Draaiboek De Campagnefabriek
Ontwikkeld door: Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland TeamAlert Januari 2016
1
Inhoud Inleiding 1. Aanleiding 2. Doel programma 3. Beschrijving werkzame mechanisme 4. Uitvoering project 4.1 Voorbereiding 4.2 Programma 4.3 Afronding 5. Tips voor de uitvoerders 6. Contactgegevens TeamAlert en SBZW
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8
blz. 16 - Materialen - Stroomdiagram – Werkblad – Deel – Werkblad – Deel – Werkblad – Deel – Werkblad – Deel – Werkblad – Deel - Presentatie
1 2 2 2 2
3 4 4 5 6 6 7 13 14 15
Logo en slogan Campagneleider Poster Gadget Commercial
2
Inleiding Dit document is het draaiboek voor het project De Campagnefabriek. U vindt hierin informatie over de aanleiding, het doel, de werkzame mechanisme en de uitvoering van het project. Daarnaast biedt het draaiboek handvatten bij de voorbereiding (voor zowel uitvoerende partijen als scholen) en uitvoering van het project. In het eerste hoofdstuk wordt de aanleiding beschreven voor het ontwikkelen van De Campagnefabriek. In het tweede hoofdstuk gaan we in op het doel van het programma, de handelingsalternatieven waar vanuit kan worden gegaan tijdens het programma en wordt de doelgroep beschreven. In hoofdstuk drie wordt er vervolgens ingegaan op de werkzame mechanisme die in het project verwerkt zitten. In het vierde hoofdstuk wordt het project per onderdeel beschreven, van voorbereiding tot afronding. In de eerste paragraaf staat de voorbereiding voor de uitvoering beschreven. In de paragraaf ‘programma’ wordt per onderdeel de insteek beschreven, hoe het moet worden uitgevoerd, wat nodig is voor de uitvoering en hoe lang het onderdeel duurt. In de laatste paragraaf ‘afronding’ worden acties voor de uitvoerende partijen en scholen beschreven die na afloop van het project moeten worden uitgevoerd. Tot slot staan in hoofdstuk vijf tips beschreven. Naar aanleiding van 2 pilot uitvoeringen die in juni 2015 hebben plaatsgevonden zijn deze tips tot stand gekomen. In het laatste hoofdstuk vindt u de contactinformatie van de twee uitvoerende partijen TeamAlert en SchoolBegeleiding Zaanstreek Waterland (SBZW). In de bijlage vindt u vervolgens nog een materialenlijst en documenten die speciaal voor dit project zijn ontwikkeld en gebruikt dienen te worden. Het is belangrijk dat de uitvoerende partij het draaiboek volledig doorloopt voorafgaand aan de uitvoering, zodat de uitvoerende partij goed op de hoogte is van wat het programma inhoud en wat de achterliggende gedachten zijn. Mochten er nog vragen zijn over de uitvoering van het project dan kunt u altijd contact opnemen met TeamAlert of SchoolBegeleiding Zaanstreek Waterland (SBZW).
3
1. Aanleiding Smartphonegebruik in het verkeer komt in grote mate voor. Uit cijfers komt naar voren dat ruim 8 miljoen Nederlanders een smartphone hebben en dat de helft daarvan de smartphone onderweg gebruikt. Whatsappen, mailen, bellen, facebooken, tweeten en sms'en in het verkeer zorgen jaarlijks voor enkele tientallen doden. Wie op de snelweg een bericht op zijn telefoon leest en daarop reageert, heeft over een lengte van ruim 3 voetbalvelden geen aandacht voor de weg. Met name jongeren blijken vaak gebruik te maken van een smartphone in het verkeer. Uit onderzoek van TeamAlert en AllSecur uit 2014 blijkt dat driekwart van de Nederlandse jongeren een smartphone gebruikt tijdens het fietsen. Om het smartphonegebruik door jongeren op de fiets te reduceren is door SBZW en TeamAlert in opdracht van de Stadsregio Amsterdam het project De Campagnefabriek ontwikkeld. De opzet voor het project is vanuit XTNT ontstaan.
2. Doel programma Het doel van De Campagnefabriek is om het smartphonegebruik op de fiets onder jongeren van 12 t/m 16 jaar te verminderen. Tijdens het project De Campagnefabriek laten we jongeren zelf een campagne ontwikkelen om smartphonegebruik op de fiets tegen te gaan. Hierdoor worden leerlingen via een onbewuste route beïnvloed in hun houding ten aanzien van smartphonegebruik op de fiets. De leerlingen worden gestimuleerd om zich in de campagne te richten op een handelingsalternatief. De uitvoerende partij kan de leerlingen hier een beetje met helpen door ze in een van de twee onderstaande richtingen te laten denken. Team A: Bedwing jezelf (niet direct reageren, maar stoppen op een veilige plek) Team B: Bescherm jezelf (Smartphone uitzetten of op stil gedurende de fietsrit)
4
3. Beschrijving werkzame mechanismen Het hoofddoel van De Campagnefabriek is het verminderen van smartphonegebruik op de fiets bij jongeren. Door middel van het project wordt er ingespeeld op de kennis en houding bij jongeren. De kennis van jongeren over de gevaren van afleiding op de fiets en verkeersveiligheid vergroten.
Een positieve houding onder jongeren tot stand brengen richting het telefoongebruik op de fiets en het vertonen van verkeersveilig gedrag.
Methoden voor gedragsbeïnvloeding Om de doelen (kennis en houding) te kunnen bereiken zijn verschillende methoden voor gedragsbeïnvloeding verwerkt binnen De Campagnefabriek. Hieronder wordt per onderdeel uitgelegd aan welk doel wordt gewerkt. Om de doelen te bereiken, is het van belang dat alle onderdelen worden uitgevoerd. 1. Interactieve spelonderdelen: kennisquiz Aan de hand van deze onderdelen wordt gewerkt aan het doel kennis. Methode: het kennisniveau van de jongeren wordt verhoogd doordat ze meedoen aan de interactieve onderdelen. Na het meedoen aan de onderdelen worden steeds de juiste antwoorden/feitjes met de leerlingen besproken. 2. Campagne maken en pitchen Met het maken van de campagne en de pitch, wordt gewerkt aan de doelen kennis en houding. Methode: Het maken en pitchen van de campagne gaat uit van het self-persuasion mechanisme. Dit gaat er vanuit dat als jongeren zelf een standpunt innemen, zij zichzelf overtuigen. Om de jongeren de gewenste houding aan te laten nemen is het hierbij dus belangrijk dat zij een campagne ontwikkelen die duidelijk laat zien welk gedrag gewenst is en welk gedrag niet gewenst is. Daarnaast doen de jongeren kennis op omtrent het thema door het maken van hun eigen campagne en het kijken naar andere pitches. Tijdens het maken en pitchen van de campagnes wordt tevens gewerkt aan het ontwikkelen van een positieve sociale norm richting verkeersveilig gedrag. 3. Het competitie-element Met het competitie-element wordt indirect gewerkt aan de doelen kennis en houding. Methode: Met dit onderdeel wordt gewerkt aan een sterkere betrokkenheid van de deelnemers. Door het toevoegen van een competitie-element wordt dus indirect aan de doelen kennis en houding gewerkt. In dit project is het competitie-element verwerkt in het feit dat de winnende campagne ook daadwerkelijk zal worden gerealiseerd op de school. 4. Verschillende leertypen Binnen De Campagnefabriek wordt gebruik gemaakt van verschillende leertypen. Een leertype is de voorkeur die iemand heeft voor een bepaald zintuig bij het verwerven van kennis en vaardigheden. De volgende leertypen staan centraal: Auditief: horen en (gericht) luisteren Voorbespreking waarin leerlingen praten over hun eigen ervaringen, luisteren naar groepsgenoten tijdens het ontwerpen van de campagne en bij het presenteren luisteren naar de pitch van de andere groep. Visueel: zien (afbeeldingen, films, demonstratie) Bij de intro kijken naar het animatiefilmpje, de posters/gadgets/film of radiospot die worden gemaakt in het kader van de campagne. Gesprek: verbale interactie, discussie Gedurende het ontwerp van de campagne en tijdens de presentaties.
5
4. Uitvoering van het project In dit hoofdstuk wordt de opzet van het programma beschreven, vanaf voorbereiding tot afronding. Algemeen: Ruimte uitvoering project: 2 klaslokalen (liefst naast elkaar) Duur project: 3 uur inclusief pauze Minimaal aantal leerlingen: 15 leerlingen Maximaal aantal leerlingen: 32 leerlingen (1 klas) Aantal begeleiders: minimaal 2 begeleiders (voor extra flexibiliteit worden er 3 aangeraden).
4.1 Acties voorbereiding Voorbereiding uitvoerders Informeren school over inhoud project; Bespreken van de taken van school m.b.t. de afronding van het project; Na afloop van het project zal het winnende campagneteam zijn campagne uitvoeren op school. o Kunnen er poster op school opgehangen worden? o Kunnen er poster op school geprint worden? o Kan er tijd worden gemaakt voor de klas om de gadgets en eventuele andere campagnematerialen te verspreiden op school? Materialen controleren en eventueel aanvullen (zie materialenlijst, blz. 15) Als school het wenst, in overleg, een jury samenstellen. Denk bij het regelen van de jury aan: Iemand van de gemeente, een politie agent, hoofd van de school etc. De rol van de aanwezige docent(en) bespreken. Voorbereiding school Draaiboek doornemen, zodat ze weten wat er gaat gebeuren. 2 klaslokalen beschikbaar stellen, met aanwezigheid van digibord en internettoegang (denk aan Wifi wachtwoord) Overzicht deelnemende groepen, inclusief aanwezige begeleider, maken.
6
4.2 Programma Het programma bestaat uit 10 onderdelen. Bij elk onderdeel vindt je informatie over het doel van het onderdeel, hoe het uitgevoerd moet worden, welke materialen er nodig zijn, de locatie waar het plaatvindt en de duur van het onderdeel. Tijdens het project zijn de leerlingen in groepjes met verschillende taken bezig. De taak van de aanwezige docent is om, samen met uitvoerders, ervoor te zorgen dat de groepjes goed en serieus aan het werk zijn en dat de wisselingen rustig verlopen. De leerlingen moeten zelf over de problematiek nadenken en een campagne ontwikkelen. Uitvoerders en docenten begeleiden hen hierbij. Deel 1: Kennismaking Doel: Uitleggen wat er tijdens het project gaat gebeuren 1. Stel jezelf voor aan de klas 2. Uitleggen hoe het project eruit ziet Vertel aan de klas dat ze vandaag een eigen campagne gaan maken over afleiding op de fiets. Leg de klas uit wat het doel is van het programma en wat het uiteindelijke eindproduct is wat ze gaan maken. 3. Programma Zoals eerder verteld gaan we vandaag een campagne maken. De les duurt ongeveer tot {eind tijd les}. Neem het programma door a.d.h.v. de presentatie! Het programma vandaag ziet er zo uit: 1. Filmpje over afleiding in het verkeer 2. Kennisquiz en eigen ervaringen delen 3. Invullen stroomdiagram en indelen groepjes 4. Slogan en logo ontwerpen 5. Gallerywalk (stemronde) Korte Pauze 6. Campagne ontwerpen Korte Pauze 7. Presenteren, jureren en afsluiting 8. Uitleg over vervolg van de winnende campagne Er is voor dit project een presentatie gemaakt, die als leidraad dient. Materiaal: - Presentatie (zie bijlage) Locatie: Hele klas in 1 klaslokaal Duur: 5 min Deel 2: Filmpje Afleiding Doel: Kennismaking met het thema Afleiding op de fiets Laat de leerlingen het animatiefilmpje zien om zo het thema ‘afleiding’ in het verkeer te introduceren. Ga na het animatiefilmpje in gesprek met de leerlingen. Vraag naar welke afleidingen ze hebben gezien en of ze eigen ervaringen hebben met afleiding in het verkeer Materiaal: - Animatiefilmpje in presentatie Locatie: Hele klas in 1 klaslokaal Duur: 5 min Deel 3: Quiz Doel: Kennis over het thema overbrengen d.m.v. een quiz Vertel de leerlingen dat ze een campagne gaan maken om het smartphonegebruik onder leeftijdsgenoten te verminderen. Doormiddel van een quiz ga je bij de leerlingen kijken hoeveel ze al weten en leer je ze direct wat ze nog niet wisten over dit thema.
7
1. Hoeveel procent van de ongevallen wordt veroorzaakt door afleiding op de fiets? a. 20% b. 50% c. 80% Juiste antwoord: 80% van alle ongevallen in het verkeer wordt veroorzaakt door afleiding. Afleiding is hierin erg breed; je mobiele telefoon gebruiken, de radio bedienen of praten met een bijrijder zijn hier enkele voorbeelden van. 2. Welke vormen van afleiding kunnen jullie bedenken? 3. Hoeveel procent van de jongeren (12-24 jaar) gebruikt zijn of haar telefoon op de fiets? a. 30% b. 55% c. 75% Juiste antwoord: 75%. Wie van jullie gebruikt zijn telefoon tijdens het fietsen? Wat doe je dan zoal (bellen, appen, muziek luisteren)? Gaat er ook weleens wat mis? 4. Je mobiel gebruiken tijdens het fietsen is verboden? a. Waar b. Niet waar Juiste antwoord: Niet waar. Vraag de leerlingen of mobiel telefoon gebruik op de fiets verboden zou moeten worden? Kunnen de leerlingen redenen bedenken waarom het verstandig is om je mobieltje in je broekzak te laten tijdens het fietsen? Nabespreken:
Vraag de leerlingen:
a.
Wat ze van de antwoorden vinden? Herkennen ze dat?
b.
Wat vinden ze van smartphonegebruik in het verkeer?
c.
Doen ze het zelf of kennen ze mensen die het doen?
d.
Vinden ze het gevaarlijk?
Materiaal: - Presentatie (zie bijlage) Locatie: Hele klas in 1 klaslokaal Duur: 5 min Deel 4: Invullen stroomdiagram en maken groepjes Doel: Verdelen van groepjes voor maken slogan voor campagne Werkvorm: Na de introductie vullen de leerlingen het stroomdiagram in (zie bijlage). Het stroomdiagram bestaat uit een paar stappen die de leerlingen moeten doorlopen met ‘ja’ of ‘nee’ en die laat zien in welk team ze aan de slag gaan. Het stroomdiagram is zo opgezet dat de leerlingen in groepen worden verdeeld. Team A (bedwing jezelf) Leerlingen die uitkomen bij team A laten zich niet snel afleiden als ze een berichtje op hun telefoon binnen horen komen. Ze kunnen zichzelf goed bedwingen om de telefoon niet te pakken als ze op de fiets zitten. Deze groep moet een campagne maken over hoe je jezelf kan bedwingen om de telefoon te gebruiken als je op de fiets zit. Zij zijn immers ervaringsdeskundigen. Team B (bescherm jezelf): Leerlingen die uitkomen in team B laten zich snel afleiden. Deze groep moet een campagne maken over hoe je jezelf beschermt en ervoor kan zorgen dat je niet in de verleiding komt om de telefoon te gebruiken. Zet bijvoorbeeld de telefoon op
8
stil of berg deze op in je tas voordat je je fietstocht begint, zodat je niet in de verleiding komt om te reageren op de telefoon. Team C ( nader te bepalen) Leerlingen die uitkomen in team C hebben niet een duidelijke voorkeur voor zichzelf te beschermen of te bedwingen. Deze leerlingen kunnen verdeeld worden over team A en B. Nadat de leerlingen dit stroomdiagram hebben ingevuld gaan de leerlingen in twee groepen staan. Zowel team A als B worden opgedeeld in groepjes van +/- 4 leerlingen gemaakt. Het kan zijn dat er wat geschoven moet worden om evenredige groepen te krijgen. Materiaal: - Stroomdiagram (zie bijlage) Locatie: Hele klas in 1 klaslokaal Duur: 10 min
Deel 5: Instructie logo en slogan Doel: Leren wat een logo en een slogan is. Werkvorm: Leerlingen gaan nu in hun eigen groepje aan de slag met het thema afleiding op de fiets. Voordat hiermee wordt gestart moet eerst duidelijk worden gemaakt wat een logo en slogan is. Gebruik hiervoor de ‘logo- en sloganquiz’ in de presentatie! Laat de logo’s en de slogans die in de presentatie staan aan de leerlingen zien en vraag de leerlingen welk merk hierbij hoort. Antwoorden Logo en sloganquiz: Slogan: I’m lovin’ It Slogan: Steeds verrassend, altijd voordelig! Slogan: Just do it. Slogan: Ik ben toch niet gek Slogan: Because You’re Worth It Slogan: …., daar zeg ik hallo tegen
Logo: McDonalds Logo: Kruidvat Logo: Nike Logo: Mediamarkt Logo: L'Oréal Paris Logo: Jumbo
Vraag aan de leerlingen of zij zelf voorbeelden kunnen benoemen van bekende beeldmerken en een idee hebben waar een logo en slogan aan moet voldoen. Noem de kenmerken van een goed logo: * Past bij het doel en de boodschap * Is herkenbaar * Is krachtig en simpel * Veel kleurgebruik * Aantrekkelijk Noem de kenmerken van een goede slogan: * Past bij het doel en de boodschap * Kort & krachtig * Positief * Het blijft hangen, je onthoudt het Materiaal: - Presentatie (zie bijlage) Locatie: Hele klas in 1 klaslokaal Duur: 5 min Deel 6: Logo & slogan bedenken Doel: Leerlingen formuleren een positieve slogan en passend logo voor hun campagne Werkvorm: Leerlingen gaan in hun eigen groepje aan de slag met het bedenken van het doel van de campagne en ontwerpen een bijpassend logo en een pakkende slogan. Hiervoor krijgen ze
9
werkblad deel 1 uitgedeeld met hierin de richtlijnen. Leerlingen uit team A (in groepjes van +/- 4 leerlingen) ontwerpen samen een slogan en logo voor het, handelingsalternatief “bedwing jezelf”. Leerlingen uit team B (ook in groepjes van +/- 4 leerlingen) ontwerpen samen een slogan en een logo voor het handelingsalternatief “bescherm jezelf”. De uitvoerende medewerkers lopen langs de groepjes en kijken mee of de slogans en logo’s voldoen aan de eerder genoemde kernmerken, bespreken met de leerlingen of zij achter de boodschappen staan en of zij een handelingsalternatief aanbieden. Materiaal: - Werkblad - Deel 1 Logo en Slogan (zie bijlage) - Stiften en potloden Locatie: Hele klas in 1 klaslokaal Duur: 25 min Deel 7: Stemronde Doel: Bepalen welke 2 campagnes worden uitgewerkt Werkvorm: Leerlingen stemmen per team (Team A & Team B) wat ze de beste slogan en beeldmerk vinden. De werkbladen worden opgehangen aan de muur. Links de uitwerkingen van ‘Team A’ en rechts de campagne ‘Team B’. De leerlingen moeten de beste uitwerking kiezen van de twee teams. Dit doen ze door een sticker op de beste uitwerking te plakken . Groen op Team A en blauw op Team B. Vertel de leerlingen dat ze na de pauze in twee verschillende klaslokalen aan de slag gaan met de verdere uitwerking van de campagnes. Lokaal 1 (hoofdlokaal) is voor de campagne Team A (bedwing jezelf) , lokaal 2 is voor de campagne Team B (bescherm jezelf). Materiaal: - plakband om de werkbladen op te hangen - stickers groen en blauw Locatie: Hele klas in 1 klaslokaal Duur: 10 min Pauze Duur: 15 min Deel 8: Instructie uitwerken campagne Doel: Uitleggen hoe ze een campagne moeten uitwerken & indelen in groepjes Werkvorm: Na de stemronde gaan de leerlingen in 2 groepen (Team A en Team B) aan de slag in de aparte lokalen om de gewonnen slogan en beeldmerk verder uit te werken. Team A gaat in zijn geheel aan de slag met de winnende slogan en logo van hun team met de focus op het handelingsalternatief: ‘bedwing jezelf’. Team B gaat in zijn geheel aan de slag met de winnende slogan en logo van hun team met de focus op het handelingsalternatief: ‘bescherm jezelf’. Leerlingen zijn vrij om dingen aan het logo en de slogan toe te voegen en/of te verbeteren. Bespreek met de groep duidelijk de boodschap (bescherm jezelf of bedwing jezelf) van de campagne, zodat alle leerlingen weten wat ze moeten doen. Bespreek dat duidelijk moet worden dat je in de campagne wilt bereiken dat andere leerlingen zichzelf beschermen of bedwingen t.a.v. het gebruik van de smartphone op de fiets. Elk team wordt verdeeld over 4 subgroepjes, waarbij elk groepje met een eigen onderdeel aan de slag gaat. Zo zijn er de campagneleiders, posterontwerpers, gadgetontwerpers en filmmakers. Elk subgroepje krijgt zijn eigen werkblad. Voordat deze worden uitgedeeld, bespreken jullie eerst in elk lokaal kort klassikaal wat elke taak inhoudt.
10
De groepjes hoeven niet van dezelfde grootte te zijn, maar moeten uit minimaal 2 leerlingen bestaan. De uitvoerende medewerkers verdelen zich bij dit onderdeel dus over de 2 lokalen. Laat de leerlingen zelf de rollen verdelen binnen hun groepje nadat deze zijn toegelicht.
1) Campagneleiders: de rol van deze leerlingen is om te bepalen hoe er zoveel mogelijk leerlingen bereikt kunnen worden. Is het haalbaar wat de groep wil? Zijn de ideeën door de groep zelfstandig uit te voeren of hebben zij hierbij hulp nodig? Zien de materialen er mooi uit, spreekt het logo en de slogan aan? Samengevat houden de campagneleiders in de gaten of er samenhang is tussen alle ontwerpen en beheren het budget (€ 250,-). 2) Posterontwerpers: de posterontwerpers gaan zich richten op het verspreiden van de boodschap aan hun doelgroep: alle leerlingen van de school. Wat willen ze vertellen met hun posters? Geef een aantal tips waar ze op moeten letten. (Aansprekend, kleurgebruik, houd het simpel etc.) 3) Gadgetontwerpers: de taak van deze leerlingen is om gadgets te ontwerpen. Leg uit dat de gadget is een voorwerp dat niet veel geld mag kosten en gratis wordt weggeven. Geef ook hier een aantal tips waar ze op moeten letten. (terug laten komen van logo, denk na over kleurgebruik, houd het simpel etc.). Benoem ook een aantal voorbeelden van gadgets die leerlingen kunnen uitwerken (bijvoorbeeld armbandjes, fietsbellen, sleutelhangers etc.). 4 Commercialmakers: deze leerlingen gaan een filmpje maken om meer bekendheid voor hun boodschap te creëren. Geef ook hier een aantal tips mee: duidelijk te verstaan, kort en krachtig, aansprekend, laten zien waarom je de telefoon niet in het verkeer moet gebruiken en hoe je je wél moet gedragen. Dit laatste is het meest belangrijk! Bij groepen van minder dan 15 leerlingen kunnen de campagneleiders eventueel worden weggelaten en wordt dit klassikaal besproken en ingevuld aan het begin. Materiaal: - Werkblad - Deel 2 Campagneleider (zie bijlage) - Werkblad - Deel 2 Poster (zie bijlage) - Werkblad - Deel 2 Gadget (zie bijlage) - Werkblad - Deel 2 Commercial (zie bijlage) Locatie: Klas verdeeld over 2 klaslokalen Duur: 10 min Deel 9: Ontwikkelen campagne Doel: Leerlingen ontwikkelen een positieve campagne over afleiding op de fiets Werkvorm: Leerlingen gaan in subgroepjes aan de slag. Bij dit onderdeel letten de uitvoerende medewerkers er op dat de campagnes positief worden geformuleerd en dat ze een handelingsalternatief aanbieden. De uitvoerende medewerkers kunnen de leerlingen met het handelingsalternatief helpen door ze in een van de twee onderstaande richtingen te laten denken. Team A: Bedwing jezelf (niet direct reageren, maar stoppen op een veilige plek) Team B: Bescherm jezelf (smartphone uitzetten voor vertrek, op stil zetten gedurende de fietsrit of de telefoon in de tas opbergen) Materiaal: Benodigdheden campagneleiders: - Werkblad - Deel 2 Campagneleider - A1 presentatievel - Viltstiften
11
Benodigdheden posterontwerpers: - Werkblad - Deel 2 Poster - Schetspapier - Potloden - A3 papier - Viltstiften - Gekleurd papier - Scharen/lijm Benodigdheden gadgetontwerpers: - Werkblad - Deel 2 Gadget - Blanco gadgets - Watervaste stiften - Blanco stickers Benodigdheden Commercialmakers: - Werkblad - Deel 2 Commercial - Tablets - Schetspapier - Stiften - Pennen (voor schrijven script) Locatie: Klas verdeeld over 2 klaslokalen Duur: 60 min Deel 10: Presentatie – afspraken maken en afsluiting Doel: Presenteren van de twee gemaakte campagnes Werkvorm: De groepen komen bijeen in 1 klaslokaal. De jury stelt zichzelf voor. De 2 campagnes worden door de campagneleiders gepresenteerd. Zij moeten vertellen waarom het belangrijk is om smartphonegebruik op de fiets tegen te gaan hoe de commercial, poster en gadget eruit zien en hoe deze kunnen bijdragen in het tegengaan van het smartphonegebruik op de fiets. Hierna kunnen er vragen gesteld worden door de andere groep en de jury. De jury heeft bij voorkeur het werkproces van beide groepen kunnen zien. De jury bepaalt de winnaar aan de hand van de volgende vragen: Hoe waarschijnlijk is het dat leerlingen hun doel bereiken? Wat is de haalbaarheid van de campagne? Hoe groot is het bereik van de campagne? In hoeverre spreekt de campagne aan en voldoet deze aan de vooraf gestelde ‘succesfactoren’? Optie: wordt het project in meerdere klassen uitgevoerd, dan zal de jury aan het eind van de projectweek/dag bepalen welke campagne de schoolwinnaar is. De klas die de uiteindelijke winnaar is zal de campagne gezamenlijk uitvoeren. De prijs is dat de winnende campagne ook daadwerkelijk gerealiseerd gaat worden op de school. De gadgets met hun eigen ontworpen logo worden binnen 3 weken opgestuurd. De poster en verdere campagne ideeën moeten de leerlingen zelf gaan oppakken. Maak zo concreet mogelijke afspraken met de klas over wat ze met de gadgets gaan doen. Wanneer gaan ze het uitdelen, waar hangen ze de posters op etc. Dit staat allemaal als het goed is in het campagneplan, maar herhaal dit nog een keer. Maak de campagneleiders van het winnende groepje verantwoordelijk en zorg dat zowel de klas als de docent er achter staat. Materiaal: - Presentatie materialen die de leerlingen hebben gemaakt. Locatie: Hele klas in 1 klaslokaal Duur: 30 min
12
4.3 Afronding project Na afloop van het project is er een winnende campagne uitgekomen. De klas mag deze winnende campagne daadwerkelijk gaan uitvoeren, maar hiervoor moeten een aantal dingen worden gedaan. 1. Afspraken met de klas Aan het eind van de uitvoering hebben de uitvoerende medewerkers afspraken met de klas gemaakt. Zorg dat deze genoteerd zijn, zodat deze afspraken mee gestuurd kunnen worden als het campagne materiaal wordt opgestuurd. 2. Afspraken met de school Spreek met de school duidelijk af naar wie de campagnematerialen opgestuurd kunnen worden. Het is wenselijk als een mentor van de klas, als de campagne materialen binnen zijn, nog eens met de klas bespreekt wat ze nu gaan doen. En het campagneplan nog een keer doorneemt en na afloop met de klas de campagne evalueert. 3. Maken van campagne materialen De uitvoerende partij neemt de materialen die zijn ontworpen mee en zorgt dat deze zo worden vormgegeven dat er gadgets en posters van gedrukt kunnen worden. 4. Aanschaffen en versturen van campagnematerialen Als de vormgeving van de materialen klaar is kunnen de gadgets besteld worden door de uitvoerende partij. Per campagne wordt er van uitgegaan dat er 250 euro beschikbaar is om deze gadgets te bestellen. Dit bedrag verwerkt de uitvoerende partij in de projectprijs. De uitvoerende partij zorgt ervoor dat de gadgets en posters, inclusief de gemaakte afspraken, doorgestuurd worden naar de school. 5. Contact met de school over de campagne Neem na het versturen van de campagnematerialen contact op met de school over het verloop van de campagne. Hebben ze alles ontvangen? Hebben de leerlingen de campagne uitgevoerd? Kunnen er foto’s opgestuurd worden van de campagne? 6. Evaluatie met school en opdrachtgever Evalueer de uitvoeringen altijd met de school en de opdrachtgever.
13
5. Tips voor de uitvoerders SchoolBegeleiding Zaanstreek Waterland en TeamAlert hebben samen het project ontwikkeld en zelf al uitgevoerd. Hieronder een aantal tips die kunnen bijdragen aan een goede uitvoering. Tips voor de voorbereiding Spreek duidelijk met de docent af wat je van hem/haar verwacht tijdens de uitvoering. Spreek duidelijk met de docent af wat er na afloop van de uitvoering moet gebeuren om de campagne te laten slagen. Tips voor de uitvoering Spreek gedragsregels af met de leerlingen; Spreek duidelijk af hoe laat en waar je de leerlingen na de pauze verwacht; Noem de teams: Team A en Team B. Het werk verwarrend om bij het indelen van de groepen te spreken over team bedwing jezelf en team bescherm jezelf. Als uitvoerder weet je de achtergrond van deze 2 groepen, maar voor de leerlingen werkt dit snel verwarrend; Wanneer de klas in 2 groepen werkt hoeft de taakverdeling niet gelijk verdeeld te zijn over de leerlingen. Er kunnen bijvoorbeeld meerdere personen een commercial maken, terwijl twee campagneleiders genoeg zijn; Probeer de leerlingen bij het campagne maken zo veel mogelijk te sturen naar wat ze leuk vinden en wat ze goed kunnen; Laat leerlingen ook buiten het lokaal bekijken waar zij bijvoorbeeld posters op willen gaan hangen; Spreek duidelijk met de jury af waar ze op moeten letten bij het beoordelen van de campagne. Tips voor de afronding Zorg dat je zo snel mogelijk de campagnematerialen af hebt en kan versturen naar de school (max. 3 weken later).
14
6. Contactgegevens TeamAlert en SBZW TeamAlert TeamAlert is dé verkeersveiligheidsorganisatie voor en door jongeren. Wij zijn expert in de combinatie van verkeersveiligheid en jongerencommunicatie en hiermee uniek in Nederland. Het team bestaat uit een groep betrokken young professionals die met volle overgave gaan voor het gezamenlijke doel: verkeersveiligheid onder leeftijdsgenoten bevorderen. Wij vinden originaliteit, humor en creativiteit heel belangrijk. Door onze boodschap op een positieve, opvallende en persoonlijke manier te brengen, weten wij leeftijdsgenoten ervan bewust te maken dat verkeersveiligheid een belangrijk thema is en dat ze zelf een verantwoordelijkheid hebben daarin. TeamAlert maakt verkeersveiligheid relevant… en leuk! Stichting TeamAlert Lijsterstraat 3-5 3514 TA Utrecht +31 (0)30 2232893
[email protected] SBZW SchoolBegeleiding Zaanstreek Waterland is een organisatie die op bedrijfsmatige wijze kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, scholen voor primair- en voortgezet onderwijs begeleidt en ondersteunt bij de uitvoering van landelijk, lokaal en schoolspecifiek beleid. Onze organisatie richt zich op kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Wij willen hiermee een bijdrage leveren aan de brede ontwikkeling van elk kind. Ons motto is: samen bouwend aan beter onderwijs. Wij beschikken over bijna 40 jaar ervaring op het gebied van onderwijsontwikkeling: advisering, training, coaching en begeleiding op school- en klasseniveau, en onderzoek bij leerlingen. Aan leerkrachten bieden wij instrumenten om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren. De juiste lesmaterialen en leerlingvolgsystemen, een goede organisatie in de groep vormen een stevige basis voor het onderwijs in de klas. Zodat de aandacht van de leerkracht primair kan uitgaan naar de leerlingen. SBZW Bezoekadres Wielingenstraat 115 (3e etage, Purmercenter) 1441 ZN Purmerend Postadres Postbus 811 1440 AV Purmerend T: (0299) 783 400 F: (0299) 783 410 E:
[email protected]
15