Draaiboek voor de begeleiding van leerlingen met DYSORTHOGRAFIE of SPELLINGSproblemen en dyslexie (schrijven)
Naam leerling: ……………………………………………………………………… ………………………………
Klas: ……………………..
Wat is het ? DYSORTHOGRAFIE Moeizame automatisatie aan de klank-tekenkoppeling. Deze kinderen hebben structureel moeite met de woordbeeldautomatisering. DYSLEXIE Dyslectische kinderen hebben veel moeite met de overbrugging van het klankbeeld (hoe je het woord zegt) naar het woordbeeld (hoe je het woord schrijft). Er kan minder opgenomen worden in het werkgeheugen van de leerling en ze kunnen het minder lang vasthouden. Het is een blijvend probleem. •
Ze hebben moeite met overschrijven op tempo.
•
Ze draaien letters/lettercombinaties om. Ze schrijven letters in de verkeerde volgorde. Ze vergeten letters of voegen ze toe.
•
Ze schrijven vaak woorden zoals je ze zegt.
•
Ze hebben vaak langdurig moeite met open en gesloten lettergrepen.
•
Ze hebben problemen met het toepassen van de spellingregels. Ze kennen de regels wel, maar falen veelal in de toepassing, meestal als gevolg van problemen met klankverwerking en klankonderscheid.
•
Ze zien zelf weinig fouten.
•
In één stukje tekst schrijven ze een woord zelfs op verschillende manieren fout.
Wie heeft het? Bij dyslexie en dysorthografie is er een normale of zelfs hoge intelligentie. Het is erfelijk en komt meer voor bij jongens dan bij meisjes.
Men schat dat 5 tot 10% van de bevolking deze stoornis heeft. Maar het is niet altijd even goed merkbaar omdat het gradaties heeft van matig tot ernstig.
Bij 20 tot 30% van de kinderen met ADHD komt dyslexie voor.
Meer info (internet, boeken,…) http://www.stichtingdyslexienederland.nl http://www.letop.be http://www.balansdigitaal.nl
Wat kunnen we doen?
ACTIE
L1
L2
L3
L4
L5
L6
1
Extra oefenen, overschrijven en allerlei invullesjes helpen veelal weinig.
0
0
0
0
0
0
2
Houdt de instructie bondig en geef slechts een opdracht per keer? Spreek duidelijke taal
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
illustreer met voorbeelden . 3
Zorg voor een duidelijke structuur van de lessen, heb aandacht voor de context en het oproepen van de voorkennis, ga op het eind van de les na of de leerstof begrepen is.
4
Streef naar afwisseling in werkvormen en visuele en auditieve informatie.
Dispenseren (evaluatie) 5
Extra tijd geven voor toetsen.
6
Naast schriftelijke toetsing ook mondelinge toetsen afnemen. Indien nodig alleen mondelinge toetsen.
7
Opdrachten een voor een luidop voorlezen.
0
0
0
0
0
0
8
Meerkeuzevragen worden het best vermeden.
0
0
0
0
0
0
9
Leerling mag bij twijfel zijn proef mondeling toelichten.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
10
Spelfouten worden niet meegerekend bij toetsen die niet over spelling gaan.
11
De vragen bij een overhoring of toets mogen in korte omschrijvingen en
0
0
steekwoorden worden beantwoord. 12
Aangepaste beoordeling spelling bij Nederlands en vreemde talen: spelling moet minder zwaar aangerekend worden. Suggesties zijn te vinden in het Protocol
0
0
0
0
0
0
0
0
dyslexie Voortgezet Onderwijs (Henneman, Kleijnen & Smits, 2004). 13
De leerling krijgt aangepaste huistaken die hij aankan en waarmee hij succes
0
0
kan behalen, op dagen dat het kind buitenschoolse hulp krijgt huiswerk verminderen of weg laten. Huiswerken mogen op comp gemaakt worden. 14
Aantal (taal)oefeningen in de klas beperken.
15
Dictee: eventueel het kind een deel van het dictee te laten maken of enkel laten over te schrijven (= visueel dictee). De voorbereiding van het dictee tijdig
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
00
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
meegeven. Strategie aanleren om dictees voor te bereiden. 16
Bij ernstige dyslexie alleen visuele dictees geven.
17
Bij het overlezen als leerkracht al een kruisje zetten voor de zin met de fout.
0
Compenseren 18
Gebruik hulpmiddelen toestaan: woordenboeken, regelkaarten en spellinglijsten en de spellingcontrole op de computer. Kaarten met aandachtsputen, lijst met
0
moeilijke termen,… 19
Leerling een lijst laten aanleggen met de eigen struikelblokken. Deze lijst mag altijd gebruikt worden.
20
Gebruik van de computer toegestaan (eventueel met spraaksoftware), niet alleen vanwege het trage tempo, maar ook vanwege zijn zeer slechte handschrift.
21
Spellingsregels/hulpmiddeltjes op de bank/lat kleven: helpt kinderen aan hun spellingsregels denken wanneer ze iets schrijven. Bij jonge kinderen die moeite hebben met het onthouden van letters kan je letterkaartjes op de bank laten
0
0
0
0
0
0
kleven. Voorbeeld van een stickerblad met spellingsregels kun je vinden in het boek “ik scheif faut’ Martine Ceyssens, Lannoo. 22
Moeilijkheden
aanduiden
met
kleur
aan
het
bord,
vergemakkelijkt
het
overschrijven. 24
Spellingsstrategieën: bij het schrijven leren gebruik maken van spellingsregels,
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
ezelsbruggetjes, stappenplannen. 25
Correctiestrategieên: bij verbeteringswerk een woord uitspreken en nagaan of alle klanken een teken gekregen hebben.
26
Herhaling is voor deze kinderen zeer belangrijk. Leer hen manieren aan om zelf leerstof te herhalen.
27
Zet de kern van iedere les op het bord (vb rekenboek p 14 nr 3 kolom 2.
28
Geef de leerlingen ideeën hoe hij het best woorden kan leren. Bijvoorbeeld de woorden op kaartjes zetten, met tekeningetjes erbij,… (lagere klassen)
Afspraken/ agenda 29
Plaats de leerling naast een leerling waarvan de nota’s in orde zijn.
0
0
0
0
0
0
30
Laat de agenda niet overschrijven van het bord.
0
0
0
0
0
0
31
Als je zelf een tekst opstelt, lettertype vergroten (115%) en interlinie 1,5 en een
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
duidelijk lettertype, vb. Arial, Verdana 14 of 12. 32
Een weekagenda geeft een beter overzicht dan een dagagenda