Voorschoolse, Naschoolse en Vakantieopvang verbonden aan de Basisscholen in Schijndel
VASTGESTELD IN DE BESTUURSVERGADERING VAN 19 JUNI 2007
INLEIDING
In november 2006 is de eerste kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel Buitenschoolse Opvang (BSO). Deze wet is een gevolg van de motie Van Aartsen/Bos die aan de scholen een verantwoordelijkheid wilde toekennen ten aanzien van voorschoolse, naschoolse en vakantie-opvang. De wet is ingegaan op 1 januari 2007: vanaf dat moment moeten schoolbesturen de voorbereidingen gaan treffen om vanaf 1 augustus 2007 zorg te dragen voor het organiseren van een voorziening voor buitenschoolse opvang. Het meest bondig samengevat komt het erop neer dat de scholen ervoor moeten zorgen dat er buitenschoolse opvang beschikbaar is, als ouders of verzorgers daarom vragen. De Stichting Samenwerkingsbestuur voor Katholiek en Openbaar Primair Onderwijs in Schijndel (SKOPOS) realiseerde zich dat Schijndel zich in de relatief luxe positie bevindt van de beschikbaarheid van verschillende vormen en verschillende organisaties van buitenschoolse opvang. Het belangrijkste probleem dat de wet wil oplossen (niet beschikbaar zijn van buitenschoolse opvang), speelt niet in Schijndel. Met de verantwoordelijkheid die de wet aan schoolbesturen toekent heeft SKOPOS niettemin de verplichting om aan te geven hoe zij garandeert dat er goede opvang beschikbaar is. Deze notitie gaat hierop in en geeft aan dat in de visie van SKOPOS onderwijs, opvang en opvoeding hand in hand zullen moeten gaan om de ontwikkeling van kinderen zo optimaal mogelijk te ondersteunen. Wanneer ouders op verzorgers gedurende delen van de week opvang en opvoeding niet zelf kunnen verzorgen moeten er voorzieningen zijn die voor de thuisopvang niet onderdoen. SKOPOS is groot voorstander van de Schijndelse Educatieve Basiscentra, ondermeer omdat daarin onderwijs, opvang en opvoeding direct met elkaar in verband worden gebracht, zowel praktisch als inhoudelijk. Het doel is samenwerken ten behoeve van het kind. Stichting SKOPOS heeft een voorbereidingscommissie in het leven geroepen die de beschikbare materialen bestudeerd heeft. Met name de uitgave Goed werkgeverschap – Buitenschoolse Opvang van de Bond KBO is dankbaar geraadpleegd, ondermeer is het daarin voorgestelde stappenplan nauwgezet gevolgd. Er is rekening gehouden met landelijk onderzoek naar ouderwensen en er is gebruik gemaakt van verschillende modellen vragenlijsten voor de ouderenquête bij de samenstelling van de vragenlijst die in Schijndel gebruikt is. U vindt achtereenvolgens: Samenvatting van het advies aan het schoolbestuur. Hoofdstuk 1. De visie en voorwaarden ten opzichte van de buitenschoolse opvang Hoofdstuk 2. Het uitvoeringsmodel en de keuze die SKOPOS daarin maakt. Hoofdstuk 3. De vervolgstappen met de daarbijbehorende tijdsplanning. Verder de volgende bijlagen: Bijlage 1: De belangrijkste resultaten van de vragenlijst Bijlage 2: Een nadere uitleg van de wettelijke regeling Bijlage 3: Een modelcontract dat met een aanbieder kan worden gesloten bijlage 4: Een compacte samenvatting van het aanbod buitenschoolse opvang van de verschillende opvang-organisaties in Schijndel (deze is bij de organisaties ongevraagd maar nog niet ontvangen) bijlage 5: Begrippenlijst
2
SAMENVATTING VAN HET ADVIES AAN HET SCHOOLBESTUUR Het advies betreft de wijze waarop de Schijndelse basisscholen kunnen voldoen aan de verplichting om ervoor te zorgen dat per 1-8-2007 buitenschoolse opvang in of nabij de school beschikbaar is als ouders of verzorgers daarom vragen. Het advies volgt twee uitgangspunten: 1] de EBC-filosofie waarin onderwijs, opvang en opvoeding hand in hand moeten gaan voor een gezonde ononderbroken ontwikkeling van het kind en 2] landelijk en lokaal onderzoek onder ouders en verzorgers ten aanzien van hun wensen inzake buitenschoolse opvang. De opvang moet voldoen aan de volgende voorwaarden: De opvang is: veilig en vertrouwd voor ouders en kinderen; betaalbaar (maximaal € 6,02 per uur), van goede kwaliteit, de sfeer is anders dan op school. Voorts voldoet ze volledig aan de Wet Kinderopvang. ADVIES: GEADVISEERD WORDT OM DE KINDEROPVANG NIET ZELF TER HAND TE NEMEN MAAR UIT TE BESTEDEN. DE STICHTING SKOPOS SLUIT DAARTOE EEN OVEREENKOMST MET DE VASTE EBCPARTNER SKS DE PLU NAMENS ALLE SCHOLEN. DE OVEREENKOMST VOORZIET IN DE VERPLICHTING DE VOORZIENING VOOR BUITENSCHOOLSE OPVANG OOK DAADWERKELIJK VOORHANDEN TE HEBBEN WANNEER DE VRAAG VAN OUDERS OF VERZORGERS ZICH VOORDOET.
3
HOOFDSTUK 1 – VISIE EN VOORWAARDEN Om eisen te kunnen stellen aan de buitenschoolse opvang is het van belang een visie te hebben van waaruit eisen kunnen worden gesteld. Hieronder enkele onderdelen uit beleidsstukken van SKOPOS, die betrekking hebben op de visie: 1. De strategische keuzes/speerpunten en doelstellingen moeten worden gezien als inzet om een aantal ontwikkelingen te intensiveren. Dat zijn met name: Educatieve Basiscentra, gedifferentieerde schoolprofielen en onderwijsprofielen, opvang van zorgleerlingen en de samenwerking met instellingen voor kinderopvang en met het Dommelnetwerk. 2. Onderwijs, zorg en opvang worden verzorgd binnen Educatieve Basiscentra in een veilige, pedagogische, en inspirerende leeromgeving, waarin zowel kinderen als volwassenen leren (lerende organisatie). 3. EBCs inrichten voor multifunctioneel gebruik (brede school); 4. Het verder ontwikkelen van Educatieve Basiscentra door: multifunctioneel gebruik van EBCs (onderwijs, opvang, educatie) pluriform onderwijsaanbod aantrekkelijke, passende en veilige huisvesting tussenschoolse- en buitenschoolse opvang
Wensen van ouders en kinderen De ouders en kinderen zijn “klanten”, die wensen hebben en een beeld hebben over hoe de opvang er uit moet zien. Daar moet rekening mee worden gehouden. Uit een landelijk onderzoek van het Sociaal en 1 Cultureel Planbureau blijkt dat kinderen vooral 2 wensen hebben: 1. ze willen dat de dagopvang meer uitstapjes en activiteiten aanbiedt 2. ze willen meer zelf bepalen wat ze mogen doen De belangrijkste wensen van ouders zijn volgens genoemd onderzoek de volgende: 1. flexibiliteit in de tijden 2. ruime mogelijkheden tot vakantieopvang 3. de opvang zo dicht mogelijk bij school 4. hoge kwaliteit van het personeel Hieronder de belangrijkste conclusies uit de Schijndelse ouder-enquête die door SKOPOS is georganiseerd. Er hebben in totaal 530 gezinnen gereageerd. Dit is veel meer dan de vereiste 25% om een correcte uitslag te verkrijgen. Een samenvatting van de enquête is opgenomen in bijlage 1. De hoofdpunten hieruit: Er is bij de ouders een duidelijke behoefte aan buitenschoolse opvang. De meeste ouders vangen hun kinderen zelf op. De professionele opvang wordt vooral afgenomen bij “De Plu”. De ouders willen graag van alle varianten (voorschoolse-, naschoolse- en vakantieopvang) gebruik maken. De huidige afnemers maken vaak ook van meerdere mogelijkheden gebruik. Uit de mogelijkheden van vaste-, flexibele- en incidentele opvang wordt de voorkeur aan vaste tijden gegeven. Een derde deel van de ouders heeft behoefte aan onregelmatige opvang. Opvang in de buurt van de school geniet de voorkeur. Een derde deel van de ouders heeft behoefte aan extra activiteiten tegen meerprijs. Hierbij genieten vooral sportieve en creatieve activiteiten de voorkeur. Elke door SKOPOS aanbevolen instantie die de buitenschoolse opvang gaat regelen dient rekening te houden met de wensen van onze ouders.
1
SCP: “Liefst zoals thuis”, 2006 4
OVERIGE STANDPUNTEN De volgende onderdelen bevatten standpunten die betrekking hebben op de visie en voorwaarden, die onder andere zijn gehaald uit de verschillende beleidsstukken van SKOPOS, (o.a. Tussenschoolse Opvang) en van SKS De Plu (buitenschoolse opvang). Veilig en vertrouwd Gebouwen zijn conform de kwaliteitseisen ingericht en worden regelmatig op veiligheid getoetst door instanties als de GGD, brandweer, arbeidsinspectie etc. Kinderen komen daarnaast ook zoveel mogelijk buiten. Ook daar moet de veiligheid goed worden gecontroleerd. Elke groep bestaat uit een vast team van leiders/leidsters. Voor kinderen en ouders betekent dit vertrouwde gezichten en een vast aanspreekpunt. Men zorgt voor een open communicatie tussen personeel en ouders over de ontwikkeling van hun kind(eren). Naast de gesprekken tijdens halen en brengen kunnen ouders een afspraak maken met de leiders/leidsters om de ontwikkeling van hun kind beter te kunnen volgen. Betaalbaar De kosten voor de basisopvang zijn niet hoger dan de wettelijke maxima (in 2007 € 6,02 per uur). Daarnaast kunnen er extra pakketten zijn waarvoor meer betaald moet worden. Ouders worden goed op de hoogte gebracht van de vergoedingen en extra kosten. Dit wordt elk jaar geëvalueerd en eventueel aangepast. Vanuit SKOPOS worden alleen extra subsidiemiddelen besteed aan de opvang en geen structurele onderwijsgelden. Kwaliteit Er wordt gewerkt met goed opgeleid personeel. Het niveau van opleiding / bijscholing is in evenwicht met de veranderende markt en kwaliteitseisen. De opvang moet bereid zijn om pedagogische concepten te vernieuwen en te verdiepen. De opvang vindt plaats in goed geoutilleerde, kindvriendelijk ingerichte kindercentra. Bij voorkeur binnen of nabij de educatieve centra. Er wordt gestreefd naar flexibele groepssamenstellingen. De buitenschoolse opvang creëert een vertrouwde plek voor kinderen, biedt warmte en veiligheid en is een plek waar kinderen plezier beleven. Opvoeding en ontwikkeling De buitenschoolse opvang is mede verantwoordelijk voor de opvoeding. Dit betekent dat ze is gericht op het aanbieden van kansen en mogelijkheden. Het kind wordt begeleid in zijn of haar ontwikkeling, we zien het kind als een persoon dat ervaring opdoet in het „samen – leven‟. Die ontwikkeling zien we heel breed, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling, de motorische ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. In de ontwikkeling staat het zelfstandig handelen van de kinderen centraal. Hoe ouder de kinderen worden, hoe groter de rol van de eigen inbreng. Uitgaan van de groep betekent aandacht voor interactie en communicatie tussen kinderen onderling en tussen leidster en kind, aandacht voor groepsprocessen en voor het individuele kind in het geheel. Binnen de grenzen van het groepsbelang is er oog voor de individualiteit en voor de wensen van de kinderen. De omgang met anderen (zowel kinderen als volwassenen) is gebaseerd op wederzijds respect, vertrouwen en eerlijkheid. Anders dan de wetgever ons vraagt, betreft de huidige notitie ook de leerlingen van het Speciaal Basis Onderwijs. Anders dan school Kinderen ervaren de opvang duidelijk anders dan de schoolomgeving. De omgeving waarin ze zich bevinden moet daarom duidelijk anders zijn. Dit kan binnen de educatieve centra zijn, als de sfeer en inrichting zich voldoende onderscheidt van de leeromgeving, maar het kan ook daarbuiten. Het kind heeft het gevoel dat het vrije tijd heeft.
5
HOOFDSTUK 2 – UITVOERINGSMODEL: UITBESTEDEN OF ZELF DOEN? Bij de uitvoering van de BSO kan een keuze worden gemaakt uit twee varianten: 1. het bestuur maakt afspraken met één of meer bestaande organisaties voor kinderopvang (uitbesteden) of 2. het bestuur richt een eigen rechtspersoon op (zelf doen). Bij beide varianten kan het gaan om opvang binnen of bij het EBC- of schoolgebouw, of op een aparte locatie. En in beide varianten gaat het om sluitende dagarrangementen: onderwijs en opvang zijn op elkaar afgestemd. Naschoolse activiteiten (sportief, cultureel, recreatief) kunnen onderdeel uitmaken van beide varianten. Kenmerken van het uitbesteden Het schoolbestuur en de professionele BSO-organisatie sluiten een overeenkomst. Het schoolbestuur voldoet daarmee aan zijn zorgplicht, maar de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en de aansprakelijkheid tijdens de opvang-uren verschuiven naar de opvangorganisatie. Ook de zorg voor kwaliteit, het personeel en de huisvesting vallen onder verantwoordelijkheid van de opvangorganisatie. In deze variant is Wet Kinderopvang van toepassing. Het schoolbestuur brengt in deze „makelaarsvariant‟ de kinderopvangorganisatie(s) in de omgeving in kaart en zet het aanbod op een rijtje, met alle relevante praktische en inhoudelijke kenmerken, zoals: Openings- en sluitingstijden Opvang tijdens studiedagen Vakantieopvang Prijzen Vervoer van leerlingen Aanbod maaltijden Aanbod naschoolse activiteiten Aard voorzieningen Afstand tot de school Kwaliteit van de organisatie (opleidingsniveaus leidsters etc) Beleid (didactisch, pedagogisch, levensbeschouwelijk) Capaciteit Aansluiting bij EBC-ontwikkelingen Het blijft uiteindelijk aan de ouders om de keuze te maken voor de opvangorganisatie, ongeacht met wie het schoolbestuur een contract heeft gesloten. Het contract tussen schoolbestuur en opvangorganisatie garandeert dat je als ouder of verzorger met een kind op deze school ook daadwerkelijk van buitenschoolse opvang gebruik kunt maken en dat deze opvangorganisatie(s) ook voldoen aan de normen die de wet aan de scholen heeft opgelegd ten aanzien van buitenschoolse opvang.
Kenmerken van het zelf doen Het schoolbestuur kan een eigen rechtspersoon (stichting) oprichten voor de opvang, of een bestaande organisatie overnemen. Ook in dit geval is de stichting verantwoordelijk voor de uitvoering en aansprakelijkheid tijdens de opvang-uren. Overigens kan het stichtingsbestuur deel uitmaken van het bevoegd gezag, zodat verantwoordelijkheden bij het schoolbestuur blijven of het schoolbestuur zelfs volledige zeggenschap over de stichting verkrijgt. Ook in de zelf-doen variant is Wet Kinderopvang op de stichting van toepassing. Deze variant kan van pas komen als er geen organisatie voor kinderopvang in de nabijheid van de school voorhanden is, als er geen particuliere initiatieven in deze richting bestaan of als men zeer ontevreden is over het bestaande aanbod (waar bovendien de kansen op verbetering gering zouden zijn). In Schijndel is van geen van deze redenen sprake. Het oprichten van een nevenstichting door het schoolbestuur heeft daarnaast heel wat meer voeten in aarde dan het vervullen van de makelaarsrol; geen van de scholen heeft aangegeven ambities te hebben nieuwe, eigen initiatieven op het gebied van buitenschoolse opvang te willen ontplooien. Voor SKOPOS ligt het dan ook voor de hand zich toe te leggen op de makelaarsrol en te kiezen voor uitbesteden.
6
EBC-ONTWIKKELING EN BUITENSCHOOLSE OPVANG Het beleid van SKOPOS en van de gemeente Schijndel is gericht op de ontwikkeling van vier Educatieve Basiscentra (EBCs) waarin tenminste alle reguliere Schijndelse basisscholen zijn ondergebracht, alle peuterspeelzalen en waarin een vorm van buitenschoolse opvang is opgenomen. Genoemde organisaties zijn bij voorkeur maar niet per se ook fysiek in hetzelfde gebouw ondergebracht. De scholen maken deel uit van één schoolbestuur, de peuterspeelzalen kennen ook één gezamenlijk bestuur. De buitenschoolse opvang in Schijndel wordt inmiddels door tenminste drie organisaties aangeboden. Een ervan, Stichting Kinderdagverblijven Schijndel De Plu, is mede-initiator van de Schijndelse EBCs en is, evenals de scholen en peuterspeelzalen, een van de zogeheten „vaste partners‟ in de Schijndelse EBCs. Dat betekent dat in of nabij elk EBC, SKS De Plu de gelegenheid wordt geboden om BSO-ruimte te huren en het betekent dat in het EBC-beleid van de afzonderlijke EBCs de school/scholen, peuterspeelzaal en de BSO van SKS de Plu een gelijkwaardige inbreng hebben. EBCs kennen naast genoemde vaste partners samenwerking met tal van andere organisaties. Afzonderlijke EBCs (en natuurlijk ook partners binnen de EBCs) hebben de vrijheid samenwerking aan te knopen met elke organisatie die kan bijdragen aan de EBC-doelen. In lijn met bovenstaande ligt het voor de hand dat SKOPOS in het kader van de voorschoolse, naschoolse en vakantie opvang een contract sluit met SKS De Plu, en de afzonderlijke scholen kunnen op uitdrukkelijke wens van de ouders daarnaast contracten afsluiten met andere BSO-aanbieders, zover deze ook aan algemene beleidslijnen uitgezet in deze notitie, voldoen. De beslissing voor feitelijke deelname aan de BSO blijft uiteindelijk aan de ouders/verzorgers.
De verantwoordelijkheid voor het (laten) organiseren van de BSO ligt bij SKOPOS; de verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de BSO-instelling, en dus niet bij het schoolbestuur. Verdere uitvoeringsafspraken worden vastgelegd in het contract dat met de BSO-instelling wordt afgesloten. Een veelvoorkomend model daarvan treft u aan in bijlage 3.
7
HOOFDSTUK 3 – VERVOLGSTAPPEN EN TIJDSPLANNING 13-4-2007 Conceptnotitie verstuurd naar Directieberaad Scholen (DBS) 13-4-2007 Format belangrijkste kenmerken verstuurd naar alle organisaties voor kinderopvang in Schijndel 17-4-2007 DBS bespreekt conceptnotitie (1) 19-4-2007 Informatieavond conceptvoorstel voor ouders en leerkrachten (Klankbord) 27-4-2007 Suggesties DBS en Informatieavond verwerkt, conceptnotitie (2) naar Bestuur SKOPOS 24-5-2007 Voorgenomen besluit Bestuur SKOPOS aanbieden aan GMR 6-6-2007 GMR-advies, verzenden naar Bestuur SKOPOS 21-6-2007 Bestuur SKOPOS besluit 16-6-2007 Stichting SKOPOS sluit namens alle scholen een overeenkomst met SKS De Plu waarin de samenwerking in de vorm van uitbesteding, is vastgelegd. De afzonderlijke scholen hebben daarnaast de mogelijkheid om eenzelfde overeenkomst ook met andere organisaties voor buitenschoolse opvang af te sluiten, zoals aangegeven: mits deze voldoen aan de visie en voorwaarden aangegeven in hoofdstuk 2. 1-8-2007 Formele sluitingsdatum contracten, aanvangsdatum regeling 13-8-2007 Aanvang schooljaar: BSO bij gecontracteerde instellingen in Schijndel wordt uitgevoerd conform de afgesloten contracten.
8
BIJLAGE 1 – BELANGRIJKSTE RESULTATEN UIT DE OUDERENQUÊTE Presentatie 19-4-06
Onderzoek naar voorschoolse-, naschoolse- en vakantieopvang Stichting Skopos (februari/maart 2007) Onderzoekverantwoording Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van schriftelijke enquêtes. De enquêtes zijn beantwoord in de periode 25 januari – 17 februari 2007. In totaal zijn 530 vragenlijsten verwerkt. In het volgende overzicht is de verdeling opgenomen naar basisschool en naar het aantal leerlingen op de verschillende scholen. Verder zijn nog 35 vragenlijsten ontvangen van ouders met kinderen op peuterspeelzalen ; deze ouders hebben nu geen kinderen op de basisschool). ontvangen vragen-
aantal leerlingen
lijsten
respons-percentage
‘t Kwekkeveld
103
358
29%
De Vossenberg
49
271
18%
De Beemd
53
348
15%
De Kring
16
102
16%
De Heijcant
158
522
30%
De Regenboog
139
672
21%
St.Jan
12
42
29%
Totaal
530
2315
23%
tabel 1: huidig gebruik buitenschoolse opvang (vraag 2) TOTAAL meerdere antwoorden mogelijk
absoluut
%
ik vang mijn kinderen zelf op
330
62%
ik maak gebruik van een professionele kinderopvangorganisatie
117
22%
ik maak gebruik van een betaalde oppas
47
9%
familie/buren/vrienden/kennissen vangen mijn kinderen op
203
38%
530
100%
Conclusie: De meeste ouders vangen de kinderen zelf op. Professionele kinderopvang komt verhoudingsgewijs het meest voor bij de Beemd, Heijkant en Regenboog. Opvang via familie/buren komt bij alle scholen veel voor. 2
9
1
tabel 3: Redenen niet/weinig gebruik professionele opvang(vraag 4) TOTAAL meerdere antwoorden mogelijk
abs
professionele opvang te duur
% 62
15%
297
72%
familie/buren
62
15%
anders
64
15%
vang kinderen zelf op
geen antwoord Totaal
13
3%
413
100%
Conclusie: Veruit de meeste mensen die geen of weinig gebruik maken van professionele opvang, geven als reden daarvoor aan dat zij de kinderen zelf kunnen opvangen. De kosten spelen eveneens een rol, net als de mogelijkheid die men heeft om familie en buren in te schakelen. Als andere redenen noemt men nog dat men het prettig vindt dat kinderen na school thuis kunnen zijn 3
tabel 4: Toekomstige behoefte aan opvang (vraag 5)
TOTAAL meerdere antwoorden mogelijk
abs
%
voorschools vaste dagen
71
13%
voorschools flexibele dagen
24
5%
voorschoolse incidenteel
47
9%
106
20%
naschools flexibele dagen
35
7%
naschoolse incidenteel
67
13%
vakantie-opvang vaste dagen
74
14%
vakantie-opvang flexibele dagen
48
9%
vakantie opvang incidenteel
82
15%
weet nog niet
132
25%
geen behoefte aan opvang
184
35%
naschools vaste dagen
geen antwoord Totaal
6
1%
530
100% 4
Conclusie Op zich is er behoefte aan alle vormen van opvang, maar opvang op vaste dagen scoort toch steeds het hoogst. Er lijkt meer behoefte te zijn aan incidentele opvang dan aan flexibele opvang, waarbij het wel de vraag is of niet tenminste een deel van de respondenten geen verschil tussen beide opvangsoorten ziet. Het komt overigens maar in een klein aantal gevallen voor dat wordt aangeven dat men slechts aan één vorm van opvang behoefte heeft.
Het overgrote deel van de respondenten die aangeven behoefte aan voorschoolse opvang te hebben, vraagt ook om naschoolse opvang. Evenzo heeft het grootste deel van de respondenten die om vakantie-opvang vragen ook behoefte aan naschoolse opvang. 5
10
tabel 5d: Voorkeur voor locatie exclusief respondenten “geen behoefte” (vraag 6)
VOORSCHOOLS TOTAAL
abs
bij lokatie, binnen of in buurt van de school
NASCHOOLS TOTAAL
%
abs
VAKANTIE TOTAAL
%
abs
%
90
71%
218
66%
121
40%
bij lokatie, niet in de buurt van de school
0
0%
30
9%
54
18%
geen voorkeur
4
3%
24
7%
72
24%
geen antwoord totaal
33
26%
56
17%
54
18%
127
100%
328
100%
301
100%
Conclusie: Bij voorschoolse opvang gaat de voorkeur het meest uit naar opvang bij de school. Bij naschoolse opvang wordt die voorkeur al wat minder groot en bij vakantie-opvang heeft meer dan 40% van de respondenten geen voorkeur voor de lokatie. In dit overzicht zijn alle respondenten die aangeven aan de betreffende vormen van opvang geen behoefte te hebben weggelaten.
6
tabel 5e: VOORKEUR TIJDEN/DAGEN:exclusief respondenten “geen behoefte”(vraag 6) VOORSCHOOLS
NASCHOOLS
TOTAAL
TOTAAL
abs
%
abs
VAKANTIE TOTAAL
%
abs
%
maandag
26
20%
50
15%
58
19%
dinsdag
26
20%
83
25%
86
29%
woensdag
10
8%
21
6%
28
9%
donderdag
28
22%
68
21%
75
25%
vrijdag
11
9%
41
13%
36
12%
wisselende dagen
16
13%
61
19%
19
6%
weet nog niet
41
32%
90
27%
133
44%
geen antwoord totaal
36
28%
58
18%
48
16%
194
100%
328
100%
301
100%
7
Conclusie: •Veel respondenten weten nog niet welke dagen/welke tijden zij opvang nodig hebben. •Woensdag en vrijdag zijn duidelijk de minder populaire dagen. •Ten aanzien van de gewenste tijden voor de opvang gaat het bij naschoolse en vakantie- opvang voor het overgrote deel van de respondenten om opvang op maandag, dinsdag en donderdag tot 18.00 uur. •Met name op woensdag is er relatief veel behoefte aan vakantieopvang voor alleen de ochtend. •De vraag naar opvang na 18.30 komt maar sporadisch voor. •Hetzelfde geldt voor vakantie- opvang voor alleen een middag 8
11
tabel 6: Behoefte aan onregelmatige opvang (vraag 12) TOTAAL abs
%
ja
168
32%
nee
175
33%
weet nog niet
144
27%
43
8%
geen antwoord
totaal 530 100% Conclusie: •Ongeveer een derde van de respondenten geeft aan behoefte te hebben aan onregelmatige opvang. Opvallend hier is dat respondenten van Vossenberg en Kwekkeveld en Beemd relatief hoog scoren, zeker afgezet tegen hun mindere behoefte aan opvang in het algemeen. •Opvallend is ook dat respondenten die bij vraag 5 en 6 aangeven dat zij geen behoefte aan opvang hebben in een aantal gevallen hier aangeven dat zij wel behoefte denken te hebben aan onregelmatige opvang. 9
tabel 7: Behoefte aan extra aanbod tegen meerprijs (vraag 13)
TOTAAL abs
%
nee
125
24%
ja
162
31%
weet nog niet
156
29%
86
16%
530
100%
geen antwoord totaal
Conclusie: •Bijna een derde van de respondenten heeft behoefte aan extra aanbod tegen een meerprijs. Die behoefte is bij ouders van de Vossenberg relatief laag, maar bij ouders van het Kwekkeveld juist weer relatief hoog. •Veel respondenten geven als antwoord “weet nog niet” wat waarschijnlijk ook te maken heeft met de vraag wat dat extra aanbod precies gaat inhouden en tegen welke prijs. 10
tabel 8: Eerste voorkeur extra activiteiten tegen meerprijs (vraag 14) TOTAAL abs
%
cultureel
30
6%
creatief
139
26%
lesactiviteiten
15
3%
muzisch
101
19%
sportief
143
27%
weet niet/geen antwoord
147
28%
Totaal
530 100%
Conclusie: •Sportieve en creatieve activiteiten komen als meest voor de hand liggend naar voren. •Ook aan muzische activiteiten is een behoorlijke behoefte. •Aan cultureel en aan lesaanbod is daarentegen niet zo veel behoefte. Sommige respondenten geven bij de opmerkingen ook aan dat zij menen dat ontspanning het belangrijkste is bij buitenschoolse opvang. Lesactiviteiten verbindt men dan niet zo met die ontspanning.
12
11
tabel 9: Maaltijdservice tegen meerprijs (vraag 15)
TOTAAL abs
%
warme maaltijd middels cateringbedrijf
48
9%
zelf meegebrachte maaltijden in magnetron
24
5%
op locatie versgekookte warme maaltijd
48
9%
wel opvang maar geen maaltijdservice
211
40%
geen antwoord
233
43%
Totaal
530
100%
Conclusie: Ruim 20% van de respondenten heeft wel op één of andere manier behoefte aan een maaltijdservice, waarbij dan weer opvalt dat men dan toch liever geen maaltijden zelf meegeeft. Die 20% is overigens (in aanmerking genomen dat een maaltijdservice niet zo relevant zal zijn voor degenen die hun kinderen al zo rond 17.00 uur ophalen), een vrij hoog aantal. 12
Uitkomsten Peuterspeelzalen
In totaal zijn 35 vragenlijsten verwerkt van ouders met kinderen op de peuterspeelzalen (en zonder kinderen op de basisschool). Gezien het beperkte aantal vragenlijsten , en ook de wat afwijkende manier van beantwoorden is er voor gekozen de uitkomsten voor deze groep niet in cijferoverzichten weer te geven, maar in algemene zin te bespreken. •van deze 35 respondenten hebben er 12 behoefte aan voorschoolse opvang: 30 % •17 respondenten (waaronder 11 van de respondenten die ook behoefte hebben aan voorschoolse opvang) hebben behoefte aan naschoolse opvang: 48 % •14 respondenten hebben behoefte aan vakantie/opvang, dit zijn allemaal respondenten die ook behoefte hebben aan naschoolse opvang) :40 % •8 respondenten weten nog niet of ze behoefte aan opvang hebben •10 respondenten hebben geen behoefte aan opvang •10 respondenten hebben behoefte aan onregelmatige incidentele opvang •12 respondenten hebben interesse in extra activiteiten tegen meerprijs •15 respondenten hebben geen behoefte aan een maaltijdservice in welke vorm dan ook, (11 respondenten hebben deze vraag niet beantwoord.) 13
13
Enkele algemene opmerkingen: -meerdere respondenten geven aan dat zij de vragenlijst hebben beantwoord op basis van hun huidige situatie (bijvoorbeeld dat zij momenteel niet werken en dus geen opvang nodig hebben) maar dat die situatie in de toekomst wel anders zou kunnen worden -andere respondenten geven juist weer aan dat zij de vragenlijst hebben ingevuld uitgaande van de veronderstelling dat zij in de toekomst waarschijnlijk behoefte hebben aan opvang, maar dat op zich niet zeker is -maar enkele respondenten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid voor het maken van opmerkingen. Opvallend is dat meermalen wordt opgemerkt dat ouders menen dat het belangrijk is bij buitenschoolse opvang dat de kinderen gelegenheid krijgen om zich te ontspannen -een andere opmerking die meermalen naar voren komt is dat er behoefte is aan opvang in leeftijdsgroepen, dus jongere en oudere kinderen apart opvangen. 14
14
BIJLAGE 2 – NADERE UITLEG WETTELIJKE REGELING De wet en regelgeving op de kinderopvang: Uitgangspunt van de wet is de centrale positie van de ouders, Op basis daarvan regelt de Wet Kinderopvang twee zaken: de financiering van de kosten van kinderopvang de kwaliteit van de kinderopvang en de toezicht daarop. 1. De financiering De Wet regelt dat het Rijk meebetaalt aan de kosten voor Kinderopvang. Dit geldt voor gezinnen waarvan beide ouders werk en zorg combineren en voor eenoudergezinnen waarvan de ouder werk en zorg combineert. De tegemoetkoming van het Rijk is een percentage van de kosten. Vanaf 2007 is dit inclusief de verplichte werkgeversbijdrage. De hoogte van het percentage is afhankelijk van het inkomen van het gezin. Hoe lager het inkomen, hoe hoger de Overheidsbijdrage. Ook het aantal kinderen in een gezin dat gebruik maakt van kinderopvang is bepalend voor de hoogte van deze tegemoetkoming. Om te voorkomen dat kinderopvang voor grote gezinnen te duur wordt, betaalt het Rijk vanaf het tweede kind meer mee. Tenslotte bepaalt de maximale uurprijs van de opvang, de hoogte van de tegemoetkoming. De maximale uurprijs wordt jaarlijks vastgesteld. Kosten die boven de maximale uurprijs uitkomen, worden niet vergoed. (voor 2007 is de maximale uurprijs voor de hele dagopvang vastgesteld op € 5,85 en voor de buitenschoolse opvang op €6,02)
2. De kwaliteit van de kinderopvang en de toezicht daarop. De belangrijkste bepalingen uit de Beleidsregels (toegespitst op buitenschoolse opvang) kwaliteit kinderopvang zijn: Pedagogisch beleidsplan Elk kindercentrum dient te beschikken over een pedagogisch beleidsplan, waarin de volgende 4 competenties in overleg met de oudercommissie zijn uitgewerkt: voldoende emotionele veiligheid voldoende mogelijkheden voor het ontwikkelen van persoonlijke competenties voldoende mogelijkheden voor het ontwikkelen van sociale competenties overdracht van waarden en normen. Verder zijn de werkwijze, de samenstelling en maximale opvang van de stamgroepen beschreven. Groepsgrootte buitenschoolse opvang De opvang in groepen vindt plaats volgens de volgende voorwaarden: De opvang vindt plaats in stamgroepen, met dien verstande dat de kinderen bij (spel) activiteiten de stamgroep kunnen verlaten. De stamgroep bestaat uit maximaal 20 kinderen van 4 tot 12 jaar. Een stamgroep kan uit maximaal 30 kinderen bestaan voor groepen met alleen 8- tot 12-jarigen. Leidster-kindratio De norm is dat aan alle 3 de volgende voorwaarden is voldaan: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep is o 1 leidster op 10 kinderen o 2 leidsters en een extra volwassene per 30 kinderen voor groepen met alleen 8- tot 12-jarigen Bij (spel)activiteiten waar kinderen de stamgroep verlaten, wordt de leidster-kindratio vastgesteld volgens deze sleutel. Indien conform de leidster-kindratio slechts één beroepskracht op het centrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld.
15
In afwijking van het bovenstaande wordt voor de inzet van de beroepskrachten aan de volgende 3 voorwaarden voldaan: Ten hoogste een ½ uur per dag, niet aaneengesloten, kunnen minder beroepskrachten worden ingezet. Indien de buitenschoolse opvang tenminste 10 uur per dag aaneengesloten open is, kunnen ten hoogste 3 uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten worden ingezet. Deze 3 uur betreft alleen de tijd aan het begin en aan het einde van de dag, of tijdens de middagpauze. Minstens de ½ van het aantal vereiste beroepskrachten wordt altijd ingezet als er tijdelijk wordt afgeweken van de norm. Indien er één beroepskracht wordt ingezet, voor een tijdelijke afwijking van het gestelde, is er tenminste één andere volwassene aanwezig. Verblijfruimten en buitenspeelruimten De binnenspeelruimte voldoet aan de volgende voorwaarden: Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke groepsruimte Er is minimaal 3,5 m2 bruto-oppervlakte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimten buiten de groepsruimte. De binnenspeelruimte is veilig ingericht, overeenkomstig met het aantal op te vangen kinderen De binnenspeelruimte is op de leeftijd van de kinderen passend ingericht. De buitenspeelruimte voldoet aan de volgende voorwaarden: Er is minimaal 3 m2 bruto-speelruimte beschikbaar per kind De buitenspeelruimte is toegankelijk De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang De buitenspeelruimte is veilig voor kinderen De buitenspeelruimte is op de leeftijd van de kinderen passend ingericht. De buitenspeelruimte is, voor zover niet aangrenzend aan het centrum, in de directe nabijheid en veilig bereikbaar. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De eisen waaraan de verplichte R&I moet voldoen zijn in de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang uitgewerkt. Zo dient de R&I veiligheid tevens een lijst van ongevallen die kinderen zijn overkomen te bevatten. Verder is bepaald dat de houder tenminste jaarlijks een R&I moet maken en dat de resultaten en een daaruit voortvloeiend actieplan, met de oudercommissie besproken wordt. Beroepskwalificatie Beroepskrachten beschikken over passende beroepskwalificaties overeenkomstig de CAO Kinderopvang. Ook de inzet van beroepskrachten in opleiding is bepaald in de CAO Medezeggenschap ouders Uitgangspunt is dat elke vesting een oudercommissie heeft. Er kan ook een centrale oudercommissie worden ingesteld. Duidelijk moet zijn welke bevoegdheden gemandateerd zijn aan de centrale oudercommissie. Deze moeten schriftelijk worden vastgelegd. Verklaring omtrent het gedrag Alle personen werkzaam bij een buitenschoolse opvang moeten in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële documentatie. Het gaat om de houder, de bestuurder of de werknemer met een arbeidsovereenkomst. Schriftelijke overeenkomst De afname van buitenschoolse opvang wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. In deze overeenkomst is tenminste vermeld, de opvangsoort per kind, het aantal opvang uren per kind, het gemiddeld uurtarief, naast algemene gegevens als naam en adres van het kindercentrum. Al deze gegevens zijn bepalend voor de aanvraag bij de Belastingdienst, die de overheidsbijdrage uitbetaald.
16
Eisen aan de administratie In de regeling Wet Kinderopvang is beschreven aan welke eisen de administratie van een kindercentrum moet voldoen. De toezichthouder, het UWV, het College van B&W en de Belastingdienst moeten inzage kunnen hebben in de voor hen relevante gegevens. De administratie bevat de volgende gegevens: een overzicht van de werkzame beroepskrachten met hun naam, geboortedatum, verklaring omtrent gedrag, getuigschriften en diploma‟s afschrift van de risico-inventarisatie overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie overzicht van het reglement van de oudercommissie overzicht van alle ingeschreven kinderen met hun naam, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats en het adres en telefoonnummer van de ouders afschriften van de schriftelijke overeenkomsten Toezicht op kwaliteit De Beleidsregels werkwijze toezichthouder zijn opgesteld om een uniforme werkwijze van GGDambtenaren te bevorderen en transparant te maken voor kindercentra en voor ouders. Deze regels geven aan welke werkzaamheden de GGD-ambtenaar moet verrichten, de inhoudelijke uitwerking (de toetsingskaders), de soorten toezichtonderzoek (periodiek, incidenteel) de eisen die aan de inspectierapporten worden gesteld. Voordat de GGD- ambtenaar met het onderzoek start, gaat hij na of er sprake is van kinderopvang volgens de Wet Kinderopvang en of het kindercentrum gemeld is en of de gegevens in het register bij de gemeente actueel zijn. Toetsingskaders In het toetsingskader voor buitenschoolse opvang is vastgelegd naar welke kwaliteitsaspecten de toezichthouder kijkt en hoe hij tot een oordeel komt. De kwaliteitsaspecten zijn ingedeeld in domeinen (o.a. ouders, personeel, accommodatie) In de toetsingskaders is eveneens het domein pedagogisch beleid en praktijk opgenomen. Met behulp van verschillende indicatoren worden de 4 componenten waaraan verantwoorde kinderopvang moet voldoen getoetst, (voor de 4 componenten zie onder pedagogisch beleidsplan). Elk domein kent verschillende voorwaarden. Bij elk kwaliteitsaspect is een beslisregel opgenomen waaruit duidelijk wordt aan welke voorwaarden moet worden voldaan om te komen n tot een positief oordeel. Overig Verder zal een centrum voor buitenschoolse opvang aan de geldende wet- en regelgeving moeten voldoen: Wet klachtenrecht cliënten zorgsector Besluit veiligheid, attractie- en speeltoestellen Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang – Dagopvang en Buitenschoolse opvang, Convenant arbeidsomstandigheden kinderopvang Het bouwbesluit De warenwet.
17
BIJLAGE 3 – MODEL CONTRACT (ontleend aan www.schoolenopvang.nl) De ondergetekenden: A.
en B.
Het bestuur van de stichting voor (basis)onderwijs…………………………………………………..., gevestigd te …………………………………………………………………………….…………………………..., hierna te noemen het schoolbestuur…………………………………………………………………………. Het bestuur van de stichting kinderopvang………………………………………………………………., gevestigd te ……………………………………………………………………… ………………………………..., hierna te noemen de stichting kinderopvang…………………………………….………………………..
Verklaren het volgende overeen te komen. Artikel 1: algemeen Lid 1 De stichting ........................... heeft als kernactiviteit het aanbieden van kinderopvang voor kinderen van 0 jaar tot en met het einde van de basisschoolleeftijd en biedt in die hoedanigheid haar diensten aan het schoolbestuur, voor de volgende basisschool / basisscholen ………………………………………………………………………… Het schoolbestuur stelt de benodigde informatie beschikbaar aan de stichting kinderopvang, zodat deze haar diensten naar behoren kan uitvoeren. Lid 2 De diensten die door de stichting kinderopvang worden verzorgd, geschieden volgens de richtlijnen van het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid (SZW). De stichting voldoet aan de kwaliteitseisen die de Wet Kinderopvang stelt. Lid 3 Partijen verplichten zich tegenover elkaar tot het nakomen van de afspraken zoals in deze overeenkomst zijn opgenomen. Artikel 2: dienstverlening Lid 1 Partijen komen overeen dat de stichting kinderopvang ten behoeve van het schoolbestuur de voor- en naschoolse opvang zal verzorgen vanaf 1 augustus 2007, voor de in artikel 1, lid 1 genoemde school / scholen. Lid 2 De dienstverlening heeft verder betrekking op opvang tijdens schoolvakanties, roostervrije dagen en studiedagen van het lesgevende personeel van de basisschool / basisscholen. Artikel 3: duur van de overeenkomst Lid 1 Deze overeenkomst geldt allereerst voor …. jaar. Een en ander betekent dat de stichting kinderopvang tenminste de dienstverlening blijft verzorgen tot …………………………... Het tussentijds verbreken van deze overeenkomst is eenzijdig niet mogelijk. Alleen bij schriftelijk akkoord van beide partijen kan deze overeenkomst tussentijds worden verbroken. Opzegging van deze overeenkomst kan steeds 3 maanden voor het einde van de lopende termijn. Zonder verdere communicatie wordt dit contract steeds verlengd met 1 jaar met een opzegtermijn van 3 maanden. Lid 2 Bij verzuim van een partij om zijn verplichtingen ingevolge de wet en/of deze overeenkomst na te komen geeft de andere partij het recht de overeenkomst eenzijdig en zonder (financiële) consequenties te beëindigen. Dit schriftelijk, aangetekend en met omschrijving van redenen.
18
Artikel 4: omschrijving dienstverlening en werkwijze Lid 1 De stichting kinderopvang verzorgt per de ingangsdatum de in artikel 2 genoemde diensten voor het schoolbestuur op de volgende locatie(s): ………………………………………………………………………………. Lid 2 De opvangperiode is het gehele jaar met uitzondering van maximaal … dagen. Deze dagen worden voorafgaand aan het nieuwe schooljaar in onderling overleg vastgesteld. Lid 3 Voorafgaand aan het nieuwe schooljaar worden de schoolvakanties, roostervrije en studiedagen door het schoolbestuur doorgegeven aan de stichting voor kinderopvang. Lid 4 De opvangtijden van de buitenschoolse opvang zijn voor: Voorschoolse opvang: van …….. uur – …….. uur Naschoolse opvang: van …….. uur – …….. uur Roostervrije /studiedagen: van …….. uur – …….. uur Schoolvakanties: van …….. uur – …….. uur Lid 5 Wanneer sprake is van gastouderopvang gelden dezelfde opvangtijden, verder kunnen er ook individuele afspraken worden gemaakt tussen de gastouder en vraagouder. Lid 6 Flexibele opvang (bijvoorbeeld met een knipkaartensysteem) is mogelijk onder de volgende voorwaarden:………………………………………………………………………………………………………….. Lid 7 Wanneer de opvang op school plaatsvindt zijn de afspraken over het onderhoud, gebruik en beheer vastgelegd in een aparte huurovereenkomst en een huishoudelijk reglement. Lid 8 Indien de buitenschoolse opvang buiten het schoolgebouw plaatsvindt, draagt de stichting kinderopvang zorg voor het vervoer van de locatie voor buitenschoolse opvang naar de school en andersom. Het vervoer vindt op de volgende wijze plaats:………………………………… Tijdens het vervoer van de kinderen is de stichting voor kinderopvang verantwoordelijk en aansprakelijk. Lid 9 Tijdens de opvang worden de volgende activiteiten aangeboden………………………………………………………… Lid 10 De stichting kinderopvang behoudt zich het recht voor om de kinderen op een andere dan de in lid 1 (van dit artikel) genoemde locatie op te vangen, bijvoorbeeld en onder meer, in vakanties en op roostervrije dagen. De maximaal aanvaardbare reistijd tussen de school en de opvang is … minuten. Lid 11 De stichting kinderopvang is in het bezit van het kwaliteitscertificaat voor kinderopvang en garandeert kinderopvang van hoge kwaliteit waarbij de regelgeving in de Wet Kinderopvang en het convenant kwaliteit kinderopvang wordt gerespecteerd. De stichting beschikt over een pedagogisch beleidsplan en voldoet aan de eisen die worden gesteld met betrekking tot de leidster-kindratio, de huisvesting, het terrein, de risicoinventarisatie, het personeel en de medezeggenschap. Lid 12 Periodiek doen het schoolbestuur en de stichting kinderopvang onderzoek onder ouder(s) / verzorger(s) en leerkrachten naar de tevredenheid over de dienstverlening. De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt om verbeterpunten te formuleren. Samen met de school wordt gestreefd naar het, waar mogelijk, verbeteren van de dienstverlening. Jaarlijks wordt er minimaal … maal overleg op school(bestuur)niveau gevoerd. 19
Artikel 5: beschikbaarheid van opvang Lid 1 De stichting kinderopvang verplicht zich tot alle redelijke inspanningen voor een optimale opvang van de kinderen en om optimale toegankelijkheid voor instroom van kinderen mogelijk te maken. Lid 2 Mocht de situatie ontstaan dat alle beschikbare ruimte in gebruik is en nog niet aan de vraag is voldaan, dan wordt in overleg met het schoolbestuur gezocht naar een oplossing. Gastouderopvang en opvang op een andere locatie behoort daarbij tot de mogelijkheden. Artikel 6: aanvraag en kosten opvang Lid 1 De aanvraag voor kinderopvang en de daaruit voortvloeiende kosten zijn de verantwoordelijkheid van de ouder(s) / verzorger(s). Lid 2 De stichting kinderopvang sluit een overeenkomst met de ouder(s) / verzorger(s). Lid 3 Bij afwezigheid van een kind, waarvoor op de desbetreffende dag een overeenkomst is gesloten, worden wel de reguliere kosten in rekening gebracht. Lid 4 De stichting kinderopvang streeft ernaar dat de uurprijs voor de buitenschoolse opvang niet boven de grondslag voor de kinderopvangtoeslag voor ouders uitkomt. Voor het kalenderjaar 2007 is dat bedrag maximaal € 6,02 per uur. De kosten voor opvang worden jaarlijks bepaald en bekend gemaakt door de stichting kinderopvang. Lid 5 Het schoolbestuur heeft geen verantwoordelijkheden met betrekking tot de betaling van de kosten voor kinderopvang. Artikel 7: informatieverstrekking Lid 1 Indien een kind door ziekte of een andere reden niet naar de buitenschoolse opvang kan komen, dient dat tijdig door de ouder worden te doorgegeven aan de stichting kinderopvang. Het schoolbestuur is daarvoor niet verantwoordelijk. Lid 2 Het schoolbestuur en de stichting kinderopvang verplichten zich om relevante informatie over een kind uit te wisselen. Daarbij wordt de wet- en regelgeving met betrekking tot privacy gerespecteerd. Lid 3 De stichting kinderopvang verplicht zich om de ouder(s) / verzorger(s) te allen tijde (gevraagd en ongevraagd) te voorzien van actuele en complete informatie betreffende de opvang voor hun kind. Lid 4 Het schoolbestuur verplicht zich actief algemene informatie over buitenschoolse opvang aan te bieden aan de ouder(s) / verzorger(s). Artikel 8: aansprakelijkheid Lid 1 Voor de kinderen, het personeel en de gast- en vraagouders heeft de stichting kinderopvang een collectieve ongevallen- en bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Dit betekent dat de stichting is verzekerd voor ongevallen die plaatsvinden tijdens de openingstijden. Lid 2 De stichting kinderopvang behoudt zich het recht voor een kind voor opvang te weigeren voor de duur van de periode, indien een kind door ziekte of anderszins verzorgingsbehoeftig is, zodat normale opvang, zoals met deze overeenkomst bedoeld redelijkerwijze niet mag worden verwacht. 20
Artikel 9: geschillen Geschillen die uit deze overeenkomst of uit de tussen partijen te sluiten contracten voortvloeien, zullen worden onderworpen aan de uitspraken van de Rechtbank. Aldus overeengekomen en in tweevoud: Plaats:……………………………………………… Plaats:……………………………………………… Datum:………………………………………………
Datum:………………………………………………
Namens het schoolbestuur:
Namens de stichting kinderopvang:
21
BIJLAGE 4 – BELANGRIJKSTE KENMERKEN BSO-AANBIEDERS IN SCHIJNDEL
Naam kinderopvang / buitenschoolse opvang: Kinderopvang De Blokkendoos Dagelijkse openings- en sluitingstijden vóór school:
van 7.30 uur tot aanvang schooltijd
Dagelijkse openings- en sluitingstijden ná school:
van einde schooltijd tot 18.00 uur
Dagelijkse openings- en sluitingstijden tijdens vakantie-opvang: van 7.30 uur tot 18.00 uur Gastouderopvang:
nee ja, namelijk (hoe is dit geregeld?)
Basis-opvangprijs per uur € 5,00 Flexible opvang:
nee ja, namelijk (uurprijs)
Incidentele opvang:
nee ja, namelijk (uurprijs)
Vervoer van kinderen: nee ja, namelijk (kosten inclusief uurprijs) Aanbod maaltijden:
nee ja, namelijk (kosten inclusief uurprijs): Broodmaaltijd
Aanbod extra activiteiten tijdens naschoolse opvang: nee ja, namelijk: Naar het speelveldje / Regenboogschool: speelterrein / Dieren Extra voorzieningen op de BSO: Afstand tot de scholen: BS De Regenboog Hoevenbraak BS De Regenboog Wijbosch BS De Heijcant BS De Kring/De Beemd
0,5 km 1 km 1,5 km 1,5 km
SBO Sint Jan BS De Vossenberg BS ’t Kwekkeveld
1,5 km 1,5 km 1,5 km
Kwaliteit van de organisatie (opleidingsniveaus leidsters, beleid veiligheid en gezondheid, registratie calamiteiten, beleid informatie verstrekking aan ouders, klachtenprocedure etc***). Zijn hierover notities beschikbaar? nee ja, namelijk: COA, zie website www.kovdeblokkendoos.nl Is er sprake van didacties, pedagogisch of levensbeschouwelijk beleid? nee ja, namelijk: Pedagogisch beleidsplan + werkplan Huidige BSO capaciteit: maximaal 1 groepen van maximaal 8 kinderen Heeft u een oudercommissie en wie is de voorzitter? In oprichting Aanvullende opmerking: Wij hebben een kleine groep BSO-kinderen, en zij zijn nooit allemaal tegelijk aanwezig.
22
Naam kinderopvang / buitenschoolse opvang: SKS de Plu Schijndel Dagelijkse openings- en sluitingstijden vóór school:
van 7.00 uur tot aanvang schooltijd
Dagelijkse openings- en sluitingstijden ná school:
van einde schooltijd tot 19.00 uur
Dagelijkse openings- en sluitingstijden tijdens vakantie-opvang: van 7.00 uur tot 19.00 uur Gastouderopvang:
nee ja, namelijk via thuisopvang (bij vrager thuis)
Basis-opvangprijs per uur € 5,60 (vanaf 7.30 u tot 18.30 u) af te nemen per product (VSO / NSO / Vak. Opvang) Flexible opvang:
nee ja, namelijk € 6,40 per uur / (verlengde opvang € 8 per uur)
Incidentele opvang:
nee ja, namelijk € 6,40 per uur
Vervoer van kinderen: nee ja, namelijk (kosten inclusief uurprijs) Vervoer van en naar opvang, vervoer voor activiteiten: geen extra kosten Aanbod maaltijden: nee ja, namelijk Ontbijt (in voorbereiding) + lunch: geen extra kosten (exclusief TSO) Aanbod extra activiteiten tijdens naschoolse opvang: nee ja, namelijk: In kader van dagarrangementen. Voor kinderen die op deze dag gebruik maken van naschoolse opvang, geen extra kosten tot € 5 per keer. Extra voorzieningen op de BSO: nee ja, namelijk: In EBC’s mogelijkheden om gebruik te maken van voorzieningen op school (in overleg) / afspraken met sportaccommodaties / BSO Oost: faciliteiten scouting, heemtuin, speelleertuin (in overleg / FreeKids faciliteiten Zwengel Afstand tot de scholen: BSO’s inpandig in schoolgebouw of in directe nabijheid; loopafstand tot 300 meter. Kwaliteit van de organisatie (opleidingsniveaus leidsters, beleid veiligheid en gezondheid, registratie calamiteiten, beleid informatie verstrekking aan ouders, klachtenprocedure etc). Alles aanwezig conform de Wet Kinderopvang en concorm het Certificatieschema Kinderopvang van Stichting HKZ (de gekwalificeerde voldoet aan de relevante ISO-normen) Zijn hierover notities beschikbaar? nee ja, namelijk: kwaliteitshandboeken bevatten alle procedures, protocollen, afspraken Is er sprake van didacties, pedagogisch of levensbeschouwelijk beleid? nee ja, namelijk: is neergelegd in visie en pedagogisch beleid Zijn hierover notities beschikbaar? nee ja, namelijk: beleidsplan 2007-2010 / Pedagogisch beleid 2002 uitgewerkt in werkplannen Huidige BSO capaciteit: maximaal 6 groepen van maximaal 20 kindplaatsen per groep (gemiddeld zijn er 3 à 4 kinderen per kindplaats Heeft u een oudercommissie en wie is de voorzitter? Ja, Mevr. J. Verhagen, Wijbosscheweg 82a, Schijndel
23
BIJLAGE 5 – BEGRIPPENLIJST Buitenschoolse opvang (BSO) Opvang van kinderen van vier tot twaalf jaar vóór en na schooltijd en op vrije dagen en in de vakanties tot het moment waarop ze de basisschool verlaten. Combinatiefuncties Het combineren van functies in kinderopvang, onderwijs, welzijn en sport. Dagarrangement Een samenhangend en doorlopend aanbod van onderwijs, opvang en vrijetijdsvoorziening waar kinderen en ouders op basis van behoefte en eigen keuze gebruik van kunnen maken. Dagopvang Opvang in een crèche of kinderdagverblijf voor kinderen van nul tot vier jaar gedurende één of meer dagdelen per week het hele jaar door Kinderdagverblijf Opvang in een kinderdagverblijf is bedoeld voor kinderen vanaf 6-8 weken tot 4 jaar . In kinderdagverblijven worden kinderen in groepen opgevangen. De groepssamenstelling kan zijn horizontaal (kinderen met ongeveer dezelfde leeftijd) of verticaal (kinderen van 0 tot 4 jaar). De groepsgrootte wordt in het kwaliteitsconvenant geregeld. Opvang en opvoeding zijn de belangrijkste doelen Gastouderopvang Opvang van maximaal 4 kinderen van nul tot twaalf jaar in de woning van de gastouder of de vraagouder. Naschoolse opvang Opvang van kinderen van vier tot twaalf jaar na schooltijd tot het moment waarop ze de basisschool verlaten. Peuterspeelzaal Een peuterspeelzaal is een wijkgerichte voorziening waar kinderen van 2 tot 4 jaar enkele dagdelen per week komen met als eerste doel ontspanning, ontmoeting en ontwikkeling. Het peuterspeelzaalwerk is nadrukkelijk geen vorm van dagopvang. SBAO Speciaal Basis Onderwijs Tussenschoolse opvang Opvang van kinderen van vier tot twaalf jaar tussen de middag tot het moment waarop ze de basisschool verlaten. Voorschoolse opvang Opvang van kinderen van vier tot twaalf jaar voor schooltijd tot het moment waarop ze de basisschool verlaten. Wet Kinderopvang De Wet kinderopvang regelt dat ouders, werkgevers en overheid de kosten van kinderopvang samen dragen. Daarnaast regelt de wet de kwaliteit van de opvang en het toezicht daarop.
24