qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw Protocol signalering en begeleiding ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer van lees-, spellingsproblemen en dyslexie tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui opasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas dfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdf ghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfgh jklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcv bnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmrtyui opasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas dfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdf Basisschool de Regenboog
2014/2015 Versie 3
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
INHOUD Inleiding
blz.
2
Groep 1-3
blz.
3
Groep 4 – 8
blz.
8
Algemene schoolafspraken bij een dyslexie
blz.
12
1
BIJLAGEN: Bijlage 1
Motiverende en emotionele ondersteuning
blz
14
Bijlage 2
Tips voor ouders
blz
16
Bijlage 3
Aanpak bij verschillende vakken
blz
17
Bijlage 4
Klassikale werkvormen
blz
20
Bijlage 5
Woordenschat-uitbreiding van kleuters blz
22
Bijlage 6
Observeren in groep 4
blz
23
Bijlage 7
Materialen
blz
25
Bijlage 8
Dyslexieonderzoek ja of nee?
blz
26
Bijlage 9
Boekentips voor ouders
blz
28
Bijlage 10
Leesdossier
blz
29
Bijlage 11
Afsprakenkaart
blz
38
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Inleiding: Het doel van een protocol lees-, spellingsproblemen en dyslexie is een zo goed mogelijke begeleiding van leerlingen met (dreigende) lees- en spellingsproblemen. Het protocol legt uit wat de oorzaken en de gevolgen zijn van lees- en spellingsproblemen/dyslexie. Het geeft een goed beeld van waar een kind met dyslexie tegenaan loopt en hoe een school daarop kan inspelen. Al in de kleuterperiode kunnen stagnaties in de ontwikkeling van geletterdheid bij kinderen worden opgemerkt. Voor deze kleuters is het belangrijk dat de leerkracht tijdig stappen onderneemt om latere lees- en spellingproblemen zo veel mogelijk te beperken. Het Protocol signalering en begeleiding van leesproblemen en dyslexie is een handreiking voor leerkrachten bij het voorkomen, opsporen en aanpakken van achterstanden in geletterdheid. Het protocol biedt informatie over geletterdheid en dyslexie en geeft suggesties voor de inrichting van een geletterde leeromgeving voor leerlingen en het aanbod van geletterde activiteiten in de klas. Er wordt ingegaan op de signalering en begeleiding van risicoleerlingen en de kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs. Bij elk kind is de dyslexie anders, het is een soort van persoonlijke vingerafdruk, de hulpvraag kan voor ieder kind anders zijn.
2
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Groep 1-3 Leesproblemen en dyslexie in de onderbouw In de onderbouw leert een kind de eerste beginselen van het lezen. Ook in deze periode is het heel belangrijk goed te letten op de signalen van leesproblemen. Leren lezen Het leren lezen begint al bij de fase van het voorbereidend lezen waarin kinderen taalbewustzijn ontwikkelen en eerste pogingen doen om letters te lezen en te schrijven. Voordat kinderen naar school gaan, ontwikkelen ze al een taalbewustzijn. Zo weten ze dat je van losse woorden zinnen kunt maken en dat je zinnen kunt opdelen in losse woorden. Rond hun derde jaar krijgen kinderen een fonologisch bewustzijn: ze gaan de klankstructuur van taal doorzien. Ouders kunnen tijdens de fase van het voorbereidend lezen een belangrijke rol spelen door aan de ene kant veel met taal bezig te zijn, o.a. veel voor te lezen en daar samen over te praten, rijmspelletjes te doen. Aan de andere kant kunnen ouders letten op signalen die wijzen op problemen.
3
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Groep 1 en 2 Vanaf groep 1 wordt al gewerkt aan een goede leesstart. Zo wordt er aandacht besteed aan mondelinge taalvaardigheden, fonologisch- en fonemisch bewustzijn, kennen van geschreven taal/letterkennis, woordenschat en begrijpend luisteren. Kinderen ontdekken, vooral tegen het einde van groep 2, dat gesproken woorden uit losse klanken bestaan. Dit heet het fonemisch bewustzijn, een belangrijke voorwaarde voor het leren lezen in groep 3. Een goed ontwikkeld fonemisch bewustzijn is een belangrijke voorwaarde voor het leren lezen in groep 3. Vooral tegen het einde van groep 2 wordt daarom vaak geoefend met het in stukjes hakken van woorden ('pen' bestaat uit p-e-n). Ook wordt het taalbewustzijn gestimuleerd door kleuters op een speelse manier ervaring op te laten doen met boeken en verhalen (voorlezen, laten navertellen), kennis te laten maken met geschreven taal en letters en door (eind groep 2) letterkennis op te bouwen. Leesproblemen in groep 1 en 2 Er kunnen tekenen zijn die wijzen op problemen bij het voorbereidend lezen. De passieve en actieve taalvaardigheid blijft achter. Wanneer de leerkracht constateert dat een kind achterblijft, pakt zij de betreffende problemen aan. Na een bepaalde interventieperiode toetst hij of zij het kind opnieuw. Door deze gegevens te vergelijken met eerdere resultaten, stelt zij vast of de interventies succesvol zijn geweest. Na elke toets bekijkt de leerkracht welke kinderen extra ondersteuning nodig hebben. Signalering van de taalontwikkeling in groep 1 en 2 Bij kleuters in groep 1 en 2 van de basisschool is het belangrijk dat de leerkracht let op signalen van uitblijvende interesse in letters en woorden. Op de Regenboog gebruiken wij als toets de Cito en als observatiesysteem KIJK. Als analyse instrument kan de beginnende geletterdheid (CPS) of de TAK (toets alle kinderen) gebruikt worden. Groep 3 In groep 3 begint een kind met aanvankelijk technisch lezen en het schrijven wordt voortgezet. In deze fase is het aanleren van klank-letterkoppelingen en letterkennis belangrijk. Kinderen leren ook woorden schrijven als ondersteuning van het lezen. 1e semester Vanaf de eerste schoolweken wordt intensief gewerkt aan het automatiseren van de letterkennis en de auditieve analyse en synthese. Kinderen leren met de nieuw geleerde letter direct nieuwe woorden te maken, ze leren deze vlot te lezen in de directe woordherkenning. Ze leren dat een zin uit woorden bestaat en dat zinnen samen een tekst vormen. De leerstof wordt veel herhaald, want herhalen leidt tot automatiseren. Automatiseringsproblemen zijn de meest voorkomende problemen in groep 3.
4
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
2e semester In de tweede helft van groep 3 staat het voorgezet aanvankelijk lezen centraal: de leerlingen leren woorden met letterclusters en eenvoudig samengestelde woorden steeds vlotter te verklanken. Er worden veel teksten gelezen. Het gaat er in deze periode om dat kinderen teksten vlot, nauwkeurig en met intonatie leren verklanken. De leerkracht biedt niet alleen fictie aan, maar ook informatieve teksten. Het is belangrijk dat kinderen verschillende soorten teksten lezen.
Signalering van leesproblemen in groep 3 In groep 3 kan de leerkracht periodiek diverse onderdelen van de leesontwikkeling toetsen. Het resultaat van de toetsen worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Daarnaast kan de leerkracht de werkhouding, taakuitoefening en concentratie van de leerling observeren. De houding en manier van werken kan ook duiden op problemen. De herfstsignalering van groep 3 is het moment om te beoordelen of het leesonderwijs aanslaat. Als de leesontwikkeling dan achterblijft, het kind nog steeds de letters niet kent die hij volgens de methode al wel zou moeten kennen, moet op dat moment extra hulp worden ingezet. In eerste instantie kan de leerkracht extra hulp geven door o.a. extra instructie en tijd te geven.
Aanpak Elk toetsmoment in groep 3 vormt een mogelijk startpunt voor extra begeleiding van een kind binnen de groep. Houden de problemen aan - ondanks extra hulp - dan kan extra hulp buiten de klas ingezet worden. Wanneer extra hulp buiten de klas zal worden ingezet, worden ouders hiervan op de hoogte gebracht.
5
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Stroomdiagram lezen Groep 1-2
Observeren / checken: - auditieve analyse (hakken) - auditieve synthese (plakken) - klanken herkennen en benoemen (15) - rijmen - onthouden van namen, kleuren, versjes en liedjes - interesse in letters / lezen - mondelinge taalvaardigheid - woordenschat - Zie voor uitgebreide observatielijst de checklist in het observatiesysteem van KIJK. - CITO - huisbezoek
Oefenen De vaardigheden die hiernaast staan genoemd; Oefenen met de map fonemisch bewustzijn.
6
Aanvankelijk technisch lezen
Groep 3
Testen / toetsen (okt / feb / mrt / mei): - AVI - CITO DMT, 2 kaarten - Werk de leesmethode ‘Veilig leren lezen’ tot en met de laatste kern uit. - Dyslexieprotocol: protocol leesproblemen&dyslexie voor groep 1 t/m 8.
Uitval: - Onvoldoende vooruitgang op de AVI (C, D en E scores) - Een lage C- of D- of E- score op de CITO DMT en/ of een achteruitgang in het aantal woorden dat per minuut wordt gelezen. - Eén of meer van de leesvoorwaarden worden onvoldoende beheerst. - Het kind wordt in de instructie afhankelijke groep (geel) geplaatst, wanneer er na evaluatie blijkt dat er stagnatie of achteruitgang is start wanneer mogelijk instructie buiten de groep.
Mogelijke acties: Stem de interventie af op de vaardigheden waarop een leerling uitvalt. - Train de leesvoorwaarden die onvoldoende worden beheerst. - Eerst de directe woordherkenning trainen met behulp van structuurrijen / clusterrijen van drie-, vier- of vijfletterwoorden. Pas nadat de leerling de woorden direct herkennend leest, verhoog je het leestempo - Oefenen van tekstlezen. Zie bijlage 1 voor methoden en materialen Een leerling die uitvalt op de herfstsignalering en midden groep 3 kan aangemeld worden voor extra instructie. Dit is het moment dat er een leesdossier wordt gestart. Bovenop wettelijk verplichte leesuren in groep 3 minimaal drie keer per week 20 minuten extra leesinstructie geven. Leg de concrete begeleiding vast in het leesdossier. Let op: Signaleer en volg leerlingen die letters verwisselen (bv b en d) en/of cijfers omkeren (bv 41 ipv 14) en/of letters en cijfers spiegelen, maar ook leerlingen die moeite hebben met het onthouden van namen, versjes en liedjes. Dit zijn namelijk kenmerken van dyslectische kinderen.
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Stroomdiagram spelling Groep 1-2
7
Groep 3
Testen / toetsen: - Cito SVS
Uitval: - Een lage C- of D- of E- score op de CITO SVS.
Mogelijke acties: - Instrueer en oefen de categorieën waarop een leerling uitvalt (zie foutenanalyse SVS of PI-dictee). Leerling in instructiegroep, bij stagnatie of achteruitgang een leesdossier starten en indien mogelijk instructie buiten de groep met Connect klanken.
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Groep 4-8 In groep 4 en 5 ligt de nadruk op het voortgezet technisch lezen. In groep 6 tot en met 8 ligt de nadruk op het onderhouden van het technisch lezen.
Lees- en spellingsproblemen Na groep 3 worden teksten qua structuur en zinnen langer en ingewikkelder en wordt schrijven steeds belangrijker.
8 Spellingsproblemen komen vooral naar voren bij het vrij schrijven. Het komt regelmatig voor dat een kind met spellingsproblemen in een dictee laat zien een bepaalde spellingsvaardigheid of regel wel te kennen, maar die vervolgens niet of inconsequent toepast in een vrije schrijfopdracht. In feite komt hierin het automatiseringsprobleem bij het spellen tot uitdrukking. Om leesproblemen te signaleren wordt toetsen en observeren van de leerlingen aanbevolen.
Signaleren van leesproblemen vanaf groep 4 Vanaf groep 4 is het heel belangrijk om de zwakke lezers te signaleren, omdat deze kinderen het gevaar lopen hun leesmotivatie kwijt te raken. Net als in groep 3 adviseert het protocol vier toetsmomenten (zie stoomdiagram blz. 9), waarbij verschillende vaardigheden worden getest. Tevens is er een uitgebreide lijst met observatiepunten. Deze uitgebreide lijst met observatiepunten (zie bijlage), kan naast de leerkracht ook door de ouders gebruikt worden.
Toetsmomenten Op de Regenboog zijn er een aantal momenten waarop de leerkracht de risicoleerlingen/dyslecten toetst of kan toetsen. Deze toetsmomenten zijn in oktober, januari, maart en juni. De uitslagen van deze meetmomenten worden in Esis gezet.
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Stroomdiagram lezen Groep 4
Leesontwikkeling van leerlingen volgen (zie testen en toetsen hieronder). Bij uitval extra leesinstructie geven op het leesgebied waarbij de leerling zich onvoldoende ontwikkelt. Testen / toetsen (okt / jan / mrt / juni): - AVI - CITO DMT - Bij kinderen die in groep 3 één of meerdere leesvoorwaarden onvoldoende beheersten, deze nogmaals afnemen.
Uitval: - Onvoldoende vooruitgang op de AVI (C, D en E scores) - Een lage C- of D- of E- score op de CITO DMT en/of een achteruitgang in het aantal woorden die per minuut worden gelezen. - Eén of meer van de leesvoorwaarden worden onvoldoende beheerst.
Mogelijke acties: Stem de interventie af op de soort lezer (speller of rader). - Schenk aandacht aan de leesmotivatie. Dus niet alleen maar techniek oefenen, maar ook leesbegrip en functioneel lezen erbij betrekken (bijvoorbeeld m.b.v. mini informatie boekjes). - Eerst de directe woordherkenning trainen met behulp van structuurrijen / clusterrijen van drie-, vier- of vijfletterwoorden. Pas nadat de leerling de woorden direct herkennend leest, verhoog je het leestempo - Oefenen van tekstlezen. Zie bijlage 1 voor methoden en materialen Een leerling die uitvalt op twee achtereenvolgende meetmomenten op lezen kan aangemeld worden voor extra instructie. Dit is het moment dat er een leesdossier wordt gestart. Bovenop de wettelijk verplichte leesuren binnen de groep, minimaal drie keer per week 20 minuten extra leesinstructie geven. Leg de concrete begeleiding vast in het leesdossier. Let op: Signaleer en volg leerlingen die letters verwisselen (bv b en d) en/of cijfers omkeren (bv 41 ipv 14) en/of letters en cijfers spiegelen, maar ook leerlingen die moeite hebben met het onthouden van namen, versjes en liedjes. Dit zijn namelijk kenmerken van dyslectische kinderen.
9
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie Groep 5-8
Leerlingen volgen wat betreft leesontwikkeling (zie testen / toetsen hieronder). Testen / toetsen - AVI - CITO DMT - Aanvullend CITO begrijpend lezen
Uitval of achteruitgang: - Onvoldoende vooruitgang op de AVI of CITO (C, D en E scores) - Een lage C- of D- of E- score op de CITO DMT en/of een achteruitgang in het totaal aantal goed gelezen woorden die binnen de tijd worden gelezen. Leerlingen vallen op door een spellende leesstrategie, een laag leestempo en/of radende leesfouten.
Mogelijke acties: - Schenk aandacht aan de leesmotivatie door betekenisvolle leesactiviteiten aan te bieden. Dus niet alleen maar techniek oefenen, maar ook leesbegrip en functioneel lezen erbij betrekken (bijvoorbeeld strips en krant lezen) - Minimaal drie keer per week 20 minuten extra leesinstructie geven. Leg de concrete begeleiding vast in een leesdossier dat om de zes of acht weken wordt geëvalueerd en bijgesteld. - Oefenen van woordlezen - Oefenen van tekstlezen Zie bijlage voor methoden en materialen. Zie bijlage voor aanmelden voor een dyslexieonderzoek via zorgverzekeraar Een leerling die uitvalt op twee achtereenvolgende meetmomenten op lezen kan aangemeld worden voor extra instructie. Dit is het moment dat er een leesdossier wordt gestart. Bovenop de wettelijk verplichte leesuren binnen de groep, minimaal drie keer per week 20 minuten extra leesinstructie geven. Leg de concrete begeleiding vast in het leesdossier. Let op: Observeer of leerlingen moeite hebben met automatiseren, zowel bij het lezen als overige vakken zoals rekenen (tafels), topografie, spellingregels e.d. Dit kunnen namelijk leerlingen zijn die dyslexie hebben.
10
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Stroomdiagram spelling Groep 4-8
Testen / toetsen: - Cito spelling - Methode gebonden toetsen en observaties van vrije teksten. - Bij onvoldoende scores op de CITO Spelling (D- en Escores) het PI-dictee afnemen
Uitval - Een D- of E- score op de Cito spelling. - Onvoldoende toepassen van de juiste spelling. - De leerling heeft moeite met het automatiseren en toepassen van basale spellingregels.
11
Mogelijke acties: - Instrueer en oefen de categorieën waarop een leerling uitvalt (zie foutenanalyse cito spelling of PI-dictee). Noteer dit in het groepsplan en pas de acties daarop aan.
Mogelijke acties: - Check of de leerling een fonetische (schrijven zoals je het hoort), spellende schrijfstrategie hanteert (bijvoorbeeld woord in stukken hakken) of een inprentingstrategie (op basis van woordbeelden). Stem de hulp af op de strategie die past bij de leerling. - Instrueer en oefen de categorieën waarop een leerling uitvalt (zie foutenanalyse Spelling of PI-dictee). - Instructie geven over effectieve spellingstrategieën. Maak dit zo veel mogelijk concreet door bijvoorbeeld een stappenplan met pictogrammen aan te bieden. - Een spellingschrift aanleggen dat de leerling kan gebruiken als opzoekschrift. Dit is een hulpmiddel om de spellingregels en mogelijke woorden bij die regel in te prenten. Deze zwakke spellers komen in de instructiegroep (gele groep/ groepsplan). Een leesdossier starten als een leerling op spelling twee keer een E-score heeft en voor lezen een D of E-score. Dit leesdossier is noodzakelijk voor aanmelding voor een extern onderzoekstraject.
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Algemene schoolafspraken bij een dyslexieverklaring School blijft voortdurend vragen stellen aan dyslexiedeskundigen om zich te blijven ontwikkelen/leren. Dit betekent dat de schoolafspraken door de tijd ook bijgesteld zullen worden. Dit kan alleen op teamniveau, dus niet op individueel initiatief. De eerste verantwoordelijke is en blijft de groepsleerkracht van de leerling. De extra hulp voor leerlingen begint altijd in de klas. Daarbij is een goed klassenmanagement essentieel. De leerling krijgt meer oefentijd voor lezen en spellen. De oefeningen zijn taakgericht en sluiten nauw aan bij de methoden. Als een leerling echt dreigt uit te vallen kan hij een risicoleerling worden. Een risicoleerling is een leerling die: Op ten minste 2 opeenvolgende meetmomenten een E- score haalt op lezen of Op ten minste 2 opeenvolgende meetmomenten een E- score haalt op spelling + een D/E score op lezen. Een risicoleerling krijgt in overleg met de ib en ouders een leesdossier, om juist in kaart te brengen waar de hulp nodig is, zodat hulp concreet en gestructureerd ingezet kan worden. Het doel van het leesdossier is dat de leerling zichzelf kan verbeteren naar de gestelde doelen. Echter, als blijkt dat, ondanks de hulp, de resultaten onvoldoende zijn, is het leesdossier een document om te gebruiken voor het aanvragen van extern onderzoek. De leerkracht is te allen tijde eindverantwoordelijk voor het leesdossier en de uitvoering hiervan. Een blanco leesdossier, nieuwste versie december 2013, staat op de server ( zorg). Als een leerling extern onderzocht is en een verklaring heeft ontvangen, heeft school de wettelijke verplichting om rekening te houden met deze diagnose. Dyslectische leerlingen (met een verklaring) mogen compensaties en dispensaties krijgen. Zie bijlage 3 voor verschillende mogelijkheden van aanpak. Deze afspraken worden per dyslectische leerling vastgelegd in de afsprakenkaart ( bijlage 11). Deze afsprakenkaart gaat vanaf de gestelde diagnose met de leerling mee en groeit dan tot een persoonlijk document. Bij elk kind is de dyslexie namelijk anders, het is een soort van persoonlijke vingerafdruk, de hulpvraag kan voor ieder kind anders zijn.
12
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Adviesbureaus voor het testen van dyslexie. Let op: vergoedingsregeling gaat via de verzekeraar van de ouders. • • • • •
IWAL Alkmaar of Heerhugowaard 020 – 4369470 (centrale aanmelding) /
[email protected] SOS Dyslexie Alkmaar 072 – 8508130 /
[email protected] Athena Heerhugowaard 072 - 571 12 37 /
[email protected] OBD Alkmaar 0229 – 259380 / www.obdnoordwest.nl Aadyslexie Alkmaar 020- 259380/
[email protected]
13
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 1: Motiverende en emotionele ondersteuning. Vanwege de didactische achterstand is men snel geneigd tot het maken van een handelingsplan gericht op remediering. Dat mag gelden voor zwakke lezers, voor dyslectici zeker niet. Een goed handelingsplan kent een invulling van alle belangrijke aspecten: Accepteren, Begrijpen, Compenseren, Dispenseren en Extra leerhulp. Deze vijf aspecten zullen de nodige motiverende en emotionele ondersteuning geven. Accepteren - Het is voor het dyslectische kind onmogelijk hetzelfde niveau in lezen en spellen te bereiken als een niet-dyslecticus in de dezelfde tijd. - Het kind zal altijd fouten blijven maken, ook het kind moet dit weten. - Lezen verbetert vaak sneller dan spellen. - Spellen is het grootste probleem. - Accepteren van de fouten is belangrijk om de motivatie gaande te houden. Begrijpen - De leerkracht zal op de hoogte moeten zijn van de verschillende taakaspecten en de complexiteit van lees en schrijftaken. - Begrijpen dat een lees- of schrijftaak veel energie kost door die complexiteit. - De leerling zal zelf alert moeten zijn: wanneer begrijp ik iets niet en wat moet ik dan doen. Compenseren - Met name begrijpend lezen is voor een dyslectisch kind problematisch. - Blijf niet hangen op het correct ontsleutelen van woorden. - Het gaat om het begrijpen van de informatie. - Voorlezen, plaatjes en gebaren kunnen helpen begrijpen. - Terug kunnen vallen op een voorleesmaatje is belangrijk. - De leerling hoeft niet hardop te lezen. - Ook de computer met spellingcontrole kan een goede hulp zijn. Dispenseren - Dyslectische leerlingen werken langzamer, hebben meer tijd nodig voor een lees- of schrijftaak. - Dyslectische leerlingen zijn eerder moe en hebben een rustige omgeving nodig om zich te kunnen concentreren op hun taak. - Dispensatie kan bestaan uit: minder hoeveelheid werk, tijd verlengen, vrijstelling, gebruik van kladblaadje, mogen opzoeken van woorden en betekenissen. Extra leerhulp Algemeen - Hulp bij lezen en spellen zal gericht moeten zijn op het aanleren van woordstructuren en top-down- strategieën. - Hulp bij voorkeur door eigen leerkracht om aansluiting en integratie in de eigen methode te waarborgen. - Extra leerhulp kan het gebruik van Kurzweil zijn.
14
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Kurzweil Kurzweil is dyslexiesoftware voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Per locatie zijn er vijf licenties om met Kurzweil te werken. Leerlingen die in aanmerking komen om gebruik te maken van Kurzweil hebben de diagnose ernstige dyslexie die gesteld is door een instituut dat is aangesloten bij de NRD (Nationaal Referentiecentrum Dyslexie) of KD (Kwaliteitsinstituut Dyslexie). De leerling laat onvoldoende vooruitgang zien ondanks behandeling en begeleiding, en naast lezen en spellen is er ook een dreigende leerachterstand op andere schoolvakken. Kurzweil kan ingezet worden na beëindiging van behandeling, wanneer deze is geïnitieerd door de dyslexiebehandelaar op grond van het hebben doorlopen van het gehele behandelprogramma of onvoldoende vooruitgang. Alleen bij uitzondering kan tijdens behandeling gestart worden met het gebruik van Kurzweil. Een dyslect maakt gebruik van Kurzweil in overleg met ouders en IB. IB heeft hierin een doorslaggevende rol.
`
15
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 2: Tips voor ouders van kinderen met leesproblemen. 1: Elke dag minimaal 15 minuten voorlezen tot en met groep 8. Voorlezen is heel belangrijk voor kinderen die zelf nauwelijks lezen, omdat: - het kind daarbij ongemerkt aan zijn/haar taalontwikkeling werkt. - de woordenschat uitgebreid wordt. - het kind zich leert verplaatsen in andere personen en situaties. - het kind de kans krijgt te ontdekken dat boeken leuk zijn. 2: Samen lezen. - De ouder leest het begin van het boek, totdat het kind goed in het verhaal zit en nieuwsgierig is naar de afloop. Vaak zal het kind dan zelf het boek uitlezen. - Kies hiervoor uitsluitend boeken die het kind zelf leuk vindt. Vindt het kind bij nader inzien het boek toch niet leuk, dan niet verder lezen, maar een ander boek kiezen. 3: Thuis een leessfeer creëren. Lees zelf ook, liefst in aanwezigheid van het kind. (bijvoorbeeld krant, tijdschrift of boek) Reageer op wat je leest. Laat zien dat lezen iets met je doet. 4: Abonnement nemen op een populair jeugdtijdschrift. Bijvoorbeeld: de Donald Duck. Jeugdtijdschriften bevatten korte overzichtelijke verhalen. 5: Series lezen: Het kind proberen te interesseren voor een boek uit een serie. Als het kind het boek leuk vindt, wil het vaak ook andere delen uit die serie lezen. 6: Samen iedere dag 10 minuten oefenen Doe dit als volgt: - Neem een boek dat een of twee AVI-niveau’s hoger is dan het kind normaal leest. - Lees een stukje voor. Het kind leest hardop mee. Daarna leest het kind zelf de tekst voor. (let op: een kort stuk, geen hele bladzijde) - Laat het kind niet hakkelen, maar zeg het woord voor. - Het woord wordt dan niet fout ingeslepen en het is plezierig om vlot door te kunnen lezen.
16
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 3:
Aanpak bij verschillende vakken (te gebruiken ter aanvulling van het groepsplan) Algemeen: • • • • • •
Dyslectische leerlingen hebben baat bij korte mondelinge individuele instructie en achteraf controleren of instructie daadwerkelijk is opgepikt. Wees bewust van de emotionele impact van dyslexie voor de leerling en de ouders De leerling kan gebruik maken van een maatje bij het lezen van teksten Ga op zoek naar speciale boeken die passen bij de interesse van de leerling maar ook bij diens AVI niveau (www. Makkelijklezen.nl) Nakijken met gekleurde pen (geen rood) Mogelijkheid tot blokschrift
Lezen/begrijpend lezen • ICT hulpmiddelen toestaan • Extra tijd om teksten te lezen bij alle vakgebieden • Niet onvoorbereid een hardop leesbeurt geven • Niet onder tijdsdruk lezen, behalve bij toetsen waarbij de technische leesvaardigheid gemeten wordt. • Geen cijfer voor technisch lezen op rapport. Wel wordt het AVI niveau weergegeven • Methodegebonden toetsen worden afgenomen op A3 formaat, dan wel mondeling afgenomen • CITO toetsen afnemen op A3 formaat • kennis van woordbetekenis en zinsbouw vergroten • meelezen/luisterlezen (boekje, bandje) • aanleren van verschillen tussen visuele en auditieve woordstructuren • extra instructie door de leerkracht • leren voorspellend lezen /begrijpend lezen door extra instructie door de leerkracht. • op zo hoog mogelijk AVI-niveau oefenen (stil), zo ver begrip en techniek toelaten(norm qua tijd en fouten soepel hanteren!). Net niet op frustratieniveau. • boekpromotie • vertrouwen geven dat leren lezen gaat lukken Advies aan de ouders tav lezen • boekpromotie, bibliotheekbezoek • tekst eerst voorlezen, voordat je kind het leest • altijd laten stillezen, niet hardop tenzij goed voorbereid • samen afwisselend lezen: kind stil, ouder hardop • voor- en nabespreken van tekst =========================================================== Rekenen • Minder verwerkingsstof geven • Gebruik laten maken van een tafelkaart, ICT (rekenmachine), kladpapier • Rekenopgaven voorlezen bij een toets als er veel leeswerk in voor komt. (denk aan CITO toetsen) • tafels aanleren met omgekeerde en dichtbij liggende sommen • open tafelkaart hierbij leren hanteren • hulpboekje voor oplossingsmanieren maken, met per somtype de voor de leerling werkbare oplossingsmanier
17
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
grote getallen goed leren uitspreken, bewust van de cijferpositie oplossingsmanieren leren verwoorden inzicht stellen boven automatiseren lange sommen met kladpapier laten doen (tussenstappen) rekenmachine leren gebruiken in de bovenbouw als controlemiddel en voor moeilijke vraagstukken • extra instructie door de leerkracht • schattend leren rekenen • eventueel andere beoordeling op rapport hanteren en dit de ouders uitleggen • • • • •
Advies aan de ouders tav rekenen • verwachten dat je kind de tafels niet snel uit het hoofd kent en verwachten dat er bij klokkijken verwarring kan zijn (voor en over e.d.)en bij geldrekenen. • een boodschap laten doen en zelf laten betalen • uitdragen dat fouten mogen =========================================================== Spelling • Gedifferentieerde beoordeling bij een dictee: alleen het spellingsprobleem uit het aanboden blok wordt getoetst. • Spellingsfouten wel op wijzen maar niet aanrekenen als spelling niet het doel van de taak is • Gebruik van ICT hulpmiddelen bij het schrijven van teksten, werkstukken etc. • Een onvoldoende cijfer voor spelling wordt niet op het rapport genoteerd, maar wel toegelicht aan de ouders • bewust leren worden van eigen fouten • systematisch de spelling opbouwen, zoveel mogelijk volgens auditief beginnende regels • via Spellingspiekschrift (of schema) steuntjes en regels aanleren, zoals: ui (kuil met schop) • Alleen regels aanbieden waarmee de leerling moeite heeft. • Het Spellingspiekschrift (schema) gaat mee naar de volgende groep. • leren verwoorden van spellingcategorieën • aanleren van voorwaardelijke kennis: zoals lange/korte klanken; (mede)klinkers; klankgroepen • extra instructie van de leerkracht gericht op aanleren van strategieën • toepassing regels en steuntjes in ander werk aanleren • controlefase aanleren na het schrijven, gericht op één spellingproleem. • leren geleerde steuntjes en regels te gebruiken via opbouw: eerst in eenvoudige taken, dan in complexe • waar mogelijk de computer gebruiken • extra spellinghulp gericht op inoefenen van de strategieën Advies aan de ouders tav spelling • thuis in principe niet aan de spelling werken, tenzij als afgesproken • verwachten dat veel geduld nodig is voor je ziet dat het kind vooruitgaat met spellen • verwachten dat het kind in spontane briefjes fouten blijft maken • deze fouten in spontane briefjes niet verbeteren • inspanning expliciet waarderen • letten op de uitspraak van dagelijkse woorden (articulatie) =========================================================== Schrijven • eventueel blokschrift aanleren (met speciale methode) in overleg met fysiotherapie.
18
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
• eventueel computer gebruiken Advies aan de ouders tav schrijven • begrip tonen voor de complexe taak van het schrijven • er vanuit gaan dat het kind zijn best doet op het handschrift ook al is het niet prachtig • computer laten gebruiken om iets te schrijven =========================================================== Wereld oriëntatie • hoeveelheid schriftelijke informatie beperken • leeswerk op begrip richten, leren studerend omgaan met informatie • samen met goede leerling schriftelijke informatie doornemen • ezelsbruggen verzinnen voor jaartallen/ reeksen/moeilijke namen/begrippen, zoals: TV-TAS (ndl. Eilanden) • meer tijd geven • eventueel inspreken op band/voorlezen • extra instructie van de leerkracht/ eventueel voorinstructie. • opbouw van werkstuk leren (structuur) • vooral leren feiten opzoeken i.p.v. weten • spellingfouten niet aanrekenen in werkstukken • veel complimenteren voor schriftelijk werk • bespreken wat de leerling nog moeilijk vindt met huiswerk • mondeling toetsen indien noodzakelijk • hoeveelheid topografie verminderen • topografietoets in hoeveelheid opbouwen en ezelsbruggetjes geven Advies aan ouders • verwachten dat het onthouden van (plaats)namen moeilijk is • laten kaartlezen op vakantie • nieuwe kennis inzichtelijk koppelen aan oude kennis • samen schriftelijke informatie doornemen • informatieve en educatieve tv-programma’s en internetsites stimuleren (Zappelin)
19
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 4: Klassikale werkvormen Voorlezen Begrijpend luisteren vormt een goede voorbereiding op begrijpend lezen. Kinderen horen door het voorlezen een vloeiend leesgedrag. De leerkracht leest dagelijks voor. Het voorlezen beperkt zich niet tot voorleesboeken maar denk ook aan: de eerste hoofdstukken van een (makkelijk lezen) boek, een gedicht, een opstel van een kind, een artikel uit de krant of tijdschrift. Voordat voorgelezen wordt een korte introductie op de tekst. Voorkennis activeren. Oogcontact houden tijdens het voorlezen. Geen controlevragen stellen achteraf. Praten over de tekst natuurlijk wel. Meelezen met korte tekst Kinderen lezen een korte tekst (denk ook aan een versje) mee (gekopieerd). Maar een tekst uit het biologieboek kan ook. Twee of drie keer op achtereenvolgende dagen dezelfde tekst lezen. Eventueel mee naar huis. Deze vorm heeft als doel: bevorderen van vloeiend leesgedrag, bevorderen van taalontwikkeling en het leesbegrip. Er wordt over de tekst (ook vorm) gesproken. De tekst kan in postervorm opgehangen worden. Kinderen kunnen de tekst ook in koor mee lezen. Meelezen van boeken Soms wordt gekozen voor meelezen in plaats van te luisteren naar voorlezen. Meelezen (de leerkracht leest hardop) met een tekst bevordert het vloeiend lezen en de directe woordherkenning. Wanneer een boek gebruikt wordt kan het hele boek gelezen worden maar ook de eerste hoofdstukken. Alle kinderen moeten het boek, tekst of kopieën hebben. Ook kan de tekst geprojecteerd worden. Tijdens het lezen zo min mogelijk stoppen, alleen op punten die van tevoren overdacht zijn. Gebruik HVP: H = Herinneren: ik ben onder aan de bladzijde wie kan me kort zeggen wat er gebeurd is? V = Voorspellen: wie kan een voorspelling maken over wat er gaat gebeuren? P = Plek: oké, we zijn bovenaan blz. 33, is iedereen daar? Achteraf kan over de tekst gepraat worden wat het begrijpend lezen en luisteren stimuleert. Stillezen Vanaf AVI M4 lukt stillezen meestal goed. Er wordt veel leeservaring opgedaan en veel leeskilometers gemaakt. Radio-lezen Een groepje heterogeen samengestelde kinderen bereidt een bepaalde tekst voor. Ze spreken af wie welk stukje gaat voorlezen. Daarna gaan ze het stukje voorlezen aan de klas. De klas luistert alsof ze naar de radio luisteren. Hierna kan gepraat worden over de tekst. De kinderen die het voorlezen hebben ook de taak een aantal open vragen of stellingen te maken over de tekst Theater lezen Er wordt een tekst gebruikt van een toneelstuk. Elk kind krijgt een rol en leest de tekst voor die daarbij hoort. Het spel wordt niet gespeeld alleen voorgelezen. Betekenis en emotie wordt overgebracht via de intonatie. Kinderen oefenen van tevoren zowel individueel als in de groep. Soms kunnen kinderen een tekst zelf ombouwen tot toneelstuk tekst. Hardop denken Goede lezers denken tijdens het lezen na over het geen ze lezen. Normaal is dit niet hoorbaar.
20
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bij deze techniek demonstreert de leerkracht via hardop denken het eigen denkproces bij een tekst uit een zaakvak-methode. Hij stopt op bepaalde punten en geeft dan aan waar hij over denkt. Als de leerkracht dit een aantal malen gedaan heeft gaan de leerlingen het in tweetallen doen. Koppel sterke en zwakke lezers aan elkaar. Het integreert het begrijpend lezen met de zaakvakken. Het gaat om de volgende strategieën: - voorspellen - visuele voorstelling maken: ik stel me voor dat.. - vergelijkingen maken: dit lijkt op…dit doet me denken aan… - controleren van het eigen begrip: ik snap dit niet want;;; - repareren van het eigen begrip: ik moet dit nog eens lezen.. - becommentariëren: dit vind ik….mooi…spannend…. want - verbinden met wat je wat eet: dit klopt (niet) want.. - kritische vragen stellen over de tekst: waarom… Meestal zullen één of twee van de strategieën aan de orde komen. Een kaart met “reminders” gebruiken als kinderen zelfstandig lezen. (zie ook www.dyslectischekinderen.nl) Naam: Datum: Tekst: 1. Ik heb voorspellingen gemaakt 2. Ik heb een plaatje gemaakt in mijn hoofd 3. Ik heb de tekst in verband gebracht met wat ik al eerder wist 4. Ik heb gemerkt wanneer ik iets niet begreep 5. Ik heb iets gedaan om dit op te lossen 6. Ik heb commentaar geleverd 7. Ik heb een verband gelegd met iets wat ik al wist 8. Ik heb kritische vragen gesteld
nooit soms vaak nooit soms vaak nooit soms vaak nooit soms vaak nooit soms vaak nooit soms vaak nooit soms vaak nooit soms vaak
Duolezen Vooral in groep 4 een goede, dagelijkse, oefenvorm. Het overbrugt de periode dat leesoefening hard nodig is, maar nog zoveel vergt dat het niet aantrekkelijk is om te doen. Het bevordert de woordherkenning, de vloeiendheid en het leesplezier. Kinderen met duidelijke leesproblemen zijn meer gebaat bij tutor-lezen dan bij duo-lezen. Zelfgekozen duo’s blijken het beste te werken. Kinderen moeten wel een redelijk vergelijkbaar leesniveau hebben. Tutorlezen Tutorlezen is erg geschikt voor kinderen met leesproblemen. De tutor zit minstens twee groepen (en minimaal twee leesniveaus ) hoger. Een tutor zorgt ervoor dat het lezen makkelijker wordt voor het kind. Dit doet hij door voor te lezen, voor te zeggen en neutrale feedback te geven. Eventuele teksten worden herhaald gelezen. Goede publicaties hierover: - Samen beter lezen van Hetty Klaassen en Aleid Stienstra-Sondij - Een boek voor twee van Hilde van Keer- www. Maklu.be.
21
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 5: Tips voor woordenschat-uitbreiding van kleuters. PRENTENBOEKEN: voorlezen van en praten over prentenboeken is een uitstekende manier om de woordenschat uit te breiden. De kinderen zien de plaatjes en begrijpen daardoor de verschillende woorden gemakkelijker. Ook worden veel woorden herhaald. Je kan het kind bepaalde stukken laten navertellen en vragen stellen. DOE VERHAALTJES: Jij vertelt iets en het kind beeldt het uit. Bijvoorbeeld: Petra stapt uit bed. Ze rekt zich uit en gaapt nog eens flink… etc. RAADSPELLETJES: - Het kind neemt een voorwerp in gedachten. Ze vertelt welke kleur het heeft, welke vorm. Jij raadt wat het is. - Jij of het kind beeldt een beweging uit, vervolgens raden wat het is. TAFELSPELLETJES: - Kwartetten ( altijd benoemen, niet alleen maar aanwijzen) - Lotto - Memory met als regel altijd de plaatjes benoemen als je ze omdraait. GEHEUGENSPELLETJES: Er worden voorwerpen op tafel gelegd. Het kind mag er even naar kijken, waarna er een doek overgelegd wordt. Het kind moet daarna raden wat er lag. Dit kan ook met plaatjes. IK GA OP REIS EN IK NEEM MEE…………………… Een slaapzak. De volgende herhaalt en noemt iets nieuws …..een slaapzak en een tandenborstel, enz. Ik ga naar de dierentuin en ik zie een……………………… Ik ga naar de groenteman en ik koop………………………………….. CATEGORIENAMEN: Hoeveel fruit kunnen we vinden………appel peer kers etc………………. Zo ook met meubels, speelgoed, groente, vogels, bloemen, beroepen, boerderijdieren spelen, sporten, SAMENSTELLINGEN: Wie kan snel een samenstelling vinden met hand. (handdoek handbal handschoen) Met lees (leesblad, leeshoek…etc) ……………………………………………. Met voet (voetbal..etc)
22
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 6 : Observeren in groep 4 1. Hanteren van leesstrategieën • • •
als de leerling spelt, doet hij dat hoorbaar of verinnerlijkt? als de leerling raadt, doet hij dat op basis van de context (rekening houdend met de zin) of blindelings? maakt de leerling gebruik van lettercombinaties?
2. De leessnelheid • • •
hoe is de leessnelheid vergeleken met groepsgenoten? begint de leerling regelmatig opnieuw met lezen? herhaalt de leerling vaak woorden?
3. Het gebruik van de contextinformatie (informatie uit de zin of de tekst) • •
maakt de leerling gebruik van de zincontext bij het lezen van zinnen? maakt de leerling gebruik van illustraties?
4. Problemen met het lezen van bepaalde woorden • •
heeft de leerling problemen met het lezen van bepaalde woorden? zo ja, welke soorten woorden zijn dat?
Veel zwakke lezers hebben problemen met het lezen van meerlettergrepige woorden en met woorden die voor- of achteraan drie medeklinkers hebben. 5. De uitspraak •
hoe is de uitspraak tijdens het hardop lezen?
Bij sommige leerlingen wordt het lezen negatief beïnvloed door slecht articuleren, gebruik van dialect of slechte verstaanbaarheid. Vaak is dit een al langer bestaand probleem en is er logopedische informatie bekend van de leerling. Er moet dus onderscheid gemaakt worden tussen uitspraakfouten en leesfouten! 6. Woordenschat •
hoe is de leeswoordenschat vergeleken met groepsgenoten?
7. Begrijpend lezen • •
hoe is het leesbegrip vergeleken met groepsgenoten? hoe is de interpunctie (houdt de leerling rekening met leestekens?) en de zinsmelodie?
Vaak kun je aan de intonatie horen of de leerling begrijpt wat hij leest. 8. Spellen •
hoe is de spellingvaardigheid bij het schrijven van een verhaal?
23
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie • •
beheerst de leerling bepaalde klank-letterkoppelingen niet? beheerst de leerling bepaalde spellingregels niet?
9. Metacognitieve vaardigheden •
corrigeert de leerling zelf fouten tijdens het hardop lezen?
10. Leesmotiviatie •
hoe is de leesmotivatie van de leerling?
24
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 7: Materialen Materialen Methoden lezen
Materiaal methode VLL Flits -ICT Letterkaartjes/flitskaartjes Kurzweil voor ernstig enkelvoudige dyslecten
Methoden spellen
Spelling in de Lift Spelling in de Lift Plus Zelfstandig spellen Klankstempelkist Spelling Zwijssen - ICT Ambrasoft- ICT Spellingspiekschrift
Methoden Auditieve taalontwikkeling en fonologische ontwikkeling
Map fonemisch bewustzijn
25
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 8: Dyslexieonderzoek ja of nee? Vergoeding via de zorgverzekering Sinds 1 januari 2009 is de vergoeding van diagnostiek en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie in het basispakket van de zorgverzekering opgenomen. Het woord 'enkelvoudig' wil zeggen dat er géén sprake mag zijn van bijkomende stoornissen zoals bijvoorbeeld AD(H)D. In 2011 kunnen ouders aanspraak maken op de vergoeding: o o
als er een leerling-dossier is opgebouwd waaruit blijkt dat er in het onderwijs een traject is geweest van extra hulp bij het leren lezen en spellen als de school vermoedt dat er sprake is van ernstige, enkelvoudige dyslexie omdat het kind geringe vooruitgang vertoont
Bij drie recente en achtereenvolgende meetmomenten moet de achterstand als volgt zijn; -De leerling behoort bij de 10% zwaksten (bv. E score) vergeleken bij de normgroep voor LEZEN (woordniveau)* Of – De leerling behoort bij de 16% zwaksten voor LEZEN (woordniveau) en bij de 10% zwaksten (bv. E-score) voor SPELLEN. *(Het is nu zo dat de nieuwe DMT de drie toetskaarten samen scoort. Het blijkt uit onderzoek dat de drie kaarten samen de meest betrouwbare score geeft. We willen er dan ook naartoe dat we uitgaan van deze totaalscore en dan moeten kinderen dus drie E-scores op de drie kaarten samen op drie opeenvolgende momenten halen. (Nu is het echter zo dat we in een overgangsfase zitten waarbij scholen overgegaan zijn van de oude (waarbij de kaarten nog uitgesplitst in het lvs staan) naar de nieuwe DMT. In deze overgangsperiode komen kinderen nog in aanmerking voor een vergoed dyslexie onderzoek als ze drie E-scores hebben op één van de drie kaarten op drie opeenvolgende meetmomenten.) Om te voorkomen dat alle kinderen met leesproblemen worden aangemeld voor een dyslexieonderzoek heeft de school de functie van poortwachter. De basisschool stelt een leesdossier samen om het vermoeden van ernstige dyslexie bij een leerling te onderbouwen. Dit dossier bevat een overzicht van lvs-scores op lees- en spellingtoetsen en een beschrijving van de geboden hulp op school. Kinderen bij wie intensieve begeleiding op school onvoldoende helpt, hebben een verwijzing naar de zorg nodig. Als ouder meldt u uw kind aan bij een dyslexiebehandelaar die beoordeelt of in het leerlingdossier het vermoeden van ernstige dyslexie door de school voldoende is onderbouwd om tot onderzoek over te gaan. Toont het diagnostisch onderzoek aan dat er bij nader inzien geen sprake is van ernstige dyslexie, dan worden de kosten van het onderzoek niettemin vergoed door uw verzekering. Stapsgewijs: Wat moet er gebeuren om in aanmerking voor een vergoeding van een dyslexieonderzoek te komen? • Ouders moeten de aanvraag indienen bij hun zorgverzekeraar. • Daarvoor moeten er 2 pakketjes ingevuld worden met allerlei gegevens; 1 pakket door de school en het andere pakketje door de ouders. • Nadat alles gekopieerd in het schooldossier van het kind zit, sturen ouders het hele pakket (van school en ouders samen) op.
26
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
•
Als de hulpverlener deze gegevens ziet als gegevens van een kind dat ernstige enkelvoudige dyslexie zou kunnen hebben, dan geven zij dit door aan de zorgverzekeraar. Er is dan een goedkeuring voor de vergoeding van een uitgebreid dyslexieonderzoek.
Wanneer de onderzochte leerling ernstige enkelvoudige dyslexie heeft, dan komt hij of zij in aanmerking voor begeleiding door een dyslexiebehandelaar. Het kan zijn dat een leerling niet in aanmerking komt voor vergoede diagnostiek vanuit de zorgverzekering, maar school toch een onderzoek wenst. School kan dan in sommige gevallen het onderzoek financieel ondersteunen. Dit kan echter alleen wanneer het onderzoek een initiatief is van school en dit vooraf in overleg is afgesproken.
27
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 9: Boekentips voor ouders: 1. Braams, T. (2001). Kinderen met dyslexie. Een gids voor ouders. Amsterdam: Boom. 2. Riddick, B. (1996).Living with dyslexia. London: Routledge Falmer 3. Houvast bij leesproblemen en dyslexie op de basisschool leidraad voor ouders. Informatieve boeken over dyslexie voor kinderen: 1. Breeman, J. (1998). Een 2 voor dictee. Een verhaal over dyslexie. Bilthoven: Balans 2. Terlouw,S. Letters op de snelweg. Een boekje over dyslexie. Brochure van de Hersenstichting. (www.hersenstichting.nl, tel.: 070- 3604816 3. Van Mersbergen, Z. (2001). Dyslexie, Informatiereeks 3, nummer 54. Groningen: WoltersNoordhoff. Leesboeken over dyslexie voor kinderen: 1. Kirkegaard, O.L. (1998). Pudding Tarzan. Amsterdam: Van Goor 2. Slee, C. (1999). De smoezenkampioen. Houten: Van Holkema & Warendorf 3. Van de Coolwijk, M. (2000). Ik benniet bom! Baarn: De Fontein 4. Van der Werff, H. (2001). Schatkasten. Voorschoten: De Vier Windstreken Website voor kinderen over dyslexie Klokhuis: www.hetklokhuis.nl/lees/dossiers (klik aan: dyslexie) Belangenvereniging voor ouders met een dyslectisch kind: Landelijke Vereniging Balans: -tijdschrift voor ouders: Balans Belang -tijdschrift voor kinderen: Balans Kids -informatieve website: www.balansdigitaal.nl -informatietelefoon: 0900 202 00 65 en regionale bijeenkomsten voor leden
28
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 10: Leesdossier (vermoeden van) Dyslexie (staat digitaal op de server)
A. Basisgegevens Leerling Datum: Naam: Adres: Postcode: Plaats: Telefoonnummer: E-mailadres: Geboortedatum: Geslacht: Groep: Doublures: Lange onderbrekingen:
29
ja/nee ja/nee
Groep: Aantal maanden:
School Naam: Basisschool De Regenboog Adres: Tochtwaard 14 Postcode: 1824 EZ Plaats: Alkmaar Telefoonnummer: 072 561 0722 E-mailadres:
[email protected] BRIN: 15YF Schooltype: regulier onderwijs Intern begeleider Naam: Marjan Hogenhout (groep 1 t/m 3) / Marije Groot (groep 4 t/m 8) / Esther van Splunter (lees- en spellingsproblemen) Telefoonnummer: 072 561 0722 / 072 512 3712 E-mailadres:
[email protected] Reden van aanmelding r Vermoeden van ernstige dyslexie r Leerstoornissen komen in de familie voor
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
B. Beschrijving van het lees- en spellingprobleem Beschrijving van de leesproblemen:
Methode(s) lezen:
Beschrijving van de spellingproblemen:
Methode(s) spelling:
30
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
C. Omschrijving van de extra begeleiding (doelen, duur, inhoud, organisatievorm, begeleider) Lezen Is er extra begeleiding voor lezen geweest?
r Ja
r Nee
Doel Aantal maanden Aantal uur per week Begeleider Functie Gebruikte methode
31
Is er een aangepast onderwijsprogramma voor lezen? Is er extra begeleiding/oefening thuis?
r Ja r Ja
r Nee r Nee
Begrijpend lezen Is er extra begeleiding voor begrijpend lezen geweest?
r Ja
r Nee
r Ja r Ja
r Nee r Nee
Doel Aantal maanden Aantal uur per week Begeleider Functie Gebruikte methode Is er een aangepast onderwijsprogramma voor begrijpend lezen? Is er extra begeleiding/oefening thuis?
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Spelling Is er extra begeleiding voor spelling geweest?
r Ja
r Nee
Is er een aangepast onderwijsprogramma voor spelling? Is er extra begeleiding/oefening thuis?
r Ja r Ja
r Nee r Nee
Rekenen Is er extra begeleiding voor rekenen geweest?
r Ja
r Nee
r Ja r Ja
r Nee r Nee
Doel Aantal maanden Aantal uur per week Begeleider Functie Gebruikte methode
Doel Aantal maanden Aantal uur per week Begeleider Functie Gebruikte methode Is er een aangepast onderwijsprogramma voor rekenen? Is er extra begeleiding/oefening thuis?
32
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
D. Resultaten van de extra begeleiding en beschrijving van gebruikte toetsen en normering en vaststelling van toenemende achterstand ten opzichte van de normgroep, met vermelding van gebruikte toetsen en normcriteria Meetmoment 1 Groep: Datum: Afgenomen door: Functie: Gebruikte toetsen (Cito): Normering van de gebruikte toetsen: E-scores in gebruikte toetsen: Onvoldoende scores in gebruikte toetsen:
Spelling
AVI
Achterstand ten opzichte van de normgroep? Gebruikte toetsen (Cito): Normcriteria (zie normtabellen): Interventie 1 Periode: Aantal schoolweken: Uitgevoerd door: Functie: Op zorgniveau 1: (binnen de klas) Aantal uren op zorgniveau 1: Op zorgniveau 2: (extra zorg binnen de klas) Aantal uren op zorgniveau 2: Op zorgniveau 3: (buiten de klas) Aantal uren op zorgniveau 3:
r Ja spelling
van
DMT
AVI
t/m
r Nee
DMT
33
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Meetmoment 2 Groep: Datum: Afgenomen door: Functie: Gebruikte toetsen (Cito): Normering van de gebruikte toetsen: E-scores in gebruikte toetsen: Onvoldoende scores in gebruikte toetsen:
Spelling
AVI
Achterstand ten opzichte van de normgroep? Toename ten opzichte van het vorige meetmoment? Gebruikte toetsen (Cito): Normcriteria (zie normtabellen): Interventie 2 Periode: Aantal schoolweken: Uitgevoerd door: Functie: Op zorgniveau 1: (binnen de klas) Aantal uren op zorgniveau 1: Op zorgniveau 2: (extra zorg binnen de klas) Aantal uren op zorgniveau 2: Op zorgniveau 3: (buiten de klas) Aantal uren op zorgniveau 3:
spelling
van
DMT
r Ja r Ja AVI
t/m
r Nee r Nee
DMT
34
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Meetmoment 3 Groep: Datum: Afgenomen door: Functie: Gebruikte toetsen (Cito): Normering van de gebruikte toetsen: E-scores in gebruikte toetsen: Onvoldoende scores in gebruikte toetsen:
Spelling
AVI
35
Achterstand ten opzichte van de normgroep? Toename ten opzichte van het vorige meetmoment? Gebruikte toetsen (Cito): Normcriteria (zie normtabellen):
DMT
spelling
r Ja r Ja AVI
r Nee r Nee
DMT
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
E. Argumentatie voor het vermoeden van ernstige dyslexie, aantonen van didactische resistentie na geboden begeleiding van voldoende intensiteit en kwaliteit Resultaten Prestaties lezen en spellen: - Lezen op woordniveau: - Lezen op tekstniveau:
36
- Spellen: Letterkennis lezen en spellen - Accuratesse: - Snelheid: Fonologische vaardigheden: - Accuratesse: - Snelheid: Hardnekkigheid Prestaties andere vakgebieden: Opmerkingen:
F. Vermelding en beschrijving van eventueel andere stoornissen Zijn er aanwijzingen voor/ is er sprake van: Ernstige spraak-/taalmoeilijkheden ADHD ADD Autistisch spectrumstoornis Auditieve waarnemingsstoornis Visuele waarnemingsstoornis Rekenstoornis
r Ja r Ja r Ja r Ja r Ja r Ja r Ja
r Nee r Nee r Nee r Nee r Nee r Nee r Nee
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Andere stoornissen:
Heeft de leerling een vergoeding of rugzakje voor één of meerdere bovengenoemde stoornissen
r Ja
r Nee
37 Algemene opmerkingen:
Complete uitdraai van het Leerlingvolgsysteem, de AVI-gegevens, het plan van aanpak is nodig voor een eventuele aanvraag voor dyslexie onderzoek.
Akkoord ouders:
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Bijlage 11: Afsprakenkaart
Naam: Groep: Leerkracht: Afspraken compenserende en dispenserende maatregelen voor kinderen met dyslexie of dyslectische kenmerken. Hier staan de afspraken over faciliteiten en het gebruik van hulpmiddelen, die met de leerling en zijn ouders zijn gemaakt.
Compenserend (zijn aanpassingen)
Maakt hier gebruik van Vergroten van teksten Extra tijd bij proefwerken en toetsen Minder opdrachten maken Gebruikt Kurzweil thuis Gebruikt Kurzweil op school Gebruikt Word op de computer in plaats van schrijven Gebruikt spellingcontrole Negeren van spellingfouten Gedifferentieerde beoordeling van dictees (bijvoorbeeld alleen fouten met een bepaalde spellingregel tellen mee) Gebruik van hulpmiddelen zoals woordenboek, regelkaart en tekstverwerker met spellingcontrole Toetsen in kleinere delen maken Waar mogelijk mondelinge overhoringen, bijvoorbeeld bij topografie Extra tijd voor schrijftaken Extra hulp in de klas bij het
Opmerkingen hoe/wanneer/waarbij
38
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
schrijven van verhalen, verslagen en werkstukken De leerling niet met zijn klasgenoten vergelijken met de resultaten Rapport aanpassen (bijvoorbeeld geen cijfer of daarbij een opmerking over inzet. Geen cijfer alleen een geschreven beoordeling) Het resultaat beoordelen, niet de spelling Materiële compensatie: gebruikmaken van laptop, cassetterecorder, schema’s, kopieën klasgenoot en dergelijke. Werkt met kopieën om overschrijven te beperken Aangepaste AVI toets: voorbereiden en/of soepel omgaan met normering Tafelkaart gebruiken bij rekenen Aanpassingen bij topografie leren
39
Protocol signalering en begeleiding van lees-, spellingsproblemen en dyslexie
Dispenserend (ontheffing krijgen om iets te doen)
Mondeling opdrachten maken i.p.v. schriftelijk Beperking aantal oefeningen Verlichting van een schrijftaak minder oefeningen Beperking van het aantal oefeningen (ook minder oefeningen als huiswerk) Niet onvoorbereid hardop lezen Niet maken van dictees waarbij van te voren al vaststaat dat de leerling veel fouten gaat maken. Eventueel krijgt de leerling daarvoor in de plaats een dictee dat is afgestemd op zijn niveau. Aanpassing schrijfonderwijs Het beheerste AVI niet strikt nemen bij keuze van boeken Geen zinnendictee, alleen woorddictee.
40