Protocol Voor kinderen met ernstige lees en/of spellingsproblemen
Stichting Openbaar Onderwijs Kampen
INLEIDING Met het opstellen van dit protocol wordt een doorgaande lijn in de begeleiding van leerlingen groep 1 t/m 8 met zware lees- en spellingproblemen beoogd. Daarnaast worden ook andere leerlingen van, vooral groep 1 t/m 4, aan de hand van de ontwikkelingsfasen in een leerlijn op de voet gevolgd, om vroegtijdige uitval en/ of achterstand te voorkomen en leerlingen met problemen op een zo vroeg mogelijk tijdstip te signaleren. Het protocol beschrijft de werkwijze (didactisch handelen, leer- en onderwijsactiviteiten en leerstof) die binnen onze stichting gebruikt worden om leerlingen met lees- en spellingproblemen zo goed mogelijk te ondersteunen en begeleiden, met als doel maximaal leerresultaat op eigen niveau. Door uit te gaan van een protocol waarin volgens vaste afspraken wordt gewerkt, kan de aanpak van deze problemen op onze school op een controleerbare en efficiënte wijze gebeuren. Het protocol kan duidelijkheid bieden voor verschillende partijen; − leerlingen, − leerkrachten, − ouders en − derden. Voor leerlingen biedt het protocol erkenning van het probleem. Voor leerkrachten een doelgerichte aanpak. Voor ouders: wat is er aan de hand en hoe wordt mijn kind geholpen. Voor derden: inzicht in de werkwijze van onze school. Wij zijn ons er van bewust dat er een nauw verband bestaat tussen de professionaliteit van de leerkracht enerzijds en de effecten van de leesinterventies bij de leerling anderzijds. Lees- en spellingproblemen vroegtijdig signaleren en verhelpen vraagt om een bepaalde instelling bij de leerkrachten. Het vraagt om een continue gerichtheid op de ontwikkeling van geletterdheid bij de leerling en een actieve houding van de leerkracht. Dit protocol is een ‘werkdocument’: daar waar nodig zal het worden bijgesteld en aangepast.
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
2
INLEIDING GROEP 1 EN 2 De ontwikkeling van beginnende geletterdheid kan gezien worden als een leerlijn waarop de tussendoelen met bijbehorende leer- en onderwijsactiviteiten kunnen worden aangegeven. Binnen het kader van preventie van leesproblemen kan de leerlijn die de leerkracht houvast bieden, doordat stappen die kinderen zetten op het gebied van de beginnende geletterdheid op een diagnostische manier bekeken kunnen worden. Daarbij is vooral de ontwikkeling van het taalbewustzijn een belangrijk aandachtspunt. Wij maken in groep 1 en 2 gebruik van de leerlijnen uit het …………. en de methode ………... Daarnaast wordt in groep 2 tussen de herfst- en kerstvakantie gestart met de methodiek ………… , waarbij de nadruk ligt op doelgerichte preventieve instructie bij oefeningen die rechtstreeks met het voorbereidend en aanvankelijk lezen en spellen te maken hebben. SIGNALERING GROEP 1 EN 2 In groep 1 wordt één keer per jaar de observatielijst ‘Tussendoelen op het gebied van beginnende geletterdheid’ ingevuld. Deze is overgenomen uit ’Tussendoelen beginnende geletterdheid; een leerlijn voor groep 1 t/m 3 (Verhoeven & Arnoutse 1999). Daarbij wordt gekeken naar de volgende tussendoelen: − boekoriëntatie − verhaalbegrip − functies van de geschreven taal − relatie tussen gesproken en geschreven taal − taalbewustzijn In mei/juni worden de toetsen ‘Taal voor jongste Kleuters’ (Cito) en de auditieve synthese toets (Stuiksma & Van der Leij) afgenomen bij leerlingen die op dat moment 4-9 jaar of ouder zijn. In groep 2 wordt keer één per jaar (januari) de observatielijst ‘Tussendoelen op het gebied van beginnende geletterdheid’ ingevuld. Daarbij wordt ook weer gekeken naar de onderdelen: − boekoriëntatie − verhaalbegrip − functies van geschreven taal − relatie tussen gesproken en geschreven taal − taalbewustzijn In januari en mei/juni worden de toetsen ‘Taal voor oudste Kleuters’ (Cito) en de auditieve synthese toets (Stuiksma & Van der Leij) afgenomen. De eerst genoemde door de leerkrach(ten) de tweede door de IB-er. Bij risico leerlingen worden de onderdelen: zinsbouw, woordenschat en woorden nazeggen van de TAK-toets (Taaltoets Alle Kinderen) door de IB-er afgenomen. Tevens wordt de checklist GOVK-Dyslexie ingevuld. (bijlage 12) Naast deze toetsen brengen we in groep 1 en 2 ook een aantal andere specifieke risicofactoren in kaart: − is er sprake van een vertraagde spraak- taalontwikkeling? − zijn er problemen met het snel benoemen van kleuren en cijfers? − zijn er duidelijke woordvindingsproblemen?
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
3
Deze gegevens zijn terug te vinden in de blokoverzichten en peilkaarten van het kleuter- volgsysteem van het GOVK (Midden Holland). INVENTARISATIES GROEP 1 EN 2 Boekoriëntatie en Verhaalbegrip: Voorlezen in kleine groepjes- interactief voorlezen (N.B. want voorlezen is effectiever naarmate er meer interactie mogelijk is). Verschillende soorten boeken die gebruikt worden: − Verhalende boeken − Versjes boeken − Informatieve boeken − Boeken met veel of weinig tekst NB Interactief lezen wordt steeds meer gedaan in het kleuteronderwijs en biedt veel mogelijkheden om beginnende geletterdheid bij de kleuters te stimuleren. Het past ook goed bij het op school gehanteerde model van zelfstandige werken. Functies van geschreven taal. Relatie tussen gesproken en geschreven taal Wanneer een kind helemaal geen interesse heeft in het ‘zelf’ schrijven of in de tweede helft van groep 2 allen nog maar krabbels maakt, is het van belang voor de lees-/schrijfontwikkeling dat we daar aandacht aan besteden. Dit wordt bijgehouden d.m.v. de checklist ‘Tussendoelen beginnende geletterdheid’ voor groep 1-2-3. Voorwaarden voor beginnende geletterdheid zijn: − Er moet een zinvolle aanleiding zijn. − Het schrijven moet een doel hebben. − Het schrijven moet aan iemand gericht zijn. Klank-/tekenkoppeling In het kader preventie worden er, vanaf de herfstvakantie in groep 2, een aantal letters, klankgebaren met klanktekenkoppeling aangeboden. Ter ondersteuning gebruiken we de klankgebaren van Borel-Maisonny en De Wit-Grosker. Interventie: auditieve analyse en synthese Deze fonologische vaardigheden zijn ondersteunend voor het schrijven van woorden en worden in groep 2 als zelfstandige oefening toegepast. Dit wordt met allerlei eenlettergrepige klankzuivere woorden auditief geoefend, ook al zijn nog niet alle letters expliciet aangeboden. Ter ondersteuning maken de kinderen het hakgebaar. MIDDELEN EN MATERIALEN IN GROEP 1 EN 2 Gebruikte methoden • Schatkist • Schatkist met de muis • ‘Doe meer met Bas’ project, taalstimuleringsprogramma voor taalzwakke kinderen. (Leer- en spelprogramma voor thuis) • ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’-Jose Schraven • Veilig leren lezen in Stapjes Zwijsen
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
4
Materialen − Spelletjes uit Schatkist Zwijsen − Schatkist videobanden ‘De kamer van Ko’ Zwijsen − Schatkast videobanden + bijbehorende boeken. NOT − Versjesboeken − Voorleesboeken − Prentenboeken met veel en weinig tekst − Lettermuur Zwijsen − Letterplaten Jose Schaven − Werkbladen Delubas − Werkboeken Veilig in Stapjes (voor lezende kleuters) − Boekenhoek en thematafels − Bas gaat digitaal Werkvormen − Letterhoek: stempelen, letterdoos, spelletjes, magneet bord − Interactief voorlezen − Herhaald voorlezen − Maatjeslezen ( 2x per jaar gedurende 6 weken) − Kringgesprek − Taalspelletjes rijmen Naslagwerken − Diagnostiek van het aanvankelijk lezen en spellen - Struiksma en Van der Ley − Tussendoelen beginnende geletterdheid –Verhoeven en Aarnoutse − Zo leer je kinderen lezen en spellen + videobanden – Schraven − GOVK – SBD Midden- Holland en Rijnstreek − Handleiding Schatkist − Leesbeleidsplan – leescoördinator W. Hoving − Stimulerende lees-/schrijfactiviteiten in de onderbouw – Tomesen en Van Kleef − Jaarkalender leesbevordering ( ieder jaar herzien door de leescoördinator)
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
5
INLEIDING GROEP 3 De groepsleerkracht maakt, in overleg met de leerkracht van groep 2, voor de zomervakantie een tweedeling in de toekomstige groep 3. De lezende kleuters gaan in de zon-versie van Veilig leren lezen starten, de rest van de groep gebruikt de maan-versie. De risicoleerlingen die m.b.v. de checklist Dyslexie van het GOVK en Cito Taal voor Kleuters gesignaleerd zijn starten eveneens in de maan-versie, maar worden de eerste periode met extra instructie en ondersteuning begeleid. Het programma van ‘Veilig leren lezen’ wordt volledig doorgewerkt in groep 3, waarbij we voor alle leerlingen streven naar het beheersen van minimaal AVI 2 aan het eind van het schooljaar. Hiermee wordt een goede basis voor het taal/leesonderwijs in groep 4 gelegd. De methode ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’ bevat de basiskennis van technisch lezen en spellen in groep 3 en 4 van de basisschool en wordt naast de methode ‘Veilig leren lezen’ gebruikt om, met name de risicoleerlingen door middel van het directe instructiemodel (laten zien – voordoen verwoorden – begeleide – oefening - gerichte feedback) zowel preventief als remediërend te begeleiden binnen de groep. SIGNALERING EN INVENTARISATIE GROEP 3 PERIODE 1 De controle taken in de methode Veilig leren lezen worden gebruikt als groepsevaluatie en om voortgang van de risicoleerlingen goed in kaart te brengen en te volgen. Fonemendictee en auditieve synthese worden klassikaal afgenomen, de leesteksten individueel buiten de groep. Dit gebeurt na afsluiting van iedere kern, om de drie weken. Herfstsignalering Bij de hele groep wordt na kern 3 de herfstsignalering afgenomen. De volgende onder-delen worden hierbij getoetst: − Grafementoets − Fonemendictee − Synthese woorden lezen − Wisselwoorden lezen − Zinnen lezen De leerlingen die hierop onvoldoende scoren kunnen in aanmerking komen voor remedial en preteaching binnen/buiten de groep. Waar nodig wordt verder diagnostisch onderzoek door de RT-er of IB-er gedaan naar de basale deelvaardigheden van het aanvankelijk lezen m.b.v. ‘Diagnostiek van het aanvankelijk lezen en spellen’ door Struiksma en Van der Ley. December Bij alle leerlingen wordt na kern 6 van Veilig leren lezen de DMT van Cito afgenomen. De leerlingen die de maan-versie volgen lezen kaart 1, de kinderen van de zon-versie lezen kaart 1,2 en 3 (bij een score van 37 of meer op kaart 2) Januari Bij alle leerlingen wordt de spelling toets SVS-1 van Cito afgenomen. Voor de kinderen die onvoldoende scoren en/of op een andere manier opvallende uitval vertonen krijgen begeleiding zoals beschreven is bij ‘interventieperiode 1’ verderop in dit document
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
6
SIGNALERING EN INVENTARISATIE GROEP 3 PERIODE 2 Bij alle leerlingen wordt de DMT leeskaart 1 en 2 afgenomen. Leerlingen die op leeskaart 2 meer dan 37 woorden lezen, lezen ook leeskaart 3 en de AVI kaarten. De zorgleerlingen; leerlingen die nog niet op niveau AVI 1 lezen en/of een lage C of een D of E gescoord hebben op de DMT, worden zonodig met de volgende toetsenreeks getest: − Toets voor auditieve synthese − Toets voor auditieve analyse − Grafementoets − Fonenementoets − Hiervoor maken wij gebruik van de toetsen uit ‘Diagnostiek van het aanvankelijk lezen en spellen’ van Struiksma en V.d Leij. SIGNALERING EN INVENTARISATIE GROEP 3 PERIODE 3 Alles is gericht op het automatiseren van het leesproces. Bij alle leerlingen worden de volgende toetsen afgenomen: − DMT (leeskaart 1-2-3) − AVI kaarten − Cito Schaalvorderingen Spellingvaardigheid 1 − Cito Begrijpend lezen 2007 E3 NB De leerlingen die nogmaals groep 3 doen en een zeer laag leesniveau hebben maken deze leestoets niet. INTERVENTIEPERIODE In groep 3 hanteren we drie interventie perioden n.l.: Periode 1- De elementaire leeshandeling okt.-febr. Periode 2- Volledige letterkennis en decodeersnelheid febr. – apr. Periode 3- Automatiseren van het leesproces apr. – jun. INTERVENTIEPERIODE 1 Alles is gericht op het aanleren van elementaire leeshandelingen van het type klankzuivere woorden met MKM. De volgende kernonderdelen komen in interventieperiode 1 aan de orde: − Ordening van letters: korte klank lange klank twee - tekenklank medeklinker −
Klank - tekenkoppeling:
d.m.v. flitsen motorische ondersteuning d.m.v. klankgebaren
− −
Auditieve synthese: Auditieve analyse:
lezen met verlengde klankwaarde (zingend lezen) m.b.v. hakkaarten
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
7
We gebruiken bij uitvallers in deze eerste periode de volgende middelen. − Leesladder - computerprogramma sluit aan bij VLL in Stapjes. − Materialen van ‘De Zuidvallei: klank/tekenkoppeling – visueel. − Hulppakket ‘Thuis lezen’ samengesteld door de RT-er. − VAKT (visueel - auditief - kinetisch - tactiel ) benadering herhalen b.v. het gebarenalfabet of schuurpapierletters. − Woordrijen methode ZLKLS Daarnaast is er voor de leerlingen die problemen ondervinden met het aanvankelijk lezen, de mogelijkheid om RT buiten de groep te volgen. INTERVENTIEPERIODE 2 Alles is gericht op beheersen van volledige letterkennis en decodeersnelheid. Probleem:
Letterkennis: foneem Grafeem – actief – passief
Interventie:
Interventie 1: lettergroeiboek m.b.t. verschillende oefening (systematische inprenting van letters. Interventie 2: herhaling uit de materialen uit De Zuidvallei
Probleem:
Decodeervaardigheden: − spellend lezen met veel fouten − spellend lezen met weinig fouten − radend lezen
Interventie:
ad a
klank-letterkoppeling (Zuidvallei) thuis lezen (zoveel mogelijk ‘leeskilometers maken’) ad. b: samen lezen/duo lezen zingend lezen/verlengde klankwaarde ad. c: tempoverlaging toepassen. Bv. met behulp van ‘ verzwaarde teksten’ of een leesvester
Probleem:
Functioneel schrijven en spellen
Interventie:
Veilig in stapjes Spellingprogramma De Zuidvallei Spellingregels ZLKLS (J. Schraven) Computerprogramma de Leesladder
INTERVENTIEPERIODE 3 De begeleiding van zwakke lezers gaat deze periode gewoon door; het handelingsplan is bijgesteld op basis van de resultaten van de tussenmeting eind maart . Tijdens de remedial teaching en in de klas wordt veel gewerkt met de materialen uit ZLKLS, De Zuidvallei en Veilig in Stapjes. Connect lezen: 3x per week 20 min. individueel of in een klein groepje buiten de groep.
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
8
De leerlingen die groep 3 nogmaals doen, krijgen bij voorkeur een tweede leerweg. Als de laatste periode te moeilijk wordt kan de overstap naar “Veilig leren lezen in stapjes’ gemaakt worden. Bij instroming in de nieuwe groep 3 wordt er gewerkt met de zon-versie van VLL. Afhankelijk van de voortgang kan er de overstap naar de maan-versie gemaakt worden. Bij een voldoende/goed leerrendement wordt het gehele jaar in de zon-versie gewerkt. MIDDELEN EN MATERIALEN GROEP 3 Gebruikte methoden − Veilig leren lezen − Veilig in stapjes (pre-teaching en als tweede leerweg) − De Zuidvallei − Spelling in de lift Materialen − Gebarenalfabet/klankgebaren − Schuurpapierletters − Computerprogramma: ‘woordentaal’ − Letter-groeiboek − Lees maar mee deel 1 en 2 Naslagwerken − Behandelboek leesproblemen − Diagnostiek van het aanvankelijk lezen en spellen - Struiksma en Van der Leij − Zo leer je kinderen lezen en spellen − Protocol Leesproblemen en Dyslexie – Wentink en Verhoeven
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
9
INLEIDING GROEP 4 ?????
SIGNALERING EN INTERVENTIE GROEP 4 ????? INTERVENTIEPERIODEN In groep 4 hanteren we drie interventie perioden n.l.: Periode 1- aanvang groep 4 aug -okt. Periode 2- nov. – febr. Periode 3- febr. – april Periode 4- apr. -jun. Aanvang groep 4 Beginsituatie vastleggen van alle leerlingen; plan van aanpak maken voor de zwakke lezers. Tijdens de groepsoverdracht worden de risico leerlingen duidelijk aangegeven en geregistreerd. Voor de zomervakantie is al aangeven of een leerling al dan niet voor RT buiten de groep in aanmerking zal komen en wordt er een handelingsplan voor de desbetreffende leerling gemaakt. In deze interventieperiode zal vooral het technisch lezen en spellen nog veel aandacht krijgen, maar wordt dit in de begeleiding geïntegreerd met begrijpend lezen en functioneel schrijven (stellen). Toetsmoment oktober Bij alle leerlingen wordt de DMT (kaart 1-2-3) en AVI afgenomen. INTERVENTIEPERIODE 1 In deze interventieperiode zal vooral het technisch lezen en spellen nog veel aandacht krijgen, maar wordt dit in de begeleiding geïntegreerd met begrijpend lezen en functioneel schrijven (stellen).
Probleem:
a. spellend lezen met veel fouten b. spellend lezen met weinig fouten c. spelling In groep 4 ontwikkelen leerlingen hardnekkige spellingproblemen. Oorzaak hiervan kan liggen op het vlak van de deelvaardigheden. Veel leerlingen met leesproblemen hebben ook spellingproblemen.
Interventie:
ad. a:
interventietoets, visusynt 1 en 2 (Struiksma) remediërend programma ‘De Zuidvallei” leeskilometers maken (ook thuis) speciale leesbegeleiding Luc de Koning Doel: zoveel mogelijk versnellen van de leeshandeling.
ad. b:
tutor-lezen zingend lezen/verlengde klankwaarde woorden flitsen speciale leesbegeleiding Luc de Koning leesraampjes Zoeklicht remediërend computerprogramma Connect-lezen Doel: tempo verlagen en expliciete aandacht voor wat er werkelijk staat.
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
10
ad. c: interventietoets PI-dictee Struiksma Spelling in de lift Plus De Zuidvallei spellinghulp Spellingregels ZLKLS Toetsmoment oktober Bij alle leerlingen wordt de DMT (kaart 1-2-3) en AVI afgenomen. Toetsmoment jan. –febr. Bij alle leerlingen worden de volgende toetsen afgenomen: • Cito Schaalvorderingen Spellingvaardigheid 2 • Cito Begrijpend lezen 2007 M4 Toetsmoment mrt. • DMT (leeskaart 1-2-3) • AVI kaarten Toetsmoment mei –jun. Bij alle leerlingen worden de volgende toetsen afgenomen: • DMT (leeskaart 1-2-3) • AVI kaarten • Cito Schaalvorderingen Spellingvaardigheid 2 • Cito Begrijpend lezen 2007 M4 INTERVENTIEPERIODE 2, 3 EN 4 In deze periode zetten de interventies voort zoals die genoemd zijn bij periode 1.
Protocol lees- en/of spellingsproblemen Stichting Openbaar Onderwijs Kampen november ’10
11