Draaiboek voor de GGD Groningen
Een hulpmiddel bij de invoering van een gezonde schoolkantine in het voortgezet onderwijs.
Groningen, juni 2008 Maaike Dijk Matteke Feenstra
Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine Draaiboek voor de GGD Groningen
Dit draaiboek is een product van de GGD Groningen. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Groningen, juni 2008 Maaike Dijk, Voeding en Diëtetiek Hanzehogeschool Groningen Matteke Feenstra, Voeding en Diëtetiek Hanzehogeschool Groningen Hannie Poletiek, functionaris Gezondheidsbevordering GGD Groningen Contactgegevens:
[email protected]
Uitgever Hulpverleningsdienst Groningen Hanzeplein 120 9713 GW Groningen Telefoon: (050) 367 40 00
tel. 050-3674182
Inhoudsopgave
1 Inleiding .................................................................................................................................................4 2 Opbouw draaiboek ................................................................................................................................5 3 Project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ ....................................................................6 3.1 Doel .................................................................................................................................................6 3.2 Doelgroep ........................................................................................................................................6 3.3 Ontwikkeling draaiboek ...................................................................................................................6 3.4 Rol GGD Groningen ........................................................................................................................7 3.5 Communicatie..................................................................................................................................8 4 Een gezonde leefstijl .............................................................................................................................9 4.1 Hoe eten jongeren in de provincie Groningen? ...............................................................................9 4.2 Wat is gezonde voeding? ................................................................................................................9 4.3 Eet gezond en beweeg! .................................................................................................................10 5 Een gezonde schoolkantine ................................................................................................................11 5.1 Waarom een gezonde schoolkantine? ..........................................................................................11 5.2 Hoe ziet een gezonde schoolkantine er uit?..................................................................................11 6 Stappenplan ........................................................................................................................................13 Stap 1 – Oriënterend gesprek...............................................................................................................13 Stap 2 – Start een werkgroep ...............................................................................................................14 Stap 3 – Creëer draagvlak....................................................................................................................14 Stap 4 – Analyseer de huidige situatie .................................................................................................15 Stap 5 – Inventarisatie behoeften.........................................................................................................16 Stap 6 – Activiteitenplan opstellen........................................................................................................17 Stap 7 – Actie .......................................................................................................................................17 Stap 8 – Continuering ...........................................................................................................................19 Stap 9 – Evaluatie.................................................................................................................................19 Stap 10 – Vervolgstappen ....................................................................................................................19 Samenvatting stappenplan ..................................................................................................................21 Literatuurlijst ...........................................................................................................................................22 Lijst van bijlagen .....................................................................................................................................24
3 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
1 Inleiding Inleiding De Nederlandse jeugd wordt steeds dikker. We zien dit in het straatbeeld. Daarnaast blijkt uit verschillende onderzoeken dat de prevalentie van overgewicht stijgt. Ongeveer 20% van de jongeren 1 in de provincie Groningen heeft overgewicht. Een integrale aanpak tegen overgewicht is wenselijk. De school is een belangrijke plaats om jongeren te bereiken. Jongeren brengen hier veel tijd door. De 2 invloed van leeftijdsgenoten is sterk bepalend voor het gedrag van jongeren. In de schoolkantine is het mogelijk om eten en drinken te kopen. Uit onderzoek blijkt dat 90% van de schoollocaties een 3 kantine en/of frisdrankautomaat heeft, 77% van de scholen heeft een snoepautomaat. Het aanbod in de kantine speelt een belangrijke rol in het eetpatroon van leerlingen. Daarnaast is in de schoolomgeving vaak veel te koop: bij de supermarkt, snackbar, cafetaria of bij een tankstationshop. Uit onderzoek van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) blijkt dat driekwart van de 3 schoollocaties zich op minder dan één kilometer afstand van een supermarkt of tankstation bevindt. Een gezonde school werkt aan de ontwikkeling van een gezondheidsbeleid op basis van de wensen 4 en behoeften van leerlingen, medewerkers en ouders. De school kan leerlingen helpen een verantwoorde keuze te maken uit het assortiment. Dit kan door te zorgen voor een overwegend 2 gezond aanbod in de schoolkantine. Een gezonde schoolkantine realiseren gaat niet van de ene op de andere dag. Bij de betrokkenen moet een gedragsverandering worden bereikt. Het is lastig gebleken een blijvende verandering te bereiken. Een succesvolle verandering naar een gezonde schoolkantine vergt tijd, geld, inspanning, enthousiasme en doorzettingsvermogen. Veel verschillende mensen zijn betrokken bij een verandering in de schoolkantine. Om een gezonde schoolkantine te bereiken is het belangrijk om na te gaan hoe de visie van de betrokkenen tegenover een verandering van het kantineassortiment is. In de lessen kan aandacht worden geschonken aan 5 gezondheidseducatie. Een gezonde schoolkantine biedt voordelen voor scholen. De overheid en ouders vinden een gezonde school steeds belangrijker worden. Een gezonde school leidt tot betere schoolprestaties, een 6 verbeterde gezondheid, verminderde vermoeidheid en minder depressieve symptomen. Daarnaast kan een school zich als gezonde school profileren. Kortom, genoeg redenen om op stap te gaan naar een gezonde schoolkantine! De GGD Groningen heeft een adviserende en ondersteunende rol in het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’. In dit draaiboek staat het stappenplan naar een gezonde schoolkantine beschreven. Groningen, juni 2008 Maaike Dijk Matteke Feenstra
Gezond eten leidt tot betere schoolprestaties, verbeterde gezondheid, verminderde vermoeidheid en minder 6 depressieve symptomen.
Ongeveer 20% van de jongeren in Groningen heeft overgewicht 1 en/of obesitas!
Het gaat om de hele schoolomgeving: wat in de automaten wordt aangeboden, wat in de kantine, hoe ziet de ruimte er uit, hoe vaak is de kantine open, wat nemen leerlingen 2 mee van huis, wat gooien ze weg en wat kopen ze bij de winkel op de hoek?
4 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
2 Opbouw draaiboek Dit draaiboek is gemaakt voor de GGD Groningen. Het is ingedeeld in verschillende hoofdstukken en bevat verschillende bijlagen. In dit hoofdstuk wordt de opbouw van het draaiboek beschreven. In hoofdstuk drie wordt meer verteld over het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’. Het doel en de doelgroep worden besproken. Daarnaast wordt ingegaan op de rol van de GGD Groningen en de communicatie binnen de GGD Groningen. In hoofdstuk vier wordt informatie gegeven over de eetgewoonten van jongeren, gezonde voeding en beweging. In hoofdstuk vijf wordt ingegaan op de gezonde schoolkantine. Aangegeven wordt hoe een gezonde schoolkantine er uit ziet en waarom dit zo belangrijk is. De stappen die nodig zijn om een gezonde schoolkantine te realiseren worden besproken in hoofdstuk zes. De volgende tien stappen komen aan bod: • Stap 1 – Oriënterend gesprek. • Stap 2 – Start een werkgroep. • Stap 3 – Creëer draagvlak. • Stap 4 – Analyseer de huidige situatie. • Stap 5 – Inventarisatie behoeften. • Stap 6 – Activiteitenplan opstellen. • Stap 7 – Actie. • Stap 8 – Continuering. • Stap 9 – Evaluatie. • Stap 10 – Vervolgstappen. In de bijlage I is een tabel met de aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag opgenomen. Vervolgens is in bijlage II een keuzetabel voor basisproducten en extra producten opgenomen. Checklisten voor interviews staan in bijlage III. Manieren om het project onder de aandacht te brengen worden in bijlage IV genoemd. Een voorbeeld schoolkrantartikel staat in bijlage V. In bijlage VI zijn verschillende lesactiviteiten opgenomen. De checklist ‘Gezonde en Gezellige Schoolkantine’ is opgenomen in bijlage VII. Om het project bij de GGD Groningen onder de aandacht te brengen is een voorbeeld artikel voor intranet opgenomen in bijlage VIII. In bijlage IX is een vragenlijst voor leerlingen opgenomen. In bijlage X staan aanbevelingen per productgroep. Voordelen en nadelen van een cateraar en van de kantine in eigen beheer worden in bijlage XI genoemd. Ideeën voor reclames en acties worden in bijlage XII gegeven. Ten slotte is in bijlage XIII een evaluatievragenlijst voor leerlingen opgenomen.
5 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
3 Project ‘Stap ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ In dit hoofdstuk wordt meer verteld over het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’. Het project richt zich op gezonde voeding en op een gezond voedingspatroon van leerlingen. Jongeren brengen een groot deel van hun tijd door op school. De school is dan ook een belangrijke 7 plaats om jongeren te bereiken. Het project sluit aan bij het Gezonde School Model en maakt gebruik van het landelijke project ‘De Gezonde Schoolkantine’ van het Voedingscentrum. Uitgangspunt van dit project is dat leerlingen zich bewust worden van hun eetgewoontes en dat leerlingen op school een 8 gezonde lunch en tussendoortjes kunnen kopen. In dit hoofdstuk komen het doel, de doelgroep en verdere informatie over het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ aan bod.
3.1 Doel Door de stappen uit het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ te doorlopen wordt een gezonde fysieke leefomgeving gecreëerd op middelbare scholen. Het project is bedoeld om op school structureel aandacht aan gezonde voeding te schenken. Naar een gezond, hygiënisch en aantrekkelijk aanbod in de kantines wordt toegewerkt. Het is belangrijk dat leerlingen uiteindelijk de gezonde producten kiezen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van een gezond eetpatroon onder jongeren. Daarnaast is het integreren van voedingseducatie in de lessen en praktijk van belang. Het uiteindelijke doel is een verbetering van de lichamelijke gezondheid van jongeren in de provincie Groningen. De verbetering in gezondheid richt zich op het voorkomen van overgewicht, diabetes en hart- en vaatziekten.
3.2 Doelgroep Het project richt zich op het voortgezet onderwijs. Het richt zich op degenen die bij de kantine betrokken zijn. Dit zijn leerlingen, de directie, docenten, ouders, conciërges, kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers en eventuele cateraars. De primaire doelgroepen zijn: leerlingen, zowel mannen als vrouwen, van het voortgezet onderwijs in de leeftijd van 12 tot 18 jaar en docenten uit de provincie Groningen. Leerlingen en docenten zijn de consumenten in de kantine. Bij deze groep moet een gedragsverandering bereikt worden. Intermediaire doelgroepen zijn: de ouders van leerlingen, de directie, docenten, conciërges, kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers. De directie bepaalt het gezondheidsbeleid, zij bepalen of de school aan de slag gaat met het project. De directie en het personeel gaan vervolgens aan de slag met het uitvoeren van het gezondheidsbeleid. Docenten zorgen voor educatie en de kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers gaan het kantinebeleid uitvoeren.
3.3 Ontwikkeling draaiboek Dit draaiboek is tot stand gekomen naar aanleiding van een literatuurstudie en een praktijkonderzoek. Het praktijkonderzoek is uitgevoerd op voortgezet onderwijs scholen in de provincie Groningen. De bevindingen en praktijkervaringen zijn meegenomen bij de ontwikkeling van het draaiboek. Tevens is bij de ontwikkeling van het draaiboek rekening gehouden met verschillende aandachtspunten. De afstemming op de doelgroep en de haalbaarheid in de praktijk zijn belangrijk. De afstemming met de intermediaire doelgroep speelt een belangrijke rol. Een gezonde schoolkantine wordt bereikt door de omgevingsfactoren aan te passen. Het kantineassortiment wordt aangepast zodat een gezonde keuze in de kantine mogelijk is. Aan de persoonlijke determinanten die te maken hebben met gezondheidsgedrag moet aandacht worden gegeven in de lessen. Voorbeelden van persoonlijke determinanten zijn bewustwording en kennis. In de lessen kan aandacht worden gegeven aan gezonde voeding. De aandacht in de lessen leidt tot een toename van kennis. Daarnaast zorgt de aandacht in de lessen er voor dat de leerlingen zich bewust worden van hun eigen eetgewoonten. 6 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
2,9
Of het project slaagt hangt van twee factoren af. Ten eerste hangt het af van de mate van ondersteuning van de GGD Groningen aan voortgezet onderwijs scholen bij de uitvoering, vertaling en implementatie van het project in het gezondheidsbeleid. In de volgende paragraaf wordt de rol van de GGD Groningen besproken. Daarnaast is het belangrijk dat de school zijn rol en verantwoordelijkheid voor het project oppakt. Met deze twee factoren is rekening gehouden bij de ontwikkeling van het draaiboek.
3.4 Rol GGD Groningen Groningen10 Steeds meer scholen vragen advies aan de GGD Groningen bij het realiseren van een gezonde schoolkantine. Het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ is een project dat intensief begeleid moet worden. Uit interviews met GGD-medewerkers blijkt dat het van belang is dat het begeleiden van scholen, bij het realiseren van een gezonde schoolkantine, wordt opgenomen in het beleid van de GGD Groningen. De begeleiding kan bestaan uit motiveren, ondersteunen en adviseren. Het wordt aanbevolen dat een GGD-medewerker over de tijd en middelen beschikt om deze taken uit te voeren. Volgens de geïnterviewde GGD-medewerkers is het belangrijk dat een GGD-medewerker verantwoordelijk is voor het project. De taak moet uitgevoerd worden door een bestaande functie bij de GGD Groningen uit te breiden of door een nieuwe GGD-medewerker aan te nemen. De afdeling Gezondheidsbevordering ondersteunt scholen in het voortgezet onderwijs bij het realiseren van een gezonde schoolkantine. Financiering van het project kan plaatsvinden uit eigen middelen en/of uit middelen van de gemeente. Op dit moment zijn deze middelen nog niet beschikbaar. Het beschikbaar stellen van middelen zou een goede stap zijn om meer gezonde schoolkantines in het voortgezet onderwijs te realiseren. Een gezondheidsbevorderaar kan de verschillende deskundigheden binnen de GGD op elkaar afstemmen, zodat de school zo optimaal mogelijk wordt ondersteund. Het draaiboek biedt GGD-medewerkers handvatten bij het begeleiden van voortgezet onderwijs scholen die een gezonde schoolkantine willen realiseren. Indien gezondheidsbevorderaars niet voldoende kennis hebben met betrekking tot deelgebieden van een gezonde schoolkantine wordt het aanbevolen om specialisten in te schakelen. Een voorbeeld is het inschakelen van een voedingsdeskundige/diëtist bij voedingsspecifieke vragen. Een voedingsdeskundige/diëtist beschikt over de noodzakelijke voedingskundige kennis die van belang is voor dit project. Voortgezet onderwijs scholen informeren is een taak van de jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen. Het is de bedoeling dat de contactpersonen (de jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen) het project onder de aandacht brengen. Dit is bijvoorbeeld mogelijk naar aanleiding van de nagesprekken van het meten en wegen in klas twee van het voortgezet onderwijs, de campagne ‘Weet wat je (m)eet’. Deze gesprekken worden op dit moment op de scholen gevoerd. Bij deze gesprekken zijn een jeugdarts of jeugdverpleegkundige en een gezondheidsbevorderaar aanwezig. Deze gesprekken zijn gericht op collectieve preventie. Als achtergrondinformatie kunnen gegevens over de gezondheidstoestand van de jongeren uit de provincie Groningen worden gebruikt. Als scholen geïnteresseerd zijn in het project, wordt het aanbevolen de scholen door te verwijzen naar de verantwoordelijke medewerker van de GGD Groningen. De rol van de gezondheidsbevorderaars en van de jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen staat in het onderstaande stuk uitgebreider beschreven. De rol van gezondheidsbevorderaars bij het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’: • Adviseren op het gebied van beleid naar gemeentes en scholen. • Het ondersteunen van voortgezet onderwijs scholen indien deze een gezonde schoolkantine willen realiseren. • Het adviseren ten aanzien van de mogelijke materialen en methodieken die worden ingezet met betrekking tot (gezonde) voeding en beweging op voortgezet onderwijs scholen. • Het onder de aandacht brengen van (landelijk) nieuw ontwikkelde materialen en methodieken. • Bij voorkeur deelnemen aan werkgroepen op voortgezet onderwijs scholen. • Het project coördineren. Contact onderhouden binnen de GGD en met andere organisaties. Een voorbeeld is het overleggen met de contactpersonen. De verschillende activiteiten op elkaar afstemmen en elkaar op de hoogte houden.
7 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen blijven de contactpersonen van de school. De rol van jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen in het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’: • Het project onder de aandacht brengen op voortgezet onderwijs scholen. • Met scholen in gesprek gaan. Tijdens dit gesprek moet geïnventariseerd worden wat de behoeften van de school zijn. Daarnaast moet nagegaan worden wat de school al doet op het gebied van preventieactiviteiten. De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen kunnen scholen adviseren bij het stellen van prioriteiten. Gesprekken zijn vooral belangrijk op scholen waar overgewicht een groot probleem is. • Indien de school met het project wil starten, deze scholen doorverwijzen naar de afdeling Gezondheidsbevordering. • Het meedenken, indien scholen een gezonde schoolkantine willen realiseren, over de invulling van het project en de inbedding in het gezondheidsbeleid. • Als gestart wordt met het project kan de jeugdarts of jeugdverpleegkundige, samen met de verantwoordelijke GGD-medewerker, contact met de school houden over het verloop van het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’. • Communiceren met de verantwoordelijke GGD-medewerker, van de afdeling Gezondheidsbevordering. Elkaar op de hoogte houden van de vorderingen.
3.5 Communicatie10 Goede communicatie is gedurende het hele traject erg belangrijk. Communicatie heeft met betrekking tot het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ per doelgroep een ander doel. Het is van belang om zowel intern als extern draagvlak te creëren. De directie, divisiemanagers en/of afdelingshoofden worden anders geïnformeerd dan de gezondheidsbevorderaars, de jeugdartsen, de jeugdverpleegkundigen en de scholen. Het is de bedoeling dat gezondheidsbevorderaars inhoudelijk op de hoogte worden gehouden van recente ontwikkelingen. Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen moeten op de hoogte worden gehouden van de hoofdlijnen. De directie, divisiemanagers en/of afdelingshoofden worden geïnformeerd over het project en worden op de hoogte gehouden van recente ontwikkelingen. De overige medewerkers moeten in grote lijnen geïnformeerd worden over het project. Om de doelgroepen binnen de GGD te informeren kunnen verschillende middelen ingezet worden. Laagdrempelige (passieve) middelen zijn: nieuwsbrieven, artikelen in geschreven media en publicatie van relevante artikelen op intranet. Het wordt aanbevolen om op intranet succesverhalen te publiceren. Voorbeelden van actievere communicatiemiddelen zijn: voorlichtingen, presentaties, advies- of trainingsdagen en ludieke acties (bijvoorbeeld een spelvorm, een traktatie of een promotiefilmpje). Om jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen te informeren over het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ kan een presentatie worden gegeven. Het is vooral belangrijk dat wordt uitgelegd wat het doel van het project is, wat het project kan opleveren en wie verantwoordelijk voor het project zijn. Door middel van een voorlichting kan draagvlak gecreëerd worden om het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ op voortgezet onderwijs scholen onder de aandacht te brengen. Een dergelijke presentatie kan tijdens een werkoverleg worden gegeven.
8 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
4 Een gezonde leefstijl De eetgewoonten van jongeren verslechteren en de prevalentie van overgewicht neemt toe. Dit hoofdstuk gaat over de leefstijl van jongeren. De eetgewoonten en het beweegpatroon komen aan bod. Daarnaast wordt ingegaan op gezonde voeding.
4.1 Hoe eten jongeren in de provincie Groningen? De eetgewoonten van jongeren verslechteren als zij van de basisschool naar het voortgezet onderwijs gaan. Uit de Voedselconsumptiepeiling van 1998 blijkt dat jongeren te weinig groenten en fruit, teveel 11 verzadigd vet en te vaak tussendoortjes eten. Het blijkt dat de eetgewoonten binnen een gezin 12 afhankelijk zijn van de sociaal economische status en van culturele waarden en normen. Een verschil tussen opleidingsniveaus is zichtbaar. Het blijkt dat havo-leerlingen en vwo-leerlingen een gezonder eetpatroon hebben dan leerlingen met een lager opleidingsniveau. Ontbijt Een ontbijt is een goede start van de dag. In de provincie Groningen ontbijt 19% van de leerlingen uit het voortgezet onderwijs minder dan vijf dagen per week. Meisjes, allochtone leerlingen, vmbo13 leerlingen en leerlingen uit klas vier ontbijten minder regelmatig. Jongeren hebben verschillende redenen om niet te ontbijten. Sommige jongeren hebben geen tijd, andere krijgen ’s ochtends vroeg geen hap door hun keel en weer anderen willen afvallen. Uit onderzoek van Universiteit Wageningen onder 35.000 leerlingen uit klas twee en vier van het voortgezet onderwijs blijkt dat leerlingen die niet 14 ontbijten dikker zijn dan leerlingen die ’s ochtends wel ontbijten. Groente en fruit De aanbeveling is 200 gram groente en twee stuks fruit per dag. Groente en fruit bevatten belangrijke vitamines en mineralen. In de provincie Groningen eet driekwart (77%) van de leerlingen niet dagelijks 13 twee stuks fruit. Meer dan de helft van alle leerlingen eet niet elke dag groente. Tussendoortjes Wanneer veel tussen de maaltijden door wordt gegeten en gedronken, is de eetlust bij de hoofdmaaltijden minder. Dit terwijl uit de hoofdmaaltijden de belangrijkste voedingsstoffen worden gehaald. Om het aantal maaltijdmomenten te beperken is het advies om niet meer dan drie tot vier keer per dag iets tussendoor te nemen. Eén op de vijf leerlingen in de provincie Groningen eet gemiddeld vijf of meer tussendoortjes per dag. Jongens drinken vaker elke dag frisdrank dan 13 meisjes. Uit onderzoek blijkt dat het zeer waarschijnlijk is dat een verhoogde consumptie van 15 frisdrank het risico op overgewicht en obesitas verhoogt. We kunnen jongeren helpen om verantwoorde keuzes in de schoolkantine te maken, door te zorgen voor een gezond aanbod eten en drinken op school. Dit is een belangrijke maatregel om een gezond 16,17 eetpatroon onder jongeren te stimuleren. In de volgende paragraaf staat meer informatie over gezonde voeding.
4.2 Wat is gezonde voeding? De eetgewoonten verslechteren en het aantal jongeren met overgewicht neemt toe. Wat is gezonde voeding precies? De Schijf van Vijf van het Voedingscentrum geeft in het kort aan waar het bij een gezonde voeding om gaat. Gezond eten volgens de regels van de Schijf van Vijf betekent: eet gevarieerd, niet teveel & beweeg, minder verzadigd vet, veel groente, fruit en brood en ga veilig met voedsel om.
9 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
De voeding is in te delen in basisproducten en extra producten. Basisproducten zijn producten uit de Schijf van Vijf. Het is de bedoeling dat bij iedere maaltijd uit alle vijf vakken iets wordt gegeten. Hoe groter het vak is, hoe meer van deze producten hebben we nodig. Voor de verschillende groepen voedingsmiddelen uit de Schijf van Vijf zijn aanbevolen hoeveelheden opgesteld per leeftijdsgroep en per geslacht. De aanbevolen hoeveelheden geven aan hoeveel iemand gemiddeld per dag nodig heeft om voldoende koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines en mineralen binnen te krijgen. Per leeftijdsgroep gelden de kleinste hoeveelheden voor de vrouwen en de grootste voor de mannen. In bijlage I staat een tabel met de gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen voor jongeren van 9 tot 18 jaar. In de tabel staat wat leerlingen iedere dag nodig hebben en dus zouden moeten eten. Het is van belang dat zowel de school als de ouders een gezonde voeding promoten. Voedingsmiddelen zoals snacks, koek, snoep, gebak, chips en sauzen staan niet in de Schijf van Vijf en behoren niet tot de basisproducten. Naast de aanbevolen hoeveelheden basisproducten is nog een klein beetje ruimte over voor iets extra’s. Hoeveel extra gegeten kan worden hangt af van de leeftijd, het geslacht en de mate van activiteit. Mannen van 9 tot 13 jaar hebben dagelijks ongeveer 300 kcal over en mannen van 14 tot 18 jaar hebben dagelijks circa 400 kcal over. Vrouwen van 9 tot 13 jaar hebben circa 200 kcal per dag over en vrouwen van 14 tot 18 jaar hebben ongeveer 300 kcal per dag over voor iets extra’s. Het is het beste om deze extra ruimte te gebruiken voor extra basisproducten. Als wordt gekozen voor extra producten die niet tot de basisproducten behoren, dan gaat de voorkeur uit naar producten die de minste calorieën per portie leveren. Van grote candybars zijn kleinere candybars een alternatief. Basisproducten en extra producten zijn onderverdeeld in drie categorieën: bij voorkeur, middenweg en bij uitzondering. In bijlage II is de keuzetabel met de productindeling van basisproducten opgenomen. Extra producten zijn in te delen in betere en mindere groepen. Voor de calorieën geldt: ‘bij voorkeur’ bevat maximaal 60 kcal per portie en ‘middenweg’ bevat maximaal 110 kcal per portie, meer dan 110 kcal per portie is een ‘uitzondering’. In bijlage II staat een keuzetabel voor extra producten. Het gaat om een goede balans tussen gezonde en minder gezonde keuzes. Het wordt aanbevolen om vooral basisproducten uit de categorie ‘bij voorkeur’ te nemen.
4.3 Eet gezond en beweeg! Naast gezond eten is voldoende beweging belangrijk bij de preventie van overgewicht. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) voor jongeren tot 18 jaar komt neer op dagelijks een 18 uur matig intensieve lichamelijke activiteit. In de provincie Groningen voldoet minder dan de helft van 19 de jongeren aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen van een uur. Bij het ouder worden neemt 13 het aantal jongeren dat lid is van een sportclub in de provincie Groningen af.
75% van de jongeren in Nederland 20 beweegt onvoldoende!
10 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
5 Een gezonde schoolkantine Een gezonde schoolkantine levert een belangrijke bijdrage in de preventie van overgewicht. Meer informatie over het realiseren van een gezonde schoolkantine staat in dit hoofdstuk.
5.1 Waarom een gezonde schoolkantine? Een gezonde schoolkantine is een gezonde basis voor een school met gezonde leerlingen en gezond personeel. Een goed gezondheidsbeleid is een voorwaarde voor effectieve voorlichting en educatie aan leerlingen. Daarnaast is het een voorwaarde voor gezonde en veilige voedselverstrekking. Voor jongeren is een gezonde schoolkantine de basis voor een gezond eetpatroon voor hun verdere leven. 17 Een gezonde schoolkantine is een belangrijke maatregel in de preventie van overgewicht. Jongeren hebben in onderzoek aangegeven dat zij het een barrière vinden dat ongezonde voeding wordt aangeboden op school. Zij geven aan dat ongezonde voeding weghalen zal helpen om gezonder te 21 eten. Een directielid: ‘Alles overziend is ‘De Gezonde Schoolkantine’ een krachtige interventie, omdat het niet alleen inzet op verandering van kennis, attitude en bewustwording door middel van het geven van voorlichting en educatie, maar tevens randvoorwaarden blijvend verandert en daarmee een 22 stimulerende omgeving creëert voor gezond eetgedrag.’
5.2 Hoe ziet een gezonde schoolkantine er uit? Volgens het Voedingscentrum is de ideale gezonde schoolkantine een kantine met alleen maar basisproducten uit de Schijf van Vijf. Dit houdt in een ruim aanbod aan broodproducten, een variatie aan goede soorten broodbeleg, eventueel belegde broodjes, (snack)groente en fruit en dranken zoals: koffie, thee, water en zuivel. Deze basisproducten leveren belangrijke voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft om te presteren. Alle andere producten zoals snacks, snoep en koekjes behoren niet tot de basisproducten. De ideale schoolkantine is een schoolkantine zonder de verleidingen van deze ongezonde producten. Het Voedingscentrum acht een kantine bestaande uit alleen basisproducten 16 noodzakelijk, omdat we geneigd zijn te eten wat wordt aangeboden. Een ideale schoolkantine, alleen bestaande uit gezonde producten, is niet altijd realistisch. Scholen kunnen streven naar een betere verhouding tussen basisproducten en extra producten. Het Voedingscentrum heeft naast het ideale aanbod (100% basisproducten) drie tussenverhoudingen, een ‘onderweg aanbod’. Het beste aanbod bestaat uit minimaal 75% basisproducten en maximaal 25% extra producten. Het minder goede aanbod bestaat uit 50-75% basisproducten en 25-50% extra producten. Het minst goede aanbod bestaat uit minder dan 50% basisproducten. In onderstaande tabel staan de verhoudingen weergegeven. Het groene gedeelte zijn basisproducten, het rode gedeelte zijn extra producten. Ideale aanbod
100%
Beste aanbod
> 75%
< 25%
Minder goede aanbod
> 50%
< 50%
Minst goede aanbod
< 50%
> 50%
Het kantineassortiment kan op verschillende manieren aangepast worden. Het kantineassortiment kan in één keer aangepast worden. Dit betekent dat het hele assortiment in één keer uit basisproducten moet gaan bestaan. Een gezonde kantine kan ook gerealiseerd worden door in kleine stappen toe te werken naar een gezonde schoolkantine.
11 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
Aandacht voor gezond eten op school wordt steeds belangrijker. De overheid stimuleert een gezonde schoolkantine. Daarnaast houden ouders en leerlingen bij de schoolkeuze rekening met wat een school, naast de kwaliteit van onderwijs, te bieden heeft. Een gezonde schoolkantine is voor de school een uitstekende manier om zich te profileren als gezonde school! Uit onderzoeken is gebleken dat leerlingen meer groente en fruit kopen en eten wanneer in de 23,24 schoolkantine meer groente en fruit worden aangeboden.
In dit hoofdstuk is meer verteld over een gezonde schoolkantine. In het volgende hoofdstuk worden de tien stappen naar een gezonde schoolkantine beschreven. Het stappenplan vormt een goede basis voor een goed gezondheidsbeleid.
12 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
6 Stappen Stappenpla tappenplan plan Een gezonde schoolkantine realiseren gaat niet van de ene op de andere dag. Een effectieve en 2 blijvende verandering vraagt tijd, geld en enthousiaste mensen. Een integrale aanpak is noodzakelijk. In dit hoofdstuk worden tien stappen genoemd die als leidraad worden gebruikt om een gezonde schoolkantine te realiseren. Het is belangrijk dat het project per school op maat wordt aangeboden. Het project moet aansluiten bij de situatie op school. Daarnaast moet het aansluiten bij de behoeften van de directie, leerlingen, docenten, kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers en ouders. De noodzakelijke stappen uit het stappenplan zijn afhankelijk van de situatie op de school. De beginsituatie is per school verschillend. Iedere school start op een verschillend punt. Het is mogelijk dat een school al pogingen heeft gedaan om het assortiment te veranderen. Het is belangrijk om aan te sluiten bij de beginsituatie van de school. Eventueel kunnen stappen overgeslagen worden of versneld doorlopen worden. Het is mogelijk om de stappen naast elkaar uit te voeren. Draagvlak creëren is bijvoorbeeld tijdens het hele traject van belang. Het project is een cyclisch proces, verbeteringen zullen altijd mogelijk blijven. Het invoeren van verbeteringen zal bij de ene school sneller gaan dan bij de andere school. De tijdsplanning is per school verschillend. De stappen zullen door scholen met verschillende snelheden doorlopen worden. Het duurt gemiddeld één schooljaar om de stappen één tot en met negen te doorlopen. Stap tien is de vervolgstap, het stappenplan blijft een cyclisch proces. Het is belangrijk dat de school voortdurend aandacht aan het thema blijft geven.
Stap 1
Oriënterend gesprek
Een GGD-medewerker voert een oriënterend gesprek op de school. Dit gesprek kan plaatsvinden op initiatief van de school. Daarnaast kan de GGD scholen actief benaderen. In deze stap moet draagvlak worden gecreëerd bij de directie. Eventueel wordt in dit gesprek de directie gemotiveerd. Het wordt aanbevolen de checklist uit bijlage III voor dit gesprek te gebruiken. Het is belangrijk om te inventariseren of de school vragen of problemen heeft met betrekking tot gezonde voeding en/of de schoolkantine. Nagegaan moet worden hoe de huidige situatie op de school is. Gegevens van de jeugdarts (of van de afdeling Epidemiologie) geven een indruk van een aantal gezondheidsknelpunten onder leerlingen. Bijvoorbeeld overgewicht en eetproblemen (bijvoorbeeld anorexia nervosa, boulimia nervosa). Belangrijk is om na te gaan welke plannen op een school liggen. Op die manier wordt aangesloten bij de uitgangspunten van de school en de behoeften van de betrokkenen. De GGD kan de bestaande structuren binnen de school zo optimaal mogelijk gebruiken. De school kan zich in verschillende stadia van gedragsverandering bevinden. In de eerste situatie overweegt de directie of ze wel of niet aan de slag gaan met de schoolkantine. De directie moet in dat geval overtuigd worden van het feit dat een gezonde schoolkantine meer voordelen dan nadelen oplevert. Een GGD-medewerker kan ondersteuning bieden door samen met de school voor- en nadelen op te noemen. Daarnaast kan de GGD-medewerker voorbeelden noemen van scholen waar een gezonde schoolkantine al is gerealiseerd. Dit kan de school overtuigen van de mogelijkheid om te veranderen. In de tweede situatie kan de directie de GGD om advies vragen. Het besluit om een gezonde schoolkantine te realiseren is in dat geval al genomen. Het is mogelijk dat de school nog geen concrete plannen heeft. Daarnaast kan een school bezig zijn met het maken van een plan om de schoolkantine te veranderen. De school moet vertrouwen krijgen in de mogelijkheid tot verandering. De school moet actie willen ondernemen. De GGD kan de school ondersteunen in de stappen naar een gezonde schoolkantine. In de derde situatie heeft de school al pogingen ondernomen om de schoolkantine te veranderen. Negatieve ervaringen ontkrachten en positieve ervaringen toevoegen is in dat geval belangrijk. Tijdens het oriënterende gesprek worden de prioriteiten besproken. De GGD kan de school helpen behoeften te formuleren en ondersteuning bieden bij het stellen van prioriteiten. De directie heeft een cruciale rol. Zij moet achter het project staan, het is van belang dat zij het project steunen. Daarnaast
13 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
moet de directie tijd en geld beschikbaar stellen. Uiteindelijk is het belangrijk dat alle betrokkenen achter het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ staan. De GGD vraagt van de school om actief met het project aan de slag te gaan. De school moet zich inzetten voor het project. Belangrijk is een evenwicht te vinden tussen het aanbieden van activiteiten aan scholen en het door de school oppakken van de eigen verantwoordelijkheid. De aanpak sluit aan bij het Gezonde School Model. Als de school toestemming geeft om met het project aan de slag te gaan, heeft het de voorkeur om een werkgroep op te richten. Op deze manier zijn op de school meerdere mensen samen verantwoordelijk voor het project.
Stap 2
Start een werkgroep
De school vormt een werkgroep bestaande uit enthousiaste betrokkenen. De GGD kan ondersteuning bieden bij het oprichten van een werkgroep. Een voorwaarde voor een werkgroep is dat de school bereid is energie en tijd in het project te steken. Het is essentieel dat de werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle betrokkenen bij het project. Dit zijn: de directie, leerlingen, docenten, conciërges, kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers, ouders en bij voorkeur een GGDmedewerker. De leden uit de werkgroep spreken namens de achterban. Het is daarom belangrijk dat zij overleggen met hun achterban. Een GGD-medewerker kan de rol van procesbegeleider vervullen. Deze rol kan eventueel op afstand worden vervuld. De GGD kan de samenwerking tussen de verschillende betrokkenen bevorderen. Daarnaast speelt de GGD-medewerker een belangrijke rol in het stimuleren van de werkgroep. Aan externe specialisten kan advies worden gevraagd. Te denken valt aan een voedingsdeskundige/ diëtist of een medewerker van een sportservice (bijvoorbeeld Huis voor de Sport in Groningen). Het is mogelijk dat deze specialisten een aantal bijeenkomsten bijwonen of een aantal taken of activiteiten uitvoeren. De verschillende taken worden verdeeld over de leden van de werkgroep. De input van de betrokkenen levert een groepsprestatie op die groter is dan de som van alle individuele bijdragen. Het motiveren van de betrokkenen uit de werkgroep is een belangrijk proces in deze stap. Wanneer de GGD tijd en geld heeft voor de begeleiding kan een medewerker individuele gesprekken voeren met de betrokkenen. Het doel van deze gesprekken is de visie van de betrokkenen te inventariseren en de betrokkenen te motiveren. Het wordt aangeraden de checklisten uit bijlage III voor deze gesprekken te gebruiken. Een nadeel van deze individuele gesprekken is dat het veel tijd kost. Als alternatief kan de GGD een startbijeenkomst organiseren. In deze startbijeenkomst worden de betrokkenen geïnformeerd over het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’, de materialen en de mogelijke invulling van activiteiten. Deze startbijeenkomst is extra van belang als groepen betrokkenen nog overtuigd moeten worden. De GGD kan een spreker leveren voor de presentatie. Een startbijeenkomst motiveert de betrokkenen uit de werkgroep om met het project aan de slag te gaan. Naar aanleiding van de presentatie kan een discussie op gang worden gebracht. Een voordeel is dat de visie van de betrokkenen naar voren komt tijdens een discussie. Een nadeel is dat bij de bijeenkomst meerdere mensen aanwezig zijn. Sociale wenselijkheid kan een rol spelen bij het geven van meningen. De werkgroep gaat aan de slag met het invullen en uitwerken van het stappenplan. De werkgroep oriënteert zich op het project. Welke mogelijkheden biedt de school? De werkgroep gaat in stap drie draagvlak creëren. Daarnaast analyseert de werkgroep de huidige situatie en worden de wensen en behoeften van de betrokkenen geïnventariseerd. De GGD biedt ondersteuning bij dit proces. De werkgroep houdt elkaar en de betrokkenen buiten de werkgroep op de hoogte. Met de directie worden afspraken gemaakt om tot een betere en gezondere schoolkantine te komen.
Stap 3
Creëer draagvlak
Wanneer een school op stap gaat naar een gezondere schoolkantine is het belangrijk dat dit project onder de aandacht wordt gebracht om draagvlak te creëren. Communicatie en informatie zijn 14 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
gedurende het hele traject erg belangrijk. Het project moet schoolbreed onder de aandacht worden gebracht. Het uiteindelijke doel is dat iedereen achter een gezonde schoolkantine staat. Alle betrokkenen moeten achter het project staan om te gaan werken aan een beter gezondheidsbeleid. De directie, leerlingen, docenten, kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers en ouders moeten achter een gezond aanbod in de schoolkantine staan. In de eerste stap, het oriënterende gesprek, is draagvlak gecreëerd bij de directie. In de tweede stap is draagvlak gecreëerd in de werkgroep. Daarnaast moet draagvlak gecreëerd worden bij de betrokkenen die niet in de werkgroep zitten. Het is belangrijk dat iedereen op de hoogte is en blijft van de vorderingen. De werkgroep gaat na of de betrokkenen gemotiveerd zijn. Alle betrokkenen moeten overtuigd worden van de noodzaak om een gezonde schoolkantine te realiseren. Bruikbaar zijn bijvoorbeeld sprekende voorbeelden, informatiemateriaal en schoolgegevens over de gezondheid van de leerlingen en 25 medewerkers. Voor leerlingen is de sociale omgeving van belang. Ouders, vrienden en docenten hebben een voorbeeldfunctie. Daarom is het belangrijk dat deze personen bij een verandering worden betrokken. Het project wordt op verschillende manieren onder de aandacht gebracht. Het wordt aanbevolen om schoolbreed activiteiten te organiseren. Bijvoorbeeld door een prijsvraag, een project, posters of door een artikel in de schoolkrant, nieuwsbrief of op de website te publiceren. De verschillende manieren worden in bijlage IV toegelicht. In bijlage V is een voorbeeld schoolkrantartikel toegevoegd. Voor het creëren van draagvlak bij leerlingen worden lessen over voeding aangeboden. In stap vier en stap zeven staat meer informatie over educatie. In bijlage VI staan verschillende lespakketten en in bijlage VII is de Checklist ‘Gezonde en Gezellige Schoolkantine’ opgenomen. Om het project bij de GGD Groningen onder de aandacht te brengen kan een artikel op intranet gepubliceerd worden, een voorbeeldartikel is opgenomen in bijlage VIII. Het is mogelijk om het artikel in aangepaste vorm op intranet te publiceren.
Stap 4
Analyseer Analyseer de huidige situatie
In de vierde stap analyseert de GGD samen met de werkgroep de beginsituatie van de school. De resultaten van deze punten worden in de werkgroep besproken. Huidige beleid Heeft de school al een gezondheidsbeleid (voedingsbeleid, schoolbeleid of kantinebeleid)? Bekijk wat op de school al wordt gedaan. Nagegaan wordt of de kantine een winstbeleid heeft. Heeft de school contracten met leveranciers en/of cateraars? Dit geldt zowel voor automaten als voor de uitgiftebalie. Voor een verandering is het belangrijk om dit te weten. Is het mogelijk om het assortiment te veranderen? Naast een gezond assortiment is een goede hygiëne van belang. Belangrijk is om na te gaan hoe het zit met de hygiënenormen in de schoolkantine. Meet het assortiment assortiment Laat de kantinebeheerder en/of een kantinemedewerker samen met een voedingskundige/diëtist de Assortimentsmeter invullen voor het aanbod in de kantine, zowel voor het aanbod in automaten als voor het aanbod bij de uitgiftebalie. Voedingskundige kennis is van belang bij het invullen van de Assortimentsmeter. De Assortimentsmeter is op internet te vinden via de link www.assortimentsmeter.nl. De Assortimentsmeter is een digitaal hulpmiddel van het Voedingscentrum om te kijken hoe gezond het huidige aanbod van de kantine is. Het invullen van de Assortimentsmeter neemt ongeveer een half uur tijd in beslag. De meter begint met algemene informatie over gezonde voeding. Vervolgens worden de in de kantine aanwezige producten per productgroep ingevoerd. De hoeveelheid basisproducten en extra producten worden in percentages weergegeven. Als advies worden alternatieven gegeven om het aanbod gezonder te maken. Het is mogelijk de ingevoerde gegevens op te slaan. Dit maakt het mogelijk ze voor een volgende meting te gebruiken of te 26 vergelijken. Het is goed om de resultaten te bespreken tijdens de volgende bijeenkomst van de werkgroep.
15 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
Educatie Niet alleen het aanbod in de kantine wordt veranderd, het is nodig een gedragsverandering te bereiken. Bij het project wordt niet alleen gekeken naar het aanbod in de schoolkantine, maar ook naar de inhoudelijke ondersteuning in de lessen. Uiteindelijk moeten leerlingen zelf de beste keuze maken. Leerlingen moeten voldoende kennis en vaardigheden bezitten om een goede keuze te maken. Leerlingen moeten inzicht krijgen in het eigen voedingspatroon, ze moeten zich bewust worden van teveel of verkeerd eten. Dit is noodzakelijk om gedrag te veranderen. Het is aan de school om te zorgen dat leerlingen weten waar ze voor kiezen en dat de mogelijkheid wordt geboden om een gezonde keuze te maken. Het wordt aanbevolen tijdens educatie aandacht aan gezonde voeding en het maken van een gezonde en verantwoorde keuze te besteden. Het is van belang dat leerlingen een positieve attitude (houding) hebben/krijgen ten opzichte van gezond eten. Leerlingen moeten voordelen zien in gezond eten. Door aandacht aan gezonde voeding in de les te geven worden leerlingen betrokken bij de verandering. Een integratie van theorie en praktijk is noodzakelijk. De schoolkantine is de ideale plek om de theorie en de praktijk samen te laten komen. Gezondheidseducatie is vaak een onderdeel van het reguliere onderwijsprogramma. Hier leren leerlingen dat gezond eten belangrijk is, maar ook lekker kan zijn en dat ongezonde producten een 16 uitzondering zijn. Gezondheidseducatie heeft een bewezen gunstig effect. Het thema moet in het 27 reguliere onderwijsprogramma ingebed worden, om op de lange termijn succesvol te zijn. Een docente biologie en verzorging: ‘Je leert de leerlingen tijdens de les waarom gezond eten belangrijk is, de bel gaat en ze rennen naar de kantine. Waar alleen maar ongezonde producten te 28 koop zijn, heel tegenstrijdig vond ik dat.’ Het is belangrijk om na te gaan of in het onderwijs aandacht wordt gegeven aan gezonde voeding. Worden leerlingen in de les bewust gemaakt van hun eigen voedingsgedrag? Door meer aandacht te besteden aan gezonde voeding in de lessen wordt het effect van een gezonde 5 schoolkantine vergroot, het ondersteunt de interventie. Schoolomgeving Behalve in de schoolkantine kunnen leerlingen producten in de omgeving van de school kopen. Bij de meeste scholen is een supermarkt, snackbar, tankstationshop of cafetaria in de buurt. Welke voorzieningen worden in de schoolomgeving regelmatig door leerlingen bezocht? Scholen kunnen geen invloed uitoefenen op het voedingsaanbod in de omgeving van de school. Het is mogelijk leerlingen te verbieden om tijdens schooluren het terrein te verlaten, zodat leerlingen niet naar de snackbar of supermarkt in de buurt kunnen gaan. Een nadeel hiervan is dat de mogelijkheid om te wandelen of fietsen minder wordt. Uiteindelijk moeten leerlingen zelf leren een goede keuze te maken uit de gezonde en ongezonde producten.
Stap 5
Inventarisatie behoeften
In deze stap worden de behoeften geïnventariseerd. In de vorige stappen zijn de behoeften en wensen van een aantal personen al geïnventariseerd. Het moet duidelijk worden wat de behoeften van de directie, leerlingen, docenten, conciërges, kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers en ouders zijn. De behoeften en wensen van betrokkenen worden onderzocht door gesprekken te voeren en/of vragenlijsten af te nemen. Tijdens het oriënterende gesprek is de visie van de directie duidelijk geworden. In de tweede stap is de visie van de betrokkenen uit de werkgroep naar voren gekomen. Het is belangrijk leerlingen te betrekken bij hun eigen kantine, zodat het een plek wordt waar ze graag komen. Het is van belang dat zoveel mogelijk leerlingen achter een verandering in het kantineassortiment staan. Daar horen ook de leerlingen bij die niet in de werkgroep zitten. De behoeften en wensen van leerlingen worden onderzocht door een (digitale) vragenlijst af te nemen. De vragenlijst is toegevoegd in bijlage IX. De vragenlijst bevat vragen over het huidige eetgedrag in de kantine en gaat na welke producten leerlingen graag willen zien in een nieuwe schoolkantine. Leerlingen kunnen de checklist voor een ‘Gezonde en Gezellige Schoolkantine’ invullen, deze checklist is opgenomen in bijlage VII. Eventueel kan in deze stap nog een gesprek worden gevoerd met betrokkenen die niet in de werkgroep zitten. Te denken valt aan directieleden, docenten, kantinebeheerders en/of
16 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
kantinemedewerkers of ouders. Dit is afhankelijk van de situatie op de school. Checklisten voor deze gesprekken zijn te vinden in bijlage III.
Stap 6
Activiteitenplan Activiteitenplan opstellen
Als de huidige situatie geanalyseerd is en de wensen en behoeften van de betrokkenen geïnventariseerd zijn, wordt het aanbevolen om in de werkgroep prioriteiten te stellen. De GGD kan ondersteuning bieden bij het stellen van prioriteiten. Naar aanleiding van de prioriteiten wordt een activiteitenplan met concrete activiteiten opgezet. Een duidelijke taakverdeling is van belang. De GGD kan een bijdrage leveren bij het opstellen van de taakverdeling en het activiteitenplan. Het activiteitenplan wordt in de volgende stap, stap zeven, uitgevoerd.
Stap 7
Actie
In deze actiefase wordt het activiteitenplan uitgevoerd. Uit de landelijke pilot van het Voedingscentrum kwam naar voren dat uitbreiding van het gezonde aanbod niet automatisch betekent dat leerlingen in de kantine gezondere producten gaan kopen. Het project dient zich daarom ook te richten op het stimuleren van het kiezen van gezonde producten in de kantine. Te denken valt aan prijsbeleid, een goede sfeer, educatie, acties en reclames en een goede presentatie van gezonde producten. Daarnaast blijft het belangrijk dat het project onder de aandacht wordt gebracht. Aanpassen assortiment Het is mogelijk om het kantineassortiment op verschillende manieren aan te passen. Het kantineassortiment kan in één keer aangepast worden. Dit betekent dat het hele assortiment in één keer uit basisproducten moet gaan bestaan. Een gezonde kantine kan daarnaast gerealiseerd worden 16 door in kleine stappen toe te werken naar de ideale schoolkantine. Naast een ideale schoolkantine zijn er drie tussenverhoudingen mogelijk, een ‘onderweg aanbod’. In hoofdstuk vijf staan deze verhoudingen beschreven. Het is belangrijk om meer gezonde producten aan te bieden in de kantine. Het aanbod ongezonde producten moet beperkt worden. Een ruime variatie in gezonde producten wordt aanbevolen. (Vers)automaten kunnen een goede aanvulling zijn op het kantineassortiment. Leerlingen kunnen op elk moment van de dag iets te eten of te drinken halen uit automaten. Naast een gezonde uitgiftebalie, is het van belang dat de automaten gevuld zijn met gezonde producten. Een voedingsdeskundige/ diëtist kan op basis van het huidige assortiment, gemeten met de Assortimentsmeter, aanbevelingen bespreken. Een voedingsdeskundige/diëtist heeft de voedingskundige kennis die hiervoor van belang is. Algemene aanbevelingen zijn per productgroep opgenomen in bijlage X. Verder is het van belang om rekening te houden met de wensen en de cultuur van de klant. Leerlingen die vegetarisch eten of leerlingen die uit geloofsovertuiging bepaalde producten niet eten moeten een keuze hebben in het assortiment. Daarnaast wordt het aanbevolen de porties van de ongezonde producten klein te houden, bijvoorbeeld kleine zakjes of kleine saucijzenbroodjes. Dit geldt zowel voor de uitgiftebalie als in automaten. Een cateraar? De school heeft de mogelijkheid om te kiezen voor een cateraar of om de kantine in eigen beheer te houden. Aan beide mogelijkheden zitten voor- en nadelen. De voor- en nadelen worden in bijlage XI genoemd. Presentatie gezonde producten Naast een gezond aanbod is een goede presentatie van de (nieuwe) gezonde producten noodzakelijk. 3 De uitstraling, prijs, smaak en het gemak moeten aantrekkelijk zijn voor leerlingen. Belegde broodjes kunnen gepresenteerd worden in een koelvitrine. Fruit staat leuk in een gezellige fruitmand of kan praktisch aangeboden worden in een koelautomaat. Zuivel kan bij de uitgiftebalie in een koelvitrine gepresenteerd worden. Warme snacks worden gepresenteerd in een warmhoudvitrine. Bij de producten kan productinformatie worden gegeven. 8 Logo’s kunnen gebruikt worden om aan te geven of producten gezond of ongezond zijn. Bijvoorbeeld 30 een energielogo, met het aantal kilocalorieën per eenheid van een product. Of een kleurcode: rood, 8 oranje en groen. Wat staat voor ‘bij uitzondering’, ‘middenweg’ en ‘bij voorkeur’. Het ‘Ik Kies Bewust17 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
31
logo’ staat op voedingsmiddelen uit de categorieën ‘bij voorkeur’ en ‘middenweg’. Daarnaast staat op sommige etiketten de Dagelijkse Voedingsrichtlijn (GDA). Het geeft aan hoeveel procent een portie bijdraagt aan de dagelijkse energiebehoefte. Daarnaast wordt de hoeveelheid suiker, vet, verzadigd 32 vet en natrium weergegeven. De richtlijn is een aanvulling op de voedingswaarde informatie. Prijsbeleid In de kantine is het belangrijk dat de producten niet te duur worden aangeboden. Het wordt aanbevolen om gezonde producten goedkoper aan te bieden dan ongezonde producten. Als voorbeeld een prijsverschil tussen reguliere frisdrank en light frisdrank. Uit een onderzoek uit de Verenigde Staten blijkt dat het verlagen van de prijs van snacks met een laag vetgehalte in 29 schoolkantine automaten effectief is. Het wordt aangeraden vers fruit en/of fruitsalades goedkoop aan te bieden. Acties en reclames Goede reclame is onmisbaar om het (nieuwe) gezonde aanbod in de schoolkantine aan te prijzen. Er zijn verschillende manieren voor reclame. Acties zoals het ‘Broodje van de week’ of seizoensproducten zijn een idee. De smaak van de leerlingen wordt getest en het biedt variatie. Ideeën voor reclames en acties zijn opgenomen in bijlage XII. Sfeer Als de schoolkantine niet aan de behoefte van de leerlingen voldoet is het waarschijnlijk dat zij een supermarkt, tankstationshop of snackbar in de buurt van de school bezoeken. Het is belangrijk leerlingen te betrekken bij hun eigen kantine, zodat het een plek wordt waar ze graag komen. De sfeer, het assortiment en de inrichting moeten samen zorgen voor een plek waar leerlingen graag komen zitten. Voor leerlingen is muziek sfeer bepalend. 32
Een docent vertelt: ‘Leerlingen nemen zelfs hun eigen muziek mee, die wij dan vervolgens draaien!’ Daarnaast is een gezellige aankleding een pluspunt. Leerlingen kunnen tijdens handvaardigheid bijvoorbeeld kunstwerken of collages creëren. De schoolkantine moet groot genoeg zijn voor iedereen. Daarnaast is het van belang dat de ruimte goed onderhouden wordt. De openingstijden moeten zo goed mogelijk geregeld zijn. Klantvriendelijkheid is daarnaast belangrijk, leerlingen moeten vriendelijk worden behandeld door het personeel. Educatie Er zijn diverse lespakketten betreffende de thema’s gezondheid en veiligheid. De GGD kan de verschillende lessuggesties naar de scholen toe aandragen. Het Voedingscentrum heeft verschillende materialen en programma’s voor het voortgezet onderwijs. Een brochure met een overzicht van de materialen en programma’s is op internet (www.voedingscentrum.nl) te vinden. Verschillende lespakketten staan uitgewerkt in bijlage VI. Voorbeelden van deze lespakketten zijn: ‘Weet Wat Je Eet’, ‘Vet leuke les over Vet’ en de tv-serie ‘OverGewicht’ met een bijbehorend lesprogramma. In deze bijlage staan daarnaast twee lesactiviteiten van het Voedingscentrum beschreven. Verder is de lesbrief ‘Gezonde schoolkantines’ opgenomen. Vragen naar aanleiding van leesteksten en een schrijfopdracht zijn hierin verwerkt. Ten slotte staat in deze bijlage een opdracht over twee leerlingen, Joop en Marita. Het is mogelijk deze lesactiviteiten te gebruiken als aanvulling op de eigen onderwijsmethode. Kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers verkopen de producten in de kantine. Kennis van gezonde voeding is ook voor deze betrokkenen van belang. De GGD kan zorgen voor deskundigheidsbevordering op het gebied van gezonde voeding via een voorlichting of cursus. Hygiëne Een goede hygiëne in de schoolkantine is noodzakelijk. Afvalbakken moeten voldoende aanwezig zijn. Warme producten dienen na bereiding direct geserveerd te worden of ze moeten in een warmhoudvitrine warm gehouden worden. Koude bederfelijke producten, zoals melk, dienen vanuit een koelkast of koelvitrine geserveerd te worden. Het spreekt voor zich dat producten na de houdbaarheidsdatum niet meer verkocht mogen worden. De werkgroep is in deze fase bezig geweest met het uitvoeren van het activiteitenplan. Om ervoor te zorgen dat de genomen stappen een blijvende verandering tot gevolg hebben is het van belang om
18 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
het project op te nemen in het gezondheidsbeleid van de school. In stap acht gaat de werkgroep aan de slag met het opzetten en/of uitwerken van het gezondheidsbeleid van de school.
Stap 8
Continuering
Het uiteindelijke doel is dat de school in de fase gedragsbehoud komt. In deze fase is de verandering een gewoonte geworden. Het project is pas echt succesvol als de schoolkantine een gezond assortiment blijft houden. Het moet daarom blijvend ingebed worden in het gezondheidsbeleid van de school. Dit is mogelijk in een voedingsbeleid, kantinebeleid of schoolbeleid. De werkgroep gaat aan de slag met het opzetten van een gestructureerd en systematisch gezondheidsbeleid. Een beter en gezonder beleid is het uiteindelijke doel. Als op de school een gezondheidsbeleid aanwezig is, kan de werkgroep deze verder vormgeven. Naast de aandacht voor een gezond aanbod in de kantine is integratie van het onderwerp in de lessen belangrijk. Het wordt aanbevolen in de lessen aandacht te schenken aan een gezonde leefstijl. Gezondheidseducatie moet in het reguliere onderwijsprogramma 27 ingebed worden om op de lange termijn succesvol te zijn. Het thema gezondheidseducatie moet in het gezondheidsbeleid worden opgenomen. Het beleid moet een structurele, meerjarige aanpak worden, waar iedereen binnen de school bij betrokken wordt. De GGD ondersteunt en adviseert voortgezet onderwijs scholen bij het ontwikkelen van een (gezonder) gezondheidsbeleid. De GGD kan ondersteuning bieden bij het maken van beleid en het uitvoeren hiervan. Bij het opstellen van het beleid zijn ten eerste de missie van de school en de visie van de school op 33 gezondheid belangrijk. De doelstelling van de kantine moet in het beleid worden opgenomen. De activiteiten die uitgevoerd worden om de doelen te bereiken worden in het beleid opgenomen. Iemand moet eindverantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het beleid, de verantwoordelijken worden in het beleid genoemd. Afspraken over wat op school wordt aangeboden aan eten en drinken, zowel bij de uitgiftebalie als in automaten, worden hierin opgenomen. Daarnaast kunnen afspraken over wat van huis wordt meegebracht vastgelegd worden. Aandacht voor een gezonde leefstijl moet in het onderwijsprogramma en in het beleid worden opgenomen.
Stap 9
Evaluatie
In deze stap wordt geëvalueerd hoe het project is verlopen (procesevaluatie). Daarnaast wordt gekeken wat het effect van het proces is (effectevaluatie). Om het effect te evalueren wordt het nieuwe assortiment ingevuld in de Assortimentsmeter. Deze uitkomst wordt vergeleken met de beginsituatie. Via een vragenlijst en gesprekken kan geëvalueerd worden of de gezonde schoolkantine aan de verwachtingen voldoet. Een voorbeeld van een evaluatievragenlijst voor leerlingen is opgenomen in bijlage XIII. Het gewenste effect en de waardering zijn van belang. De productkennis van de betrokkenen is belangrijk. Het huidige koopgedrag wordt nagegaan, zowel de uitgaven als de producten. Gekeken moet worden of leerlingen op school gezonder zijn gaan eten. De betrokkenen wordt gevraagd een oordeel over het huidige kantineaanbod en over het eigen voedingsgedrag te geven. De attitude ten opzichte van gezonder eten en drinken wordt gepeild. Een interview (soort tevredenheidonderzoek) met kantinebeheerders en/of kantinemedewerkers, docenten en directie kan gebruikt worden om het proces te evalueren. De resultaten van de evaluatie worden gebruikt om de betrokkenen te informeren over het succes. Het is belangrijk dat vervolgstappen naar aanleiding van de evaluatie worden genomen.
Stap 10
Vervolgstappen
Nadat het stappenplan door de school is doorlopen is een gezonde schoolkantine (deels) bereikt. Het stappenplan blijft een cyclisch proces. Het vervolg is per situatie, per school, verschillend. Eventueel zijn naar aanleiding van de evaluatie vervolgstappen opgesteld. Het is mogelijk dat de werkgroep bezig gaat met het uitvoeren van deze vervolgstappen. Het is ook mogelijk dat de school tevreden is met de bereikte resultaten. De werkgroep kan dan opgeheven worden of op een laag pitje worden gezet. 19 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
Verbeteringen zullen altijd mogelijk blijven. In stap acht is het project ingebed in het gezondheidsbeleid van de school. Het is belangrijk dat de school aandacht aan het thema blijft geven. Ook wanneer de werkgroep is opgeheven. Dit kan door het gezondheidsbeleid uit te voeren, continuïteit is belangrijk. Na het project moet draagvlak aanwezig blijven, communicatie en informatie blijven belangrijk. Het is van belang om blijvend aandacht aan gezondheidseducatie te schenken. Het kantineassortiment moet regelmatig geëvalueerd worden. De invloed van de schoolomgeving, de sfeer in de kantine, de presentatie van producten, de prijs, de hygiëne en de acties en aanbiedingen blijven in de toekomst belangrijke punten. De directie kan het beleid jaarlijks evalueren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk naar aanleiding van het jaarlijks meten en wegen in klas twee van het voortgezet onderwijs. Na het meetmoment vindt een terugkoppelingsgesprek met de GGD plaats. De GGD en de school kunnen de huidige situatie tijdens dat gesprek bespreken. Indien nodig kan de werkgroep opnieuw worden opgericht en verder gaan met de nodige stappen. Op de volgende pagina is het stappenplan in het kort weergegeven.
20 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
Samenvatting stappenplan stappenplan
1
Oriënterend gesprek In de eerste stap bespreken een medewerker van de GGD en een directielid van de school het project.
Start een werkgroep De school vormt in de tweede stap een werkgroep bestaande uit enthousiaste betrokkenen.
3
Creëer draagvlak Gedurende het hele traject wordt het project onder de aandacht gebracht. Dit is van belang om draagvlak te creëren.
Analyseer de huidige situatie In stap vier wordt de beginsituatie van de school geanalyseerd: het huidige beleid, het assortiment, het onderwijs en de schoolomgeving.
5
6
Actie In stap zeven wordt het activiteitenplan uitgevoerd. Het assortiment wordt aangepast. Daarbij worden de presentatie, acties, reclames, de sfeer, de hygiëne en de educatie meegenomen.
Continuering In stap acht wordt het project ingebed in het gezondheidsbeleid. Dit om blijvend aandacht te geven aan het thema.
9
4
Inventarisatie Inventarisatie behoeften De behoeften van de verschillende betrokkenen worden in deze vijfde stap geïnventariseerd.
Activiteitenplan opstellen In stap zes wordt een activiteitenplan met een duidelijke taakverdeling en concrete activiteiten opgezet.
7
2
8
Evaluatie In deze negende stap wordt geëvalueerd hoe het project is verlopen en wordt gekeken wat het effect van het project is.
Vervolgstappen Het stappenplan blijft een cyclisch proces. Naar aanleiding van de evaluatie is het mogelijk dat vervolgstappen worden opgesteld, het project kan ook afgerond worden. Stap tien geeft hier aandacht aan.
10 21
Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
Literatuurlijst Literatuurlijst 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
GGD Groningen (2008). Resultaten meten en weten. Intern rapport GGD Groningen. Engelhardt, M., Reitzema, A.M. & Snel, J. (2004). Goed voorbereid naar een gezond kantinebeleid, regionale implementatie door de GGD. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Bemelmans, W.J.E. et al. (2007). Overgewichtpreventie in het voortgezet onderwijs: het landelijke en regionale beeld. Bilthoven: RIVM. Buijs G., Leurs M. & Sniekers J. (2004). Op weg naar een gezonde school. SchoolSlag, preventie op maat. Woerden: NIGZ. Kremers, S., Kromhout, D. & Visscher, T. in opdracht voor de NHS-NRG groep (2007). Preventie van gewichtsstijging en richtlijnen voor gewichtsbeheersing. Nederlandse Hartstichting. Koplan, J.P., Liverman, C.T. & Kraak, V.A. (2004). Preventing Childhood Obesity: Health in the Balance. Journal of the American Dietetic Association, jaargang 105, pp. 131-138. Jansen, J., Lucht, F. van der & Schuit, A.J. (2002). Tijd voor gezond gedrag. Bevordering van gezond gedrag bij specifieke groepen. Houten: RIVM. Stichting Voedingscentrum Nederland. http://www.voedingscentrum.nl. Geraadpleegd op 20 februari 2008. Resultaten afstudeeronderzoek, interviews GGD-medewerkers. Heuvelen, van M. (2005). Communicatieplan. Intern rapport. Groningen: GGD. Stichting Voedingscentrum Nederland (1998). Zo eet Nederland. Resultaten van de Voedselconsumptiepeiling 1997-1998. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Renders, C.M. et al. (2003). Overgewicht bij kinderen en adolescenten. Maarsen: Elsevier Gezondheidszorg. Resultaten van de GGDGGD Groningen, Stafsectie Epidemiologie. Jeugdgezondheidsenquête. Jongeren in Groningen 2004. Groningen: GGD. Croezen, S. et al. (2007). Skipping breakfast, alcohol consumption and physical inactivity as risk factors for overweight and obesity in adolescents: results of the E-MOVO project. European Journal of Clinical Nutrition 2007, pp. 1-8. Brown, T., Kelly, S. & Summerbell, C. (2007). Prevention of obesity: a review of interventions. Obesity reviews jaargang 8, pp. 127-130. Stichting Voedingscentrum Nederland (2008). De Gezonde Schoolkantine. Handleiding voor GGD. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Stichting Voedingscentrum Nederland (2008). De Gezonde Schoolkantine. Handleiding voor kantinebeheerders. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Kemper, H.G.C., Ooijendijk, W.T.M. & Stiggelbout, M. (2000). Consensus over de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen. Tijdschrift voor Sociale Gezondheidszorg, jaargang 78, pp. 180-183. Stichting JGZ, GGD Groningen (2007). Aanpak overgewicht kinderen en jeugdigen in de Groningse gemeenten door de JGZ 0-19. Groningen: GGD. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2005). Brancherapport 2005. Den Haag: VWS. Neumark-Stainer, D. et al. (2003). New Moves: a school-based obesity prevention program for adolescent girls. Preventive Medicine, jaargang 37, pp. 41-51. Stichting Voedingscentrum Nederland (2008). De Gezonde Schoolkantine. Facts. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Perry, C.L. et al. (2004). A randomized school trial of environmental strategies to encourage fruit and vegetable consumption among children. Health Education Behaviour, jaargang 31, pp. 65-76. French, S.A. & Stables, G. (2003). Environmental interventions to promote vegetable and fruit consumption among youth in school settings. Preventive Medicine, jaargang 37, pp. 593-610. Stichting Voedingscentrum Nederland (2008). De Gezonde Schoolkantine. Handleiding voor het schoolteam. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Stichting Voedingscentrum Nederland. Assortimentsmeter. http://www.assortimentsmeter.nl Geraadpleegd op 3 maart 2008. 22
Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
27
Singh, A.S. (2008). Academisch proefschrift. Effectiveness of a school-based weight gain prevention programme: DOiT. Vrije Universiteit Amsterdam.
28
Docente biologie en verzorging Willem Lodewijk Gymnasium Groningen. Bezocht op 5 maart 2008. Kocken, P.L. (2006). Schoolsnack- en frisdrankautomatenproject. JGZ- Tijdschrift voor Jeugdgezondheidszorg, jaargang 38, pp. 112. FNLI. http://www.energielogo.nl/consument/energielogo. Geraadpleegd op 19 februari 2008. Stichting Ik Kies Bewust. http://www.ikkiesbewust.nl. Geraadpleegd op 19 februari 2008. Dagelijkse Voedingsrichtlijn. http://www.dagelijksevoedingsrichtlijn.nl. Geraadpleegd op 28 april 2008. Stichting Voedingscentrum Nederland (2004). Op weg naar een gezonde schoolkantine. Stappenplan voor schoolleiders. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland.
29 30 31 32 33
23 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
Lijst van bijlagen Bijlage I
Gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag
Bijlage II
Keuzetabel basisproducten Keuzetabel extra producten
Bijlage III
Checklisten interviews
Bijlage IV
Manieren om het project onder de aandacht te brengen
Bijlage V
Voorbeeld schoolkrantartikel
Bijlage VI
Lespakketten Voorbeelden van lespakketten Lesactiviteiten Gezonde Schoolkantine Lesbrief Gezonde Schoolkantines Opdracht Joop en Marita
Bijlage VII
Checklist ‘Gezonde en Gezellige Schoolkantine’
Bijlage VIII
Voorbeeld artikel intranet
Bijlage IX
Vragenlijst leerlingen
Bijlage X
Aanbevelingen per productgroep
Bijlage XI
Voordelen en nadelen cateraar
Bijlage XII
Ideeën voor reclames en acties
Bijlage XIII
Evaluatievragenlijst leerlingen
24 Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine - Maaike Dijk & Matteke Feenstra
Bijlagen
Bijlage I Gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag
Gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag In onderstaande tabel staan de gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag voor jongeren van 9 tot 18 jaar. De kleinste hoeveelheden gelden voor meisjes, de grootste voor jongens.
Groente Fruit Brood Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten Melk(producten) Kaas Vlees(waren), vis,kip, eieren, vleesvervangers Margarine met maximaal 40% vet Bak-, braad- en frituurproducten, olie Dranken (inclusief melk)
9-13 jaar 150-200 g 3-4 opscheplepels 200 g 2 stuks 140-175 g 4-5 sneetjes 150-200 g 3-4 aardappelen / opscheplepels 600 ml
1414-18 jaar 200 g 4 opscheplepels 200 g 2 stuks 210-245 g 6-7 sneetjes 200-250 g 4-5 aardappelen / opscheplepels 600 ml
1 plak (20 g) 80 - 100 g
1 plak (20 g) 100 - 125 g
20-25 g 5 g/sneetje 15 g 1 eetlepel 1-1 ½ liter
30-35 g 5 g/sneetje 15 g 1 eetlepel 1-1 ½ liter
Gebruikte literatuur Stichting Voedingscentrum Nederland. http://www.voedingscentrum.nl. Geraadpleegd op 20 februari 2008.
Bijlage II Keuzetabel basisproducten Keuzetabel extra producten
Keuzetabel basisproducten In onderstaande tabel staan producten gesorteerd op productgroep. De producten zijn ingedeeld in de categorieën bij voorkeur, middenweg en bij uitzondering.
Groente
Fruit
Brood
Graanproducten
bij voorkeur Alle soorten verse groente, groente in diepvries, blik of pot zonder toevoegingen Alle soorten vers fruit, fruit in diepvries, fruit in blik of pot op water of eigen sap Volkorenbrood (alle soorten), roggebrood, volkoren krentenbrood, mueslibrood, volkoren knäckebröd Brinta, bambix
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
Gekookte aardappelen, peulvruchten (alle soorten)
Vlees, kip, eieren, vleesvervangers
Kip zonder vel, biefstuk, rosbief, varkensfilet, varkenshaas, varkensfricandeau, hamlap, runderbaklappen, entrecote, tartaar, gekookt ei, vegetarisch gehakt, vegetarische burgers, Quorn, Valess Beenham, achterham, kipfilet, schouderham, casselerrib, gekookte lever
Vleeswaren
Vis
Melk(producten)
Alle verse vis en vis in diepvries en blik, zoute en zure haring, gestoomde makreel, gerookte zalm, gerookte paling, mosselen, garnalen Magere melk, karnemelk, magere yoghurt, magere kwark, magere vla met zoetstof, magere vruchtenyoghurt met zoetstof, yoghurtdrank met zoetstof
middenweg Groentepuree
bij uitzondering Groente a la crème of met saus
Vruchtenpuree zonder toegevoegde suiker
Fruit in blik of pot op siroop
Bruin brood (alle soorten)
Wit brood, krentenbrood, beschuit (alle soorten), knäckebröd goudbruin, croissant Muesli (overige soorten), cornflakes, rice crispies Gebakken aardappelen, frites, aardappelkroketten, pasta, rijst Gehakt, hamburger, lamsvlees, doorregen rundvlees, schouderkarbonade, varkenslap, slavinken, worst, gebakken ei
Boerenmuesli, havermout Volkoren pasta, zilvervliesrijst, aardappelpuree, couscous Rundergehakt, kip met vel
Magere knakworst, leverkaas
Pekelvlees, alle soorten worst, rauwe ham, rookvlees, varkensfricandeau, leverpastei, paté Vissticks, kibbeling, lekkerbekje
Halfvolle melk, halfvolle yoghurt, magere vruchtenkwark
Volle melk, volle yoghurt, volle vla, magere vla met suiker, alle soorten vruchtenyoghurt en yoghurtdranken met suiker, alle soorten chocolademelk met
Kaas
20+ en 30+ kaas, 30+ Camembert, Mozzarella, hüttenkäse, verse geitenkaas, verse light kaas
40+ Edammer, 45+ Camembert, 50+ Brie, Maasdammer, 40+ Friese nagelkaas, St Paulin, Parmezaanse kaas, Limburgse kaas
Vetten
Margarine in een kuipje met maximaal 40% vet, alle soorten olie vloeibare margarine en vloeibare bak-, braaden frituurproducten Koffie en thee zonder suiker, (mineraal) water, frisdranken zonder energie
Margarine in een kuipje met meer dan 40% vet
Dranken
Frisdranken met maximaal 20 kcal per 100 ml
suiker, alle soorten pudding 48+ Goudse kaas, alle soorten smeerkaas en korstloze kaas, alle soorten roomkaas, 60+ (room) Brie, Bluefort, Roquefort, Emmentaler, Gruyere, Stilton, Cheddar, rookkaas Margarine in pakjes, roomboter, hard bak, braad- en frituurvet
Vruchtensap, gewone frisdranken, sportdranken, alle alcoholhoudende dranken
Gebruikte literatuur Stichting Voedingscentrum Nederland. http://www.voedingscentrum.nl. Geraadpleegd op 20 februari 2008.
Keuzetabel extra producten1,2 In onderstaande tabel staan de criteria voor extra producten, opgesteld door het Voedingscentrum. De extra producten zijn ingedeeld in de categorieën bij voorkeur, middenweg en bij uitzondering. Een aantal voorbeelden staan in deze tabel. bij voorkeur Maximaal 60 kcal per portie. Weinig verzadigd vet en natrium.
middenweg 60-110 kcal per portie en iets meer verzadigd vet en natrium.
bij uitzondering Meer dan 110 kcal per portie. Veel verzadigd vet en/of natrium.
Energie ≤ 60 kcal/portie VV ≤ 13 en% TV ≤ 1,3 en% Na ≤ 400 mg/100 g
Energie ≤ 110 kcal/portie VV ≤ 13 en% TV ≤ 1,3 en% Na ≤ 400 mg/100 g
Energie > 110 kcal/portie VV > 13 en% TV > 1,3 en% Na > 400 mg/100 g
Koek en gebak
Plakje ontbijtkoek, eierkoek, koekje, taaitaai
Mueslireep, tussendoorbiscuit
Appelflap, gevulde koek, chocsprits, glacékoek, cake
Snoep
Kauwgom, lolly, Tic tac, snoepje, pepermuntje, dropje, zakje Smarties
Klein zakje winegums light
Candybars, zoete drop, frutella
Snacks
Heldere soep, gezond gevulde wrap, rijstwafel
IJs
Waterijs, waterijslolly
Yoghurtijs
Snacks
Tuc koekje, soepstengel
Klein zakje light chips, zakje popcorn
Sauzen
Tomatensaus
Fritessaus met 25% olie, slasaus met 35% olie
Criteria snacks
Overig
Pizza, bapao, loempia, saucijzenbroodje Roomijs
Dressing 40% olie, fritessaus met 35% olie, halvanaise, mayonaise
Milkshake
Gebruikte literatuur literatuur 1 2
Stichting Voedingscentrum Nederland. Richtlijnen goede voedselkeuze. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Stichting Voedingscentrum Nederland. Assortimentsmeter. http://www.assortimentsmeter.nl. Geraadpleegd op 3 maart 2008.
Bijlage III Checklisten interviews
Algemene checklist School: Locatie: Type onderwijs:
Bezoekadres: Postcode/plaats: Telefoonnummer: Faxnummer: E-mail:
Belangrijke gegevens contactpersonen:
Checklist interview directie 1. Soort kantine □ Alleen automaten □ Alleen een uitgiftebalie □ Zowel een uitgiftebalie als automaten 2. Wat is het huidige kantinebeleid?
3. Wie bepaalt het aanbod in de kantine? (Meerdere antwoorden mogelijk) □ De directie □ De kantinebeheerder □ De cateraar □ De leerlingen (raad) □ Ouders/ouderraad □ Docenten □ Anders, namelijk 4. Heeft u het idee dat er bij u op school meer gesnackt wordt dan een aantal jaren geleden? □ Nee □ Ja, namelijk 5. Heeft u het idee dat er nu meer leerlingen zijn met overgewicht dan een aantal jaren geleden? □ Nee □ Ja, namelijk 6. Hebben leerlingen en docenten inspraak op het aanbod? □ Nee □ Ja, namelijk 7. Als jullie zien dat er vaak gesnackt wordt in de kantine, wordt er dan wat mee gedaan? □ Nee □ Ja, namelijk 8. Spreken docenten docenten leerlingen die ongezond eten daarop aan? □ Nee □ Ja 9. Mogen leerlingen tijdens tussenuren en pauzes het schoolterrein verlaten? □ Ja □ Alleen tijdens de pauze □ Alleen tijdens tussenuren □ Zowel tijdens de pauze als tussenuren □ Nee □ Anders, namelijk 10. Welke voorzieningen zijn er rond de locatie waarvan u verwacht dat deze regelmatig door uw leerlingen worden bezocht? (Meerdere antwoorden mogelijk) □ Snackbar/kar □ Tankstation □ Supermarkt □ Anders, namelijk □ Geen voorzieningen
11. Welke van van onderstaande maatregelen worden er op uw school getroffen om het eten van gezonde producten te stimuleren? (meerdere antwoorden mogelijk) □ Er worden geen ongezonde producten verkocht □ Op onze school wordt de consumptie van gezonde voeding gestimuleerd door gezonde producten goedkoper aan te bieden dan minder gezonde producten □ Onze school heeft waterkoeler(s) geplaatst □ Bij onze uitgiftebalie wordt een uitgebreid assortiment gezonde producten aangeboden □ In onze automaten wordt een uitgebreid assortiment gezonde producten aangeboden □ Onze school treft maatregelen om een evenwichtig voedings- en drankenaanbod aan te bieden □ Op onze school worden voor ouders thema-avonden georganiseerd over gezonde voeding □ Een andere maatregel, namelijk □ Geen maatregelen 12. Welke van onderstaande maatregelen zijn er op uw school getroffen om het eten van minder gezonde producten tegen te gaan? (meerdere antwoorden mogelijk) □ Op onze school geldt een verbod op het aanbieden van bepaalde minder gezonde producten (zoals gefrituurde snacks) in de kantine □ Op onze school worden ouders aangesproken op het eet- en/of snoepgedrag van hun kinderen □ Op onze school is het regel dat er in de klas niet gegeten mag worden □ Op onze school is het nuttigen van bepaalde minder gezonde producten, zoals candybars (bijvoorbeeld Mars, Snickers) of chips verboden □ Op onze school hebben wij de frisdrankautomaten verwijderd □ Op onze school hebben wij de snoepautomaten verwijderd □ Op onze school hebben wij afspraken gemaakt met buurtwinkels als leerlingen snoep of snacks willen kopen, zoals □ Op onze school hebben wij de inhoud van de automaten aangepast en ook gezonde producten toegevoegd □ Op onze school zijn er richtlijnen om media die tot minder gezond voedingsgedrag aanzetten te reguleren en beperken □ Een andere maatregel, namelijk □ Geen maatregelen 13. Wie zijn er volgens u verantwoordelijk voor de preventie van overgewicht bij uw leerlingen? (meerdere antwoorden mogelijk) □ De school □ De ouders □ De leerling zelf □ De overheid □ Fabrikanten □ Geen mening □ Anders, namelijk 14. Heeft uw school een Ouderraad en/of Leerlingenraad? □ Nee □ Ja, namelijk 15. Hoe staat u tegenover eventuele veranderingen in het kantineassortiment?
Naam:
Datum: ….… - ….… - ….…
Checklist interview kantinebeheerder/kantinemedewerker 1. Soort kantine □ Alleen automaten □ Alleen een uitgiftebalie □ Zowel een uitgiftebalie als automaten 2. Wat zijn de openingstijden van de kantine?
3. Door wie wordt de kantine op uw locatie beheerd? □ Intern, door de school zelf □ Extern, door een cateraar. Namelijk □ Zowel door de school als een cateraar, namelijk □ Anders, namelijk 4. Wie heeft er invloed op wat er in de kantine (uitgiftebalie) aangeboden wordt? (Meerdere antwoorden mogelijk) □ De directie □ De kantinebeheerder □ De cateraar □ De leerlingen (raad) □ Ouders/ouderraad □ Docenten □ Anders, namelijk 5. Wie heeft er invloed op wat er in de kantine (automaten) aangeboden wordt? (Meerdere antwoorden mogelijk) □ De directie □ De kantinebeheerder □ De cateraar □ De leerlingen (raad) □ Ouders/ouderraad □ Docenten □ Anders, namelijk □ Weet ik niet 6. Heeft de school de mogelijkheid om het aanbod in de automaten aan te passen? □ Ja □ Nee, de inhoud is contractueel vastgelegd □ Nee, vanwege een andere reden, namelijk 7. Is er op de locatie een versautomaat aanwezig, met daarin producten als belegde broodjes, fruit, melk en rauwkost? □ Ja □ Nee 8. Is er in de kantine reclamemateriaal van diverse (bekende) merken voedingsmiddelen, merken merken en/of fabrikanten aanwezig? □ Nee □ Ja, namelijk 9. Zijn er in de kantine wel eens acties of aanbiedingen? □ Nee □ Ja, namelijk
10. Is er in de kantine voorlichtingsmateriaal aanwezig over gezonde voeding of gezonde leefstijlen? □ Nee □ Ja, namelijk 11. Hoe zou u de verhouding van het aanbod “gezonde” en “minder gezonde” producten in uw kantine, zowel bij de uitgiftebalie als in automaten, willen omschrijven? □ Bijna alleen maar minder gezonde producten □ Meer minder gezonde dan gezonde producten □ Evenveel minder gezonde producten als gezonde producten □ Meer gezonde producten dan minder gezonde producten □ Bijna alleen maar gezonde producten 12. Naar welke producten vragen leerlingen (zowel gezonde als ongezonde)?
13. Hoe staat u tegenover eventuele eventuele veranderingen in het kantineassortiment?
Om een inschatting te maken van het assortiment in de kantine, kan gebruik gemaakt worden van de Assortimentsmeter.
Naam:
Datum: ….… - ….… - ….…
Checklist interview docent verzorging 1. Voor welke onderwijstype worden de volgende vragen ingevuld. □ vmbo □ havo □ vwo 2. Hoeveel lesuren wordt er per klas (indien verzorging wordt gegeven) ongeveer besteed aan de volgende thema’s in een schooljaar? Geen aandacht Klas 1 Klas 2 Klas 3 Klas 4 Verzorging wordt □ □ □ □ gegeven in Voeding gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… □ lesuren per lesuren per lesuren per lesuren per schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar Voeding en gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… gezondheid □ lesuren per lesuren per lesuren per lesuren per schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar Overgewicht gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… □ lesuren per lesuren per lesuren per lesuren per schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar 3. Worden de leerlingen tijdens deze lesuren gewezen gewezen op de consequenties van minder gezonde voeding (vb. overgewicht, verminderde prestaties, minder fit voelen)? □ Ja □ Nee 4. Welke lesmethode wordt gebruikt voor het lesgeven? (meerdere antwoorden mogelijk) □ Goed verzorgd □ Verzorging overal □ Zorgactief □ Wijs! □ Biologie voor jou □ Biologie actief □ Levendig □ Prikkels □ Weet wat je eet □ Anders, namelijk 5. Heeft u beschikking over faciliteiten voor praktijklessen koken? □ Nee □ Ja, een kooklokaal □ Ja, een kookunit in het verzorgingslokaal 6. Vindt Vindt u dat de kookles bijdraagt aan de bewustwording van gezonde voeding en gezonde bereidingswijzen? □ Ja □ Nee
7. Worden de producten die bereid zijn tijdens de kookles verkocht in de kantine? □ Ja, voornamelijk gefrituurde/minder gezonde producten □ Ja, voornamelijk gezonde producten □ Ja, zowel gezonde als minder gezonde producten □ Nee 8. Is er een mogelijkheid om meer tijd te besteden aan gezondheid en voeding in de lessen verzorging? □ Ja □ Nee, want 9. Hoe staat u tegenover eventuele veranderingen veranderingen in het kantineassortiment?
Naam:
Datum: ….… - ….… - ….…
Checklist interview docent biologie 1. Voor welke onderwijstype worden de volgende vragen ingevuld. □ vmbo □ havo □ vwo 2. Hoeveel lesuren wordt er per klas (indien biologie wordt gegeven) ongeveer besteed aan de volgende thema’s in een schooljaar? Geen aandacht Klas 1 Klas 2 Klas 3 Klas 4 Biologie wordt □ □ □ □ gegeven in Voeding gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… □ lesuren per lesuren per lesuren per lesuren per schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar Voeding en gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… gezondheid □ lesuren per lesuren per lesuren per lesuren per schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar Overgewicht gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… gemiddeld…… □ lesuren per lesuren per lesuren per lesuren per schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar 3. Worden de leerlingen tijdens deze lesuren gewezen op de consequenties van minder gezonde voeding ding (vb. overgewicht, verminderde prestaties, minder fit voelen)? voe □ Ja □ Nee 4. Welke lesmethode wordt gebruikt voor het lesgeven? (meerdere antwoorden mogelijk) □ Goed verzorgd □ Verzorging overal □ Zorgactief □ Wijs! □ Biologie voor jou □ Biologie actief □ Levendig □ Prikkels □ Weet wat je eet □ Anders, namelijk 5. Is er een mogelijkheid om meer tijd te besteden aan gezondheid en voeding in de lessen biologie? □ Ja □ Nee, want 6. Hoe staat u tegenover eventuele veranderingen in het kantineassortiment? kantineassortiment?
Naam:
Datum: ….… - ….… - ….…
Bijlage IV Manieren om het project onder de aandacht te brengen
Manieren om het project onder de aandacht te brengen Het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’ kan op verschillende manieren onder de aandacht worden gebracht. In deze bijlage worden een aantal ideeën gegeven. Berichtgeving Een publicatie kan geplaatst worden in de schoolkrant, in de nieuwsbrief of op de website. • Schoolkrant. De school publiceert een artikel in de schoolkrant over gezond eten in een gezonde schoolkantine. Een voorbeeld van een schoolkrantartikel is opgenomen in bijlage V. • Nieuwsbrief. Bij aanvang van het project en tussentijds een bericht in de nieuwsbrief houdt alle betrokkenen op de hoogte van de vorderingen. De resultaten uit de vragenlijst kunnen bijvoorbeeld gepubliceerd worden. • Website. Op de website wordt een artikel gepubliceerd. Het artikel kan links bevatten naar bijvoorbeeld de site van het Voedingscentrum of naar www.lekkerbelangrijk.nl. Het is mogelijk via de website leerlingen en andere belangstellenden op de hoogte te houden. Opening kantine De nieuwe schoolkantine kan op een leuke wijze worden geopend. Bijvoorbeeld door een bekende Nederlander, de burgemeester of een wethouder. Bij aanvang van het project kan de school voor een persbericht zorgen om het project groots onder de aandacht te brengen. Tijdens de opening kan een gezond ontbijt of een gezonde lunch aangeboden worden. Het geven van ochtendgym is een optie. Daarnaast is het mogelijk een gezond hapje en drankje te serveren. Tijdens de opening kunnen waardebonnen voor gratis fruit (bijvoorbeeld appels) verstrekt worden. Dit stimuleert de afname vanaf het begin. De ‘Wat Eet en Beweeg ik Bus’ kan tijdens de opening aanwezig zijn. Prijsvraag Bij de start van het project kan de school een prijsvraag uitschrijven onder leerlingen. Op deze manier wordt op een eenvoudige en leuke manier draagvlak gecreëerd binnen de school. Ideeën voor een prijsvraag: • Bedenk een naam voor jouw schoolkantine! • Ontwerp jij het perfecte gezonde schoolmenu? • Pimp je broodtrommel en win een prijs! • Verzin jij het origineelste gezonde broodje met de leukste naam? • Ontwerp het hipste waterflesje! • Bedenk een nieuwe aankleding voor de schoolkantine. Lever een ontwerp in en misschien win jij een prijs! Een aantal ideeën voor een prijsvraag kunnen in de les behandeld worden. Educatie Educatie heeft tot doel bewustwording en aandacht voor gezonde voeding, bewegen en gezondheid. Verschillende manieren op het gebied van educatie zijn: • Om draagvlak te creëren kan een project georganiseerd worden. Bijvoorbeeld drie middagen met activiteiten rondom gezond eten en bewegen. Beweegactiviteiten kunnen bij dit project worden meegenomen. Gezonde hapjes en drankjes kunnen geserveerd worden. • Het is mogelijk om workshops te organiseren. Bijvoorbeeld een workshop ‘Gezond Koken’. Een workshop ‘Gezond Bewegen’, met bijvoorbeeld de keuze streetdance of skeeleren. • Leerlingen kunnen het project ‘De Gezonde Schoolkantine’ als onderwerp voor een werkstuk of spreekbeurt hebben. Interviews met en door leerlingen kunnen hier onderdeel van zijn. • Een Lagerhuisdebat over gezondheid kan georganiseerd worden. • Een rondleiding in de schoolkantine of in een supermarkt kan plaatsvinden. • Een voedingsdeskundige/diëtist of een GGD-medewerker kan een gastles verzorgen. Bijvoorbeeld over de zin en onzin van diëten. • Een toneelstuk, gevolgd door een discussie, kan voorafgaande aan de verandering opgevoerd worden. • Daarnaast kan in de lessen aandacht aan het thema een gezonde leefstijl besteedt worden. Leerlingen kunnen tijdens handvaardigheid bijvoorbeeld posters, kunstwerken of collages maken. Deze kunnen in de kantine opgehangen worden. Bij biologie kunnen vakinhoudelijke opdrachten
worden gemaakt. De rol van reclame kan bij economie worden besproken. Taal en reken oefeningen kunnen over gezonde voeding gaan. Bijvoorbeeld het optellen van prijzen van gezonde voeding, sommen over beweging en/of taaloefeningen met gezonde voeding. Het is mogelijk de balans tussen calorie inname via de voeding en calorieverbruik door beweging in relatie tot overgewicht te berekenen. Tijdens lichamelijke opvoeding kunnen leerlingen hun BMI (Body Mass Index) meten, een cardiofitheidstest uitvoeren en hun energieverbruik bij verschillende activiteiten berekenen. Meer ideeën voor lesactiviteiten zijn opgenomen in bijlage VI. Posters Door posters op te hangen wordt bekendheid aan het project gegeven. Het doel van de posters is om het imago van gezonde voeding te verbeteren. Daarnaast vergroten posters de kennis over de relatie tussen energie-inname en energieverbruik. Het is mogelijk de posters op te hangen in de schoolkantine of in een klaslokaal (bijvoorbeeld het verzorgingslokaal). Leerlingen kunnen tijdens handvaardigheid zelf posters en/of collages maken. Naast een leuk resultaat, worden zij bij hun schoolkantine betrokken. Het Voedingscentrum heeft posters van het project ‘De Gezonde Schoolkantine’. AGF Promotie Nederland heeft posters met groente en fruit. Het Voorlichtingsbureau Brood heeft posters om het eten van brood te stimuleren. Checklist ‘Gezonde en Gezellige Schoolkantine’ Schoolkantine’ Leerlingen kunnen op internet (www.degezondeschoolkantine.nl) zelf beoordelen of hun school een goede schoolkantine heeft. Vijfentwintig stellingen over de ruimte, het aanbod, de hygiëne, de betrokkenheid van leerlingen en over de organisatie vormen de checklist. Aan het eind van de test wordt de score weergegeven. De test is gebaseerd op de algemene checklist van het Landelijk Actie Comité Leerlingen. Als de test offline wordt ingevuld kan het klassengemiddelde worden opgeslagen. In bijlage VII staat de checklist voor een gezonde en gezellige schoolkantine. Testen Op de site van het Voedingscentrum (www.voedingscentrum.nl) staan verschillende testen, voorbeelden zijn de vettest of groente- en fruittest. Op www.lekkerbelangrijk.nl staat een eettest. Deze testen hebben als doel leerlingen bewust te maken van hun eigen eetgedrag. De testen kunnen een onderdeel van een les zijn. Recepten Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat kookles op 67% van de onderzochte locaties wordt aangeboden, voornamelijk op het vmbo. De gerechten zijn vaak geschikt om in de schoolkantine te koop aan te bieden. Het Voedingscentrum heeft gezonde voorbeeldbroodjes op internet (www.degezondeschoolkantine.nl) staan. Leerlingenassistentie in de schoolkantine Leerlingen kunnen stage lopen in de kantine. Laat bijvoorbeeld iedere dag twee andere leerlingen assisteren. Het uiteindelijke doel is dat leerlingen betrokken raken bij de kantine, dat het steeds meer een plek voor leerlingen wordt. Een nadeel is dat leerlingen niet altijd eerder uit de les kunnen en mogen. Een kantinemedewerker: ‘Door te helpen achter de balie zien leerlingen wat er allemaal bij komt kijken!’ Ouders Ouders zijn verantwoordelijk voor wat hun kinderen eten en wat ze hun kinderen meegeven naar school. Vaak zijn ouders minder in beeld op het voortgezet onderwijs. Ouderparticipatie kan gestimuleerd worden via een ouderavond. Tijdens een ouderinformatieavond kan het project toegelicht worden. Daarnaast kan het project besproken worden in de ouderraad. Vragenlijsten kunnen tijdens een ouderavond of in de ouderraad uitgedeeld worden om op die manier informatie te verzamelen en ouders bij het project te betrekken. Verder is het mogelijk ouders op de hoogte te houden via de nieuwsbrief, schoolkrant en website. Open dag Tijdens een open dag voor ouders en nieuwe leerlingen kan aandacht aan het project worden gegeven. Een informatiestand kan in de kantine worden geplaatst. Uit deze stand moet blijken dat de school werkt aan een goed gezondheidsbeleid. Interactieve activiteiten bij de stand zijn aan te bevelen. Workshops, testen en prijsvragen zijn een idee.
Gezond bewegen Naast een gezonde voeding is voldoende beweging belangrijk. Sporten kan voor leerlingen aantrekkelijk worden gemaakt. Bijvoorbeeld in samenwerking met het Huis voor de Sport in Groningen. Tijdens de opening kan ochtendgymnastiek worden gegeven. Een tafeltennistafel kan in de schoolkantine worden geplaatst. Op het schoolplein kan een voetbalveld, volleybalveld of basketbalveld aangelegd worden. Tijdens een schoolfeest kan een danswedstrijd worden gehouden. Nog meer tips! Verdere ideeën om gezonde voeding onder de aandacht te brengen: • Laat leerlingen de broodtrommel van de docenten onderzoeken. • Leerlingen kunnen een snack verdienen. Bijvoorbeeld door trappen te lopen, te fietsen of hard te lopen. Op een soort strippenkaart kunnen zij punten voor een snack verdienen. • De school kan geld inzamelen voor een koelautomaat. Bijvoorbeeld door een flessenactie of door een optreden van een bekende Nederlander (in Groningen bijvoorbeeld een voetballer van FC Groningen).
Gebruikte literatuur •
• • • •
Engelhardt, M., Reitzema, A.M. & Snel, J. (2004). Goed voorbereid naar een gezond kantinebeleid, regionale implementatie door de GGD. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Stichting Voedingscentrum Nederland (2008). Ideeën voor een prijsvraag.. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Stichting Voedingscentrum Nederland. http://www.voedingscentrum.nl. Geraadpleegd op 20 februari 2008. Bemelmans, W.J.E. et al. (2007). Overgewichtpreventie in het voortgezet onderwijs: het landelijke en regionale beeld. Bilthoven: RIVM.’ Stichting Voedingscentrum Nederland (2004). Lesactiviteiten voor een gezonde keuze in de schoolkantine. Handleiding voor docenten voor 12-16 jarige leerlingen. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland.
Bijlage V Voorbeeld schoolkrantartikel
Wij gaan voor een gezonde schoolkantine! Als je op school kunt kiezen tussen een appel en een flesje water, of een gevulde koek en een flesje cola, kies je misschien toch voor koek en cola. Terwijl je je lichaam hier geen plezier mee doet. Dat weet je zelf waarschijnlijk ook, maar ja, de verleidingen in de schoolkantine zijn nou eenmaal groot. Daarom doet SCHOOLNAAM mee aan het project van de GGD Groningen: ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’. Want de voordelen van gezond eten zijn echt groot! Wat vind jij van onze schoolkantine? Eigenlijk kan het aanbod best een stuk gezonder, toch?! Goede voeding heb je namelijk nodig om je goed te kunnen concentreren, ook op school! Want wie gezond eet, voelt zich fitter en zit lekkerder in zijn vel. Héél belangrijk dus! Gezonder én leuker Daarom gaan we de kantine gezonder én leuker maken. Er komt een groter aanbod lekkere, gezonde broodjes en er komt meer fruit. En om het extra gezellig te maken gaan we ook de aankleding van de kantine opknappen. De schoolkantine wordt de leukste en gezelligste plek van de school! Waarom is dit nu allemaal zo belangrijk? Het is belangrijk omdat het aantal mensen met overgewicht in Nederland toeneemt. Overgewicht is vooral het gevolg van een ongezonde leefstijl; te veel en ongezond eten en te weinig bewegen. Wist je dat meer dan de helft van de Nederlanders te zwaar is? Ook jongeren worden steeds dikker: 20% van de jongeren in de provincie Groningen heeft last van overgewicht. Gezond en niet te veel eten en meer bewegen, is dé oplossing voor veel gezondheidsproblemen voor nu en voor later. Het schoolteam van SCHOOLNAAM vindt het belangrijk om te helpen bij het maken van gezonde keuzes. Daarom gaan wij onze school gezonder én leuker maken! Wil je meer weten, heb je leuke suggesties of wil je meehelpen de kantine te verbeteren? Neem contact op met NAAM.
Bijlage VI Lespakketten
Voorbeelden van lespakketten Verschillende lespakketten kunnen in het voortgezet onderwijs worden gebruikt. Een aantal voorbeelden worden in deze bijlage genoemd. 1-3
Weet Wat je Eet ‘Weet Wat je Eet’ is educatief softwaremateriaal speciaal door het Voedingscentrum ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs. In de provincie Groningen maken vijftien voortgezet onderwijs scholen gebruik van de lesmethode ‘Weet Wat je Eet’. Het sluit aan bij de vakken biologie, verzorging, bewegingsonderwijs en Zorg en Welzijn op zowel vmbo-, havo-, vwo-, als mbo-niveau. Het doel is jongeren van 12 tot 18 jaar te helpen bij het maken van onderbouwde keuzes met betrekking tot het eigen eetgedrag. Het bestaat uit vijf basislessen die de leerlingen inzicht geven in de eigen voedingsgewoonten en de manier waarop het lichaam met energie en voedingsstoffen omgaat. Daarnaast is een proefwerkles van zeventig steeds wisselende meerkeuzevragen met directe feedback aanwezig. Keuzelessen geven de mogelijkheid meer te leren over buikgriep (bacteriën en virussen), overgewicht, koken, etiketten, etiquette, alcohol, gentech (twee lessen) en borstvoeding. Leerlingen kunnen zelfstandig werken aan de kerndoelen over gezond eten tijdens verschillende vakken. De docent kan de onderdelen klassikaal bespreken. Het lespakket kan besteld worden bij het Voedingscentrum voor 17,50 euro per klas per schooljaar voor maximaal 35 leerlingen. Via het Informatie Centrum Gezondheid van de GGD Groningen is het pakket drie weken kosteloos te lenen. 1
OverGewicht ‘OverGewicht’ is een TV-serie van SchoolTV met een bijbehorend lesprogramma. Het doel is de leerling bewust te maken van hun leefpatroon en het vormen van een eigen mening. Het programma richt zich op leerlingen van klas één en twee in het voortgezet onderwijs (vmbo). Er zijn vier programma’s met de titels: ‘Eetgewoonten’, ‘Snacken en Grazen’, ‘Fit fitter fitst’ en ‘Slank Slanker Slankst’. De docentenhandleiding bevat per aflevering een docentenpagina met een samenvatting van de aflevering, achtergrondinformatie over het thema, kopieerbare werkbladen met opdrachten en antwoordsuggesties. De video en de handleiding is te koop via internet (www.schooltv.nl). De handleiding kost 13,25 euro, de DVD 32,50 euro en de video 27,50 euro. Bij het Informatie Centrum Gezondheid van de GGD Groningen kan de video met handleiding drie weken gratis geleend worden. 1,2
BACBAC-Vechten ‘BAC-Vechten’ is een gratis te downloaden spel van het Voedingscentrum (www.bac-vechten.nl). Het spel is te gebruiken om leerlingen meer over voeding en hygiëne te leren. Leerlingen kunnen de activiteiten thuis uitvoeren of op schoolcomputers. Het richt zich op leerlingen basisvorming, vmbo Zorg en Welzijn, havo en vwo biologie. In het spel worden bacteriën bestreden en de verschillende handelingen bij inkopen, bewaren en bereiden van voedsel komen aan bod. 1,2
Voedselveiligheid Het Voedingscentrum en teleac/NOT hebben een videoband met twee lessen over voedselveiligheid ontwikkeld. De video duurt twee keer 13 minuten. In de eerste aflevering 'Veilig eten - wat doen zij?' onderzoeken vier leerlingen hoe het staat met de voedselveiligheid. In de tweede aflevering 'Veilig eten - wat doe jij?' ligt de nadruk op hoe je als consument kunt zorgen dat voedsel veilig blijft. De informatie is bedoeld voor leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs (vak verzorging of biologie). De video kost 14,30 euro en is te bestellen bij het Voedingscentrum. 2,4
Vet leuke les over Vet De ‘Vet leuke les over Vet’ van het Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën is ontwikkeld in samenspraak met de Nederlandse Vereniging Docenten Verzorging. Het pakket is afgestemd op de kerndoelen van het vak verzorging in de basisvorming en het beroepsgerichte programma Zorg en Welzijn van het vmbo. Het is bedoeld voor leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en leerlingen in het beroepsgerichte programma Zorg en Welzijn van het vmbo. De les biedt zowel kennisopdrachten als praktijkopdrachten. ‘Fabels en Feiten over Vet’, een quiz, puzzels en strips zijn opgenomen. Per schoollocatie is één pakket te bestellen, daarnaast is het pakket te downloaden. Hier zijn geen kosten aan verbonden.
5
DOiTDOiT-programma Amika Singh onderzocht de effectiviteit van het ‘DOiT-programma’. Het ‘DOiT-programma’ heeft als doel een gedragsverandering bij de jongeren te bewerkstelligen: minder frisdrank drinken, minder snoepen en snacken, minder TV kijken en meer bewegen. Het programma bestaat uit lesmateriaal voor tien schoollessen (schoolboeken, werkbladen, dagboek, website, posters, stappenteller), mogelijkheden voor extra sportlessen en een advies voor een gezonder assortiment in de schoolkantine. Lesactiviteiten opgenomen in het draaiboek In deze bijlage zijn drie verschillende lesactiviteiten opgenomen. De lesactiviteiten worden hier kort beschreven. Als eerste lesactiviteit zijn lessen van het Voedingscentrum opgenomen. Deze lessen richten zich op een gezonde keuze in de schoolkantine. Eerst is een informatieblad voor leerlingen opgenomen. Daarna staan twee lessen beschreven. De eerste les is: ‘Hoe gezond is de schoolkantine?’. Deze les is bedoeld om leerlingen met andere ogen naar het kantineaanbod te laten kijken. De les wordt afgesloten met een test waarbij de kennis wordt getest. De tweede les is: ‘Wat kies jij tussendoor?’. Deze les is bedoeld om leerlingen bewust te maken van de tussendoortjes die zij eten. De leerlingen leren welke tussendoortjes een betere keuze zijn. Ook deze les wordt afgesloten met een test waarbij de kennis wordt getest. Als tweede lesactiviteit is een lesbrief ‘Gezonde Schoolkantines’ opgenomen. Deze lesbrief bevat vragen naar aanleiding van een tekst. Daarnaast is een schrijfopdracht een onderdeel van deze lesbrief. De laatste lesactiviteit is een les van de GGD Groningen. Deze opdracht gaat over twee leerlingen, Joop en Marita. De opdracht heeft tot doel leerlingen bewust te maken van hun eigen voeding- en beweeggedrag en van het belang van een gezond gewicht. Naast bewustmaken heeft de opdracht tot doel om leerlingen te stimuleren goede voeding- en beweeggewoonten aan te leren.
Gebruikte literatuur 1 2 3 4 5
GGD Groningen (2008). Productenboek Voortgezet Onderwijs. Materialen voor gezondheidsbevordering en gezondheidsbeleid op school. Groningen: GGD. Bessems, K., Buijs, G. & Ruiter, de S. (2006). Toolkit Overgewicht. Preventie van overgewicht binnen de setting school. Woerden: NIGZ. Stichting Voedingscentrum Nederland. Weet Wat je Eet in kaart. http://www.voedingscentrum.nl. Geraadpleegd op 6 maart 2008. Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën. http://www.voorlichtingmvo.nl/000.php. Geraadpleegd op 6 maart 2008. Singh, A.S. (2008). Academisch proefschrift. Effectiveness of a school-based weight gain prevention programme: DOiT. Vrije Universiteit Amsterdam.
Lesactiviteiten Gezonde Schoolkantine Docenten informatie Informatieblad Gezonde Voeding Lesactiviteit: Hoe gezond is de schoolkantine? Lesactiviteit: Wat kies jij tussendoor?
Docenten informatie De lesactiviteiten van het Voedingscentrum zijn te gebruiken als aanvulling op de gebruikte 1 lesmethode. Eerst is een ‘Informatieblad Gezonde Voeding’ voor de leerlingen opgenomen. Vervolgens worden twee lesactiviteiten beschreven. Het informatieblad voor leerlingen is voor beide lesactiviteiten van belang. Dit informatieblad bevat de achtergrondinformatie die nodig is voor het maken van de opdrachten. Voorafgaand aan de les moet voor elke leerling een kopie van het informatieblad worden gemaakt. De lesactiviteiten zijn los van elkaar te behandelen. Het is mogelijk om ze allebei te behandelen, maar er kan ook een keuze worden gemaakt. Van de lesactiviteit die wordt behandeld, moet een kopie voor elke leerling worden gemaakt. Lesactiviteit: Hoe gezond is de schoolkantine? Deze lesactiviteit is bedoeld om leerlingen met andere ogen naar het kantineaanbod te laten kijken. De lesactiviteit wordt afgesloten met een test waarbij de kennis wordt getest. De antwoorden op de test staan hieronder weergegeven. De antwoorden bij de test: 1 b 6 c 2 c 7 b 3 b 8 a 4 b 9 b 5 a 10 b Lesactiviteit: Lesactiviteit: Wat kies jij tussendoor? Deze lesactiviteit is bedoeld om leerlingen bewust te maken van de tussendoortjes die zij eten. De leerlingen leren welke tussendoortjes een betere keuze zijn. De lesactiviteit wordt afgesloten met een test waarbij de kennis wordt getest. De antwoorden op de test staan hieronder weergegeven. De antwoorden bij de test: 1 a 5 a 2 b 6 b 3 c 7 b 4 c 8 c
Gebruikte literatuur Stichting Voedingscentrum Nederland (2004). Lesactiviteiten voor een gezonde keuze in de schoolkantine. Handleiding voor docenten voor 12-16 jarige leerlingen. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland.
Informatieblad Gezonde Voeding Wat is gezonde voeding? Eet van alles wat! Elke dag heb je eten en drinken nodig. Daarmee krijgt je lichaam de voedingsstoffen en het vocht (anderhalve liter) dat het nodig heeft binnen. Koolhydraten, vetten, eiwitten, vezels, vitamines en mineralen zijn de voedingsstoffen waar het om gaat. Ze zitten in allerlei levensmiddelen die je in de winkel kunt kopen. Door van alles wat te eten en te drinken kan iedereen gezond eten. Het is echt niet nodig iedere dag hetzelfde te eten. Soms eet je wat meer van het een, dan weer wat meer van het ander. Voor het maken van een gezonde keuze, kun je de vakken uit de Schijf van Vijf gebruiken. Tabel 1 Eten en drinken voor elke dag In de tabel staan de vakken uit de schijf van vijf. Er staat waarvoor je deze voeding nodig hebt! Noodzakelijke voedingsmiddelen Onmisbaar voor onder andere Vak 1 Brood, aardappelen, rijst, pasta, Koolhydraten, eiwit, voedingsvezel, peulvruchten, ontbijtgranen. vitamines en mineralen. Vak 2 Groente en fruit. Vitamine C en voedingsvezel. Vak 3 Melk, kaas (of andere melkproducten), Eiwitten, vitamines en mineralen vlees, vleeswaren, gevogelte, vis, ei, tahoe. zoals kalk en ijzer. Vak 4 Margarine, halvarine, bak- en Vetten en vitamines. braadproducten, olie. Vak 5 Drinken (1,5 liter per dag). Vocht.
Waarom zijn voedingsstoffen belangrijk? Koolhydraten en vetten zijn onder andere nodig voor energie, ze geven je de kracht om prestaties te leveren. Eiwitten zijn onmisbaar voor de opbouw en het onderhoud van spieren, botten en bloed. Vitamines heb je nodig voor alle functies van je lijf en ze beschermen ook nog eens tegen ziekten. Mineralen, Mineralen zoals ijzer en kalk, helpen bij de opbouw en het herstel van je lichaam. IJzer helpt je bloed op te bouwen en kalk zorgt voor sterke botten. Vezels heb je nodig voor je darmen. Ze zorgen ervoor dat je normaal naar de wc kunt en geen last krijgt van verstopping. Vocht is nodig om de voedingsstoffen overal in ons lichaam te krijgen. Door genoeg te drinken worden ook afvalstoffen afgevoerd. Wat heb je per dag nodig? Hoeveel eten en drinken je nodig hebt verschilt. Het hangt af van je leeftijd en geslacht, maar ook van hoe actief je bent. Je hebt bijvoorbeeld meer nodig als je flink groeit, topsporter bent of elke dag een bijbaantje hebt met zwaar lichamelijk werk. En als je de hele dag tv kijkt, heb je minder nodig. Ook al verschilt de hoeveelheid, iedereen moet wel zorgen dat elke dag uit de vijf vakken van de Schijf van Vijf gegeten en gedronken wordt. In de tabel staat wat je per dag ongeveer nodig hebt. 9-13 jaar 1414-18 jaar Groente 3-4 opscheplepels 4 opscheplepels Fruit 2 stuks 2 stuks Brood 4-5 sneetjes 6-7 sneetjes Aardappelen, rijst, pasta, 3-4 aardappelen of opscheplepels 4-5 aardappelen of opscheplepels peulvruchten rijst, pasta, peulvruchten rijst, pasta, peulvruchten Melk(producten) 3 glazen 3 glazen Kaas 1 plak 1 plak Vlees(waren), vis, kip, ei, 80 - 100 g 100 - 125 g
vleesvervangers Halvarine voor op brood Margrine voor bereiding Vocht
5 g/sneetje 1 eetlepel 1-1 ½ liter
5 g/sneetje 1 eetlepel 1-1 ½ liter
Spelregels voor een goede voeding! 1. Eet van alles wat! Als je van alles wat en elke dag uit alle vijf vakken van de Schijf van Vijf eet, dan eet je alles wat je nodig hebt. Dus niet steeds hetzelfde eten! 2. Let op vet! Eet vaker halfvolle producten. Gebruik weinig boter en margarine. Eet weinig vette dingen tussendoor zoals chocola, roomijs, mayonaise, nootjes, saucijzenbroodjes, slagroomgebakjes en kwarkgebakjes. 3. Eet veel brood en aardappelen Want daar zitten zetmeel en vezels in. Vooral in bruin brood, aardappels, volkorenrijst, volkorenmacaroni en peulvruchten zit veel! 4. Eet veel groenten en fruit Want dan krijg je veel vezels en vitamine C binnen. Onthoud gewoon: 2+2. Twee keer een portie fruit per dag en 200 gram groenten. 200 Gram is ongeveer 3-4 groentelepels.
5. Houd je gewicht op peil Met een gezond gewicht voel je je fitter en zit je lekker in je vel. En het is ook goed voor later. Eet daarom verstandig en beweeg veel: in ieder geval een half uur per dag. Ga niet als een gek lijnen en je ontbijt overslaan. Neem liever wat minder tussendoor. 6. Zuinig met zout Je lichaam kan niet helemaal zonder zout. Maar de kleine hoeveelheden die je lichaam nodig heeft zitten van nature al in veel voedingsmiddelen. Extra zout op je eten is echt niet nodig. Ook in kaas, worst, zoutjes, chips en zoute pinda’s of noten zit erg veel zout. 7. Drink elke dag 1 ½ liter vocht (maar niet veel alcohol!) Vocht is heel belangrijk. Drink dus veel thee, melk, water en sap.
8. Eet niet de hele dag door! Sla het ontbijt ‘s morgens niet over. En ook je middag- en avondeten niet. Met drie maaltijden per dag heb je minder zin in eten tussendoor. Dat is ook beter voor je tanden en kiezen. Wees voorzichtig met je gebit, want daar moet je nog je hele leven mee kauwen. 9. Let op hygiëne (vooral bij het klaarmaken van je eten) Was altijd je handen voordat je eten aanraakt. Gebruik schone snijplanken, borden, mesjes en theedoeken. En altijd: na het plassen handen wassen. 10. Lees de verpakking of het etiket! Hierop kun je allerlei dingen lezen: hoeveel er in de verpakking zit, wie de fabrikant is, hoe lang iets bewaard kan worden en vaak ook de voedingswaarde van het product. Dus welke voedingsstoffen erin zitten en hoeveel calorieën. Erg handig!
Beste groep, middenweg groep en de minste groep: kiezen! Als je elke dag eet uit de vijf vakken van de Schijf van Vijf, krijg je alle voedingsstoffen binnen die je lichaam nodig heeft. Maar binnen elke productgroep is niet elk product even gezond. Bijvoorbeeld omdat er meer verzadigd vet in zit. Want verzadigd vet is niet zo gezond. Daarom zijn alle voedingsmiddelen in groepen ingedeeld. • De ‘beste groep’. groep’ In deze groep zitten producten die altijd gezond en dus goed voor je zijn. Bijvoorbeeld fruit omdat er veel vitamine C in zit. Of volkorenbrood omdat er veel vezels inzitten. • De groep ‘kies als middenweg’. middenweg’ Als je ze af en toe neemt, zijn deze niet slecht voor je. Maar het zijn ook niet echt gezonde producten. Want er zit meer (verzadigd) vet en minder vezel in en/of ze leveren meer energie. Deze producten kun je dus af en toe kiezen. • De ‘minst goede groep’. groep’ Deze producten kun je beter niet te vaak eten. Het zijn producten, zoals snacks of tussendoortjes, met bijvoorbeeld veel (verzadigd) vet, veel suiker, weinig vezels of geen vitamine C. Voorbeelden zijn een roomijsje, patat met mayonaise of een frikadel. Het is belangrijk te letten op wat je kiest. Want als je vaak ongezond eet, heb je meer kans op overgewicht en ziekten zoals kanker en hart- en vaatziekten.
Kies slim! Al het eten en drinken is in deze drie groepen in te delen. Binnen elke groep zijn dus betere en minder goede keuzes. Het is echt niet zo dat je alleen uit de ‘beste groep’ moet kiezen. Iets uit de groep ‘kies als middenweg’ is al beter dan een product uit de ‘minst goede groep’. En als je vaker kiest voor gezond, geeft dat ruimte om ook eens minder gezond te eten. Vaak eet je al veel gezonder als je meer gaat eten uit de ‘beste groep’. Handige tabel In de tabel hieronder staat de indeling in de drie groepen. Uit de productgroep ‘brood’ kun je bijvoorbeeld het beste volkorenbrood kiezen. Want dat staat in ‘beste groep’. In de ‘minst goede groep’ staat een croissant. Die kun je dus beter niet te vaak eten.
Groente
Fruit
Brood
Graanproducten
Beste groep Alle soorten verse groente, groente in diepvries, blik of pot zonder toevoegingen Alle soorten vers fruit, fruit in diepvries, fruit in blik of pot op water of eigen sap Volkorenbrood (alle soorten), roggebrood, volkoren krentenbrood, mueslibrood, volkoren knäckebröd Brinta, bambix
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
Gekookte aardappelen, peulvruchten (alle soorten)
Vlees, kip, eieren, vleesvervangers
Kip zonder vel, biefstuk, rosbief, varkensfilet, varkenshaas, varkensfricandeau, hamlap, runderbaklappen, entrecote, tartaar, gekookt ei, vegetarisch gehakt, vegetarische burgers, Quorn, Valess Beenham, achterham, kipfilet, schouderham, casselerrib, gekookte lever
Vleeswaren
Vis
Melk(producten)
Alle verse vis en vis in diepvries en blik, zoute en zure haring, gestoomde makreel, gerookte zalm, gerookte paling, mosselen, garnalen Magere melk, karnemelk, magere
Middenweg Groentepuree
Minst goede groep Groente a la crème of met saus
Vruchtenpuree zonder toegevoegde suiker
Fruit in blik of pot op siroop
Bruin brood (alle soorten)
Wit brood, krentenbrood, beschuit (alle soorten), knäckebröd goudbruin, croissant Muesli (overige soorten), cornflakes, rice crispies Gebakken aardappelen, frites, aardappelkroketten, pasta, rijst Gehakt, hamburger, lamsvlees, doorregen rundvlees, schouderkarbonade, varkenslap, slavinken, worst, gebakken ei
Boerenmuesli, havermout Volkoren pasta, zilvervliesrijst, aardappelpuree, couscous Rundergehakt, kip met vel
Magere knakworst, leverkaas
Pekelvlees, alle soorten worst, rauwe ham, rookvlees, varkensfricandeau, leverpastei, paté Vissticks, kibbeling, lekkerbekje
Halfvolle melk, halfvolle yoghurt,
Volle melk, volle yoghurt, volle vla,
yoghurt, magere kwark, magere vla met zoetstof, magere vruchtenyoghurt met zoetstof, yoghurtdrank met zoetstof
magere vruchtenkwark
Kaas
20+ en 30+ kaas, 30+ Camembert, Mozzarella, hüttenkäse, verse geitenkaas, verse light kaas
40+ Edammer, 45+ Camembert, 50+ Brie, Maasdammer, 40+ Friese nagelkaas, St Paulin, Parmezaanse kaas, Limburgse kaas
Vetten
Margarine in een kuipje met maximaal 40% vet, alle soorten olie vloeibare margarine en vloeibare bak-, braaden frituurproducten Koffie en thee zonder suiker, (mineraal) water, frisdranken zonder energie
Margarine in een kuipje met meer dan 40% vet
Plakje ontbijtkoek, eierkoek, koekje, taaitaai, kauwgom, lolly, Tic tac, snoepje, pepermuntje, dropje, zakje Smarties, heldere soep, gezond gevulde wrap, rijstwafel, waterijs, waterijslolly, Tuc koekje, soepstengel, tomatensaus
Mueslireep, tussendoorbiscuit, klein zakje winegums light, yoghurtijs, klein zakje light chips, zakje popcorn, milkshake, fritessaus met 25% olie, slasaus met 35% olie
Dranken
Extra producten
Frisdranken met maximaal 20 kcal per 100 ml
magere vla met suiker, alle soorten vruchtenyoghurt en yoghurtdranken met suiker, alle soorten chocolademelk met suiker, alle soorten pudding 48+ Goudse kaas, alle soorten smeerkaas en korstloze kaas, alle soorten roomkaas, 60+ (room) Brie, Bluefort, Roquefort, Emmentaler, Gruyere, Stilton, Cheddar, rookkaas Margarine in pakjes, roomboter, hard bak, braad- en frituurvet
Vruchtensap, gewone frisdranken, sportdranken, alle alcoholhoudende dranken Appelflap, gevulde koek, chocsprits, glacékoek, cake, candybars, zoete drop, frutella, pizza, bapao, loempia, saucijzenbroodje, roomijs, dressing 40% olie, fritessaus met 35% olie, halvanaise, mayonaise
Wat snack jij? Gevulde koek Kroket Zakje chips Saucijzenbroodje Candybar
65 minuten fietsen 15 minuten hardlopen 40 minuten fietsen 30 minuten hardlopen 70 minuten fietsen
Lesactiviteit: Hoe gezond is de schoolkantine? Naam: Klas: Datum: Opdracht 1 Geef in de tabel hieronder aan wat in jouw schoolkantine wordt verkocht. Soms weet je niet precies hoe iets gemaakt is. Bijvoorbeeld welke kaas op een broodje zit en met welke boter het is besmeerd. Vraag dat dan aan de kantinemedewerker. Als meer soorten van een product worden aangeboden, bijvoorbeeld twee soorten soep, schrijf ze dan allebei op. Producten
Wat is het precies
Schijf van vijf Vak 1
M&M pinda Broodje ‘gezond’
Spa rood
Vak 2
Vak 3
Vak 4
Indeling Vak 5
Voorkeur Voorkeur
Middenweg
Uitzondering
X Wit broodje, margarine, ham, kaas, ei, sla en tomaat
X
X
X
X
X
X
X
Producten
Wat is het precies
Schijf van vijf Vak 1
Vak 2
Vak 3
Vak 4
Indeling Indeling Vak 5
Voorkeur
Middenweg
Uitzondering
Gezond aanbod Je hebt het aanbod in jouw schoolkantine opgeschreven. Is dit aanbod eigenlijk wel gezond? Kun je uit genoeg producten kiezen? En moeten er meer gezonde producten verkocht worden of juist niet? Kun je een gezonde lunch kopen als je vergeten bent iets van huis mee te nemen? En kun je een gezonde snack kopen? Een gezond aanbod bestaat minimaal voor de helft uit producten uit de ‘beste groep’ en ‘middenweggroep’. Het is helemaal mooi als er ook nog een gezond broodje te koop is of een glas vruchtensap of melk. En er moeten wel voldoende keuzemogelijkheden zijn. Want gevarieerd eten is belangrijk! Opdracht 2 Bekijk de lijst van producten die in jouw schoolkantine worden verkocht. En bekijk ook de Schijf van Vijf nog eens goed. Probeer alle producten uit de kantine in te delen in de vijf vakken van de Schijf van Vijf. a) Sommige producten kun je niet indelen omdat ze niet in de Schijf van Vijf staan. Waarom is dat? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Welk vak is het meest vertegenwoordigd in de kantine? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c) Is er een vak waar bijna niets bij staat? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… d) Een gezonde lunch bestaat uit een bruin broodje met halvarine, kaas of vleeswaar, een glas melk of vruchtensap en een stuk fruit. Kun je in de kantine een gezonde lunch samenstellen? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… e) Welke producten zouden in de kantine kunnen worden verkocht zodat uit elk vak voldoende te kiezen is? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 3 Bekijk de lijst met producten uit de kantine. Bekijk ook de informatie over de driedeling van producten in ‘beste groep’, ‘middenweggroep’ en ‘minst goede groep’. Deel nu al die producten in bij één van deze drie groepen. a) Hoe is de verdeling per productgroep? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
b) Hoe gezond is jouw schoolkantine volgens deze driedeling? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c) Welke producten zouden in de kantine kunnen worden verkocht om de verdeling (nog) beter te maken? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Test je kennis! 1. In welk vak hoort vlees thuis? a) In het vak met vetten b) In het vak met eiwitten c) In het vak met koolhydraten 2. Hoeveel brood heb jij op een dag nodig? a) 2-3 sneetjes b) Brood heb je niet elke dag nodig c) 4-7 sneetjes 3. Hoeveel fruit heb jij op een dag nodig? a) Fruit hoef je niet elke dag te eten b) 2 stuks c) 1 stuk is voldoende 4. Waar wordt naar gekeken bij de indeling in ‘beste groep’, ‘middenweggroep’ en ‘minst goede groep’? a) Of het lekker is of niet b) Naar hoeveelheid vet, koolhydraten, vezels en vitamine C c) Of je het kunt kopen in de schoolkantine 5. Wat kun je beter eten, een minipizza of een frikadel? a) Je kunt beide beter laten staan b) De frikadel c) De minipizza
6. Wat kun je beter eten: een waterijsje, een Mars ijsreep of een Magnum? a) Mars ijsreep b) Magnum c) Waterijs 7. Als je op vet wilt letten, wat kun je dan beter niet eten? a) Broodje ham b) Pizzapunt c) Ontbijtkoek 8. Vezels heb je nodig… a) Om goed naar de wc te kunnen b) Om te groeien c) Voor de vitamines 9. Hoeveel groente heb je op een dag nodig? a) Groente hoef je niet elke dag te eten b) 4 grote scheppen c) 2 grote scheppen 10. Wanneer heeft een kantine een gezond aanbod? a) Als je niks kunt kopen b) Als er voldoende variatie is met ook gezonde dingen c) Als er alleen maar lekkere dingen te koop zijn
Lesactiviteit: Wat kies jij tussendoor? Naam: Klas: Datum: Opdracht 1 Je eet en drinkt meestal een aantal keren op een dag. a) Hoeveel maaltijden eet jij meestal op een dag? ___ maaltijden b) Hoe vaak eet jij op een dag iets tussen de maaltijden door (tussendoortje)? ___ keer Grazen ‘Grazen’ is een eetgewoonte geworden. Grazers eten net als koeien in de wei de hele dag door kleine beetjes. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Dat is niet goed voor de tanden. Want in bijna alles wat we eten zitten suikers. Dus niet alleen in snoep en koekjes. Ook in appels en citroenen zitten van nature suikers. Of in sinaasappelsap, cola, Fristi of thee met suiker. In de mond worden suikers door bacteriën omgezet in een zuur. Dat zuur tast het glazuur van je tanden en kiezen aan (=zuurstoot). Als we de hele dag door eten dan krijgt het gebit heel wat zuurstoten te verwerken. Er is dan onvoldoende tijd voor herstel en dat is niet goed voor je tanden. Herstel van tanden Enkele minuten na het eten is de hoeveelheid zuur in je mond het grootst. Na ongeveer een half uur is het weer verdwenen. Het tandglazuur kan zich dan herstellen. Dat kan alleen als je niet meteen weer iets eet. Het duurt ongeveer drie uur totdat je glazuur volledig is hersteld. Tanden en kiezen kunnen ongeveer zeven keer per dag een zuurstoot aan. Als je vaker dan zeven keer per dag iets eet of drinkt, dan kan het glazuur niet genoeg herstellen. Dit maakt de kans op gaatjes groter. Eet niet te vaak Maak de tijd tussen twee eetmomenten zo lang mogelijk. Naast de drie maaltijden kun je nog vier keer per dag iets tussen de maaltijden door eten. Als je er een tijdje op let, wordt het vanzelf een (goede) gewoonte. Water kan natuurlijk wel de hele dag door gedronken worden. Goed poetsen! Goed poetsen met fluoridetandpasta helpt zeker om de tanden gezond te houden. Vooral ‘s avonds voordat je naar bed gaat, is zorgvuldig poetsen belangrijk om je tanden en kiezen goed schoon te maken. Daarna natuurlijk niets meer eten en alleen nog maar water drinken. Fluoride in tandpasta maakt het tandglazuur extra sterk. Opdracht 2 a) Hoe vaak eet jij iets tussendoor? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Hoe vaak zou je maximaal iets tussendoor mogen eten? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
c) Welke tussendoortjes zou je over kunnen slaan? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 3 a) Schrijf op wat jij gemiddeld per dag tussendoor eet. Tussendoortjes zijn alle producten die je tussen de (hoofd)maaltijden door eet of drinkt en die niet echt bij een maaltijd horen, zoals een reep chocolade bij de lunch of een appel om 4 uur ‘s middags. Kijk ook eens op www.voedingscentrum.nl en doe de Tussendoortjestest! Tussendoortje Tijdstip waarop je het gegeten hebt
b) Wat koop jij gemiddeld op een dag in de kantine aan tussendoortjes? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 4 Kijk nog eens naar de tabel op het informatieblad. a) In welke groep (beste groep, middenweggroep of minst goede groep) vallen de meeste tussendoortjes die jij eet? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Welke tussendoortjes uit de “beste groep” vind jij lekker? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c) Zou jij iets kunnen veranderen? Neem een product uit de “minst goede groep” die jij vaak eet en vervang dit door een product uit de “middenweggroep” of de “beste groep”. In plaats van een ________ wil ik een ________ proberen In plaats van een ________ wil ik een ________ proberen In plaats van een ________ wil ik een ________ proberen In plaats van een ________ wil ik een ________ proberen
Test je kennis! 1. Grazen is een eetgewoonte die glazuur van je tanden kan aantasten. Hoe gaat dat in zijn werk? a) Als je iets eet worden suikers in je mond omgezet in zuren die het glazuur van je tanden aantasten. Als je vaak iets eet kan het glazuur niet goed herstellen b) Als je iets eet komen er veel bacteriën in je mond met het voedsel mee. Deze bacteriën tasten het glazuur van je tanden aan. c) Door te grazen kauw je heel lang op je voedsel waardoor het glazuur van je tanden wordt aangetast. 2. Is het beter voor je gebit om een rolletje drop achter elkaar op te eten of iedere keer één dropje verspreid over de hele dag? a) Beter verspreid over de hele dag b) Beter een rolletje achter elkaar c) Beter verspreid over zes tussendoortjes 3. Hoe lang duurt het voordat het glazuur van je tanden en kiezen volledig is hersteld nadat je iets hebt gegeten? a) Je glazuur herstelt nooit helemaal b) Ongeveer een half uur c) Ongeveer 3 uur
4. Hoe vaak kun je maximaal iets eten op een dag waarbij het glazuur van je tanden nog genoeg tijd heeft om te herstellen? a) Bij 10 keer b) Bij 3 keer c) Bij 7 keer 5. Wat zit er in light frisdrank? a) In light frisdrank zit geen suiker b) In light frisdrank zit ook suiker c) In light frisdrank zit minder vet 6. Wat kun je het beste eten, een waterijsje, een Magnum of een Cornetto? a) De Magnum b) Het waterijsje c) De Cornetto 7. Als je op vet wilt letten, wat kun je dan het beste kiezen? a) Gevulde koek b) Eierkoek c) Stroopwafel 8. Waarom is het goed om ‘s ochtends te ontbijten? a) Omdat je je dan beter kunt concentreren b) Omdat je dan minder gaat snoepen de rest van de dag c) Beide antwoorden zijn juist
Lesbrief Gezonde Schoolkantines 1 Inleiding 2 Leestekst 3 Vragen over de tekst 4 Schrijfopdracht 5 De ideale schoolkantine
Lesbrief Gezonde Schoolkantines Door Henk Jongsma, hoofdauteur Nieuw Topniveau. 1. Inleiding Je zou haast denken dat het met onze gezondheid maar slecht gesteld is. Je kunt geen krant openslaan of je komt wel weer een artikel tegen waarin gezegd wordt dat we te veel eten, dat we verkeerd eten, dat we de verkeerde dingen eten, dat we te veel drinken, dat we te veel zoete drankjes drinken, dat we steeds vroeger alcoholische dranken drinken, dat we te weinig bewegen, dat we …. Kortom: het ziet er niet best uit. En de berichten zijn nog verwarrend ook. Als het ene bericht meldt dat het voor volwassenen heel gezond is om elke dag een glas wijn te drinken, dan zegt een ander bericht weer dat dat niet geldt voor vrouwen (die mogen maar een glas per week) en weer een ander bericht meldt dat dat weer niet geldt voor alle wijn … Sonja Bakker is niet uit de media weg te branden, het lijkt wel of iedereen ineens aan het sonjabakkeren is, haar boekjes liggen in hoge stapels naast de kassa in de boekhandel, en tegelijkertijd lezen we dat in Madrid te dunne modellen niet meer de catwalk op mogen. En dan schrijft Midas Dekkers ook nog eens een boek waarin hij uitlegt hoe ongezond en hoe onnatuurlijk sporten wel niet is. Zaterdag 23 september stond in het dagblad Trouw een artikel over de Gezonde Schoolkantine, een project om zoveel mogelijk minder gezond eten uit de schoolkantine te weren. Heel goed, zo’n project, zullen sommigen misschien zeggen. Maar anderen denken misschien: Moet de school, waar je altijd alles al moet, je nu ook nog eens dwingen om alleen maar te eten en drinken wat goed voor je zou zijn? Waar bemoeien ze zich mee? Dat maak je toch zeker zelf wel uit? In deze lesbrief gaan we ons bezighouden met het aanbod in die schoolkantine. Hieronder volgt eerst dat artikel uit Trouw, dan volgen een paar vragen over die tekst en een paar keuzeopdrachten. 2 Leestekst Schoolkantines liggen nog vol met snacks Lespakket en ’coole’ wraps moeten smaak veranderen 1 Zo’n 200.000 kinderen zijn de afgelopen weken begonnen aan hun middelbare-schooltijd. Nieuwe vrienden, nieuwe vakken, een totaal andere manier van leren en les krijgen, maar ook anders eten. Waar kinderen op de basisschool nog in de klas hun eigen trommeltje met boterhammen, melk en een appel gebruikten, is er nu een eigen kantine met een verleidelijk aanbod beschikbaar. Daar moet het trommeltje, dat in de brugklas nog vaak meegaat, opboksen tegen frituur en frisdranken, koek en snoep. 2 In veel gevallen verliest dat trommeltje de ongelijke strijd. Zeker in de hogere klassen is de omslag in het eetpatroon goed waar te nemen, zo bleek dit voorjaar uit een onderzoek van supermarktketen Albert Heijn. Terwijl bij leerlingen van de basisschool in grote meerderheid (80 procent) de ouders bepalen wat er gegeten wordt, is dat op de middelbare school geheel omgedraaid. Opvallend is dat fruit dan verdwijnt uit de topvijf van meegenomen producten. Middelbare scholieren nemen vooral brood mee van huis en de helft van hen koopt nog eens bij in de kantine, supermarkt of snackbar. Melk wordt ingeruild voor frisdrank en gefrituurde waren beleven, vooral na de brugklas, hoogtij (300 procent hogere consumptie). Hoewel langzamerhand begint door te dringen dat gezonde voeding soms letterlijk van levensbelang is, naast voldoende beweging, ontbreekt dat besef in hoge mate in onze schoolkantines. 3 Nederland heeft ook geen Jamie Oliver die in Engeland zo veel stampei maakte dat premier Blair bijna onmiddellijk 400 miljoen euro ter beschikking stelde voor verbetering van de maaltijden in Britse schoolkantines. In Nederland wordt vooral naar frisdrank- en snoepautomaten en gefrituurde waar in kantines gewezen, maar ook naar de supermarkt en snackbar in de buurt van de school. Experts noemen scholen en hun omgeving obesogeen, dikmakend.
4 Een van die experts is Fannie de Boer, diëtiste en als voedingsdeskundige verbonden aan de Wageningen universiteit. Begin dit jaar presenteerde zij een studie naar het eten op school in een aantal Europese landen. „Tot 2000 mocht alles in schoolkantines. Er was geen enkele regel op dat gebied. De laatste jaren is men wel gaan nadenken en uitproberen. Plaatselijk zijn er initiatieven geweest van GGD’s en scholen, maar in de meeste kantines liggen de marsen nog gewoon op ooghoogte. Ook van voorlichting in lessen is nauwelijks sprake, terwijl dat voor de huidige jeugd, die amper weet dat voeding van de boer komt, zeer belangrijk is. Maar de discussie komt op gang en er worden projecten opgezet.’’ 5 De Boer zou daar graag een regisseur bij zien die de vele partijen en hun uiteenlopende belangen met enige drang bij elkaar brengt. ‘De commerciële partijen, de voedingsindustrie en de cateraars, worden met fluwelen handschoenen aangepakt. Ik vind dat de overheid hier een taak heeft. De verleiding tot ongezond eten moet worden weggenomen. Zorg ervoor dat overal gezonde voeding in ruime mate voorhanden is.’ 6 Voorlopig is het niet zo ver. Minister Maria van der Hoeven van onderwijs geeft niet thuis. Zij vindt het een zaak van scholen en ouders. De bewindsvrouw liet vorig jaar in antwoord op vragen vanuit het parlement weten: ‘Mijn mening is: geen staatsgodsdienst, geen staatsopvoeding, geen staatseten.’ Landelijke aanpak voor het voortgezet onderwijs blijft daardoor beperkt tot een initiatief van het Voedingscentrum: De Gezonde Schoolkantine. Jeltje Snel, beleidsmedewerker van het Voedingscentrum, begeleidt dat project. ‘Schoolkantines waren wel erg ver doorgeschoten met het aanbieden van snacks, koeken en snoep. Basisvoeding als brood, kaas, fruit en water, was nauwelijks te krijgen. Dat komt deels doordat scholen hun kantine uitbesteden aan een cateraar. Dat is gemakkelijk. Een kantine runnen is een vak apart en er zijn steeds meer voorschriften – denk aan hygiëne – waaraan moet worden voldaan. In 2000 was 10 procent van de kantines uitbesteed, inmiddels is dat gestegen naar 30. Vanaf september 2004 draait het project De Gezonde Schoolkantine. Daarmee willen we samen met plaatselijke GGD’s en het NIGZ (Nationaal instituut voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie) scholen helpen bij het inrichten van de schoolkantine volgens richtlijnen voor goede voeding en bovendien een lessenpakket aanbieden. De stelregel is dat driekwart van het aanbod uit basisvoeding zou moeten bestaan. 7 En dan bij voorkeur niet in de traditionele, door jongeren als saai ervaren vorm van boterhammen met kaas, maar bij voorbeeld in ’coole’ wraps met fruit, cheesedippers en stokbroodjes roerei. De overige kwart kan dan snoep en koek bevatten, maar dan wel de kleine portie. Dus geen kingsizemarsen. En in de frisdrankautomaat vooral de light-versie en ook water. Inmiddels hebben 600 van de 1200 middelbare-schoolvestigingen het pakket aangevraagd. Dat is een mooie score.’ 8 Snel is tien jaar bezig op dit terrein. Volgens haar gaat het langzaam de goede kant op, maar het probleem is toch de vrijblijvendheid van de deelnemers. ‘Wij kunnen niets afdwingen. Ik zie wel dat de commerciële partijen meedoen. Dat is verheugend, maar de richtlijnen worden niet altijd opgevolgd. Ik zou best landelijke regels willen op het gebied van een gezonde schoolomgeving en die laten controleren door de onderwijsinspectie.’ 9 Snel en andere deskundigen zien echter niets in verboden zoals die in buurlanden zijn uitgevaardigd. Zo worden in Frankrijk en België frisdrankautomaten uit scholen geweerd. ‘Als je met verboden komt gaan de leerlingen naar de supermarkt of snackbar’, zegt Goof Buijs, coördinator van het programma school bij het NIGZ. Ook Buijs is al jaren met het onderwerp bezig en weet dat gedragsverandering wat voeding betreft uiterst moeizaam gaat. 10 ‘Het is de realiteit. Maar ik geloof niet in dwang. Het werkt niet in een wereld met zo’n overdadig aanbod. Ik voel het meest voor overleg en overtuigen. Betrek leerlingen bij het bedenken van alternatieven. Laat leerlingen maar zien dat het ook anders kan, bied gezonde voeding aan, zeg erbij waarom ze dat beter kunnen eten dan snoep en frisdrank, maar laat aan henzelf de keuze. Maak hen verantwoordelijk voor de eigen daden. Gezondheid is iets wat erg leeft. Er is interesse in een planmatige aanpak en dan zijn schoolkantines een mooie plek om jongeren op dit onderwerp wegwijs te maken.’ 11 Dat we daarbij nog maar aan het begin van een ontwikkeling staan, is volgens Buijs goed te verklaren. ‘Scholen hebben zo veel op hun bord liggen: het onderwijs met zijn vele veranderingen zelf natuurlijk, maar ook veiligheid, integratie, dat soort onderwerpen staat in het brandpunt. Daar komt bij dat scholen verdienen aan het uitbesteden van hun kantine. Op automaten bij voorbeeld worden behoorlijke winsten gemaakt waarvan de school meeprofiteert. Dat maakt hen terughoudend voor een verandering.’ Door Kees de Vré. In: Trouw 23 september 2006
3 Vragen over de tekst 1 In veel gevallen verliest dat trommeltje de ongelijke strijd (alinea 2). a Om welke twee strijdende partijen gaat het hier? b Waarom is die strijd ongelijk? 2 Experts noemen scholen en hun omgeving obesogeen, dikmakend (alinea 3). a Op grond van welke feiten kunnen die experts deze uitspraak doen? b In hoeverre heeft deze uitspraak betrekking op de school zelf? 3 Waarom is het jammer dat Nederland geen Jamie Oliver heeft? 4 Ik vind dat de overheid hier een taak heeft (alinea 5). a Wat is die taak dan precies? b Lees de vorige alinea nog eens. In hoeverre zou de overheid die taak kunnen uitvoeren? c De minister van onderwijs wil die taak niet oppakken. Wat is haar argument bij die weigering? 5 Geen dwang dus, zegt de minister. a Hoe denken de mensen rond het project De Gezonde Schoolkantine daar over? b Hoe denken de mensen van het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie daar over? 6 Lees Tekst 2 (ook uit Trouw van 23 september) en beantwoord de volgende vragen. a De uitwerking in Breda is niet helemaal volgens de doelstelling van het project. Noem minimaal een afwijkend punt. b Wat zal de mening van de minister van onderwijs over dit project in Breda zijn? Tekst 2 Het Prismacollege in Breda doet sinds maart 2005 mee met het project De Gezonde Schoolkantine. De school loopt daarmee voorop in Nederland. Directielid Kees Rijgersberg: ‘Het Prisma is een school die sport hoog in het vaandel heeft staan. Naast een aantal vaardigheden als samenwerken en doorzetten die ermee worden versterkt, zorgt het voor gezondheid. Daar hoort gezonde voeding bij. Vandaar dat we meedoen aan het schoolkantineproject van het Voedingscentrum. We behandelen voeding in de lessen en hebben het aanbod in de schoolkantine aangepast volgens de norm 2/3 gezond en 1/3 anders. Daardoor willen we de leerlingen tot verantwoorde keuzes prikkelen. En als er leerlingen zijn die niet willen, het zij zo. Verbieden helpt niet, dan gaan ze in de pauze naar de super. Met onze leveranciers hebben we vrij goede ervaringen. Soms moet je iets langer praten, bij voorbeeld als het gaat om naast fris ook vruchtensappen en water in de automaat te stoppen. We betrekken onze leerlingen bij het kantineproject door ze te laten zorgen voor de bevoorrading en bediening. Zij zijn zich zeer bewust dat het kantineaanbod is aangepast, maar ik merk dat ze niet staan te juichen. Wat motiveert mensen om hun gedrag te veranderen? Jongeren willen niet nadenken over zaken die je kunnen overkomen als je ouder bent.’ 7 Lees Tekst 3 (uit dezelfde krant). In Breda staan de leerlingen niet te juichen over het nieuwe kantineaanbod. Zou dat kunnen veranderen als de maatregelen die Paul Kocken voorstelt zouden worden ingevoerd? Tekst 3: Gezonde voeding tien procent goedkoper TNO Kwaliteit van leven begeleidt sinds kort een wetenschappelijk project waarbij de inhoud van schoolautomaten wordt aangepast aan de richtlijnen van het Voedingscentrum en het NIGZ. Projectleider Paul Kocken: ‘We willen kijken hoe je gedrag kunt veranderen als je de omgeving verandert. Voorheen waren scholen niet actief met een gezonde kantine. Dat gaf cateraars de vrije hand. Dat verandert nu, de vraag wordt anders. Scholen en cateraars werken mee. Die laatsten voelen aan dat de stemming in het land omkeert nu de discussie over overgewicht zo’n vaart neemt. Ik wil stickers bij of op producten die aangeven hoeveel calorieën je binnen krijgt als je iets gebruikt. We gaan ook in prijs variëren. Gezonde voeding maken we tien procent goedkoper, in de hoop dat de vraag toeneemt. Amerikaans onderzoek wijst daarop. Meer dan tien procent zou voor cateraars niet meer interessant zijn. Het moet voor hen rendabel blijven. Eind 2007 verwacht ik de eerste resultaten.’ Meer informatie: http://www.gezondeschool.nl/ ; http://www.voedingscentrum.nl/
4 Schrijfopdracht Maak een keus uit opdracht A t/m E. Bij elke opdracht moet je je mening geven en die mening overtuigend maken door argumenten te gebruiken. We onderscheiden daarbij een aantal verschillende soorten argumenten, namelijk:
Soort argument voorbeeld als argument vergelijking als argument beroep op autoriteit feitelijk argument empirisch argument emotioneel argument moreel argument
Omschrijving Een mening (stelling) wordt toegelicht met een voorbeeld. Zo’n voorbeeld begint vaak (of kan beginnen) met het signaalwoord zo. Een mening (stelling) wordt toegelicht met een verwijzing naar een soortgelijk voorval of een soortgelijke gebeurtenis. De mening (stelling) wordt bewezen door iemand op te voeren die algemeen als een groot deskundige op dit terrein wordt gezien. Dit argument wordt ook wel genoemd gezagsargument. De mening (stelling) wordt bewezen door (controleerbare) feiten te noemen. De mening (stelling) wordt bewezen door (eigen) ervaringen op te voeren. Wordt ook argument op basis van intuïtie genoemd. De argumenten worden ontleend aan een levensbeschouwing, meestal een politieke of religieuze overtuiging.
Welke opdracht je ook kiest, er moeten altijd minstens drie soorten argumenten zijn gebruikt. Meer informatie kun je vinden op de websites die bij tekst 3 zijn genoemd. Zorg altijd voor een goede briefindeling en let op spelling spelling en interpunctie. Opdracht A Jij bent heel erg voor een gezonde schoolkantine, zo erg voor dat je vindt dat elke school zo’n kantine moet hebben. En daarom moet de minister van onderwijs dat gewoon verplichten! Schrijf een brief aan de minister, waarin je duidelijk maakt dat die verplichting er moet komen. Opdracht B Volgens de leestekst verdienen scholen aan wat er via de automaten wordt verkocht (alinea 11). Dat is natuurlijk een rare zaak: verdienen aan wat ongezond is voor leerlingen. Schrijf een brief aan de directie, het bevoegd gezag van de school of de minister waarin je deze vreemde zaak aan de orde stelt en maatregelen bepleit. Opdracht C Al die mensen, al die instellingen die steeds maar weer proberen jouw manier van leven te beïnvloeden. En waarom eigenlijk? Waar bemoeit iedereen zich toch mee? Je kunt toch zelf wel bepalen wat goed voor je is? En je bent toch niet zo dom dat je alleen maar ongezonde dingen doet? Schrijf een artikel voor de schoolkrant waarin je jouw standpunt duidelijk maakt: geen beïnvloeding, iedereen is oud en wijs genoeg. Opdracht D Je wilt dat jouw school mee gaat doe aan het project De Gezonde Schoolkantine. Schrijf een brief aan de leerlingenraad om die tot actie aan te zetten. Opdracht E Jouw school doet mee aan het project De Gezonde Schoolkantine. Jij bent daar fel op tegen, ook omdat er geen enkel overleg met de leerlingen is geweest. Schrijf een oproep aan alle leerlingen om te komen tot een gezamenlijk protest. 5 De ideale schoolkantine Maak een plan voor een nieuwe (andere) inrichting van jullie schoolkantine. Dat gaat uiteraard over het aanbod van eten en drinken, maar mag daarnaast ook gaan over de inrichting en het beheer. Deel je beschrijving in in twee kolommen. In de eerste kolom noteer je de voorgestelde verandering, in de tweede kolom zet je je argumenten voor die verandering.
Opdracht Joop en Marita Docenten informatie Informatieblad Gezonde Voeding Lesactiviteit: Hoe gezond is de schoolkantine? Lesactiviteit: Wat kies jij tussendoor?
Docenten informatie Deze opdracht van de GGD Groningen gaat over twee leerlingen, Joop en Marita. De opdracht heeft tot doel leerlingen bewust te maken van hun eigen voeding- en beweeggedrag en van het belang van een gezond gewicht. Naast bewustmaken heeft de opdracht tot doel om leerlingen te stimuleren goede voeding- en beweeggewoonten aan te leren. Op de volgende pagina’s is eerst een informatieblad voor de leerlingen opgenomen, vervolgens staat de opdracht beschreven. Hieronder staan de antwoorden van de opdracht vermeld. De antwoorden zijn cursief weergegeven. Antwoorden opdracht Joop en Marita Joop Joop is 13 jaar, weegt 60 kilo en is 1.60 meter lang. Vraag 1 a) Wat is de BMI-score van Joop?
BMI staat voor Body Mass Index. Deze Index geeft een maat voor de verhouding tussen lengte en gewicht. De leerlingen kunnen leeftijd, lengte en gewicht berekenen. In de tabellen kan de BMI-score opgezocht worden. Joop heeft een BMI-score van 23. b) Heeft Joop een gezond gewicht?
Joop heeft geen gezond gewicht. De meter geeft op die leeftijd aan dat je met een BMI-score van 23 te zwaar bent. Vraag 2 Joop eet elke dag ongeveer het volgende: ontbijt geen tussendoortje mars lunch broodje kaas, glas karnemelk tussendoortje 1 glas cola avondmaaltijd 1 aardappel 1 opscheplepel groente 1 gehaktbal tussendoortje 1 glas cola zakje chips
Zijn moeder brengt en haalt hem met de auto van school. Verder computert Joop veel en kijkt graag televisie.
a) Bedenk wat Joop ongeveer zou moeten eten op een dag. Vul dit in onderstaande tabel in ontbijt tussendoortje lunch tussendoortje avondmaaltijd tussendoortje
Zie hiervoor de tabel van het Voedingscentrum. De tabel is opgenomen in het informatieblad voor leerlingen. Per leeftijdsgroep staat aangegeven wat je per dag ongeveer zou moeten eten. Bespreek met de leerlingen in hoeverre dit met het voedingspatroon van Joop verschilt. b) Bedenk wat Joop aan beweging zou moeten gaan doen op een dag.
Leerlingen moeten weten dat zij elke dag ongeveer een uur matig tot intensief moeten bewegen om op gezond gewicht te blijven.
Vraag 3 Joop houdt van tussendoortjes, zoals chips en cola. a) Wat kan Joop doen om de chips en cola te verbranden?
Maak de leerlingen duidelijk dat wanneer je wat meer eet dan je nodig hebt, je ook wat meer moet bewegen. b) Bedenk voor Joop twee lekkere gezonde tussendoortjes.
Er zijn veel gezonde alternatieve tussendoortjes. U kunt leerlingen vragen deze te bedenken, het onderwerp begint pas echt te leven als de leerlingen de tussendoortjes de volgende les kunnen bereiden. Misschien beschikt de school over een keuken? Marita Marita is 13 jaar, weegt 38 kilogram en ze is 1.65 meter lang. Vraag 4 a) Wat is Marita haar BMI-score?
Marita heeft een BMI-score van 14. b) Heeft Marita een gezond gewicht?
De meter geeft aan dat het gewicht aan de lage kant is. Vraag 5 Marita eet het volgende: ontbijt 1 cracker met kaas tussendoortje geen lunch bakje magere yoghurt tussendoortje appel avondmaaltijd 1 opscheplepel witte rijst 1 opscheplepel groente tussendoortje geen
Marita woont 10 kilometer van haar school en fietst elke dag 1,5 uur om van en naar school te komen. Daarnaast speelt zij elke week twee keer een uur basketbal.
a) Wat moet Marita veranderen aan haar eetpatroon? Maak hieronder een ander dagmenu voor Marita. ontbijt tussendoortje lunch tussendoortje avondmaaltijd tussendoortje
Maak duidelijk dat te weinig eten ook niet goed is. Zeker als je zoveel beweegt als Marita, heb je de hoeveelheid die de voedingstabel aangeeft, wel nodig. b) Moet Marita iets aan haar dagelijkse beweging veranderen en waarom?
Nee. Marita moet zeker niet stoppen met bewegen. Zij moet wel zorgen dat zij met een dergelijk beweegpatroon voldoende en goed eet. Zie de Schijf van Vijf van het voedingscentrum.
Informatieblad Elke dag heb je eten en drinken nodig. Met eten en drinken krijgt je lichaam de voedingsstoffen (koolhydraten, vetten, eiwitten, vezels, vitamines en mineralen) en het vocht dat het nodig heeft binnen. Voedingsstoffen zitten in allerlei levensmiddelen die je in de winkel kunt kopen. Door van alles wat te eten en te drinken kan iedereen gezond eten. Voor het maken van een gezonde keuze, kun je de vakken uit de Schijf van Vijf gebruiken. Wat heb heb je per dag nodig? Hoeveel eten en drinken je nodig hebt verschilt. Het hangt af van je leeftijd en geslacht, maar ook van hoe actief je bent. Je hebt bijvoorbeeld meer nodig als je flink groeit, topsporter bent of elke dag een bijbaantje hebt met zwaar lichamelijk werk. En als je de hele dag tv kijkt, heb je minder nodig. Ook al verschilt de hoeveelheid, iedereen moet wel zorgen dat elke dag uit de vijf vakken van de Schijf van Vijf gegeten en gedronken wordt. In de tabel staat wat je per dag ongeveer nodig hebt. 9-13 jaar 1414-18 jaar Groente 3-4 opscheplepels 4 opscheplepels Fruit 2 stuks 2 stuks Brood 4-5 sneetjes 6-7 sneetjes Aardappelen, rijst, pasta, 3-4 aardappelen of opscheplepels 4-5 aardappelen of opscheplepels peulvruchten rijst, pasta, peulvruchten rijst, pasta, peulvruchten Melk(producten) 3 glazen 3 glazen Kaas 1 plak 1 plak Vlees(waren), vis,kip, ei, 80 - 100 g 100 - 125 g vleesvervangers Halvarine voor op brood 5 g/sneetje 5 g/sneetje Margrine voor bereiding 1 eetlepel 1 eetlepel Vocht 1-1 ½ liter 1-1 ½ liter
Bereken de BMI! BMI staat voor Body Mass Index. De BMI wordt op de volgende manier berekend: BMI =
gewicht . lengte x lengte
De BMI geeft aan of iemand een gezond gewicht heeft, overgewicht heeft of een te laag gewicht heeft. Op de volgende pagina staat tabellen met de BMI waarden voor jongeren tot 18 jaar.
Deze tabel geeft een beoordeling van de Body Mass Index voor jongens.
leeftijd BMI bij ondergewicht
BMI bij een gezond gewicht
BMI bij overgewicht
BMI bij ernstig overgewicht (obesitas)
2
minder dan 15,24
15,24-18,41
18,41-20,09
meer dan 20,09
3
minder dan 14,67
14,64-17,89
17,89-19,57
meer dan 19,57
4
minder dan 14,40
14,4-17,55
17,55-19,29
meer dan 19,29
5
minder dan 14,20
14,20-17,42
17,42-19,30
meer dan 19,30
6
minder dan 14,04
14,04-17,55
17,55-19,78
meer dan 19,78
7
minder dan 14,02
14,02-17,92
17,92-20,63
meer dan 20,63
8
minder dan 14,10
14,10-18,44
18,44-21,60
meer dan 21,60
9
minder dan 14,29
14,29-19,10
19,10-22,77
meer dan 22,77
10
minder dan 14,53
14,53-19,84
19,84-24,00
meer dan 24,00
11
minder dan 14,84
14,84-20,55
20,55-25,10
meer dan 25,10
12
minder dan 15,23
15,23-21,22
21,22-26,02
meer dan 26,02
13
minder dan 15,70
15,70-21,91
21,91-26,84
meer dan 26,84
14
minder dan 16,25
16,25-22,62
22,62-27,63
meer dan 27,63
15
minder dan 16,84
16,84-23,29
23,29-28,30
meer dan 28,30
16
minder dan 17,42
17,42-23,90
23,90-28,88
meer dan 28,88
17
minder dan 17,98
17,98-24,46
24,46-29,41
meer dan 29,41
18
minder dan 18,50
18,50-25,00
25,00-30,00
meer dan 30,00
Deze tabel geeft een beoordeling van de Body Mass Index voor meisjes.
leeftijd BMI bij ondergewicht
BMI bij gezond gewicht
BMI bij overgewicht
BMI bij ernstig overgewicht (obesitas)
2
minder dan 14,98
14,98-18,02
18,02-19,81
meer dan 19,81
3
minder dan 14,50
14,50-17,56
17,56-19,36
meer dan 19,36
4
minder dan 14,25
14,25-17,28
17,28-19,15
meer dan 19,15
5
minder dan 14,05
14,05-17,15
17,15-19,17
meer dan 19,17
6
minder dan 13,90
13,90-17,34
17,34-19,65
meer dan 19,65
7
minder dan 13,94
13,94-17,75
17,75-20,51
meer dan 20,51
8
minder dan 14,06
14,06-18,35
18,35-21,57
meer dan 21,57
9
minder dan 14,26
14,26-19,07
19,07-22,81
meer dan 22,81
10
minder dan 14,57
14,57-19,86
19,86-24,11
meer dan 24,11
11
minder dan 14,99
14,99-20,74
20,74-25,42
meer dan 25,42
12
minder dan 15,52
15,52-21,68
21,68-26,67
meer dan 26,67
13
minder dan 16,13
16,13-22,58
22,58-27,76
meer dan 27,76
14
minder dan 16,73
16,73-23,34
23,34-28,57
meer dan 28,57
15
minder dan 17,28
17,28-23,94
23,94-29,11
meer dan 29,11
16
minder dan 17,75
17,75-24,37
24,37-29,43
meer dan 29,43
17
minder dan 18,16
18,16-24,70
24,70-29,69
meer dan 29,69
18
minder dan 18,50
18,50-25,00
25,00-30,00
meer dan 30,00
Opdracht Joop en Marita Joop Joop is 13 jaar, weegt 60 kilo en is 1.60 meter lang. Vraag 1 a) Wat is de BMI-score van Joop? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Heeft Joop een gezond gewicht? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 2 Joop eet elke dag ongeveer het volgende: ontbijt geen tussendoortje mars lunch broodje kaas, glas karnemelk tussendoortje 1 glas cola avondmaaltijd 1 aardappel 1 opscheplepel groente 1 gehaktbal tussendoortje 1 glas cola zakje chips
Zijn moeder brengt en haalt hem met de auto van school. Verder computert Joop veel en kijkt graag televisie.
a) Bedenk wat Joop ongeveer zou moeten eten op een dag. Vul dit in onderstaande tabel in. ontbijt tussendoortje lunch tussendoortje avondmaaltijd tussendoortje b) Bedenk wat Joop aan beweging zou moeten gaan doen op een dag: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3 Joop houdt van tussendoortjes, zoals chips en cola. a) Wat kan Joop doen om de chips en cola te verbranden? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Bedenk voor Joop twee lekkere gezonde tussendoortjes. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Marita Marita is 13 jaar, weegt 38 kilogram en ze is 1.65 meter lang. Vraag 4 a) Wat is Marita haar BMI-score? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Heeft Marita een gezond gewicht? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 5 Marita eet het volgende: ontbijt 1 cracker met kaas tussendoortje geen lunch bakje magere yoghurt tussendoortje appel avondmaaltijd 1 opscheplepel witte rijst 1 opscheplepel groente tussendoortje geen
Marita woont 10 kilometer van haar school en fietst elke dag 1,5 uur om van en naar school te komen. Daarnaast speelt zij elke week twee keer een uur basketbal.
a) Wat moet Marita veranderen aan haar eetpatroon? Maak hieronder een ander dagmenu voor Marita. ontbijt tussendoortje lunch tussendoortje avondmaaltijd tussendoortje b) Moet Marita iets aan haar dagelijkse beweging veranderen en waarom? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Bijlage VII Checklist ‘Gezonde en Gezellige Schoolkantine’
Welkom bij de Checklist Gezonde en Gezellige Schoolkantine! Door middel van deze vragenlijst kun je beoordelen of jouw school een goede schoolkantine heeft. Er zijn totaal 25 stellingen verdeeld over 5 onderwerpen. Bij elke stelling kun je extra informatie oproepen door dit aan te klikken. Aan het einde van de Checklist zie je hoe goed jouw schoolkantine volgens jou is. A = Eens (2 punten) B = Beetje mee eens (1 punt) C = Niet mee eens (0 punten) De ruimte 1 De grootte: de schoolkantine is groot genoeg voor iedereen. 2 De indeling: de schoolkantine is ingedeeld in verschillende hoekjes. 3 De inrichting: de schoolkantine is goed ingericht. 4 De sfeer: er heerst een prettige sfeer in de schoolkantine. 5 Het onderhoud: de schoolkantine wordt goed onderhouden. Het aanbod 6 De automaten: er zijn voldoende verschillende automaten in de school aanwezig. 7 Hoeveelheid en variatie: je kunt voldoende kopen in de kantine en er is volop variatie. 8 De kwaliteit: de kwaliteit van het eten is goed 9 Gezonde producten: in de schoolkantine zijn producten te koop zoals broodjes, fruit en vruchtensappen. 10 De prijzen: de prijzen in de kantine zijn prima. De hygiëne 11 De afvalbakken: er staan afvalbakken in de kantine die gebruikt worden voor het weggooien van afval. 12 De schoonmaak: de kantine wordt elke dag goed schoongemaakt. 13 Serveren van warme producten: warme producten, zoals saucijzenbroodje of pizzapunt, worden direct na bereiding geserveerd of warm gehouden in een warmhoudvitrine. 14 Serveren van bederfelijke producten: bederfelijke producten, zoals melk of slaatjes, worden geserveerd vanuit een koelkast of koelvitrine. 15 Houdbaarheid: het kantinepersoneel let goed op de houdbaarheidsdatum van producten zodat producten niet na de houdbaarheidsdatum worden verkocht. Betrokkenheid van leerlingen 16 Medezeggenschapsraad: er is een medezeggenschapsraad waar de stem van de leerling echt meetelt. 17 Beslissen over aanbod: leerlingen kunnen meebeslissen over het aanbod in de schoolkantine. 18 Beslissen over inrichting: leerlingen kunnen meebeslissen over de inrichting van de schoolkantine. 19 Corvee: leerlingen zijn betrokken bij de schoonmaak van de kantine. 20 Schoolkrant: er is een schoolkrant waarmee iedereen op de hoogte wordt gehouden over de schoolkantine en wat daar gebeurt. Organisatie 21 Pauzerooster: de school heeft een goed pauzerooster. 22 Openingstijden: de openingstijden van de kantine zijn goed geregeld. 23 Rookbeleid: in de kantine mag niet worden gerookt of er is een aparte ruimte voor. 24 Prioriteit van de schoolleiding: de schoolleiding vindt de kantine belangrijk en investeert daarin. 25 Orde: er wordt voldoende orde gehouden in de kantine. Stichting Voedingscentrum Nederland. Checklist Gezonde en Gezellige http://games.voedingscentrum.nl/kantine/start.php. Geraadpleegd op 3 maart 2008.
Schoolkantine.
Bijlage VIII Voorbeeld artikel intranet
Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine! Een gezonde schoolkantine is een belangrijk onderdeel bij het aanleren van een gezond eetpatroon onder jongeren. Een gezond eetpatroon is de eerste stap bij het voorkomen van overgewicht. De GGD Groningen is gestart met het project ‘Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine’. Dit project stimuleert scholen in het voortgezet onderwijs om het aanbod in de kantine gezonder te maken. De GGD kan zich actief inzetten om scholen te motiveren om mee te doen aan dit project. Daarnaast kan de GGD geïnteresseerde scholen ondersteunen bij de uitvoering. Het Voedingscentrum organiseert de Stimuleringsprijs De Gezonde Schoolkantine. Er is een hoofdprijs van 10.000 euro te winnen door een school. Scholen die willen meedoen kunnen een werkplan inleveren dat bij voorkeur is opgesteld in samenwerking met de GGD. Landelijk worden de beste 75 scholen geselecteerd. Deze scholen krijgen een werkbudget van 1000 euro waarmee ze het plan kunnen uitvoeren. Een GGD krijgt 1.000 euro werkbudget voor de eerste school, en voor elke volgende geselecteerde school 500 euro. De winnaars worden bekend gemaakt op de Nationale Onderwijstentoonstelling in januari 2009. Inschrijven voor de Stimuleringsprijs kan tot en met 29 april 2008. Meer informatie over de Stimuleringsprijs is te vinden op www.degezondeschoolkantine.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Gezondheidsbevordering, Hannie Poletiek. e-mail:
[email protected] tel.: 050-3674182
Bijlage IX Vragenlijst leerlingen
Vragenlijst leerlingen Zou jij graag willen dat jouw schoolkantine veranderd wordt? Met deze vragenlijst willen wij jouw wensen te weten komen! We willen graag weten wat jij op dit moment in de kantine eet. Daarnaast vinden we het belangrijk jouw mening mee te nemen over wat jij in een nieuwe kantine wilt zien! Zou je alle vragen eerlijk willen beantwoorden? Met jouw antwoorden wordt vertrouwelijk omgegaan. 1. Ben je een jongen (man) of een meisje (vrouw)? (kruis één antwoord aan) □ Jongen/man □ Meisje/vrouw 2. Hoe oud ben je? ……………………… jaar 3. Op welke school zit je? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4. In welke klas zit je? Klas: …………………………………………… 5. Hoe vaak kom jij per week in de kantine om te zitten of te eten? □ Zelden of nooit □ 1 à 2 dagen per week □ 3 à 4 dagen per week □ 5 dagen per week 6. Hoe vaak eet je op schooldagen het volgende? (kruis op elke regel één antwoord aan) 5 dagen 3à4 zelden of 1à2 per week dagen per nooit dagen per week week Eten uit de schoolkantine □ □ □ □ Van huis meegebracht eten □ □ □ □ Eten uit de snackbar □ □ □ □ Eten die dag gekocht in een winkel, bijvoorbeeld een □ □ □ □ tankstationshop of supermarkt 7. Wat neem je vaak aan eten en drinken mee van huis naar school? (meerdere antwoorden mogelijk) □ Ik neem niets mee van huis □ Brood, crackers, krentenbol, etc. □ Fruit en/of groente □ Melk, karnemelk □ Yoghurtdrank (Fristi, Yoki), chocolademelk □ Vruchtensap zoals sinaasappelsap, appelsap □ Ranja/limonade □ Frisdrank □ Light frisdrank □ Water □ Snoep □ Chocolade en/of een candybar (Mars, Snickers, Nuts, Bounty, Twix) □ Chips en andere zoutjes □ Koeken, zoals ontbijtkoek, Liga, Sultana □ Koeken, zoals sprits, gevulde koek, stroopwafel □ Anders, namelijk
8. Hoe vaak koop je de onderstaande dingen uit de schoolkantine? (kruis op elke regel één antwoord aan) niet te koop zelden of 1 of 2 keer 3 keer of vaker nooit per week per week Brood, crackers, krentenbol, etc. □ □ □ □ Melk, karnemelk, yoghurt □ □ □ □ Zoete melkdranken, zoals Fristi, Yoki, □ □ □ □ chocolademelk Snacks, zoals saucijzenbroodje, kroket, □ □ □ □ frikadel, patat Huzarensalade, kipkerriesalade, etc. □ □ □ □ Soep □ □ □ □ Fruit □ □ □ □ Salade, groente, rauwkost □ □ □ □ Chips, kaaskoekjes □ □ □ □ Light chips, zoute stokjes, Japanse mix, □ □ □ □ popcorn Tussendoorbiscuit, zoals EverGo, □ □ □ □ Sultana, Fruitkick, Ligakoek, mueslireep Koek, zoals ontbijtkoek, eierkoek □ □ □ □ Koek, zoals gevulde koek, koffiebroodje, □ □ □ □ donut, boterkoek, appelflap Chocolade(reep) en/of candybar zoals □ □ □ □ Mars, Snickers, Nuts, Bounty, Twix Snoep, zoals drop, pepermunt, □ □ □ □ winegums IJs □ □ □ □ Kauwgom □ □ □ □ Frisdrank, zoals sinas, cola □ □ □ □ Light frisdrank □ □ □ □ Ranja/limonade □ □ □ □ Water, koffie of thee □ □ □ □ Groentesap en vruchtensap, zoals □ □ □ □ appelsap en sinaasappelsap Anders, namelijk 9. Wat geef jij op dit moment ongeveer per dag uit in de schoolkantine? □ Ik geef geen geld uit in de kantine □ Minder dan € 0,50 □ € 0,50 - € 1,00 □ € 1,00 - € 1,50 □ € 1,50 - € 2,50 □ € 2,50 - € 5,00 □ Meer dan € 5,00 kantine? tine? 10. Wat vind je op dit moment van de prijzen in de kan □ Te duur □ Een beetje duur □ Normale prijs □ Goedkoop □ Heel goedkoop 11. Vind je gezond eten en drinken in de schoolkantine belangrijk? □ Ja, heel belangrijk □ Ja, belangrijk □ Niet belangrijk, niet onbelangrijk □ Onbelangrijk □ Heel erg onbelangrijk
12. Hoe gezond vind je de dingen die je nu kunt kopen in de kantine? □ Heel gezond □ Gezond □ Niet gezond, niet ongezond □ Ongezond □ Heel ongezond 13. Vind je over het algemeen dat je nu gezond of ongezond eet op school (zowel dat wat je meeneemt van huis als dat wat je tijdens schooltijd koopt)? □ Heel gezond □ Gezond □ Niet gezond, niet ongezond □ Ongezond □ Heel ongezond 14. Ben je van plan om gezonder te gaan eten of drinken in de kantine? □ Ik eet nu al gezond □ Ik zou wel gezonder willen eten, maar die mogelijkheid is er niet □ Ja, zeker wel □ Ja, waarschijnlijk wel □ Misschien wel, misschien niet □ Nee, waarschijnlijk niet □ Nee, zeker niet 15. Wat zou je graag in de kantine willen gaan kopen in de toekomst? (meerdere antwoorden mogelijk)
Broodjes □ Belegde broodjes □ Crackers, beschuit, etc. □ Luxe broodjes zoals croissant
Beleg □ Kaas, smeerkaas □ Vleeswaren □ Zoet beleg, zoals jam, hagelslag, pindakaas, honing
Groente, fruit en vruchtensappen □ Fruit, fruitsalade, vruchtjes uit blik □ Salade, groente, rauwkost □ Fruitsmoothies
Melk en melkproducten □ Melk, karnemelk, yoghurt □ Vruchtenyoghurt □ Zoete melkdranken, zoals Fristi, Yoki, chocolademelk □ Yoghurt met muesli of jam
Snacks □ Snacks, zoals saucijzenbroodje, kroket, frikadel, patat, loempia □ Huzarensalade, kipkerriesalade, etc. □ Soep
Chips en zoutjes □ Chips, kaaskoekjes □ Light chips, zoute stokjes, Japanse mix, popcorn
Koeken en gebak □ Tussendoorbiscuit, zoals EverGo, Sultana, Fruitkick, Ligakoek, mueslireep □ Koek, zoals ontbijtkoek, eierkoek □ Koek, zoals gevulde koek, koffiebroodje, donut, boterkoek, appelflap
Snoep □ Chocolade(reep) en/of candybar zoals Mars, Snickers, Nuts, Bounty, Twix □ Snoep, zoals drop, pepermunt, winegums □ IJs □ Kauwgom
Dranken □ Ranja/limonade
□ Frisdrank, zoals sinas, cola □ Light frisdrank □ Water □ Koffie en/of thee □ IJsthee □ Groentesap en/of vruchtensap, zoals appelsap en sinaasappelsap
Overige □ Anders, namelijk 16. Wat ben je bereid om per dag uit te gaan geven in de schoolkantine? □ Ik wil geen geld uitgeven in de kantine □ Minder dan € 0,50 □ € 0,50 - € 1,00 □ € 1,00 - € 1,50 □ € 1,50 - € 2,50 □ € 2,50 - € 5,00 □ Meer dan € 5,00 17. Hieronder staan een aantal stellingen over gezonde voeding en de schoolkantine. Kruis aan wat jij denkt dat juist is. Waar Niet Weet ik niet waar Ontbijten is belangrijk. □ □ □ Eén stuk fruit per dag is genoeg. □ □ □ Om één gevulde koek te verbranden moet je 65 minuten fietsen. □ □ □ In light frisdrank zit geen suiker. □ □ □ Een broodje gezond is altijd gezond. □ □ □
Heb je verder nog opmerkingen of aanmerkingen?
Dank je wel voor het invullen van de vragenlijst! Kijk ook eens op de site www.lekkerbelangrijk.nl voor weetjes en doedingen!
Bijlage X Aanbevelingen per productgroep
Aanbevelingen per productgroep In deze bijlage worden per productgroep adviezen gegeven.
Brood Brood is een basisproduct. Naast witbrood is het belangrijk dat leerlingen kunnen kiezen uit bruinbrood of volkorenbrood. Verschillende soorten bruine broodjes zoals pistoletjes, volkoren afbakbroodjes, volkoren zonnepit bollen, meergranenbollen, roggebrood, knäckebröd, mueslibollen en krentenbollen zorgen voor een ruime keuze binnen het assortiment. Belegde broodjes zijn een optie. Voorbeelden zijn: een broodje gezond, een broodje kipfilet met ananas of een broodje sandwichspread met sla, komkommer en tomaat. Een ‘Echt broodje gezond’ is een broodje met een plakje 30+ kaas of een plakje ham of een half gekookt ei met veel sla, tomaat en komkommer. Meer tips voor lekkere en gezonde broodjes zijn te vinden op internet (www.degezondeschoolkantine.nl). Het Voedingscentrum heeft een document met gezonde voorbeeldbroodjes op deze site staan.
Groente en fruit Fruit kan vers aangeboden worden per stuk, in de vorm van een salade, schoongemaakt in éénpersoonszakjes (bijvoorbeeld appelpartjes) of in de vorm van een smoothie. Alle soorten fruit en groente kunnen aangeboden worden. Vers fruit heeft de voorkeur boven vruchtensappen. Groente kan aangeboden worden in de vorm van een rauwkostsalade of in éénpersoonszakjes (bijvoorbeeld cherry tomaatjes, stukjes paprika, wortel of komkommer). Daarnaast zijn kant-en-klare zakjes met groente en fruit verkrijgbaar. Fruitsalades en/of rauwkostsalade kunnen eventueel in plastic bakjes aangeboden worden, fruitsmoothies in plastic bekertjes.
Smeersels en beleg Kies een zachte margarine of halvarine voor op de broodjes. Roomboter is minder gezond. Gezonde keuzes voor hartig beleg zijn: 20+ of 30+ kaas (zoals leerdammer en Leidse kaas), 30+ Camembert, Mozzarella, hüttenkäse, verse geitenkaas, light kaas, gekookt ei, magere knakworst, achterham, beenham, schouderham, casselerrib, rosbief, fricandeau en kipfilet. Als zoet beleg kan sandwichspread, appelstroop en/of jam aangeboden worden.
Dranken Verschillende magere en halfvolle zuiveldranken behoren tot de mogelijkheden. Bijvoorbeeld halfvolle melk, karnemelk of yoghurtdrank zonder toegevoegde suikers. Daarnaast is halfvolle yoghurt, magere vla met zoetstof, magere vruchtenyoghurt met zoetstof of magere vruchtenkwark een idee. Bied minder gezoete frisdranken en vruchtensappen aan. Als alternatief is het mogelijk om meer light frisdranken, thee, koffie en (mineraal)water aan te bieden.
Extra producten Extra producten zoals snacks, snoep, chips, chocolade en candybars leveren veel calorieën. Extra producten kunnen vaak niet uit de school verbannen worden. Wel is het mogelijk om minder extra producten en meer basisproducten aan te bieden. De verkoop van extra producten kan beperkt worden door minder soorten aan te bieden en kleinere porties te presenteren. Het is mogelijk een snackdag te introduceren. Wanneer gefrituurd wordt is het belangrijk vloeibare frituurproducten te gebruiken in plaats van harde frituurvetten. Als sauzen aangeboden worden is het goed om te kiezen voor tomatensauzen of een fritessaus met 25% olie. Dit staat op het etiket aangegeven. Extra producten zijn in te delen in betere en mindere groepen. Voor de calorieën geldt: ‘bij voorkeur’ bevat maximaal 60 kcal per portie en ‘middenweg’ bevat maximaal 110 kcal per portie, meer dan 110 kcal per portie is een ‘uitzondering’. Als extra producten kan gekozen worden voor ontbijtkoek, eierkoek, mueslireep, kauwgom, lolly, Tic tac of een klein zakje winegums light. Heldere soep is een gezond alternatief voor een warme snack. Soep kan vers bereidt worden, er bestaan soepautomaten en het is kant-en-klaar via een cateraar verkrijgbaar. Een wrap kan als gezonde snack aangeboden worden, bijvoorbeeld gevuld met fruit. In de zomer kunnen waterijsjes verkocht worden.
Bijlage XI Voordelen en nadelen cateraar
Voordelen en nadelen cateraar In deze bijlage worden de voordelen en nadelen van een cateraar en van de kantine in eigen beheer genoemd. Voordelen eigen beheer: • Door de kantine in eigen beheer te houden is het mogelijk de schoolkantine te integreren in het beleid van de gezonde school. Daarmee is het eenvoudiger om in samenwerking met de verschillende betrokkenen binnen de school het kantinebeleid te laten aansluiten op het onderwijsprogramma. • De school kan zelf bepalen aan welke eisen het kantinepersoneel moet voldoen. De medewerkers zijn bekend met de schoolcultuur. Het is personeel uit de eigen organisatie. De school is niet afhankelijk van derden. Buitenstaanders hebben geen invloed op de keuze van personeel in de kantine. • De school heeft directe invloed op het assortiment van de schoolkantine. • Leerlingen kunnen in de schoolkantine (gedeeltelijk) helpen. Dit is een goede manier om de leerlingen direct te betrekken bij het kantinebeleid. Nadelen eigen beheer: • Het eigen personeel is mogelijk minder vakbekwaam en servicegericht. • De inkoop verloopt minder efficiënt door de kleinere schaal van de eigen organisatie. Voordelen cateraar: • Cateraars hebben professioneel opgeleid personeel in dienst. Hierdoor is een professionele aanpak mogelijk (organisatie, inkoop, hygiëne, kostenbeheersing enzovoort). • Als de cateringmedewerker ziek is, zorgt de cateraar voor vervangend personeel. Er is geen belasting van de eigen organisatie. • Bepaalde cateraars geven aan het gezondheidsaspect belangrijk te vinden. • Cateraars zullen volgens de hygiënenormen te werk gaan. • Cateraars bieden een hoge en constante kwaliteit van het aanbod. Nadelen cateraar: • Cateraars hebben vaak een eigen assortiment en bijbehorende leveranciers. Dan kan het lastiger zijn om een gezond assortiment in het gezondheidsbeleid te realiseren. • Cateraars hebben winst als doelstelling. • De school is afhankelijk van derden. De cateringmedewerkers behoren niet tot de eigen organisatie.
Gebruikte literatuur • •
Stichting Voedingscentrum Nederland (2004). Op weg naar een gezonde schoolkantine. Stappenplan voor schoolleiders. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Stichting Voedingscentrum Nederland (2008). Bijeenkomst De Gezonde Schoolkantine op 26 februari 2008. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland.
Bijlage XII Ideeën voor reclames en acties
Ideeën voor reclames en acties Tips om (nieuwe) gezonde producten aan te prijzen: • Zet informatie bij producten. • Zorg voor een duidelijk leesbaar bord met een beschrijving van producten en prijzen. • Hang grote foto’s en/of reclameposters van de aangeboden gezonde producten op. Bijvoorbeeld fruit posters. • Laat nieuwe producten door leerlingen proeven. Bijvoorbeeld door gratis hapjes neer te leggen. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld biologische en niet-biologische producten met elkaar vergelijken. • Invoeren van een verrassingsdag. Op deze dag kan steeds een nieuwe snack uitgeprobeerd worden. De smaak van de leerlingen kan op deze manier getest worden. • Een kleine tentoonstelling kan georganiseerd worden. Bijvoorbeeld met informatiematerialen over gezond eten, schriftelijke of digitale testjes, de geschiedenis van eten in schoolkantines, voeding in verschillende landen en/of een gezondheidsprofiel van de school. Speciale acties kunnen georganiseerd worden. Ideeën: • Multi-culti acties en landweken zijn een idee. Dit kan door af en toe eens specialiteiten uit andere culturen aan te bieden. Houd bijvoorbeeld een Italië-week, met broodjes tomaat/mozzarella op het menu. • Elke week kan een ander soort fruit aan worden geboden. Eventueel kan sponsoring plaatsvinden door de plaatselijke groenteboer of supermarkt. • Het is een idee om gratis fruit, bijvoorbeeld appels, te verstrekken. • Presenteer thema producten. Bijvoorbeeld het ‘Broodje-van-de-week’, de ‘Eindexamenversterker’, de ‘Vitamine-booster’ of het ‘Docentenbroodje’. • Bij aankoop kan een waardebon gegeven worden. Bijvoorbeeld bij de aankoop van een broodje gezond en een pakje melk, krijgt de klant een waardebon voor een appel. • Seizoenen. Bied producten aan die met het seizoen te maken hebben. Bijvoorbeeld waterijsjes in de zomer, gekleurde gekookte eieren met Pasen en erwtensoep in de winter.
Gebruikte literatuur Stichting Voedingscentrum Nederland (2008). De Gezonde Schoolkantine. Handleiding voor kantinebeheerders. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland.
Bijlage XIII Evaluatievragenlijst leerlingen
Evaluatievragenlijst leerlingen Met deze vragenlijst willen wij jou graag wat vragen stellen over de schoolkantine! We willen graag weten wat jij op dit moment in de kantine eet. Daarnaast willen we graag weten of jij eten en drinken koopt onder schooltijd. Zou je alle vragen eerlijk willen beantwoorden? Als je het antwoord niet precies weet, geef dan een schatting. Met jouw antwoorden wordt vertrouwelijk omgegaan. 1. Ben je een jongen (man) of een meisje (vrouw)? (kruis één antwoord aan) □ Jongen/man □ Meisje/vrouw 2. Hoe oud ben je? ……………………… jaar 3. Op welke school zit je? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4. In welke klas zit je? Klas: …………………………………………… 5. Hoe vaak kom jij per week in de kantine om te zitten of te eten? □ Zelden of nooit □ 1 à 2 dagen per week □ 3 à 4 dagen per week □ 5 dagen per week 6. Hoe vaak eet je op schooldagen het volgende? volgende? (kruis op elke regel één antwoord aan) 5 dagen 3à4 zelden of 1à2 per week dagen per nooit dagen per week week Eten uit de schoolkantine □ □ □ □ Van huis meegebracht eten □ □ □ □ Eten uit de snackbar □ □ □ □ Eten die dag gekocht in een □ □ □ □ winkel, bijvoorbeeld een tankstationshop of supermarkt 7. Wat neem je vaak aan eten en drinken mee van huis naar school? (meerdere antwoorden mogelijk) □ Ik neem niets mee van huis □ Brood, crackers, krentenbol, etc. □ Fruit en/of groente □ Melk, karnemelk □ Yoghurtdrank (Fristi, Yoki), chocolademelk □ Vruchtensap zoals sinaasappelsap, appelsap □ Ranja/limonade □ Frisdrank □ Light frisdrank □ Water □ Snoep □ Chocolade en/of een candybar (Mars, Snickers, Nuts, Bounty, Twix) □ Chips en andere zoutjes □ Koeken, zoals ontbijtkoek, Liga, Sultana □ Koeken, zoals sprits, gevulde koek, stroopwafel □ Anders, namelijk
8. Ben je de onderstaande producten meer of minder gaan kopen in de kantine? (kruis op elke regel één antwoord aan) niet te koop zelden of 1 of 2 keer 3 keer of vaker nooit per week per week Brood, crackers, krentenbol, etc. □ □ □ □ Melk, karnemelk, yoghurt □ □ □ □ Zoete melkdranken, zoals Fristi, Yoki, □ □ □ □ chocolademelk Snacks, zoals saucijzenbroodje, kroket, □ □ □ □ frikadel, patat Huzarensalade, kipkerriesalade, etc. □ □ □ □ Soep □ □ □ □ Fruit □ □ □ □ Salade, groente, rauwkost □ □ □ □ Chips, kaaskoekjes □ □ □ □ Light chips, zoute stokjes, Japanse mix, □ □ □ □ popcorn Tussendoorbiscuit, zoals EverGo, □ □ □ □ Sultana, Fruitkick, Ligakoek, mueslireep Koek, zoals ontbijtkoek, eierkoek □ □ □ □ Koek, zoals gevulde koek, koffiebroodje, □ □ □ □ donut, boterkoek, appelflap Chocolade(reep) en/of candybar zoals □ □ □ □ Mars, Snickers, Nuts, Bounty, Twix Snoep, zoals drop, pepermunt, □ □ □ □ winegums IJs □ □ □ □ Kauwgom □ □ □ □ Frisdrank, zoals sinas, cola □ □ □ □ Light frisdrank □ □ □ □ Ranja/limonade □ □ □ □ Water, koffie of thee □ □ □ □ Groentesap en vruchtensap, zoals □ □ □ □ appelsap en sinaasappelsap Anders, namelijk 9. Wat geef jij op dit moment ongeveer per dag uit in de schoolkantine? □ Ik geef geen geld uit in de kantine □ Minder dan € 0,50 □ € 0,50 - € 1,00 □ € 1,00 - € 1,50 □ € 1,50 - € 2,50 □ € 2,50 - € 5,00 □ Meer dan € 5,00 10. Wat vind je op dit moment van de prijzen in de kantine? □ Te duur □ Een beetje duur □ Normale prijs □ Goedkoop □ Heel goedkoop 11. Vind je gezond eten en drinken in de schoolkantine belangrijk? □ Ja, heel belangrijk □ Ja, belangrijk □ Niet belangrijk, niet onbelangrijk □ Onbelangrijk □ Heel erg onbelangrijk
12. Hoe gezond vind je de dingen die je nu kunt kopen in de kantine? □ Heel gezond □ Gezond □ Niet gezond, niet ongezond □ Ongezond □ Heel ongezond 13. Ben je de afgelopen maanden anders gaan eten op school (zowel dat wat je meeneemt meeneemt van huis als dat wat je tijdens schooltijd koopt)? □ Nee □ Ja, namelijk 14. Vind je over het algemeen dat je nu gezond of ongezond eet op school (zowel dat wat je meeneemt van huis als dat wat je tijdens schooltijd koopt)? □ Heel gezond □ Gezond □ Niet gezond, niet ongezond □ Ongezond □ Heel ongezond 15. Is er de afgelopen maanden iets veranderd in de schoolkantine? □ Nee □ Ja, namelijk 16. Wat heb je gemerkt van het project op school?
oeding en de schoolkantine. Kruis aan wat jij 17. Hieronder staan een aantal stellingen over gezonde vvoeding denkt dat juist is. Waar Niet Weet ik niet waar Ontbijten is belangrijk. □ □ □ Eén stuk fruit per dag is genoeg. □ □ □ Om één gevulde koek te verbranden moet je 65 minuten fietsen. □ □ □ In light frisdrank zit geen suiker. □ □ □ Een broodje gezond is altijd gezond. □ □ □
Heb je verder nog opmerkingen of aanmerkingen?
Dank je wel voor het invullen van de vragenlijst! Kijk ook eens op de site www.lekkerbelangrijk.nl voor weetjes en doedingen!