KADERinfo
Belgique-België P 201075 N° d’autorisation anvoie clos
B 36 Dépot légal 1000 BRUXELLES X Numéro d’agrégation: P201075
N° 274 - April / Mei / Juni 2009
Representatieve organisatie van kaderleden erkend bij KB van 26/11/1986.
INHOUD 32 Editoriaal
33 Algemene vergadering van 28.03.2009
35 Korte berichten
37
RESULTATEN ALGEMENE VERGADERING 28 MAART 2009
Hoe het legaal pensioen verhogen?
38 Oproep kandidaten
310 Enquete over kaderinfo
311 Afschrijven van de kerncentrales: Stand van zaken
313 Nota over de ondernemingsraad
314
Van links naar rechts: Dhr. Michel Baudoux, Erevoorzitter; Dhr. Didier Reynders, Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën; Dhr. Herman Claus, NCK-Voorzitter.
De Europese sociale dialoog
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD VAN DE NATIONALE CONFEDERATIE VAN HET KADERPERSONEEL. Lambermontlaan 171 bus 4 3 1 1030 Brussel
KADER info I N° 274 I April 2009
NATIONALE CONFEDERATIE VAN HET KADERPERSONEEL
Editoriaal
Lambermontlaan 171 bus 4 1030 Brussel Voorzitter: Herman CLAUS
Beste collega’s kaderleden,
Ondervoorzitters: Michel BAUDOUX (F) Claude STOLZ (F) Johnny VAN IMPE (N)
Helaas blijken de verkiezingen binnen de NCK niet hetzelfde paralyserende effect te scoren op onze nationale regering als de regionale en de Europese verkiezingen. Daar waar de nationale regering zichzelf in suspensie kan plaatsen naarmate 7 juni nadert, zijn er tijdens de NCK verkiezingen al dadelijk twee hete hangijzers opgedoken.
Algemeen afgevaardigde: Secretaris generaal:
Ten eerste is er natuurlijk het eenheidsstatuut, gekoppeld aan de tijdelijke werkloosheid voor bedienden. Mijn oordeel is dat het eenheidsstatuut er onvermijdelijk komt, om dezelfde redenen als we gelijk loon voor gelijk werk ook wettelijk vergrendeld hebben, namelijk : geen discriminatie (de praktijk valt soms wel tegen: zoals Prof Humblet het formuleerde: zonder volledige publicatie van alle loonfiches is de loonachterstand voor vrouwen, zowel moeilijk te meten, als te bestrijden). Daar kaderleden reeds een speciale onderverdeling zijn van ‘bediende’ is voor kaderleden-bediende dit eenheidsstatuut nu reeds een feit. Het inbrengen van arbeiders in de vergelijking, is echter iets dat dusdanig alles overhoop gooit dat we moeten opletten – zeker in omstandigheden waar allerlei kassen geld nodig hebben. Onbeperkt inhouden, maar geplafonneerd uitbetalen zijn lievelingsmethodes van de ‘gelijk loon voor gelijk werk’ benadering. Gelukkig hebben we hier een bondgenoot in de wrijving tussen arbeiders- en bedienden-afdelingen van de grote bonden, die allebei het eenheidsstatuut wensen te verwezenlijken door de andere afdeling op te slorpen.
Penningmeester: Erwin BOEYNAEMS
INTERREGIONALEN Voorzitter Vlaanderen: Erwin BOEYNAEMS Voorzitter Wallonië: René TROQUETTE
REGIONALEN
Een tweede probleem werd gemeld door Herman Parset en Philippe Dassargues, onze vertegenwoordigers in de pensioencommissie. Blijkbaar wenst men ook hier de reserves van de sparende burger aan te spreken om wie niet heeft kunnen sparen, te laten delen in de welvaart. Na de actieve herverdeling tijdens de loopbaan, waarbij kaderleden reeds onbeperkt bijdragen tot de pensioenen, doch slechts beperkt kunnen terugkrijgen, wenst men nu ook diegenen die gepoogd hebben wat van hun inkomen-na-belastingen opzij te zetten voor de oude dag hiervan te beroven via allerlei maatregelen. Uiteraard dat alles zonder te raken aan de hoge ambtenarenpensioenen natuurlijk.
Voorzitter Antwerpen: Guido VAN ALSENOY Voorzitter Brabant/Brussel: Rony DE CONINCK Voorzitter Luik: Marcel PIRSON
JURIDISCHE DIENST
Over de pensioenen vindt U in deze KaderInfo een artikel van Erwin Boeynaems, penningmeester NCK. Tevens zijn de basisteksten uit de pensioencommissie on-line op onze website beschikbaar (kijk onder KaderInfo). Over het eenheidsstatuut is een artikel in voorbereiding.
Geertrui VAN REUSEL (N) Frédéric BAUDOUX (F)
Ondertussen, wat de interne werking betreft, zijn we goed bezig. Bij het verschijnen van de volgende KaderInfo hoop ik verslag te kunnen doen van de stand van zaken inzake website, ledenbeheer en dergelijke, en hoop ik reeds te kunnen plannen voor beter contactnames met leden en groeperingen. Hou me aan mijn woord – maar ik hoop op een regenachtige zomer.
NATIONAAL SECRETARIAAT Tel.: 02/420.43.34. Fax: 02/420.46.04. E-mail:
[email protected] Website: www.cnc-nck.be Bankrekeningnr: 210-0683000-75
En omdat we hoe dan ook een vrijwilligersvereniging zijn voor vele taken, iedereen die graag bij onze werking betrokken is, is welgekomen. Access, Drupal, politieke contacten, schrijven of nalezen van teksten, rapporteren over sectoren, zelfs pensioenen: er is vast iets bij dat je interessant genoeg vindt om te komen helpen. ■
V.U.: Herman Claus, Lambermontlaan 171 bus 4, 1030 Brussel
BIJDRAGEN 2009
• Actieve leden • Jonger dan 30 jaar • Gepensioneerden en werklozen met uitkering • Echtparen KADER info I N° 274 I April 2009
Herman Claus - Voorzitter NCK
Bankoverschrijving
Domiciliëring
jaarlijks
jaarlijks
maandelijks
105 € 42 € 42 €
105 € 42 € 42 €
9,11 € 3,86 € 3,86 €
125 €
125 €
10,78 €
27
ALGEMENE VERGADERING VAN 28.03.2009 De Algemene Vergadering vond plaats in de vergaderzaal van de Nucleaire Centrale van Tihange. Wij danken de vennootschap Electrabel die voornoemde zaal gratis ter beschikking had gesteld. Dit jaar waren er buitengewoon veel aanwezigen. De belangrijkheid van de Algemene Vergadering op 28.03.2009 was duidelijk : er diende een nieuwe voorzitter verkozen te worden. Anderzijds was er waarschijnlijk eveneens een grote belangstelling omwille van onze spreker, de heer Didier Reynders,Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën in de Federale Regering.
In de loop van 2008 zijn de tussenkomsten van onze juridische dienst opnieuw gestegen. De verhoging van het aantal tussenkomsten was onder andere te wijten aan de huidige economische crisis. Frédéric Baudoux, onze Franstalige advocaat, heeft deelgenomen aan een televisiedebat, waarop hij de NCK vermeld heeft. Marc Compernolle, onze Nederlandstalige advocaat, werd recentelijk tot rechter benoemd en werd vervangen door Mevrouw Geertrui Van Reusel als Nederlandstalige juriste van de NCK. M. Baudoux dankt de algemeen afgevaardigde voor zijn tussenkomst, alsook voor het geleverde werk gedurende het jaar 2008. Hij herinnert de deelnemers eraan dat P. Nuyts een einde stelt aan zijn werkzaamheden voor de NCK na de lopende Algemene Vergadering. M. Baudoux nodigt vervolgens de kandidaten voor het voorzitterschap uit om zich aan de Algemene Vergadering voor te stellen.
VLNR: Dhr. Pierre Nuyts, Ere-Secretaris Generaal; Dhr. Michel Baudoux, Ere-Voorzitter; Dhr. Richard Zgrzywa, Ere-Peningmeester.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Voorzitter, Michel Baudoux, de Algemene Vergadering met twintig minuten vertraging voor geopend heeft verklaard. Hij heeft onmiddellijk het woord gegeven aan Marcel Pirson, voorzitter van de Regionale van Luik, die de deelnemers verwelkomt heeft. M. Pirson heeft het nationaal karakter van onze Vereniging nogmaals laten blijken door zich tot de vergadering te richten in de drie landstalen. Vervolgens heeft M. Baudoux het woord gegeven aan de algemeen afgevaardigde om verslag uit te brengen over de activiteiten van het jaar 2008. Pierre Nuyts, algemeen afgevaardigde, heeft in zijn activiteitenverslag de nadruk gelegd op de werkzaamheden voor de sociale verkiezingen en het onderzoek m.b.t. burn out. De eerste activiteit heeft aan de NCK toegelaten om zich op een goede plaats te handhaven in het sociaal landschap, niettegenstaande de discriminaties waarvan de 33
kaderleden het slachtoffer zijn. Het onderzoek m.b.t. burn out heeft een groot succes gehad bij de leden. Behoudens een belangrijk aantal deelnemers aan het onderzoek krijgen we nog regelmatig positieve reacties van onze leden. De belangstelling voor het onderwerp werd bewezen door de aanwezigheid op onze persconferentie,gehouden eind november 2008, van Mevrouw Joëlle Milquet, Vice-Eerste Minister en Minister van Tewerkstelling in de Federale Regering. Intern heeft het Nationaal Comité een werkvergadering gehouden gedurende het jaar 2008 m.b.t. de wijziging van de statuten. Anderzijds, werken er twee nieuwe secretaressen op het secretariaat. Heden hebben we een secretaresse die voltijds werkt en een die deeltijds werkt. Dat moet ons toelaten om de personeelskosten te verminderen. Wij betreuren het overlijden in het begin van 2009 van Claudine Revelart. C. Revelart was onze werkvrouw gedurende meer dan dertig jaren.
Herman Claus bijt de spits af. Hij deelt aan de vergadering zijn kwalificaties mee en weerhoudt vier doelstellingen : - een beter beheer van het secretariaat door de informatica - ontwikkeling van de juridische dienst - ontwikkeling van de vorming van de leden via o.a. internet - interactie tussen de leden en de groeperingen - contacten met de politieke en de wetgevende wereld. Johnny Van Impe stippelt eveneens zijn cursus uit. Hij legt de nadruk op de erkenning van de NCK ten einde te kunnen concurreren met de traditionele syndicaten met dezelfde wapens. Hij hecht ook veel belang aan het behoud van het nationaal karakter van de NCK. Voor de gelijkheid stelt M. Baudoux voor dat de kandidaten aan dezelfde vragen van de aanwezigen antwoorden. Vooraleer tot de stemming over te gaan, deelt de uittredende voorzitter de manier van stemmen mee. Hij informeert eveneens de deelnemers dat KADER info I N° 274 I April 2009
ALGEMENE VERGADERING VAN 28.03.2009 (VERVOLG)
de documentatiemap, die aan alle aanwezigen werd overhandigd bij de inschrijving, een uittreksel van het huishoudelijk reglement bevat. Betrokken uittreksel vermeldt hoe de stemmen zullen geteld worden. Twee stemopnemers hebben zich vrijwilliger gesteld : Jacques Delmez en Philippe Hendrickx. Gedurende de telling brengt Jean Finné, Europees afgevaardigde en afgevaardigde van de NCK bij de CEC, verslag uit van de activiteiten van de CEC in de loop van 2008. Zijn verslag zal in het volgend tijdschrift van Kaderinfo gepubliceerd worden. Daarna brengt Richard Zgzrywa, penningmeester, verslag uit van de rekeningen van 2008. Hij meldt aan de vergadering dat het jaar moeilijk is geweest op het niveau van de thesaurie. Het jaar 2009 meldt zich echter gunstiger rekening houdend met de inkomsten die we gedurende de eerste maanden reeds ontvangen hebben.De twee verificateurs van de rekeningen bevestigen hun aanvaarding van de rekeningen. Marc Iserbiet meldt dat er enkele praktische raadgevingen werden gegeven en dat boekhoudkundige vergissingen in de loop van 2009 zullen rechtgezet worden. Vervolgens keurt de Algemene Vergadering de rekeningen goed. Op vraag van de penningmeester worden de mandaten van de verificateurs hernieuwd door applaus. Pierre Nuyts deelt nadien het resultaat mee van de stemming voor het voorzitterschap. Herman Claus is verkozen met 97 stemmen op 152. Johnny Van Impe haalt 55 stemmen. Onmiddellijk na deze mededeling en alvorens over te gaan tot de stemming stellen de twee kandidaten voor de mandaten van de Franstalige ondervoorzitters, Michel Baudoux en Claude Stolz, zich kort voor. M. Baudoux behaalt 134 stemmen op de 162 stembulletins en C. Stolz behaalt 110 stemmen op de 148 stembulletins. De twee kandidaten zijn aldus verkozen. Voor het overgaan tot de stemming van de eretitels geeft M. Baudoux een voorstelling van de recipiëntairs P. Nuyts en R. Zgzywa. Op zijn beurt meldt KADER info I N° 274 I April 2009
P. Nuyts de verdiensten van de uittredende voorzitter M. Baudoux. Na de telling van de stemmen blijkt dat de eretitels met een ruime meerderheid worden toegekend aan M. Baudoux, R. Zgzrywa an P. Nuyts respectievelijk verkozen tot Erevoorzitter, Erepenningmeester en Eresecretaris generaal. De voorgestelde wijzingen aan de statuten werden eveneens goedgekeurd met 95 positieve stemmen op 141 geldige stembulletins, zijnde 67,38%. Daarna heeft de algemeen afgevaardigde het woord genomen om een eerbetoon te geven aan de uittredende voorzitter. Hij heeft de nadruk gelegd op de enorme energie van M. Baudoux gedurende zijn mandaat om de NCK te promoten in alle sociale middens. Zijn beschikbaarheid voor de NCK was voorbeeldig. In zijn antwoord heeft M. Baudoux aan de neutraliteit van de NCK herinnerd en eveneens aan de permanente aanvallen waaraan de kaderleden onderworpen worden, zoals de tweede en derde pijlers van de pensioenstelsels. Hij heeft aan de vitale bestaansmiddelen van de mens herinnerd die voor Karl Max, Eten, Kledij en Woongelegenheid zijn. Hij heeft de richting solidariteit waarvan de kaderleden het slachtoffer zijn aan de kaak gesteld. Hij heeft ook gevraagd om een wederzijds respect te hebben voor elkaar, zeker in de Belgische context. Gedurende zijn afscheidstoespraak hebben zijn tedere woorden voor zijn echtgenote de zaal beroerd. Als dank, om gedurende al die jaren haar echtgenoot toegelaten te hebben om veel tijd aan de NCK te spenderen heeft de NCK bloemen geschonken aan Claudine Baudoux. Vervolgens heeft de nieuw verkozen voorzitter, Herman Claus zijn doelstellingen mede gedeeld. Hij bevestigde de punten die hij gedurende zijn voorstelling verkondigde. Bijzondere aandacht zal gaan naar de promotie om de contacten tussen de leden te bevorderen. De email adressen gaan daarin een belangrijke rol spelen. De nieuwe website die waarschijnlijk op het einde van het jaar zal geïmplementeerd worden zal cruciaal zijn. Al de punten van de agenda werden behandeld en Michel Baudoux, onder-
Dhr. Didier Reynders, Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën.
tussen Erevoorzitter, sluit de Algemene Vergadering van 2009 af en nodigt de aanwezigen uit op een korte onderbreking voor het begin van de toespraak van de heer Didier Reynders. De heer Didier Reynders wordt nadien uitgenodigd door Michel Baudoux om het woord te nemen over het thema : « financiële crisis, economische crisis ». Gedurende zijn toespraak heeft de heer Didier Reynders de nadruk gelegd op de noodzaak om, nu reeds, de heroplevingplannen voor te bereiden om de omliggende landen voor te zijn binnen een paar jaren als de crisis voorbij zal zijn. Met de nucleaire reactoren van Tihange in de buurt vatte hij de vraag aan over de nucleaire energie. Voor hem dienen de onderzoeken en de vorming van de ingenieurs verder gezet te worden. Verder moet op een serene manier overwogen worden om het gebruik van de nucleaire centrales op de huidige sites te verlengen en gelijktijdig alternatieve energieën te ontwikkelen. Het is uitgesloten om naar nieuwe sites te zoeken. Na zijn toespraak heeft de heer Didier Reynders de talrijke vragen van de aanwezigen beantwoord. Nadien heeft de NCK een aperitief aangeboden aan de spreker en de aanwezigen op de Algemene Vergadering. Wij danken opnieuw de Regionale van Luik, alsook Electrabel voor de kwaliteit van de organisatie en van de omgeving waarin de vergadering heeft plaatsgevonden. ■ Pierre Nuyts - Ere Secretaris Generaal 47
KorteBerichten Berichten 33Korte EEN MANAGEMENTBOEK VOOR MIDDLE MANAGEMENT.
Het management van het middenkader toelichten is wel een originele benadering. Dit is wat de auteurs Hans Van der Aar en Martyn Adelmund gedaan hebben. Voor deze auteurs is de middle manager een leidinggevende die leiding geeft, maar één of meer managementlagen boven zich heeft. Deze manger doet zowel uitvoerend werk, als zelfstandig beslissingen nemen om zijn ondergeschikten de hen opgedragen taken te laten verrichten. Deze middle manger is een cruciaal niveau in de organisatie. Hij staat tussen de wensen en eisen van de directie, van de externe of interne cliënten en van zijn personeel onder zijn gezag. Hij moet overeenstemming bereiken tussen deze drie betrokken partijen. Dit is niet zo evident en zorgt voor veel problemen. Door het feit dat de middle manager zich tussen hamer en aambeeld bevindt, heeft hij een gedelegeerde macht en heeft bijgevolg niet alle touwtjes in handen. Maar zijn ondergeschikten zien hem wel als baas die niet alleen verantwoordelijk is voor de goede werking van de dienst, maar ook voor het functioneren als team en voor het zorgen voor hun welzijn. Hoe kom je in de positie van middle management terecht? Meestal kom je in het middle management terecht, omdat je een goede technicus bent, je geniet het respect van je collega’s, je komt betrouwbaar over en je bent aardig en correct in de omgang met collega’s. En het is misschien dat je al het werk informeel organiseerde en regelde voor je benoeming van middle manager. Eens geïnstalleerd als middle manager, constateert hij al vlug dat hij veel minder tijd heeft voor zijn vakgebied waarin hij bekwaam was. Hij moet tijd maken om coach te spelen, te luisteren naar reacties en de wensen van zijn ondergeschikten, plannen maken, cijfers interpreteren, studies maken en projecten uitwerken en realiseren. Kortom uitdagingen genoeg. Uitdagingen die hopelijk geen struikelblokjes worden. Gelukkig voor onze middle manager slaagt hij meestal wel om te lukken in de baan van middle manager. 35
Waar moet onze middle manager voor oppassen? Hij moet zorgen de medewerking te hebben van zijn medewerkers en dit vanaf het begin. (De twee auteurs maken van deze stelling hun eerste wet). Het zoeken naar de medewerking van je medewerkers mag gerust tijd vergen om hun wensen, hun zorgen en hun kritiek te kennen. En deze aandacht moet ook naar boven gaan: wat wil je baas, wat is zijn zakelijk probleem, zijn zorg. (De tweede wet gaat dan ook over: werk goed samen met je baas). Zoals in elk managementomgeving omring je met mensen die zeer goed zijn, misschien beter dan jezelf bent, maar je houdt de leiding, je houdt het stuur. Onze middle manager heeft enkele technieken en vaardigheden uit het management tot zijn beschikking. Hierdoor zou hij op tijd thuis kunnen zijn en de overuren beperken. Allereerst moet hij zich de discipline opleggen dat e-mails zijn dag of agenda niet mogen bepalen. Daarom je inbox niet constant raadplegen. Reageer op e-mails wanneer dit van U verwacht wordt. Ook moet hij kunnen delegeren al wat mogelijk is. Vergader met je mensen, maar pas op van niet in overdrijving te vallen want het gevaar is groot. De vergaderingen zijn niet gering in aantal: teamvergaderingen, beoordelingsgesprekken, besprekingen met je baas, de werk- en stuurgroepen voor projecten, vergaderingen met externen zoals verkopers en mensen van buiten de organisatie die hun weg zoeken in je organisatie voor specifieke vragen en problemen.
Het delegeren en de vergaderingen in toom houden heeft als bedoeling: tijd vrij maken om te kunnen handelen tussen de meetings en e-mails. Dit is dan de derde wet. Buiten deze recepten zal hij de vrijheid moeten nemen om zaken te veranderen en productiviteitsverbeteringen door te voeren om de stijging van kosten te beheersen. Dit is belangrijk om dit de vierde wet te noemen. Deze veranderingen zullen doorgevoerd worden met de betrokkenheid van zijn medewerkers (vijfde wet). ■ Bron: De Tijd.
500 CAO’S OVER BEDRIJFSBONUS WERDEN ONONTVANKELIJK VERKLAARD DOOR HET MINISTERIE.
Het gaat over de Cao’s waarbij de directie en de vakbonden afspraken maken over objectieven waaraan een bonus gekoppeld is. Deze bonus kan maximum 2200 euro per jaar bedragen met fiscaal vriendelijke behandeling. Dit type van CAO kende veel succes om meer koopkracht toe te kennen tegen een fiscaal vriendelijke kostprijs in vergelijking met de normale, gewone loonsverhoging. Welke fouten werden er gemaakt? Dossiers waren niet volledig ingevuld, vormvoorschriften werden niet gerespecteerd, bepalingen in strijd met de antidiscriminatie wetgeving. Om aan euvels te verhelpen zal het VBO informatiesessies organiseren. ■ Bron: De Tijd.
HET GEMIDDELD LOON IS 2.739 € BRUTO PER MAAND. De meeste loon- en weddenstatistieken vernemen we via krantenenquêtes. Voor beroepen van ingenieurs publiceren KVIV en VIK regelmatig hun statistieken. Maar voor het overige vernemen we sporadisch gegevens via enquetes van de krant. De bron van de gegevens van dit artikel komt van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD economie. Deze recente studie heeft zich gebaseerd op een zeer ruime gegevensbank. Hierdoor bekomt men een betere representativiteit dan de antwoorden op een enquête van een krant. Nadeel is wel dat de cijfers dateren van 2006. Toch toont deze statistiek de grote trends. De populatie is deze die 100% tewerkgesteld zijn. Laat ons eerst zien naar algemene gegevens. Het mediaanloon bedraagt 2.402 euro bruto per maand. Het gemiddeld bruto maandloon bedraagt 2.739 euro. Aan de onderkant verdient 10% van alle werknemers 1.701 euro bruto per maand en aan de bovenkant is er 10% die 4.109 euro per maand verdient. KADER info I N° 274 I April 2009
KORTE BERICHTEN (VERVOLG)
Welk zijn de 10 best betaalde beroepen? De hoogste inkomens vindt men bij de bedrijfsleiders (6.774 euro per maand bruto) en bij de kaderleden bij directie, bij de productie en operaties. 5.401 euro per maand bruto).De categorie “overige kaderleden” komen op de vijfde plaats met een bruto maandverdienste van 4.903 euro. Op de negende plaats vinden we de architecten en ingenieurs (3.915 euro) en op de tiende plaats informatica specialisten met 3.601 euro per maand. Dat de categorie van ingenieurs gemiddeld 3.915 verdienen verbaast ons. Indien we naar de minst betaalde categorie zien, dan zijn de slechts betaalde de gezinshelpers en schoonnmaaksters met een maandloon van 1.833 euro. De beheerders en personeel in de horeca behoren tot de één na minste betaalde groep met 1.844 euro. De spanning tussen de hoogste lonen van bedrijfsleiders (6.774 euro) en de laagste lonen van gezinshelpers (1.823 euro) bedraagt een factor van 3,72. Hoeveel bedraagt de spanning tussen de categorie overige directiekaderleden (maandwedde 4.903 euro) ten opzichte van de minst betaalde categorie in de horeca? De spanningsfactor bedraagt hier 2.69. Volledigheidshalve weten we niet of men in deze studie de extra wettelijke voordelen heeft opgenomen. Een diploma van hogere studies hebben, wordt beter betaald. Het percentage van de loon- en weddentrekkende met een diploma hoger onderwijs bedraagt 34%. Dit percentage is opmerkelijk. Dit percentage stijgt naargelang men stijgt in de groep van hogere inkomens. De vraag stelt zich hoeveel iemand verdient met een diploma van lager secundair onderwijs? Dit is gemiddeld 2.258 euro per maand. De sector van tewerkstelling is ook een factor die de hoogte van de beloning bepaalt. De best betaalde sector is de petrochemische nijverheid met 4.193 euro per maand. Op de tiende plaats komt de sector van de productie van audio, videoen telecomapparatuur met 3.358 euro. De spanning tussen de best betaalde sector vooral de petrochemie en de sector op de tiende plaats bedraagt 25%.
TABEL 1: De 10 best betaalde beroepen. Gemiddeld bruto maandloon. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Bedrijfsleiders ···· Kaderleden bij de directie, productie en operaties Directeurs en beheerders kleine ondernemingen Artsen Overige directiekaderleden Account managers en consultants Juristen Natuurkundigen en scheikundigen Architecten en ingenieurs Informaticaspecialisten
6.774 5.401 5.036 4.930 4.903 4.139 4.111 3.952 3.915 3.601
TABEL 2: De 10 minst betaalde beroepen. Gemiddeld bruto maandlonen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Gezinshelpers en schoonmakers Beheerders en personeel horeca Handlangers in de verwerkende nijverheid Gebouwpersoneel en ruitenwassers Arbeiders in hout, textiel en leder Dienstboden en portiers Bestuurders van machines voor houtbewerking Bibliotheekbedienden Houtbewerking, meubelmakers Vuilnisophalers
1.823 1.844 1.925 1.941 1.941 1.961 1.982 1.984 2.050 2.071
TABEL 3: De 10 best betaalde sectoren. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Petrochemische nijverheid Financiële instellingen Chemische nijverheid Nutsbedrijven Verzekeringswezen en pensioenfondsen Ondersteunende activiteiten financiële instellingen Speur - en ontwikkelingswerk Activiteiten in verband met computers Luchtvaart Productie audio-, video- en telecomapparatuur
4.193 3.699 3.619 3.493 3.442 3.408 3.405 3.367 3.364 3.358
Bronnen: www.statbel.fgov.be Rubriek loon naar werken en De Standaard.
Erwin BOEYNAEMS Penningmeester NCK
De plaats van tewerkstelling is eveneens een factor. De wedden in Brussel zijn uiteraard hoger dan in Luxemburg. In Brussel verdient men gemiddeld 14% meer dan het gemiddelde van België (2.739 euro). KADER info I N° 274 I April 2009
67
RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR Hoe het legaal pensioen verhogen ? PROBLEEMSTELLING Dat onze lage pensioenen een probleem zijn, is geen geheim meer. De oorzaken zijn ondertussen ook bekend. Als eerste oorzaak is er de groeiende vergrijzing, waardoor mensen langer leven en er een groter aantal jaren pensioen betaald moet worden. Een andere oorzaak is de solidariteit. Het pensioen is gebaseerd op de repartitie, waarbij de actieven het geld afdragen aan de gepensioneerden van nu. Deze repartitie is gebaseerd op solidariteit. Deze solidariteit evolueert naar een echt ongenoegen van de mensen, wegens de wanverhouding tussen wat men betaalt aan sociale bedragen voor het pensioen, berekend op het totale loon, en wat men ontvangt als pensioen, berekend op een geplafonneerd loon. Dit ongenoegen tast de solidariteit aan en daardoor de houdbaarheid van het systeem. Als derde oorzaak is er de wanverhouding tussen de groepen van deelnemers. Een gemiddeld rustpensioen voor een ambtenaar bedraagt 2.262 euro per maand en is vier maal zo hoog als dat van een zelfstandige (656 euro) en dubbel zo hoog als dat van een werknemer (1177 euro). Deze cijfers zijn vermeld in het rapport van Jan Berghmans over de pensioenen en aanvullende pensioenen. Vooral de discrepantie tussen deze drie categorieën is maatschappelijk moeilijk aanvaardbaar. Waarom moet een ambtenaar meer pensioen krijgen dan voor een vergelijkbare functie in de privé-sector? De ambtenaar heeft daarenboven meestal vastheid van betrekking en zijn pensioen is waardevast. Zijn pensioen verhoogt namelijk met hetzelfde percentage als het percentage wanneer de wedden van de ambtenaren verhogen. Dit noemt men het systeem van de perequatie. Deze drie factoren verklaren de grote ontevredenheid over het pensioenstelsel. 37
Voor de belastingsafhouding behoren we tot de hoogste van Europa en voor de pensioenuitkering behoren we tot de laagste van Europa. Wat een wanverhouding!
DE NOTA VAN HET RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENEN Het Raadgevend Comité voor de Pensioenen heeft zijn visie gegeven in een nota om een ingrijpende hervorming in de toekomst voor te stellen. De NCK neemt hieraan deel. Helaas lopen de andere belangengroepen in dit comité niet zo warm voor de tweede en derde pijler. De nota maakt onderscheid in maatregelen voor: 1) de groep gepensioneerden van nu 2) de groep van toekomstige gepensioneerden 3) hoe de financiering verbeteren van de pensioenstelsels 4) enkele maatregelen om het pensioen van zelfstandigen te verbeteren 5) ten slotte diverse maatregelen We kunnen deze nota niet in al haar facetten behandelen. De oorspronkelijke tekst kunt U opvragen bij het secretariaat van de NCK. Voor de huidige groep van gepensioneerden moet het minimum pensioen gelijk zijn aan het bruto bedrag van het wettelijk minimum loon. Ten titel van inlichting, dit minimum loon bedraagt 1381,20 euro per maand voor het jaar 2009. De pensioenen van deze groep moeten ook de duurte van het levensonderhoud volgen. Dit wordt niet bereikt door het volgen van de index, maar op basis van een percentage dat de regering jaarlijks beslist.
Punt twee gaat over de groep van toekomstige gepensioneerden. Het doel moet zijn: een pensioen gelijk aan 75 % van het beroepsinkomen van de 25 beste jaren van de loopbaan. Indien de toekomstige gepensioneerde deze 75 % niet haalt op basis van zijn bijdragen, dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel heeft hij een aanvullend pensioen (2de pijler) en dan zou hij aan de 75% grens kunnen geraken. Ofwel heeft hij geen aanvullend pensioen en wordt hij verplicht ingeschreven in het aanvullend pensioen. Het Comité heeft niet bepaald wie de premies gaat betalen. Hoe gaan we dit financieren? Zo komen we aan het derde deel van de nota. Wat stelt het Comité voor? Ze onderscheidt de volgende bronnen: - de overheidsschuld moet verminderen en die vermindering moet als dotatie gaan naar de pensioenen - financiering van het Zilverfonds - de fiscale aftrek afschaffen op de 2de pijler (aanvullend pensioen) en 3de pijler (pensioensparen) en de “bespaarde” gelden moeten de kas van de pensioenen mee financieren - sociale zekerheid heffen op de voordelen in natura zoals maaltijdcheques, bedrijfswagen …. De geïnde bedragen zouden naar de pensioenkas gaan - Fraude opsporen en deze voeden de pensioenkas
WAT TE DENKEN OVER DEZE VOORSTELLEN? Allereerst constateren we dat de eerste pijler of het wettelijk pensioen absolute voorrang krijgt en de 2de en 3de pijler verdringt. Daardoor verschuift ook de financiering meer naar de Overheid toe. Hier is geen garantie dat deze de gelden ten gevolge van vermindering van overheidsschuld, financiering door afschafKADER info I N° 274 I April 2009
RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR (VERVOLG)
fing fiscale aftrek 2de en 3de pijler en invoering van nieuwe sociale belastingen steeds (we herhalen steeds) voor 100% in de pensioenkas terecht zullen komen. Kortom wanneer deze “besparingen” zouden gebeuren, dan is er nog geen garantie dat deze voor de pensioenen gebruikt worden. De praktijk leert dat dit niet gebeurt: noch in het verleden, noch in het heden, noch in de toekomst. De overheid en de politici zullen steeds spaarpotjes open maken en de gelden eruit halen om ergens anders te gebruiken. Dit gebeurt in tijden van recessie en verkiezingen. Indien men wil, zijn de wetten zo veranderd. De besluiten van het Comité zijn een mooie denkoefening geweest en heeft de gebreken en tekorten van ons huidig pensioenstelsel duidelijk naar voren gebracht. Dit is een verdienste. Als tweede punt zijn de conclusie van het Comité nergens cijfermatig onderbouwd. Zo vinden we nergens cijfers over de evolutie van de vergrijzing. Rond het jaar 2020 - niet zover meer- voorziet men drie actieven tegenover één gepensioneerde. In 1970 was er één gepensioneerde voor vier actieven. In 2050 zullen er 2 actieven moeten zorgen voor één gepensioneerde. Gaat de voorgestelde financiering volstaan om dit op te vangen? Een economisch model zou hier inzicht kunnen geven.
CONCLUSIE VAN DE NCK De NCK blijft zowel de eerste, de tweede als de derde pijler verdedigen, als enige weg tot verbetering voor de pensioenen. En dit om de volgende reden. Sinds de Wet op het Aanvullend Pensioen (WAP) is al 60% van de loontrekkenden aangesloten bij een verzekeringsmaatschappij voor het aanvullend pensioen. Kortom het aanvullend pensioen democratiseert. Deze evolutie toont duidelijk dat de loontrekkenden zelf hun deel willen bijdragen voor hun pensioen. Het te bereiken doel is dan ook dat elke loontrekkende een aanvullend pensioen heeft. KADER info I N° 274 I April 2009
De tweede reden is de volgende. Het systeem van de eerste, tweede en derde pijler is een systeem dat de “pensioen belegging” diversifieert. Met andere woorden niet alle eieren worden in één mand gelegd. Indien de actieven hun geld “beleggen” alleen bij de Staat en deze lukt niet in haar opdracht, dan is de kandidaat gepensioneerde ernstig benadeeld. Heeft hij zijn spaargelden in meerdere instellingen, dan heeft hij meer kans op een behoorlijk pensioen.
We herhalen onze stelling dat er iets moet gebeuren aan de overheidsuitgaven in verband met de pensioenen. Voor de belastingsafhouding behoren we tot de hoogste van Europa en voor de pensioenuitkering behoren we tot de laagste van Europa. Wat een wanverhouding! ■
Erwin BOEYNAEMS Penningmeester NCK
Waar de NCK wel akkoord mee gaat, is het afbouwen van de overheidsuitgaven zonder dat dit pijn doet voor de werkenden of gepensioneerden. De afbouw moet dienen om het wettelijk pensioen in België van 60% van het gemiddelde nettoloon van de loopbaan te brengen naar 70% van het OESO gemiddelde. Onmogelijk? We moeten niet vergeten dat Nederland en Luxemburg gemiddeld 95% hebben. Hoe kan dit bereikt worden? Voor de NCK dient dit te gebeuren door het wettelijk pensioen te berekenen op het werkelijke loon en niet op een geplafonneerd loon.
OPROEP KANDIDATEN LEDEN VAN DE NCK
LIDGELD 2009 Vergeet niet uw lidgeld te betalen voor 2009 (NCK-bankrekening 210-0683000-75) Tarief: Actieve leden: 105 € - Gepensioneerden, werklozen en leden beneden de 30 jaar: 42 €
Collega wij vragen U als Secretaris Generaal ! Wij zoeken dringend een Secretaris Generaal voor de NCK. Zijn functies zijn o.a.: ✔ deelname aan de maandelijkse vergaderingen van het dagelijks bestuur en het Nationaal Comité ✔ hulp bij het tijdschrift Kaderinfo (4x p/j) ✔ begeleiding van de secretaresses Indien u belangstelling hebt, zouden wij u dankbaar zijn om contact op te nemen met de Voorzitter de Heer Herman Claus.
87
VOORDELEN
voor onze leden
Modaliteiten: het secretariaat contacteren. Voor actuele/verdere informatie : zie www.cnc-nck.be > leden > voordelen
7 7 7 7 7 7 7 1.
2. 3.
4.
Extra rechtsbescherming tegen beroepsrisico’s ! • In het kader van de beroepsuitoefening dekt die polis het burgerrechtelijk verhaal, de strafrechtelijke verdediging, de burgerrechtelijke verdediging, de bestuurderswaarborg, alle geschillen in verband met de sociale wetgeving en de arbeidsovereenkomst. • Jaarpremie: 27 €
SUPERMARKTEN : Makrokaarten voor toegang tot alle vestigingen ! (Alleur, Deurne, Eke, Lodelinsart, Machelen, St.-Pieters-Leeuw)
AUTOHUUR : Hertz 10% korting op het landstarief !
BRANDSTOF VOOR AUTO’S : Dats 24 (Colruyt) • Betaling van de tankbeurten via bankdomiciliëring; debet op de 1e dag van de maand volgend op de tankbeurt • Ristorno van 1.86 eurocent/l (0,75 ex Bfr) via creditering van de bankrekening op de eerste dag van de maand volgend op de tankbeurt
5.
DKB : Loopbaanbegeleiding DKB
6.
JURIDISCH ADVIES INZAKE ARBEIDSRECHT
7.
39
VERZEKERING :
Als Nederlandstalig lid van de NCK kan u gratis beroep doen op een loopbaanbegeleiding bij DKB loopbaancentrum.
Dit gratis advies wordt uitgebreid tot de gezinsleden wonend onder hetzelfde dak als het NCK-lid.
CARLSON WAGON TRAVEL Prijsvermindering aangeboden op verschillende reizen die besteld worden via de site http://leisureatwork.cwtonline.be/index.aspx KADER info I N° 274 I April 2009
ENQUETE OVER KADERINFO De lezer is aan het woord. Kaderinfo verschijnt 4 maal per jaar. Wat is Uw oordeel over dit tijdschrift? Uw mening is zeer belangrijk: niet alleen voor de redactie, maar ook voor het beheer van de NCK. U bewijst ons hiermee een grote dienst. Wij danken U van harte voor Uw medewerking. Marketing team - Erwin Boeynaems & Mariem Guerroum
1.
Ontvangt U Kaderinfo via:
❏ post
❏ pdf-file
2.
Wordt het blad doorgegeven binnen Uw bedrijf?
❏ vaak
❏ soms
❏ nooit
3.
Leest U Kaderinfo?
❏ elke editie
❏ vaak
❏ soms
❏ nooit
Indien zelden of nooit, waarom? ............................................................................................................................................................................................................... ...............................................................................................................................................................................................................
❏ Ik doorblader Kaderinfo ❏ Ik lees 1 artikel ❏ Ik lees altijd meerdere artikels ❏ Ik lees het bijna volledig
4.
Hoe grondig leest U Kaderinfo?
5.
Hoeveel tijd besteedt U aan het lezen van Kaderinfo?
6.
Wanneer leest U Kaderinfo?
❏ Meteen bij ontvangst ❏ Binnen de week na ontvangst ❏ Binnen de maand na ontvangst
7.
Welke rubrieken leest U ?
• Editoriaal • Korte artikelen • Juridische artikelen • Standpunten NCK • Andere
❏ altijd ❏ altijd ❏ altijd ❏ altijd ❏ altijd
❏ soms ❏ soms ❏ soms ❏ soms ❏ soms
8.
Graag Uw mening over de artikels:
• Interessant • Goed geschreven • Nuttige informatie
❏ akkoord ❏ akkoord ❏ akkoord
❏ niet akkoord ❏ geen mening ❏ niet akkoord ❏ geen mening ❏ niet akkoord ❏ geen mening
9.
Graag Uw mening over de vorm:
• Overzichtelijke lay-out • Aangenaam formaat
❏ akkoord ❏ akkoord
❏ niet akkoord ❏ geen mening ❏ niet akkoord ❏ geen mening
10.
Wenst U Uw artikelen te publiceren ?
❏ Ja
11.
Bezoekt U de website www.cnc-nck.be?
❏ Nooit
❏ Nu en dan
❏ Regelmatig
12.
Uw eigen suggesties:
............................. minuten
❏ nooit ❏ nooit ❏ nooit ❏ nooit ❏ nooit
❏ Nee
............................................................................................................................................................................................................... ............................................................................................................................................................................................................... 13.
Persoonlijke data : Leeftijd:
❏ < 30
❏ Vrouw
❏ Man
❏ 30 – 45
❏ 46 – 55
Dank u voor Uw tijd en om deze enquête terug te sturen:
KADER info I N° 274 I April 2009
❏ > 56
• via fax : 02 420 46 04 • via e-mail:
[email protected] • via post: Lambertmontlaan, 171 B4 – 1030 Bruxelles 10 7
NATIONALE CONFEDERATIE VAN HET KADERPERSONEEL : ENERGIE FEDERATIE Afschrijvingen van de kerncentrales: Stand van zaken Volgens Minister Magnette, zou de taks van 250 Miljoen € ten laste van de kernproducenten (EDF, SPE en GDF-Suez) verantwoord worden door een versnelde afschrijving van de 7 Belgische kernreactoren. Greenpeace gaat nog verder en zou de tax tot 1 miljard € per jaar brengen. (Belga 28/3/2009). Noch de Minister, noch Greenpeace hebben deze informatie op een serieuze manier gecontroleerd. Nochtans laten de jaarrekeningen van de betrokken bedrijven toe (jaarrekeningen elk jaar bij de Nationale Bank of België volgens de wet te deponeren) een zicht in de investeringen in het Belgische productie park te krijgen. Dankzij de leden van onze Federatie die in de betrokken bedrijven werken, hebben wij er een analyse voor de periode 1975-2005 van kunnen maken. De conclusies zijn verrassend en ontkennen de verklaringen van de Minister en van Greenpeace. Rekening gehouden met een 2009 kost van een EPR kernreactor dat wil zeggen 5 miljard € voor een vermogen van 1600MW of 3.125 €/kW, met de hypothese dat de bouwkosten van de 7 Belgische kernreactoren dezelfde zouden zijn, en met een schatting van de belastingswinst gemaakt ten opzichte van een 40 jaar afschrijving, geeft onze berekening 1,7 miljard € winst op 30 jaar(waarde 2009). Gedurende de periode 1985-2005 werd in het Belgische productie park 7,2 miljard € geïnvesteerd (waarde 2009), zoals onze inventaris, op basis van de jaarrekeningen bij de Nationale Bank, bewijst. Rekening houdend dat er maar 50% van dat bedrag (3,6 miljard €) in de kerncentrales had geïnvesteerd kunnen worden, blijft het investeringsniveau nog altijd twee keer hoger dan de belastingswinst gemaakt ten opzichte van een 40 jaar afschrijving. Is dit niet juist de bedoeling van een 3 11
afschrijvingskost fiscaal immuun te maken, eigenlijk om kapitaal te creëren voor herinvestering. Rekening houdend met de periode 1985-2005 waar een bedrag van 180 miljoen € per jaar nodig was, is het dan nog redelijk om 500 miljoen € taks te eisen bovenop het normale belastingsniveau van bedrijven? Onze federatie is zeer verontrust voor de werkzekerheid in de productieactiviteiten in België en in het bijzonder voor onze leden kaderleden, indien de Minister de bedragen in kwestie verder zou eisen. De productieactiviteiten in België zijn niet meer in de handen van Belgische aandeelhouders, maar van buitenlanders (EDF, GDF-Suez, Centrica en binnenkort Eon). Het signaal gegeven door onze regering is heel gevaarlijk, want dit zal leiden tot het progressief terugtrekken van Productiebedrijven aanwezig in België en zal de aankomst van nieuwe bedrijven ontmoedigen met alle gevolgen voor de elektriciteit bevoorradingszekerheid van ons land. De economische en financiële crisis hebben reeds geleid tot een vertraging van de investeringen. Waarom bijkomende onaanvaardbare fiscale risico’s? Philippe Hendrickx Voorzitter Energie Federatie - Nationale Confederatie van het Kaderpersoneel. (CNC-NCK)
- De 7 Belgische kernreactoren hebben dezelfde prijs gekost = geschatte investering: • Doel 1: 390MW → actualisatie waarde 1975 : 13,6 Miljard BEF • Doel 2: 390MW → actualisatie waarde 1975 : 13.6 Miljard BEF • Tihange 1: 870MW → actualisatie waarde 1975 : 30,4 Miljard BEF • Doel 3: 900MW → actualisatie waarde 1982 : 52,0 Miljard BEF • Tihange 2: 900MW → actualisatie waarde 1983 : 56,5 Miljard BEF • Doel 4: 980MW → actualisatie waarde 1985 : 70,5 Miljard BEF • Tihange 3: 980MW → actualisatie waarde 1985 : 70,5 Miljard BEF • Totaal: 5.410MW → actualisatie waarde 2009 : 16,9 Miljard € - Actualisatie jaarlijkse inflatie 1975-2009 gebaseerd (jaarlijkse inflatie vanaf 1952, SFP Economie, www.statbel.fgov.be). - Vergelijkingen tussen 40j en 20j lineaire afschrijvingen van de geschatte investeringen.
BEREKENINGSWIJZE
- Bedrijfsbelastingen tot 1999 : 40% vanaf 2000 : 33,9%
Prijs EPR reactor: 3,5 miljard € → prijs door Areva voor Flamanville (Frankrijk) gegeven.
- Gecumuleerde vermeden belastingen 1975-2004 (zie Grafiek)
Bouw overschrijdingskosten tot 1,5 miljard € geschat → Areva spreekt van 700 miljoen € voor Flamanville en groenen van 2,5 Miljard € voor Olkiluoto(Finland). Berekeningshypotheses: - 5 miljard € voor 1.600MW dus 3.125 €/kW
- De investeringen buiten België zijn vanaf de liberalisatie niet in aanmerking genomen. - Hypothese: 50% investeringen voor kerncentrales dwz 3,6 Miljard €. - Gemiddeld bedrag van de bijkomende jaarlijkse investeringen op nucleair park : 3,6 Miljard € / 20 j = 180 Miljoen € /j. KADER info I N° 274 I April 2009
NATIONALE CONFEDERATIE VAN HET KADERPERSONEEL : ENERGIE FEDERATIE (VERVOLG)
Afschrijvingen van de Kerncentrales (delta 40 j - 20 j) 1975-2004: Gecumuleerde vermeden belastingen (Waarde € 2009) 2.000.000.000,00 € 1.800.000.000,00 € 1.600.000.000,00 € 1.400.000.000,00 € 1.200.000.000,00 € 1.000.000.000,00 € 800.000.000,00 € 600.000.000,00 € 400.000.000,00 € 200.000.000,00 € 0,00 € 1975 1977 1979 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003
- Inventaris van de bijkomende investeringen (1985-2004) aan de hierboven geschatte startinvesteringen (Jaarrekeningen 1985-2004 Intercom, Ebes, Unerg en Electrabel bij Nationale Bank gedeponeerd)
Jaar 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Total
TOTAAL INVESTERINGEN PRODUCTIE Miljarden BEF Waarde € 2009 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 0 BEF 0,00 € 15.000.000.000 BEF 651.442.318,76 € 11.900.000.000 BEF 492.811.010,03 € 10.200.000.000 BEF 416.988.585,56 € 11.800.000.000 BEF 475.035.509,36 € 8.800.000.000 BEF 350.201.433,07 € 4.700.000.000 BEF 181.415.520,62 € 6.000.000.000 BEF 223.870.741,07 € 7.000.000.000 BEF 253.034.810,35 € 9.400.000.000 BEF 331.728.597,56 € 9.800.000.000 BEF 336.588.523,69 € 10.000.000.000 BEF 335.473.410,07 € 12.400.000.000 BEF 409.960.607,56 € 14.500.000.000 BEF 469.713.325,62 € 9.800.000.000 BEF 312.369.792,46 € 7.000.000.000 BEF 220.999.683,37 € 8.027.640.100 BEF 250.636.573,28 € 9.399.196.700 BEF 286.161.777,07 € 7.825.940.600 BEF 232.520.204,81 € 15.490.521.600 BEF 452.775.384,74 € 16.862.078.200 BEF 485.150.971,48 € 205.905.377.200 BEF 7.168.878.780,52 €
KADER info I N° 274 I April 2009
12 7
NOTA OVER DE ONDERNEMINGSRAAD HET BELEID VAN STRESS OP HET WERK In tegenstelling tot wat men zou denken, valt de problematiek van het beleid van stress op het werk niet uitsluitend onder de bevoegdheid van het Comité voor Preventie en Bescherming. Deze competentie wordt gedeeld met de ondernemingsraad. Deze materie is gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 van 30 maart 1999, betreffende het beleid ter voorkoming betreffende stress op het werk. Dit werd geratificeerd door het KB van 21 juni 1999 verschenen in het BS van 9 juli 1999. De tekst van de collectieve arbeidsconventie nr. 72. Het is ook te vinden op de website http://www.cntnar.be/CAO/cao-72.doc.
1. DEFINITIES Op basis van het algemeen aanvaarde idee treedt stress op vanaf het moment dat de werknemer van oordeel is dat de noodzakelijke competenties ontbreken om aan de professionele eisen te voldoen en aan dewelke hij zich niet kan onttrekken. Het artikel 3 van de CAO nr. 72 inspireert zich op de definitie die gegeven werd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Het artikel definieert stress als door een groep van werknemers als negatief ervaren toestand die gepaard gaat met klachten of disfunctioneren in lichamelijk, psychisch en/of sociaal opzicht en die het gevolg is van het feit dat werknemers niet in staat zijn om aan de eisen en verwachtingen, die hen vanuit de werksituatie gesteld worden, te voldoen.
- bij de algemene analyse van de werksituatie de eventuele stressrisico's opsporen; die analyse heeft betrekking op de taak, de arbeidsomstandigheden, de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsverhoudingen; - aan de hand van de analyse van de werksituatie een evaluatie van die risico's uitvoeren; - op grond van die evaluatie passende maatregelen nemen om de risico's te voorkomen of te verhelpen. Het commentaar van deze CAO preciseert dat het specifiek gaat over: - de aanpassing van het werk aan de mens, met name wat betreft de inrichting van de werkposten en de keuze van de werkuitrusting en de werk- en productiemethoden, met name om monotone arbeid en tempogebonden arbeid draaglijker te maken en de gevolgen daarvan voor de gezondheid te beperken; - de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk met het oog op een systeembenadering waarin onder andere de volgende elementen worden geïntegreerd: techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk. De opsporing van risico's gebeurt op een voor de onderneming passende manier, bijvoorbeeld door een bevraging bij de werknemers waarvan de resultaten onderling worden vergeleken met het doel collectieve problemen, die de werknemers ervaren, te identificeren. Met deze informatie als uitgangspunt kunnen, conform dit artikel, waar nodig passende maatregelen genomen worden.
2. PREVENTIE De werkgever is ertoe gehouden om een beleid te voeren om stress, die door het werk wordt veroorzaakt, collectief te voorkomen en/of te verhelpen. Om dit Stressbeleid te voeren, moet de werkgever in overeenstemming met de bepalingen van de Wet welzijn en van afdeling II van het koninklijk besluit betreffende het welzijnsbeleid: 3 13
Wanneer deze collectieve maatregelen van toepassing zijn op een beperkt aantal werknemers of zelfs individuele werknemers, zullen dezen, conform de toelichting die bij artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 is opgenomen, vooraf ingelicht en geraadpleegd worden. Zij kunnen zich, op hun verzoek, laten bijstaan door een syndicale afgevaardigde.
3. WAT TE DOEN? De bevoegdheden zijn verdeeld tussen de OR en het Comité Preventie en Bescherming. Het artikel 5 van de CAO nr. 72 en het commentaar van dit artikel herinneren eraan dat: Het comité voor preventie en bescherming op het werk en de ondernemingsraad vakbondsafvaardiging moeten, elk binnen de perken van hun eigen bevoegdheid, informatie krijgen en voorafgaandelijk advies verstrekken over de verschillende fasen van het beleid, dat de werkgever wenst te voeren ter uitvoering van artikel 3 van onderhavige overeenkomst. Bij ontstentenis van comité, wordt genoemd beleid gevoerd na advies van de vakbondsafvaardiging. De ondernemingsraad en het comité zijn ertoe gehouden elk binnen de perken van de eigen bevoegdheid de werkgevers te adviseren. Dienaangaande wordt eraan herinnerd dat: - de comités hoofdzakelijk tot taak hebben alle middelen op te sporen en voor te stellen en actief bij te dragen tot alles wat wordt ondernomen om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van het werk te bevorderen (wet welzijn, artikel 65); - de ondernemingsraden onder meer tot taak hebben advies uit te brengen en alle suggesties of bezwaren te kennen te geven over alle maatregelen, die de arbeidsorganisatie, de arbeidsvoorwaarden en het rendement van de onderneming zouden kunnen wijzigen (wet van 20 september 1948, artikel 15); - bij ontstentenis van een comité, de opdrachten ervan worden uitgeoefend door de vakbondsafvaardiging (wet welzijn, artikel 52). De informatiebevoegdheid van het comité, respectievelijk de ondernemingsraad, houdt in dat ook de resultaKADER info I N° 274 I April 2009
NOTA OVER DE ONDERNEMINGSRAAD (VERVOLG)
ten van de algemene analyse van de werksituatie en van de evaluatie van de risico's worden meegedeeld.
van Karasek of van Siegrist bijvoorbeeld) en op welke correlaties er zijn tussen de geobserveerde fenomenen in de onderneming (tabagisme, agressiviteit, absenteïsme).
4. VOORBEELD In de analyse van de stress in de onderneming kan het Comité Preventie en Bescherming zich bezighouden met welk soort van medische studie te maken (studie gebaseerd op het model
Daarentegen kan de OR zich bezig houden met de aspecten die inherent zijn aan de werkorganisatie (vermeerdering van de verplichtingen ten gevolge van een herstructurering) en aan de werkomstandigheden.
Het gaat wel degelijk over een bevoegdheid verdeeld tussen Comité Preventie en Bescherming en de OR. Het gaat niet over een domein voorbehouden aan de traditionele syndicaten. De NCK en zijn afgevaardigden in de ondernemingsraad zijn voor 100% actoren in de problematiek van de stress van kaderleden. ■ Frédéric Baudoux Juridisch Adviseur NCK
DE EUROPESE SOCIALE DIALOOG EEN OVERZICHT INLEIDING Niettegenstaande de Europese Unie een economische constructie is, die geen reglementen mag uitvaardigen in het sociale domein, is er toch een steeds groeiende invloed van Europa te merken in de uitvoering van allerlei sociale wetgevingen. Wanneer je bvb. als Belg voor een belgische firma in Nederland werkt, heb je dan een dag verlof op 11 november? Als je op ziekteverlof bent, en je verblijft een tijdje in Frankrijk, mag je dan je uitkering behouden? Het Europese Hof van Justitie te Luxemburg heeft over deze en soortgelijke problemen uitspraak moeten doen, en heeft bijgevolg een door de rechtbank gestuurde sociale wetgeving ontwikkeld. Maar ook de Comissie laat zich zich niet onbetuigd : de Bolkenstein Richtlijn is hier een mooi voorbeeld van. Tijd dus voor enkele artikels over het Sociale Europa, dat wel eens wordt omschreven als een supertanker met een tweetaktmotortje. We beginnen met een overzicht van de sociale dialoog op Europees niveau (waar de NCK via de CEC aan deelneemt).
ondernomen door de werkgevers- en de werknemersorganisaties met betrekking tot sociale thema’s en de arbeidsrelatie. Op Europees niveau draagt deze sociale dialoog bij tot de Europese strategie richting economische groei en tewerkstelling. Sociaal overleg is een steunpilaar van het sociale Europese model, en is complementair aan de nationale sociale onderhandelingen.
EEN BEETJE TERMINOLOGIE Interprofessionele vs. sectoriële onderhandelingen De interprofessionele dialoog speelt op het niveau van de ganse economie, en verenigt alle patronale en syndicale organisaties van de verschillende sectoren. De sectoriële dialoog daarentegen beperkt zich tot patronale en syndicale organisaties uit één of meerdere sectoren. Europa erkent op dit ogenblik 36 sectoren (zie tabel). Tweepartijen overleg vs. driepartijen overleg
WAT WORDT VERSTAAN ONDER EUROPESE SOCIALE DIALOOG ? Sociale dialoog omvat als begrip de discussies, consultaties, onderhandelingen en allerlei acties die gezamenlijk worden KADER info I N° 274 I April 2009
Tweepartijen overleg (bilateraal overleg) is een dialoog die gevoerd wordt tussen de patronale organisaties en de syndicale organisaties, zonder aanwezigheid van de overheid (hoewel soms een
onderhandelaar wordt aangesteld). Driepartijenoverleg daarentegen heeft plaats tussen de patronale organisaties, de syndicale organisaties en de Europese Instellingen (de Europese Commissie en de Ministerraad) Autonome dialoog vs. verdragsgebaseerde dialoog De autonome dialoog betreft activiteiten, overeenkomsten, verklaringen, seminaries en dergelijke die op de agenda worden geplaatst vanuit het eigen initiatief van de sociale partners. De verdragsgebaseerde dialoog betreft de raadplegingen en desgevallen de onderhandelingen met betrekking tot initiatieven gelanceerd door de Europese Commissie overeenkomstig art. 138 en 139 van het Verdrag.
WIE ZIJN DEZE SOCIALE PARTNERS ? Er zijn zes soorten organisaties die deelnemen aan de interprofessionele sociale dialoog : de syndicale organisaties, de patronale organisaties van de privé en van de overheidssector, de organisatie van de KMO’s, de professionelen en de kaderleden (zie tabel). Meer dan 70 Europese organisaties die elk hun specifieke sector vertegenwoordigen nemen 14 7
DE EUROPESE SOCIALE DIALOOG – EEN OVERZICHT (VERVOLG)
deel aan het Europese sectorieel sociaal overleg. De organisaties die erkend zijn als gesprekpartners in de Europese sociale dialoog zijn deze die zich georganiseerd hebben op Europese schaal en die zich bekwaam tonen deel te nemen aan de consultaties en de onderhandelingen. Ze moeten, voor zover mogelijk, representatief zijn voor alle lidstaten van de EU, en hun leden dienen als sociale partner erkend te zijn op nationaal niveau.
FORA VOOR DE EUROPESE SOCIALE DIALOOG • Interprofessioneel: Social Dialogue Committee • De verschillende sectoriële overlegcomités (SSDCs) • De Tripartite Social Summit • Verschillende Advisory Committees • Werkgroepen, seminaries etc.
De sociale partners bij de interprofessionele sociale dialoog European Trade Union Confederation (ETUC) www.etuc.org Confederation of European Business (BUSINESSEUROPE) www.businesseurope.eu European Centre of Enterprises with Public Participation and of Enterprises of General Economic Interest (CEEP) www.ceep.eu European Association of Craft, Small and Medium Sized Enterprises (UEAPME) www.ueapme.com Eurocadres (Council of European Professional and Managerial Staff) as part of the ETUC delegation www.eurocadres.org European Confederation of Executives and Managerial Staff (CEC) as part of the ETUC delegation www.cec-managers.org
SOORTEN OVERLEG De Europese Commissie is een voorstander van het sociale overleg. Telkens de patronale en sociale organisaties van de EU een officieel overleg opstarten zorgt zij voor een passende structuur. Deze structuur bestaat op dit ogenblik uit het Social Dialogue Committe voor het interprofessionele sociale overleg, en 36 sectoriële overlegcomités (Sectoral Social Dialogue Committee - SSDC) die geza3 15
menlijk een ruime waaier aan sectoren bestrijken (zie tabel met de exhaustieve lijst van erkende sectoren). Het Europese sociaal overleg is een twee-partijenoverleg (bipartisanaal) wanneer het patronale en syndicale organisaties bijeen brengt. In het overleg komen onderwerpen aan bod die hetzij de ganse economie, hetzij specifieke sectoren aanbelangen. Het overleg vindt plaats in de zojuist genoemde comités en in werkgroepen. De Europese Commissie kan effectief tussenkomen als bemiddelaar om het tweepartijenoverleg te bevorderen. Men spreekt van een drie-partijenoverleg wanneer behalve de patronale en syndicale vertegenwoordigers tevens de Europese Instellingen (met name de Europese Commissie en de Ministerraad) deelnemen. Dergelijk overleg vindt plaats tijdens de zgn. Tripartite Social Summit voor economische groei en tewerkstelling, en tijdens periodieke vergaderingen die worden georganiseerd rond technische en politieke thema’s zoals de makro-economie, de werkgelegenheid, de sociale bescherming en onderwijs en opleiding.
EN DIT BETEKENT … Twee artikelen uit het EG verdrag spelen een rol. Artikel 138 bepaalt dat de Europese Sociale Partners dienen te worden geraadpleegd alvorens er wetgevende initiatieven worden genomen met een scoiale impact. Artikel 139 geeft deze partners tevens het recht om akkoorden te onderhandelen die vervolgens hetzij omgezet worden in gemeenschapsrecht, hetzij door de sociale partners zelf worden ingevoerd in de lidstaten. Indien de Commissie, na verkennende gesprekken met de sociale partners, zelf van oordeel is dat een gemeenschapsinitiatief in het sociale domein nuttig zou zijn, kan zij bepaalde voorstellen voorleggen aan de sociale partners ter beoordeling. De sociale partners formuleren vervolgens commentaren of aanbevelingen ten behoeve van de Commissie. Gebaseerd op artikel 139 kunnen ze tevens de Commissie informeren dat ze zelf officiële onderhandelingen opstarten rond het aangereikte thema.
RESULTATEN Deze Tripartite Social Summit heeft minstens één maal per jaar plaats, en biedt een overlegplatform op het hoogste niveau tussen de sociale partners en de vertegenwoordigers van de EU. Het sectoriële sociale overleg heeft zich ondertussen uitgebreid tot een steeds groter aantal sectoren : van 19 sectoren in 1999 tot 36 sectoren in 2008.
Deze mechanismes resulteren vervolgens in akkoorden, bvb. betreffende minimale sociale normen die dienen gerespecteerd te worden in sociale materies. Deze normen worden vervolgens ofwel door de sociale partners op nationaal niveau ingevoerd overeenkomstig de procedures die in elk land van toepassing zijn (de zogenaamde
Sectoral social dialogue committees (SSDC) Natural resources
Agriculture
Extractive industry
Sea fisheries
Chemical industry
Construction
Electricity
Manufacturing
Footwear
Furniture
Gas
sectors
Shipbuilding
Steel
Sugar
Tanning and leather
Textile and clothing
Woodworking
Services sectors
Audiovisual
Banking
Catering
Civil aviation
Commerce
Horeca
Hospitals
Industrial cleaning
Inland waterways
Insurance
Live performance
Local and regional government
Maritime transport
Personal services
Postal services
Private security
Professional football
Railways
Road transport
Telecommunications
Temporary agency work
KADER info I N° 274 I April 2009
DE EUROPESE SOCIALE DIALOOG – EEN OVERZICHT (VERVOLG)
autonome akkoorden), ofwel worden ze omgezet in Europees recht.
Consultatie en onderhandelingsprocedure overeenkomstig de artikels 138 en 139 Sociale partners
Enkele thema’s die door dergelijke akkoorden werden gereglementeerd zijn bvb het telewerken en de stress op het werk. Akkoorden die werden omgezet in gemeenschapsrecht betreffen bvb. het ouderschapsverlof, het deeltijds werken en de regeling rond de arbeidsovereenkomsten met bepaalde duur. Behalve de vermelde formele procedures die voorzien zijn in het EG verdrag, kunnen de sociale partners tevens hun eigen agenda bepalen en thema’s aansnijden die een gemeenschappelijk belang hebben, zoals de opleiding en het levenslang leren, of geslachtsdiscriminatie op het werk e.d. In dit soort gevallen kan het sociale overleg leiden tot zogenaamde actiekaders Dergelijke actiekaders leggen de politieke prioriteiten vast die de sociale partners nauwst aan het hart liggen. Deze prioriteiten dienen dan als referentiekader, en de sociale partners evalueren jaarlijks in welke mate er rond deze thema’s vooruitgang is geboekt. Voorbeeld Het autonome akkoord dat in 2002 door de sociale partners werd gesloten betreffende telewerken – gedefinieerd als het op een regelmatige manier werken buiten de gebouwen van de werkgever –, werd door de sociale partners zelf in het merendeel van de lidstaten ingevoerd. Het akkoord behandelt aspecten zoals het ter beschikking stellen van arbeidsmiddelen, de eerbied voor de privacy en de bescherming van de gegevens, de gelijkheid van behandeling met niet-telewerkers en de opleiding. Het akkoord
Andere vormen van impact die dergelijk sociaal overleg kan opleveren zijn bvb het verschijnen van algemene richtlijnen of gedragscodes die dan weer via algemene nationale wetgeving een invloed hebben op de sociale verhoudingen of verantwoordelijkheden.
WAT IS HET BELANG VOOR DE BURGERS ? De sociale partners kennen de realiteit van de arbeidsmarkt in Europa. Ze begrijpen de behoeften van de werknemers en de bedrijven en verdedigen hun respectievelijke belangen. Het voorKADER info I N° 274 I April 2009
Raad / Parlement
Commissie Eerste consultatie betreffende een mogelijke oriëntatie van een voorgesteld communautair ingrijpen
Advies Tweede consultatie betreffende het onderwerp van het voorgestelde ingrijpen
Keuze
Onderhandelingen (max 9 maanden)
Debatten, amendementen en opname in het communautaire recht
Advies
Wetgevend voorstel
Mislukking
Succes
Akkoord
Aanvaarding (of verwerping) in communautair recht (alleen de Raad)
Keuze
Autonoom akkoord: uitvoering van het akkoord door de nationale sociale partners in de lidstaten
Evaluatie Wetgevend voorstel (met akkoord in annex)
naamste gevolg van dit overleg voor Europa is dat bij het opstellen van gemeenschapswetgeving rekening wordt gehouden met de belangen van de betreffende partijen. In sommige gevallen hebben de sociale partners zelfs een doorslaggevende invloed gehad op de totstandkoming van Europese sociale wetgeving. Ze hebben verschillende akkoorden gesloten en een ruime keuze aan teksten opgesteld rond sociale thema’s. Vele van deze thema’s hebben een directe relevantie voor de individuele werknemer, zoals de modernisering van het sociaal overleg, de organisatie van het werk, de opleiding van de werknemers, veiligheid en gezondheid van werknemers, positieve discriminatie in de werksfeer van bepaalde maatschappelijke groepen, de verhouding tussen privé-leven en werk, het gelijke kansenbeleid en de mobiliteit van werknemers. Voorbeeld Studies tonen aan dat blijkbaar één werknemer op twintig het slachtoffer is van intimidatie of pesterijen op het werk. Om hieraan te verhelpen hebben in 2007 werkgevers en werknemers een akkoord afgesloten dat een nultolerantie voorziet voor ongewenste intimiteiten en fysiek geweld op de werkplaats. Dit akkoord voorziet tevens in procedures die kunnen voorzien worden in bedrijven om met dergelijke gevallen om te gaan.
VOOR WIE MEER WIL WETEN - Lees uiteraard de volgende nummers van KaderInfo - http://ec.europa.eu/socialdialogue - http://publications.europa.eu
HEBBEN MEEGEWERKT AAN DIT NUMMER : Frédéric BAUDOUX Michel BAUDOUX Erwin BOEYNAEMS Herman CLAUS Rachel DE VRIES Jean FINNÉ Mariem GUERROUM Philippe HENDRICKX Pierre NUYTS VERTALING: Erwin BOEYNAEMS Herman CLAUS Jean FINNÉ DRUKKERIJ: GILLIS nv Overnemen van artikels is toegestaan mits vermelding van de bron en versturen van een bewijs naar de NCK. 16 7