DROPPIE IN DE DELTA
Droppie helpt in de Brabantse Delta
DOCENTENHANDLEIDING 1
Docentenhandleiding
DROPPIE IN DE DELTA
INLEIDING
Droppie helpt in de Brabantse Delta
DOELGROEP EN DOEL
Doelgroep
Aansluiting op kerndoelen
Kinderen uit groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs die in het werkgebied van waterschap Brabantse Delta naar school gaan.
De activiteiten sluiten aan bij het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld. In het schema ziet u om welke kerndoelen het gaat.
Doel Het algemene doel van het lespakket is dat de kinderen zicht krijgen op de werkzaamheden van het waterschap. In de lesbeschrijvingen in hoofdstuk 3 vindt u de doelbeschrijvingen per les.
39. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. 40. De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 43. De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 45. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 47. De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met andere gebieden.
50. De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas en CFIFFSTFOEFCBTJTUPQPHSBmFWBO/FEFSMBOE Europa en de rest van de wereld.
2
Docentenhandleiding
INLEIDING
48. De leerlingen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden (en werden) om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.
DROPPIE IN DE DELTA
INLEIDING
Droppie helpt in de Brabantse Delta
ORGANISATORISCHE ASPECTEN
Brief van Droppie Water als rode draad
http://kaart.brabantsedelta.nl
Met het project Droppie helpt in de Brabantse Delta ontdekken de leerlingen welke taken het waterschap Brabantse Delta uitvoert. De rode draad van het project vormen brieffragmenten van Droppie Water. Droppie heeft toegezegd dat hij enkele taken voor het waterschap zou uitvoeren. Daarbij roept hij de hulp van de kinderen in. De kinderen voeren in groepjes allerlei opdrachten uit. Ze maken onder andere een informatiebord over een gemaal, een folder over blauwalgen en doen een proefje met olie en afwasmiddel. Zorg dat elke leerling bij aanvang van een les de betreffende onderdelen van de brief heeft. U kunt de brief downloaden van het docentendeel op de site http://kaart.brabantsedelta.nl.
http://kaart.brabantsedelta.nl is een belangrijk onderdeel van het lespakket voor zowel de kinderen als de leerkrachten. De site bestaat uit: Een interactieve kaart van het werkgebied van Brabantse Delta, gebaseerd op Google Maps. Gebruikers van de kaart kunnen zelf functionaliteiten aan- en uitzetten. Je kunt bijvoorbeeld selecteren dat je de gemalen in het gebied wilt zien of de loop van de dijken.
b
Een link naar de website van www.droppiewater.nl. Deze site voor kinderen is een gezamenlijk initiatief van diverse waterschappen. Op de site staat niet alleen algemene informatie over de werkzaamheden van het waterschap maar ook regionale informatie.
c
Een link naar de website van waterschap Brabantse Delta: www.brabantsedelta.nl. Hier staat veel bruikbare informatie voor kinderen op. Onder het kopje Info en educatie kunnen de leerlingen verschillende folders downloaden.
d
Een docentendeel met daarin onder andere de brief WBO%SPQQJFFOIFUDFSUJmDBBUFSFMJE
e
Filmpje waterkwaliteit (over zuiveren van afvalXBUFS FOmMNQKFXBUFSLXBOUJUFJU PWFSOJFUUFWFFM en niet te weinig water)
Wij raden u aan http://kaart.brabantsedelta.nl en www.brabantsedelta.nl regelmatig te bezoeken in verband met mogelijke uitbreidingen.
3
Docentenhandleiding
INLEIDING
a
DROPPIE IN DE DELTA
INLEIDING
Droppie helpt in de Brabantse Delta
ORGANISATORISCHE ASPECTEN
Overige informatiebronnen De leerlingen moeten zelf op zoek naar de informatie die ze voor een opdracht nodig hebben. De site http:// kaart.brabantsedelta.nl is een belangrijke informatiebron. Een tweede informatiebron is het dossier van meneer Dijkema in het werkboek. Het dossier bestaat uit verschillende soorten teksten zoals een interview, een krantenbericht, een pagina uit Waterpedia en een vacaturetekst. Op het docentendeel van de site staat een overzicht van de teksten met daarbij vermeld bij welke opdracht de tekst hoort. De kinderen kunnen op internet en in de bibliotheek ook zelf op zoek gaan naar bruikbare bronnen. Tot slot kunnen ze mensen interviewen of u kunt een gastspreker uitnodigen. De leerlingen uit groep 6 hebben wellicht uw ondersteuning nodig bij het vinden van de juiste informatiebron. De leerlingen uit groep 7 en 8 kunnen dit zelfstandig. In de loop van het project verzamelen de kinderen steeds meer werkstukken en verslagen over het waterschap. Maak een plaats in het lokaal vrij om deze werkstukken ten toon te stellen. Zo zien de leerlingen hun eigen waterschapdossier groeien en ook de ouders kunnen zien waar hun kinderen mee bezig zijn.
Werken in groepjes Tijd Het project bestaat uit 5 lessen. In elke les staat een van de overkoepelende taken van het waterschap centraal.
1: 2: 3: 4: 5:
Introductie + Veilig deel 1 Veilig deel 2 Op peil Schoon Levend + Afsluiting.
U kunt een les in 60 minuten afronden. Het is echter aan te raden om meer tijd aan een les te besteden en de uitvoering van de opdrachten over meerdere lesuren te verspreiden. Ook kunt u de leerlingen de mogelijkheid geven om tijdens de algemene keuzemomenten aan de opdrachten te werken. Wanneer u minder tijd aan het project wilt besteden, kunt u opdrachten weglaten. Dit heeft geen invloed op het verloop van de brieffragmenten.
4
Docentenhandleiding
INLEIDING
Les Les Les Les Les
De leerlingen voeren alle opdrachten in groepjes van maximaal vier leerlingen uit. U bepaalt vooraf of alle groepjes alle opdrachten doen of dat u de opdrachten over de groepjes verdeeld. Om de opdrachten te verdelen, deelt u de groep eerst in twee groepen in: groep A en groep B. Vervolgens verdeelt u groep A en groep B allebei in kleinere groepjes van maximaal vier leerlingen. Bij elke les vindt u een suggestie hoe u de opdrachten over de groepen A en B kunt verdelen. Opdrachten met een markering worden door alle groepjes uitgevoerd. In het overzicht ziet u ook meteen welke opdrachten (deels) thuis of op locatie uitgevoerd moeten worden en welke opdrachten bestaan uit een proefje. Alle groepjes doen de proefjes. Voor de uitvoering van de proefjes kunt u een rouleersysteem hanteren. Wanneer een van de groepjes het experiment uitvoert zijn de andere groepjes met een andere opdracht bezig. Na 15 minuten wordt er gewisseld. Een andere mogelijkheid is om alle groepjes tegelijkertijd een experiment uit te laten voeren. Het is niet nodig om voor elke les dezelfde groepsindeling te hanteren. Alle opdrachten worden klassikaal nabesproken zodat alle leerlingen alle informatie te horen krijgen.
DROPPIE IN DE DELTA
Droppie helpt in de Brabantse Delta
LES 1
INTRODUCTIE + DEEL 1 VEILIG
Doelen
Introductie
De kinderen: maken kennis met de interactieve kaart; denken na over de taken van het waterschap; weten wat oorzaak en gevolgen waren van de watersnoodramp in 1953 en welke maatregelen na de ramp zijn genomen; weten wat NAP betekent en wat de relatie is tussen NAP en het aanleggen van dijken; weten wat de klimaatverandering betekent voor de werkzaamheden van het waterschap.
Introduceer de interactieve kaart bij de leerlingen. Herkennen ze het gebied van de kaart? Is het een provincie? Kunnen ze hun woonplaats aanwijzen? Laat enkele leerlingen de verschillende functionaliteiten van de kaart uitproberen. Het gaat er nu niet om dat ze alles begrijpen maar wel dat ze kennis maken met de mogelijkheden van de kaart. Vertel dat het een kaart is van het werkgebied van waterschap Brabantse Delta. De leerlingen hebben de kaart nodig bij het project dat ze de komende tijd gaan doen. Inventariseer kort op het bord wat de leerlingen al weten over het waterschap. Hebben de leerlingen weleens van het waterschap gehoord? Wat denken ze dat het waterschap allemaal doet? Op deze manier activeren de kinderen eventuele voorkennis.
t t t t t
Materialen
tcomputers met internetverbinding teventueel atlassen tbrief deel 1a en 1b
Kern Lees gezamenlijk brieffragment 1a. Bespreek de inhoud kort. Zijn er kinderen die Droppie al kenden? De komende tijd gaan de leerlingen allerlei opdrachten uitvoeren om Droppie te helpen. Ze beginnen nu met opdrachten over het waterschap. Laat de leerlingen in groepjes de opdrachten 1 en 2 uit het werkboek maken. Wijs de leerlingen op de verschillende informatiebronnen die ze kunnen gebruiken: de site http:// kaart.brabantsedelta.nl met de interactieve kaart en doorverwijzingen naar www.droppiewater.nl en www.brabantsedelta.nl en het dossier achter in hun werkboek. De kinderen moeten steeds zelf ontdekken in welke informatiebron ze de benodigde informatie kunnen vinden.
2
Laat een groepje hun uitkomsten presenteren. Hebben de andere groepjes nog opmerkingen/ aanvullingen?
3
Lees fragment 1b. De leerlingen voeren in groepjes de opdrachten uit. Bepaal vooraf of alle groepen de opdrachten 1 en 2 doen of dat de taken worden verdeeld.
Opdrachten GROEP A Introductie: Opdracht 1 en 2 (*) Veilig: Opdracht 1
GROEP B Introductie: Opdracht 1 en 2 (*) Veilig: Opdracht 2
(*) Alle leerlingen doen deze opdrachten.
Afsluiting De antwoorden van de opdrachten vindt u vanaf pagina 10.
Vat de inhoud van de les klassikaal samen. Wat hebben de kinderen gedaan? Waarom hebben ze dat gedaan?
5
Docentenhandleiding
LES 1
1
DROPPIE IN DE DELTA
Droppie helpt in de Brabantse Delta
LES 2
DEEL 2 VEILIG
Doelen
Introductie
De kinderen: denken na over het bouwen van een dijk; begrijpen wat de functie van schapen op een dijk is; kunnen voorbeelden noemen van werkzaamheden van het waterschap die te maken hebben met Veilig.
Bespreek de opdrachten 1 en 2 van het thema Veilig. Lees daarna fragment 2 van de brief van Droppie.
t t t
Kern 1
Bespreek de inhoud van de brief. Stimuleer de leerlingen zelf te formuleren welke onderwerpen en bijbehorende opdrachten uit de brief voortkomen (een brief schrijven met daarin vragen die beantwoord moeten worden voordat je een dijk kunt bouwen, een informatiebord maken over schapen op een dijk).
2
De leerlingen voeren in groepjes de opdrachten uit. Afhankelijk van de beschikbare tijd, doen alle groepjes alle opdrachten of verdeelt u de opdrachten.
Materialen
tcomputers met internetverbinding tmaterialen om informatiebord te maken: nBQQFO TUFWJHLBSUPO EJLLFTUJGUFO brief deel 2
t
Afsluiting Opdrachten GROEP A Opdracht 3 en 5 (*)
Bespreek de opdrachten. Maak van opdracht 3 een gezamenlijke inventarisatie van de vragen op het bord. Zorg dat in ieder geval de volgende vragen aan bod komen:
tHoe hoog moet de dijk worden met andere woorden: hoe hoog kan het water stijgen?
tWat is de functie van het gebied achter de dijk? GROEP B Opdracht 4 en 5 (*)
Moet er bijvoorbeeld verkeer over de dijk kunnen? Hoe stevig is de bodem waar de dijk op komt? Gaat het om een zeedijk of een rivierdijk? Is er veel geld beschikbaar voor het bouwen van de dijk?
t t t
LES 2
(*) Alle leerlingen doen deze opdracht.
6
Docentenhandleiding
DROPPIE IN DE DELTA
Droppie helpt in de Brabantse Delta
LES 3
OP PEIL
Doelen
Introductie
De kinderen: weten wat de functie van sloten is; weten wat gemalen en stuwen zijn en hoe ze werken; begrijpen wat de noodzaak is van een regelbare waterstand en welke belangen er allemaal spelen; kunnen voorbeelden noemen van werkzaamheden van het waterschap die te maken hebben met Op peil.
Schrijf de woorden ‘Op peil’ op het bord. Vandaag gaan de kinderen weer aan de slag voor Droppie. Laat de kinderen in tweetallen bedenken waar deze les over zal gaan. Na vijf minuten komen de tweetallen om de beurt naar het bord. Elk tweetal schrijft rond de woorden ‘Op peil’ een omschrijving of taak op. Het is de bedoeling dat elk tweetal met een nieuw aspect komt.
t t t t
Kern 1
Lees brieffragment 3. Ga kort na welke overeenkomsten er zijn tussen de onderwerpen die op het bord staan en de onderwerpen uit de brief. Hadden de kinderen goed ingeschat waar de les over gaat?
2
De leerlingen voeren in groepjes de opdrachten uit. Afhankelijk van de beschikbare tijd, doen alle groepjes alle opdrachten of verdeelt u de opdrachten.
Materialen
tcomputers met internetverbinding tNBUFSJBMFOPNJOGPSNBUJFCPSEUFNBLFOnBQQFO stevig karton, dikke stiften zandbak of zandtafel, scheppen, kan met water, meetlat eventueel verkleedspullen: overall, boerenpet, colbertje, vergrootglas, laarzen. brief deel 3
t t t
Afsluiting Bespreek de opdrachten. Laat een of meerdere groepjes hun toneelstukje bij opdracht 5 opvoeren.
Opdrachten GROEP A Opdracht 1, 2, 3(*) en 4
LES 3
GROEP B Opdracht 1, 2, 3(*) en 5
(*) Alle leerlingen doen deze opdrachten. Opdracht 1 is het leukst als de kinderen ook daadwerkelijk een kijkje nemen bij ‘hun’ sloot. U kunt opdracht 1 daarom ook als huiswerkopdracht meegeven.
7
Docentenhandleiding
DROPPIE IN DE DELTA
Droppie helpt in de Brabantse Delta
LES 4
SCHOON
Doelen
Introductie
De kinderen: weten uit welke stappen het zuiveringsproces op een rwzi bestaat; bedenken hoe je het rioolwater zo schoon mogelijk kunt houden; onderzoeken of je met afwasmiddel olie uit water kunt halen; weten waarom regenwater apart wordt opgevangen; kunnen voorbeelden noemen van werkzaamheden van het waterschap die te maken hebben met Schoon.
Vertel dat op het moment dat u doortrok op de wc er een muntstuk uit uw zak in de wc viel. U probeerde de munt tevergeefs te pakken. Weten de kinderen waar het muntstuk nu naar toe gaat? Waarschijnlijk zullen de kinderen roepen dat het muntstuk naar het riool gaat. Maar waar gaat al het rioolwater naar toe? Wat gebeurt er met het water dat onze huis via de gootsteen, (vaat) wasmachine, doucheput enzovoorts verlaat? Als de kinderen het niet weten, vertelt u dat het water naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie gaat. Daar wordt het water schoongemaakt en vervolgens wordt het schone water in een sloot of rivier geloosd. Vandaag komen de leerlingen meer te weten over de werking van een rwzi.
t t t t t
Materialen
tcomputers met internetverbinding tNBUFSJBMFOPNQPTUFSUFNBLFOnBQQFO TUFWJH
Kern 1
Lees brieffragment 4. Laat de leerlingen zelf samenvatten welke vragen er uit de brief van Droppie volgen. (Hoe werkt een rwzi?, Kun je met afwasmiddel olie uit water halen?, Hoe zorg je er voor dat het rioolwater zo schoon mogelijk is, Waarom vangt het waterschap apart regenwater op?, Waarom is het zo belangrijk dat fabrieken zich aan de loosafspraken houden?)
2
De leerlingen voeren in groepjes de opdrachten uit.
karton, dikke stiften per groepje: zonnebloemolie of olijfolie, glas, theelepel, doorzichtige schaal, afwasmiddel, doekje, water brief deel 4
t t
Opdrachten
GROEP B Opdracht 3 proefje (*), 4, 5 huiswerkopdracht (*), en 6
Bespreek de opdrachten. Alle groepjes die een poster hebben gemaakt (opdracht 2) presenteren hun poster. De groepjes die geen poster hebben gemaakt, kiezen de beste poster uit. Ze bedenken zelf waar ze hun beoordeling op baseren bijvoorbeeld is de poster duidelijk, staat er voldoende informatie op de poster, is er gebruik gemaakt van humor, plaatjes enzovoorts. Alle groepjes die een bief hebben geschreven (opdracht 6) lezen hun brief voor. De overige groepjes kiezen de beste brief. Ook zij bedenken eerst waar ze de brief op beoordelen (is de toon goed, klopt de brief inhoudelijk, is de brief niet te lang).
(*) Alle leerlingen doen deze opdrachten.
8
Docentenhandleiding
LES 4
GROEP A Opdracht 1, 2, 3 proefje en 5 huiswerkopdracht(*)
Afsluiting
DROPPIE IN DE DELTA
Droppie helpt in de Brabantse Delta
LES 5
LEVEND
Doelen
Introductie
De kinderen: onderzoeken de kwaliteit van het oppervlaktewater in een sloot/rivier; weten wat oorzaken en gevolgen van botulisme en blauwalgen zijn; kunnen voorbeelden noemen van werkzaamheden van het waterschap die te maken hebben met Levend; testen hun kennis van de werkzaamheden van het waterschap.
Lees brieffragment deel 5a.
t t t t
Kern De leerlingen maken de opdrachten 1,3 en 4. Opdracht 2 wordt op een ander tijdstip uitgevoerd.
Afsluiting Bespreek de opdrachten. Lees daarna tot slot brieffragment deel 5b. Rond het project af. Wat zijn de leerlingen de afgelopen tijd allemaal te weten gekomen over de taken van het waterschap? Om hun kennis over het waterschap te testen, doen ze opdracht 5: de Droppiewaterquiz. Tot slot ontvangt iedereen de oorkonde voor het erelidmaatschap.
Materialen
tcomputers met internetverbinding tmaterialen om folder te maken: schaar, papier, stiften knutselmateriaal zoals karton, wc-rollen, verschillende kleuren papier, lijm, kartonnen verpakkingen, enzovoorts materialen voor slootonderzoek: peilstokken, vergrootglas brief deel 5a en 5b
t t t
Opdrachten
LES 5
Alle kinderen voeren alle opdrachten uit. Opdracht 2 is een opdracht op locatie. De leerlingen onderzoeken de kwaliteit van het water van een sloot/rivier. Probeer dit onderzoek met de hele groep te doen. Trek hier minimaal anderhalf uur voor uit. Zorg voor voldoende begeleiding. Het is belangrijk om een goede locatie te kiezen. Denk aan: het water moet minimaal 2 meter breed zijn, het water moet gemakkelijk te bereiken zijn, de oever moet stevig zijn, het onderzoek mag niet storend zijn voor dieren en planten (wees extra voorzichtig in het broedseizoen van maart tot en met juni). Voor overige tips kunt u kijken op www.watchweb.nl. Bij opdracht 3 maakt de ene helft van de groep een folder over botulisme, de andere helft van de groep maakt een folder over blauwalgen.
9
Docentenhandleiding
DROPPIE IN DE DELTA
ANTWOORDEN
Droppie helpt in de Brabantse Delta
LES 1 - DEEL 1 VEILIG
Waterschap 1
t t t t
ANTWOORDEN
ANTWOORDEN
a. Op de Droppiesite staan de taken van het waterschap als volgt omschreven: Het waterschap zorgt voor: veilige dijken, zodat jouw huis niet overstroomt. het schoonmaken van het vieze rioolwater, zodat de natuur niet vervuilt. genoeg water in de sloten en rivieren, zodat het land niet uitdroogt. schoon water in rivieren, sloten en beken. Zodat vissen en dieren niet doodgaan. b. Rond het jaar 1100 ontstonden in de lage delen van Nederland de eerste waterschappen. De bestaande gemeenschappen (de buurschappen) waren daarbij heel belangrijk. De leiders van de buurschappen moesten voor droge voeten zorgen. Deze leiders waren samen het waterschapsbestuur. De boeren groeven zelf de sloten en bouwden dijken en kaden. Deze moesten ze ook zelf onderhouden. c. Het bestuur van een waterschap is vergelijkbaar met een gemeente. De baas van het waterschap (de burgemeester) wordt dijkgraaf, watergraaf of voorzitter genoemd. In een gemeente heb je de gemeenteraad en dat heet bij het waterschap ‘het algemeen bestuur’. Het ‘college van burgemeester en wethouders’ noem je bij de waterschappen ‘dagelijks bestuur’. De leden van het algemeen bestuur worden elke vier jaar gekozen door de inwoners van het werkgebied. Alleen de dijkgraaf wordt niet gekozen; die wordt benoemd door de Koningin. d. Zie voor het werkgebied de interactieve kaart. Het werkgebied beslaat het deel van de provincie Noord-Brabant dat ligt ten westen van de lijn Waalwijk/Baarle-Nassau, en ten zuiden van het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas. In dit gebied van ongeveer 171.000 hectare, liggen 21 gemeenten en wonen circa 810.000 mensen. 2. Boze boeren die klagen over te droge grond - Op peil Zieke planten in sloten - Levend Afvalwater van huishoudens - Schoon Dijken - Veilig
LES 2 - VEILIG
1.
10
Docentenhandleiding
ANTWOORDEN
In het verslag moeten de volgende aspecten aan bod komen: a. Steenbergen b. De ramp ontstond door de combinatie van springtij en Noordwestenstorm. c. Veel mensen en dieren verdronken, gezinnen moesten evacueren. d. Er volgden vele maatregelen onder de naam: Deltaplan. Bijvoorbeeld: twee zeearmen werden afgesloten, zeeweringen werden tot + 5 NAP verhoogd, technieken, machines en materialen werden ontwikkeld. In 1997 was het oorspronkelijke Deltaplan voltooid. Nu zijn echter nieuwe maatregelen nodig in verband met de klimaatverandering. 2 a. Normaal Amsterdams Peil b. Gebieden die onder NAP liggen, liggen onder zeeniveau. Dit betekent dat deze gebieden zouden overstromen als er geen maatregelen worden getroffen. e. 134 kilometer primaire waterkeringen en 107 kilometer secundaire waterkeringen. f. %FLJOEFSFOLVOOFOMBOHTEFEJKLMPQFOPGmFUTFOPNUFLJKLFOIPFMBOHEFEJKLJT 3. Zie afsluiting 4. Betekenis van de zin: De schapen trappen met hun poten de grond vast. Met hun bek voorkomen ze dat er struiken en bomen op de dijk groeien die met hun wortels de dijk kunnen beschadigen. 5 a. Het waterschap moet goed nagaan of de dijken ook in de toekomst voldoende veiligheid bieden. Eventueel moeten dijken verhoogd worden en moeten er dijken aangelegd worden op plaatsen waar nu nog geen dijken zijn. Ook zullen er meer rivierbekkens aangelegd moeten worden. b. In het dossier zit een tekst waarin voorspeld wordt dat het water in 2100 anderhalve meter gestegen is. Dit betekent dat alle gebieden die nu op + 1.5 meter NAP en lager liggen dan onder water zouden lopen als er geen maatregelen worden getroffen. c. De woonplaats is veilig als de woonplaats op + 1.5 meter NAP of hoger ligt. d. Thuis: lichten niet onnodig aan laten staan, kaarsen gebruiken, deuren goed sluiten zodat verwarming niet onnodig hard hoeft te werken, minder tv kijken en computeren, slapen zonder verwarming. Op school: dikkere kleren aan zodat verwarming niet zo hoog hoeft, niet met de auto naar school gaan, computers uitzetten die je niet gebruikt, samen achter de computer enzovoorts.
DROPPIE IN DE DELTA
Droppie helpt in de Brabantse Delta
ANTWOORDEN
LES 3 - OP PEIL
2. waterschap kanaal oever overloopgebied Dintel. Woord: sloot 3. In de sloot zonder bochten stroomt het water sneller weg. Hierdoor is het aan het begin van de sloot vaak te droog en aan het eind van de sloot te nat. Door bochten aan te leggen stroomt het water minder snel en is de spreiding van het water beter geregeld. Bovendien past in een sloot met bochten meer water. 4. a. Een gemaal is een pomp die de waterstand in een gebied regelt. Als het water in de sloten te hoog staat, pompt het gemaal het overschot aan water weg naar een ander gebied of naar de rivier. Als het juist heel droog is in een gebied, pompt een gemaal water naar binnen. Er zijn verschillende soorten gemalen. b. Een gemaal is een pomp, een stuw is een soort drempel. Gemalen worden meestal gebruikt om water weg te pompen, stuwen worden juist gebruikt om water vast te houden. c. Gemaal Keizersveer is in 1977 gebouwd. d. Belangrijke feiten over de werking van het gemaal: pompen zuigen het water uit de polder en persen het door een grote buis. Deze buis komt uit in de rivier De Bergsche Maas. Een speciale klep zorgt er voor dat er alleen water uit de pomp de rivier in stroomt en niet andersom (van de rivier, de pomp in) Gemaal Keizersveer werkt met drie schroefpompen. Het gemaal wordt aangedreven door drie elektromotoren. Het gemaal kan per minuut 1650 m3 water wegpompen. Het gemaal werkt volledig automatisch. e. 211
t
t t t t
5. Wil hoog/laag waterpeil
Redenen
Aardappelboer
Laag waterpeil
Voorkomen dat zijn aardappels verdrinken.
Boer met koeien
Hoog waterpeil
Wil vochtige grond zodat er voldoende gras is voor de koeien.
Natuurliefhebber
Hoog waterpeil
Hoog waterpeil is beter voor dieren en planten in een sloot.
Eigenaar kanobedrijf
Hoog waterpeil
Zodat er voldoende water is om goed te kunnen kanoën.
ANTWOORDEN
11
Docentenhandleiding
DROPPIE IN DE DELTA
ANTWOORDEN
Droppie helpt in de Brabantse Delta
LES 4 - SCHOON
1.
ANTWOORDEN 1.
2
LES 5 - LEVEND
a. d. e. a.
De klutenplas b. 20% c. 40% Voedsel voor waterdieren, zuurstof, broed- en slaapplaats voor dieren. Vistrappen aanleggen, vismonitoring, water zo schoon mogelijk houden Ongezonde sloot: troebel water, stank, afval, veel kroos, wieren en algen. Gezonde sloot: helder water, veel verschillende dieren en planten. b. schoenen die niet glad zijn, oude kleding, peilstok, potjes om water in te bekijken, vergrootglas, meetlint, schepnet.
Colofon Droppie helpt in de Brabantse Delta werd ontwikkeld in opdracht van waterschap Brabantse Delta.
Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, 4801 DZ Breda T 076 564 10 00 F 076 564 10 11
[email protected] www.brabantsedelta.nl
Idee en realisatie: Podium bureau voor educatieve communicatie bv, Utrecht
Antwoorden
RWZI staat voor rioolwaterzuiveringsinstallatie. b. 17 d. Juiste volgorde: e b c a d f 2. Niet in het riool: vochtige toiletdoekjes, verbandmiddelen, watten, condooms, kattenbakkorrels, frituurvet, slaolie, WVVSXFSLSFTUFO WFSGSFTUFO DIFNJTDIFTUPGGFO LPGmFFOUIFFQSVU 3. Stap 1 c. De olie komt boven op het water te liggen. d. lichter Stap 2d. De olie en het water mengen niet met elkaar. Er ontstaat een grote olievlek die zich steeds verder uit breidt. Schrijf in je eigen woorden op wat je ziet gebeuren. e. niet. Stap 3d. Nu mengen de olie en het water wel. e. wel f. Nee. Door het afwasmiddel mengen de olie en het water met elkaar. Daarna is het moeilijker om de olie uit het water te krijgen. Je wil alle olie juist bij elkaar houden zodat jehet er in een keer uit kunt scheppen. In een rwzi gebruiken ze bacteriën. 4 a. Regenwater is al schoon. Het is niet nodig dat het regenwater naar een rwzi gaat. b. Schoon: Het is dus niet nodig dat het regenwater naar een rwzi gaat. Op peil: Door regenwater apart op te vangen komt het niet in het oppervlaktewater terecht. 5 b. planten water geven, gras sproeien, waterbakjes voor dieren vullen, vijver vullen. 6. In de brief moet in ieder geval de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater genoemd worden. Deze wet verbiedt het om zonder vergunningen afvalstoffen, vervuilende of schadelijke stoffen in het oppervlaktewater te lozen. Het waterschap houdt daarop toezicht, geeft vergunningen af en controleert.
Vormgeving: Koningsberger & van Duijnhoven, Utrecht