Zijn er nog echte OT profeten?
de relatie tussen moderne profeten en die van het Oude Testament door: Pieter A. Siebesma bron: Profetisch Perspectief, Nov/Dec. 1997. Scan: R.B. Dr. Pieter Siebesma studeerde Semitische Talen en promoveerde in 1988. Momenteel is hij aIs docent verbonden aan verschillende instellingen.
Zijn er nog echte OT profeten?
de relatie tussen moderne profeten en die van het Oude Testament Heden ten dage kun je nog wel eens christenen tegenkomen die claimen het ambt of de bediening van profeeet te hebbben ontvangen. Als zodanig worden zij door hun kerk en door andere christenen ook geaccepteerd. Zo herinner ik mij het verhaal van een Afrikaanse evangelist die een aantal jaren geleden een Billy Graham-congres voor evangelisten in Amsterdam bezocht. Toen de douane op Schiphol hem naar zijn beroep vroeg, antwoorde hij "profeet". Toen men hem niet wilde geloven, liet hij als bewijs zijn paspoort zien. En inderdaad hier stond onder beroep dit woord'profeet' vermeldt. Met name in de landen van de Derde Wereld, waar de inheemse kerken meestal van charismatische signatuur zijn en de pinksterbeweging veel aanhangers heeft, kun je dergelijke profeten tegenkomen.Vaak zijn zij voorgangers of leiders van een kerk of denominatie. Hun uitspraken gennieten binnen de groepering waartoe zij behoren veel gezag. Maar ook in Nederland vind je kerken, waar het ambt van profeet een geaccepteerd verschijnsels is. Nu is het hier niet de plaats om na te gaan of z.ij zich terecht dan wel onterecht met deze benaming sieren. Elders in dit blad wordt besproken hoe valseen echte profcten van elkaar onderscheidenl kunnen worden. Op zich zelf is namelijk het ambt of bediening van profeet bijbels. Natuurlijk kan men van mening verschillend over de vraag of zo'n ambt heden nog kan voorkonmnen. Ook bestaan er ve rschillende opvattingen oven' wat profetie nu pnecies inhoudt. Is het een vorm van geinspireerd preken of spreken ter bmoediging en opbouw van de gelovigen of. gaat het om het ontvangen van openbaringen? Afhlankelijk van iemhands theologische opvattingen en vooronderstellingen worden deze vragen verschillend beantwoord. Profeten in het NT Vanuit het Nieuwe Testament weten we, dat er in de vroegste tijd van de kerk profeten waren. In lKor l2:28 lezen wij: "En God heeft sommigen aangesteld in de gerneente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars". Zowel in de gemeente van Jeruzalenn (Hand.11:27-30) als in de gemeente van Antiochië (Hand.13:11) waren ten tijde van Paulus profeten. Zo kennen we een aantal profeten bij naam, zoals Judas, Silas (Hand.15:32) en Agabus (Hand.21:10).Maar ook in de eerste eeuwen van het christendom, na het op sclnrift stellen van het Nieuwe Testament, horen we van profeten. In de Ditache, het oudste christelijk geschrift wat bewaard is gebleven, worden regels gegevenm hoe men met deze profeten moet omgaan. Drie paragrafen worden aan hen gewijd: Zo mooeten rondreizende profeten door de plaatselijke gemeente gastvrij ontvangen worden, maar mogen zij niet langer dan twee dagen
blijven. Zij mogen vrij in de eredienst spreken. Ook worelen regels gegeven hoe men ware van valse profeten kan onderscheiden. Blijkbaar had men ook in de eerste eeuw al met dit probleem te maken. Een in dit verlband opmerkelijke uitspraak is: " Aan wie in de Geest zegt:'Geef me geld of' iets dergelijks', moet geen gehoor gegeven worden. Als hij echter vraagt te geven voor andeeren moet niemand veroordelen". Een belangrijk criterium voor toetsing vormt het leven van zo'n profeet. De Didache verwoordt het kernaclmtig: "Iedere proofeet die de waarheid leert maar niet inm praktijk brengt is een leugenprofeet"! Relatie Omdat profeten genoermd worden in het Nieuwe Testament, zullen hedaagse profeten waar het hun ambt betreft zich met name op deze passages beroepen. Toch konmt het ook wel voor dat ze zich, wat hun handelwijze en uitspraken betreft, beroepen op het Oude Testanlent en de grote oudtestamentische profeten als hun voorbeeld aanhalen.In dit artikel wil ik met name op dat aspect ingaan. Bestaat er overeenkomst tussen hedendaagse profeten en die van het Oude Testament? Sommige christenen zijn geneigd ze op één lijn met elkaar te stellen. Mijns inziens is dit niet juist. Wanneer men hedendaagse profeten gelijk stelt aan die van het Oude Testament, zoals dat wel in bepaalde kerken van de Derde Wereld is gebeurd, leidt dat gewoonlijk tot problemen. Dat blijkt wel uit de moderne kerkgeschiedenis.Door de Oudtestamentische aspiraties van moderne profeten zijn kerken op onbijbbelse dwaalsporen gebracht en in sektarisch vaarwater terecht gekomen. Ook in WestEuropa hebbben we met dit verschijnsel te maken. Hieronder zal ik daarvan enkele voborbeelden geven. Verschillen Hét belanlgrijkste verschlil tussen oudtestamentische profeten en diegenen die zich heden ten dage zo noemen, is wel dat de eerstgenoemden deel uitmaken van de Bijbel en de tweede groep niet. Dit lijkt op het opentrappen van een open deur, maar het heft meer consequenties dan we op het eerste gezicht zouden denken. Hedendaagse profeten zijn onderworpen aan het woord van God, oudtestanmentische profeten maken daarentegen deel uit van het Woord van God zelf. Er bestaat daarbijook verschil tussen oudtestamentische profeten en die van het Nieuwe Testament. Die van het Oude Testament brachten openbaring van God aan het Volk van Israël die een blijvende waarde hebben. Zij wezen vooruit naar de komende Messias. In hun ambt en in hun leven waren zij vooorlopers van de Messias zehf. Daarentegen hadden de uitspraken van de profeten van het Nieuwe Testament slechts betekenis voor die tijd zelf Zo profeteeerde Agabus (Hand.1l:28) dat er hongersnood zou komen in het Romeinse Rijk, waardoor de christenen van Antiochlië aangespoord werden om geld voor hun broeders, in Judea in te zamelen. Je krijgt ook de indruk dat profetie in de eerste gemeente veelal te nmaken had met het stichten, vermanen en bemoedigen van hun meedegelovigen . (I Kor. 14:3) .Daaarentegen kregen de profeten van het Oude Testament soms opdrachten, die veoor ons, als christenen uit de twintigste eeuw onmogelijk te begrijpen zijn. Alleen al om die reden meten we voorzichtig zijn om ons op hen te beroepen. Hosea Wc kunnen dat illustreren aan de hand van het leven van Hosea. In Hos. 2vv krijgt Hosea de opdracht om met een ontuchtige vrouw te trouwen: "De HEERE zeide tot Hoosea: Ga heen, neem u een ontuchtige vrouw en kinderen uit een ontuchtige geboren, want het land wendt zich in schandelijke ontucht van de HEERE af. Toen ging hij heen en huwde Goomer". Deze tekst heeft de commentatoren grote problemen opgeleverd. Immers; hoe kan God aan Zijn profeet de opdracht geven om met een prostituée te trouwen? Gaat dat niet in tegen Gods ethiek? Somnmige commentaren nemen dan ook aan dat het hier niet om een historische
gebeurtenis gaat, maar om een allegorie of om een visioen, dat Hosea van God ontving.Hoe aantrekkelijk een dergelijke verklaring ook moge zijn, er is niets in de Hebreeeuwse tekst dat daarop wijst. Bovendien, stel dat Hosea getrouwd was, zou dan niet, wanneer hij deze booodschap aan het volk had gebracht, er toeh wel een vreemd licht zijn geworpen op zijn vrouw en kinderen? De Israëlieten die dit hoorden, zouden dan in immers gedacht hebben dat zijn vrouw een lichtzinnnig iemand was en dat hun kinderen in een buitenechtelijke rehatie waren verwekt.Daarom meen ik, dat het hier om een historische gebeurtenis gaat. Blijkbaar was de goddeloosheid van het noordelijke tienstammenrijk zo groot geworden (en was het volk van Israel zover van God afgedwaald , dat God dit huwelijk tussen een profeet en prostiuee wilde gebruiken om deze goddeloosheid te illustreren. Daarnaast kon God door middel van deze relatie ook duidelijk maken, hoe groot Zijn liefde was en bleef voor dit zondige volk.Andere commentatoren zijn van mening, dat toen Hosea Gomer tot vrouw nam, hij nog niet op de hoogte was van het feit, dat zij een vrouuw van lichte zeden was. Pas later zou hij zich dat gerealiseerd hebben, toen hij mmet haar misstappen werd geconfronteerd. Hos.1:2 werpt dan een blik teruug.Ook dit lijkt een aantrekkelijke verklaring, maar levert evengoed problemen op. In Hos.3:lvv lezeen we: "De HEERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouuw die zich door een ander laat beminnen en overspelig is, gelijk de HEERE de lsraëlieten bemint, die zich tot andere goden wenden en nninnaars zijn van druivekoeken. Toenn kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve gomer gerst. En ik zeide tot haar ‘Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehooren; en ook ik zal tot u niet komen’.” Het meest waarschijnlijk is dat het hier ook om Gomer gaat. Hosea had haar verlaten omdat zij overspelig was. Maar toen God hem opdracht gaf hem de opracht gaf opnieuw met haar te trouwen, wist hij wel heel goed wat hij aan haar had. Voor een Hsraëliet was het een schande om met een overspelige vrouw te trouwen. Dergelijke vrouwen behoorden volgens de wet van Mozes immers gestenigd te worden (Lev.20:l0. Maar God gaf. Hosea deze opdracht om daarmee aan te tonen hoezeer Hij Zijn volk liefhad en dat in de toekomst zij zich eeenmaal weer tot Hem zouden bekeren. Toetsen Hoe we dit gedeelte ook kunnen uitleggen, en daarover zullen de meningen blijven verschillen, nimmer mogen we daaruit de conclusie trekken, dat omdat Hosea met een prostituée trouwde, wij dat ook mogen doen, zelfs al menen we daarvoor persoonlijk opdracht van God te hebben ontvangeen. Immers; de Bijbel is op dit punt zeer duidelijk: "Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisterni,s?'. (2Kor.6:14). Als nieuwtestamentische gelovigen zijn we gebdonden aan het Woord van God. Ook dedendaagse profeten zijn aan dit Woord gebonden. Daarom dienen openbaringen van hedenedaagse profeten die tegen Gods woord ingaan altijd afgewezen te worden. In dit verband kunnen we denken aan een Portugese prediker, waarover ik enkele jaren geleden in het blad De Oogst las, , die claim de een openbaring te hebbben ontvangen, dat het vanaf dat moment geoorloofd was om als man meerdere vrouwen te hebben, wanneer hijdaarmee God dient. Deze "openbaring" gaf. hij door met het oog op het probleem van polygamie in zijn Afrikaanse gemeenten.1) Een dergelijke openbaring kan niet van God afkomstig zijn, aangezien zij rechtstreeks in strijd is met het Woord van God.Dit stelt duidelijk dat een 1
) het probleem was als volgt: er kwamen mensen tot geloof welke reeds met meerdere vrouwen getrouwd waren. De prediker wilde hen, terecht, niet dwingen de later gehuwde vrouwen te verstoten ten gunste van de eerst gehuwde. Waar hij echter, zoals het artikel kort aanduidt, mee ‘fout’ ging is dat hij deze mannen, tegen het Bijbelse gezag in, leidingevende functies wilde toestaan in de gemeente. [RB]
christen en zeker iemand met een ambt, een man van één vrouw dient te zijn2). Openbaringen van hedendaagse profeteen dienen altijd aan het woord van God getoetst te worden en wanneeer zij daarnneee strijdig zijn, mogen we ook vraagtekens plaatsen bij hun ambt. Daarentegen maken de oudtestamentishe profeten zelf deel uit van het Woord van God. Ook al begrijpen we niet alles van wat God hun opdroeg, dan nog zullen we dat moeten accepteren.Er zijn nu eennmaal meerdere passages. in het Oude Testament, die moeilijk zijn te begrijpen en beslist geen navolging verdiennen. We kunnen bijvorbeeld denken aan de gelofte van Jefta (Richt.11:30-40) (offerde hij nu wel of. niet zijn dochter?) aan het turbulente leven van Simson, of aan de gedragingen vann Saul, toen hij in geestvervoerinng raakte (lSaml.l9:23,24.) Gezag Een tweeede verschil tusseen oudtestamentische profeten en de hedendaagse betreft het aspect van het gezag van hun uitspraken. In het Oude Testanment lezen we verhalen over mensen die geen gehoor willen geven aan wat de profeet zegt en met wie het dan ook slecht afloopt. Toen de profeet Elisa eens naar Betel ging, kwanen een aantal kleine jongens uit deze stad hem tegenmoet (2Kon.2:23-251. Zij scholen hem uit voooor kaalkop en daarom vervloekte Elia hen in de naam des HEEREN. Vervolgens kwamen er twee berinnen uit het woud en die verslonden twee en veertig kinderen.Tijdens de regering van koning Joram, de zoon van Achab, belegerde Benhadad, de kooning van Aram de hoofdstad Samaria. Daardoor ontstond binnen de muren zo'n grote hongersnood, dat sommige innwoners tot kannibalisme vervielen. Toen de profeet Elisa aankondigde, dat aan deze hongersnnood een eind zou komen (2Kon.6:24-7:20), geloofde de hooofdman op wiens arm de koning leunde dit niet. Hij maakte de profeet belachelijk. Als gevolg hiervan voorspelde Elisa dat hij het wel zou meemaken maar er niet van zou profiteren. Deze profetie kwam uit, toen de volgende dag het volk deze hoofdman onder de voet liep. Het zijn verhalen die voor ons als mensen van de twintigste eeuw moeilijk te begrijpeen zijn. Heenwijzing Waarom was het bespotten (of'belachelijk maken van een profeet als Elisa) zo'n zware misdrijf in Gods ogen, dat het met de dood werd bestraft? Dit heeft mijns inziens te maken met een ander belangrijk aspeet van het ambt van de grote oudtestamentische profeten. Zij waren in hun ambt als het ware heenwijzers naar de komende Messias. Je kunt ze daarom als voorlopers of prototypen van Christus en van Zijn ambt beschouwen.Daarom juist was het bespotten van zo'n profeet een misdaad, waarop de doodstraf stond: men spotte niet met de profeet, maar met God Zelf.Vanuit dit aspect kunnen we ook verklareen, waarom de rebellie tegen Mozes van bijvoorbeeld Korach, Datan en Abiram zozwaar werd aangerekend, dat de aarde hen verzwolg (Num 16). Zij kwannen niet in opstand tegen Mozes, maar tegen God zelf De grote profeten, zoals Mozes, Elia, Elisa, .Jesaja e.a. waren speciaal door God geroepen voor een speciale taak en waren daarin dan ook voorlopers van de Messias zelf. Nu komt het ook voor, dat hedendaagse profeten met een beroep op deze geschiedenissen uit het Oude Testament claimen een dergelijk gezag binnen hun kerk te hebben. Degenen die hun boodschap afwijzen, worden met straffen of. zelfs met de dood bedreigd 3). Wanneer dan toevallig een gemeenntelid plotseling overlijdt, wordt dat als oordeel van God gezien, omdat 2
) deze bewering is m.i. dus niet geheel juist, Paulus stelt dit alleen als eis tov de leidende personen in de gemeente. Ook in de tijd van Paulus kwam het nl. regelmatig voor dat mannen met meer dan een (1) vrouw gehuwd waren, een verschijnsel wat onder andere in het O.T. regelmatig voorkwam, ook bij de Joden. [RB] 3 ) ik kan dit uit eigen ervaring (het horen van dergelijke ’profetie’) bevestigen [RB].
dit tegen het gezag van de profeet is ingegaan. Zelfs in Nederland kunnen we hiervan voorbeelden aantreffen. Een dergelijke handelwijze is niet Bijbels. Integendeel, aangezien de Messias reeds is gekomen, kunnen hedendaagse profeten nimmer het gezag bezitten, die oudtestamentische profeten bezaten. Wanneer ze dat wel van zichzelf claimen, kun je je afvragen of. ze zich dan niet als een antichrist opstellen.Wanneer er hooglopende conflicten binnen een kerkelijke gemeente spelen- of sprake is vaneen gezagscrisis, komt het wel voor dat de leidinggevenden zich dan gaan beroepen op het Oude Testament. Zo wordt er gesteld, dat men geen kritiek op hen mag hebben, en men verwijst dan bijvoorbeeld naar de geschieelernis van het conflict tussen Mozes met Mirjanm en Aaron (Num. 12) of men haalt de geschiedenis van Saul en David aan (1 Sam. 24:7,8), dat ook David het niet waagde Saul als gezalfde des Heeren aan te vallen. Mijns inziens moet men heel voorzichtig zijn om oudtestamentische passages aan te halen, omdat men daarmee de verschillen die er tussen de oudtestamentische profeten en de hedendaagse gelovigen bestaan, miskent. Je krijgt overigens ook de indruk dat er ten tijde van het Oude Testament twee soorten van profeten waren, de grote profeten, speciaal door God aangesteld, en de profeten van een tweede orde, bijvoorbeeld zij die tot de zogenaamde profetenscholen behoorden. Misschien dat die profetens enigzins te vergelijken zijn met die van het Nieuwe Testament. Voor hen goldt in het bijzonder de utispraak van Deut. 18:21,22: “Wanneer gij nu bij uzelf mocht zeggen: hoe onderkennen wij het woord dat de Heere niet gesproken heeft? - als een profeet spreekt in de naam des Heeren en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit dan is het een woord wat de Heere niet gesproken heeft. In overmoed heeft de profeet gesproken, gij zult voor hem niet vrezen”. Paulus In het NT, binnen de oudste kerk, hadden profeten dan ook een andersoortig gezag dan die van het OT. Dat kunnen we illustreren aan de hand van het leven van Paulus. Wanneer Paulus aan het eind van zijn zendingsreizen naar Jeruzalem trekt, wordt vanuit verschillende gemeenten een beroep op hem gedaan om niet te gaan (Hand. 20:23). Bijvoorbeeld in Tyrus zeiden een aantal discipelen “door de Geest” dat hij zich niet moest inschepen. Zelfs Agabus komt speciaal uit Judea over om Paulus over te halen niet naar Jeruzalem te gaan.In Hand. 21:10vv lezen we: “En toen we daar verscheidene dagen bleven kwam uit Judea een zeker profeet, genaamd Agabus. Toen deze bij ons gekomen was, nam hij de gordel van Paulus, en zich voeten en handen bindende, zei hij ‘Dit zegt de Heilige Geest: de man van wie deze gordel iszullen de Joden in Jeruzalem zo binden en uitleveren in handen van de heidenen. Toen wij dit hoorden, verzochten zowel wij als de broeders daar ter plaatse hem, niet op te gaan naar Jeruzalem.”. Deze passage laat duidelijk het verschil zien tussen een oud-testamentische en een nieuwtestamentische profeet. Wanneer een oud-testamentische profeet een opdracht gaf, diende je daaraan te gehoorzamen. Wanneer je dat niet deed, kon dat ernstige consequenties hebben. Maar in dit geval gaat Paulus niet in op de verzoeken van zijn medegelovigen en zelfs niet van een beroemd profeet als Agabus. De leiding die hij zelf meent te hebben ontvangen stelt hij boven de profetische uitspraken van anderen. “Toen antwoordde Paulus: ‘wat doet gji, dat gij
weent en mijn hart week maakt? Want ik voor mij ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor de naam van de Heere Jezus” (Hand. 21:13). Uiteindelijk leggen de gelovigen zich dan ook bij zijn beslissing neer. Agabus wordt hier niet een valse profeet genoemd, want wat hij zei was waar. Maar Paulus nam de vrijheid om wat hij zelf als leiding ervoer te plaatsen boven de profetische uitspraken van anderen. Toetsing Deze passage laat ons ook een andere belangrijk verschil zien tussen de oudtestamentische en nieuwtestamentische profetie. In het OT waren profeten vaak individueel optredende personen. Zij ontvingen rechtstreeks een opdracht van God, moesten soms taken verrichten die voor ons moeilijk te begrijpen zijn. In hun ambt en leven waren zij prototypen van de komende Messias. Het feit dat hun leven en werk wordt beschreven in het OT maakt dat zij niet meer getoetst hoeven te worden.Uit hun geschiedenis blijkt dat zij ware profeten van de HEERE waren. Daarentegen maken de nieuwtestamentische profeten deel uit van de gemeente en zijn zij een van de vele ambten die er binnen de kerk zijn. We lezen niets over het feit dat zij leidinggevende personen in de kerk waren, maar wel dat hun uitspraken tijdens de gemeentesamenkomsten getoetst dienden te worden. “Wat de profeten betreft, twee of drie mogen het woord voeren, en de anderen moeten het beoordelen” (1 Kor. 13:29). Zij zijn onderworpen aan de andere ambten, en het NT geeft voorschriften hoe zij in leven en werk getoetst dienen te worden. Op grond van het bovenstaande kan de vraag, die in de titel van dit artikel werd gesteld: “zijn er ook nu nog oudtestamentische profeten”? ontkennend beantwoord worden. Nieuwtstamentische profeten zijn van een ander karakter dan die van het OT. Wanneer hedendaagse profeten zich beroepen op hun oudtestamentische voorgangers, claimen zij daarmee een autoriteit en gezag die hen niet toekomt. Profetisch Perspectief, 3e Jaargang, November/December 1997. Nr. 11 [pg 19]