ADV VIES VERLE EEND DOOR HET FON NDS VOOR D DE MEDISC CHE ONGEV VALLEN, IN TOEPASSING VAN V ART. 21 1 VAN DE WET W VAN 31 1 MAART 20 010 BETRE EFFENDE DE E VERGOED DING VAN SCHADE S AL LS GEVOLG G VAN GEZO ONDHEIDSZ ZORG.
anvraag ontv vangen op 11 1 juni 2014 namens de heer X; Gelet op de adviesaa ng verstuurd op 1 juli 201 d van de we et van 14 conform art. 15, 1e lid Gelet op de ontvangstbevestigin ergoeding va an schade a ls gevolg va an gezondhe eidszorg; 31 maartt 2010 betrefffende de ve
m dossier sameng gesteld uit d e overgema aakte stukke en ter staving g van Gelet op het intern medisch esaanvraag en verkrege en op initia atief van he t Fonds voor de medische ongevvallen de advie (hierna, Fonds); F Gelet op p het medisc ch verslag verleend v op 14 juni 201 15 door dr. Q1 na een tegensprekkelijke expertise e georganise eerd door he et Fonds, in uitvoering vvan art. 17, § 2 van de w wet van 31 m maart 2010 bettreffende de vergoeding van schade e als gevolg vvan gezondheidszorg.
Aanvrag ger:
Zorgverleners:
de heer en mevrouw w Y1-Y2
dr. A dr. B dr. C Dr. D Ziekenh huis K
1
I.
FEITEN
De heer X (° 1993) slipt op 23 december 2013 om 1.15 uur met zijn wagen tegen een boom. Hij is nog bij bewustzijn en slaagt erin zijn ouders en de hulpdiensten te contacteren. De hulpdiensten en de politie arriveren om 1.30 uur, maar durven de heer X niet te verplaatsen. De MUG wordt opgeroepen om dit te doen. Om 2.15 uur wordt de heer X opgenomen op de spoeddienst van het Ziekenhuis K. Dr. A, spoedarts, valt onmiddellijk de bilaterale dijbeenbreuk op bij het klinisch onderzoek. De heer X blijft heel de tijd goed bij bewustzijn. Vervolgens wordt er pijnstilling toegediend en wordt er gestart met uitgebreide radiologische beeldvorming. De vastgestelde letsels bestaan uit een bekkenfractuur, een breuk van de schacht van het dijbeen, zowel langs links als rechts, een klaplong links en een kneuzing van de longen. Er is geen sprake van een hersenbloeding en de nekwervels zijn evenmin gekwetst. Dr. A vreest, ondanks de afwezigheid van belangrijke afwijkingen aan het thorax 1 en abdomen2, bijkomende schade aan de inwendige organen gezien de aard van het trauma. Hij contacteert per telefoon dr. B, orthopedisch chirurg van wacht, met de vraag naar het verdere beleid en eventuele opname op de dienst Intensieve Zorgen. Dr. B begeeft zich niet ter plaatse om zich van de toestand van de heer X te vergewissen, maar adviseert op basis van het door dr. A voorgelezen protocol van de radioloog de heer X in tractie te laten leggen3 en te stabiliseren waar nodig. Hij raadt aan de patiënt naar de dienst Intensieve Zorgen over te plaatsen en in de voormiddag een operatie te plannen. De heer X kan evenwel niet worden opgenomen op de dienst Intensieve Zorgen wegens een plaatsgebrek. Daarom wordt hij geïnstalleerd in de reanimatiebox op de spoedafdeling, die klassiek is ingericht zoals een kamer op de dienst Intensieve Zorgen met alle nodige apparatuur.
1
Borstkas. Buik. 3 Een speciaal verband dat men een gewicht aan het been trekt om de breuk te stabiliseren tot de operatie. 2
2
De vitale parameters van de heer X, die gedurende de hele nacht gemonitord worden, blijven goed en stabiel en op geregelde tijdstippen wordt de omtrek van zijn dijbenen gemeten. De heer X blijft de hele tijd goed bij bewustzijn. Om 4.30 uur wordt de heer X moe en wil hij slapen. Op dat moment weet hij, in tegenstelling tot daarvoor, niet meer goed wat er precies gebeurd is. Aan zijn ouders wordt gevraagd de spoedafdeling te verlaten. De verdere nachtobservatie verloopt normaal. Om 5.00 uur wordt de huidtractie ter hoogte van beide benen aangelegd door de spoedverpleegkundigen onder supervisie van dr. A. De heer X begint te braken en te stuipen om 8.40 uur, waarna hij in coma gaat. Hij wordt vervolgens overgebracht naar de afdeling Intensieve Zorgen. Zijn ouders worden hiervan op de hoogte gebracht. Dr. C, arts met wachtdienst op de dienst Intensieve Zorgen, en dr. D, neurologe, onderzoeken waarom de heer X in coma is gegaan. Zij reduceren de mogelijke oorzaken tot een subduraal hematoom 4 , CVA 5 op basis van vetembolen 6 of een diffuse axonal injury7. Een CT-scan van de schedel toont geen verandering aan ten opzichte van het voorgaand onderzoek. Omstreeks 11.00 uur wordt dan contact opgenomen met het Ziekenhuis L voor een overplaatsing naar de dienst Intensieve Zorgen, afdeling heelkunde. In het Ziekenhuis L stelt prof. dr. E na een NMR om 13.30 uur de diagnose van massieve vetembolen. Een neurochirurg wordt geconsulteerd en er wordt een ventrikeldrain8 geplaatst. Ondanks dit ventrikeldrain loopt de intracraniële druk9 toch op. De toestand van de heer X wordt zeer instabiel. Om 4.00 uur wordt de sedatie gestopt. Om 11.06 uur, op 24 december 2013, wordt het overlijden van de heer X vastgesteld.
4
Een bloeduitstorting in de ruimte tussen twee van de drie hersenvliezen. Beroerte. Vanuit het beschadigde beenmerg komen er vetdruppeltjes in de bloedbaan terecht. 7 Hersenbeschadiging veroorzaakt door inertiële krachten (versnellings-, of vertragingskrachten) zoals ze zich bijvoorbeeld bij whiplash of bij het dooreenschudden van een baby (shaken-babysyndroom, SBS) voordoen. 8 Een smal plastieken buisje dat zich in het hersenvocht ter hoogte van de hersenventrikel bevindt. De drain is verbonden met een monitor en een opvangrecipiënt. De ventrikeldrain dient om de druk in de schedel te observeren en de afvloei van overtollig hersenvocht te garanderen. 9 Verhoogde druk in de schedel. 5 6
3
II.
WETTELIJK KADER VAN DE AANVRAAG
Binnen een termijn van zes maanden vanaf de ontvangst van de aanvraag stelt het Fonds, in een met redenen omkleed advies, of het meent dat de schade als gevolg van gezondheidszorg een van haar oorzaken vindt in de aansprakelijkheid van één of meer zorgverleners, of in een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid, of dat de schade onder geen enkele van deze categorieën ressorteert10. Het betreft hier evenwel een indicatieve termijn die als gevolg van allerlei redenen langer kan uitvallen. Een gebeurlijke overschrijding van de termijn brengt geen rechtgevolgen teweeg. In toepassing van artikel 4 van de Wet van 31 maart 2010 komt het Fonds tussen in vier limitatief bepaalde en welomschreven gevallen en zal een schadevergoeding uitbetaald worden. Het gaat om de volgende vier gevallen: -
wanneer de schade veroorzaakt is door een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid voor zover de ernstgraad is bereikt11;
-
wanneer het Fonds oordeelt of wanneer vaststaat dat de schade is veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener wiens burgerlijke aansprakelijkheid niet of niet voldoende is gedekt door een verzekeringsovereenkomst;
-
wanneer het Fonds oordeelt dat de schade is veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener en wanneer deze of zijn verzekeraar de aansprakelijkheid betwist, voor zover de schade voldoet aan de ernstgraad;
-
wanneer de verzekeraar die de aansprakelijkheid dekt van de zorgverlener die de schade heeft veroorzaakt een voorstel tot vergoeding doet dat het Fonds kennelijk ontoereikend vindt.
10
Art. 21, al 1 Wet 31 maart 2010 betreffende de vergoeding de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg (B.S. 02.04.2010). Art. 5 Wet 31 maart 2010 betreffende de vergoeding de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg (B.S. 02.04.2010). 11
4
III.
EVALUATIE VAN DE AANVRAAG
III.1 Constitutieve elementen uit het intern medisch dossier Het Fonds verleent een advies dat is gesteund op alle gegevens die zich in het dossier bevinden, bestaande uit de feiten weerhouden in het aanvraagformulier en de medische gegevens die desgevallend door het Fonds werden opgevraagd aan de aanvrager alsook aan de zorgverleners. In dit geval bevat het medisch dossier, waarop het advies werd gesteund, onder andere de stukken zoals vermeld op pagina 5 van het deskundigenverslag van dr. Q1.
III.2 De ontvankelijkheid van de aanvraag Gelet op alle elementen van het dossier oordeelt het Fonds dat de aanvraag ontvankelijk is wat betreft de territoriale bevoegdheid van het Fonds, de materiële bevoegdheid van het Fonds, de tijdigheid van de aanvraag en de hoedanigheid van de aanvrager.
III.3.Voorwerp van de aanvraag tot advies voorgelegd aan het Fonds De heer en mevrouw Y1-Y2 hebben een aanvraag ingediend bij het Fonds teneinde te vernemen of de uitgevoerde behandeling, te weten de opvolging en behandeling van een bilaterale longcontusie, een bekkenfractuur, een klaplong links en een breuk van de schacht van het dijbeen links en rechts bij de heer X op 23 december 2013 door dr. A, dr. B, dr. C en dr. D, correct is verlopen. Tevens vragen zij zich af of er vervolgens adequaat is gereageerd toen er complicaties werden vastgesteld. Voorts wensen zij een onderzoek naar de vermijdbaarheid van de opgetreden schade. De heer en mevrouw Y1-Y2 stellen zich aldus de vraag of het overlijden van de heer X eventueel in aanmerking komt voor een vergoeding dan wel als gevolg van een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid van de zorgverleners dan wel als gevolg van de verantwoordelijkheid van de betrokken zorgverleners. 5
III.4. Onderzoek van de aanvraag tot advies Om de aanvraag tot advies die ons werd voorgelegd te analyseren, heeft het Fonds de mogelijkheid en/of verplichting om beroep te doen op professionele beroepsbeoefenaars of om een tegensprekelijke expertise te organiseren indien de ernstgraad zoals beschreven in art. 5 van de Wet van 31 maart 2010 is bereikt12. Art. 5 van de wet bepaalt, dat de schade als ernstig kan worden beschouwd, wanneer tenminste aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: -
de patiënt is getroffen door een blijvende invaliditeit van 25 % of meer;
-
de patiënt is getroffen door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid gedurende minstens zes opeenvolgende maanden of zes niet opeenvolgende maanden over een periode van twaalf maanden;
-
indien de schade de levensomstandigheden van de patiënt bijzonder zwaar verstoort, ook economisch;
-
de patiënt is overleden.13
In casu werd, gezien het overlijden van de heer X, de beslissing genomen om een tegensprekelijke expertise te organiseren.
III.4.1 Onderzoek van de aansprakelijkheid
Het Fonds zal allereerst onderzoeken of de schade is veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener zoals omschreven in de wet. Hiertoe past het Fonds de algemene principes van het aansprakelijkheidsrecht toe, rekening houdende met een gebeurlijke contractuele, dan wel buitencontractuele aansprakelijkheid. Ons recht huldigt in beginsel een op het foutbegrip gebaseerde aansprakelijkheidsregeling. Om te besluiten dat de aansprakelijkheid van de zorgverlener vaststaat, moet met andere woorden worden aangetoond dat er cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden: 12
Art. 17, § 2 Wet 31 maart 2010 betreffende de vergoeding de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg (B.S. 02.04.2010). 13 Art. 5 Wet 31 maart 2010 betreffende de vergoeding de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg (B.S. 02.04.2010).
6
1. Er moet sprake zijn van geleden schade; 2. Er moet sprake zijn van een fout of onzorgvuldig handelen van de zorgverstrekker die aansprakelijk wordt geacht. Ten aanzien van de resultaatsverbintenissen volstaat het bewijs dat het beloofde resultaat niet werd bereikt; 3. Er moet een causaal verband bestaan tussen het begaan van de fout/onzorgvuldig handelen of een niet bereikt resultaat en de schade. De zorgverstrekker kan met andere woorden slecht aansprakelijk worden gesteld wanneer de fout of het onzorgvuldig handelen de oorzaak is van de door de patiënt opgelopen schade of in geval van een resultaatsverbintenis, wanneer het niet bereiken van het resultaat de oorzaak is van de door de patiënt opgelopen schade.
Deze drie voorwaarden zullen hierna worden onderzocht teneinde na te gaan of in dit dossier de schade is veroorzaakt door een feit dat de aanleiding geeft tot aansprakelijkheid van de zorgverlener.
III.4.1.1.de schade Uit de expertise en de beschikbare documenten blijkt dat de heer X in de nacht van 23 december 2013 tegen een boom aan reed met zijn wagen. Op de dienst spoedgevallen van het Ziekenhuis K stelde dr. A een bilaterale longcontusie, een klaplong links, een bekkenfractuur en een breuk van de schacht van het dijbeen links en rechts vast bij de heer X. De orthopedisch chirurg van wacht kwam niet ter plaatse, maar adviseerde per telefoon een opname op de dienst Intensieve Zorgen, een tractie en stabilisering waar nodig14. De volgende dag evolueerde de toestand van de heer X negatief en ging hij in coma. Hij werd nog overgebracht naar het Ziekenhuis L, waar prof. dr. E de diagnose van massieve vetembolen stelde. Een ventrikeldrain kon niet meer baten15. Het overlijden van de heer X op 24 december 2013 werd omstreeks 11.06 uur vastgesteld16.
14
Pagina 13 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. Pagina 17 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. 16 Pagina 18 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. 15
7
III.4.1.2.de fout of het onzorgvuldig handelen III.4.1.2.1.met betrekking tot dr. A De indicatiestelling en behandeling van de heer X op de spoeddienst van het Ziekenhuis K gebeurde volgens de regels van de kunst. De plaatsing van de heer X in de reanimatiebox op de spoedafdeling, nadat bleek dat er een plaatstekort was op de dienst Intensieve Zorgen, was correct17. Het bloedsuikergehalte, de temperatuur en het bloedverlies en compartimentsyndroom van de heer X werden correct gemeten. Ook de nodige technische onderzoeken vonden plaats en de heer X kreeg vocht en pijnstilling toegediend18. De deskundige stelt vast dat de behandeling van de letsels lege artis gebeurde. De klaplong en de longcontusie werden correct en afwachtend opgevolgd 19 . Met betrekking tot de breuken werd er correct contact opgenomen met de orthopedisch chirurg van wacht, dr. B. Vervolgens heeft dr. A ook het door dr. B telefonisch gegeven advies opgevolgd. Zo was er voor de bekkenbreuk geen onmiddellijke operatie nodig, maar enkel immobilisatie en pijnstilling, hetgeen ook gebeurde20. De voor de bovenbeenbreuken aangelegde huidtractie in afwachting van het heelkundig ingrijpen is evenzeer een lege artis zorgverstrekking, conform de meest recente medische literatuur21. De klassieke triade van symptomen bij een vetemboolsyndroom, bestaande uit verwardheid, neurologische afwijkingen en petechiale rash 22 , trad niet op bij de heer X. Daarom werd initieel niet gedacht aan vetembolen, hetgeen dr. A niet kan worden verweten23. De deskundige benadrukt dat het optreden van de massieve vetembolen een complicatie uitmaakt en geen medische fout 24 . Ook alle latere therapeutische behandelingen waren correcte pogingen om de complicatie op te lossen. Rekening houdende met de elementen van het dossier en in het bijzonder het advies van de aangestelde deskundige, is het Fonds van oordeel dat er in dit dossier geen fout of onzorgvuldig handelen kan weerhouden worden in hoofde van dr. A. Dr. A heeft gehandeld 17
Pagina 20 en volgende van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. Pagina 20 tot 22 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. 19 Pagina 22 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. 20 Pagina 22 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. 21 Pagina 22 tot 23 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. 22 Uitslag van puntvormige bloeduitstortingen aan het huidoppervlak. 23 Pagina 25 tot 27 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. 24 Pagina 26 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. 18
8
zoals van een normaal vooruitziend en zorgvuldig spoedarts, geplaatst in dezelfde omstandigheden, kan verwacht worden. III.4.1.2.2.met betrekking tot dr. B Dr. B was op het ogenblik dat de heer X op de spoeddienst van het Ziekenhuis K werd opgenomen orthopedisch chirurg van wacht. Hij werd telefonisch gecontacteerd door dr. A. Na voorlezing van het protocol van de radioloog, heeft dr. B geadviseerd de patiënt in tractie te laten leggen, te stabiliseren waar nodig en over te brengen naar de dienst Intensieve Zorgen. Dit alles met de bedoeling de heer X de volgende voormiddag te laten opereren door dr. F. Hij werd niet op de hoogte gebracht van de opgetreden verwikkelingen25. Gezien de ernst van de verwondingen van de heer X en de reële kans op complicaties heeft dr. B, door zich niet naar het ziekenhuis te begeven, zich niet persoonlijk te vergewissen van de toestand van de patiënt en de geplande opname op de dienst Intensieve Zorgen niet te faciliteren, niet zorgvuldig gehandeld. Een arts die van wacht is, dient uiterst voorzichtig te zijn bij een telefonische mededeling van een gevaarstoestand van een patiënt. Bij twijfel dient hij steeds gevolg te geven aan de oproep.26 De tussenkomst van de arts van wacht die een specialist is in de aandoening waar de patiënt aan lijdt, is vereist, zeker wanneer de patiënt zich in een gevaarsituatie bevindt. Het niet of niet voldoende gevolg geven aan een telefonische oproep wordt gekwalificeerd als een fout in hoofde van de arts van wacht.27 Dr. B had zich, als arts-specialist in de orthopedische heelkunde, alleen op een adequate manier van de toestand van de heer X kunnen vergewissen door zich na de telefonische oproep naar het ziekenhuis te begeven.28 Door dit niet te doen, heeft dokter B naar oordeel van het Fonds onzorgvuldig gehandeld. Het plannen van de ingreep tijdens de voormiddag van de volgende dag en niet onmiddellijk tijdens de betreffende nacht, maakt geen fout uit in hoofde van dr. B. In de tussentijd werden de botstukken immers in tractie gebracht om de andere weefsels, zoals zenuwen, bloedvaten en spieren, te beschermen tegen onomkeerbare schade. Dr. B heeft terecht willen wachten 25
Pagina 13 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. T. VANSWEEVELT, “Rechtsverhoudingen, aansprakelijkheid en schadevergoeding in de gezondheidszorg”, in T. VANSWEEVELT en F. DEWALLENS (eds.), Handboek gezondheidsrecht, I, Antwerpen, Intersentia, 2014, 1353-1354. 27 Rb. Tongeren 10 september 1998, T.Gez./Rev.dr.Santé 1998-99, 232; Corr. Hasselt 24 december 1999, T.Gez./Rev.dr.Santé 2001-02, 167; Corr. Antwerpen 24 november 2000, RW 2000-01, 1423, noot C. DESMET en H. NYS. 28 Kr. 5 juli 1977, RGAR 1979, nrs. 10.064 en 10.009. 26
9
op gespecialiseerde orthopedische assistentie. Bovendien kan het uitvoeren van een operatie ook zelf aanleiding geven tot het ontstaan van vetembolen29. Rekening houdende met de elementen van het dossier is het Fonds van oordeel dat er in dit dossier een fout of onzorgvuldig handelen kan weerhouden worden in hoofde van dr. B. Dr. B heeft niet gehandeld zoals van een normaal vooruitziend en zorgvuldig orthopedisch chirurg, geplaatst in dezelfde omstandigheden, kan verwacht worden.
III.4.1.2.3.met betrekking tot dr. C en dr. D Nadat de heer X in coma is gegaan en is overgeplaatst naar de afdeling Intensieve Zorgen, trachtten dr. C en dr. D een diagnose ter verklaring van deze comateuze toestand te stellen. Zij weerhouden drie mogelijke oorzaken, waaronder ook een CVA op basis van vetembolen. De klassieke triade van symptomen bij een vetemboolsyndroom, bestaande uit verwardheid, neurologische afwijkingen en petechiale rash, trad niet op bij de heer X. Daarom werd initieel niet gedacht aan vetembolen, hetgeen dr. C en dr. D niet kan worden verweten30. Kort daarna wordt het Ziekenhuis L gecontacteerd voor een overname op de dienst Intensieve Zorgen. Rekening houdende met de elementen van het dossier en in het bijzonder het advies van de aangestelde deskundige, is het Fonds van oordeel dat er in dit dossier geen fout of onzorgvuldig handelen kan weerhouden worden in hoofde van dr. C en dr. D. Zij hebben gehandeld zoals respectievelijk van een normaal vooruitziend en zorgvuldig anesthesioloog en neuroloog, geplaatst in dezelfde omstandigheden, kan verwacht worden.
III.4.1.2.4.met betrekking tot het Ziekenhuis K De heer X werd tijdens de nacht van 22 op 23 december 2013 op de spoeddienst van het Ziekenhuis K binnengebracht met een polytrauma na een verkeersongeval. Er trad op dat ogenblik in het Ziekenhuis K geen traumaprotocol in werking waarbij bepaalde specialisten worden opgeroepen, zoals bijvoorbeeld een orthopedist, neuroloog, anesthesist en 29 30
Pagina 14 tot 15 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1. Pagina 26 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1.
10
algemeen chirurg. Klassiek wordt in zulk een traumaprotocol de rol van de spoedarts beperkt tot de eerste screening van de patiënt en het noteren van de traumascore. Daarna worden, in overleg met de geconsulteerde specialisten, de technische onderzoeken uitgevoerd. Hierna wordt dan beslist wie er als behandelend arts zal fungeren31. De communicatie tussen de ziekenhuisdiensten moet zo geregeld zijn dat de gezondheidzorg optimaal kan worden verstrekt, zoniet komt het ziekenhuis tekort in zijn organisatieverplichting.32 Het te laat in consult roepen door de ene dienst van een specialist van een andere dienst, waardoor de ingreep te laat wordt uitgevoerd, kan aan het ziekenhuis worden aangerekend.33 Een traumaprotocol zou de kwaliteit van zorg zeker ten goede komen in het Ziekenhuis K, zo blijkt uit de bevindingen van de deskundige en het externe auditcomité, bestaande uit twee gepensioneerde orthopedisten. Er is evenmin een verdeling van verantwoordelijkheid binnen het ziekenhuis tussen de spoedarts en de gespecialiseerde behandelende artsen, al dan niet van wacht. Zo worden er vragen gesteld bij de taak van de spoedarts om de operatie op de dienst orthopedie van de volgende dag te plannen. Dit gebrek aan taakverdeling leidt bovendien tot een mank lopende communicatie, niet alleen tussen de artsen onderling, maar ook naar de patiënten en hun verwanten toe34. Door de afwezigheid van het traumaprotocol en van één arts die het verzorgingsbeleid bepaalde en als aanspreekpunt kon dienen, werden de ouders van de heer X slecht geïnformeerd en bleven zij met veel vragen en wantrouwen achter35. Rekening houdende met de elementen van het dossier en in het bijzonder het advies van de aangestelde deskundige, is het Fonds van oordeel dat er in dit dossier een fout of onzorgvuldig handelen kan weerhouden worden in hoofde van het Ziekenhuis K. Het Ziekenhuis K heeft niet gehandeld zoals van een normaal vooruitziende en zorgvuldige zorginstelling, geplaatst in dezelfde omstandigheden, kan verwacht worden.
31
Pagina 20 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr Q1. T. VANSWEEVELT, “Rechtsverhoudingen, aansprakelijkheid en schadevergoeding in de gezondheidszorg”, in T. VANSWEEVELT en F. DEWALLENS (eds.), Handboek gezondheidsrecht, I, Antwerpen, Intersentia, 2014, 1307-1308. 33 Gent 23 april 1991, Intern. Vervoerr. 1993, 201. 34 Pagina 15 tot 16 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr Q1 35 Pagina 15 tot 16 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1 32
11
III.4.1.3.het causaal verband III.4.1.3.1.met betrekking tot dr. A Gelet op het feit dat het overlijden van de heer X niet het gevolg is van een fout of een nalatigheid in hoofde van dr. A, is er in casu geen sprake van een causaal verband.
III.4.1.3.2.met betrekking tot dr. B De afwezigheid van dr. B heeft niet geleid tot het overlijden van de heer X. Indien hij wel aanwezig zou zijn geweest, zou hij evenzeer een huidtractie hebben aangelegd en hebben gewacht om de heelkundige ingreep uit te voeren tot de volgende ochtend. Gezien de aard van de letsels, meer bepaald een gesloten breuk van het bovenbeen en bekken, en het aligneren van de botstukken door het in tractie leggen, is de kans op het ontstaan van vetembolen gestegen. De tractie werd aangelegd om blijvende schade aan de andere weefsels te vermijden, de ingreep werd uitgesteld om op gespecialiseerde orthopedische assistentie te wachten. Zoals gezegd, werd de breuk zorgvuldig in tractie gelegd en werd er lege artis besloten de operatie uit te stellen. Het uitvoeren van een heelkundige ingreep had de kans op het ontstaan van mechanische vetembolen evenwel kunnen doen stijgen. Door het uitvoeren van chirurgie kan de druk in het beenmerg immers evengoed oplopen. Rekening houdende met de elementen van het dossier en in het bijzonder het advies van de aangestelde deskundige, dr. Q1, is het Fonds van oordeel dat noch de afwezigheid van dr. B op de spoeddienst, noch zijn beslissing om pas de volgende ochtend heelkundig in te grijpen in causaal verband staat met het overlijden van de heer X.
III.4.1.3.3.met betrekking tot dr. C en dr. D Gelet op het feit dat het overlijden van de heer X niet het gevolg is van een fout of een nalatigheid in hoofde van dr. C en dr. D, is er in casu geen sprake van een causaal verband.
12
III.4.1.3.4.met betrekking tot het Ziekenhuis K Het deskundigenverslag stelt expliciet dat het ontbreken van een traumaprotocol en een gebrekkige communicatie niet in causaal verband staan met het overlijden van de heer X. Zelfs mits de aanwezigheid van een traumaprotocol en een betere communicatie had het ontstaan van massieve vetembolen niet kunnen worden vermeden. Rekening houdende met de elementen van het dossier en in het bijzonder het advies van de aangestelde deskundige, dr. Q1, is het Fonds van oordeel dat noch de afwezigheid van een traumaprotocol in het Ziekenhuis K, noch de aanwezigheid van een gebrekkige communicatie in causaal verband staat met het overlijden van de heer X. Gelet op het ontbreken van een causaal verband, komt het Fonds tot het besluit dat dr. A, dr. B, dr. C, dr. D en het Ziekenhuis K niet aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het overlijden van de heer X.
III.4.2 Is er sprake van een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid? III.4.2.1 Begrip
De Wet van 31 maart 2010 heeft een nieuw subjectief recht voor een patiënt of zijn nabestaanden voor het verkrijgen van een schadevergoeding in het leven geroepen wanneer de patiënt het slachtoffer is van een medisch ongeval dat ernstige schade heeft veroorzaakt zonder dat de aansprakelijkheid van een zorgverlener vaststaat.
Indien het Fonds tot het besluit komt dat er sprake is van schade zonder dat de aansprakelijkheid van de zorgverlener vaststaat, onderzoekt het Fonds of aan de voorwaarden voor een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid zijn voldaan.
Een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid wordt in de wet als volgt omschreven: 7° "medisch ongeval zonder aansprakelijkheid": een ongeval dat verband houdt met een verstrekking van gezondheidszorg dat geen aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van een zorgverlener, dat niet voortvloeit uit de toestand van de patiënt en dat voor de patiënt abnormale schade met zich meebrengt. De schade is abnormaal wanneer ze zich niet had 13
moeten voordoen rekening houdend met de huidige stand van de wetenschap, de toestand van de patiënt en zijn objectief voorspelbare evolutie. Het therapeutisch falen en een verkeerde diagnose zonder fout zijn geen medisch ongeval zonder aansprakelijkheid;
Een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid veronderstelt dat de vier volgende voorwaarden aanwezig zijn:
-
Het betreft een ongeval dat verband houdt met een verstrekking van zorg, dit is: door een zorgverlener verstrekte diensten met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van de patiënt of om de patiënt bij het sterven te begeleiden36; Het ongeval of schadegeval moet met andere woorden voorvloeien uit een verstrekking van gezondheidszorg.
-
Het ongeval geeft geen aanleiding tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener;
-
Het ongeval vloeit niet voort uit de toestand van de patiënt: de schade moet met andere woorden het gevolg zijn van de zorgverlening en niet het gevolg zijn van een verergering van de toestand van de patiënt;
-
De schade moet abnormaal zijn.
De schade is abnormaal wanneer ze zich niet had moeten voordoen rekening houdend met de huidige stand van de wetenschap, de toestand van de patiënt en zijn objectief voorspelbare evolutie.37
Indien de constitutieve voorwaarden zijn voldaan voor een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid, kan het Fonds in een vergoeding voorzien, indien deze schade voldoende ernstig is.
De schade kan als ernstig beschouwd worden wanneer tenminste aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: -
de patiënt is getroffen door een blijvende invaliditeit van 25 % of meer naar aanleiding van een zorgverstrekking;
36
Art. 2 4° Wet 31 maart 2010 betreffende de vergoeding de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg (B.S. 02.04.2010). 37 Art. 2 7° Wet 31 maart 2010 betreffende de vergoeding de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg (B.S. 02.04.2010).
14
-
de patiënt is getroffen door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid gedurende minstens zes opeenvolgende maanden of zes niet opeenvolgende maanden over een periode van twaalf maanden;
-
indien de schade de levensomstandigheden van de patiënt bijzonder zwaar verstoort, ook economisch;
-
de patiënt is overleden.38
III.4.2.2 Toepassing in concreto Zoals hierboven reeds werd vastgesteld, komt het Fonds op basis van de voorliggende gegevens tot het besluit dat het overlijden van de heer X niet het gevolg is van de zorgverstrekking, maar voortvloeit uit de voorafbestaande toestand van de heer X. Het overlijden van de heer X werd immers veroorzaakt door het massief optreden van het vetemboolsyndroom. Jonge mannen zijn een risicogroep bij het optreden van dit syndroom. Bij een bilaterale fractuur van het dijbeen bedraagt de kans op het ontwikkelen van het vetemboolsyndroom 33%39. De vetembolen ontstaan als gevolg van het feit dat vetpartikels van het door trauma beschadigd weefsel, zijnde vetweefsel of beenmerg, de bloedbaan binnendringen. Het is eveneens mogelijk dat de biochemische veranderingen in het lichaam na een trauma zorgen voor een systemische vrijzetting van vrije vetzuren, die kunnen samensmelten en een direct toxisch effect kunnen uitoefenen40. In beide hypotheses is de zorgverstrekking niet de oorzaak van het optreden van dit vetemboolsyndroom dat het overlijden van de heer X tot gevolg heeft gehad. Het Fonds komt op basis van deze vaststellingen tot het besluit dat er geen sprake is van een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid vanwege het niet vervuld zijn van de voorwaarden daartoe.
38
Art. 5 Wet 31 maart 2010 betreffende de vergoeding de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg (B.S. 02.04.2010). 39 Pagina 27 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr.Q1. 40 Pagina 23 van het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr.Q1.
15
IV.
BESLUIT
Uit de informatie die ons werd overgemaakt door de aanvrager en het dossier dat samengesteld werd door het Fonds, blijkt dat het overlijden van de heer X niet het gevolg is van een fout begaan door de zorgverleners, zijnde dr. A, dr. B, dr. C, dr. D en het Ziekenhuis K. Het overlijden van de heer X, is niet het gevolg van de zorgverstrekking, waardoor in casu niet kan besloten worden tot een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid.
V.
BEROEPSMOGELIJKHEDEN
Indien de aanvrager of één van de betrokken partijen zich niet kan verzoenen met onderhavig advies, kan hij een rechtsvordering instellen tegen het Fonds voor de medische ongevallen
voor
de
rechtbank
van
eerste
aanleg,
binnen
de
gemeenrechtelijke
41
verjaringstermijnen . Naast de procedure voor het Fonds bestaat er, voor de aanvrager en de betrokken partijen, steeds de mogelijkheid om het dossier aanhangig te maken bij de rechtbank van eerste aanleg, binnen de gemeenrechtelijke verjaringstermijnen.
Brussel, …../…../….. Jo DE COCK Waarnemend directeur-generaal van het FMO
41
Art. 23, al. 2 Wet van 31 maart 2010: “Indien het Fonds niet besluit dat er aanleiding is tot vergoeding krachtens artikel 4, 1°, of 2°, of indien het advies van het Fonds besluit dat de schade niet de ernst vertoont die bepaald is bij artikel 5, kan de aanvrager onverminderd zijn gemeenrechtelijke rechtsvorderingen, overeenkomstig het Gerechtelijk Wetboek voor de rechtbank van eerste aanleg een vordering instellen tegen het Fonds om de vergoeding te verkrijgen waarop hij recht meent te hebben krachtens deze wet.”
16
Origineel aan: de heer en mevrouw Y1-Y2 Kopie aan: dr. A, dr. B, dr. C en dr. D
Bijlage: het medisch verslag verleend op 14 juni 2015 door dr. Q1
17