i14
Artrkel
Door: MiekeWtt
V0 HetProtocol Dyslexie indetasvandedocent moderne vreemde talen(1) Dy s l ex VO ie vanhet Pr otocol O p s c h o le b n e sta ave t e l adl e b e h o efte aaneenpr aktische ver taling l el e O o k- o f j u i st?- b i jd o ce n te mo vr eemde wor dener in dit ar tikeenk n der ne talen.Daar om een hebbenhi er v oor a a n b e v e l i n ggeend a a nvo o rd e i mplem entatie vandat pr otocol. Dedocenten kennisom de doel en f l i n k ed o si sn i e u w eva , ki n h o u d e lijke kennisnodig,m aar ook m ethodologische vanhet orotocolte realiseren. v anm i j n ik voor alde uitkom sten H e ta r t i kebl e sta aut i t tw e ed e l e nIn . dit eer stedeelbespr eek i n de vandyslectische leer lingen o n d e r z oenka a rh o el e e rl i n g eenn docenten de onder steuning gaat l e s s eE n n g e lesrva re nH. e ttw e e d edeelvandit ar tikel, nr .6 zalver sc hi j nen, dat in Rem ediaal d i e p e irn op e e nmo d e d l a t i k h e bontwikkeld schoolbr eed te im plementer en. om het pr otocol
Als ik een cursus of studiedag verzorg op een school v o o r v o o r r g e z e to n d e r w i i s , l r e b i k a l s r e g e l h e t P r o t o c o l D y s l e x i eV C ) i n m i j n t a s , o o k a l s h e t t h e m a v a n d e b i j eenkomst niet direct raakt aatrhet onderwerp dyslexie. Op enig moment tiidens de biieenkomsthaal ik het p r r o t o c o lt e v o o r s c h i j n e n v r a a g w i e v a t r d e a a n w e z i g en e r m e e b e k e n d i s . H e t b e e l dd a t i k d o o r m i j n k l e i n s c h a l i g e o n d e r z o e k h e b g e k r e g e n ,s t e m t m e n i e r o p r i m i s t i s c h : d e g r o t e m e e r d e r h e i dv a n d e V O - d o c e n t e n k e t r t h e t b e s r a a nv a n h e t p r o t o c o l n i e t . \ í a n t r e e r i k v e r v o l g e n s i n h e t k o r t v e r t e l w a t d e p r a k t i s c h eb r r r i k l r a a r h e i d i s , z i j n d o c e n t e n v a a k w e l g e i n t e r e s s e e r t lZ. e v e r t e l l e r r op zoek re zijn naar hatrdvattenclie aansluiten bii de d a g e l i j k s ep r a k t i j k i n d e k l a s . O p v a l l e n d i s d a t d o c e n t e n h i e r o v e r n a t r w e l i j k sr e g e l m a r i gc o n t a c t l r e b b e n m e t d e r e m e d i a l t e a c h e r s o f d y s l e x i e s p e c i a l i s t e nv a n d e school.
Artikel
I
I
In dit artikel wil ik een aanz€r gerren voor een meer praktijkgerichte implementarie van het Protocol Dyslexie VO. Dc aanbevelingen die ik doe, komen voort uit een eigen onderzock naar de perccptie van dyslec-
,,I
schillende cijfers, hebben leerlingen met dyslexie meer kansen hun sterke kanten te benutten. Ook aandacht voor de variatie in de wijze waarop onderwijs wordt aangeboden en toetsvormen bijvoorbecld, behoon bij
tische leerlingen en hun docenten Engels van de ondersteuning die docenten tijdens de lessen geven. De aanbevelingen richten zich op het belang van nieuwe
de specialeonderwijszorg. Een integraal dyslexiebeleid
kennis, uitwisseling met dyslecdsche leerlingen en rechtstreeksebetrokkenheid van (taal)docenten bij het
wordt vormgegeYen.
opstellen cn uiwoeren van het dyslexiebeleidvan de eigen school.
Kennisvan de ontwikkeling van de leerlingen
richt zich behalve op het begeleidenvan leerlingen met dyslexie ook op het curriculum en de wijze waarop het
De resultaten van een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau(SCP) laten zien, dat VO-docenten
v 3 o o, o g o II
UT
N
o I o N o I
Welke kennis? 'Welke kennis hebben docenten nodig om vorm te lcunnen geven aan het Protocol Dyslexie op klassenniveau? Volgens Ponte (2004) kan het principe van interactieve
hun beroepskeuzevooral hebbcn latcn bepalen door de mogelijkheden zich te kunnen concentreren op één vak en zichzelf binnen dat vak te kunnen onrwikkelen (Vo- I gels en Bronneman-Helmers, 2006). Van Emst (2004)
kennisonnvikkeling,onderzoekbinnen de eigen onder-
vroeg 4000 VO-docenten om het belangrijkste aspect van hun beroep te benoemen. In Êguur I zijn de ant-
wijspraktijk, helpen om het gevoel van auronomie te behouden. Interactieve kennis veronderstelt kennis op rwee verschillende niveaus (Ponte, 2004): - Ecrstc kcnnisnivceu kennis van het curriculum kennis van de leerlingcn en hun onrwikkeling pedagogischeen didactische kennis. - Twccdc kcnnisnirrcau methodologische kennis ten aanzien van de wijze waarop kennis binnen het eersteniveau kan worden ontwikkeld (actieonderzoek en verwante benaderin-
woorden te zien.
80 70 60 50 /O
30 20 í0
gen). Kennis van het curriculum De geformuleerde kerndoelen voor het vak Engels (de doelen voor Frans en Duits zijn hiervan afgeleid) benadrukken het accent dat dient te liggen op communicatieve vaardighcden. Luisteren, spreken en begrijpend lezen zï1n belangrijke communicatieve vaardigheden yoor de moderne vreemde talen (Min. OCW 2006). \tr?'anneerechter gekeken wordt naar de samenstelling van rapportcijfers, dan blijkt dat dezevoor een belangrijk deel zijn gebaseerdop spelling- en grammaticatoetsen (Van Berkel, 2006).'Wanneer er een belangrijker plaaa wordt ingeruimd voor de spreek- en luistervaardigheid, hebben leerlingen met dyslexieeen betere kans om een voldoende voor de Engels re behalen. Naar mijn mening is her van groot belang dat remedial teachersen dyslexiespecialisten,samen met de schoolleiding, aandacht schenken aan de samenstelling van 'ï?'anneer rapportcijfers. voor alle moderne vreemde talen samenhang bestaat ttrssenhet curriculum, de getoetste vaardighedenen kennis en de weging van de ver-
Figuur 1. Behngrijhe aspectcnuan het bnocp doccnt in hetVO Uan Emst,2004). Ped. = pedagogieh(8%o), Ond.ps = on&rutijshundige psychologie(5%o),Did. = didactich (12%), Vah = de inhoud uan het uah dat onderutezcnwordt (75%o). Docenten noemden het bchandelen van een onderwerp vanuit hun vakgebied vaak als criterium voor een succesvolle dag op school, terwijl leeropbrengsten en de ontwikkcling van leerlingen niet zo veak werden gezien als deel van het cigen succes op een dag (Van Emsr,
2oo4).
'Wadlington
en \Tadlington (2006) stcllen evencensdat VO-docenten de nadruk leggen op vakinhoud en niet op didactischeof pedagogischekennis. De docenten in hun onderzoek beschikten slechts over oppervlaldcige kennis van dyslexie. VOleerlingen denken overigens ook dat hun docenten niet genoeg rveten over dyslexie en de gevolgen ervan voor het leerproces (Theunissen en Simons, 2005).
l"
Artikel
Kennisover dyslexie Docenten moderne vreemde talen worden veelvuldig
De vaakgenoemdefaciliteiten voor de moderne vreemde talen (spellingfouten minder streng beoordelen en
geconfronteerdmet de gevolgenvan dyslexie.Leerlingen die zich op de basisschoolvaak nog redelijk konden
meer tijd geven om te lezen) worden bovendien standaard aangeboden.Dit wiist erop dat docenten leerlingen met dyslexie zien als een homogene groep. De feedbackdie docentengeven,wiist eveneensin die rich-
redden, ondervinden bij de moderne vreemdetalen serieuze hinder van hun beperking. Om te onderzoeken hoe MVT:docenten nu eigenlijk omgaan met het Protocol DyslexieVO op klassenniveau,heb ik tussenapril 2007 en april 2008 op een brede scholengemeenschap voor VO onderzoekgedaanonder docenten Engelsen dyslectischeleerlingen naar hun perceptie van de uitvoering van het dyslexiebeleidop klassenniveau.Enige methodologischeachtergrondenvan het onderzoekzijn te vinden in het kader. De tien docenten Engels in mijn onderzoek noemen als voornaamstegevolgenvan dyslexie:een zwak ontwikkelde taalvaardigheiden het ontwikkelen van faalangst voor hun vak. Concreter worden problemen op het gebied van spelling en begrijpend lezen genoemd. In verband met de verondersteldefaalangst noemen de docenten dat leerlingen met dyslexie sommige taken niet uiwoeren. Voorts bleek dat de faciliteiten voor leerlingen met dyslexiedie het meestworden aangeboden, aansluitenbij de problemen die de docenten noemen: de docenten sluiten aan bij spellingproblemen door spelfoutenminder strengte rekenen.Om leesproblemen te verminderen krijgen leerlingenmeer tijd om toetsente maken. Problemendie betrekking hebben op het geheugen,de motoriek en de planning, worden door de docenten niet genoemd.Het belangvan het aanbiedenvan faciliteiten om die problemen hanteerbaarte maken, wordt evenmin genoemd. Ik denk dat er een causaalverband kan bestaantussende kennis die docenten hebben van problemen die voortkomen uit dyslexieen de faciliteiten die ze aanbieden in hun lessen.Hoewel dit geen spectaculaireontdekking is, heeft dit me wel aan het F F
o N o F o N
LN I
G
.g
E
o
E o É,
denken gezet. Als het zo is, dat docenten handelen vanuit de kennis die ze hebben, zou hun handelendan ook niet worden uitgebreidwanneerze meer en diepere kennis ontwikkelen? Hoe kunnen we verwachten dat docenten handelenvolgensrichtlijnen van het Protocol Dyslexie, wanneer noch het bestaan noch de inhoud ervan bii hen bekend is?
Bij veeldocentenis noch het bestaannoch de inhoud van het ProtocolDyslexiebekend.
ting: feedback wordt vooral gegevenin de vorm van controle van huiswerk en zorgen dat leerlingen de correcteantwoorden hebben. De docentenuit miin onderzoek bieden geenfeedbackop de wiize waarop een taak is uitgevoerd.Ze besprekenevenmin de bruikbaarheid van aangebodenfaciliteiten. Feedbacklijkt dus meer een product- dan een procesgerichtefunctie te hebben. Een aantal docenten noemt overigensals oorzaak van de standaardaanpakàat ze te weinig lessenper week aan een bepaaldeklas geven en dat er te veel les- en lokaalwisselingenzijn. van de docenten uit mijn onderDe scholingsrvensen zoek sluiten aan bij de constateringdat VO- docenten vooral vanuit hun vak denken en handelen. Docenten willen meer informatie over aanpassingenen hulpmiddelen voor hun vak en over geschikteleergangenvoor leerlingenmet dyslexie.Echter: informatie over (de signalering van) dyslexieen de gevolgenvan dyslexievoor het eigenvak komen niet voor op het wensenliistje.Als te onrwikkelen competentiesworden vooral genoemd: vaardighedenom met dyslectischeleerlingenin gesprek te kunnen gaan over hun onderwijsbehoeftenen vaardigheden om beter in te kunnen spelen op die onderwijsbehoeften. Persoo n Iij ke be na d er i n g De docenten in mijn onderzoekhebben aangegevenoP welke wlize ze door hun persoonli.ikebenaderingrekening houden met leerlingen met dyslexie. De analyse van de antwoorden op deze vraag laat een interessant verschil zien: docenten schalen ztchzelfhoog in op aspecten die te maken hebben met een positieveattitude ten aanzien van leerlingen met dyslexie. Ze geven aan op de hoogte te zijn van het feit dat een leerling dyslexie heeft, ze nemen problemen in relatietot dyslexieserieus en ze creëreneen veilige leeromgevingvoor leerlingen met dyslexie.De dyslectischeleerlingenuit mijn onderzoek (n = 63) zijn het positiefst over het feit dat docenten problemen in verband mer dyslexieserieusnemen. Voor alle aspectengeldt dat de leerlingen de prestaties van de docenten veel lager inschalendan de docenten zelf (zie 6guur 2).
Artikel
,,I
I
I
7
o
3
Bcknopto ondcrzooksmotfrodologio Doel uan het ondcrmch: onderzoeken of en in welkc mate docenten Engcls eigcnaarschaperyeren ds het gaatom de uiwoering van het dyslorieprotocolvan de scholengcmeenschapweaÍ 7f werken.
o o. II
o
g Ul
Contact: een brede scholengcmeenschapvoor VO in het midden van het land. De scholengemeenschap telde in de periode van het onderzock 1.488 lcerlinFiguur 2. Pmoonlijhc bnadcringdoor doccntcnEngekimplicia. Lih: pcrccpticaan docentenEngekin perccnngcs(n = 10), rood:pcrcEtie uan hnlkgn in pocmtages(n = 63). 1 = op dc hoogtczijn uan hctfcit lzt cn holing dyslacichcS 2 = hcnnisop ha gcbicd uan dlslaie i = probhman in acrbandm* dlsbxic sericusnem?n 4 = hogcacnuachtingenaoormijn uak 5 = waarfuring en rcsPcctuoorinztt 6 = eet aciligcberomgcuingcrïrcn: fouten rnahcnnag 7 = dlsbxic is ccnhansn uitfugingom nicuweaanpahhn uit tcprobctcn 8 = begclei&zuan halingcn omgoedom te hannengatn mer (gcwlgcnaan) dyslacie Echter, lvanneer gevraagd wordt naar een actieve benadering, blijkt dat er weinig ror geen aandacht is voor het besprekenvan de gcboden faciliteiten en her sarnen nadenken over constructieve oplossingen voor problemen die samenhangenmer het eigen vak (zie figuur 3).
gen. Er waren 124 leerlingen m€t een dyslorievcrklaring. Dat is 8,3%ovan de leerlingen. Dit percentage is hoog: Blomert (2003) noemt een perccntagevan 3 à 4Vovan de bevolking. De school verklaart dit hogc perccntage door het feit dat ouders van dplcctischc leerlingenjuist voor dczc school kiczen door het dplexievricndelijkeklimaat van dc school. Rcspondentcn: l. ïen
van de vc€rtien docenten die Engels geven binnen de school. tk hcb voor docenrcn Engels
gekozcn omdat dit vak veel problcmen oplevert voor leerlingenmet dyslo
60
zowcl de docenten ds de
leerlingen hebbcn de dplexiescan van het Protocol Dplcxie VO ingcnrld. De doccnten hebbende origi-
50
rc
nele versieingcmld, voor de leerlingenheb ik vragen over het vak Engels tocgcvoegd. Bij het invullen van
E)
xt
de vragenlijsten door de leerlingen ben ik aanwezig geweesten heb ik steedsde vragen voorgelezen.Nadat
í0 o 1232t567
Figuur 3.Panonlijhe bena&ing- acpliciet Lih: ptceptie aan doccntm Engek in percenwges(n = 10), rood:pcrceptie aan herlingcn in?ercentages(n = 63). Op hetgcbicduan mijn aak bcspreekih met mijn herlingcn... 1 = mogelikhc&z omprobhmm tc anminderen 2 = wellefaciliteiten nattig zijn 3 = wdt cottttructieaeophssingenaoorprobbmm zijn (ooh met oulen) 4 = uelkc uerantutoorlclijhhcid dc herling zrlf hcfi uoorzijn herproces 5 = wat dc ffecten aan degcbodcnfaciliteinn zijn 6 = weke aanpassingminfaciliteitcn nodigzijn 7 = u,elkcworuitgang de herling bockt
leerlingende vragenlijstenhadden ingevuld, rvarener steedsgroepsgcsprekkenmct die leerlingen. De data vanuit de dplexiescan vormden de basisvoor de dric groepsdiscussies met dc docenten. Data-analyse:ik heb de daa geandyseerdop basisvan de zeven aandachtspunten op het gebied van ondersteuning in dc klas (zie Protocol Dplorie VO, deel
l, p. 45).
N
o I o N o I rl
I ,t
Artikel
Vi.if van de tien docenten geven aan dat ze bespreken welke verantwoordelijkheid de leerlingen zelf hebben en welke vooruitgang de leerlingen boeken. Bij andere actieve benaderingen schalen de docenten zich lager in. De leerlingen nemen veel minder expliciete vormen van persoonlijke benaderingenwaar. Deze weinig actieve houding van de docenten Engels komt overeen met een van de meest genoemde scho-
1. Op welke wijze kan ik ervoor zorgen dat het curriculum voor mijn vak toegankelijk is voor leerlingen met dyslexie? 2. Hoe kan ik ervoor zoÍgen dat een leerling met dyslexie zich optimaal onrwikkelt binnen mijn vakgebied? 3.Hoe kan ik een leerling met dyslexiepedagogischen didactisch zo goed mogelijk ondersteunen?
lingswensen: vaardigheden ontwikkelen om met de leerlingenin gesprekte kunnen gaan over hun onderwijsbehoeften en vaardighedenom beter in te kunnen spelen op die onderwijsbehoeften.
Docenteneryarenhun benaderingvan dyslectische leerlingenveelpositieverdan die leerlingendat doen.
Kennis van metacog n iti e Het is van essentieelbelang dat docenten kennis hebben van metacognitie: het leren van leren voor hun vak (De Krosseen Kleijnen,2007). Aanbevolen methoden om te leren zijn niet altijd overdraagbaarvan de ene context naar de andere, dus het is van belang dat met de leerlingen besproken wordt welke methoden nurtig zijn voor welke taken en voor welke leerlingen (Child, 2OO7).Docenten zouden volgens'W'ilson
Het gebruik van de dyslexiescan van het Protocol Dyslexie is een mogelijkheid om kennis op het twee'W'anneer docenten van de kennisniveau te vergroten. een school zelf d,edyslexiescaninvullen - en dit ook door hun dyslectischeleerlingen laten doen - krijgen ze meer inzichten in de specifieke behoeften van de leerlingen en in aandachtspuntenten aanzienvan hun eigen professioneleontwikkeling. De dyslexiescanvan het Protocol Dyslexie VO In 2004 werd het Protocol Dyslexie VO naar iedere VO-school in Nederland verzonden. De missie van het protocol is de aspiratieom iedereleerling de mogelijkàeid te geven om onderwijs te volgen dat aansluit bij zijn cognitieve capaciteiten.De auteurs benadrukken dat ondersteuning voornamelijk tijdens reguliere lessenplaats dient te vinden. Het doel is scholen een passendebenadering te bieden van de ondersteuning van leerlingenmet dyslexie(Paternorte,2OO4).
(2002) en Stines (2007) regelmatig gesprekjesmet dyslectischeleerlingen moeten plannen om de sterke en zwakke punten van die leerlingen te bespreken.De specifieke behoeften van individuele leerlingen voor
Het dyslexiebeleid behoortdeeluit te makenvan het
een bepaald vak kunnen op dezewijze worden vastge-
zorgbeleidvan eenschool.
steld. De meest uitgesproken behoefte van leerlingen uit mijn onderzoek richt zich op instructie door de docent Engels. Het is opvallend dat leerlingen twee vormen van instructie onderscheiden:de eerstevorm
F F
o N o F o N
is de vorm die ook door docenten wordt genoemd. Dit is de uitleg van nieuwe leerstof.Over die vorm van instructie zijn leerlingen redelijk tevreden (hoewel de docenten hierover meer tevreden zijn). Leerlingen ge-
niet eenvoudig om vast te stellen ofeen school een geintegreerd dyslexiebeleidheeft. In 2006 heefr het Mi'Wetenschappen nisterie van Onderwijs, Cultuur en (OC\7) de resultatengepubliceerdvan een onderzoek
ven aan grote behoefte te hebben aan instructie over
naar de manier waarop dyslexiebeleidop VO-scholen
de wijze waarop een taak moet worden aangepakten uitgevoerd. Zij willen graagbegeleiding op het gebied
werd geëvalueerd.De voornaamste uitkomsten gerelateerd aan faciliteiten voor leerlingen met dyslexie
van hren leren: metacognitie.
lieten zien dat dyslexiebeleidnauwelijks werd geëva-
Het tweede ke n n isniveau lfl
Onmikkeling
van het tweede kennisniveau houdt
.g
in dat docenten methodologische kennis ontwikkelen over de wijze \Maaropze kennis binnen het eerste niveau kunnen vergroten (Ponte, 2004). Met betrek-
o
king tot dyslexiehoudt dit in dat docenten zich de
I
ÍE
!
E o É,
Het dyslexiebeleidbehoort deel uit te maken van het zorgbeleid van een school. Dit betekent dat er een gemeenschappelijke benaderingzou moeten zijn. Het is
volgende vragen stellen:
lueerd en richtlijnen op dit gebied te wensen overlieten (Min. OC\f, 2006). Het gebruik van de dyslexiescan(vragenlijsten waarmee de uiwoering van het dyslexiebeleid van de school in beeld gebracht kan worden) kan leiden tot meer inzicht in de kennis, vaardighedenen houding van diegenendie betrokken zijn bij de ondersteuning van dyslectischeleerlingen binnen de school.
Artikel
19 I
: 1 c t g e b r u i k v : r n d e d y s l e x i e s c a nw o r d r a a n g e m o e d i g d
de infornratie van zowel leerlingen als docenten vrrn
-: )or het ministerie. De scan is bedoeld voor docen' , n . r ' e n - r e d i at le a c h e r s ( e n a n d e r e s p e c i a l i s r e n ) ,l e d e n
belang om rot verstirndige keuzes en beslissingen
. . n d e s c h o o l l e i d i n g e n v o o r l e e r l i n g e n n ' r e rd y s l e x i e .
d e b e h o e f t e n v : l n l e e r l i r - r g e no , m d i r t d i t e s s e n r i e e li s
- ) . e s s e n t i ev a n d e v r a g e n l i j s t e ni s d a r e r i n f b r n - r a t i e
v o o r l e r e n e r - ro r . r d e r w i . j z e no p n i v e a u .
. -rkregen wordt wailrmee de aangeboden frrcilireiten
Het gebruik var.r de dyslexiescan als een mrrnier
: : r t l e l : l e h o e f t e nv a n l e e r l i n g e n b e r e r o p e l k a a r a Í g e . : r ' n r dk u n n e n w o r d e n ( H e n n e m a n e t a l . , 2 0 0 4 ) .
w r r l l r o p g e d e e l d e k e r . r n i sk a n w o r d e n v e r k r e g e n , i s
te komen. Docenren moeten zich bewtrst zijl'r v:rn
een ketrzeen tevens de verantwoordelijkheid van de s c h o o l . A l s e e r - sr c h o o l w e n s t z i c h t e o n t w i k k e l e n i n
cu pils' voice
d e r i c h r i n g v l l n e e l l o r g a n i s a t i em e t e e n d y s l e x i e b e -
, 1 ' l g - t ' r .S c h o o r s ( i n V a n d e K o l k , 2 0 0 5 ) i s p u p i l s '
l e i d d a t w o r d r g e d r a g e nd o o r z o w e l d e s c h o o l l e i d i n g
. , ' i c c v a n g r o o t b e l a n g v o o r s c l ' r o l e n .H e t i s b e -
a l s h e t d o c e n t e n c o r p s ,k a n d e d y s l e x i e s c : r ne e n n u t -
r r g r i j k c l a t l e e r l i n g e n i n s r : r a rz i j n h u n o n d e r w i j s -
t i g o r - r d e r z o e k s i n s t r u m e r - zr ti . i n ( K l e i j n e n e n H e n n e -
: . : l r o e f i e r rt o t u i t d r t r k k i n g r e b r e n g e n e n a a n d a c l r r
man, 2005).
: : \ ' r . r q e nv o o r d e p r o b l e m e n d i e z e o n c l e r v i n d e r r .
De opzet r':rnde scan appelleert aan de zoger.ra:rmde
\ t r l q e n sT h e t r n i s s e n e n S i m o n s ( 2 0 0 5 ) g e v e n l e e r -
d u b b e l e p r o f e s s i o n a l i t e i tv a n d o c e n t e n i n h e t V O :
. i n g e r r; r r r nd r r t z e h e t b e l a n g r i j k v i n d e n o m h i e r o v e r
zij zíjn zowel vakdocent rrls pedagoog/didacticus ( V a n D r i e l , 2 0 0 6 ) . S c l r o l e nk u n n e n d t r s w e r k e n a a n
; r e e t e p r a t e n e n z e l f i n i t i a t i e f r e r o n e n . S t e v e n se t .rl. (100 I ) denken dat docenrer.h r e r p e r s p e c r i e fv a n
de ontwikkeling van het tweede kennisnive:rtrdoor
. i e l e e r l i n g e nz o r r d e n m o e t e n l e r e n k e n n e n d o o r d i e
docetrten actief te betrekken bij de evaluatie vrrn het
l e e r l i n g e n r e l e v : r n t ev r : r É I e nt e s t e l l e r ) .V o l g e n s h e n i s
d v s l e x i e b e l e i dv a n d e s c h o o l .
Snormaal maandag 16januafi2012 (AZ), AFAS Stadion Alkmaar ledereen in hetregulier enspeciaal onderwijs € 130,bijvoorinschrijving voor15oktober € 145,-na15 oktoberinct. tunch. koffre/thee Georganiseerd doorREC 4.5Specialisten ingedrag enonderwijs enHelioskoop gedrag Specialisten inmotoriek, enleren
U n i e kp l a t f o r m v o o rk e n n i s d e l i negn i n f o r m a t i e - u i t w i s s e l i n g . 4 W o r k s h o p r o n dm ee s ti n s p i r e r e n ds e prekers. 39Verschillende workshops metactuele thema's: Recente ontwikkelingen - Persoonlijke Gedrag- (Senso)motoriek ontwikkeling. B o e i e n dien f o r m a t i e m a rmket t :b o e k e n h o e k , I C T - d e m o n s t r a t i e heonepko s t e r s e s s i e s .
*a
^_E
, ; i ; i u , ' ) ,[ T p i c a r S ï ^*
>:i
,-t'irt!9
Voormeerinformatieen aanmelden:
l*
Artikel
Literatuur
Over de auteur
Berkel, A. van (2006). Orthodidactiehaan het Engek. Bussum:UitgeverijCoutinho. and the teacher.London: Child, D. (2007). Psychology
Mieke Urf[, MA, werkzaambij het Fontys Onderwijscentrum voor de SpecialeOnderwijszorg,heeftzich ge-
Continuum InternationalPublishingGroup. in de school: Driel, L. van (2006). Professionalisering een studie naar uerbetering uan het pedagogisch' didactisch hand.elen.Verkregen op 24-10-2007 http://igitur-archive.library.uu.nl/dissertations| 2007 -0306-200600| c2.pdf. Emst, A. van (2004). Koopeenauto oPde shop - Paravan
digrnathirt in het onderwijs.Utrecht: APS. Kleijnen,R., 6c Henneman,K. (2005).Nu aande slag met het Protocol. Remediaaljg 6. Kolk, S. van de (2005). Proefdraaienmet het Protocol DyslexieVoortgezetOnderwijs. Bakns bekng.Bikhoven:BalansPublicaties. herKrosse,H. de, 6c Kleijnen, R. (2007). Dlslectische lingen en de talen. Nijmegen: Masterplan Dyslexie. Ministerie van OC\7 (2006). EualuatieZorgstructuur in het VoortgezetOnfurwijs UO/OK/2006/49928). Verkregenop 24-10-2007 van www.minocw.nl. Paternotte,A. (2004). Aanpak dyslexiein het YO. Balans Belang.Bilthoven: BalansPublicaties. Ponte, P. (2004). Interactieueprofessionaliteiten interactieue uormenuan kennisontwihhelingin speciahonderwij szorg.Antwerpen/Apeldoorn: Garant. 'Werkhoven,'W., & Castelijns'J. (2001). Stevens,L., TheAttunement Strateg! (rechirning childrenlsmotiinsnuctíon). Geneva:Internatiuation by responsiue onal Bureauof Education. Stines,Y.M. (2007). ABC\ helpingthedyshxicsndent in the regularckssroorn.Verkregenop 24-10-2007 van www.dyslexia-teacher.com. Theunissen,J., & Simons, J. (2005). Het zit anders in mijn hoofd. Verkregen op 2-12-2005 van
c)
http://kpcgroep.nl/kennisOnLine/artikelen/main. I 803&SubjectlD. asp??ArticlelD= Vogels, R., & Bronneman-Helmers,R. (2006). Vie
o F o
werkenin het onderwijs?DenHaag: Sociaalen Cultureel Planbureau(SCP-publicatie2006-19). '$Tadlington, E.M., & Vadlington, P.L.(2005).\7hat
F F
N
N
t.rt -
(o
.g I
o
E Gr
0Ê
educatorsreallybelieveabout dyslexia.ReadingimProuement42 (1): 16-33. 'Wilson, D.R. (2002). Building bridgu to InclusiueForeign LanguageEducation through appropriatefuapYerkregen op 27-12-2007 van plied technologies. www.speci aleducation aln eeds.com / mfl | fleat4| pa' per.doc.
in ondersteuningbij de modernevreemde spccialiseerd talen en op het gebiedvan taalbeleidin het voortgezet onderwijs.Ze heeft ruim twintig jaar bij verschillende voor voortgezetonderwijsgescholengemeenschappen werkt als docent Fransen Engels,remedialteacheren dyslexiespecialist.