dr. B. Beke dr. E.J. van der Torre D. Keijzer MSc April 2012 Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
Inhoudsopgave Inleiding
...........................................................
Deel
1 Achtergrond
Deel
2 Effecten en patronen
......................................................
2.1 Buitenlandse drugstoeristen: blijvende spectaculaire afname 2.2 Registraties: een daling
5
..............................................
5
................................
..........................................................
2.5 Bergen op Zoom
.....................................................
2.6 Verplaatsing naar gedoogde coffeeshops in de regio 2.7 Verplaatsing naar de grensstreek en ‘dieper’ België in 2.8 Andere delicten in Roosendaal en Bergen op Zoom 2.9 Criminele structuren Deel 3
3
......
2.3 De werkwijze van (straat)handelaren 2.4 Roosendaal
2
7 10 14
..............
16
.............
17
................
21
.................................................
22
De balans opgemaakt
3.1 Hoofdconclusies
.....................................................
25
3.2 Aanbevelingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Colofon
..............................................................
29
Inleiding Op 16 september 2009 startten de gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom met het zogenoemde nulbeleid. Het gevolg was dat de gedoogde coffeeshops geen softdrugs meer mochten verkopen. Er werd besloten de effecten hiervan jaarlijks in beeld te brengen met een drugsscan. Deze (derde) rapportage maakt in dat verband de (tussen)balans op. In het eerste deel wordt de achtergrond van de drugsscan geschetst. In de jaren voor het einde van het gedoogbeleid pakten de beide gemeenten met project Courage de drugsproblematiek al aan. Vanwege de toenmalige enorm grote toestroom van voornamelijk Belgische en Franse drugstoeristen1, waren de beleidsinspanningen vooral daarop gericht. Dit resulteerde uiteindelijk in een ingrijpende maatregel: er werd in 2009 een streep gezet door het gedoogbeleid. In de twee jaren daarna brengt de drugsscan de effecten in kaart. De stroom buitenlandse drugstoeristen nam enorm af en dat is winst. Er treedt wel een zekere verplaatsing op van drugshandel naar buitenwijken en –gebieden. Die trend blijft bestaan in 2011. Uit de analyse ervan blijkt dat zich andere opdrachten aandienen voor de overheid (driehoek) dan louter bestrijding van drugsoverlast. In het tweede deel wordt ingegaan op de effecten van het stopzetten van het gedoogbeleid. We besteden daarbij onder meer aandacht aan de stroom drugstoeristen, aan illegale straathandel en aan verschijningsvormen van drugscriminaliteit. Er valt op belangrijke onderdelen vooruitgang te noteren. Een ontwikkeling die aandacht vraagt is de toename van drugsproblemen op enkele locaties. Die groei is deels het product van verplaatsing, maar evengoed van ontwikkelingen in de desbetreffende wijken die breder zijn dan het softdrugsdossier. In het derde deel wordt de balans opgemaakt. Er worden conclusies getrokken en aanbevelingen geformuleerd.
1 Drugstoeristen voornamelijk afkomstig uit België.
2
Deel
1 Achtergrond
Courage De gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom werken al lange tijd onder de noemer van project Courage samen bij de lokale drugsaanpak. Het is een intergemeentelijk project, maar er wordt intensief samenwerkt met het politiekorps Midden en West Brabant, het Openbaar Ministerie, de partners in het Veiligheidshuis, de Belastingdienst, Enexis, Woningbouwverenigingen en Parkeerbeheer. Hoofddoelstelling is de aanpak van drugsgerelateerde criminaliteit en het verminderen van de drugsgerelateerde overlast voor bewoners. Er werd tot aan 2009 onder meer geïnvesteerd in de aanpak van illegale verkooppunten, drugsrunners/dealers en henneptelers. Er worden tal van maatregelen getroffen: meer toezicht (cameratoezicht, aanstellen Boa’s), striktere handhaving en intensievere opsporing. Er wordt een breed scala aan maatregelen ingezet op het strafrechtelijke, privaatrechtelijke, fiscale en bestuursrechtelijke vlak. Er wordt op onderdelen vooruitgang geboekt, maar de aanhoudende grote stroom (voornamelijk Belgische) drugstoeristen blijft zorgen voor grote overlast. De grote stroom drugsklanten is ook een stimulans voor georganiseerde hennepkweek, waarmee veel crimineel geld wordt verdiend en dat is weer een basis voor criminele infrastructuren.
Een landelijke testcase De gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom concluderen dat de strijd tegen de toenemende drugsgerelateerde overlast vraagt om onorthodoxe maatregelen. Dat resulteert in het besluit om vanaf de tweede helft van 2009 een zogenoemd nulbeleid te gaan voeren. Er wordt vanaf 16 september 2009 niet langer gedoogd dat de acht coffeeshops (vier in Roosendaal en vier in Bergen op Zoom) softdrugs verkopen. De gemeenten besloten de effecten van dit nieuwe beleid in beeld te brengen. Dit helpt bij het lokale beleid, maar is ook relevant voor gemeenten in de grensregio’s die zoeken naar manieren om de overlast van het drugstoerisme te verminderen. De wijze waarop de maatregel in Roosendaal en Bergen op Zoom uitpakt, is daarmee een testcase met regionale en landelijke relevantie. Een onafhankelijk onderzoeksconsortium analyseert hoe deze maatregel uitpakt.2 Daarbij wordt onder meer gekeken naar:
• Veranderingen in aard en omvang van het drugstoerisme; • Veranderingen in aard en omvang van drugsgerelateerde overlast; • Ontwikkelingen rondom illegale drugshandel (waaronder straathandel); • Mogelijke verschuivingen naar andere vormen van criminaliteit; • Het beleidsinstrumentarium. De Drugsscan Er is gekozen voor een methodiek die systematisch relevante informatie verzamelt en analyseert: de Drugsscan. Deze scan koppelt ‘systeemkennis’ (informatie uit de registratiesystemen van de politie én andere organisaties) aan ‘straatkennis’ van onder meer Courage, wijkagenten, bewoners, wijkcommissies, bewonersplatforms en winkeliers. Dat is essentieel omdat drugsgerelateerde overlast en criminaliteit niet of slechts gedeeltelijk zichtbaar wordt in (politie)cijfers of andere
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
2
Bestaande uit Beke Advies en LokaleZaken en onder verantwoordelijkheid van Balthazar Beke en Edward van der Torre.
3
systeemkennis. Het zijn zogenoemde ‘slachtofferloze delicten’. Zowel de dealer als de koper of gebruiker hebben geen belang bij aangifte bij de politie. Daarom moet ook op een goede manier gebruik worden gemaakt van ‘straatkennis’. De zogenoemde Wijkthermometer is primair gericht op het bijeen brengen van systeemkennis (door politie en Courage geregistreerde overlastmeldingen) en ervaringen van bewoners en praktijkdeskundigen. We verzamelen relevante meldingen en registraties. We voeren ook jaarlijks een peiling op straatniveau uit onder ruim 700 bewoners en ondernemers.3 We vragen vervolgens aan mensen met straatkennis om deze gegevens te interpreteren of te bekritiseren en aan te vullen met informatie waarover zij wel beschikken. Hiertoe spreken we met professionals (Courage, wijkagenten) en voeren we op straat ‘losse’ gesprekken met bewoners. Voorts hebben we in beide gemeenten een bijeenkomst belegd met bewoners: de bewonersplatforms in Roosendaal en de wijkcommissies in Bergen op Zoom. Vanwege harde signalen bij de twee eerder uitgevoerde drugsscans over verplaatsing van drugshandel en drugsteelt naar België, zijn dit jaar ook gesprekken gevoerd met vier Belgische politiefunctionarissen met dossierkennis.
Een jaarlijkse beoordeling We brengen voor de derde keer de effecten in kaart van de beëindiging van het gedoogbeleid en daarmee het verdwijnen van de acht coffeeshops in Roosendaal en Bergen op Zoom. Sommige effecten waren al vrij snel zichtbaar, andere worden pas na verloop van tijd zichtbaar. Zo was snel duidelijk dat het aantal buitenlandse drugstoeristen fors afnam. Op langere termijn wordt zichtbaar waar de drugstoeristen blijven. We brengen bij deze derde scan inmiddels ook patronen op het drugs- en veiligheidsdossier in kaart waarvan niet duidelijk is of ze in (direct) verband staan met de beëindiging van het gedoogbeleid. Ze zijn in elk geval relevant voor de twee gemeenten en hun partners. Deze derde infosheet maakt het mogelijk te oordelen over het gevoerde beleid, geeft zicht op ontwikkelingen die vragen om bijsturing en agendeert ontwikkelingen die verder reiken dan ‘het effect van het stoppen met gedogen’. De stroom buitenlandse drugstoeristen is en blijft veel kleiner dan voor september 2009. Dat is nog altijd belangrijke winst. Er treedt wel een zekere verplaatsing op van drugshandel naar buitenwijken en -gebieden. Die trend signaleerden we eerder en blijft bestaan in 2011. In de afgelopen jaren was het beleid gericht op het indammen van de overlast van het drugstoeristen, op het stopzetten van het gedoogbeleid en op het reageren op (zichtbare) effecten daarvan. Daarmee zijn resultaten geboekt. Er kondigen zich andere opdrachten aan voor de overheid. De legitimiteit en effectiviteit van het overheidbeleid vragen nu om koerswijzigingen, die ten dele reeds zijn ingezet. Het betreft a. de accentverschuiving van de aanpak van drugsoverlast naar drugscriminaliteit, en b. een accentverschuiving van drugsbeleid naar focus op de aanpak van veiligheidsproblemen, waaronder drugs. Dit laatste heeft gevolgen voor de scan van de ontwikkelingen in 2012, want die zal ook verbreed moeten worden van ‘alleen drugs’ naar ‘veiligheid’, met bijzondere aandacht voor het drugsdossier. We brengen in paragraaf 2 effecten in kaart van het beëindigen van het gedoogbeleid. Bij het veldwerk dat we daartoe uitvoerden stuitten we echter op 3
‘Straatenquête 2011: Peilingen in Roosendaal en Bergen op Zoom’.
patronen die belangrijk zijn voor de aard en omvang van de drugsoverlast en drugscriminaliteit in Roosendaal of Bergen op Zoom, maar zonder (directe) relatie met het stoppen met gedogen. De paragraaf heeft daarom niet meer de titel ‘effecten’, maar ‘effecten en patronen’.
4
3e rapportage, april 2012
Deel
2 Effecten en patronen
2.1 Buitenlandse drugstoeristen nagenoeg verdwenen Tot september 2009 bezochten wekelijks 25.000 klanten één van de acht coffeeshops in Roosendaal of Bergen op Zoom. Deze klandizie kwam door de goede kwaliteit softdrugs van de coffeeshops (ook in verhouding met de prijs) en door de goede ligging. De shops waren met name vanuit België goed bereikbaar. Er kwamen veel klanten naar de gedoogde coffeeshops die het een prettig idee vonden ‘gedoogd’ softdrugs te kunnen kopen. De beëindiging van het gedoogbeleid is met een grootschalige internationale campagne – C’est fini! – onder de aandacht gebracht van buitenlandse drugstoeristen. Bewoner (centrum Roosendaal) “Rust went snel. Eigenlijk ben ik nooit gewend geraakt aan de chaos die het was. Je maakte jezelf wijs dat je er niet zo’n last van hebt, maar dat was onzin. Het is heel goed dat de burgemeester het heeft gedurfd”. In oktober tot en met december 2009 rijden er nog geregeld Belgische coffeeshopklanten door Roosendaal of Bergen op Zoom. Ze zien met eigen ogen dat ze daar geen softdrugs meer kunnen kopen, de politie surveilleert extra en de stroom Belgische en Franse klanten droogt snel op. Dit wordt geobserveerd door bewoners en professionals. Het wordt bevestigd door tellingen die in het eerste kwartaal van 2010 zijn uitgevoerd. Uit die tellingen blijkt dat het aantal drugstoeristen met ruim 90% is gereduceerd, tot hooguit enkele honderden auto’s per week.4 Deze trend blijft overeind in 2011, zo blijkt uit gesprekken met bewoners en professionals, alsook uit onze observaties in het vierde kwartaal van 2011. Vanwege het op lokaal niveau goed zichtbare en onbetwiste effect, zijn er geen nieuwe tellingen uitgevoerd. Voor het overgrote deel van de buitenlandse drugstoeristen is er geen prikkel meer om Roosendaal of Bergen op Zoom te bezoeken. Dat blijft een goede score. We gaan verderop in op de Belgische en Franse drugsklanten die nog wel naar Roosendaal of Bergen op Zoom afreizen.
2.2 Registraties: een daling In gemeente Roosendaal en Bergen op Zoom neemt het aantal geregistreerde meldingen van drugshandel licht af: van 375 meldingen in 2010 naar 355 meldingen in 2011. Zie tabel 2.1. Tabel 2.1: Meldingen meldpunt drugsoverlast Courage 2010-2011 Totaal 2010
Totaal 2011
Drugshandel
375
355
Hennepteelt
520
477
Soort melding
Bron: Jaaroverzicht Courage 2011
Relativering blijft wat dit betreft op zijn plaats. Het was voor de politie vóór beëindiging van het gedoogbeleid namelijk relatief gemakkelijk om eenvoudige vormen van straathandel te constateren en te registreren.
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
4 In
Roosendaal gaat het om een daling van ruim 93 % (van 13.636 drugstoeristen in 2010 naar 967 in 2009) en in Bergen op Zoom om een daling van 91 % (van 12.194 drugstoeristen in 2008 naar 1.072 in 2009)!
5
Rondom de gedoogde coffeeshops, en op de geijkte routes daar naartoe, waren drugsrunners en illegale handelaren actief. Kort na het einde van het gedoogbeleid beleefde de illegale straathandel een piek. De toenmalige drugsdrukte op straat en de eenvoudige modus operandi van een deel van de illegale straathandelaren, resulteerden in hogere registraties dan vandaag de dag. De drugsdrukte op straat is afgenomen en dat is winst. Er is echter een blijvende markt van illegale drugshandel in Roosendaal en Bergen op Zoom. De drugshandelaren die op deze markt opereren, zijn gericht op afscherming en verhandelen gemiddeld grotere hoeveelheden dan de straathandelaren in 2008 en 2009 deden. De huidige illegale handel vergt meer inspanningen van de politie om illegale drugshandel te constateren en dus te registreren. Dit komt mede doordat de illegale handel uitwaaiert over meerdere wijken, naar beschutte locaties en naar het buitengebied (zie verderop). Drugshandel is – zoals gezegd – een zogenaamd ‘slachtofferloos delict’. Dat wil zeggen dat geen van beide partijen (dealer of koper) naar de politie stapt (zoals bij andere misdrijven vaak wel het geval is). De straathandel komt dus alleen in beeld als de politie zelf drugshandel constateert (mede op grond van meldingen van burgers). En met duizenden drugstoeristen die vóór de sluiting van de coffeeshops in beide gemeenten rondlopen, is het gemakkelijker om dealers op straat te betrappen. Courage “Er is minder straathandel na de sluiting. De daling is enorm in gebieden waar de coffeeshops zaten. Er zijn ook locaties waar het is toegenomen. Maar het gaat om veel kleinere aantallen dan vijf jaar geleden. Ik realiseer me dat dit lastig valt uit te leggen als het bij jou in de buurt wel toeneemt. Daarop moeten we investeren.” Bewoner “In het centrum was het dag en nacht raak. Hier in de wijk is het toegenomen. Het is een kwestie van auto’s en avonduren. Sommige mensen hebben er last van. Anderen zien het niet of willen het niet zien.” Er wordt geprobeerd om overlastgevende drugspanden aan te pakken. Dit kan op basis van artikel 13 Opiumwet. In 2011 is zowel is Roosendaal als in Bergen op Zoom één pand gesloten. De registratie van hennepkwekerijen in Roosendaal laat in het afgelopen jaar een dalende lijn zien. In 2010 komen er in Roosendaal 247 meldingen binnen van mogelijke hennepkwekerijen. In 2010 werden 46 kwekerijen ontruimd. De geregistreerde meldingen over kwekerijen dalen in 2011 naar 183 (44 ontruimingen). Bergen op Zoom telt in 2010 in totaal 273 meldingen van mogelijke hennepkwekerijen (74 ontruimingen). De teller komt in 2011 uit op 294 meldingen (68 ontruimingen). In tegenstelling tot in Roosendaal, stijgt de registratie van hennepkwekerijen in Bergen op Zoom. Bewoner “Het nam hier in de buurt al toe voor de sluiting van de coffeeshops. Het zijn vooral kwekerijen en ik denk ook wel dat er meer handel is. Je hoort mij niet zeggen dat de coffeeshops weer open moeten. Toen ging alle aandacht daar naartoe.”
6
3e rapportage, april 2012
Deze trends roepen enkele vervolgvragen op. Waar zijn de Franse en (voornamelijk) Belgische drugstoeristen gebleven en waar halen lokale gebruikers uit Roosendaal en Bergen op Zoom hun softdrugs vandaan? Wie zitten er achter de hennepkwekerijen? Hoe reageren de criminele groepen die zich toeleggen op de organisatie van hennepteelt en op illegale softdrugshandel op het beëindigen van het gedoogbeleid? Om deze vragen te beantwoorden gaan we achtereenvolgens nader in op: a De werkwijze van (straat)handelaren (2.3) b Verplaatsing binnen Roosendaal en Bergen op Zoom (2.4 en 2.5) c Verplaatsing naar gedoogde coffeeshops in de regio (2.6) d Verplaatsing naar de grensstreek en ‘dieper’ België in (2.7) e Functionele verplaatsing: toename van andere delicten in Roosendaal en Bergen op Zoom? (2.8) f De kenmerken van lokale criminele structuren die zich toeleggen op softdrugs (2.9)
2.3 De werkwijze van (straat)handelaren De gedoogde softdrugsverkoop door acht coffeeshops en de daaraan gekoppelde stroom buitenlandse drugsklanten, creëerden in het verleden een parallelle illegale markt in Roosendaal en Bergen op Zoom. Het betrof in de eerste plaats (kleine) straatdealers en drugsrunners die potentiële klanten op de geijkte toegangswegen opwachtten en afvingen. Ze boden softdrugs aan en zorgden voor doorverwijzing naar verkooppunten. Hoewel het overgrote deel van de enorme stroom Belgische en Franse drugstoeristen softdrugs kocht in een coffeeshop, pikten ze een graantje mee. Ze beleefden piekmomenten kort na sluitingstijd en soms troffen ze klanten die met hulp van runners wel wat meer wilden kopen dan de destijds toegestane hoeveelheid in één van de acht coffeeshops. Per transactie ging het echter om een kleine gemiddelde hoeveelheid en vaak ontmoetten de drugsrunner en drugstoeristen elkaar per toeval: er was dus vaak geen sprake van een ‘klantrelatie’, inclusief mobiel telefoonverkeer. Het was daarnaast inherent aan het gevoerde gedoogbeleid dat de bevoorrading van de acht coffeeshops in handen was van criminele groeperingen die zich met hennepproductie en -handel bezighielden. Naast de markt van de coffeeshops vormde ook destijds de parallelle illegale markt al een afzetgebied voor hen. Het ging om de illegale markt van de tussenhandel. Er werden grotere hoeveelheden verhandeld door meer professionele dealers. Soms waren dat zelfstandigen, maar vaker waren ze direct gelieerd aan voornoemde criminele groeperingen. De relatie met hun buitenlandse klanten was letterlijk veel waard. De transactie werd vaker voorbereid per GSM, stoelde op een relatie en daardoor kon men over en weer rekenen op zoveel mogelijk afscherming van de handelspraktijken. Dit soort dealers zette drugsrunners niet (alleen) in als makelaar tussen potentiële klant en dealers, maar als een verbindingsofficier tussen bekende (vaste) klant en dealer. Het sluiten van de deal, de betaling en de overdracht van de softdrugs behoeven niet samen te vallen. Deze meer vernuftige handel was (en is) minder zichtbaar en werd in de beeldvorming jarenlang verdrongen door de enorm grote stroom drugstoeristen en daarop azende drugsrunners.
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
7
In dit klimaat zijn in Roosendaal en Bergen op Zoom lokale criminele personen en/of netwerkjes zich reeds ten tijde van het gedogen van de acht coffeeshops gaan toeleggen op georganiseerde illegale drugshandel en drugsteelt. Ook lokaal, in Roosendaal en Bergen op Zoom, worden bewoners betrokken bij illegale hennepteelt. Er werden en worden met grote regelmaat panden met illegale hennepkwekerijen ontdekt. De beëindiging van het gedoogbeleid heeft tot veranderingen geleid: (1) De eenvoudig opererende straathandelaren en drugsrunners zien hun ‘doelgroep’ vrijwel geheel opdrogen. Buitenlandse drugsklanten die niet weten waar of bij wie ze softdrugs kunnen kopen, en dus gebruik kunnen maken van de diensten van een drugsrunner, zijn schaars. Buitenlandse drugsklanten hebben een afspraak, kennen runners of dealers of weten naar welke locatie ze kunnen rijden om een deal te sluiten. Vrijwel alle buitenlandse drugsklanten die onbekend zijn in Roosendaal of Bergen op Zoom, kopen hun softdrugs liever elders. Belgische politiefunctionaris, politiezône Grens: “Het zijn vooral Marokkanen die het overnemen en die gewoon de jongens [klanten, aut.] van vroeger bellen. Die staan vlak over de grens en daar kunnen ze hun cannabis halen.” (2) Een beperkt deel van de kleine lokale straatdealers en runners blijft actief in het circuit van de illegale straathandel. Ze richten zich onder meer op de lokale jeugd. Hun werkterrein heeft niet zozeer plaats op de locaties met de voormalige gedoogde coffeeshops, maar in (andere) woonwijken (zie verderop). Op diverse drugslocaties worden Belgische drugsklanten ‘gerund’ die op zoek zijn naar de precieze locatie, naar (halve) bekenden of die op aanraden van bekenden naar een bepaald pand gaan. We komen nog terug op de locaties. Bewoner: “Elke avond staan er 2-3 auto’s op de parkeerplaats bij de flat aan de Wierlaan. Auto’s staan even naast elkaar, raam gaat open, transactie vindt plaats en de auto’s rijden – met hoge snelheid – of richting de snelweg of richting Kastanjelaan/Piusplein.” (3) Respondenten die we spraken in het kader van de wijkthermometer maken melding van wiettaxi’s: auto’s of scooters die in de twee gemeenten softdrugs bezorgen bij lokale klanten. Dit wordt besteld per GSM, zo wordt vermoed. Deze respondenten bespeuren ook de pizzamethode (er wordt zogenaamd eten bezorgd, maar in plaats daarvan zou het gaan om softdrugs) en de afhaalmethode: horecazaken waar mensen klaarblijkelijk softdrugs afhalen en niet alleen voedsel. Bewoner: “Er vindt steeds meer handel aan de deur plaats. Bezorging vindt plaats met mooie auto’s”. (4) De parallelle illegale drugsmarkt, die in handen is van meer professionele handelaren, is voor een belangrijk deel intact. Deze handel is belangrijker geworden door het wegvallen van de handel via de gedoogde coffeeshops. Deze handelaren richten zich op buitenlandse tussenhandelaren. Handelspatronen die ook al bestonden tijdens het gedoogbeleid zijn belangrijker geworden. Het moment van contact, de betaling en de overdracht van de drugstransactie worden ontkoppeld. Ook worden locaties waar overdracht plaatsvindt steeds
8
3e rapportage, april 2012
gewisseld. De drugsrunners worden op het ene moment verbindingsofficieren die zorgen voor het sluiten van de transactie en op het andere moment zijn ze leveranciers die de softdrugs overhandigen en/of het geld in ontvangst nemen. De ontkoppeling van deal en overdracht is een direct gevolg van de verhoogde pakkans van de ‘overgebleven’ illegale handel. De zichtbaarheid van de illegale handel is toegenomen met het verdwijnen van de duizenden drugstoeristen in combinatie met de focus van politie en Courage op illegale drugshandel. Er wordt geprobeerd panden en locaties van waaruit de illegale drugshandel plaatsvindt in kaart te brengen.5 Er wordt actief op gerechercheerd en er wordt geprobeerd panden te sluiten. Bij voldoende bewijsmateriaal volgen strafrechtelijke of bestuursrechtelijke sancties. Maar als louter wordt geobserveerd dat enkele mannen in bijvoorbeeld een cadeaushop met elkaar spreken, dan valt niet te bewijzen dat er zojuist een drugsdeal is gesloten. Er is namelijk geen softdrugs aanwezig, want die wordt op een uitgekozen locatie en moment overhandigd. Illegale handelaren kiezen ook locaties in de luwte uit waar ze denken te kunnen ontsnappen aan de aandacht van de politie. Bijvoorbeeld het buitengebied, een beschutte parkeerplaats of een bedrijventerrein. Op die locaties wordt wel softdrugs overhandigd. Het gaat voor een deel om meer professionele dealers die verkopen aan tussenhandelaren, maar het kan evengoed gaan om de kleinere dealers die actief zijn gebleven (zie onder 2). Grote hoeveelheden zouden voornamelijk in dunbevolkt gebied worden overhandigd en kleinere hoeveelheden vaker op een locatie in Roosendaal of Bergen op Zoom. Bewoner: “Druggerelateerde activiteiten verplaatsen zich naar buitengebied, de Holleweg, richting bos. Veel auto’s met Belgische kentekens.” (5) De ontkoppeling tussen deal en transactie is geen louter lokale aangelegenheid. Tussenhandelaren uit Roosendaal of Bergen op Zoom laten de softdrugs ook naar de grens brengen. De overdracht heeft daar plaats, bijvoorbeeld in de bossen bij Putte. Belgische respondenten bevestigen dat dit een locatie is waar handelaren (of hun loopjongens) en Belgische (tussen)handelaren elkaar treffen. Dit gebeurt aan de Nederlandse kant van de grens, klaarblijkelijk omdat de strafmaat in Nederland lager is dan die in België. Dit attendeert op ontwikkelingen waar we verderop nader op ingaan. De drugshandel en drugsteelt verplaatsen zich naar het Zuiden: naar België en binnen België. Belgische politiefunctionaris, politiezône Noord: “In Putte en Bergen op Zoom zijn dealers actief. In het bos bij Putte (op Nederlands grondgebied, aut.) vooral aan de Putse Moer, wordt gedeald”.
5
Het gaat om panden met uiteenlopende bestemmingen lopend van horecagelegenheden, smart- en growshops, detailhandel, tot woonhuizen. Het merendeel daarvan is bij team Courage (en beide gemeenten) in beeld.
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
9
2.4 Roosendaal Hotspotkaart De onderstaande kaart laat zien over welke locaties drugsgerelateerde meldingen zijn gedaan. In het bebouwde kom c.q. stedelijke gebied worden zoveel spots gevisualiseerd dat we moeten inzoomen om een duidelijker beeld te krijgen.
Puntenkaart Roosendaal alle meldingen rondom drugs De onderstaande (tweede) kaart geeft, op een andere schaal (namelijk van het verstedelijkte gebied), een overzicht van de drugsgerelateerde meldingen in Roosendaal. Hotspots liggen in het Centrum, in de Westrand en in Langdonk.
Ingezoomde Hotspotkaart Roosendaal alle meldingen rondom drugs
10
3e rapportage, april 2012
Gemeentelijke peiling De gemeente Roosendaal heeft in juni 2011 een bewonersenquête uitgevoerd. In 2009 vond 8% van de Roosendalers dat overlast van drugstoeristen vaak voorkomt in de buurt. In 2011 komt dit percentage uit op 5%. In vergelijking met 2009 is de overlast van drugstoeristen significant afgenomen, namelijk in het Centrum (van 25% naar 8%), in Noord (van 29% naar 12%) en in Oost (van 14% naar 7%). De hoogste negatieve scores – ‘vaak’ overlast van drugstoeristen – worden gemeten in Noord met 12% (dit was dus nog 29% in 2009). In de wijken Kroeven (11%), Nispen (11%), West (8%) en Langdonk (7%) vinden inwoners in 2011 wat vaker dan in 2009 dat overlast van drugstoeristen vaak voorkomt in hun buurt. Het is een indicatie voor verplaatsing van het buitenlandse drugstoerisme en de illegale straathandel naar deze wijken. De bewonersenquête bevat ook indicaties voor verplaatsing van straathandel naar locaties buiten de geijkte gebieden, zoals locaties met voorheen gedoogde coffeeshops of kwetsbare wijken of buurten. In bijvoorbeeld Minnebeek-De Krogten en Kortendijk meldt in 2011 precies 3% dat drugstoerisme vaak voorkomt in de eigen buurt. Dat is een laag percentage, maar het was nul of bijna nul in 2009. De bewonersenquête heeft ook gepeild hoeveel bewoners vinden dat drugsdealers en –runners vaak voorkomen in de eigen buurt. Voor heel Roosendaal stijgt dit percentage van 9% naar 11%. In vergelijking met 2009 is in 2011 in vier wijken de overlast van drugsdealers en –runners (significant) toegenomen: Kroeven (van 12% naar 21%), Langdonk (van 10% naar 17%), Minnebeek-De Krogten (van 0% naar 4%) en Wouw (van 0% naar 3%). In het Centrum is de overlast van drugsdealers- en runners juist (significant) afgenomen. In 2009 gaf 26 procent van de bewoners van deze wijk aan vaak overlast te hebben van drugsdealers- en runners, in 2011 is dat gedaald tot 14 procent. Buiten de geijkte wijken met drugsproblemen scoren drie wijken ongeveer tien procent: Kortendijk 9%, de Industriegebieden 10% en het Buitengebied Roosendaal 12%. Deze verplaatsingen laten overigens onverlet dat de totale stroom drugstoeristen sterk is verminderd. Het gaat om veel minder grote aantallen dan vóór september 2009, maar bewoners die een toename in de eigen buurt signaleren geven daar in 2011 op verschillende locaties dus het predicaat ‘vaak’ aan. Bewoner: “In de Brugstraat heerste in het verleden een agressieve sfeer. Wat daar gebeurd is weet ik niet, maar het is in een keer opgehouden met meldingen en dergelijke. De sfeer is anders.” Bewoner: “Er zijn waarnemingen gedaan in Majoppeveld-Zuid van ‘vreemde auto’s’ in een onbewoonde straat. (...) De straten liggen er allemaal al, alleen de bedrijven komen niet. Die straten lenen zich uitstekend om contacten te maken, afspraken te maken.” Er is naar schatting nog altijd een categorie van ‘enkele honderden’ drugstoeristen die naar Roosendaal komen. Dit gaat hand in hand met drugsrunners en illegale handel. Op basis van de wijkthermometer bezien we nader waar dit toe leidt.
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
11
Wijkthermometer In het kader van de zogenoemde wijkthermometer hebben we straatenquêtes afgenomen in het centrum van Roosendaal waar tot september 2009 gedoogde coffeeshops waren gevestigd (Molenstraat e.o.) en in Burgerhout, de Westrand, Kroeven en Langdonk. Tijdens deze straatenquêtes hebben we niet alleen de vragenlijst afgenomen, maar ook vraaggesprekken gevoerd met bewoners. We hebben op een bewonersbijeenkomst gesproken met vertegenwoordigende bewoners uit centrum, Westrand, Burgerhout, Langdonk, Kortendijk en Tolberg. Dit levert op microniveau een bevestiging of inkleuring op van beschreven effecten en patronen. In het Centrum wordt bevestigd dat het drugstoerisme fors is afgenomen. Een ruime meerderheid van de bewoners denkt dat de drugsoverlast daalt (43,7%) of gelijk blijft (39,1%). Op straatniveau wordt nog wel een klein ‘restant’ illegale drugshandel gesignaleerd. De winkelstraat is heringericht en het is rustig op straat. Volgens respondenten zelfs te rustig voor een winkelstraat. Ze hopen dat de levendigheid en gezelligheid in de winkelstraat toenemen en dat leegstaande (winkel)panden een goede bestemming krijgen. In twee wijken die tegen het Centrum aan liggen – Burgerhout en Westrand – stuiten we op twee verschillende ontwikkelingen en ‘stemmingen’ onder burgers. Burgerhout had in 2010 te kampen met verplaatsingseffecten, zo bleek destijds uit de straatenquête. Het ligt op steenworp afstand van straten waar gedoogde coffeeshops softdrugs verhandelden tot september 2009. Deze effecten zijn anno 2011 nog merkbaar, maar de bewoners die we spraken en de enquêteresultaten laten zien dat er vooruitgang is geboekt. Er zijn in 2011 minder respondenten die drugshandel zien in hun woonomgeving (29,9%) dan in 2010 (41,1%). Bewoners zijn tevreden over de inzet van toezichthouders, politie, straatcoach en buurtcoach. Ook is de handel op het Knipplein gericht aangepakt. Het is onder meer verboden om er na 22.00 uur rond te hangen. De drugsproblematiek is een speerpunt in het zogenoemde Wijkperspectief dat in samenspraak tussen gemeente en burgers is opgesteld. De resterende drugshandel is mobiel. Er worden auto’s en scooters gebruikt. Handelaren en hun helpers zijn mobiel: ze hangen niet meer langdurig rond op één plek, maar omzeilen handhavers en toezichthouders. De handelaren lijken bewoners te mijden in de hoop zelf met rust gelaten te worden. Bewoners zien weinig drugstoeristen: de afzetmarkt lijkt grotendeels lokaal. Er wordt gesproken over wiettaxi’s en (horeca)panden worden gezien als handelsbasis. In de Westrand tonen burgers zich kritischer. Een groeiend aantal respondenten (49,4%) ziet in 2011 (zeer) vaak drugshandel in de omgeving. Deze score kwam in 2010 nog uit op 27,8%. Het betreft handel op straatniveau, met name uit auto’s. De helft van de respondenten (50,6%) voelt zich in de avonduren soms of (zeer) vaak onveilig. Er wordt op straat in drugs gehandeld, ook tot in de late uren. Enkele kleine groepjes en lokaal bekende dealers domineren de straathandel. Ze waren reeds actief toen de gedoogde coffeeshops nog geopend waren, maar hun klandizie is na het beëindigen van het gedogen toegenomen. Die heeft plaats op enkele geijkte locaties. De handelaren proberen de gang van zaken op straat te domineren en volgens bewoners slagen ze daar op gezette tijden en momenten in. Politie, toezichthouders en coaches hebben hier geen grip gekregen op de situatie. Bewoners zijn bezorgd omdat de drugsproblematiek naar hun mening te weinig aandacht krijgt in het zogenoemde wijkperspectief. Ze zijn ook bezorgd
12
3e rapportage, april 2012
dat het hostel (waar harddrugs verslaafden worden opgevangen) zal zorgen voor meer harddrugshandel in de wijk en daarmee voor een toename van de drugsoverlast en -criminaliteit. De bewoners dringen aan op effectieve maatregelen tegen de drugsproblematiek om de lokale veiligheid te verbeteren. De gerichte aanpak van dominerende straathandelaren verdient wat hen betreft prioriteit. In de Westrand zijn de afgelopen maanden diverse grote acties ondernomen. Zo zijn door samenwerking van Aramis Allee Wonen, Courage, gemeente Roosendaal en de politie in november 2011 aanhoudingen verricht bij een inval aan de Pater Damiaanstraat. Vanuit het betreffende pand werd gedeald. Verder zijn er in de eerste maanden van 2012 twee drogerijen en vijf kwekerijen aangetroffen en ontruimd in de Westrand. We hebben ook straatenquêtes afgenomen op hotspots in Kroeven en Langdonk. Deze locaties kennen lokale veiligheidsproblemen die te maken hebben met fysieke kernmerken (veel huurwoningen) en met sociale processen: een lage sociaaleconomische status, wegtrekkende (oudere) bewoners, spanningen tussen gevestigde bewoners en (allochtone) nieuwkomers en dominant gedrag van (probleem)jeugd op straat. De achteruitgang van de buurten staat los van het beëindigen van het gedoogbeleid en leidde reeds voor de sluiting tot drugsproblemen: hennepteelt, drugshandel en intimidatie van nette bewoners door drugshandelaren. Sinds de beëindiging van het gedoogbeleid groeit de drugsproblematiek verder, al worden er wel degelijk maatregelen getroffen door onder meer gemeente, politie en woningcorporaties. Uit de straatenquête in Kroeven volgt dat 41,5% in 2011 (zeer) vaak drugshandel in de woonomgeving ziet; dat was 35,1% in 2010. Het betreft vooral drugshandel uit auto’s. Precies 89% voelt zich in 2011 overdag zelden of nooit onveilig. Bijna driekwart (74,4%) voelt zich in 2011 in de avonduren zelden of nooit onveilig. Dat is aanzienlijk beter dan in 2010, met destijds en score van 47,5%. Dit komt waarschijnlijk mede doordat de huurwoningen in 2010 werden gerenoveerd. In straatgesprekken wordt benadrukt dat er ook Belgische drugsklanten komen, voornamelijk Marokkaanse Belgen. In Langdonk geven in 2011 iets meer respondenten aan drugshandel te zien in hun woonomgeving (36,7% in 2011 versus 30,8% in 2010). In 2010 zag 32% soms of (zeer) vaak drugshandel in of vanuit een auto; in 2011 stijgt dit percentage naar 49,4%. In de avonduren is de subjectieve veiligheid achteruit gegaan: 45,6% voelt zich in 2011 op die tijden zelden of nooit onveilig; in 2010 bedroeg deze score nog 58,9%. Er wordt volgens goed ingevoerde bewoners – die we uitvoerig spraken bij ons veldwerk op straat in 2011 – wat vaker gedeald vanuit woningen, al erkennen ze dat dit evengoed weer snel naar de straat kan verplaatsen. Bewoners zien in de bebouwde omgeving weinig drugstoeristen. Die worden volgens hen omgeleid naar andere locaties, zoals een parkeerplaats. Het omleiden van (Belgische) drugstoeristen naar beschutte locaties is een bredere tactiek. Onze street-level respondenten wijzen op verschillende locaties, zoals de omgeving van diverse sportvelden, een (braakliggend) bedrijventerrein en parkeerplaatsen. Dit zijn locaties waar ook vóór 2009 illegale transacties plaatshadden, maar het relatieve belang ervan is toegenomen en de precieze omvang onttrekt zich aan het gezichtsveld (van bewoners).
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
13
2.5 Bergen op Zoom Hotspotkaarten De onderstaande kaart toont de ‘drugsmeldingen’ in de gemeente Bergen op Zoom. De meldingen zijn ook hier geconcentreerd in de bebouwde kom.
Puntenkaart Bergen op Zoom alle meldingen rondom drugs Op de tweede kaart van Bergen op Zoom valt te zien dat de sterkste concentratie van drugsgerelateerde meldingen in het centrum is gesitueerd.
Ingezoomde Hotspotkaart Bergen op Zoom alle meldingen rondom drugs
Wijkthermometer In het kader van de wijkthermometer hebben we in Bergen op Zoom straatenquêtes afgenomen op drie locaties waar tot september 2009 gedoogde coffeeshops waren gevestigd (Fort Zeekant, Korenbeursplein e.o. en Sint Catharinaplein e.o.) en daarnaast rondom het Oscar van Hemelpark. Tijdens
14
3e rapportage, april 2012
deze straatenquêtes hebben we vragenlijsten afgenomen én vraaggesprekken gevoerd met bewoners. We hebben op een bewonersbijeenkomst gesproken met vertegenwoordigende bewoners uit centrum, Fort Zeekant, Oost, Meilust, Bergse Plaat en Lepelstraat. Ook in deze stad levert dit op microniveau een bevestiging of inkleuring op van beschreven effecten en patronen. Op de locaties waar tot en met september 2009 gedoogde coffeeshops werden gerund, wordt bevestigd dat het drugstoerisme afneemt. Toch is er een duidelijk verschil tussen de twee centraal gelegen pleinen: de ontwikkelingen zijn op het Sint Catharinaplein e.o. namelijk duidelijk gunstiger dan op het Korenbeursplein e.o. Op het Sint Catharinaplein houdt de afname van de drugsoverlast en van het aantal (buitenlandse) drugsklanten aan, al vlakt deze wat af. Het aantal respondenten dat zelden of nooit drugshandel ziet in de omgeving groeit van 37,7% in 2010 naar 57,5% is 2011. De drugshandel vanuit auto’s is afgenomen: in 2010 ziet 21,3% dit (zeer) vaak en in 2011 komt die score uit op 4,1%. Overdag en in de avonduren is het veiligheidsgevoel aanzienlijk verbeterd. Bewoners vermoeden wel dat een horecazaak softdrugs laat bezorgen en brengen bovendien enkele nabijgelegen winkels in verband met drugshandel en in drugs handelende groepen. Op het Korenbeursplein attenderen respondenten op blijvende problemen. Het valt op dat ruim driekwart van de respondenten vindt dat het aantal drugstoeristen en de drugsoverlast afneemt of gelijk blijft, maar dat een hoger percentage (van 21,5% in 2010 naar 35,8% in 2011) juist meent dat ze (zeer) vaak drugshandel ziet in de omgeving. Overdag zijn de veiligheidsgevoelens heel gunstig (98,1% voelt zich zelden of nooit onveilig), maar ruim een kwart (26,4%) voelt zich in de avonduren soms onveilig. In 2010 kwam die score nog uit op 5,9%. Op deze locatie wint de drugshandel uit woningen aan betekenis. De andere vormen van drugshandel (op straat, vanuit een auto en vanuit winkels) nemen af, maar zijn zeker niet verdwenen. Respondenten waarschuwen dat criminelen azen op onroerend goed en dat ze ook al panden (woningen, winkels en horeca) hebben gekocht en inmiddels gebruiken voor drugshandel of witwasserij. Ze zijn tevreden dat een headshop is gesloten en dat er een waarschuwing is uitgedeeld aan een ander pand. Ze zijn echter bezorgd over enkele pleisterplaatsen van criminelen en over hun pogingen hun lokale positie te verwerven. De hoop is gericht op effectieve interventies van gemeente, politie en justitie. Het Korenbeursplein heeft inmiddels een fysieke opknapbeurt ondergaan. Er is onroerend goed (een voormalige gedoogde coffeeshop) door de gemeente Bergen op Zoom aangekocht, hetgeen door bewoners wordt gewaardeerd. Het project rond het Korenbeursplein loopt door in 2012. In Fort Zeekant neemt de drugsoverlast niet toe volgens de respondenten en het aantal (buitenlandse) drugsklanten evenmin. Het is echter ongunstig dat het aantal respondenten dat (zeer) vaak drugshandel ziet in de omgeving groeit: van 36% naar 52,6%. Fort Zeekant kent voornamelijk drugshandel op straatniveau. Dit was al zo in 2010, maar het is toegenomen in 2011. Een pleisterplaats van dealers zijn bijvoorbeeld enkele garages en (in de late uren) parkeerplaatsen. Enkele bewoners maken melding van intimidatie door dealers en hun loopjongens.
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
15
De cijfers laten een vlakke of gunstige ontwikkeling zien In het Oscar Van Hemelpark en directe omgeving. Verhalen van mensen die veelvuldig het park bezoeken, wijzen wel op drugshandel en drugsgebruik in een deel van het park (bij enkele bankjes op een beschutte locatie in het park). Het gaat voornamelijk om drugsklanten uit de omgeving en dit is in beperkte mate terug te zien in de peiling: 14,1% ziet een (sterke) toename van het aantal Nederlandse drugsklanten (50% denkt dat dit gelijk blijft). Bewoners benadrukken dat het leefklimaat en de sociale cohesie goed zijn rondom het park. Dit laatste komt onder meer tot uitdrukking in het grote aantal burgers dat een bijdrage levert aan buurtpreventie. Het omleiden van (Belgische) drugstoeristen naar beschutte locaties wordt ook in Bergen op Zoom gesignaleerd, onder meer naar het buitengebied en enkele parkeerplaatsen.
2.6 Verplaatsing naar gedoogde coffeeshops in de regio Een substantieel deel van de drugstoeristen zoekt elders in de regio naar alternatieven. Vooral de acht coffeeshops in Breda (en één in Etten Leur) profiteren van de sluiting in Roosendaal en Bergen op Zoom. Eén coffeeshophouder uit Roosendaal, heeft ook een coffeeshop in Breda, en leidde reeds voor de ‘sluiting’ zijn Roosendaalse klantenstroom om naar Breda. In 2009 is een begin gemaakt met het periodiek meten van de precieze hoeveelheid van deze toename. Op basis van een meting van de Gemeente Breda (Afdeling SSC Onderzoek en Informatie) in mei 2010 blijkt dat het bezoek aan de Bredase coffeeshops is toegenomen met bijna 30%. De stijging in bezoekers deed zich voor onder Nederlandse bezoekers – ook uit Roosendaal en Bergen op Zoom – en onder buitenlandse bezoekers. Het Nederlandse bezoek stijgt met 16% ten opzichte van september 2009 en het buitenlandse bezoek met maar liefst 60%. In 2010 leidt deze toename niet tot een duidelijke toename van de drugsoverlast in Breda. Het aantal meldingen stijgt niet noemenswaardig, en ook omwonende burgers en bedrijven zijn voorzichtig positief. Een grote(re) gemeente als Breda, met een redelijke spreiding van coffeeshops, kon de groei van de (buitenlandse) drugstoeristen in die zin opvangen dat de zogenoemde ‘kritische grens’ (waarbij bewoners gaan melden, journalisten gaan schrijven en raadsleden vragen gaan stellen) nog niet was (en is) overschreden. Toch signaleert de Stadsscan die in Breda is uitgevoerd (september 2011) dat de illegale drugshandel – dat wil zeggen de straathandel – vanwege het blijvende verhoogde en hoge niveau van drugstoerisme die kritische grens wel zal gaan overstijgen. De gemeente Breda (de driehoek) houdt de vinger aan de pols. Dat gebeurt onder meer met het actieprogramma Aanpak Drugsproblematiek. Er worden voorbereidingen getroffen voor de aanpassingen van het softdrugsbeleid, in het bijzonder de invoering van het zogeheten ingezetenen- en het besloten club criterium voor coffeeshops per 1 mei 2012. Dit beoogt van gedoogde coffeeshops (weer) kleinschalige voorzieningen voor de lokale markt te maken. Er wordt een monitor opgestart die de effecten daarvan meet.
16
3e rapportage, april 2012
2.7 Verplaatsing naar de grensstreek en ‘dieper’ België in De marktordening van de illegale teelt en handel in softdrugs verandert. Reeds vóór de beëindiging van het gedoogbeleid in Roosendaal en Bergen op Zoom, en ook op andere locaties in Nederland (waaronder de Nederlandse grensstreek), werd een verplaatsing van teelt en handel naar ‘het Zuiden’ geconstateerd. In de jaren negentig verplaatsten criminele groepen al hun drugshandel van de Randstad naar de Nederlandse grensstreek (Van der Torre, 1996). Ze zochten als het ware hun buitenlandse klanten op. Veel drugshandelaren gingen niet de grens over, omdat de combinatie van pakkans en strafmaat hen niet bevalt in Duitsland of België. Loopjongens gingen en gaan wel de grens over. Drugsrunners zijn of worden ten dele drugssmokkelaars die softdrugs richting de grens brengen of zelfs de grens over. Het was een simpel markmechanisme waarbij het aanbod zo dicht mogelijk bij de klant wordt gebracht. Onze Nederlandse en Belgische respondenten signaleren de volgende relevante veranderingen, waaronder vormen van verplaatsing vanuit Roosendaal en Bergen op Zoom naar en over de Belgische grens: (1) De Belgische politie treft (bij controles) na het beëindigen van het gedoogbeleid in Roosendaal en Bergen op Zoom in de Politiezône Grens – dat wil zeggen in de Belgische grensstreek – en in Politiezône Noord veel minder vaak softdrugs aan bij Belgen of Fransen die per auto vanuit Nederland komen. In dit gebied had de politie op zich weinig overlast van de doorreizende drugstoeristen, maar bij controles werd veel softdrugs gevonden, in het bijzonder bij selectieve controles. De controles werden onder meer uitgevoerd op de Rijksweg naar Putte en op de A12. Belgische politiefunctionaris, politiezône Noord: “We controleren op de Rijksweg naar Putte en op de A12. Voor de sluiting was het bij 80% van de controles prijs. Op de sluipweg waar PZ Noord de selectieve controles uitvoerde, was het in 60% tot 70% van de controles raak. Bij de laatste actie is niets aangetroffen. Zelfs geen joint.” (2) De frequentie van de drugsvangst door de Belgische politie op geijkte autoroutes vanuit Roosendaal en Bergen op Zoom is dus sterk afgenomen na september 2009. Er geldt wel: minder, is meer. Indien de Belgische politie nog softdrugs vindt bij een drugstoerist, dan gaat het vaak om een forse hoeveelheid: te veel voor eigen gebruik. Het gaat met andere woorden om pakezels (drugstoeristen die drugs halen voor vrienden en bekenden) of om tussenhandelaren. De afname van het drugstoerisme vanuit Roosendaal en Bergen op Zoom is voor de Belgische politie aanleiding geweest om haar aandacht te verleggen van drugstoeristen naar lokale dealers. Belgische politiefunctionaris, politiezône Noord: “We hadden last van de invoer uit Nederland, maar dat is minder geworden. We hebben het accent verlegd naar de lokale dealers. Als we nog wel eens kleine hoeveelheden aantreffen, dan is dat afkomstig uit Goes, Etten-Leur en Breda. Kleine hoeveelheden uit Roosendaal of Bergen op Zoom treffen we niet meer aan. Vorig jaar december [2010, aut.] hadden we nog wel eens een kerel met een brommertje die had 400 gram bij zich. Die had hij in Bergen op Zoom gekocht.”
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
17
Belgische politiefunctionaris, politiezône Grens: “We werken nu op de lokale dealers. Dit jaar heeft PZ grens twee grote dealers opgepakt in Essen en Wuustwezel. Autochtone Belgen. Zij haalden hun drugs, niet alleen cannabis, in Nederland. Nadat deze dealers zijn gepakt, is het een paar maanden rustiger geweest. Nu komen er weer anderen naar boven.” (3) Voor het beëindigen van het gedoogbeleid in Roosendaal en Bergen op Zoom had Putte te maken met overlast van Belgische drugstoeristen. Hier was de eindhalte van de bus vanuit Bergen op Zoom. Er stapten veel drugstoeristen over, afkomstig uit onder meer Antwerpen en Mechelen. Deze stroom is opgedroogd. Er worden nu wel vaker grotere hoeveelheden softdrugs verhandeld vlakbij de grens, aan de Nederlandse kant, onder meer in de bossen bij Putte en op verschillende parkeerplaatsen. Lokale Belgische dealers doen inkopen bij Nederlandse drugshandelaren. De Belgische dealers kopen grotere hoeveelheden bij Marokkaanse dealers uit Roosendaal en Bergen op Zoom die ze toch al kenden vanwege eerdere illegale transacties in de plaatsen. Belgische politiefunctionaris, politiezône Grens: “Lokale dealers maken nu andere afspraken met de Nederlandse bovendealer. Ze spreken vaak af in Nederland, soms letterlijk tien meter over de grens. Wij ondervinden dat de Nederlandse dealers niet graag de grens over komen. Die blijven liever in Nederland. De straffen liggen hoger indien ze in België gepakt worden. (…) Voorheen werd gecontroleerd op de wegen van Essen naar Roosendaal. Maar er zijn vele grensovergangen en kleine weggetjes waar wordt afgesproken, bijvoorbeeld in Nispen bij het voetbalveld.” (4) Drugshandelaren uit Nederland zetten hennepkwekerijen op in België, net over de grens. Deze ontwikkeling was er reeds voor 2009. Het heeft eerder te maken met risicospreiding, met criminele concurrentie in Nederland en met de verhoogde pakkans in Nederland in combinatie met dichtere bebouwing, dan met de beëindiging van het gedoogbeleid in Roosendaal en Bergen op Zoom, al heeft dit het waarschijnlijk wel verder gestimuleerd. Belangrijke ‘Nederlandse’ groepen die hennepkwekerijen opzetten, zijn kampers en Marokkaanse drugshandelaren. Politiezône Grens kent de criminele kansen vanwege het uitgestrekte gebied, vele woningen (boerderijen en villa’s) of loodsen zonder zichtlijnen van buitenaf en minder scherpte bij elektriciteitsbedrijven dan in Nederland. Voorts heeft ‘drugs’ hoge prioriteit in België, maar niet in politiezône Grens. Belgische politiefunctionaris, politiezône Grens: “Plantages in loodsen of oude boerderijen vallen niet op. Er komen weinig mensen. Op de twintig plantages zijn er negentien van Nederlanders. Dat is zeker en vast. Mensen in zwakke posities, die geld nodig hebben, worden geronseld. Deze mensen betalen de huur van het pand waar de plantage staat en krijgen een deel van de opbrengst. Het zijn volgens mij de zware jongens die het organiseren, maar die blijven een beetje buiten schot.” (5) Nederlands-Marokkaanse drugshandelaren werken samen met Marokkaanse drugshandelaren in Antwerpen. Antwerpen telde in het recente verleden veel dealpanden en hennepkwekerijen. Dit is hard aangepakt door de politie. De resultaten zijn zichtbaar: minder hennepkwekerijen en minder dealpanden die verkopen aan drugstoeristen die vanuit (Zuid-)België of
18
3e rapportage, april 2012
Frankrijk naar Antwerpen komen. Een dealpand met grote aanloop is te kwetsbaar in Antwerpen: de Belgische politie is alert en de straffen zijn stevig. Er blijven wel dealpanden en hennepkwekerijen over, maar de grootschalige hennepkwekerij en de grootschalige handel met drugstoeristen wordt verder naar het Zuiden verplaatst (zie onder 6.). De lokale markt blijft echter intact. Sterker, die is waarschijnlijk gegroeid, omdat ‘kleine’ drugstoeristen niet meer naar Roosendaal of Bergen op Zoom reizen, maar softdrugs proberen te kopen in hun directe sociale of fysieke omgeving. Belgische politiefunctionaris, politiezône Grens: “Het is de trend in België om te zoeken naar geld en luxe goederen in beslag te nemen. Geld afnemen doet het meeste pijn. In Antwerpen zitten vooral Marokkanen in heroïne of hasj. Ze hebben een compromis gesloten met Marokko. Als ze zo’n Marokkaanse benden aanpakken, kunnen ze in Marokko huizen in beslag nemen. Ze delen zo zware klappen uit.” Belgische politiefunctionaris, politiezône Noord: “Voorheen kochten lokale dealers drugs in Nederland om in België te verkopen. Nu koopt nog zo’n 20-25% in Nederland, de rest haalt het in Antwerpen.” (6) Tal van factoren – de aanscherpingen van het drugsbeleid in Nederland, risicospreiding door drugshandelaren, criminele concurrentie en de verscherpte drugsaanpak in Antwerpen – werken in de hand dat de handel met Belgische en Franse drugstoeristen verder naar het Zuiden wordt verplaatst. Marokkaanse drugshandelaren spelen hierbij (weer) een belangrijke rol. Ze maken gebruik van hun sociale netwerken, maar ook van de criminele kansen in Zuid-België: er zijn goedkope panden beschikbaar en de politie beschikt nog over minder ervaringskennis bij de aanpak van drugshandel. Onder meer in Oostende is het aantal dealpanden toegenomen. Om dezelfde redenen worden hennepkwekerijen ook steeds vaker zuidelijk in België opgezet, onder meer met ‘Nederlandse hulp’ vanuit de geijkte hoek: Marokkaanse handelaren, kampers en autochtone ‘kopstukken’. Wallonië kent tal van voordelen voor criminelen die hennepkwekerijen: uitgestrekte gebieden; leegstaande loodsen, panden of fabrieken; ‘geschikte’ campings of bungalowparken; hoge werkeloosheid; lage bedrijfskosten (bijvoorbeeld bij het opkopen van panden); en de nabijheid van Franse en Belgische steden met veel softdruggebruikers, zoals Lille. Belgische politiefunctionaris, politiezône Noord: “Er komen veel minder drugstoeristen voorbij. Ook de handel vanuit panden in Antwerpen is hard afgenomen. De handel is verschoven naar panden langs de grote invalswegen in Oost-West Vlaanderen en Wallonië, bijvoorbeeld richting Namen. Ze gaan niet meer de grens over, maar ze gaan naar panden in deze streek. Ze worden opgewacht, onderschept en begeleidt naar panden. (…) Er is verplaatsing naar Oostende. In Oostende zijn de drugspanden toegenomen en in Antwerpen afgenomen.” Belgische politiefunctionaris, politiezône Grens: “Vroeger waren er voornamelijk plantages in de grensstreek en Antwerpen. Nu wordt dat allemaal verplaatst richting Wallonië.”
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
19
Belgische politiefunctionaris, politiezône Noord: “De hennepteelt verplaatst naar Wallonië. De politie kent het fenomeen daar niet. Ze zijn er nog niet mee vertrouwd hoe ze dat aan moeten pakken. Door de federale politie worden steeds meer plantages ontmanteld in West-Vlaanderen en Wallonië. In die gebieden krijgt men veel steun van de Federale Politie, omdat de politiemensen er daar nog niet in thuis zijn.” Belgische politiefunctionaris in BNDeStem: “Het gaat om benden met een tiental leden die vanuit Nederland opereren. Na de strengere aanpak in eigen land, zijn ze eerst naar Antwerpen getrokken. Daarna naar Gent en toen de politie hen daar ook te dicht op de huid begon te zitten, zijn ze naar hier [Kortrijk, aut.] afgezakt.” Het aantal door de Belgische politie ontdekte hennepkwekerijen groeit gestaag in de afgelopen jaren. In 2007 werden in België 466 gevallen geregistreerd en in 2008 in totaal 666. Dit loopt gestaag op, tot 738 in 2009 en tot 979 in 2010. In 2011 komt de teller uit op 1.067. Zie tabel 2.2. De geografische spreiding van deze ontdekte hennepkwekerijen in België (in 2011), wordt weergegeven op een kaart op de volgende pagina.
Tabel 2.2: Geregistreerde hennepkwekerijen België 2007-2011 2007
2008
2009
2010
2011
Microschaal: 2-5 planten
66
136
134
209
191
Mini-schaal: 6-49 planten
130
219
226
313
374
Kleinschalig: 50-249 planten
62
125
166
163
185
Middelgrote schaal: 250-499 planten
40
58
72
93
101
Grootschalig: 500-999 planten
44
63
65
106
120
Industriële schaal: >1000 planten
51
45
66
86
88
Stekkenboer
5
2
8
9
8
Gebruiksklare plantages*
15
7
0
0
0
Ontmantelde plantages**
53
11
1
0
0
Totaal
466
666
738
979
1067
Actieve plantages
Niet-actieve plantages
* Volwaardige kweekinstallatie zonder planten of bewijs van eerdere oogsten. ** Deels of geheel ontmanteld.
20
3e rapportage, april 2012
Aantal ontdekte cannabisplantages in 2011
2.8 Andere delicten in Roosendaal en Bergen op Zoom De drugsgerelateerde drukte op de straten van Roosendaal en Bergen op Zoom is fors afgenomen. Er zijn veel minder buitenlandse drugstoeristen en beduidend minder drugsrunners en drugshandelaren op straat. Het is de vraag wat de drugsrunners en de kleine drugshandelaren zijn gaan doen. Er zijn meerdere opties. Er is nog een illegale lokale straatmarkt waarop ze actief kunnen zijn (zie 2.3), het is mogelijk dat ze hun drugsactiviteiten naar het zuiden hebben verplaatst (zie 2.7) en wellicht nemen ze deel aan lokale investeringen van crimineel geld (zie 2.9). Ze zouden ook hun criminele activiteiten gestaakt kunnen hebben en in de literatuur wordt de optie genoemd van functionele verplaatsing, dat wil zeggen een overstap naar andere delicten. We bezien daartoe de trends van de misdaadcijfers in Roosendaal en Bergen op Zoom. In 2011 blijft het aantal overvallen in beide gemeenten min of meer stabiel, met in absolute termen een kleine stijging: van 10 naar 13 in Roosendaal en van 9 naar 11 in Bergen op Zoom. Het aantal straatroven daalde in 2010, maar neemt toe in 2011: zie de onderstaande tabel. Het gaat al met al om zulke lage absolute aantallen dat dit – wat inkomsten betreft – geen functioneel alternatief kan zijn voor het runnen of verhandelen van drugs.
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
21
Tabel 2.3: Straatroven en overvallen gemeente Roosendaal en Bergen op Zoom (Periode: januari t/m september, 2009-2011) 2009
2010
2011
Straatroof
21
16
26
Overvallen
8
10
13
Straatroof
26
15
24
Overvallen
11
9
11
Gemeente Roosendaal
Gemeente Bergen op Zoom
De voertuigcriminaliteit schommelt sinds 2009 in Roosendaal: van 581 in 2009, via 702 in 2010 (een forse stijging) naar 599 in 2011. Er valt dus een piek te noteren in 2010. In Bergen op Zoom blijft zo’n piekscore uit. Die gemeente kent wat voertuigcriminaliteit betreft een gelijkmatige stijging: van 419 in 2009 naar 445 in 2011, met ‘tussendoor’ (in 2011) een score van 433. De meest ‘interessante’ ontwikkeling doet zich voor op het dossier van de woninginbraken. In de periode 2009-2011 stijgt het aantal geregistreerde woninginbraken in Roosendaal van 174 naar 280. Dat is een stijging van 60%. In Bergen op Zoom valt ook een stijging te noteren. In het eerste jaar is de stijging fors: van 191 (2009) naar 309 (2010). In 2011 komt de teller uit op 227. Tabel 2.4: Woninginbraak en voertuigcriminaliteit gemeente Roosendaal en Bergen op Zoom(Periode: januari t/m september, 2009-2011)
2009
2010
2011
Woninginbraak
174
305
280
Voertuigcriminaliteit
581
702
599
Woninginbraak
191
309
227
Voertuigcriminaliteit
419
433
445
Gemeente Roosendaal
Gemeente Bergen op Zoom
We voeren op basis van recent verkregen politiegegevens een analyse uit naar het fenomeen woninginbraak om uit te zoeken of drugsrunner of drugshandelaren wellicht (deels) zijn ‘overgestapt’ naar het plegen van woninginbraak. Zodra deze analyse gereed is, maken we hier een separaat factsheet van.
2.9 Criminele structuren In de periode sinds de beëindiging van het gedoogbeleid is duidelijk geworden dat bij de (integrale) aanpak van de drugsproblematiek het accent dient te worden verlegd van drugsoverlast naar drugscriminaliteit. Dit is op zich een positief gegeven, want de drugsoverlast is afgenomen en vergt op enkele locaties nog beleidsinspanningen. Er komt door de enorme afname van de drugsdrukte op straat echter ruimte om de focus te verleggen naar drugscriminaliteit. De drugscriminelen die vandaag de dag actief zijn in of vanuit Roosendaal en Bergen op Zoom zijn groot geworden vanwege de enorme toestroom van drugstoeristen. Dit resulteerde, via de hennepteelt, in omvangrijke criminele geldstromen. Die geldstromen hebben gezorgd voor een stevige basis van de lokale criminele structuren. Ze verdienden grote sommen geld en hebben zich een criminele levensstijl aangemeten. De harde kern van
22
3e rapportage, april 2012
de georganiseerde criminelen is (onder meer) actief gebleven op de illegale drugsmarkt. De frontlijnactiviteiten van deze structuren zijn echter minder zichtbaar en bekend dan in het recente verleden. Dit komt doordat de handel meer wordt afgeschermd en wordt verplaatst. De omvorming van het politieteam Courage naar het zogenoemde DIT-team (Districtsinterventieteam) leidt ertoe dat er minder specialistische politie-uren beschikbaar zijn voor Roosendaal en Bergen op Zoom. De straatkennis is derhalve afgenomen. Voorts is het geen routine dat straatkennis die wordt verzameld door gemeentelijke handhavers en toezichthouders, wordt doorgegeven aan de politie. Dit gaat ten koste van de kennis over ‘koppen’ en ‘panden’, hoewel er al met al veel bekend is bij Courage over hoofdrolspelers en verdachte panden. Naast deze perikelen op straatniveau is het voor de twee gemeenten lastig dat de besluitvorming over de inzet van recherchecapaciteit plaatsheeft op bovenlokaal niveau: in de districtelijke weegploeg, het RIEC en in structuren rondom de zogenoemde B5taskforce. Courage: “Voor Roosendaal is de aanpak van dealers in de Westrand belangrijk. Maar met de ontwikkeling van het RIEC maakt dat weinig kans. Een waslijst met weegpunten wordt naast de casus gelegd en de weegschaal valt al snel naar de verkeerde kant. Drugs concurreert dan met delicten als overvallen of straatroven. Daarnaast dienen we zelf de analyse te maken.” Courage heeft geconcludeerd dat de twee gemeenten, met hun partners, dienen te werken aan een bestuurlijke informatiehuishouding over (drugs)criminaliteit. Courage: “We willen omvorming van IGP, informatiegestuurde politie, naar IGO, een informatiegestuurde overheid. Zo kunnen we doorontwikkelen van drugsoverlast naar drugscriminaliteit. Dat vergt aanpassingen in de gemeentelijke informatiehuishouding. Maar het is ook belangrijk dat we handhavers koppen laten doorgeven.” Er is in 2011 een pas op de plaats gemaakt met de analyse van de georganiseerde drugscriminaliteit. Courage wilde met het zogenoemde Ibase ICT-systeem een analyse maken op basis van systeemtechnische raadpleging van vele bronnen. Dit was echter een kostbare en technisch ingewikkelde onderneming. Bovendien wordt in B5-verband ook gewerkt aan het opbouwen van een (gezamenlijke) informatiehuishouding. Courage heeft besloten hierbij aan te sluiten. Tegelijkertijd is vaart gezet achter het verbeteren van de intragemeentelijke informatiehuishouding. Medewerkers van Courage worden daartoe opgeleid en krijgen autorisatie om allerhande datasystemen te raadplegen. De criminele structuren kennen, op hoofdlijnen en voor zover bekend, de volgende kenmerken:
• De lokale drugsmarkt wordt gedomineerd door naar schatting zes tot acht groepen die zijn georganiseerd op basis van familiebanden, verwantschap of hechte sociale contacten. Het betreft groepen die in eigen kring gebruik maken van loopjongens of operationele medewerkers. Dit zijn vaak twintigers en dertigers, maar in sommige gevallen ook tieners.
•
Er is een directe relatie tussen drugsondernemingen en criminele jeugdgroepen. Die jeugdgroepen beginnen met vermogensdelicten, maar maken al snel de overstap naar de veel profijtelijker drugshandel. Deze
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
23
frontmannen nemen op verschillende locaties een intimiderende houding aan tegenover nette bewoners. Ze lijken zich onaantastbaar te voelen. Binnen deze groepen heerst een strikte hiërarchie en taakverdeling. Er is een harde kern die de lakens uitdeelt, met daar omheen adjudanten en loopjongens. Vanwege de forse afname van het drugstoerisme en daarmee van het lokale drugsrunnen, zijn de adjudanten belangrijker geworden bij het organiseren van ontmoetingen en bij overdracht met buitenlandse klanten. Dit gebeurt vaak in auto’s, met in elk geval meerderjarigen achter het stuur.
•
Tot en met 2009 hadden de groepen stabiele afnemers van softdrugs vanwege de aanwezigheid van acht coffeeshops met een zeer forse buitenlandse klantenstroom. Hoge omzet en winst lag op lokaal niveau voor het oprapen.
•
Vóór 2009 werd de hennepteelt reeds professioneel georganiseerd: in
•
De klantrelatie met Belgische tussenhandelaren is belangrijk voor de
Roosendaal en Bergen op Zoom, maar ook daarbuiten, ook al in België. drugshandelaren, want dit gaf hen een mogelijkheid om door te gaan met illegale drugshandel. Dit gebeurt deels in Roosendaal en Bergen op Zoom, maar drugsrunners worden ook omgeschoold tot drugssmokkelaars: ze brengen de drugs naar de Belgische klanten.
• Niet alleen de drugs wordt naar de Belgische klanten gebracht: ook de kwekerijen worden daar naartoe gebracht. Bij deze beweging naar België wordt gebruik gemaakt van verwanten (familie of streekgenoten) die in België wonen.
• De Marokkaanse drugshandelaren domineren lokaal de drugsmarkt. Er zijn ook Turkse drugshandelaren en er is een aantal autochtone criminelen actief. Kampers lijken een kleine rol te spelen in tegenstelling tot andere Brabantse gemeenten. Er zijn geen spanningen tussen de verschillende groepen, ook niet op locaties waar ze vlakbij elkaar actief zijn.
•
Leden van Marokkaanse groepen worden geregeld samen gezien met Polen en Bulgaren. Dit lijkt een indicatie voor opkomende samenwerking.
24
3e rapportage, april 2012
Deel
3 De balans opgemaakt
3.1 Hoofdconclusies (1) De zeer forse drugsoverlast die tot en met september 2009 werd veroorzaakt door de grote stroom buitenlandse drugstoeristen is structureel spectaculair verminderd in Roosendaal en Bergen op Zoom. Er is veel minder ‘drugsdrukte’ op straat, ook de (geregistreerde) illegale straathandel is afgenomen. Hoewel het aantal personen dat zich op een gemiddelde dag in Roosendaal of Bergen op Zoom (als klant of aanbieder) inlaat met illegale straathandel fors is verminderd, zijn er wel locaties waar dit juist is toegenomen. Het netto-effect op de drugsoverlast van het beëindigen van het gedoogbeleid blijft echter ronduit gunstig. (2) Vanwege de afname van drugsoverlast (minder drugsdrukte op straat) wordt het accent verlegd naar de aanpak van drugscriminaliteit. De drugscriminaliteit is blijven bestaan, maar heeft wel een slag te verwerken gekregen met het wegvallen van de stroom drugstoeristen en een enorme criminele geldstroom richting lokale criminele drugsondernemers (die opereerden aan de achterdeur van de acht coffeeshops). Dit resulteert in gedragsreacties (zie hieronder). (3) In het verleden werd veel bestuurlijke, ambtelijke en politiële tijd en energie gespendeerd aan de aanpak van de drugsoverlast op straat, die voor het overgrote deel werd veroorzaakt door buitenlandse drugstoeristen. Het is pure winst dat deze tijd en energie nu ingezet kan gaan worden voor belangrijker problemen. In de eerste plaats de georganiseerde drugscriminaliteit. In de tweede plaats een integrale gebiedsaanpak van locaties of wijken met geconcentreerde veiligheidsproblemen, waaronder illegale drugshandel (zie hieronder). In de tijd dat klanten van de gedoogde coffeeshops nog voor enorm veel overlast zorgden, kwam de overheid in (te) geringe mate toe aan de aanpak van deze fundamentele vraagstukken. Het wordt (ongeveer tweeënhalf jaar na het beëindigen van het gedoogbeleid) van lieverlee zichtbaar hoe groot de winst is dat de overheid in Roosendaal en Bergen op Zoom de aandacht kan verleggen van een achterhoedegevecht (bestrijding van overlast door drugstoeristen) naar wezenlijke veiligheidsproblemen. (4) Sinds september 2009 zijn de patronen in de gedragsreacties van de buitenlandse klanten, die tot die tijd voor softdrugs naar Roosendaal of Bergen op Zoom kwamen, zichtbaar geworden. Belgische gebruikers kopen steeds vaker op de lokale Belgische markt softdrugs en ze wijken uit naar gedoogde coffeeshops in de Brabantse regio, met name in Breda. Illegale drugsaankopen doen reguliere Belgische gebruikers liever dichtbij huis en als ze naar Nederland komen, dan hebben ‘gelegitimeerde’ aankopen in een gedoogde coffeeshop de voorkeur. De buitenlandse drugstoeristen die naar Roosendaal of Bergen op Zoom blijven komen, zijn vaak tussenhandelaren die grotere hoeveelheden kopen bij drugshandelaren waarmee ze een zakelijke relatie hebben. (5) In de jaren dat de gedoogde coffeeshops functioneerden zijn er, mede op basis van de omvangrijke criminele geldstroom die werd gegenereerd door de grote toestroom buitenlandse drugstoeristen, criminele infrastructuren opgebouwd. De Marokkaanse groeperingen domineren. De gedoogde coffeeshops – en dan met name de productie van hennep om ze aan de
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
25
achterdeur te bevoorraden – hebben deze criminele structuren in ongeveer een decennium groot gemaakt. Die structuren blijven ook na beëindiging van het gedoogbeleid actief op de illegale drugsmarkt. De volgende lokale gedragsreacties treden op (zie wel punt 7): a Continuïteit van de (georganiseerde) hennepkwekerijen in Roosendaal en Bergen op Zoom. b Omleiding door uitbaters van een voormalige gedoogde coffeeshop in Roosendaal naar ‘hun’ coffeeshop in Breda. c Het opkopen van (winkel)panden ten behoeve van witwasserij (onder meer kledingwinkels) en als dekmantel, om op de lokale markt drugs te kunnen verhandelen. Bij dit laatste kan gedacht worden aan allerhande horecavoorzieningen of detailhandel. d Verplaatsing van de illegale straathandel naar bebouwde locaties in Roosendaal en Bergen op Zoom en naar meer afgelegen locaties (‘het buitengebied’) op het grondgebied van de twee gemeenten. e Op een veel lager niveau dan in 2009 voortzetting van illegale handelspraktijken op oude hotspots (met voorheen een of enkele gedoogde coffeeshops). Er worden op deze zichtbare locaties zelden drugs overhandigd, want het sluiten van de deal en de overdracht zijn ontkoppeld. (6) Drugshandelaren uit Roosendaal en Bergen op Zoom laten softdrugs naar de Nederlandse kant van de grens brengen. Dit past in een veel bredere en invloedrijke ontwikkeling, namelijk de verplaatsing van de softdrugshandel en – teelt naar het Zuiden. Er worden hennepkwekerijen opgezet in de Belgische grensstreek en (veel) dieper België in, tot in Wallonië. Dit gebeurt met ‘Nederlandse’ betrokkenheid, al kunnen we geen uitsluitsel geven over het aandeel van criminele groepen uit Roosendaal en Bergen op Zoom. De illegale handel werd al verschoven naar dealpanden in Antwerpen en nu – gestimuleerd door een harde aanpak Antwerpen - ook dieper België in, bijvoorbeeld naar Oostende. (7) Er tekenen zich verplaatsingen af binnen Roosendaal (zie wel conclusie 6). Bij de vorige drugsscan constateerden we verplaatsing naar Burgerhout. De overheid heeft hierop ingespeeld en er is vooruitgang geboekt. In de Westrand is de trend ongunstiger: meer illegale drugshandel door ‘dominerende’ straathandelaren en ongerustheid over de opening van een zogenoemd hostel. Er is overleg gevoerd met het gemeentebestuur, bewoners rekenen op prestaties en die zijn op onderdelen ook geboekt. Reeds voor het beëindigen van het gedoogbeleid groeiden de drugsproblemen (teelt, handel) in Kroeven en Langdonk. Dit wordt integraal aangepakt. (8) In Bergen op Zoom continueren drugshandelaren op afgeschaald niveau hun praktijken op het Korenbeursplein. Er wordt een strijd gevoerd over zeggenschap en onroerend goed. Bewoners vrezen toenemende criminele invloed. Dit vraagstuk staat op de agenda van het gemeentebestuur. In 2011 is gestart met een specifiek project op het Korenbeursplein, waarbij al diverse resultaten zijn geboekt, zoals het opkopen (door de gemeente) van het pand waar de voormalige coffeeshop was gevestigd. Het project loopt in 2012 door. Inmiddels is de herinrichting van het plein afgerond. In Fort Zeekant zijn enkele hardnekkige locaties van straathandel: dit was al zo voor 2009, maar het is op twee specifiek locaties toegenomen.
26
3e rapportage, april 2012
(9) Het onderscheid tussen ‘effecten van het beëindigen van het gedoogbeleid’ (in september 2009) en ‘patronen in criminaliteit en overlast’ is diffuus. Verschillende patronen die we beschrijven zijn ten dele (neven)effecten, maar in grotere mate veiligheidsontwikkelingen die zich – zij het op een lager niveau – ook hadden afgetekend zonder ‘sluiting’ van de acht coffeeshops:
• Illegale drugshandel en hennepteelt in kwetsbare wijken ( die bestond al en nam ook al toe)
• Ontkoppeling van deal en overdracht bij grote drugstransacties (dit vermindert hoe dan ook de pakkans)
• Het opkopen van winkelpanden ten behoeve van witwasserij (dit gebeurde ook al voor 2009)
• De verschuiving van drugshandel, drugstoerisme en drugsteelt naar het Zuiden: naar de Nederlandse en Belgische grensstreek, naar (de regio van) Antwerpen en dieper België in (dit is een autonoom marktmechanisme dat wordt versterkt door aanscherpingen in het Nederlandse drugsbeleid; verdere aanscherpingen, zoals het ingezetenen- en het besloten club criterium zullen dit verder stimuleren en waarschijnlijk anticiperen criminelen hier al op).
3.2 Aanbevelingen We attenderen met de onderstaande aanbevelingen op maatregelen die belangrijke resultaten beogen te boeken en die neerkomen op een doorontwikkeling of intensivering van bestaand beleid. Maatregelen die belangrijk blijven, maar inmiddels gemeengoed zijn in Roosendaal of Bergen op Zoom (en die blijken te werken), hebben we niet – nog eens – opgenomen als aanbeveling. Een rode draad in de aanbevelingen is de constatering dat er sinds 2009 veel winst is geboekt met het bestrijden van drugsoverlast, waardoor het zaak is ook aandacht te schenken aan andere zaken of aan oorzaken van nog bestaande problemen. (1) Omwille van de legitimiteit van de overheid blijft focus op twee locaties met zichtbare en voelbare problemen belangrijk: de Westrand in Roosendaal en het Korenbeursplein in Bergen op Zoom. Op beide locaties gaat het niet alleen om een overlastprobleem, maar ook om een criminaliteitsprobleem. De bestuurlijke en justitiële aanpak (‘vervolging’) van criminele kopstukken heeft veel maatschappelijke betekenis. Het is zaak om de aanpak te continueren en zichtbare resultaten te boeken. In Roosendaal vergt ook de drugsproblematiek in Kroeven en Langdonk prioriteit en in Bergen op Zoom de aanpak van de illegale drugshandel in Fort Zeekant. Dit vergt opsporing (zie onder 2, 3 en 4), maar ook juist verbreding van het veiligheidsbeleid naar andere dossiers dan het drugsdossier (5). (2) Om een effectieve aanpak van de drugs- en veiligheidsproblemen in Roosendaal en Bergen op Zoom mogelijk te maken, dient bij de formulering van justitiële prioriteiten (meer) rekening te worden gehouden met de grote maatschappelijke schade die wordt veroorzaakt door criminele groeperingen die zich onder meer bezig houden met drugshandel: legitimiteitverlies, criminele geldstromen, rekrutering van jongeren als startende criminelen, overlast en criminaliteit.
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
27
(3) Courage dient een doorstart te maken met de ontwikkeling van de aanpak van drugsoverlast naar de aanpak van drugscriminaliteit. Dit vergt analyses van criminele structuren op basis van allerhande bronnen: van open bronnen en klassiek justitiële bronnen tot aan bedrijfsgegevens en gegevens over onroerend goed. In netwerkverband dient verder gestalte te worden gegeven aan netwerkend handhaven (panden sluiten, Bibob-toetsing, controles) en opsporen. Dit komt neer op het verder brengen van bestaande voornemens en praktijken. We waarschuwen voor het risico dat veel tijd wordt besteed aan het bouwen van het ‘ideale informatiesysteem’ en dat belangrijke zaken die voor de hand lijken te liggen erbij in zouden kunnen schieten. We doelen bij dit laatste op het in kaart brengen van de belangrijkste criminele (sub)groepen die vaak zijn georganiseerd langs familiebanden, etniciteit of geografische origine. (4) Courage wordt gekenmerkt door een getting-the-job-done-attitude bij uitvoerders en door directe bestuurlijke betrokkenheid. Het ligt aan de basis van de geboekte resultaten, maar juist vanwege die resultaten is het nodig om de bakens te verzetten. Op verschillende locaties (o.a. Korenbeursplein, Fort Zeekant, Langdonk en Kroeven) is breder integraal beleid nodig om de veiligheid te verbeteren (inclusief het drugsdossier). Het is belangrijk dat dit met dezelfde taak- en resultaatgerichte instelling gebeurt die kenmerkend was en is voor Courage. Het valt bepaald niet uit te sluiten dat criminele groeperingen die zich inlaten met drugs ook een motor zijn achter hennepteelt, leefbaarheidproblemen en vermogens- en geweldsdelicten (al dienen nadere analyses dit uit te wijzen). (5) Roosendaal en Bergen op Zoom kennen grote betrokkenheid van hun burgers bij het wel en wee van de steden, inclusief veiligheids- en drugsproblemen. We troffen actieve bewoners aan met veel informatie en kennis, en deels ook met steekhoudende kritiek. Het is belangrijk dat er bestuurlijk en ambtelijk overleg is met bewoners. Bijzondere aandacht verdienen bewoners die zich geïntimideerd weten door criminelen. (6) Om de drugsproblematiek in Roosendaal en Bergen op Zoom te begrijpen – en aan te kunnen pakken – zijn in toenemende mate patronen van belang die breder zijn dan het drugsdossier en die niet (meer) direct of nauwelijks vallen te herleiden tot het beëindigen van het gedoogbeleid. Dit laten we tot uitdrukking komen in de scan die volgend jaar wordt uitgevoerd: geen drugsscan, maar een stadsscan- en districtsscan, met bijzondere aandacht voor drugsproblemen.
28
3e rapportage, april 2012
Colofon In opdracht van: Gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal Onder verantwoordelijkheid van dr Balthazar Beke (Beke Advies) dr Edward van der Torre en Denise Keijzer MSc (LokaleZaken) Met dank aan Bewoners en vertegenwoordigers van de diverse bewonersplatforms en wijkcommissies in Roosendaal en Bergen op Zoom; de honderden bewoners en ondernemers die ons te woord stonden bij de zogenoemde straatenquêtes; leden van het team Courage; het Joint Hit Team; gemeenteambtenaren uit Roosendaal en Bergen op Zoom; politiemensen van de regiopolitie Midden en West Brabant; het Openbaar Ministerie; en Belgische politiemensen in de politiezônes Noord en Grens en van de Federale Politie. Ondersteuning Ben van der Hoeven, Patrick Roodenburg, Marije Mallekoote, Eddy Klein Hofmeijer en Jasper Bik. Een digitale versie van het rapport valt te downloaden via www.courage.nu of kan worden opgevraagd via www.lokalezaken.com
April 2012, Bergen op Zoom - Roosendaal
Drugsscan Bergen op Zoom – Roosendaal
29