Drechtsteden
il1 l,!11 ,1! 1 ,1111 11 9 ,1011 GPD
25.03.2015
0085
Postbus 619 3300 AP Dordrecht Bezoekadres Noordendijk 250 3311 RR Dordrecht
Aan de colleges van B&W van Alblasserdam Dordrecht Hendrik-ldo-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
IBAN: NL66BNGH0285127853 BIC: BNGHNL2G
Behandeld door: C. Buchinhoren Onderwerp: Lokale zienswijzen voorstel Trap Af, tweede ronde
Datum: 20 maart 2015
Telefoon: 078 - 7703709 Fax: 078 - 7708091 E -mail:
[email protected] Bijlage(n): 2
Ons kenmerk: BDR/15/1394730 Uw kenmerk: -
Geachte collegeleden, In de Drechtraadcarrousel Integraal van dinsdag 3 maart jongstleden is opiniërend gesproken over het tweede deel van de 'groene' voorstellen ter invulling van de bezuinigingsopgave 2e Ronde Trap af. In de carrousel is de wens uitgesproken om meer informatie te krijgen inzake de lokale effecten van de voorstellen. Verder is uitgesproken dat de uitkomsten van de 'oranje' onderzoeksvoorstellen betrokken moeten worden bij de afweging en dat ook voor de 'rode' voorstellen argumentatie moet worden toegevoegd. Voorts is ingebracht dat de systematiek van Trap Af tegen het licht moet worden gehouden. Het DSB is verzocht in een volgend voorstel (in september in de Carrousel) de aanvullende informatie aan te leveren en gemeentelijke zienswijzen op de voorliggende voorstellen op te nemen zodat deze betrokken kunnen worden bij het debat. Het Drechtstedenbestuur neemt de opdracht aan om de resultaten van de onderzoeksvragen tijdig op te leveren en om meer context en onderbouwing te geven bij de 'rode' voorstellen. De behoefte die de carrousel heeft geuit omtrent de lokale effecten van de voorstellen kan alleen lokaal worden opgehaald. Met deze brief verzoeken wij u dan ook de lokale zienswijzen op de voorstellen bij ons bestuur aan te leveren. Het Drechtstedenbestuur zal de lokale zienswijzen verwerken in het voorstel dat in september aan de raadscarrousel zal worden voorgelegd. In dat licht is het wenselijk dit vanuit een gedeelde basis en context te doen. Daartoe ontvangt u met deze brief op een aantal onderdelen van dit dossier informatie die u kunt gebruiken voor het inrichten van uw eigen traject. Om vanuit de lokale zienswijzen tot een helder voorstel te kunnen komen, stellen wij het op prijs als in de zienswijze in ieder onderstaande onderwerpen aan bod komen: - Standpunt van college/raad over groene, nog niet vastgestelde voorstellen waarbij betrokken worden de lokale effecten daarvan. - Standpunt van college/raad over de rode voorstellen. - Standpunt van college/raad over de huidige systematiek van Trap Af en het onderschrijven van de uitgangspunten daarvan of een eventueel voorstel voor alternatieven.
Alblasserdam / Dordrecht/ Hendrik-Ido-Ambacht / Papendrecht / Sliedrecht / Zwijndrecht Pagina 1 van 2
Datum 20 maart 2015 Ons kenmerk BDR/15/1394730
Planning Het vervolg van het debat over de invulling van de taakstelling vindt plaats in de carrousel van 1 september 2015. Het DSB heeft de opdracht om voor het zomerreces alle informatie aan te leveren die de raad van belang acht voor een goed debat. Dit is inclusief de lokale zienswijzen en de reactie van het DSB daarop. Het DSB zou het zeer op prijs stellen als de lokale zienswijzen uiterlijk 23 juni a.s. beschikbaar zijn voor verwerking in het raadsvoorstel. Hoogachtend, het Drechtstedenbestuur,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA` secretaris
drj: _ , ,1A54,13fok
_--v or itter
Bijlagen: 1. Achtergrondinformatie a. Schets van het proces tot nu toe b. Duiding van de systematiek van trap af c. Context van de verwevenheid lokaal/regionaal d. Toelichting op voorstellen e. Toelichting op frictiekosten
2.
Productbladen van de voorstellen
Pagina 2 van 2
e- 2 M
Drechtsteden
Bijlage 1 a:
Schets van het besluitvormingsproces tot nu toe
14 januari 2014:
DR heeft kaders vastgesteld voor een nieuwe bezuinigingsopgave van 4,5% bij de GrD: 2e
13 januari 2015:
Bespreking van DSB-voorstel met bezuinigingsvoorstellen in categorieën groen, oranje en rood. Op grond van de daar ingebrachte opinies heeft het Drechtstedenbestuur besloten het voorstel terug te nemen en opnieuw te bezien.
22 januari 2015:
DSB heeft een raadsinformatiebrief gezonden met een toelichting op de context waarin de huidige bezuinigingsopgave naar het oordeel van het Drechtstedenbestuur gezien zou moeten worden.
3 februari 2015: regiogriffie. 3 februari 2015:
Carrouselbespreking van een deel van de voorstellen die 'onomstreden' waren in de carrousel van 13-1. Carrousel stemt in met doorgeleiding naar DR van 3 maart.
3 maart 2015:
Drechtraad stemt in met eerste deel voorstellen, met een bezuinigingsbedrag van in totaal
3 maart 2015:
Carrousel bespreekt opiniërend tweede deel van de voorstellen, inclusief de duiding bij de DSB ter onderbouwing van indeling groen, oranje en rood. Carrousel wenst bij meerderheid nog geen besluit te nemen en schuift gehele voorstel door naar september (inclusief het voorstel voor de 3e ronde Trap Af) zodat dan ook de uitkomsten van de onderzoeken beschikbaar zijn. Tevens krijgt DSB de opdracht om zorg te dragen voor lokale zienswijzen en verwerking c.q. reactie daarop in nieuw voorstel.
Alblasserdam / Dordrecht/ Hendrik-ldo-Ambacht / Papendrecht / Sliedrecht / Zwijndrecht Pagina 1 van 9
b:
Duiding van de systematiek van trap OP
trap af
Besluit en methode eerste ronde Trap Af in 2010 In de begroting van de GrD is op dit moment een structurele taakstelling opgenomen, oplopend naar De GR -en participeren evenredig mee in de komende bezuinigingen. De bezuinigingen worden door de GR -en, bij voorkeur, gerealiseerd d.m.v. een doorlichting, waarbij op de inhoud gekeken wordt naar mogelijkheden voor vernieuwingen, kwaliteits- en efficiencyverbeteringen en kostenbesparingen. Om een richting mee te geven aan een bijdrage van de GR -en in de bezuinigingen zetten we indicatief in op een percentage van 10% van de lastenkant van de begroting van de GR exclusief doeluitkeringen. Dit percentage kan aangepast worden als er meer duidelijkheid is over de totale omvang van de bezuinigingen, daarbij zullen we ook kijken of dit percentage voor alle GR -en realistisch is of dat er sprake moet zijn van maatwerk van de bezuinigingsopgave per GR. Voor GR Drechtsteden geldt als uitgangspunt een taakstelling in de omvang van 25% van de korting op het Gemeentefonds in de komende jaren. Bij de bepaling van de korting op de GrD in de eerste ronde Trap Af is de ontwikkeling van de Algemene Uitkering als basis genomen. Deze, destijds negatieve, ontwikkeling is opgeteld voor alle gemeenten. Het aandeel van de GrD in het opvangen van deze korting is gesteld op 25%. Gebaseerd op de gedachte dat in een situatie zonder GrD 25% van de kosten van de organisatie vallen bij de taken die op dat moment binnen de GrD werden uitgevoerd. Dit is berekend en de uitkomsten daarvan zijn als richtinggevend kader voor de op te leggen korting vastgesteld. De Concreet heeft dit geresulteerd in de volgende taakstellende bedragen:
Omvang taakstelling
2010
2011
2012
2013
2014
2015
1.500
2.000
3.500
4.500
5.500
6.000
e.v.
Tweede ronde Trap af: voorlopige verwerking in lokale begrotingen In 2014 heeft de Drechtraad besloten over een vervolg c.q. aanvulling op de eerste trap -af -taakstelling uit 2010. Hieraan ligt een andere methodiek ten grondslag dan de methode gebruikt in 2010.
Methode voor bepaling van de taakstelling 29 ronde Trap Af, vanaf 2014 Zoals gesteld is het vanwege de grote omvang van het financiële belang dat gemeenten bij de GrD hebben belegd, noodzakelijk dat de GrD meebeweegt in de taakstellingen die op de gemeenten afkomen. In de Meicirculaire 2013 zijn drie grote generieke taakstellingen opgenomen, waarin de GrD mee moest bewegen. Dit zijn (1) de korting in verband met opschaling (100.000+), (2) de korting op het BlIA, Compensatiefonds en (3) de korting veroorzaakt door onderuitputting bij het rijk.
Kortingspercentage naar aanleiding van de taakstellingen De totale omvang van het Gemeentefonds exclusief integratie en decentralisatie uitkeringen is Aangezien de bovenstaande taakstellingen betrekking hebben op het Gemeentefonds exclusief integratie en decentralisatie uitkeringen, was het de ogen van de eigenaren legitiem om dit als basis te nemen. De gezamenlijke het gemeentefonds exclusief integratie en decentralisatie uitkeringen. Met oog hierop is besloten de kortingsreeks op te laten lopen naar 4,50% conform onderstaande reeks.
Taakstellende reeks
2014 1,50%
2015 3,00%
2016 4,50%
2017 4,50%
Uitgangspunten bij de taakstelling 2e ronde Trap Af
Bepalen van de omvang van de taakstelling De taakstelling wordt zoals hierboven beschreven gebaseerd op de ontwikkeling van het gemeentefonds. De ontwikkeling wordt omgezet naar een kortingspercentage. Vervolgens wordt dit kortingspercentage in relatie gebracht tot de gemeentelijke bijdragen aan de GRD. In 2016 en 2017 betekent dit, dat de taakstelling 4,5% van de beïnvloedbare gemeentelijke bijdragen bedraagt. De gemeentelijke bijdragen aan de GRD dienen evenredig met deze taakstelling te dalen. Pagina 2 van 9
Uitgangspunten: De omvang van de taakstelling wordt bepaald door de kortingspercentages in relatie te brengen tot de totale beïnvloedbare bijdragen aan de GRD. De besparingsvoorstellen dienen door de GRD binnen het domein van bedrijfsvoering, dienstverlening en beleid gevonden te worden. Geen enkel domein of dochter wordt op voorhand uitgezonderd. Synergie voordelen aan de kant van de GRD die optreden als spin-off van het regionaal ontwikkelprogramma kunnen ook worden ingezet ten behoeve van de taakstelling. De GRD komt, onder regie van de regionaal portefeuillehouder Financiën, tot bezuinigingsvoorstellen die optellen tot een veelvoud van de taakstelling. De individuele regionale portefeuillehouder hebben hierbij een belangrijke rol in het verkennen en aandragen van voorstellen vanuit het eigen domein. Dit om het bestuur in staat te stellen om te komen tot een keuze die verdeling over de verschillende organisatieonderdelen borgt. De besparingsvoorstellen worden voorafgaand aan de bestuurlijke besluitvorming voorgelegd voor een ambtelijk toets. De bezuinigingsopgave van de GrD is voldaan zodra de eigenaren deze hebben geaccepteerd, de Drechtraad de besparingsvoorstellen heeft geaccordeerd en de GrD hier conform invulling aan geeft. Het tegengaan van eventuele contra bewegingen is de verantwoordelijkheid van de lokale gemeenten. Gemeenten gaan bewust en weloverwogen om met individuele opdrachten aan de GrD. De GrD zal bij de opdrachtneming vragen naar een collegebesluit of een afgeleide daarvan. Extra DVO's hebben geen invloed op de hoogte van de taakstelling Derde ronde Trap Af (onderdeel van voorstel dat voorlag in carrousel van 3 maart jl.
Herijking taakstelling Bij de vaststelling van de kaders Trap Af is afgesproken dat de eigenaren de taakstelling jaarlijks herijken op basis van de meicirculaire. Bij het volledig volgen van de systematiek zoals deze is vastgesteld blijkt op basis van de meicirculaire dat de taakstelling na herijking dient te worden opgehoogd met 2,0%. Voorgesteld wordt deze aanvullende taakstelling te effectueren in de begroting 2016, en om daarbij de effecten van de meicirculaire 2015 te betrekken, evenals de als gevolg van de decentralisaties aangepaste uitkeringen in het Gemeentefonds. In de Meicirculaire 2014 zijn drie generieke taakstellingen opgenomen, waarin de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden de komende jaren volgens de eigenaren mee moet bewegen. Van deze taakstellingen is Onderwijshuisvesting verreweg de grootste. De overige twee taakstellingen zijn het gevolg van opschaling (100.000+) en de Groeiopgave Almere.
van OCW ten behoeve van de scholen in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. Het betreft hier een generieke korting voor gemeenten die via de algemene uitkering wordt doorgevoerd. De redenering achter deze korting is dat gemeenten het oorspronkelijk toegekende (niet -gelabelde) bedrag voor onderwijshuisvesting niet volledig bleken uit te geven. De tweede kamer heeft hierop besloten om de gemeenten daarom op dit budget te korten. De beoogde opschaling van gemeenten leidt tot besparingen die ontstaan door schaalvoordelen, verminderen van toezicht, vereenvoudiging van regelgeving en minder dubbeling van taken. De besparing gaat uit van een daling van het aantal gemeenteambtenaren doordat gemeenten groter worden of met elkaar gaan samenwerken. De meerjarenraming strekt zich met ingang van deze circulaire een jaar verder uit. Daardoor wordt in de tabel de uitname in verband met de lagere apparaatskosten gemeenten voor een extra jaar
3. Groeiopgave Almere (effect -1- C 7 miljoen landelijk) Omdat de uitzonderlijke groeikosten van Almere niet via de reguliere systematiek van het gemeentefonds kunnen worden bekostigd, wordt een decentralisatie-uitkering ingevoerd voor de groeiopgave van Almere vanaf 2015, ter Groeiopgave Almere komt ten laste van de algemene uitkering en is daarmee een taakstelling voor de gezamenlijke gemeenten.
Herijking naar aanleiding van de meicirculaire 2014
voorgesteld de kortingsreeks van 4,5% te verhogen naar 6,5%. Uitgaande van een beïnvloedbaar deel van de GRD Bij de effectuering van de aanvullende taakstelling bij de begroting 2016 zullen ook de uitkomsten van de Meicirculaire 2015 worden betrokken, in het licht van de afgesproken jaarlijkse herijking. Pagina 3 van 9
c:
Context van de verwevenheid lokaal/regionaal
(Uit: Raadinformatiebrief d.d. 22-01-2015) De Drechtraad heeft op 14 januari 2014 aan het Drechtstedenbestuur de opdracht gegeven te komen met een breed palet aan bezuinigingsvoorstellen, zowel binnen het domein van de bedrijfsvoering alsook binnen de domeinen dienstverlening en beleidsambities. Geen enkel domein was op voorhand door de Drechtraad uitgezonderd. Op voorhand was al duidelijk dat, hoewel bezuinigingen opnieuw zoveel mogelijk in vernieuwingen, efficiencyverbeteringen en kostenbesparing zouden moeten worden gezocht, de mogelijkheden op deze terreinen bijna waren uitgeput, onvoldoende zouden kunnen bijdragen, en er dus ook naar besparingsvoorstellen op het gebied van de dienstverlening en het uitgevoerde beleid zou moeten worden gezocht. Daarom werd bij de bespreking van de kaders ook nadrukkelijk gesteld dat meer dan in het verleden bezuinigingen een gezamenlijke aanpak zouden vragen: slimme samenwerking, versobering, en standaardisering zouden hand in hand moeten gaan om effect te hebben.
Verwevenheid en beïnvloedbaarheid De GrD-organisatie is deels vergelijkbaar met een gemeente maar is deels ook anders georganiseerd en anders gefinancierd. Net als een gemeente kan de begroting van de GrD-organisatie worden verdeeld in categorieën: beleidsambities, dienstverlening en organisatie. Behoudens de uitvoering van wettelijke taken en de besteding van de daartoe gelabelde middelen, heeft een gemeente eigen beleidsruimte of keuzevrijheid bij het inzetten van het gemeentelijk budget. Een zoektocht naar besparingsmogelijkheden kan daardoor vanuit een bredere basis dan bij de GrD worden gestart. De GrD-organisatie wordt gefinancierd door de eigenaren, op basis van een strak omschreven opdracht waar prestatieafspraken aan zijn verbonden. Dit is het geval bij het uitvoeren van door de Drechtraad vastgestelde beleidsambities maar ook bij het niveau van dienstverlening en de kwaliteit en hoeveelheid producten die door de uitvoeringsdochters aan de gemeenten worden geleverd. De GrD wordt één op één gefinancierd op basis van de te leveren output. Een zoektocht naar mogelijke besparingsmogelijkheden voert het Drechtstedenbestuur derhalve niet uit vanuit een eigen beleidsvrijheid en eigen keuzes
Beperkte mogelijkheid in interne bedrijfsvoering Het Drechtstedenbestuur heeft wél eigen beïnvloedingsmarge waar het gaat om de interne bedrijfsvoering van de GrD, binnen de kaders van de gegeven opdrachten. Op de bedriffsvoeringskosten zijn echter vanaf de oprichting van de organisaties zoveel verbetertrajecten uitgevoerd die ook daadwerkelijk tot grote besparingen voor de eigenaren hebben geleid, dat de rek, in de ogen van het bestuur, nagenoeg volledig uit de organisatie is. Kostenvoordelen op uitvoering van bedrijfsvoeringstaken zijn alleen nog mogelijk wanneer we met elkaar ook daadwerkelijk de keuze durven maken voor standaardisatie en uniformering, de regio voor de realisatie en de te behalen financiële voordelen ervan verantwoordelijk maken én de lokale uitvoering op die onderdelen los laten. Een goed voorbeeld daarvan is 'inkoop nieuwe stijl' waarmee het SCD op de inkoop voor zijn klanten, de gemeenten, grote besparingen heeft behaald. Dit is immers een van de elementen van succes van de GrD: bundeling van krachten en volume en via standaardisatie en uniformering voor de klanten en eigenaren de beste kwaliteit en kwantiteit behalen tegen de laagst mogelijke kosten. Tegelijkertijd blijkt in de doorontwikkeling van de GrD dat bedrijfsvoeringstaken waarop standaardisatie en uniformering niet van toepassing kan zijn en we met elkaar maatwerk blijven leveren én vragen, het op regionaal niveau managen en beheren van die taken géén financiële en/of efficiencyvoordelen opleveren en dus juist niet bijdragen aan de kracht van ons samenwerkingsmodel. Ook in deze categorie doet het DSB nu voorstellen. De verwevenheid en mate van beïnvloedbaarheid, maar vooral ook de eigen beïnvloedingsmarge zijn voor het bestuur leidend geweest als afwegingskader in de voorbereiding van deze tweede ronde trap af. Daarin heeft het bestuur bij de beoordeling van de mogelijkheid én wenselijkheid van invoering van maatregelen als uitgangspunt genomen het zo veel als mogelijk beperken van de effecten voor de klant. Met daarin weer onderscheid makend naar de klant van de gemeente: onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties waarvoor we optimale, effectieve en efficiënte dienstverlening willen bieden; én de klant van de GrD: de gemeenten/eigenaren waarvoor we het interne systeem van diensten en producten optimaal, effectief en efficiënt willen inrichten en laten functioneren ten behoeve weer van die optimale dienstverlening aan de klanten van de gemeenten.
Pagina 4 van 9
d:
De voorstellen
Het DSB heeft de volgende 'groene' voorstellen voorgelegd aan de Drechtraad, met daarbij het inzicht in het financiële effect per gemeente: 1.
Voorstellen waarmee de Drechtraad op 3 maart jl. heeft ingestemd: Al blasserdam
2016 e.v.
Papendrecht
H -I -Ambacht
Dordrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal
W mo inleveren 2,5 fte
Vergroten inkoopvoordelen
£ 125.000-
Invoering nieuw personeelssysteem/ -beheer
( 48.500
Optimalisatie processen
overheadfuncties
( 50.000
Afschrijvingen ICT (3 jaar tenzij)
(90.000
Alleen nog digitale loonstroken Declaraties op vast moment in maand verwerken Verminderen postrondes
E 1.632
E 3.197.
C10.844
( 22.000 ( 20.000 ( 50.000
Integreren BAG-activiteiten in
WOZ-werkzaamheden Aansluiten bij tv5jnOverhei d Ondersteuning ONS -D
(30.000 (20.000
_
(429.040
1Totaal 2015
2.
( 125.000
CO
,
CO EO
Voorstellen waarover de Drechtraad nog geen besluit heeft genomen
2015
Alblasserdam
H -I -Ambacht
Dordrecht
Papendrecht Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal (afgerond)
Vrijval middelen Minimabeleid permanent maken
C41.500
Fysieke balies dagelijks 1 dagdeel open Telefonische bereikbaarheid dagelijks 1 dagdeel
CO
CO
CO
CO
CO
Digitaliseren serviceplein, C31.422
beeindigen fysiek serviceplein
C 5.228
Flexibilsering adviesonderdelen CO
CO
basispakket SCD
Verminderen inzet ambtenaar voorrangsregeling
C50.000
Stoppen ondersteuning 50.000
klachtencommissie Stoppen Natuur- en milieu educatie Stoppen incasseren onderhoud fietsknooppunten Subtotaal 2015
Bodefunctie naar gemeente Waarvan middelen terug naar gerbeebten Waanion bijdrage aan taakstelling Totaal 2015 ter invulling taakstelling
Pagina 5 van 9
10.073
66.911
11.132
16.548
11.349
19.724
135.750
7.049
' 46.826
Z790
11.581
7.942
13.804
95.000
3.024
20.086
3.342
4.967
3.407
5.921
40.750
C 206.466
C 1.446.500
C112.863
Noot: het besparingspotentieel was gebaseerd op implementatie in het eerste kwartaal van 2015. Uitstel van besluitvorming verlaagt het potentieel te besparen bedrag.
Alblasserdam
2016 e.v.
Dordrecht
H -I -Ambacht
Papendrecht Sliedrecht
Zwijndrecht Totaal (afgerond)
Vrijval middelen Minimabeleid permanent maken
Fysieke balies dagelijks 1 dagdeel open
Telefonische bereikbaarheid dagelijks 1 dagdeel
Digitaliseren serviceplein, C37.052
beeindigen fysiek serviceplein Flexibilsering adviesonderdelen
478.000
basispakket SCD Verminderen inzet ambtenaar
voorrangsregeling Stoppen ondersteuning 50.000
klachtencommissie Stoppen Natuur- en milieu educatie Stoppen incasseren onderhoud fietsknooppunten Subtotaal 2016 e.v.
Bodefunctie naar gemeente Waarvan middelen terug naar gemeenten Waarvan bijdrage aan taakstelling 2016
C10.000 C 122.688
C 2.250.000
C 118.407
39.103
259.758
43.214
27.009
179.416
29.848
12.095
80.343
13.366
64.241
.
44.057
76.573
527.000
30.430
52.889
364.000
13.627
23.684
163.000
,,,....,.."--,.....
Totaal 2016 e.v. ter invulling taakstelling
3.
Oranje onderzoeksvoorstellen -
-
4.
Het versoberen van dienstverlening bij de SDD, specifiek door middel van het alleen nog bieden van digitale dienstverlening, het stopzetten van het activeringsprogramma werknemersvaardigheden en een verdere doorvoering van het nieuwe werken; Verdere versobering van het minimabeleid, waarbij alleen wettelijke taken worden uitgevoerd. De mogelijkheden van samenvoegen van vervoerstromen uit verschillende regelingen, zoals leerlingenvervoer en Drechthopper; De mogelijkheden van beëindiging van catering en bedrijfsrestaurants; Het versoberen van de dienstverlening/producten van de GBD (niet langer een 'A -merk'); Het toekomstperspectief van het OCD De mogelijkheden van clustering van advies- en strategische taken in het netwerk De mogelijkheden om de kwaliteit van de dienstverlening van de Waterbus te versoberen; De mogelijkheid van stopzetten van de bijdragen aan het bestuurlijk Regionaal Economisch Overleg; De mogelijkheid van stopzetten van de bijdragen aan het Regionaal Platform Verkeersveiligheid. De doorzetmacht binnen het netwerk voor succesvolle implementatie van het Transitieplan l&A
Rode voorstellen: in de ogen van het DSB niet uitvoerbaar/ niet verantwoord/ niet acceptabel
-
Keukentafelgesprek WMO afschaffen, alleen telefonische indicering Opheffen afdeling Kwaliteit Halveren afdeling Handhaving Stopzetten met inzet op opbrengst -maximalisatie Vermindering kwaliteit en uitvoering wet WOZ Van kostenbewuste naar minimale uitvoering Steekproefsgewijs toetsen van bezwaarschriften en verzoeken om kwijtschelding Afschaffen bijsluiters bij WOZ aanslagen
Pagina 6 van 9
-
Minder of geen regionale beleidsambities (rMJP) Minder vergaderingen Drechtraad/geen middagdeel Verminderen ambities Transitieplan l&A
In bijlage 2 zijn de productbladen van deze voorstellen opgenomen.
Pagina 7 van 9
e.
Toelichting op de frictiekosten
Frictiekosten bil de GRD: Voor een aantal van de voorstellen is terugbrengen van formatie aan de orde. Onze ervaring met de uitstroom van bovenformatieve medewerkers van SCD en SDD leert ons dat een structurele besparing op de loonkosten van C 1 gemiddeld leidt tot incidentele frictiekosten van C 2,50. De snelheid waarmee een medewerker uitstroomt verschilt sterk en wordt beïnvloed door factoren als de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de specifieke situatie van de medewerker. Omdat bij de GRD geen reserves of voorzieningen aanwezig zijn om die kosten op te vangen, zullen de gemeenten drager van de frictiekosten zijn. Op basis van de hiervoor genoemde factor van 2.5 schatten we op dit moment voor de voorstellen die reeds door de Drechtraad zijn vastgesteld, de maximale frictiekosten in op C 328.516 en voor de resterende groende voorstellen op C 2.225.761. Dit zijn incidentele kosten en verlagen per saldo dus incidenteel de structureel in te boeken besparingen. Voorgesteld wordt af te wachten hoe hoog de frictiekosten daadwerkelijk zullen zijn, per jaar en te bezien in het totale pakket aan maatregelen waartoe uiteindelijk besloten zal worden. De kosten kunnen dan gefaseerd worden doorberekend aan de eigenaren. Hierdoor resulteert per saldo in de eerste jaren een lagere netto-opbrengst van de bezuinigingsvoorstellen (opbrengsten minus frictiekosten). Bij het reduceren van frictiekosten zullen de mogelijkheden van (tijdelijke) afbouw van de flexibele schil worden onderzocht en de consequenties daarvan in kaart worden gebracht. In de P&C-rapportages zal hierover informatie worden gegeven en verantwoording worden afgelegd. Uiteraard wordt dit nog besproken met de accountant in het licht van de voorschriften hieromtrent vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording.
Vastgestelde voorstellen Overzicht eenmalige frictiekosten (max. inschatting)
Frictie bedrag personeel,
salariskosten factor 2,5 incl.
begeleidingskost en werk naar werk
W mo inleveren 2,5 fte
C
Vergroten inkoopvoordelen Invoering nieuw personeelssysteem/ -beheer Optimalisatie processen overheadfuncties Afschrijvingen ICT netwerkcomponenten van 3 naar 5 jaar Alleen nog digitale loonstroken Declaraties op vast moment in maand verwerken Verminderen postrondes Integreren BAG-activiteiten in WOZwerkzaamheden Aansluiten bij MijnOverheid
C C
-
141.799
C C C C
71.692
C
115.025
C
-
C
-
Ondersteuning ONS -D Totaal
Pagina 8 van 9
328.516
Voorstellen die nou in besluitvormina ziin Overzicht eenmalige frictiekosten (max. inschatting)
Frictiebedrag personeel,
salariskosten
factor 2,5 incl. begeleidingskosten werk naar werk Sociale Dienst Drechtsteden
Vrijval middelen Minimabeleid permanent maken Fysieke balies dagelijks 1 dagdeel open Telefonische bereikbaarheid dagelijks 1 dagdeel Servicecentrurn`DreChistaden' Digitaliseren serviceplein, beëindigen
-
764.500
fysiek serviceplein Bodefuncties terugleggen naar gemeenten Flexibilisering adviesonderdelen basispakket
1.336.000
Bureau Drechtsteden
Verminderen inzet ambtenaar voorrangsregeling (meervoudig lokaal) Stopzetten ondersteuning klachtencommissie (meervoudig
125.000
lokaal)
Stopzetten Natuur- en milieu-educatie (meervoudig lokaal) Stopzetten incasseren onderhoud fietsknooppunten 8ilbtotaal Maximale frictiekosten 'onomstreden' voorstellen Totaal
-
2.225.500 328.500
Frictiekosten bij de gemeenten: Een aantal van de voorstellen die voorliggen betreffen het terugleggen naar de gemeenten van taken die op dit moment door de GRD worden uitgevoerd. Dit betreft taken waarvan het DSB van mening is dat standaardisatie en uniformering niet van toepassing zijn en waarbij het op regionaal niveau managen en beheren van die taken géén financiële en/of efficiencyvoordelen opleveren en dus juist nfet bijdragen aan de kracht van ons samenwerkingsmodel. Het is aan de gemeenten om zelf een standpunt in te nemen hoe en op welke manier deze taken in eigen huis worden uitgevoerd, op een gelijk ambitieniveau als nu gebeurd, op een lager niveau of helemaal niet meer worden uitgevoerd. Deze keuzes bepalen vervolgens of er aan de kant van de gemeenten of uitvoeringspartners sprake is van personele frictiekosten.
Pagina 9 van 9
Bijlage 2 2e
ronde trap op trap af
Hieronder wordt in drie categorieën (groen, oranje, rood) toelichting gegeven op de maatregelen voor bezuiniging bij de GRD ter invulling van de taakstelling 2 e ronde trap af, zoals deze op 14 januari 2014 door de Drechtraad is opgedragen. In elk van de categorieën wordt per organisatieonderdeel van de GRD inzicht gegeven in het voorgestelde maatregelenpakket. Dit overzicht bevat niet de voorstellen die in een eerder voorstel reeds door uw carrousel zijn besproken op 3 februari ij en ter vaststelling zijn doorgeleid naar de Drechtraad. Dit betrof de voorstellen zonder of met relatief beperkte consequenties op beleid en dienstverlening. De maatregelen in de die wij u hierna presenteren zijn maatregelen die in de ogen van het Drechtsteden bestuur mogelijk én verantwoord zijn en snel kunnen worden geïmplementeerd. Deze categorie is concreet voorzien van wat elke bezuinigingsmaatregel financieel oplevert (eventuele frictiekosten zijn daarbij niet meegerekend, hierover is informatie opgenomen in het voorstel zelf). In ,""7""=1,,,t,, , , ! , zijn maatregelen opgesomd waarin potentieel een bezuiniging is te realiseren, maar waarvoor nader onderzoek nodig is om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen over de wenselijkheid ervan en om een gedegen afweging te kunnen maken tussen de effecten in dienstverlening, beleid en de financiële effecten. Om het volledige effect ervan in kaart te brengen is tijd nodig. Met name omdat dit voorstellen betreft die raken aan bestaande afspraken met partners en/of van grote impact kunnen zijn op de organisatie en ons personeel. Ons bestuur is van mening dat in deze onderzoeken zorgvuldigheid erg belangrijk is, alvorens het complete beeld van de consequenties te kunnen presenteren. De uitkomsten van deze onderzoeken worden met de Drechtraad gedeeld na de zomer. In de cate.orie rood wordt overzicht gegeven van maatregelen die in de bestuurlijke afweging als onverantwoord zijn gekwalificeerd en waarover het DSB adviseert deze niet te implementeren. Onderbouwing hiertoe wordt in de toelichting gegeven.
Totaal potentie& aan beoordeelde voorstellen Groene voorstellen, deel I Groene voorstellen, deel II Onderzoeksvoorstellen (potentieel) Rode voorstellen (afgewezen) L_Totaal
2
BEZUINIGINGSVOORSTELLEN
riir odu i
Categorie
Minimabeleid
Beleid
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? Het minimabeleid voorziet in een aantal inkomensondersteunende maatregelen. Doel is een maatschappelijk aanvaardbaar bestaansniveau garanderen, zodat dit de weg naar werk of participatie niet belemmert.
Omschrijving en argumentatie van de bezuinigingsmaatregel
Vanaf 2011 zijn de rijksbijdragen armoede- en schuldenbeleid herhaaldelijk opgehoogd (vanaf 2011 met landelijk 50 miljoen structureel per jaar, in 2014 met eenmalig landelijk 70 miljoen oplopend naar landelijk 90 miljoen per jaar structureel vanaf het jaar 2015). Als
extra middelen ontvangen in hun Algemene Uitkeringen. Op basis van beschikbaar). Het minimabeleid is in 2014 geëvalueerd en de aanbevelingen zijn al in de begroting 2015 meegenomen. Uit deze evaluatie bleek dat de in 2013 genomen beleidsmaatregelen een positief effect hadden op zowel de inkomenspositie van minima als op het gebruik en het bereiken van de doelgroep. Daarnaast was een conclusie dat de uitvoering van de individuele bijzondere bijstand kon worden verbeterd door de toegang van niet zelfredzame klanten te vergemakkelijken en het bijzondere bijstandsbeleid te standaardiseren en op onderdelen te heroverwegen, bijvoorbeeld op het gebied van inrichtingskosten (in samenhang met de ontwikkelingen in het kader van de wetswijzigingen participatiewet en Wmo 2015). Als laatste werd geconcludeerd de acties ten aanzien van gebruik en bereik effectief waren en aanbevolen dat deze acties werden voortgezet.
Financieel effect
2015
2016
2017
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel? Consequenties: Geen consequenties voor de uitvoering van het huidige beleid. Al vrijgevallen middelen minimabeleid worden permanent gemaakt en kunnen in de lokale begroting worden opgenomen. Risico:
Structureel lokaal inzetten van dit bedrag levert een risico op op het moment dat een toename gaat ontstaan in aantallen mensen die beroep doen op minimaregelingen. We achten dit risico klein. Effecten: Geen.
3
Product
Fysieke balies dagelijks 1 dagdeel open
Categorie
Dienstverlening
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? De medewerkers van de informatiebalie helpen cliënten met het beantwoorden van vragen over producten van de sociale dienst.
Omschrijving en argumentatie van de bezuinigingsmaatregel
Financieel effect
Het voorstel is om de informatiebalie te sluiten vanaf 13.00 uur. Dienstverlening op afspraak blijft wel gedurende de gehele dag mogelijk. Het trefpunt blijft de gehele dag geopend.
2015
2016
2017
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel?
Consequenties: parttime werkenden, werkenden in schuldhulpverlening en bezoekers met een beperking die begeleiding mee brengen zal deze aanpassing een beperking van de dienstverlening betekenen. max. van ruim 80). Vóór 13.00 is dit gemiddeld 62. Ervan uitgaande dat deze aantallen zich gaan centreren in de ochtenden, is te verwachten dat het aantal bezoekers in de ochtenden toeneemt naar gemiddeld 110 per ochtend. Per 2015 zullen zich nieuwe doelgroepen melden vanuit de P -wet en nieuwe WMO, deze aantallen zijn niet verwerkt in bovenstaande cijfers. Met de verwachte bezoekers als hiervoor genoemd zal de gemiddelde wachttijd aan de balie gaan verdubbelen. Ook op de deze kanalen zal de huidige servicenorm (vragen per mail worden binnen 24 uur beantwoord en 80% van de telefoontjes wordt binnen 25 seconden opgenomen) onder druk komen te staan. bezoekers bedienen. Dit zet druk op de kwaliteit van de dienstverlening.
Naast het voorstel om met ingang van 2016 de telefonische dienstverlening te halveren, wordt er in 2015 onderzoek gedaan om de digitale dienstverlening (aanvragen van uitkeringen en minimabeleid) uit te breiden. In dit onderzoek wordt meegenomen wat het effect is van het verminderden van de telefonische dienstverlening als er meer digitaal door de klant zelf te regelen is.
4
Product
Beperken telefonische bereikbaarheid SDD
Dienstverlening Categorie
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? Burgers en klanten kunnen via 3 kanalen informatie vragen aan de Sociale Dienst; via de website en mail, via de telefoon en aan de balie. De SDD is op dit moment telefonisch bereikbaar is tussen 9.00 en 16.30, van maandag t/m vrijdag. Dagelijks ontvangt de SDD circa 700 inkomende telefoon. Het doel van deze dienstverlening is de klanten te informeren voorafgaand aan het afnemen van dienstverlening of tijdens dat zij diensten afnemen van de SDD. Naast het voorstel om met ingang van 2016 de telefonische dienstverlening te halveren, wordt er in 2015 onderzoek gedaan om de digitale dienstverlening (aanvragen van uitkeringen en minimabeleid) uit te breiden. In dit onderzoek wordt meegenomen wat het effect is van het verminderden van de telefonische dienstverlening als er meer digitaal door de klant zelf te regelen is. De uitkomsten van dit onderzoek zijn in het 3 e kwartaal van 2015 beschikbaar.
Omschrijving en argumentatie van
Halveren van de telefonische dienstverlening vanaf 2016
de bezuinigingsmaatregel
Financieel effect
2015
2016 175.000
2017 175.000
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel? Consequenties:
De dienstverlening van de SDD wordt door dit voorstel in omvang en kwaliteit verminderd. De voorbereiding die burgers kunnen bespreken voordat zij een beroep doen op de sociale dienst en de informatie die zij telefonisch kunnen vragen over de stand van zaken van hun aanvraag of lopende dienstverlening, zal verschuiven naar andere kanalen; de mail of de balie. Risico:
Vermindering van dienstverlening leidt vaak tot onduidelijkheid, onzekerheid en agressie bij klanten. De Klant tevredenheid zal hierdoor afnemen. Effecten:
frictiekosten (worden betrokken bij het onderzoek 'Alleen digitale dienstverlening')
5
Product
Bodefunctie terugleggen naar lokaal
Categorie
Dienstverlening
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? De bodes verrichten representatieve werkzaamheden en basistaken bij de klantorganisaties of daarbuiten. Naast post- en reprowerkzaamheden en handyman klussen voeren de bodes de volgende taken uit: Ondersteuning bij (bijzondere) evenementen en vergaderingen voor 8.00 uur en na 17.00 uur incl. weekenden Huwelijksondersteuning op buitenlocatie voor en na 17.00 uur Huwelijksondersteuning op locatie voor en na 17.00 uur Koffie/thee/lunch voorziening, inclusief het algemeen bestuur Omzetten vergaderkamers Raad- en commissievergaderingen met griffier; klaarzetten raadzaal, geluid en catering Vergaderservice op locatie voor en na 17.00 uur
Omschrijving en argumentatie van de bezuinigingsmaatregel
Financieel effect
De gemeenten worden zelf weer verantwoordelijk voor de operationele taken. Door lokaal maatwerk komen zij tot efficiëntere inzet en een versobering van het takenpakket alsmede een verkleining van het bestand aan bodes. 2015
2016
2017
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel?
Consequenties: De maatregel bodefunctie terugleggen naar lokaal betekent dat de bodefunctie uit de SCDdienstverlening wordt getild en wordt teruggelegd bij de gemeenten. De gemeenten worden daarmee weer zelf verantwoordelijk voor de volgende operationele taken: koffie/thee, ontvangst vergaderkamers, raad en commissie vergaderingen (met griffier), vergaderservice, omzetten vergaderkamers, inspectie van het pand, evenementen en vergaderingen, fietskoerier, handyman klussen, huwelijksondersteuning, kranten, logistiek, post- en reprowerkzaamheden.
Risico's: Het lokaal onderbrengen bij de gemeente van de bodefunctie betekent dat de huidige wijze van onderlinge vervanging (regionale inzetbaarheid) niet meer vanzelfsprekend op gaat en dat aansturing en werkgeverschap bij de gemeente komt te liggen. Effecten: De maatregel betekent dat de bodefunctie (in totaal 11,04 fte.) uit de SCD-dienstverlening wordt getild kunnen, door lokaal maatwerk, komen tot efficiëntere inzet en een versobering van het takenpakket en verkleining van het bestand aan bodes. Om die reden wordt een bedrag van 163.000,-, een reële inschatting van de besparing die lokaal is te realiseren, als bijdrage aan de taakstelling toegerekend.
6
Product
Categorie
Beëindigen Fysiek Serviceplein
Dienstverlening
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? De Servicepleinen vormen een belangrijk dienstverleningskanaal op locatie en vormen voor medewerkers het eerste gezicht van het SCD. Bij de start van het SCD (1 april 2008) waren de Servicepleinen op alle locaties de gehele dag geopend. Op basis van bezoekersaantallen en op verzoek van de klantorganisatie is in 2009/2010 besloten om de dienstverlening op de kleinere locaties Alblasserdam, Hendrik-Ido -Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht terug te brengen van 8 uur naar 4 uur per dag. Dit was door goede afstemming tussen de gemeenten en een flexibel personeelsbestand goed te organiseren. In verband met de grote bezoekersaantallen zijn de grotere Servicepleinen op het Stadskantoor te Dordrecht en het SCD de gehele dag geopend. Na invoering van de fijnstructuur d.d. 17 september 2012 is bepaald dat de openingstijden van de kleinere Servicepleinen (AL, HIA, PA, SL en ZW) moesten worden teruggebracht van 4 uur naar 2 uur. De andere 2 uur zouden beschikbaar zijn voor hand en spandiensten op locatie, het opzoeken van dossiers en voor de bediening van de regionale telefoon. Servicepleinen zijn afzonderlijke balies en vormen geen combinatie met kunnen leiden tot langere wachttijden voor onze burgers. Fysieke Servicepleinen dienen als: Sluis naar de backoffice Kennisbank Informatiepunt Ontmoetingsplaats De servicepleinen worden bezet door Medewerkers Facilitair A. De volgende taken worden uitgevoerd: Algemene vragen Auto's (alleen SCD), portofoons, parkeerkaarten, sleuteltag; beheer en uitgifte BHV (meldingen), administratie en opleiding registratie CD branden Fysieke dossiers; uitgifte registreren en opzoeken Algemene facilitaire vragen beantwoorden Fax bedienen Fiets uitgifte en registratie Foto smoelenboek en toegangspasjes registratie GSM en laptop uitgifte medewerkers en vergaderservice ICT storingen doorgeven Plaatsen intranet berichten eventueel via communicatie Kantoorartikelen; uitgifte en bestellen Algemene klachten beantwoorden en afhandelen Nieuwe medewerkers begeleiden Printen t.b.v. vergaderservice Relatiegeschenken; uitgifte en registratie Vergaderkamers reserveren Web formulieren begeleiden Omschrijving en argumentatie van de bezuinigingsmaatregel
Financieel effect
De klantorganisaties zijn voor de ontwikkeling naar meer digitalisering en self-service. Taken van het Fysiek Serviceplein kunnen worden gedigitaliseerd. Dit levert een besparing op fte's. 2015
2016
2017
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel?
Consequentie: Bij het volledig sluiten van de servicepleinen moeten de bovenstaande taken lokaal worden georganiseerd. Risico's: Veel taken van de servicepleinen zijn fysieke handelingen die niet kunnen worden gedigitaliseerd, zoals uitgifte van sleutels, laptop, toegangstags en fysieke dossierregistratie en uitgifte en beheer alarmen.
7
Effecten: De fysieke handelingen die bij het Serviceplein worden uitgevoerd, dienen door lokale medewerkers te worden uitgevoerd. Dit betekent dat een aantal lokale medewerkers er verantwoordelijkheden en taken bij krijgen. Het voordeel van de maatregel valt direct ten gunste van de begroting GRD, maar kan zorgen voor toename van kosten lokaal als deze niet opgevangen kunnen worden binnen de eigen formatie, waarbij het wel zo is dat colleges mogelijkheid hebben hierin eigen keuzes te maken. Bij het SCD ontstaan eenmalige
Product
Flexibilisering van de adviesonderdelen basispakket
J Categorie
Dienstverlening/Bedrijfsvoering
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? Het gaat om de adviesdiensten die het Servicecentrum Drechtsteden levert aan de gemeenten op het gebied van communicatie, juridische zaken, personeel & organisatie en BTW. Dit betreft diensten ter ondersteuning van het primaire proces bij de klantorganisaties. Het SCD biedt meerwaarde, doordat zij deze dienstverlening op een efficiëntere wijze kan uitvoeren, onderlinge vervanging garandeert en door middel van kennisdeling kwaliteitsverhoging biedt. Omschrijving en argumentatie van de bezuinigingsmaatregel
Met deze bezuinigingsmaatregel wordt de vaste omvang van het basispakket voor adviesonderdelen in 2016 met 12,5% verkleind, hetgeen een besparing oplevert van C 478.000. Het gaat om de adviesonderdelen communicatie, juridische zaken, personeel & organisatie en BTW-advisering. In totaal neemt de formatie met bijna 6 fte af. Afdeling Inkoop wordt uitgezonderd van de maatregel. Dit gezien de aard, financiële toegevoegde waarde, en specifieke kennisvereisten, inmiddels opgebouwd bij de eenheid en niet meer lokaal voorhanden. Om te komen tot een structurele besparing van 25% (C 956.000) wordt gekeken of dit volledig in 2017 gerealiseerd kan worden of dat hier twee jaar, 2017 en 2018, voor nodig zijn. Dit om er voor te zorgen dat er een voorstel ligt waarbij de frictiekosten tot het minimum kunnen worden , beperkt.
Financieel effect
2015
2016
2017
-
C 478.000
C 478.000+ PM
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel?
Frictiekosten Deze bezuinigingsmaatregel leidt tot het terugbrengen van formatie bij de adviesonderdelen van het SCD die naar verwachting leiden tot frictiekosten. Deze incidentele kosten zullen door de gemeente gedragen moeten worden. Gemiddeld genomen leidt een structurele besparing op de loonkosten van C 1 tot incidentele frictiekosten van C 2,50. Maximale frictiekosten voor dit voorstel bedragen
Afsluiten extra DVO's en eigen inhuur De maatregel levert enkel een bezuiniging op wanneer klantorganisaties de versobering van de basisdienstverlening doorvoeren in hun eigen bedrijfsvoering en daarmee de vraag omlaag brengen. Wanneer dit niet gebeurt, kan de maatregel leiden tot een toename in het aantal DVO's of een toename van eigen inhuur per klantorganisatie.
Flexibele schil duurder dan huidige basispakket Aangezien er geen garantie is voor volledige vergoeding van vaste krachten moet het SCD gaan werken met een flexibele schil. Deze zal duurder zijn dan het huidige basispakket. Hier staat echter tegenover dat gemeenten in staat worden gesteld meer flexibel en dus meer passend bij de werkelijke behoefte/vraag diensten af te kunnen nemen. Dit kan de kosten juist beperken.
DVO's en de Wet op de Vennootschapsbelasting De Wet op de Vennootschapsbelasting vormt een aandachtspunt bij de inzet van DVO's.
8
Product
Woonnámtevenieling: klachtencommissie
Categorie
Dienstverlening
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? Er worden ten aanzien van de woonruimteverdeling drie activiteiten georganiseerd in onze regio: 1. De woonruimteverdeling zelf. Dit verloopt via de Stichting Woonkeus. Behalve voor Woonbron die haar eigen systeem toepast. 2. De voorrangsregeling. 3. De klachtenregeling (klachtencommissie). De klachtenregeling is vereist als er overeenkomsten woonruimteverdeling worden aangegaan tussen gemeenten en corporaties. De commissie wordt ondersteund door een ambtenaar. De commissie behandelt jaarlijks enkele tientallen klachten (rond de 50), waarvan gemiddeld 10% gegrond wordt verklaard. Wettelijk kader De Drechtsteden organiseren de woonruimteverdeling op basis van de Huisvestingswet. De uitvoering van de klachtenregeling is hierop gebaseerd. Inmiddels is er een nieuwe Huisvestingswet 2014 en ligt een voorstel voor om de Huisvestingsverordening te wijzigen per 1 juli 2015. Ontwikkelingen De nieuwe Huisvestingswet 2014 verbiedt het afsluiten van overeenkomsten woonruimteverdeling. Ze bepaalt dat of de gemeente of de corporatie (en andere huisbazen) de woonruimteverdeling uitvoert. De gemeente mag alleen de reguliere woonruimteverdeling regelen als er sprake is van onrechtvaardige gevolgen van schaarste aan (betaalbare) woningen. Op dit moment is daar geen sprake van in de Drechtsteden. De corporaties moeten dus zelf de huurwoningen verdelen.
Omschrijving en argumentatie van de bezuinigingsmaatregel
Klachtencommissie Op dit moment is in onze huisvestingsverordening de bepaling opgenomen dat nieuwe huurders van een sociale huurwoning een huisvestingsvergunning krijgen. Dat vereiste vervalt volgens de huidige verordening als de betreffende woningcorporatie een 'overeenkomst woonruimteverdeling' heeft afgesloten met de betreffende gemeente. Voor zover bekend hebben alle corporaties een dergelijke overeenkomst afgesloten met één of meerdere gemeenten afhankelijk van waar ze bezit hebben. In de overeenkomsten woonruimteverdeling is vastgelegd hoe de corporaties hun huurwoningen verdelen. Omdat niet de gemeenten maar de corporaties beslissen over de aparte woningtoewijzingen kunnen de woningzoekenden geen bezwaar maken bij de gemeente tegen een toewijzing. Het gaat immers niet meer om een gemeentelijke maar om een corporatiebeslissing. Er is dus geen reden meer om 'gemeentelijke' klachtcommissies in het leven te houden. Wel is het advies om in PALT met de corporaties af te spreken dat ze zelf een goede klachtenregeling hebben, en publiek en bestuur een goed inzicht geven in aantallen, soort en afhandeling van de klachten, evenals een goed inzicht in de wijze van en uitvoering en resultaten van de woonruimteverdeling. De Klachtencommissie kan per 1 juli 2015 worden opgeheven omdat de wet hiervoor geen aanleiding meer geeft. Met de corporaties wordt naar verwachting in de herijkte PALT-afspraken afgesproken dat zij in hun reguliere klachtenafhandeling deze klachten meenemen en over de afhandeling jaarlijks inzichtelijk rapporteren.
Financieel effect
2015
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel?
125.000 bedragen.
2016
2017
9
Product
Woonruimteverdeling: voorrangscommissie
Categorie
Dienstverlening
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? Er worden ten aanzien van de woonruimteverdeling drie activiteiten georganiseerd in onze regio: 1. De woonruimteverdeling zelf, dit verloopt via de Stichting Woonkeus. Behalve voor Woonbron die haar eigen systeem toepast. 2. De voorrangsregeling: De beslissingen over toekenning van voorrang worden genomen aan de hand van een advies van het Platform Uitvoering Voorrangsregeling (PUV). Hierin zitten vertegenwoordigers van corporaties, DG8iJ en SDD. De ambtenaar neemt in mandaat het besluit en verzorgt de afhandeling van het besluit. In 2013 ging het om 353 aanvragen, in 2012 werd het hoogste aantal van 424 aanvragen in de periode 2007-2013 gehaald. 3. De klachtenregeling (klachtencommissie) Wettelijk kader De Drechtsteden organiseren de woonruimteverdeling op basis van de Huisvestingswet. De uitvoering van zowel de voorrangsregeling als de klachtenregeling is hierop gebaseerd. Inmiddels is er een nieuwe Huisvestingswet 2014 en ligt een voorstel voor om de Huisvestingsverordening te wijzigen per 1 juli 2015. Ontwikkelingen De nieuwe Huisvestingswet 2014 verbiedt het afsluiten van overeenkomsten woonruimteverdeling. Ze bepaalt dat of de gemeente of de corporatie (en andere huisbazen) de woonruimteverdeling uitvoert. De gemeente mag alleen de reguliere woonruimteverdeling regelen als er sprake is van onrechtvaardige gevolgen van schaarste aan (betaalbare) woningen. Op dit moment is daar geen sprake van in de. Drechtsteden. De corporaties moeten dus zelf de huurwoningen verdelen.
Voorrang De oude en de nieuw voorgestelde huisvestingsverordeningen kennen een zogenoemde voorrangsregeling. In de nieuwe Huisvestingswet is de plicht opgenomen om te regelen dat er voor drie groepen voorrang geregeld kan worden. Deze groepen zijn statushouders, mantelzorgers en bij calamiteiten (gezinssituaties, brand, etc). Deze regeling is daarmee van groot maatschappelijk belang en daarom wordt voorgesteld deze voorrangsregeling op te nemen in een gemeentelijke huisvestingsverordening. De beslissingen over toekenning van voorrang worden genomen aan de hand van een advies van het Platform Uitvoering Voorrangsregeling (PUV). Hierin zitten vertegenwoordigers van corporaties, DGenJ en SDD. Van belang hier is dat al of niet toekenning van voorrang een voor de aanvragers zeer ingrijpende beslissing is. Deze is ook voor beroep vatbaar. Dat betekent dat de gemeenten moeten bepalen of ze hier nog wel of geen invloed op willen hebben.
Omschrijving en argumentatie van de bezuinigingsmaatregel
Financieel effect
Het niet langer bij de GRD onderbrengen van deze taak en deze weer lokaal of meervoudig lokaal uitvoeren. Het is tevens mogelijk om het geheel van de voorrang buiten de gemeenten om, bij de verhuurder, te
2015
2016
2017
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel? In de nieuwe regionale huisvestingsverordening wordt voorgesteld om het besluit over voorrang aan B&W te laten. In dat geval is het raadzaam het mandaat om deze besluiten te nemen te verlenen aan een ambtenaar van een gemeente (lokaal of meervoudig lokaal). Dit gezien de belangen die bij beslissingen spelen. Een onafhankelijke bewaking van de zorgvuldigheid en rechtmatigheid van beslissingen is gewenst. Deze maatregel kan frictiekosten bij de gemeente Dordrecht veroorzaken. De huidige gemandateerde ambtenaar is onderdeel van de Dordtse organisatie.
,
10
Product
Stoppen bijdrage aan Natuur en Milieu Educatie
Categorie
Beleid
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde? Met het programma NME en Duurzaamheidscommunicatie Drechtsteden worden scholieren en inwoners bij hun leefomgeving betrokken en worden zij gestimuleerd duurzaam te denken en te handelen. Zij leren natuur, milieu en duurzaamheid een plaats te geven in afwegingen, keuzes en gedrag. Dit programma richt zich op het primair onderwijs (hoofddoelgroep), het voortgezet onderwijs en de inwoners uit de Drechtsteden. Het streven is met de verschillende activiteiten zoveel mogelijk scholieren en inwoners uit de Drechtsteden te bereiken. De meerwaarde is gelegen in het feit dat NME Weizigt door de gezamenlijkheid in staat is educatie te ontwikkelen en te organiseren voor de gehele regio, met uitzondering van Sliedrecht die een eigen programma heeft.
Omschrijving van de bezuinigingsmaatregel
programma NME en Duurzaamheidscommunicatie en het terugleggen van de taak (en de beleidskeuze hieromtrent) naar (meervoudig) lokaal.
Aanvullende informatie
Drechtstedengemeenten. De Drechtsteden dragen vanuit het budget van NME en Duurzaamheidscommunicatie Drechtsteden 10.000 euro (113 uur + 1000 euro middelengeld) bij aan het programma Watereducatie Drechtsteden. Vanaf 2014 worden de middelen van dit programma alleen nog besteed aan een basispakket met lessen en leskisten voor basisscholen in de Drechtsteden. Het blijkt dat met de gekozen opzet niet in alle Drechtsteden een even groot bereik wordt gerealiseerd. Voor Dordtse scholen betekent dit dat niet in alle gevallen aan Voor de andere Drechtsteden blijkt juist dat ze vaak niet het aantal uren realiseren waar ze recht op hebben. Ter indicatie over bereikte aantallen leerlingen met dit programma de onderstaande informatie.
Omvang basisaanbod lessen en leskisten Gebaseerd op de gemiddelde kostprijs van lessen en leskisten kunnen vanuit het budget van NME en Duurzaamheidscommunicatie in 2015 113 lessen en leskisten worden aangeboden, die op basis van inwonersaantallen als volgt toe te delen zijn aan de verschillende gemeenten: Gemeente
Alblasserdam Zwijndrecht Dordrecht HIA
Papendrecht
Inwoners
# lessen en
percentage
leskisten
8 18 49 - 11 13 100
9 21 56 13 15 113
# leerlingen* 223 521 1.391 316 374 2.825
*Aantal leerlingen uitgaande van gemiddeld 25 leerlingen per klas
Activiteiten thema Water Alle wateractiviteiten worden afgestemd met de waterpartners Waterschap Hollandse Delta, Waterschap Rivierenland, Rijkswaterstaat Zuid-Holland, Evides Waterbedrijf, de gemeente Dordrecht en Duurzaamheidscentrum Weizigt. Watereducatie Drechtsteden zet in op het vergroten van de kennis en bewustwording van scholieren en inwoners van de Drechtsteden over de waterkringloop en de waterketen. Via tal van activiteiten en producten wordt het belang van water en van een goede samenwerking duidelijk gemaakt. Ook leren scholieren en inwoners wat zij zelf kunnen bijdragen aan een duurzame toekomst waarin voldoende en schoon water beschikbaar is voor iedereen. Omvang lessen en leskisten Watereducatie
Naar verwachting kunnen vanuit Watereducatie Drechtsteden in 2015 129 lessen en leskisten worden aangeboden, die op basis van inwonersaantallen als volgt toe te delen zijn aan de verschillende gemeenten:
11
Gemeente Alblasserdam Zwijndrecht Dordrecht HIA Papendrecht
Inwoners percentage 8 18 49 11 13 100
# lessen en leskisten* 10 24 64 14 17 129
# leerlingen 255 595 1.588 360 427 3.225
* Aantal lessen onder voorbehoud, het werkplan Watereducatie Drechtsteden 2015 is nog niet vastgesteld.
In totaal worden via dit programma dus 242 lessen en leskisten beschikbaar gesteld en worden daarmee ongeveer 6000 leerlingen bereikt. Alleen Dordrecht maakt maximaal (en meer) gebruik van de uren en is in voorgaande jaren hierdoor ook 'gesponsord door de andere gemeenten, die uren 'over' hadden. Vanuit deze feiten lijkt het beter de afweging over het wel of niet gebruikmaken van NME Weizigt voor de educatie lokaal te laten.
Financieel effect
2015
2016
2017
C 57.000
C 57.000
C 57.000
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel? De keuze om wel of niet middelen ter beschikking te stellen voor natuur- en milieu educatie komt lokaal te liggen. Als lokaal wordt besloten geen middelen ter beschikking te stellen, is er onvoldoende dekking voor de uitvoering door Duurzaamheidscentrum Weizigt om het programma NME en Duurzaamheidscommunicatie uit te voeren op de wijze zoals dat tot nu toe gebeurde. Wellicht zal deze bezuiniging leiden tot frictiekosten bij NME Weizigt.
Product
Stoppen van regionale uitvoering van beheer en onderhoud fietsknooppunten
Categorie
Dienstverlening
Wat is het product en wat is doel /de meerwaarde ? In 2005 is geïnvesteerd in de aanleg van het fietsknooppuntensysteem Drechtsteden. Dit als onderdeel van het grotere geheel van fietsknooppuntensystemen en met het oog op het vergroten van de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden voor met name de recreatieve fietser. Het beheer en onderhoud van het fietsknooppuntensysteem en ook van de lange afstandsfietsroutes is van belang om de genoemde aantrekkelijkheid te kunnen blijven houden.
Omschrijving en argumentatie van de bezuinigingsmaatregel
Toen tot het ophalen van gelden voor beheer en onderhoud werd besloten leek de provincie het beheer en onderhoud in gezamenlijkheid met vele andere partijen in de regio te gaan organiseren. Daartoe werd regionaal geld opgehaald (10.000 per jaar). Inmiddels heeft de provincie laten weten dat zij het beheer en onderhoud van de lange afstandsfietsroutes met een eenmalige uitkering wil afkopen. Samen met het tot nu toe opgehaalde geld voor de fietsknooppunten levert dit voldoende geld op om beide systemen op orde te brengen en het beheer op een goede manier te organiseren. Binnen de regio dient de afspraak gemaakt te worden dat in de eigen gemeentelijke begrotingen ruimte is gemaakt voor beheer en onderhoud van beide systemen, zodat ook de sturing op dit beheer daar belegd kan worden waar die taken feitelijk thuishoren, namelijk bij de (samenwerkende) beheerorganisaties van de gemeenten. Daarmee vervalt de grondslag voor het regionaal ophalen van deze middelen._
12
Financieel effect
2015
2016
2017
Consequenties, risico's en effecten van de bezuinigingsmaatregel? Samenwerkende gemeenten zullen zelf beter mogelijkheden kunnen benutten op dit domein. De kosten zullen naar verwachting lager liggen dan de huidige bijdrage. Er zullen echter wel kosten (meervoudig) lokaal komen te liggen.
13
' Onderzoek -titel
Toelichting
SDD
Versoberen minimabeleid
Nader onderzoek naar de mogelijkheden van verdere versobering van het minimabeleid. Alleen wettelijke taken worden dan nog uitgevoerd. Zaken als preventief budgetbeheer, aanpak bronheffing, het Sms Kinderfonds kunnen dan niet meer worden uitgevoerd. Het DSB laat in beeld brengen op welke activiteiten strikt genomen bezuinigd kán worden en wat de maatschappelijke effecten hiervan zijn.
SDD
Verlaging niveau dienstverlening
Nader onderzoek naar de mogelijkheden, effecten en risico's van verlaging van het niveau van dienstverlening van de SDD met specifiek onderzoek naar de volgende opties: - Alleen digitale dienstverlening - Verdere doorvoering van het nieuwe werken - Stopzetten activeringsprogramma werknemersvaardigheden
1 Besparingspotentieel Besparing zou gevonden kunnen worden binnen het bedrag dat voor minimabeleid in de begroting is opgenomen:
PM PM
Netwerk MT Sociaal
Samenvoegen vervoerstromen
Onderzoek naar de mogelijkheden van samenvoegen van vervoerstromen uit verschillende regelingen, zoals leerlingenvervoer en Drechthopper. Dit is in het verleden al eerder geprobeerd, maar destijds ontbraken wettelijke mogelijkheden. Daarbij zullen de huidige financieringsstromen in beeld worden gebracht. Ook als de financiering vooral lokaal is, kan clustering toch wenselijk worden geacht, maar dan ligt het perspectief van deze bezuinigingen meervoudig lokaal in plaats van bij de GRD.
PM
SCD
Beëindigen catering en bedrijfsrestaurants
Onderzoek naar de mogelijkheden en consequenties van een beëindiging van de catering en de bedrijfsrestaurants. De restauratieve dienstverlening wordt geleverd door een externe dienstverlener (Albron). Hiervoor wordt maandelijks een management fee bij het SCD in rekening gebracht. Deze kosten maken onderdeel uit van het zogenaamde CBS budget (catering, beveiliging en schoonmaak') en worden door het SCD verrekend op basis van fte met de klantorganisaties. Het contract met Albron loopt tot en met 2016. Indien na afloop van dit contract niet opnieuw wordt aanbesteed en de restaurants geheel worden gesloten, levert dit een verwachte besparing op met ingang van 2017. Onderzoek naar een andere restaurant invulling, bijvoorbeeld door meer medewerkers op basis van de participatiewet te betrekken in de uitvoering, levert geen besparing op en kan gezien het lopende contract ook niet al in 2015.
Ingeschatte mogelijke besparing
GBD
Strategische toekomstvisie GBD
Opstellen van een strategische visie op de toekomst GBD. De GBD is gericht op een hoog niveau van dienstverlening en opbrengstmaximalisatie. Dat de GBD dit ook waarmaakt, is mede het resultaat van innovaties, intensieve ketensamenwerking en
PM
14
deelname aan landelijke pilots. De GBD voert een echt 'A -merk'. In dit onderzoek brengt de GBD in beeld wat het kost om dit A -merk op
deze manier te blijven voeren en wat dit oplevert. Tevens zal ingegaan worden op de mogelijkheden om in de back -office meer samenwerking te zoeken met andere belastingkantoren. Ook zal worden onderzocht de toegevoegde waarde en kosten verbonden aan de inzet van GBD in landelijke projecten. OCD
Strategische toekomstvisie OCD
BDS
Clustering van
advies- en strategische taken in het netwerk
Opstellen van een strategische visie op de toekomst OCD. Het onderzoekcentrum verzorgt voor de organisaties in dit netwerk statistische basisinformatie, stelt diverse monitoren op en voert onderzoeken uit in opdracht van de gemeenten. Deels gebeurt dit via een basispakket waar elke deelnemer van rato aan bijdraagt, deels gebeurt dit ook op basis van individuele opdrachten. In het onderzoek zal de vraag naar de meerwaarde van het OCD centraal staan, waarbij zowel de kwalitatieve als financiële gevolgen zouden zijn als we de producten voortaan van de markt halen. Ook zal worden gekeken naar de omvang en noodzaak van het basispakket en pluspakket. Een onderzoek naar de mogelijkheden van clustering van advies- en strategische taken in het netwerk. Bureau Drechtsteden voert als stafonderdeel van de GRD een verscheidenheid aan taken. Zowel de concernstaf (bedrijfsvoering GRD zelf) is hier ondergebracht, als ook de bredere regiefunctie binnen het netwerk. Ook de gehele logistieke ondersteuning ten behc van het besluitvormingsproces binnen ons netwerk wordt door dit bureau verzorgd.
+ ingeschatte mogelijke besparing op deelname landelijke projecten:
PM
Potentiele verlaging basispakket:
Potentiele verlaging budget statistische basisinformatie en monitoren:
PM
In de gemeentelijke organisaties zijn bij stafonderdelen gelijksoortige functies aanwezig, zoals de strategische-, bedrijfsvoerings- en bestuursadviseurs. In dit onderzoek wordt in beeld gebracht in hoeverre er binnen deze domeinen dubbelingen zijn in uitvoering van lokale en regionale taken en in hoeverre het mogelijk en wenselijk is om dergelijke functies te clusteren. Dit onderzoek wordt verbonden aan de onderzoeksopdracht die ONS -D heeft gekregen tijdens de DSBconferentie. Beide onderzoeksopdrachten sluiten inhoudelijk sterk bij elkaar aan. BDS
Kwaliteit dienstverlening W aterbus
verminderen
BDS
Stopzetten bijdrage aan Regionaal Platform
Verkeersveiligheid
_
Onderzocht wordt in hoeverre en mogelijk en wenselijk is om de kwaliteit van de dienstverlening van de Waterbus te verminderen. Deze verkenning zal uiteraard uitgevoerd worden in nauw overleg met de provincie Zuid-Holland en de Waterbusorganisatie.
Omvang huidige
Eén keer in de drie jaar stelt het Regionaal Platform Verkeersveiligheid een actieprogramma vast. Een nieuw meerjarenactieprogramma is in 2014 van start gegaan, loopt tot 2016. Het RPV betreft een meervoudig lokale bevoegdheid. Voor de activiteiten ontvangt het RPV subsidie van Provincie Zuid Holland. De RPV-budgetten zijn ondergebracht bij Bureau Drechtsteden.
Huidige bijdrage Drechtsteden:
bijdrage:
C 79.000
15 Voor de opbouw van het jaarlijks budget zijn afspraken gemaakt voor de komende drie jaar. Vanuit de Brede Doeluitkering (BDU) is voor de activiteiten subsidie beschikbaar van deel wordt bijgelegd door de Drechtstedengemeenten en 2 Waterschappen. BDR haalt via de inwonerbijdrage deze "eigen bijdrage" van de Drechtsteden-gemeenten. Netwerk MT Economie
Stopzetting bijdragen aan R EO ZHZ
Onderzoek naar de mogelijkheid en consequenties van een stopzetting van de bijdrage van de zes individuele Drechtstedengemeenten aan het bestuurlijk Regionaal Economisch Overleg, een overlegstructuur waarin de gemeenten van Zuid -Holland -Zuid, en de provincie deelnemen. Dit levert geen bijdrage aan de bezuiniging op de GRD begroting, maar kan voor de individuele gemeenten een bezuiniging opleveren.
Potentieel te besparen (personeelskosten):
De zes Drechtstedengemeenten zullen op basis van dit onderzoek kunnen beslissen of zij in de stuurgroep REO ZHZ een standpunt over eventuele stopzetting van het R EO ZHZ willen inbrengen. Het Drechtstedenbestuur heeft hierin geen bevoegdheden. ONS -D
Doorzettingsmacht l&A Transitieplan
Een succesvolle implementatie van het Transitieplan l&A en realisatie van de daarin gestelde ambities zijn sterk afhankelijk van de wijze waarop en de voortvarendheid waarmee de aan het Transitieplan verbonden besluiten ook daadwerkelijk in het gehele netwerk worden uitgewerkt en uitgevoerd. De afstemmingsmechanismen binnen het netwerk van de Drechtsteden en de daarin te constateren onafhankelijke posities die gemeenten (soms) innemen zijn bedreigingen voor die succesvolle implementatie. Onderzocht zal worden op welke manieren de doorzetmacht voor die succesvolle implementatie kan worden versterkt en of eventuele voordelen kunnen worden bereikt, waarvan de baten met name in het netwerk vallen.
PM
16
Als ongewenst/onmogelijk beoordeeld door DSB
SDD
Keukentafelgesprek WMO afschaffen, alleen telefonische indicering
Afgewezen wegens te grote negatieve effecten: Gezondheidsrisico's voor burgers, ontevreden klanten. Een niet correcte indicatie kan leiden tot herstelkosten. Desinvesteringskosten voor de inrichting van het inmiddels in gebruik zijnde systeem. Is juist belangrijk element voor goede uitvoering
SDD
Opheffen afdeling Kwaliteit
Afgewezen wegens de volgende risico's: Geen zicht op onrechtmatig handelen met negatieve gevolgen voor de goedkeuring door de accountant. Geen zicht meer op de kwaliteit van dienstverlening en de mate van de klanttevredenheid Financieel risico door de toename van het aantal fouten achteraf Dalende klanttevredenheid en dalende kwaliteit van de dienstverlening leidt tot toename van Bezwaar en Beroep (hogere kosten, zowel fte als proceskosten); imagoschade: Verlies van de kwaliteitscertificering. Politiek risico: geen capaciteit voor het afhandelen van vragen mbt (kwaliteit van ) dienstverlening Dalende medewerkerstevredenheid, daling lerend vermogen van de organisatie
Halveren afdeling Handhaving
Afgewezen wegens de volgende risico's: Grotere kans op onrechtmatigheid; Hogere kosten 1 -deel (door
SDD
-
GBD
GBD
PM (personeelskosten)
(personeelskosten)
(personeelskosten)
jaarbasis teruggehaald door opsporen fraude ed); Aanzuigende werking bij bijstand door lagere pakkans en preventie, imagoschade en daarmee bestuurlijk risico.
Stopzetten met inzet op opbrengstmaximalisatie
Afgewezen wegens financieel neveneffect: Daling belastingopbrengst 1,5 miljoen euro per jaar. Dit is evt. te compenseren door tarieven te verhogen waarvoor geen maximum geldt : OZB met 3,0% verhogen.
Vermindering kwaliteit en uitvoering wet WOZ
Afgewezen wegens de volgende risico's: Daling oordeel waarderingskamer; lmagoverlies; Meer bezwaarschriften (risico voor meer no-cure-no-pay bezwaarschriften; Extra kosten om weer goed oordeel te krijgen.
(personeelskosten)
PM (personeelskosten)
17 GBD
Van kostenbewuste naar minimale uitvoering
'Afgewezen wegens negatief financieel effect: Grote nadelige effecten op de opbrengsten. Dat effect is groter dan te realiseren besparing op de uitvoeringskosten; Bezuiniging op relatief 'klein geld' (uitvoeringskosten) met risico effecten op met name 'groot geld' (belastingopbrengsten); Lagere ketensamenwerking binnen de Drechtsteden.
GBD
Steekproefsgewijs toetsen van bezwaarschriften en verzoeken om kwijtschelding
Afgewezen wegens de volgende risico's: Rechtsongelijkheid; Risico op lagere belastingopbrengsten; Oordeelonthouding accountant; Verscherpt toezicht door waarderingskamer
GBD
Afschaffen bijsluiters bij WOZ aanslagen
Afgewezen wegens het volgende risico (in relatie tot beperkte opbrengst): Risico dat dienstverlening als minder wordt ervaren Overigens: geen juridische consequenties
C 10.000 (materieel budget)
BDS
Minder of geen regionale beleidsambities (rMJP)
Afgewezen wegens de volgende ongewenste effecten: Stokkende regionale samenwerking; Minder investeringen door derd,en in ons gebied / onze economie; Imagoschade regio
Voorgestelde besparing gebaseerd op in primaire begroting opgenomen bedrag C 750.000
C 2.300.000 (personeelskosten en materieel budget)
C 250.000 (personeelskosten)
C 250.000 (personeelskosten) BDS
BDS
Minder vergaderingen Drechtraad/geen middagdeel
Afgewezen wegens de volgende ongewenste effecten: Stokkende besluitvorming op regionaal niveau heeft effect op realisatie ambities en op voortgang uitvoering door organisatie Verlaging slagkracht Drechtraad lmagoschade regio Verlaging momenten van ontmoeting en 'regiogevoer
Verminderen ambities Transitieplan l&A
Afgewezen wegens de volgende ongewenste effecten: Minder garantie dat vitale bedrijfsprocessen ondersteund blijven en daarmee risico's voor continuïteit dienstverlening aan inwoners en bedrijven Risico van hogere kosten bij langer in stand houden verouderde systemen en apparatuur
Totaal potentieel aan voorstellen
Groene voorstellen, deel I
Groene voorstellen, deel II Onderzoeksvoorstellen (potentieel)
Totaal
1
4.332.000
Locatie- en cateringkosten per vergadering
PM