouden krijgt een aanslag voor 1 v.e. en een meerpersoonshuishoudens voor 3 v.e. Voor bedrijven geldt als uitgangspunt dat het aantal v.e.’s wordt berekend op basis van de samenstelling van het afvalwater. Daarvoor wordt het afvalwater bemeten, bemonsterd en geanalyseerd. In het laboratorium worden het Chemisch Zuurstofverbruik (CZV) en het zuurstofverbruik door omzetting van stikstofverbindingen (Nkj) vastgesteld. Met behulp van die gegevens en de afgevoerde hoeveelheid afvalwater wordt vastgesteld hoeveel kilogram zuurstof er nodig is om de biologisch afbreekbare stoffen in het afvalwater af te breken. Elke 54,8 kilogram zuurstof staat daarbij voor één v.e. Bij de kleinere bedrijven wordt de vervuilingwaarde van het afvalwater op een eenvoudiger manier berekend,
2.4
namelijk met behulp van de tabel afvalwatercoëfficienten. Het aantal v.e. wordt dan berekend door vermenigvuldiging van het aantal m3 ingenomen water met de afvalwatercoefficient van de branche waartoe betreffend bedrijf behoort.
Behalve door waterschappen wordt ook veel afvalwater gezuiverd door bedrijven. Tabel 2.12 geeft per economische activiteit een overzicht van de aanwezige particuliere awzi’s. In totaal telt het CBS bij bedrijven 451 awzi’s, met een totale zuiveringscapaciteit van 13,5 miljoen inwonerequivalenten. De soort awzi’s loopt uiteen van kleine installaties voor de verwijdering van zware metalen tot grote biologische zuiveringsinstallaties voor de verwijdering van biologisch afbreekbare stoffen.
Behalve op zuurstofverbruik wordt er ook geheven op een aantal zware metalen en zouten. De vervuilingwaarde daarvan wordt berekend op grond van de afgevoerde gewichtshoeveelheden. Om die hoeveelheden vast te stellen, moet er altijd worden gemeten, bemonsterd en geanalyseerd. Omdat bij de berekening een zekere franchise kan worden toegepast, zijn er in de praktijk maar weinig bedrijven die ook voor deze stoffen daadwerkelijk een aanslag krijgen.
Als we de zuiveringscapaciteit van de awzi’s optellen bij de zuiveringscapaciteit van de rwzi’s (24,5 miljoen i.e.) komt de totale zuiveringscapaciteit in Nederland uit op ca. 38 miljoen inwonerequivalenten. Een deel van de bedrijven loost het effluent van de awzi op de riolering.
Wanneer het berekende aantal v.e. minder dan vijf bedraagt, dan krijgt het bedrijf een aanslag voor drie v.e. Is de vervuilingswaarde één v.e. of minder, dan is het bedrijf één v.e. verschuldigd.
Afvalwaterzuivering bij bedrijven
Tabel 2.12 AWZI’S
WAARVAN BIOLOGISCHE AWZI’S 1)
CAPACITEIT
aantal
aantal
1 000 i.e.
Waaronder:
392
154
12.163
Voedingsmiddelenindustrie
133
97
7.292
10
1
12
Industrie
Textielindustrie Leer- en lederwarenindustrie
Bedrijven die hun afvalwater direct op het oppervlaktewater lozen, betalen verontreinigingsheffing (geen zuiveringsheffing); deze heffing wordt door het waterschap aangewend voor de bekostiging van het watersysteembeheer (waaronder waterkwaliteitsbeheer).
Dit afvalwater ondergaat dus ook nog de rioolwaterzuivering. Door de vóórzuivering besparen deze bedrijven op de te betalen zuiveringsheffing aan het waterschap. Het andere deel van de bedrijven loost het effluent direct op het oppervlaktewater.
5
2
104
Papierindustrie
24
11
939
Aardolie-, chemie- en kunstoffenindustrie
76
38
3.599
Basismetaal- en metaalproductenindustrie.
80
2
143
Overige
59
29
1.378
19
10
827
451
183
13.541
Waaronder: Milieudienstverlening Totaal BRON: CBS
50 | Drinkwaterstatistieken 2008
Inclusief gecombineerd biologisch-fysisch chemische awzi’s
De watercyclus van bron tot kraan | 51
1)
HOOFDSTUK 3
Waterbedrijven zijn gebonden aan de omgeving waarin zij opereren en hebben te maken met vragen als: Welke drinkwaterbronnen zijn beschikbaar? Hoe is de kwaliteit van de bronnen? Hoe is het met de bodem gesteld waarin het netwerk zich bevindt en welke randvoorwaarden stelt de natuur?
In dit hoofdstuk staan statistische gegevens over deze aspecten.
52 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 53
Hoofdstuk 3: Bronnen, bodem en natuur
2-44
2-4 2-44
3.1 Beschikbaarheid en gebruik bronnen 2-4
Nationale zoetwaterbalans In figuur 3.1 staat de nationale zoetwaterbalans. Het langjarig gemiddelde van het neerslagoverschot, ook wel ‘internal flow’ genoemd bedraagt ca. 9 miljard m3 per jaar. Het neerslagoverschot bestaat uit de neerslag minus de verdamping. De rivieren (‘external inflow’)
voeren 81 miljard m3 aan. Opgeteld vormen de 90 miljard m3 de jaarlijks beschikbaar komende hoeveelheid zoetwater (‘total fresh water resources’). Ongeveer 86 miljard m3 daarvan verdwijnt via de rivieren weer naar zee.
51 1
366
1-6
31 31 2441 271 71 1
Figuur 3.1
Figuur 3.2 Figu
31 1
MILJARD M3
22
71 9
37
61 1
366 31 31
21 1 441 1
266
21 1
46 46
31 31 53 296 296 29
5 53
81 81 21
251 25 1
2166 21
21
22
366
7
34
25 56
7
Diepte van het grond-
49
water ten opzichte van het NAP (meters)
288
37 32
Lager dan 0
7
0 - 10
64
10 - 20 20 - 40
Grondwatervoorraad De hoeveelheid grondwater in de Nederlandse ondergrond bedraagt naar schatting 800 miljard m3 (Noordhoff atlasproducties, 2009). Het kaartje in figuur 3.2 geeft een indruk van de winbaar geachte hoeveelheden grondwater per hydrologische eenheid eenheid. BRON: Eurostat, Compendium voor de Leefomgeving
54 | Drinkwaterstatistieken 2008
40 - 120 Hydrologische eenheid Winbaar geachte hoeveelheden Winb
96 96
gron grondwater per hydrologische eenh eenheid (1998), in mln. m3/jaar
BRON: Noordhoff Bosatlas van Ondergronds NL / Deltares, TNO
De watercyclus van bron tot kraan | 55
Hoofdstuk 3: Bronnen, bodem en natuur
Waterwinning Het Centraal Bureau voor de Statistiek rapporteert periodiek over onttrekkingen en gebruik van grondwater en oppervlaktewater in Nederland. In de tabel 3.1 staan de cijfers over de waterwinning in Nederland in 2006. In totaal werd 14,4 miljard m3 water gewonnen, waarvan 1,1 miljard m3 grondwater, 8,7 miljard m3 zoet oppervlaktewater en 4,6 miljard m3 zout oppervlaktewater. Van het zoete oppervlaktewater werd 85% (7,4 miljard m3) Tabel 3.1
Figuur 3.3 % METINGEN DAT VOLDOET AAN DE NORM
Drinkwaterbedrijven
90
Eems Rijn
80 Schelde
70 Maass
Waterwinning 2006 TOTAAL
MILJOEN M3
Kwaliteit oppervlaktewater naar stroomgebied gebruikt voor koelprocessen. Slechts 1,3 miljard m3 van het zoete oppervlaktewater werd voor andere processen gebruikt. Opgeteld bij het grondwater bedroeg de totale zoetwaterwinning (excl. koeling) derhalve ca. 2,4 miljard m3. In hoofdstuk 4.1 komt het watergebruik t.o.v. de beschikbare bronnen nader aan de orde in een vergelijking met andere landen.
GRONDWATER
60 50
OPPERVLAKTEWATER zoet
zout
totaal 40
1.279
777
502
-
502
Eigen winning landbouw
138
91
48
-
48
Eigen winning industrie
3.371
188
2.452
731
3.183
Energiebedrijven
9.053
1
5.177
3.875
9.052
Overig
519
3
517
-
517
20
Totaal
14.361
1.059
8.696
4.606
13.302
10
1)
30
0 1)
3
3
Hiervan is ca. 7,4 miljard m gebruikt voor koeling en 1,3 miljard m voor andere processen.
BRON: CBS
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
BRON: Ministerie van Verkeer en Waterstaat
3.2 Kwaliteit oppervlaktewater Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat brengt jaarlijks een voortgangsrapportage uit over het waterbeheer in Nederland. Dit rapport Water in Beeld 2009 bevat data over de kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland. Ook de Unie van Waterschappen rapporteert in haar rapportage ‘Waterschapspeil 2009; Waterschappen vergeleken’ over dit onderwerp. De gegevens in deze paragraaf komen uit deze twee rapporten.
Binnen drinkwaterbeschermingszones gelden strengere normen voor bepaalde chemische verbindingen en bepaalde biologische kwaliteitselementen. In figuur 3.4 is het percentage van deze verbindingen / kwaliteitselementen weergegeven dat aan de norm voldoet voor een selectief aantal stoffen op een selectief aantal
locaties. Een kwart van deze locaties voldoet in 2008 niet aan de normen. Indien het rivierwater van onvoldoende kwaliteit is, stoppen de drinkwaterbedrijven tijdelijk de waterinname. Tabel 3.2 toont het aantal innamestops in de afgelopen drie jaar.
Innamestops drinkwaterbedrijven In principe moeten alle waterlichamen in 2015 een goede ecologische en een goede chemische toestand bereiken. In 2008 zijn voor het eerst de gegevens van 2007 getoetst volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW). Hieruit blijkt dat in elk waterlichaam minstens één parameter aanwezig is die niet voldoet aan de norm. Voor de meeste ecologische parameters worden de normen
56 | Drinkwaterstatistieken 2008
momenteel niet gehaald, voor de meeste chemische stoffen worden ze wel gehaald. Volgens het ‘one out, all out principe’ voldoet dus bijna geen enkel waterlichaam aan de norm. Indien wordt gemeten op basis van ‘het percentage metingen dat voldoet aan de norm’ ontstaat een gunstiger beeld (figuur 3.3).
Tabel 3.2 2006
20007
2008
Rijn drinkwaterbedrijven
0
1
8
Maas drinkwaterbedrijven
31
66
55
BRON: Ministerie van Verkeer en Waterstaat
De watercyclus van bron tot kraan | 57
Hoofdstuk 3: Bronnen, bodem en natuur
Figuur 3.4
Ongehinderd gebruik oppervlaktewater (drinkwater beschermingzônes)
Chemische toestand (KRW monitoringsresultaten oppervlaktewaterlichamen)
Figuur 3.5
% LOCATIES DAT VOLDOET AAN DE NORM 90 80 70 60 50 40 Oordeel
30
Voldoet 20
Voldoet niet Onbekend
10 Achtergrond 0
Bebouwing 1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
Water Stroomgebied
BRON: Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Grens 1-mijlszone Grens rijk
De mate waarin de waterlichamen in Nederland voldoen aan de doelen voor de te bereiken chemische toestand in 2015 staat weergegeven in figuur 3.5. Het toetsingskader hiervoor is de Richtlijn Prioritaire stof-
fen en vindt plaats op basis van het principe ‘one out, all out’. Figuur 3.6 geeft de uitkomsten per waterschap (voor zover bekend). Rijn Noord
Rijn West
Rijn Midden
Maas Schelde BRON: Ministerie van Verkeer en Waterstaat
58 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 59
Rijn Oost
Eems
Hoofdstuk 3: Bronnen, bodem en natuur
Figuur 3.6
Bronnen van normoverschrijdende stoffen in stroomgebied Rijn
Percentage waterlichamen per waterschap dat voldoet aan de normen voor prioritaire stoffen, 2007
Figuur 3.7 Benzo(a)antraceen
Aa en Maas Amstel, Gooi en Vecht
Zink
Brabantse Delta Delfland
Koper
De Dommel De Stichtse Rijnlanden
Stikstof
Fryslân Groot Salland
Fosfaat
Hunze en Aa’s Hollandse Delta
Benzo(a)pyreen
Hollands Noorderkwartier Noorderzijlvest 0%
Peel en Maasvallei
10%
20%
30%
40%
50%
60%
80%
70%
90%
100%
Regge & Dinkel
Bronnen van normoverschrijdende stoffen in stroomgebied Maas
Roer en Overmaas Reest en Wieden
Dimethoaat
Rijn en IJssel Rivierenland
Benzo(a)antraceen
Vallei en Eem Zeeuwse Eilanden
Koper
Zeeuws-Vlaanderen Zuiderzeeland
Zink Gemiddeld Stikstof 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100% Fosfaat
BRON: Unie van Waterschappen Trichloorbenzeen
Het percentage oppervlaktewaterlichamen met een goede beoordeling bedroeg voor het stroomgebied Rijn 95% en voor het stroomgebied Maas 68%. Per stroomgebied zijn de bronnen geanalyseerd van de belangrijkste normoverschrijdende stoffen in oppervlaktewater. In het stroomgebied Rijn overschrijdt
60 | Drinkwaterstatistieken 2008
vooral benzo(a)pyreen in een aantal waterlichamen de norm. In het stroomgebied Maas gaat het vooral om de stoffen hexachloorbutadiëen, penta- en trichloorbenzeen, trifuraline, endosulfan, kwik en cadmium. Van een aantal normoverschrijdende stoffen zijn in figuur 3.7 de bronnen weergegeven.
Kwik Cadmium 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Landbouw
Run-off
Industrie
Materialen/constructie ongerioleerd gebied
Ongelukken
RWZI
Overige bronnen
Verkeer en infrastructuur
Overstort
BRON: Ministerie van Verkeer en Waterstaat
90%
100%
De watercyclus van bron tot kraan | 61
Hoofdstuk 3: Bronnen, bodem en natuur
3.3 Kwaliteit grondwater
Figuur 3.8 & 3.9
In het rapport Water in Beeld 2009 staan ook cijfers over de kwaliteit van het grondwater. Van de grondwaterlichamen in Nederland heeft 61 procent een goede beoordeling voor de chemische toestand. Door een natuurlijke oorzaak overschrijden fosfaat, chloride en arseen incidenteel de norm. Verder overschrijden nitraat en gewasbeschermingsmiddelen soms de norm.
Bij te hoge concentraties nitraat wordt het grondwater minder geschikt voor de bereiding van drinkwater. Het nitraat moet dan eerst verwijderd worden, want drinkwater mag maximaal 50 (mg/liter) nitraat bevatten. In
Bij verlaging van het waterpeil in polders van laaggelegen kustgebieden treedt aanvoer van zout op uit diepe, met zeewater gevulde zandlagen. Hierdoor nemen de zoutconcentraties in het grondwater toe waardoor het minder geschikt wordt voor drinkwaterwinning. Klimaatverandering en zeespiegelstijging versnellen
Nitraat in het bovenste grondwater
Verzilting
dit proces. Daarnaast treedt verzilting via het oppervlaktewater op doordat in droge perioden zout oppervlaktewater zich ver landinwaarts verplaatst. Figuur 3.8 geeft de diepte weer van het brak-zout grensvlak in Nederland. Figuur 3.9 geeft de grondwaterwinningen in Nederland weer die gevoelig zijn voor verzilting.
een groot deel van Oost-Nederland is de concentratie aan Nitraat in het grondwater hoger. Figuur 3.10 geeft de concentraties Nitraat aan in het bovenste grondwater, zoals die in Nederland worden aangetroffen. Figuur 3.10
Grondwaterwinningen gevoelig voor verzilting Gro
Diepte brak-zout grensvlak (1000 mg chloride per liter) in meters beneden NAP Boven NAP
Verhoogde kans op maritieme verzilting
5-0 10 - 5 25 - 10 50 - 25 100 - 50 200 - 100 300 - 200 300 of dieper Onvoldoende metingen beschikbaar
Hoeveelheid nitraat in het bovenste grondwater in mg/l 0 - 25 EU - norm (maximum)
25 - 50 50 - 100 100 - 150
BRON: Noordhoff Bosatlas van Ondergronds Nederland / Deltares, TNO
62 | Drinkwaterstatistieken 2008
BRON: Noordhoff Bosatlas van Ondergronds Nederland / KWR Watercycle Research Institute
> 150 BRON: Noordhoff Bosatlas van Ondergronds Nederland / RIVM
Geen gegevens
De watercyclus van bron tot kraan | 63
Hoofdstuk 3: Bronnen, bodem en natuur
C. Bodemzetting Hmpcbmf!cpefn{fuujoh!jo nfufst!cjk!ifu!pqcsfohfo wbo!2!nfufs!espph!{boe njoefs!ebo!1-3
Bodemzetting
3.4 Bodemgesteldheid
Figuur 3.12
1-3!.!1-4 1-4!.!1-6
Waterbedrijven hebben bij de aanleg en het onderhoud aan de leidingnetten te maken met de specifieke ondergrond in het voorzieningsgebied.
1-6!.!1-7
Globale bodemzetting
1-7!.!1-9
in meters bij het opbrengen
1-9!pg!nffs
van 1 meter droog zand
Hffo!{fuujoh
In de lithologische kaart van Nederland (figuur 3.11) staan de grondlagen weergegeven van de bovenste 1,5 tot 2 meter bodem. Figuur 3.12 geeft de bodemzetting weer, dat is de mate van verzakking als gevolg van belasting van de bodem. Hoe hoger de zettingsgraad hoe gevoeliger de bodem is voor leidingbreuken. Vooral klei- en veengronden zijn gevoelig voor bodemdaling,
waardoor in dergelijke gebieden extra maatregelen nodig zijn om leidingbreuken te beperken.
Minder dan 0,2 0,2 - 0,3 0,3 - 0,5
De keuze van waterwingebieden en het beheer ervan wordt mede bepaald door het grondgebruik in een voorzieningsgebied. Figuur 3.13 geeft een overzicht van het grondgebruik in Nederland.
0,5 - 0,6 0,6 - 0,8 0,8 of meer Geen zetting
. Lithologie
Figuur 3.11
Lithologie
BRON: Noordhoff Bosatlas van Ondergronds Nederland / TNO, Deltares
Bebouwing, kunstmatig aangelegde gebieden 1
36
61!ln
Veraarde bovengrond op diep veen Veraarde bovengrond op veen op zand Kleidek op veen Kleidek op veen op zand Zanddek op veen op zand
F. Grondgebruik in 2005 Hsbtmboe Bllfs!fo!lbmf!hspoe Ifjef!fo!ipphwffo
Veen op ongerijpte klei
Cpt Cfcpvxjoh!fo!xfhfo Xbufs
Leemarm fijn zand Zwak lemig fijn zand
Sjfunpfsbt
Mffvxbsefo
Tuvjgevjofo!fo!{boeqmbufo
Hspojohfo
Grondgebruik in 2005
Figuur 3.13
Sterk lemig fijn zand op grof zand
Bttfo
Grasland
Sterk lemig fijn zand op (klei)leem Sterk lemig zand
Akker en kale grond
Nfqqfm
Grof zand
Heide en hoogveen [xpmmf
Zavel met homogeen profiel Bntufsebn
Lichte klei met homogeen profiel
Bos
Bmnfsf
Bebouwing en wegen Fotdifef
Klei met zware tussenlaag Efo!Ibbh
Klei op veen
Rietmoeras
Efmgu
Klei op fijn zand
Water
Vusfdiu Bsoifn
Stuifduinen en zandplaten
Spuufsebn Ojknfhfo
Klei op grof zand t.Ifsuphfocptdi
Leem Njeefmcvsh
Fjoeipwfo
BRON: Noordhoff Bosatlas van BRON: Noordhoff Bosatlas van Ondergronds Nederland / Alterra
Ondergronds Nederland / Alterra Nbbtusjdiu 1
64 | Drinkwaterstatistieken 2008
21
31
41
51
61!ln
De watercyclus van bron tot kraan | 65
Hoofdstuk 3: Bronnen, bodem en natuur
3.5 Natuur Drinkwaterbedrijven hebben te maken met grondwaterbeschermingsgebieden en natuurgebieden. Het areaal aan grondwaterbeschermingsgebieden in Nederland bedraagt ruim 121.000 ha. Naast grondwaterbeschermingsgebieden beheren drinkwaterbedrijven natuurgebieden met een oppervlakte van ruim 20.000 ha. De Europese Unie wil de achteruitgang van biodiversiteit stoppen, onder meer door het realiseren van een netwerk van belangrijke natuurgebieden: het Natura-2000 netwerk. Dit zijn beschermingszones waarin instandhoudingmaatregelen moeten worden genomen voor diverse beschermde dier- en plantensoorten. Een en ander vloeit voort uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, die in Nederland is vertaald
in de Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet. Nederland heeft inmiddels 162 Natura-2000 gebieden aangemeld. De gebieden zijn in figuur 3.14 weergegeven, tezamen met de grondwaterbeschermingsgebieden en de stroomgebieden van de Kaderrichtlijn Water. De Natura 2000 gebieden beslaan ongeveer 1 miljoen hectaren, waarvan tweederde bestaat uit open water (inclusief de kust wateren).
De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een samenhangend netwerk van in (inter)nationaal opzicht belangrijke, duurzaam te behouden ecosystemen. Via de Nota Ruimte (2005) heeft de EHS wettelijke status gekregen. Naast gebieden op het land zijn de grote wateren, waaronder Waddenzee, IJsselmeer, Zeeuwse delta en Noordzee aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Klimaatverandering zal gevolgen hebben voor de natuur en de soortensamenstelling in
Nederland. Om verplaatsingen van soorten mogelijk te maken worden binnen de EHS aanvullend een twaalftal ’robuuste ecologische verbindingen’ gerealiseerd. De Natura 2000 gebieden liggen vrijwel geheel binnen de EHS en beslaan ongeveer de helft van de EHS op het land (Compendium voor de Leefomgeving, 2009). De overlap tussen Natura-2000 gebieden en de Ecologische Hoofdstructuur is weergegeven in figuur 3.15.
Natura-2000 en EHS gebieden
Figuur 3.15 Natura 2000
Figuur 3.14
Natura-2000 000 00 gebieden, te erbeschermingsgebieden grondwaterbeschermingsgebieden trroomgebieden en KRW stroomgebieden
Natura 2000 & EHS EHS
Grondwaterbeschermingsgebieden c chermingsgebieden b bieden Natura 2000 gebieden disstricten Stroomgebieddistricten
atercycle Research Institute BRON: KWR Watercycle
66 | Drinkwaterstatistieken rstatistieken k 2008
BRON: Compendium voor de Leefomgeving / Ministerie van LNV
De watercyclus van bron tot kraan | 67
Hoofdstuk 4: Internationaal
HOOFDSTUK 4
internationaal In dit hoofdstuk worden een aantal indicatoren van de watersector internationaal vergeleken. Eerst vergelijken we de beschikbaarheid van zoetwater (4.1) en daarna diverse indicatoren voor drinkwater en sanitatie, zoals aansluitpercentages, waterwinning en drinkwatergebruik (4.2). De belangrijkste gegevensbron voor dit hoofdstuk is het in 2009 uitgekomen EUREAU rapport Statistics Overview on Water and Wastewater in Europe 2008. De peildatum van uit deze bron overgenomen gegevens loopt voor de diverse landen uiteen, globaal tussen 2005 en 2008. Daarnaast zijn gegevens ontleend aan rapporten van de Verenigde Naties en van de International Water Association (IWA). Gegevens over flessenwater zijn ontleend aan een brochure van de Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen.
68 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 69
Hoofdstuk 4: Internationaal
4.1 Beschikbaarheid en gebruik waterbronnen Het overgrote deel van het water op onze aardbol is zout (97,5%). Van het zoete water (2,5%) zit ruim tweederde opgeslagen in ijskappen, is bijna een derde grondwater en bevindt zich amper 0,4% in zoetwatermeren en rivieren (figuur 4.1).
Figuur 4 .1
Water Exploitatie Index (WEI) Tabel 4.1 geeft per continent een overzicht van zogenoemde hernieuwbare zoetwaterbronnen en het percentage onttrekking daaraan. Hernieuwbaar zoetwater is water dat elk jaar opnieuw beschikbaar komt via bijvoorbeeld de rivieraanvoer en het neerslagoverschot. Het percentage dat in een land aan de hernieuwbare hoeveelheid wordt onttrokken, wordt de Water Exploitatie Index (WEI) genoemd. In Europa bedraagt de WEI gemiddeld 6,3%; Inclusief gebruik voor koeling bedraagt de WEI in Europa 10,6% (EUREAU, 2009). In Nederland komt jaarlijks ca. 90 miljard m3 hernieuwbaar zoetwater beschikbaar. De zoetwater onttrekking 2006 (exclusief gebruik voor koelwater) bedroeg 2,4 miljard m3 (3.1), wat neerkomt op een WEI van 2,5%. Inclusief gebruik voor koelwater is de jaarlijkse onttrekking ca. 10 miljard m3 en bedraagt de WEI 11%.
BRON: VN
Tabel 4.1
Drinkwater en sanitatie
4.2
Realisatie Millennium Development Doelstellingen In 2000 hebben de Verenigde Naties zich ten doel gesteld dat in 2015 het aandeel (t.o.v. 1990) van de wereldbevolking dat geen duurzame toegang heeft tot drinkwater en sanitatie moet zijn gehalveerd. Tussen 1990 en 2006 hebben 1,1 miljard mensen toegang gekregen tot sanitatie. In 2006 hadden wereldwijd 2,5 miljard mensen nog geen toegang. Om de doelstelling te halen zullen tot 2015 nog 1,4 miljard mensen toegang moeten krijgen (Verenigde Naties, 2008).
4.2.1
Aandeel bevolking met duurzame toegang tot drinkwater
km3 /jaar
km3 /jaar
%
Afrika
3.936
217
5,5
Azië
11.594
2.378
20,5
Latijns Amerika
13.477
252
1,9
93
13
14,0
6.253
525
8,4
Caribbean Noord Amerika
1)
Oceania
1.703
26
1,5
Europa
6.603
418
6,3
Wereld
43.659
3.829
8,8
Onttrekking als percentage van de hernieuwbare bronnen
70 | Drinkwaterstatistieken 2008
1)
stedelijk
landelijk
totaal
stedelijk
landelijk
Ontwikkelingslanden
71
93
59
84
94
76
88
95
82
92
96
87
Sub-Saharan Afrika
49
82
35
58
81
46
Latijns Amerika en Caribbean
84
94
61
92
97
73
Oost Azië
68
97
55
88
98
81
Zuid Azië
74
91
68
87
95
84
Zuid-Oost Azië
73
92
64
86
92
81
West Azië
86
95
70
90
95
80
Commonwealth of Independent States (CIS) WATER EXPLOITATIE INDEX
2006
totaal Noord Afrika
Oceania TOTALE WATER ONTTREKKING
Tabel 4.2
1990
Zoetwatervoorraden en onttrekkingen HERNIEUWBARE WATER BRONNEN
Voor drinkwater is de situatie beter. Maar in 2006 hebben nog altijd 884 miljoen mensen geen toegang tot goed drinkwater. Het grootste deel hiervan (746 miljoen mensen) leeft in landelijk gebied. De tabellen 4.2 en 4.3 geven de laatst beschikbare cijfers weer over de mate waarin mensen in de verschillende delen van de wereld duurzame toegang hebben tot drinkwater en sanitatie.
1)
51
92
39
50
91
37
93
97
84
94
99
86
CIS Azië
87
95
80
88
98
79
CIS Europa
95
98
87
97
99
91
Ontwikkelde landen
98
100
95
99
100
97
Wereld
77
95
63
87
96
78
BRON: VN
Voormalige Sovjet Unie.
BRON: VN
De watercyclus van bron tot kraan | 71
%
1)
Hoofdstuk 4: Internationaal
Tabel 4.3
Aandeel bevolking met duurzame toegang tot sanitatie voorziening 1990
%
Bevolking aangesloten op drinkwaternet
Figuur 4.2 Nederland
2006
totaal
stedelijk
landelijk
totaal
stedelijk
landelijk
Luxemburg
Ontwikkelingslanden
41
66
28
53
71
39
Zwitserland
Noord Afrika
62
82
44
76
90
59
België
Sub-Saharan Afrika
26
40
20
31
42
24
Duitsland
Latijns Amerika en Caribbean
68
81
35
79
86
52
Frankrijk
59
Ver. Koninkrijk
Oost Azië
48
61
43
65
74
Zuid Azië
21
53
10
33
57
23
Denemarken
Zuid-Oost Azië
50
74
40
67
78
58
IJsland
West Azië
79
93
56
84
94
64
Ierland
Oceania
52
80
44
52
80
43
Finland
Commonwealth of Independent States (CIS) 1)
90
95
81
89
94
81
Noorwegen
CIS Azië
95
97
93
93
95
92
Zweden
CIS Europa
89
94
77
88
94
75
Oostenrijk
Ontwikkelde landen
99
100
96
99
100
96
Wereld
54
78
36
62
79
45
Malta Spanje Griekenland 1)
Voormalige Sovjet Unie.
BRON: VN
Italië Portugal Cyprus
4.2.2
Aansluiting op drinkwater en sanitatie in Europa De figuren 4.2 – 4.4 geven voor de Europese landen het percentage van de bevolking weer dat is aangesloten op respectievelijk het drinkwaternet, de riolering en de rioolwaterzuivering. Gemiddeld is in Europa 95% van
de bevolking aangesloten op het drinkwaternet, 84% op de riolering en 79% op een rwzi. Voor Nederland bedragen de percentages resp. 100%, 99% en 99%.
Bulgarije Hongarije Tsjechië Slovenië Slowakije Polen Kroatië Letland Estland Lithouwen Roemenië Europa 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
BRON: EUREAU
72 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 73
Hoofdstuk 4: Internationaal
Figuur 4.3
Bevolking aangesloten op riolering
Bevolking aangesloten op rioolwaterzuivering
Figuur 4.4
Nederland
Nederland
Luxemburg
Zwitserland
Zwitserland
Ver. Koninkrijk Luxemburg
Ver. Koninkrijk
Duitsland
Duitsland
Denemarken
Ierland
Zweden
Denemarken
Oostenrijk
IJsland Zweden
Ierland
Oostenrijk
Finland
Frankrijk
Frankrijk Noorwegen
Finland Noorwegen
België
België
IJsland
Malta
Spanje
Spanje
Italië Griekenland
Italië
Portugal
Portugal Griekenland
Cyprus
Cyprus
Malta
Letland
Tsjechië
Tsjechië
Estland
Kroatië
Letland
Estland
Polen Lithouwen
Hongarije Polen
Slowakije
Lithouwen
Hongarije
Slowakije
Roemenië
Roemenië
Bulgarije
Slovenië
Slovenië
Bulgarije
Kroatië
Europa
Europa 0%
10%
20%
BRON: EUREAU
74 | Drinkwaterstatistieken 2008
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
BRON: EUREAU
De watercyclus van bron tot kraan | 75
Hoofdstuk 4: Internationaal
4.2.3
Figuur 4.5
Waterwinning t.b.v. de drinkwaterbereiding In Europa wordt per hoofd van de bevolking 97 m3 zoetwater gewonnen voor drinkwaterbereiding, tegen 77 m3 in Nederland (figuur 4.5). Hierbij is zowel de winning voor het huishoudelijk gebruik als voor het zakelijk gebruik inbegrepen. Sommige landen maken behalve van zoet water ook gebruik van zout water (b.v. Malta en Cyprus). Dit is in de figuur niet meegenomen.
In figuur 4.6 zijn de bronnen weergegeven die in Europa worden gebruikt voor de drinkwaterbereiding. Nederland zit op het gemiddeld patroon in Europa: ca. 60% grondwater (inclusief ‘springwater’) en ca. 40% oppervlaktewater. Springwater is water dat aan de oppervlakte komt uit natuurlijke bronnen.
Oppervlaktewater
Zoetwaterwinning voor drinkwater in m3/persoon/jaar
Waterwinning naar bron
Figuur 4.6
Grondwater Springwater Ontzouting
Ierland
IJsland Noorwegen
Ver. Koninkrijk
Zwitserland
Noorwegen
Ver. Koninkrijk
Zweden
Zweden
Frankrijk Nederland
Oostenrijk Ierland
Finland
Frankrijk
België Duitsland
Luxemburg Finland
Luxemburg
Denemarken
Zwitserland IJsland
Nederland
Oostenrijk
België
Denemarken
Duitsland Italië
Spanje
Spanje
Portugal Griekenland
Griekenland
Cyprus
Cyprus Portugal
Italië
Malta
Malta
Bulgarije
Bulgarije
Roemenië
Roemenië
Slovenië
Tsjechië
Kroatië
Estland Polen
Hongarije Estland
Slowakije
Tsjechië
Kroatië
Slowakije
Hongarije
Lithouwen
Slovenië
Polen
Letland Lithouwen
Europa Europa 0
50
76 | Drinkwaterstatistieken 2008
100
150
200
250
300 BRON: EUREAU
0%
10%
BRON: EUREAU
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
De watercyclus van bron tot kraan | 77
Hoofdstuk 4: Internationaal
4.2.4
Figuur 4.7
Drinkwatergebruik In figuur 4.7 staat het drinkwatergebruik in Europa, uitgesplitst naar huishoudens en de zakelijke markt. In totaal gebruiken we in Europa jaarlijks ca. 37 miljard m3 drinkwater, waarvan ca. 27 miljard m3 (72,4%) in huishoudens en ca. 10 miljard m3 (27,6%) door zakelijke afnemers. Deze
procentuele verdeling is ongeveer hetzelfdeals in Nederland. De landen met het hoogste gebruik in Europa zijn Italië, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Frankrijk. Elk van deze landen gebruikt ca. 5 miljard m3. Nederland gebruikt ca. 1,1 miljard m3.
Drinkwatergebruik naar categorie in miljoenen m3
Huishoudens
Zakelijke markt
Per persoon bedraagt het (totaal) hoofdelijk gebruik in Europa 206 liter per dag, uiteenlopend tussen 102 liter per dag in Polen en 628 liter per dag in IJsland (figuur 4.8). In Nederland is dit 182 liter per persoon per dag.
Als alleen het huishoudelijk gebruik in ogenschouw wordt genomen, dan bedraagt het gemiddeld gebruik van een Europeaan 148 liter per dag, uiteenlopend van 71 liter per dag in Portugal tot 283 liter per dag in IJsland. In Nederland is dit 127,5 liter per persoon per dag.
Drinkwatergebruik naar categorie in liter/persoon/dag
Huishoudens
Zakelijke markt
Figuur 4.8 Ijsland
Ver. Koninkrijk
Noorwegen
Duitsland
Zwitserland
Frankrijk
Ierland
Nederland
Zweden
Zwitserland
Ver. Koninkrijk
Zweden
Finland
Noorwegen
Luxemburg
België
Oostenrijk
Oostenrijk
Frankrijk
Ierland
Denemarken
Finland
Nederland
Denemarken
Duitsland
IJsland
België
Luxemburg Spanje Italië
Italië
Spanje
Griekenland
Griekenland
Malta
Portugal
Portugal
Malta Kroatië Polen
Roemenië
Roemenië
Estland
Hongarije
Hongarije
Tsjechië
Tsjechië
Bulgarije
Bulgarije
Kroatië
Slovenië
Slowakije
Lithouwen
Lithouwen
Polen
Estland Europa 0
1000
78 | Drinkwaterstatistieken 2008
2000
3000
4000
5000
6000
BRON: EUREAU
0
BRON: EUREAU
100
200
300
400
500
600
700
De watercyclus van bron tot kraan | 79
Hoofdstuk 4: Internationaal
4.2.5
Drinkwaternota huishoudelijk gebruik De International Water Association stelt periodiek een overzicht op van de drinkwaterkosten voor huishoudens. Het meest recente overzicht betreft uitkomsten van 2007 (IWA, 2008). De cijfers van IWA (in $US) zijn tegen de gemiddelde wisselkoers van 2007 omgerekend naar € en weergegeven in figuur 4.9. De drinkwaternota heeft betrekking op de situatie waarin een gezin 200 m3 water gebruikt en is een gemiddelde van de vijf groot-
ste steden in elk land. De verbruiksbelastingen, zoals de BTW, zijn inbegrepen. Uit de figuur blijkt dat bij gebruik van 200 m3 de nota voor een Nederlands gezin relatief laag is ten opzichte van de omringende landen. Overigens is het gemiddeld huishoudelijk gebruik in Nederland met 107 (m3/jaar) een stuk lager dan 200 m3. Bij het gemiddelde gebruik bedraagt de Nederlandse drinkwater jaarnota op dit moment € 175,= (h. 1.8 resp. 2.1).
Flessenwater Gemiddeld dronk een Europeaan in 2008 76,1 liter flessenwater. Figuur 4.10 toont de consumptie in de diverse Europese landen. In Nederland bedroeg de consumptie per persoon slechts 21,5 liter.
4.2.6
Consumptie van flessenwater 2008 in liter per persoon
Figuur 4.10 Duitsland België Frankrijk Oostenrijk Ierland
Figuur 4.9
Drinkwaternota 2007 bij gebruik van 200 m3, in €
Zweden Ver. Koninkrijk
Duitsland
Nederland
Ver. Koninkrijk
Denemarken
Zwitserland
Finland
Oostenrijk België
Italië
Frankrijk
Spanje
Denemarken
Griekenland
Nederland
Portugal
Finland Zweden
Hongarije
Noorwegen
Tsjechië Bulgarije
Griekenland
Slowakije
Portugal
Roemenië
Cyprus
Polen
Spanje
Slovenië
Italië
Letland Lithouwen
Hongarije
Estland
Roemenië Lithouwen
Europa 0
50
BRON: IWA
80 | Drinkwaterstatistieken 2008
100
150
200
250
300
350
400
450
500
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
BRON: Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen
De watercyclus van bron tot kraan | 81
Hoofdstuk 4: Internationaal
VOORZIENINGSGEBIEDEN EN AANGESLOTEN GEMEENTEN 2008 BrabantWater Aalburg, Alphen-Chaam, Asten, Baarle-Hertog, Baarle-Nassau, Bergeijk, Bergen op Zoom (gedeelte) , Bernheze, Best, Bladel, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Breda, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Dongen, Drimmelen, Eersel, Eindhoven, Etten-Leur, Geertruidenberg, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, Heeze-Leende, Helmond, 's-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Laarbeek, Landerd, Lith, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Sint Michielsgestel, Sint Anthonis, Moerdijk, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Sint Oedenrode, Oirschot, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Reusel-De Mierden, Roosendaal, Rucphen, Schijndel, Someren, Son en Breugel, Steenbergen, Tholen (gedeelte), Tilburg, Uden, Valkenswaard, Veghel, Veldhoven, Vught, Waalre, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht (gedeelte),Woudrichem en Zundert. Voorziet verder enkele percelen in Nederweert. Dunea Den Haag, Hillegom, Katwijk, Lansingerland, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Lisse, Nesselande, Nieuwerkerk a/d IJssel, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Rijnwoude (kern Benthuizen), Rijswijk, Teylingen, Voorschoten, Wassenaar, Zevenhuizen-Moerkapelle, Zoetermeer. Evides Albrandswaard, Barendrecht, Bergen op Zoom (Halsteren, Lepelstraat en Putte), Bernisse, Binnenmaas, Borsele, Brielle, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, Den Haag (Wateringseveld), Delft, Dirksland, Dordrecht, Goedereede, Goes, 's-Gravendeel, Hellevoetsluis, Hulst, Kapelle, Korendijk, Maassluis, Middelburg, Middelharnis, Midden-Delfland, Noord-Beveland, Oostburg, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Reimerswaal, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, SchouwenDuiveland, Sluis, Spijkenisse, Strijen, Terneuzen, Tholen,Vlaardingen, Vlissingen, Westvoorne, Westland, Woensdrecht en Zwijndrecht (Heerjansdam). Oasen Alblasserdam, Alkemade*, Alphen a.d. Rijn, Bergambacht, Bodegraven, Boskoop, Giessenlanden, Gorinchem, Gouda, Hardinxveld-Giessendam, Graafstroom, Hendrik Ido Ambacht, Jacobswoude*, Krimpen a/d IJssel, Leerdam, Leiderdorp, Liesveld, Moordrecht, Nederlek, Nieuw-Lekkerland, Nieuwkoop, Ouderkerk, Papendrecht, Reeuwijk, Ridderkerk, Rijnwoude, Schoonhoven, Sliedrecht,Vianen,Vlist,Waddinxveen, Zederik, Zoeterwoude en Zwijndrecht.
*per1januari2009gaanAlkemade&Jacobswoudesamen,nieuwenaam:KaagenBraassem
82 | Drinkwaterstatistieken 2008
PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Aalsmeer, Alkmaar, Amstelveen (gedeeltelijk), Andijk, Anna Paulowna, Beemster, Bergen, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Castricum, Edam-Volendam, Enkhuizen, Graft-de Rijp, Haarlem, Haarlemmerliede & Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Harenkarspel, Heemskerk, Heerhugowaard, Heiloo, Den Helder, Hoorn, Huizen, Koggenland, Landsmeer, Langedijk, Laren, Medemblik, Naarden, Niedorp, Oostzaan, Opmeer, Purmerend, Schagen, Schermer, Stede Broec, Texel, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Weesp, Wervershoof, Wieringen, Wieringermeer, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort, Zeevang, Zijpe. Voorziet verder enkele percelen in de gemeenten Alkemade, Amsterdam, Eemnes, Heemstede, Hillegom, Hilversum, Jacobswoude, Muiden,Teijlingen enWijdemeren. Vitens Alle gemeenten in de provincies Friesland, Gelderland, Overijssel, Utrecht (met uitzondering van Doorn), Flevoland alsmede de gemeenten Hilversum, Wijdemeren (gedeeltelijk), Meppel enWesterveld (gedeeltelijk). Waternet Amstelveen (bebouwde kom), Amsterdam, Diemen, Heemstede, Muiden en Ouder-Amstel. Voorziet verder percelen in een aantal omliggende gemeenten. Waterbedrijf Groningen Appingedam, Bedum, Bellingwedde, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Groningen, Grootegast, Haren, HoogezandSappemeer, Leek, Loppersum, Marum, Menterwolde, Pekela, Reiderland, Scheemda, Slochteren, Stadskanaal, Ten Boer, Tynaarloo (Eelde-Paterswolde),Veendam,Vlagtwedde,Winschoten,Winsum, Zuidhorn. Waterleidingmaatschappij Drenthe Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, De Wolden, Emmen, Hoogeveen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Westerveld (gedeeltelijk) enTynaarlo (gedeeltelijk). WML Arcen en Velden, Beek, Beesel, Bergen, Brunssum, Echt en Susteren, Eijsden, Gennep, Gulpen-Wittem, Heerlen, Helden, Heythuysen, Horst aan de Maas, Kerkrade, Kessel, Landgraaf, Leudal, Maasbree, Maasgouw, Maastricht, Margraten, Meerlo-Wanssum, Meerssen, Meijel, Mook en Middelaar, Nederweert, Nuth, Onderbanken, Roerdalen, Roermond, Schinnen, Sevenum, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein,Vaals,Valkenburg aan de Geul,Venlo,Venray,Voerendaal enWeert.
De watercyclus van bron tot kraan | 83
Hoofdstuk 4: Internationaal
OVERZICHT GEBRUIKTE BRONNEN CBS, Statline, www.cbs.nl (2009)
Stichting RIONED, Rioleringsatlas van Nederland (2005)
CBS, Statistisch jaarboek 2009 (2009)
Unie vanWaterschappen,Waterschapspeil 2009;Waterschappen vergeleken (2009)
CBS, Mileurekeningen 2007 (2008)
Unie vanWaterschappen, Zuiver Afvalwater 2006 (2007)
EUREAU, EUREAU Statistics Overview onWater andWastewater in Europe 2008 (2009)
VEMW, overzicht provinciale grondwaterheffingen 2005-2009 (2009)
Eurostat, www.epp.eurostat.ec.europa.eu (2009)
Verenigde Naties,WorldWater Development Report 2006 (2006)
IWA, International Statistics forWater Services, leafletVienna 2008 (2008)
Verenigde Naties,WorldWater Development Report 2009 (2009)
KWRWatercycle Research Institute, diverse figuren
Verenigde Naties,The Millennium Development Goals Report 2008 (2008)
Compendium voor de Leefomgeving, www.compendiumvoordeleefomgeving.nl (2009)
Vewin, publicatiesWaterleidingstatistiek 1990 t/m 2007 (1991-2008)
Ministerie vanVerkeer enWaterstaat,Water in Beeld 2009 (2009)
Vewin/Accenture,Water in Zicht 2006, Bedrijfsvergelijking in de drinkwatersector (2007)
Ministerie vanVROM, RijksmonitorWaterketen 2009 (2009)
Vewin,Tarievenoverzicht leidingwater per 1 januari 2008 (2008)
Nederlandse vereniging Frisdranken,Waters, Sappen, Kerngegevens 2008 (2009)
Vewin,Tarievenoverzicht leidingwater per 1 januari 2009 (2009)
Noordhoff Atlasproducties, Bosatlas van ondergronds Nederland (2009)
Vewin/TNS-NIPO,WatergebruikThuis 2007 (2008)
Stichting RIONED, Riool in Cijfers 2009-2010 (2009)
Vewin/Icastat, Prognose landelijke drinkwatervraag tot 2025 (2008)
84 | Drinkwaterstatistieken 2008
De watercyclus van bron tot kraan | 85
Vewin nr. 2009/93/6259