ZONAAL POLITIEPLAN* POLITIEZONE DILBEEK

ZONAAL POLITIEPLAN* POLITIEZONE DILBEEK 2014-2017

‘Verandering is de enige constante.’ Heraclitus * De officiële benaming luidt zonaal veiligheidsplan

Inhoudstafel Inhoudstafel ...................................................................................................................................................................................................................................... 2 Voorwoord ........................................................................................................................................................................................................................................ 4 1.

2.

3

4

5

Hoofdstuk 1: Visie, missie, waarden ......................................................................................................................................................................................... 6 1.1

Getrokken lessen uit het vorige plan ................................................................................................................................................................................ 6

1.2

Onze belanghebbenden en hun verwachtingen ............................................................................................................................................................... 6

1.3

Visie – missie – waarden ................................................................................................................................................................................................... 7

Hoofdstuk 2: Scanning en analyse............................................................................................................................................................................................. 8 2.1

Getrokken lessen uit het vorige plan ................................................................................................................................................................................ 8

2.2

Socio-economische en demografische beschrijving van de zone ..................................................................................................................................... 9

2.3

Beeld van veiligheid en leefbaarheid .............................................................................................................................................................................. 11

2.4

Verwachtingen en doelstellingen van de overheden en andere belanghebbenden ...................................................................................................... 19

2.5

Inrichting van het korps................................................................................................................................................................................................... 30

2.6

Beeld van de dienstverlening en de werking .................................................................................................................................................................. 37

2.7

Samenwerking ................................................................................................................................................................................................................. 65

2.8

Synthese van de bestede activiteit.................................................................................................................................................................................. 70

Hoofdstuk 3: De strategische en tactische doelstellingen ...................................................................................................................................................... 74 3.1

De vorige strategische en tactische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen ..................................................................................................... 74

3.2

De strategische en tactische doelstellingen 2014-2017.................................................................................................................................................. 84

Hoofdstuk 4: Het communicatiebeleid ................................................................................................................................................................................... 93 4.1

Externe communicatie .................................................................................................................................................................................................... 93

4.2

Interne communicatie ..................................................................................................................................................................................................... 95

Hoofdstuk 5: Goedkeuring van het plan ................................................................................................................................................................................. 96 5.1

Verbeteren en vernieuwen ............................................................................................................................................................................................. 96

PZ Dilbeek – ZPP 2014-2017

‘Als de politie niet dient, dient zij tot niets!’

2

5.2 6

Goedkeuring .................................................................................................................................................................................................................... 96

Verspreidingslijst ..................................................................................................................................................................................................................... 97



3

Voorwoord Voor ons zonaal politieplan 2014-2017 hebben we gekozen voor een blauwe kleur van de titels, om nogmaals te benadrukken dat wij dit plan vanuit een politioneel oogpunt schrijven. In dit plan maken wij een evaluatie van onze huidige stand van zaken (Wat hebben we tot hiertoe bereikt? Over welke mensen en middelen beschikken we?) en drukken we onze betrachtingen voor de toekomst uit (Wat is onze visie? Wat willen we bereiken?). Dit is ons deeltje van het verhaal. Een goede samenwerking met onze partners, onze opdrachtgevers en de inwoners van Dilbeek is hierbij onontbeerlijk, alleen op die manier kan een wezenlijke bijdrage geleverd worden aan een veiligere samenleving. Sinds wij vijf jaar geleden ons vorige politieplan schreven, werden enkele belangrijke vernieuwingen in de praktijk gebracht. Zo werd verkeer opgenomen als een zevende basisfunctionaliteit. Wij kiezen er binnen onze organisatie evenwel nog steeds voor om geen aparte verkeersdienst in te richten, zodat elke operationele medewerker het verkeersthema als het zijne of het hare beschouwt. Daarnaast startte de gemeente Dilbeek in 2011 als één van de pioniers met het invoeren van de beleids- en beheerscyclus. Bij het opstellen van het meerjarenplan 2014-2019 van de gemeente werden ook de doelstellingen van de lokale politie opgevraagd. Dit zorgde wel voor enige incoherentie, aangezien wij als politiezone moesten kenbaar maken welke uitgaven wij inplannen tot en met 2019, terwijl onze beleidsperiode eind 2017 afloopt. Op beleidsvlak waren wij het afgelopen anderhalve jaar betrokken bij de haalbaarheidsstudie voor een fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw. In juni 2013 oordeelde de gemeenteraad van Dilbeek dat verdere fusiegesprekken geen zin meer hadden omdat de andere drie gemeenten een fusie als een duidelijke besparing zagen, terwijl de gemeente Dilbeek minstens op hetzelfde niveau wil blijven investeren in haar politie; dit staat ook zo beschreven in het bestuursakkoord van de nieuwe bewindsploeg. Bovendien zou door deze besparingen ook ingeboet moeten worden op de dienstverlening aan de bevolking. Op hoger niveau werd ook bekeken op welke manier er efficiënter gewerkt kan worden: zowel de justitiële wereld als de federale politie en bij uitbreiding de geïntegreerde politie legden hervormingsplannen op tafel. Er beweegt dus heel wat in ons land dat ook ons als lokale politiezone beïnvloedt. Wij betreuren het evenwel dat al deze initiatieven enigszins los van elkaar (lijken te) worden uitgewerkt. Wij zien het als een gemiste kans dat de beleidscyclus van de lokale politie niet werd gekoppeld aan de lokale beleidscyclus van zes jaar. Dit had kunnen zorgen voor een meer coherente visie op lokale veiligheid en het tijdig vrijmaken en inplannen van de daarvoor noodzakelijke middelen. Wij ervaren het ook als een gebrek aan ondersteuning vanuit federale hoek dat de initiatieven tot fusie of associatie van politiezones volledig worden overgelaten aan het lokale niveau. Wij hebben tijdens het uitvoeren van de haalbaarheidsstudie – deels tijdens een verkiezingsjaar – kunnen ondervinden dat op die manier het politiebeleid ondergeschikt is aan andere (financiële) belangen. Wij zijn dan ook vragende partij dat de federale overheid een sturende rol zou opnemen in het bepalen van de ideale grootte van een politiezone en dat zij een uitgebreide ondersteunende rol opneemt bij het onderzoeken en uitwerken van een fusie van politiezones. Tot slot kunnen de verwachte voordelen van de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde in vraag worden gesteld. Er is in feite geen sprake van een werkelijke splitsing van het arrondissement, alleen van het parket. De rechtbank blijft wel nog verantwoordelijk voor het ganse grondgebied, mits een opsplitsing van de taalrol Nederlands en Frans.



4

Wij kijken vol verwachting uit naar wat de toekomst nog zal brengen en proberen zo goed mogelijk te anticiperen op komende tendensen. De eerste Salduzgolf werd goed verteerd. Wij hebben ons intussen ook voorbereid op de invoering van Salduz II vanaf 1 september 2013. Ook de implementatie van de nieuwe GAS-wet vanaf 1 januari 2014 wordt momenteel voorbereid op gemeentelijk niveau, in samenspraak met de lokale politie. Sinds het stopzetten van de fusiegesprekken willen wij opnieuw onze eigen identiteit als politiezone Dilbeek versterken. Daartoe hebben wij ook een interne doelstelling geformuleerd. Zowel naar de buitenwereld toe als voor onze eigen medewerkers willen wij meer transparantie creëren en de juiste persoon op de juiste plaats brengen. In tijden van schaarste is het noodzakelijk dat alle middelen optimaal worden aangewend, dus gaan wij ook de aanwezige talenten van onze medewerkers zo veel mogelijk stimuleren om op een creatieve en innovatieve manier de veiligheid in Dilbeek te verhogen. We mogen immers niet vergeten dat het onze medewerkers zijn die dit plan in de praktijk zullen omzetten, dag in, dag uit tijdens de komende vier jaar. Wij wensen hen alvast veel succes!

Patrick De Bruyn Korpschef politiezone Dilbeek



5

1. Hoofdstuk 1: Visie, missie, waarden 1.1

Getrokken lessen uit het vorige plan

Onze visie, missie en waarden zijn nog steeds actueel en worden gedragen door onze medewerkers. Wij achtten het dan ook niet nodig om in de aanloop van dit plan een nieuwe versie op te stellen. Bij de indiensttreding van elke nieuwe medewerker worden de visie, missie en waarden toegelicht op een toegankelijke wijze. Ook onze belanghebbenden gaven er nog geen blijk van dat onze visie, missie en waarden aan verandering toe zijn. Tijdens de wijkbabbels die wij eind 2009 en begin 2010 samen met de gemeente en het OCMW organiseerden, ondervonden wij geen noodzaak om onze visie, missie en waarden te herzien.

1.2

Onze belanghebbenden en hun verwachtingen

Op 22 april 2005 organiseerde onze zone een politiebabbel, om samen met onze belanghebbenden een nieuwe visie-missie-waarden-tekst te kunnen opstellen. Hier ging heel wat voorbereiding mee gepaard. Vooral het beleidsondersteuningsteam heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Om alvast een draagvlak te creëren werd tijdens de voorafgaande interne personeelsvergaderingen van 14 en 21 maart 2005 aan de medewerkers de werkwijze duidelijk gemaakt. Op de politiebabbel werd een 120-tal mensen uitgenodigd die een representatieve weergave vormden van onze medewerkers, overheden, partners, klanten en van de Dilbeekse bevolking. In wisselende gespreksgroepen van 4 à 5 personen kwamen verschillende items m.b.t. onze werking als politiezone aan bod. Het resultaat van deze gesprekken werd door het beleidsondersteuningsteam verwerkt tot onze nieuwe visie, missie en waarden. Voor de beleidsperiode 2014-2017 werden onze succesbepalende factoren afgeleid uit onze visie. Om overlappingen te voorkomen, hebben we ze niet meer opgesplitst per belanghebbende. Wij zijn succesvol wanneer: - we bijdragen aan een veilige en leefbare omgeving - we resultaatsgericht werken - we transparant zijn in onze werking - onze medewerkers bekwaam zijn - we onze middelen zo efficiënt mogelijk plannen en inzetten.



6

1.3

Visie – missie – waarden

Onze visie Naast ‘meer blauw’ op straat willen we ‘blauw beter’ en ‘beter blauw’ op straat. - ‘Meer blauw’ op straat zorgt ervoor dat we voldoende zichtbaar, aanspreekbaar en beschikbaar zijn. - ‘Blauw beter’ houdt in dat we probleem-, resultaat- en klantgericht werken. - ‘Beter blauw’ bereiken we met bekwame en betrokken medewerkers die optimaal ondersteund worden om voortdurend te leren en te groeien. Wij streven naar een gelijkwaardige dienstverlening gekenmerkt door openheid, communicatie en sturing op informatie. Onze missie Samen met de inwoners van Dilbeek en met onze partners bouwen we aan veiligheid. Als gemeenschapsgerichte politie werken we, onder verantwoordelijkheid van onze overheden, aan het voorkomen en bestrijden van misdrijven, het handhaven en herstellen van de openbare orde en het verlenen van nazorg. Onze waarden Het welslagen van onze visie en missie steunt op de inzet van elke medewerker. Wij zijn: Discreet in ons handelen en in het omgaan met informatie Integer in ons denken en doen Loyaal tegenover onze visie Beleefd en beheerst in elke situatie Eerlijk in ons optreden Empathisch in onze dienstverlening Kordaat waar nodig Ons motto: ‘Als de politie niet dient, dient zij tot niets!’



7

2. Hoofdstuk 2: Scanning en analyse 2.1

Getrokken lessen uit het vorige plan

Bij de goedkeuring van het vorige plan werden de volgende commentaren gegeven: ‘Het zonaal veiligheidsplan betreft een goed gestructureerd en sterk methodologisch onderbouwd plan. De degelijke voorbereiding wordt gesteund d.m.v. een breed maatschappelijk draagvlak, wat zeer lovenswaardig is. Voor de ontwikkeling van het zonaal veiligheidsplan werd er dan ook een uitgebreide scanning en analyse opgebouwd, waarvoor diverse subjectieve en objectieve bronnen werden geraadpleegd. De brede socio-economische en demografische beschrijving en de analyse van de veiligheid en de leefbaarheid werden op een interessante wijze geduid en gecontextualiseerd. Bovendien biedt de bevraging uitgevoerd bij een brede populatie een interessante invalshoek. Zowel de procureur des Konings en de burgemeester, als de medewerkers van de politiezone, de gemeentediensten en de advies- en wijkraden werden opgenomen in deze enquête.’1 Ter voorbereiding van het vorige plan hebben we inderdaad een uitgebreide scanning en analyse uitgevoerd. Voor het huidige plan konden we voor een groot stuk verder breien op het voorgaande plan en ook gebruik maken van de gegevens van de jaarverslagen en andere analyses. We hebben er bewust voor gekozen om de scanning en analyse beperkt te houden. Daarvoor zijn meerdere redenen. Allereerst waren we van begin november 2011 tot 25 juni 2013 betrokken bij het uitwerken van een haalbaarheidsstudie voor de mogelijke fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw. Dit vroeg heel wat inspanning op beleidsvlak. De voor deze studie verzamelde gegevens konden eveneens gebruikt worden voor de scanning en analyse van het zonaal politieplan (met name de resultaten van de zonale en bovenzonale werkgroepen). De tweede reden is dat we hoe langer hoe meer de focus wensen te leggen op het uitvoeren, veeleer dan het plannen (plan – do – check – act). We hebben vastgesteld dat we in het verleden soms te veel bleven hangen in het opstellen van (actie)plannen, maar dat we in verhouding te weinig oog hadden voor een degelijke uitvoering en evaluatie. Vandaar dat we de uitwerking van dit plan niet als een doel op zich beschouwen, maar als een zeer praktische aanzet om doelstellingen te formuleren en tijdens de volgende vier jaar deze ook uit te voeren. Dit wil dus zeggen dat we enkel de voorhanden zijnde bronnen hebben geraadpleegd en geen extra bevragingen hebben uitgevoerd. Uiteraard hebben we wel oog gehad voor een evenwichtige scanning van de bronnen, zodat een zo goed mogelijke mix van objectieve en subjectieve bronnen bereikt werd.

1

Brief d.d. 3 december 2008 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Directie Lokale Integrale Veiligheid ‘Zonaal veiligheidsplan 20092012 – Goedkeuring’.



8

2.2

Socio-economische en demografische beschrijving van de zone2

De politiezone Dilbeek is een ééngemeentezone. De gemeente Dilbeek is gelegen in de provincie Vlaams-Brabant, aan de westelijke rand van Brussel. De grensgemeenten zijn Ternat, Lennik (westen), Sint-Pieters-Leeuw (zuiden), Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Agatha-Berchem (oosten) en Asse (noorden). Dilbeek behoort tot het bestuurlijk arrondissement Halle-Vilvoorde en tot het gerechtelijk arrondissement Brussel. Sinds de fusie van 1 januari 1977 bestaat Dilbeek uit de deelgemeenten Dilbeek, Groot-Bijgaarden, Itterbeek, Schepdaal, Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle. De eerste twee deelgemeenten, en in zekere mate ook Itterbeek, zijn meer verstedelijkte gebieden, terwijl de laatste drie duidelijk nog meer landelijk zijn. Demografie De totale oppervlakte van de gemeente bedraagt 4.117 ha en op 1 januari 2013 waren er 40.826 inwoners. Dilbeek is dichtbevolkt, met 991 inwoners per km². Dit is veel; het gemiddelde voor Vlaanderen bedraagt slechts 469 inwoners per km². De verwachte bevolkingsgroei blijft redelijk beperkt; de verwachtingen zijn dat Dilbeek in 2025 41.350 inwoners zal hebben. De afhankelijkheidsratio3 is erg hoog (75,81%) en maar liefst bijna 10% hoger dan het Vlaams gemiddelde (67,87). Het aandeel niet-Belgen bedraagt 7,1%, wat iets hoger is dan het Vlaams gemiddelde (6,8%). We kunnen grosso modo drie groepen niet-Belgen onderscheiden: een (grootste) groep van EU-ambtenaren en werknemers van de internationale bedrijven in en rond Brussel, een groep afkomstig uit de traditionele migratielanden (Turkije, Marokko, Spanje, Italië,...) en een groep van nieuwkomers (recente migratielanden, erkende vluchtelingen,...). Er werd vooralsnog geen talentelling uitgevoerd in Dilbeek, maar we kunnen er van uit gaan dat één op drie inwoners Franstalig is. Dit heeft zijn invloed op de manier van aanbieden van dienstverlening aan de bevolking. Huisvesting Wat de woningprijzen betreft, is Dilbeek één van de duurste gemeenten van Vlaanderen, zowel voor de aankoop van kleine en middelgrote en grote woningen, appartementen en bouwgronden. De druk op de Brusselse rand, waar Dilbeek zich bevindt, is erg groot. De nabijheid van Brussel trekt zowel armere als rijkere mensen aan, wat zorgt voor een enorme druk op de huisvestingsmarkt. De toenemende bevolkingsdichtheid kan ook gelezen worden in het aandeel bebouwde oppervlakte. In 2012 bedroeg deze 29%, terwijl dat in 2000 nog maar 25% was. Dilbeek beschikt over 630 verhuurbare sociale woongelegenheden. Dit betekent slechts 4% van het totale woningpatrimonium, terwijl het Vlaams gemiddelde 6% bedraagt.

2

De meeste informatie werd geput uit het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 van de gemeente Dilbeek (www.dilbeek.be) en de Gemeentelijke Profielschets 2013 van Dilbeek (www.lokalestatistieken.be). 3 Afhankelijkheidscoëfficiënt = de verhouding tussen de niet-actieven en de actieven, bevolking 0-19 jaar en 65+ ten opzichte van de bevolking 20-65 jaar.



9

Politiek-sociaal-cultureel De gemeenteraad is sinds 1 januari 2013 samengesteld uit de meerderheidspartijen NVA (8 zetels), CD&V/DNA!4 (7 zetels) en GROEN!/sp.a (3 zetels) en de minderheidspartijen Lijst van de Burgemeester/Open VLD (13 zetels) en Union Francophone (4 zetels). Dilbeek heeft een ruim scholenaanbod: 11 scholen5 bieden lager onderwijs aan, 2 scholen bieden secundair onderwijs aan en er is één hogeschool6. Qua aanbod van kinderopvangplaatsen en bedden in bejaardentehuizen zit Dilbeek rond het Vlaams gemiddelde. CC De Westrand biedt een uitgebreid aanbod aan culturele activiteiten, zoals theater, muziek, workshops,... Ondanks de nabijheid van Brussel worden veel podiumvoorstellingen georganiseerd. Dilbeek kent ook een bloeiend verenigingsleven. Economie De werkloosheidsgraad7 in Dilbeek (5,75%) is iets lager dan het Vlaams gemiddelde (6,78%). De werkzaamheidsgraad8 is hoog (73,4%). Het gemiddeld inkomen per inwoner (€ 19.073 in 2010) ligt sterk boven het Vlaams gemiddelde (€ 16.599 in 2010). Ook de kansarmoede-index9 (8%) en het aantal leefloontrekkers per 1.000 inwoners (2,6) liggen lager dan het Vlaamse gemiddelde (respectievelijk 9,7% en 3,8). Di zijn aanwijzingen dat de Dilbeekse inwoner iets welstellender is dan de gemiddelde Vlaming. Mobiliteit De gemeente is (vlot) bereikbaar via verschillende invalswegen: de E40 Brussel-Oostende, de ring rond Brussel via afritten 11 (Groot-Bijgaarden), 12 en 13 (Dilbeek), de N8 Brussel-Ninove en de N9 Brussel-Aalst. ’s Ochtends en ’s avonds worden de Dilbeekse wegen geconfronteerd met een grote pendelaarstrafiek van en naar Brussel. Dit zorgt voor files op de grote invalswegen en sluipverkeer op de kleinere wegen. Diverse buslijnen verbinden Dilbeek met de omliggende gemeenten. Er zijn drie kleine treinstations op het grondgebied, namelijk in Sint-Martens-Bodegem, Dilbeek en Groot-Bijgaarden. Deze lijn verzekert de verbinding tussen Aalst en Brussel, en zal op termijn uitgebreid worden met het Gewestelijk ExpresNet (GEN). Tram 19 vertrekt in Groot-Bijgaarden en drie haltes later rijdt ze het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen. Qua openbare orde zijn er niet veel incidenten: er bevinden zich immers geen grote voetbalstadions, luchthavens of zeehavens op het grondgebied.

4

DNA! = Dilbeek nu anders. Dit zijn 4 scholen van gemeentelijk onderwijs, 6 vrij onderwijs en één van de Vlaamse Gemeenschap. 6 Dit is de Campus Parnas van EHSAL, voor de opleidingen onderwijs, lichamelijke opvoeding en orthopedagogie. 7 Werkloosheidsgraad = het aantal niet werkende werkzoekenden t.o.v. de beroepsbevolking (20-64 jaar). 8 Werkzaamheidsgraad = het aantal werkenden t.o.v. de beroepsbevolking (20-64 jaar). 9 Percentage geboorten in kansarme gezinnen. 5



10

2.3 2.3.1

Beeld van veiligheid en leefbaarheid De criminaliteitscijfers (zonaal en arrondissementeel veiligheidsbeeld 2012)

De top 10 van de geregistreerde arrondissementele criminaliteitscijfers van 2012 wordt gevormd door: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Diefstallen in woningen (4998 feiten) Vandalisme en vernielingen (4156 feiten) Diefstallen uit/aan voertuigen (3469 feiten) Diefstallen in handelszaken (2962 feiten) Intrafamiliaal geweld (1774 feiten) Misdrijven tegen lichamelijke integriteit (niet intrafamiliaal geweld) (1773 feiten) Illegale immigratie (1593 feiten) Drugsdelicten (1268 feiten) Fraude (1063 feiten) Diefstallen met geweld en bedreiging (880 feiten)

Als we dit gecumuleerd bekijken voor de jaren 2009-2012 ziet het arrondissementeel veiligheidsbeeld er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Diefstallen in woningen (19 266 feiten) Vandalisme en vernielingen (18 968 feiten) Diefstallen aan/uit voertuigen (14 092 feiten) Diefstallen in handelszaken (12 555 feiten) Misdrijven tegen lichamelijke integriteit (7884 feiten) Intrafamiliaal geweld (7870 feiten) Illegale immigratie (7295 feiten) (Brom)fietsdiefstallen (5576 feiten) Drugsdelicten (5507 feiten) Handel in documenten (4591 feiten)

Deze top 10 blijft grotendeels stabiel doorheen de jaren.



11

De top 10 van de geregistreerde zonale criminaliteitscijfers van 2012 wordt gevormd door: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Diefstallen in woningen (430 feiten) Diefstallen aan/uit voertuigen (416 feiten) Vandalisme en vernielingen (289 feiten) Diefstallen in handelszaken (195 feiten) Illegale immigratie (143 feiten) Intrafamiliaal geweld (116 feiten) (Brom)fietsdiefstallen (110 feiten) Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit (96 feiten) Diefstallen met geweld en bedreiging (69 feiten) Drugsdelicten (60 feiten)

Als we dit gecumuleerd bekijken voor de jaren 2009-2012 ziet het zonaal veiligheidsbeeld er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Diefstallen in woningen (1658 feiten) Vandalisme en vernielingen (1262 feiten) Diefstallen aan/uit voertuigen (1258 feiten) Diefstallen in handelszaken (764 feiten) Drugsdelicten (747 feiten) Intrafamilaal geweld (858 feiten) Illegale immigratie (570 feiten) Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit (492 feiten) (Brom)fietsdiefstallen (362 feiten) Diefstal van voertuigen (164 feiten)

De fenomenen die zich in het arrondissement voordoen, komen ongeveer in gelijke mate voor op ons grondgebied. We zien dat drugsdelicten in 2012 nog maar op de tiende plaats staat: dit komt doordat het evenement waar jaarlijks de grootste drugsvangst gedaan wordt niet meer op ons grondgebied wordt georganiseerd.



12

2.3.2

Cijfers verkeer

Onderstaande tabel geeft de cijfers weer van de verkeersongevallen van 2010 tot en met 2012. Als bron hanteerden wij de Verkeersbarometer van de federale politie, dienst FPF/CGOP/B. Soort verkeersongeval Verkeersongeval met stoffelijke schade Verkeersongeval met lichamelijk letsel Verkeersongeval met doden Totaal

Soort gewonden Doden ter plaatse Zwaar gewonden Licht gewonden Totaal

Controles op snelheid Aantal gecontroleerde voertuigen Aantal voertuigen boven getolereerde snelheid % overtreders Aantal intrekkingen rijbewijs


2009 579 119 1 699

2010 769 126 1 896

2011 694 144 0 838

2012 641 104 1 746

2009 1 8 146 155

2010 1 5 146 152

2011 0 14 172 186

2012 1 5 128 134

Bemande controles

Onbemande controles

90 095

5 422 688

5 137

11 192

5,7%

0,21%

25

0


13

Controles op gebruik alcohol aan het stuur Ademtest bij verkeersongeval Ademtest bij gerichte controle Totaal Norm SGVV (2298 per jaar)

2012 615 2 485 3 090

Gerichte alcoholcontroles Aantal uitgevoerde ademtesten Aantal negatieve ademtesten Aantal alerte en positieve ademtesten % overtreders

2012 2 485 2 314 171 6,9%

Gerichte drugscontroles Aantal uitgevoerde speekseltesten Aantal negatieve speekseltesten Aantal positieve speekseltesten % overtreders

2012 14 6 8 57%

Controles op gordeldracht Onmiddellijke inningen Processen-verbaal Totaal Norm SGVV (696 per jaar)

2012 322 30 352

Controles op gsm aan het stuur Onmiddellijke inningen Processen-verbaal Totaal Eigen norm (360 per jaar)

2012 350 33 383



14

2.3.3

Top 10 interventies 2012

De top 10 interventies van 2012 is als volgt samengesteld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Verkeersongeval met stoffelijke schade (455 interventies) Diefstal in woning met braak/inklimming/valse sleutels (440 interventies) Verdachte toestand (425 interventies) Verdacht voertuig (354 interventies) Parkeren (261 interventies) Navolgende taak voor externe dienst (252 interventies) Onbeheerde dieren (242 interventies) Verdacht persoon (241 interventies) Nachtlawaai muziek (239 interventies) Moeilijkheden met een persoon (215 interventies)

Daarnaast werden er nog 2 287 interventiefiches opgesteld voor controle op vraag (opzoeking van een persoon, voertuig,… in de politionele databank).

Als we dit gecumuleerd bekijken voor de jaren 2009-2012 ziet de top 10 interventies er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Navolgende taak voor interne of externe dienst (2267 interventies) Verkeersongeval met stoffelijke schade (1955 interventies) Diefstal in woning met braak/inklimming/valse sleutels (1659 interventies) Verdachte toestand (1419 interventies) Verdacht voertuig (1356 interventies) Moeilijkheden met een persoon (1042 interventies) Onbeheerde dieren (1031 interventies) Verdacht persoon (968 interventies) Parkeren (746 interventies) Hulp aan een persoon (542 interventies)

Deze top 10 interventies blijft gedurende de opeenvolgende jaren redelijk stabiel. We zien wel dat de interventies voor diefstal in een woning gestaag klimmen in de top, dit blijkt ook uit de andere bronnen.



15

2.3.4

Top 10 klachten en aangiften 2012

De top 10 klachten en aangiften van 2012 ziet er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Verkeersongeval (267 feiten) Verlies volledig geïdentificeerd voorwerp (252 feiten) Diefstal uit voertuig (157 feiten) Gewone diefstal (zonder verzwarende omstandigheden) (129 feiten) Beschadiging van voertuig (112 feiten) Zakkenrollerij (gauwdiefstal) (69 feiten) Diefstal van fiets (49 feiten) Opzettelijke slagen en verwondingen (45 feiten) Oplichting met internet (41 feiten) Oplichting zonder internet (35 feiten)

Als we dit gecumuleerd bekijken voor de jaren 2009-2012 ziet de top 10 klachten en aangiften er als volgt uit: 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

Verkeersongeval (1118 feiten) Verlies volledig geïdentificeerd voorwerp (950 feiten) Gewone diefstal (zonder verzwarende omstandigheden) (638 feiten) Diefstal uit voertuig (625 feiten) Beschadiging van voertuig (386 feiten) Gauwdiefstal (214 feiten) Diefstal van fiets (183 feiten) Opzettelijke slagen en verwondingen (185 feiten) Informaticafraude (137 feiten) Belaging (67 feiten)

Hieruit blijkt dat de top 10 klachten en aangiften gedurende de laatste vier jaar redelijk stabiel blijft.



16

2.3.5

Top 10 gerechtelijk processen-verbaal 2012

De top 10 gerechtelijke pv’s ziet er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Diefstal in woning (442 pv’s) Diefstal uit gebouwen, andere dan woning (373 pv’s) Diefstal uit voertuig (307 pv’s) Verloren voorwerpen (259 pv’s) Vernieling (251 pv’s) Opzettelijke slagen en verwondingen (114 pv’s) Bevolkingsregister: niet aangeven van woonstverandering (109 pv’s) Oplichting (91 pv’s) Bedreigingen (81 pv’s) Diefstal fiets (80 pv’s)

Als we dit gecumuleerd bekijken voor de jaren 2009-2012 ziet de top 10 gerechtelijke pv’s er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Diefstal in woning (1756 pv’s) Diefstal uit gebouwen, andere dan woning (1132 pv’s) Diefstal uit voertuig (861 pv’s) Vernieling (854 pv’s) Verloren voorwerpen (797 pv’s) Wederrechtelijk bezit van verdovende middelen (601 pv’s) Opzettelijke slagen en verwondingen (410 pv’s) Bevolkingsregister: niet aangeven van woonstverandering (345 pv’s) Vandalisme (272 pv’s) Inbraken op politiereglement (216 pv’s)

Ook hier zien we alle vormen van diefstal (in woningen, uit gebouwen, uit voertuigen) hoog op de lijst staan.



17

2.3.6

Samenvatting en contextualisering van de cijfers

Wij kozen ervoor, met de goedkeuring van de zonale veiligheidsraad, om onze scanning en analyse op het vlak van de externe omgeving redelijk beperkt te houden. Zoals gezegd, waren wij tot juni 2013 betrokken bij de onderhandelingen over de mogelijke fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en SintPieters-Leeuw. Hier konden wij vaststellen dat deze vier zones grotendeels met dezelfde fenomenen geconfronteerd worden. Wij evalueren jaarlijks onze lopende actieplannen (op het vlak van diefstallen, verkeer en intrafamiliaal geweld) en de bijhorende cijfergegevens. Ook bekijken wij dagelijks in het werkoverleg de interventiefiches. Indien een nieuw fenomeen opduikt, wordt hier kort op de bal gespeeld met de inzet van de noodzakelijke mensen en middelen (bv. op het vlak van overlast). Deze korte interventies noodzaken echter niet de opmaak van een actieplan. Ook via het maandelijks overzicht van onze activiteiten aan de burgemeester, sinds begin 2013, kunnen wij snel een afwijking opsporen en daar indien nodig snel op reageren. Als we de bovenstaande cijfers vergelijken, kunnen we vaststellen dat diefstal in woningen in zowat alle aangehaalde bronnen in de top 10 staat (arrondissementele en zonale criminaliteitscijfers, interventies en gerechtelijke pv’s). Alleen bij klachten en aangiften komt het niet voor: dat is te verklaren door het feit dat slachtoffers van een inbraak meteen de politie bellen en niet naar het commissariaat komen om aangifte te doen. Ook diefstallen uit handelszaken en uit voertuigen komen in meerdere bronnen terug (arrondissementele en zonale criminaliteitscijfers, klachten en aangiften en gerechtelijke pv’s). Voor verkeersongevallen gaan onze interventieploegen het meest ter plaatse en worden het meeste aangiften gedaan.



18

2.4 2.4.1

Verwachtingen en doelstellingen van de overheden en andere belanghebbenden Wijkbabbels gemeente, OCMW en lokale politie

Tussen 27 oktober 2009 en 26 januari 2010 organiseerde de lokale politie samen met de gemeente en het OCMW van Dilbeek wijkbabbels. In totaal werden 5 avonden op het getouw gezet, één per deelgemeente: Itterbeek, Dilbeek, Schepdaal, Groot-Bijgaarden, Sint-Ulriks-Kapelle en Sint-Martens-Bodegem. Deze twee laatste deelgemeenten tellen het laagste aantal inwoners en daar werd de wijkbabbel samen op één avond georganiseerd. De methodiek die gehanteerd werd was deze van het world café. Een doorsnede van de belanghebbenden van de lokale politie, de gemeente en het OCMW werd uitgenodigd om deel te nemen. Hierbij gaat het onder meer om leden van de brandweer, de federale politie, het parket, de welzijnssector, medewerkers van de respectievelijke diensten en uiteraard de inwoners zelf. Zij werden gemengd aan verschillende tafeltjes gezet, telkens samen met een tafelbegeleider. Per vier tafels werd een eiland gevormd. Binnen dit eiland moesten ze om beurten debatteren over één onderwerp per tafel: leefbaarheid, veiligheid, samenleven en communicatie. De resultaten werden op een groot blad geschreven. Na twintig minuten nam iedereen, behalve de tafelbegeleider, plaats aan een andere tafel binnen het eiland. Na vier gesprekrondes had elke deelnemer op die manier over elk van de vier thema’s kunnen discussiëren. Bovendien moest tijdens elke ronde een andere blik geworpen worden op het thema, zodat er verder gebouwd kon worden op wat al gezegd was: wat loopt er goed, wat kan er beter, wat kan jij hier zelf aan veranderen, wat kan de lokale politie, het OCMW of de gemeente hieraan veranderen. Helemaal op het einde kon één persoon per eiland het belangrijkste dat gezegd werd samenvattend terugkoppelen aan de ganse groep. Tijdens de avond konden de deelnemers een drankje en een versnapering krijgen, waardoor een ietwat lossere sfeer gecreëerd werd. Het belang van informele gesprekken werd benadrukt. Het is de bedoeling dat met dit world café een soort ongedwongen ‘cafésfeer’ wordt opgeroepen waarbij mensen elkaar ontmoeten en zich niet geremd voelen om hun mening te geven. De resultaten waren redelijk gelijklopend voor de verschillende deelgemeenten.10 Over het algemeen was er een grote tevredenheid over de dienstverlening van zowel de lokale politie, het OCMW als de gemeente. Waar men het meest van wakker ligt, is overduidelijk de verkeersveiligheid. Zowel de snelheid, het sluipverkeer als het fout parkeren worden als aan te pakken problemen beschouwd. Ook de staat van de straten, fietspaden en de voetwegen kan veel beter. Het contact met de wijkinspecteur kan nog verbeteren en de lokale politie zou meer informatie mogen verstrekken over hun acties en resultaten (bv. via infoavonden). De inwoners van Dilbeek beseffen dat ook zij zelf een cruciale rol kunnen spelen in het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in Dilbeek. Daar was het tijdens deze avonden ook om te doen. Het ganse opzet kaderde in het verzamelen van gegevens voor een integraal veiligheidsbeleid in Dilbeek en tegelijk het sensibiliseren van de inwoners voor dit thema en het opnemen van hun eigen verantwoordelijkheid hierin stimuleren.

10

De resultaten van de wijkbabbels kunnen op vraag bekomen worden bij de korpsleiding.



19

Wat we hier als politieorganisatie uit geleerd hebben, is dat je voorzichtig moet zijn met het bevragen van de bevolking, want op die manier worden heel wat verwachtingen gecreëerd en het is belangrijk om deze minstens te kaderen en duidelijk te communiceren water al dan niet mee zal gebeuren. Dit werd iets te weinig gedaan. In de toekomst zullen wij hier zeker rekening mee houden. 2.4.2

Beleidsplan gemeente Dilbeek 2014-2019

In 2012 werden gemeenteraadsverkiezingen georganiseerd. Dit resulteerde in een nieuw bestuur voor de gemeente Dilbeek, dat vanaf januari 2013 aantreedt. Hieraan gekoppeld zal een beleidsplan voor de lopende legislatuur opgesteld worden. Op woensdag 31 oktober ondertekenden de verkozenen van N-VA, CD&V-DNA! en GROEN-sp.a, het coalitieakkoord voor 2013-2018. De uitdaging van deze coalitie is om in Dilbeek een nieuw tijdperk van besturen te starten: toekomstgericht, op basis van visie en met een nieuwe bestuurscultuur. Het uitgewerkte inhoudelijke bestuursakkoord omvat voor elk gemeentelijk beleidsdomein de belangrijkste accenten die deze coalitie de volgende jaren wil leggen. Het document van 19 bladzijden zal als vertrekbasis dienen om een meerjarenplan op te stellen met concrete acties. Dit kan natuurlijk alleen na intensieve samenwerking met de gemeentelijke diensten, waarbij de gekozen beleidsaccenten verder zullen worden uitgewerkt en onderzocht op hun organisatorische en financiële haalbaarheid. Het veiligheidsbeleid (politie en brandweer) is een prioriteit van het nieuwe bestuur. Hierbij worden mogelijke efficiëntiewinsten (o.a. fusie) en verbeterde dienstverlening verder onderzocht met aandacht voor de dekkingsgraad en voldoende (financiële) controle door onze gemeente. Een voldoende ingevuld organiek kader is hierbij essentieel maar ook alternatieve vormen van communicatie en informatiedoorstroming worden uitgebouwd (buurtinformatienetwerken,…). Ter voorbereiding van het beleidsprogramma werd een extern consultancy bureau onder de arm genomen om een interne en externe omgevingsanalyse uit te voeren. Wat de politiezone aanbelangt, resulteerde dit in de volgende items: Uit de wijkbabbels binnen de gemeente (2009-2010) en ook uit de bevolkingsbevraging binnen het arrondissement Halle-Vilvoorde (2010-2011) blijkt dat de burgers verkeersveiligheid, inbraak/diefstal en overlast de belangrijkste problemen vinden in de buurt. Deze zaken komen overeen met de prioriteiten die de politie stelt. Verkeersveiligheid Ondanks blijvende inspanningen van de politie is er toch een stijging voor wat betreft ongevallen met lichamelijk letsel en aantal gewonden. Samenwerking met de dienst Welzijn en Preventie en de dienst Mobiliteit van de gemeente is aangewezen om nog meer aan preventie te doen en acties meer op elkaar af te stemmen. In 2012 werd ook een startbaner verkeersveiligheid aangenomen op de gemeente.



20

Inbraak/diefstal Er is een stijging van het aantal inbraken in woningen. De acties in samenwerking met de politie en de gemeente dienen verdergezet en uitgebouwd te worden: infoavonden gericht naar senioren en andere doelgroepen, promotie van technopreventief advies op basis van bouwplan, alternatieve preventieve maatregelen zoals markeren van voorwerpen door middel van synthetisch DNA,… Overlast Overlast is sterk afhankelijk van de periode. De geïntegreerde aanpak van de werkgroep leefbaarheid verder uitbouwen en een buurtwerker aanwerven. 2.4.3

Verwachtingen van de provinciegouverneur voor 2013-2016

Op 2 mei 2012 maakte de provinciegouverneur, de heer Lodewijk De Witte, zijn verwachtingen bekend aan de politiezones, ter inspiratie voor het opstellen van het nieuwe zonaal politieplan. Zijn bezorgdheid gaat uit naar het handhaven van de openbare orde (rust, veiligheid en gezondheid), naar het vrijwaren van de individuele rechten en vrijheden en naar de democratische ontwikkeling van onze samenleving. Een goede wisselwerking en ondersteuning tussen de lokale en federale politie op basis van gelijkwaardigheid zijn de sleutels tot succes. Streven naar een kwaliteitsvolle politiezorg Optimaliseren van de gemeenschapsgerichte politiezorg - Aangaan van partnerschappen (bv. bij de aanpak van intrafamiliaal geweld) of de realisatie van gepaste doorverwijzingen (bv. doorverwijzing naar het project burenbemiddeling). - Systematische toepassing van criminaliteitspreventie (o.a. bij inbraken, fietsdiefstal, gauwdiefstal, geweld, drugs) waarbij de burger ook vóór het zich voordoen van de feiten geïnformeerd wordt. - Meewerken en bevorderen van initiatieven die de bevolking actief betrekken bij de veiligheidszorg, met bijzondere aandacht voor de subjectieve onveiligheid. Optimaliseren van informatiegestuurde politiezorg - Geïntegreerd samenwerken met lokale politiezones, met de federale politie, met het Communicatie- en Informatie Centrum (CIC) en met het Arrondissementeel Informatie Kruispunt (AIK) en voortdurend wederzijdse feedback geven na samenwerking. - Verhogen van de kwaliteit van de adviezen van de wapendossiers en betekening van de weigeringen en intrekkingen. - Zoeken naar partnerschappen (bv. gemeenschappelijk gebruik van deskundigen). Optimale bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling - Organisatiebeheersing in de geïntegreerde politie toepassen (omzendbrief CP3). - Wijkwerking optimaliseren door bv. de globale politiewerking te oriënteren vanuit geografische affectie.



21

Het beheer van de publieke ruimte en de bestuurlijke informatie Oordeelkundig omgaan met het systeem van de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) (Wat? Waarom? Hoe?) Afstemmen en ontwikkelen van synergieën op het vlak van de nood- en interventieplanning, bv. door de lokale aanpassing van het Politioneel Interventieplan (PIP) door de zones zelf. Veilig verkeer Handhavingsbeleid met de nadruk op het verhogen van de subjectieve pakkans, door het voeren van (lokale en gecoördineerde) verkeersacties, voornamelijk rond volgende thema’s: - niet dragen van de gordel, de helm en niet gebruiken van kinderzitjes; - overdreven snelheid; - rijden onder invloed van alcohol of andere drugs; - GSM-gebruik aan het stuur. Bevorderen van de participatie van verenigingen (vb. sport, jeugd) als doelgroep bij de sensibilisering rond veilig verkeer. Het verkeersveiligheidsfonds helpt deze doelstelling in concrete resultaten om te zetten. Beheersen criminaliteit en prioritaire criminaliteitsfenomenen in het bijzonder Gerichte aanpak van rondtrekkende dadergroepen - Snelle en accurate informatiedoorstroming betreffende metaaldiefstallen, ladingdiefstallen en woninginbraken; - Actieve samenwerking met de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Ondersteuning van lokale politiepraktijken in internationale context - Samenwerken en uitwisselen van inlichtingen met betrekking tot het fenomeen terrorisme en extremisme (Ministeriële omzendbrief PLP 37); - Ondersteunen van het CoPPRaproject11. Een moderne, duurzame en efficiënte politieorganisatie Een modern HR-beleid - Loopbaanbegeleiding binnen de politiezone; - Ondersteunen van een kwaliteitsvolle politieopleiding; - Goede opvang, begeleiding en omkadering van stagiairs en nieuw politiepersoneel.

11

CoPPRaproject staat voor Community Policing and Prevention of Radicalisation.



22

Duurzaam en efficiënt - Op sociaal (people), ecologisch (planet) en economisch (profit) gebied. 2.4.4

De prioriteiten van de procureur des Konings in het kader van het zonaal veiligheidsplan, meegedeeld op het arrondissementeel rechercheoverleg Halle-Vilvoorde van 19 april 2012

Op het arrondissementeel rechercheoverleg Halle-Vilvoorde van 19 april 2012 werden de prioriteiten van de procureur des Konings bekend gemaakt. Wat het parket betreft zou elk misdrijf prioritair dienen te zijn want stellen dat iets niet prioritair is, houdt automatisch bijna straffeloosheid in. De realiteit van de beperkte middelen verplicht echter om te kiezen. Wat het gemeen strafrecht betreft, blijken de voornaamste prioriteiten uit het organigram zelf van het parket: er is een afzonderlijke onderafdeling ‘zware criminaliteit’, bemand door ervaren magistraten die zich bezig houden met de zwaarste misdrijven waarvan de bestrijding de grootste prioriteit geniet: moord, doodslag, roofmoord, georganiseerde misdaad en terrorisme. Daarnaast is er een onderafdeling ‘zeden’ met gespecialiseerde magistraten. De overige misdrijven van gemeen recht behoren tot de onderafdeling ‘rand’ en daar worden de prioriteiten bepaald door het nationaal veiligheidsplan, meer bepaald inbraak in woningen en andere gebouwen, het geweld in de publieke ruimte, intrafamiliaal geweld en dealen en storend gebruik van drugs. Deze prioriteiten zijn gelijklopend voor alle politiezones van Halle-Vilvoorde. Andere gelijklopende prioriteiten zijn wat verkeer betreft: overdreven snelheid en sturen onder invloed van drank of drugs. Ook fraude in de sociale zekerheid wordt meer en meer een lokale prioriteit. Een meer gedetailleerde tussenkomst van het parket wat de prioriteiten per zone betreft zal slechts mogelijk zijn wanneer een voldoende (dus groter) aantal magistraten beleidsmatiger zullen kunnen werken in een afzonderlijk parket Halle-Vilvoorde. 2.4.5

Het beleid voor de geïntegreerde politie zoals gestipuleerd in het nationaal veiligheidsplan 2012-2015

Zoals bepaald in artikel 4 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, stellen de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie het nationaal veiligheidsplan op. In het eerste deel coördineren de ministers het algemene politiebeleid voor de geïntegreerde politie. Ze waarborgen daarmee een globale en geïntegreerde aanpak van de (objectieve en subjectieve) onveiligheid en verzekeren zo ook de samenhang van het optreden door de geïntegreerde politie. In het eerste hoofdstuk van deel 1 wordt de bijdrage van de politiediensten aan een veilige en leefbare samenleving beschreven.



23

De krachtlijnen van de politiezorg en het politiebeheer zijn: - een minimale gelijkwaardige dienstverlening garanderen; - streven naar een excellente politiezorg; - een optimale geïntegreerde werking realiseren. Het beheer van de publieke ruimte en de bestuurlijke informatie omvat: - genegotieerd beheer van de publieke ruimte; - overlast of ‘incivilities’; - bestuurlijke informatie; - coördinatie bij crisissituaties. De gemeenschapsgerichte politiezorg moet meer zijn dan de wijkdienst en haar medewerker. Het is van cruciaal belang dat men de gemeenschapsgerichte politiezorg terugvindt vanaf de gehele basisopleiding, maar vervolgens ook in elk van de basisfunctionaliteiten. Op het vlak van veilig verkeer zijn de prioritaire thema’s: - de overdreven snelheid; - het rijden onder invloed van alcohol of drugs; - het GSM-gebruik achter het stuur; - het niet dragen van de gordel en het niet gebruiken van kinderzitjes. De prioritaire doelgroepen hierbij zijn: - de zwakke weggebruikers (voetgangers, fietsers en bestuurders van bromfietsen); - de motorrijders; - de vrachtwagenchauffeurs en het vrachtvervoer. Voor de criminaliteit in het algemeen behoort het tot de essentiële taken van de politie om alle vormen van criminaliteit maximaal te voorkomen, te detecteren, te beheersen en probleemoplossend te bestrijden. Een bijzondere aandacht moet uitgaan naar de aantastingen van de fysieke integriteit: - feiten die de fysieke integriteit van personen ernstig aantasten, in het bijzonder ten aanzien van vrouwen; - de strijd tegen de illegale handel in vuurwapens; - de kwalitatieve bejegening van het slachtoffer.



24

De prioritaire criminaliteitsfenomenen voor de periode 2012-2015 zijn: - de diefstallen gewapenderhand; - het geweld in de publieke ruimte, in het bijzonder op het openbare vervoer en door stadsbendes; - de drugs, in het bijzonder de import en de export van cocaïne, de productie en de smokkel van synthetische drugs en cannabis en de verkoop van drugs (dealen); - de illegale vuurwapenzwendel; - het terrorisme; - het intrafamiliale geweld en geweld tegen vrouwen; - de mensenhandel (de seksuele uitbuiting en de economische uitbuiting) en de mensensmokkel; - de informaticacriminaliteit; - de fraude, in het bijzonder de sociale en de fiscale fraude alsmede de fraude inzake afvalbeheer; - de inbraken in woningen en andere gebouwen. Alle geledingen van de politie zullen deze prioritaire veiligheidsfenomenen, in de mate dat ze ermee geconfronteerd worden, ter harte nemen. Dit impliceert dat ze normaliter allemaal in de veiligheidsplannen van alle entiteiten van de politie moeten worden hernomen, behoudens gerichte aanpassingen op grond van lokale specifieke omstandigheden. Naast de aangegeven kwetsbare entiteiten van de prioritaire criminaliteitsfenomenen, zal de politie, aangepast aan de lokale omstandigheden, rekening houden met de in het nationaal politieel veiligheidsbeeld 2011 geïdentificeerde bijkomende plaatsen die kwetsbaar zijn voor meerdere criminaliteitsfenomenen. Tot slot is ook de internationale politiesamenwerking een kapitale factor geworden voor de aanpak van veiligheidsproblemen. In het tweede hoofdstuk van deel 1 wordt de aandacht gevestigd op maatschappelijk verantwoord ondernemen bij de politiediensten. In essentie gaat het om het structureel vormgeven van duurzaamheid met het oog op een evenwicht tussen het systematisch integreren van de belangen van mensen (people), het milieu (planet) en de financiële of politionele resultaten (profit of politionele meerwaarde). De komende vier jaar zal prioritair aandacht worden besteed aan het uitwerken en het voeren van een modern HR-beleid, het informatiebeheer en de ondersteunende ICT, het optimaal beheer en het aanwenden van de beschikbare middelen. Daarnaast zal eveneens voldoende aandacht besteed moeten worden aan innovatie en nieuwe technologieën. Tenslotte mogen ook politiediensten niet onverschillig blijven voor het thema duurzame ontwikkeling. In het derde en laatste hoofdstuk van deel 1 wordt de nadruk gelegd op de beleidscyclus met een bijzondere aandacht voor de evaluatie. Het volstaat niet om goede plannen te maken. Ze moeten ook uitgevoerd, opgevolgd, geëvalueerd, in voorkomend geval bijgestuurd worden en vooral zo goed mogelijk gebudgetteerd worden. Bijgevolg moeten de beleids- en budgetcycli beter op elkaar worden afgestemd.



25

2.4.6

Verwachtingen Dirco en Dirjud

De heer Gert Scheerlinckx, waarnemend bestuurlijk directeur coördinator van Halle-Vilvoorde, heeft een nota opgesteld met een vertaling van de prioritaire fenomenen uit het NVP 2012-2015 naar het arrondissementele en het zonale niveau. Tijdens de vergadering van de zonale veiligheidsraad van 20 juni 2012 werd deze nota overlopen. Het nationaal niveau vertaald naar het arrondissementele niveau Halle-Vilvoorde De fenomenen die een prioritaire aanpak noodzaken zijn: - Mensensmokkel; - diefstal gewapenderhand; - import en export van cocaïne; - polycriminele dadergroepen: Roemenen, Pakistani, Zigeunergroepen en Bulgaren; - buitgericht rechercheren: bij de aanpak van prioritaire criminaliteitsfenomenen zal bijzondere aandacht worden besteed aan het detecteren van illegale verworven vermogensvoordelen en de maximale inbeslagname ervan met het oog op de verbeurdverklaring; - intrafamiliaal geweld: de rondzendbrief12 zal onveranderd worden toegepast: een kwalitatieve aanpak in de dagelijkse werking blijven verzekeren. De aandachtspunten zijn: - mensenhandel: seksuele en economische exploitatie; - rondtrekkers: inbraken in gebouwen; - polycriminele dadergroepen: Marokkanen en Albanofonen (Albanië, Kosovo, Montenegro en Macedonië). Het arrondissementeel niveau vertaald naar het zonale niveau Voor de politiezone Dilbeek gaat het om de volgende prioritaire fenomenen: - mensensmokkel (as: E40 Brussel – kustregio, richting Groot-Brittannië); - diefstallen gewapenderhand; - import en export van cocaïne; - polycriminele dadergroepen (Roemenen, Pakistani, zigeunergroepen en Bulgaren); - intrafamiliaal geweld.

12

Omzendbrief COL4/2006 van de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld.



26

De mogelijk aandachtspunten voor de politiezone Dilbeek zijn de volgende: - mensenhandel: economische en seksuele uitbuiting; - rondtrekkers: inbraken in gebouwen; - polycriminele dadergroepen: Marokkanen en Albanofonen; - bijkomende aandachtspunten: plaatsen die kwetsbaar zijn voor meerdere criminaliteitsfenomenen, meer bepaald het openbaar vervoer, de recreatiedomeinen en de toeristische trekpleisters. De overige prioriteiten van het nationaal veiligheidsplan, niet aangeduid als prioriteit of aandachtspunt in het arrondissement Halle-Vilvoorde zijn: - in- en uitvoer en productie van cannabis; - in- en uitvoer van synthetische drugs; - sociale en fiscale fraude (BTW en inkomstenbelasting); - terrorisme; - informaticacriminaliteit; - overlast. 2.4.7

Akkoord over de optimalisering van de politiediensten: een moderne politie met meer slagkracht, minder chefs en structuren en met meer personeel op het terrein13

In september 2012 werd op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken een werkgroep opgericht die zich gebogen heeft over de verschillende thema’s betreffende het verbeteren van de werking van de federale politie. Op 21 januari 2013 diende de werkgroep een rapport in met een reeks optimalisatievoorstellen omtrent de structuur en werking van de federale politie. Hierna heeft de minister van Binnenlandse Zaken een aantal consultatierondes gehouden met een aantal belanghebbenden, waarna een afgewerkt plan werd neergelegd. In het afgewerkt plan is niet enkel sprake van de optimalisering van de federale politie maar ook van de geïntegreerde politie en lokale politie. Deze maatregelen zullen in de loop van de volgende jaren geïmplementeerd worden. De krachtlijnen voor de geïntegreerde politie zijn: - opvoeren van de operationele politiecapaciteit met het oog op meer politieaanwezigheid en effectieve operationele prestaties op het terrein: o door het jaarlijkse rekruteringsniveau te stabiliseren op 1400 aspiranten teneinde, onder meer, de demografische schok van de politiediensten tegen te gaan;

13

Optimaliseringsplan politiediensten, goedgekeurd op de beperkte Ministerraad van 23 juli 2013.



27

o

-

-

-

door de selectie- en rekruteringsprocedures te hervormen teneinde beter te anticiperen op de behoeften van de verschillende diensten van de geïntegreerde politie; o door de politieprestaties terug te brengen tot de kerntaken; o door de administratieve taken en procedures te verlichten; o door de budgetten en de organisatie van de politiediensten te optimaliseren teneinde te voldoen aan de hierboven beschreven doelstellingen. consolideren van het concept geïntegreerde politie door een sterkere band tussen het federale en lokale niveau dankzij: o de oprichting van een “uitgebreid directiecomité” waarbij de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP) betrokken is; o de versterking van de samenwerking, de coördinatie en het overleg tussen de opsporingsdiensten van de federale politie (FGP) en van de lokale politie (LRD); o de versterking en de intensivering van de steun voor de opdrachten van bestuurlijke politie aanpassen van de politieorganisatie teneinde rekening te houden met de lopende hervormingen (hervorming van Justitie en Staatshervorming); aanpassen van de politieopleiding aan de operationele vereisten en aan de verwachtingen van het personeel door: o de informatiesessies te verhogen; o de kwaliteit van de opleiding te verbeteren en een proefstage in te stellen; o de spreiding van de loonkost in geval van sociale promotie. verzekeren van een efficiënter en beter beschermd beheer van de politie-informatie; optimaliseren van het begrotingsbeheer teneinde de herinvestering in het operationeel personeel en de modernisering van de investeringen mogelijk te maken ten bate van beide politieniveaus; stabiliseren van de financiering van de geïntegreerde politie en het mogelijk maken te beschikken over aanvullende inkomsten toe te wijzen aan de zones van de lokale politie en aan de federale politie; moderniseren van de uitrustingen en communicatiemiddelen (ICT); aanpassen van het beheer van human resources om te anticiperen op de uitstroom en om de motivering van het personeel van de politiediensten te versterken; versterken van de ethiek en de deontologie en moderniseren van het tuchtstatuut; opteren voor een functioneel verloningsbeleid; hervormen van de algemene inspectie van de politiediensten en overgaan tot de aanwijzing van de inspecteur-generaal en zijn adjunct.

De krachtlijnen voor de lokale politie zijn: - verbeteren van het rekruterings- en opleidingsproces voor de zones van de lokale politie; - versterken van de terreineffectieven; - versterken van de financieringscapaciteiten van de zones van de lokale politie;



28

-

verbeteren van de werking van de zones van de lokale politie; de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP).



29

2.5 2.5.1

Inrichting van het korps Personeelscapaciteit

Op 21 oktober 2008 keurde de gemeenteraad de kaderuitbreiding van de lokale politie Dilbeek goed. In totaal ging het om een uitbreiding met 24 medewerkers (19 operationeel en 5 administratief). Om de implementatie en bijkomende personeelsuitgaven enigszins te spreiden, werd de uitbreiding opgesplitst in twee fasen. In de eerste fase konden de meest dringende personeelsbehoeften ingevuld worden. Deze fase werd geïmplementeerd tot 2013. De tweede fase beoogt het kunnen beantwoorden aan de steeds meer uitgebreide eisen die aan de lokale politie worden gesteld (en met name het voorzien van een permanente aanwezigheid van 2 interventieploegen en een operationele wachtofficier op het terrein). De bijkomende uitgaven voor deze tweede fase werden niet opgenomen in het meerjarenplan van de gemeente, waardoor het onwaarschijnlijk is dat deze uitbreiding voor 2019 gerealiseerd zal kunnen worden. OPERATIONEEL KADER Minimaal effectief (KB 20/10/09)14

Organiek kader Aantal

Fase 1: 79 Fase 2: 90

OK/MK/BK/AK 6/16/54/3 OK/MK/BK/AK 6/18/60/6

Datum van aanpassing 21/10/2008

Reëel effectief Aantal ingeschreven (per kader) OK/MK/BK/AK 6/12/48/3

Beschikbaar aantal

Datum van registratie

OK/MK/BK/AK 6/12,3/50/3

01-07-2013

21/10/2008

14

Koninklijk besluit van 20 oktober 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2001houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de lokale politie.



30

ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK KADER Minimaal effectief (KB 20/10/09)

Organiek kader Aantal

Fase 1: 19 Fase 2: 22

Niv A/B/C/D 2/4/12/1 Niv A/B/C/D 2/5/14/1

Datum van aanpassing 21/10/2008

Reëel effectief Aantal ingeschreven (per kader) Niv A/B/C/D 2/4/11/2

Beschikbaar aantal

Datum van registratie

Niv A/B/C/D 1,8/4/10,8/1,8

01-07-2013

21/10/2008

Bovenop dit organiek kader stellen wij 3 gesco’s niveau D tewerk als poetspersoneel. 2.5.2

Organigram

De matrixstructuur die onze organisatie kenmerkt, impliceert een combinatie van lijnhiërarchie en proceshiërarchie. Onze leden van het middenkader zijn lijnverantwoordelijke voor hun dienst of specialisatie. Zij staan in voor de goede organisatie binnen hun dienst (bv. wijkwerking, jeugd en gezin, e.d.) of specialisatie (bv. verkeer, geweldsbeheersing, e.d.). De commissarissen vervullen de rol van procesverantwoordelijke. Zij zijn verantwoordelijk voor een bepaald proces (bv. onthaal en noodhulp, toezien en handhaven, navolgend onderzoek) waarbij de verschillende processtappen uitgevoerd worden door verschillende diensten. Hun taak is bijgevolg om ervoor te zorgen dat de activiteiten van de verschillende diensten op elkaar afgestemd zijn in functie van het kwalitatieve verloop van het proces en van het gewenste resultaat.



31

Deze keuze sproot voort uit de vaststelling dat de leden van het middenkader zich onvoldoende betrokken voelden bij de goede werking van de gehele organisatie en bij de realisatie van de organisatiedoelstellingen. Iedereen was bezig met zijn specifieke materie (‘hokjesdenken’) en of de verschillende puzzelstukjes nu bij elkaar pasten of niet, werd niet in vraag gesteld. Op de volgende pagina staat ons functioneel organigram (van 1 juni 2013). Het bovenste blok bevat de sturing van de organisatie, oftewel de leden van het managementteam. In het middelste blok bevinden zich de operationele diensten, het hart van onze organisatie. Onderaan bevinden zich de ondersteunende diensten.



32



33

Functie

Inhoud

Capaciteit*

Slachtofferbejegening

         

Wijkagenten Wijkinspecteurs Wijkcoördinator Interventieploegen Operationele wachtofficieren (OGP) Officiers van bestuurlijke politie Centraal onthaal Gedecentraliseerd onthaal Opvang van slachtoffers Ondersteuning van medewerkers

Jeugd en gezin



Lokale recherche Verkeer



Jeugd- en gezinsproblematiek: informatieverstrekking, gerechtelijke opdrachten en doorverwijzing Lokale complexe en omvangrijke onderzoeken Verkeer: technisch en operationeel Verkeerspolitie

Wijkwerking

Interventie

Onthaal

Handhaving openbare orde

Lokaal informatiekruispunt

    

            

3 AK 15 BK 1 MK (deeltijds) 34 BK 4 MK + 3 deeltijdse Beurtrol OK 3 Niv C Medewerkers wijkwerking Alle politiemedewerkers 1 MK politieassistent 1 MK (beide bij jeugd en gezin) 1 MK politieassistent 1 MK



2 MK en 4 BK

6 FTE

 

1 OK en 1 MK Medewerkers interventie en wijkwerking 1 Niv B 2 Niv D 1 MK (deeltijds)

5 FTE

  



Verkeersanalyse Verkeersadministratie Verantwoordelijke handhaving openbare orde Lokale ordediensten



Opvordering capaciteit – art. 64: 10%



     



Autonoom politioneel onderzoek Functioneel systeembeheer Operationeel secretariaat Wapenbeheer Personeel en Administratieve steun logistiek Verantwoordelijke personeel en logistiek  Technisch systeembeheer Leiding en  Algemene leiding van het korps beheer  Beleidsmedewerker  Directiesecretaris  Intern toezicht en kwaliteitszorg  Procesverantwoordelijke navolgend onderzoek  Procesverantwoordelijke onthaal en noodhulp  Procesverantwoordelijke toezien en handhaven Veiligheids Capaciteit georiënteerd naar projecten preventieve activiteiten en projecten: 10% Federale  Art. 62 WPA, nationaal veiligheidsplan, opdrachten verlenen sterke arm, bewaking en toezicht Voortgezette  Herscholing + basisvaardigheden vorming  Monitor geweldsbeheersing * Volgens het personeelsbehoefteplan, fase 1, d.d. 21/10/2008. ** Werkelijk aanwezige capaciteit. Datum registratie: 01-07-2013

FTE**

     

Medewerkers interventie, wijkwerking en lokale recherche 3 MK en 16 BK (uit diverse diensten) 1 MK 1 MK, 1 BK en 1 Niv C 3 Niv C 1 Niv C 2 Niv B, 2 Niv C en 1 Niv D 1 Niv A

     

1 Niv B 1 OK 1 Niv A 1 OK 1 OK en 1 MK 1 OK (ook intern toezicht)



1 OK



1 OK



Medewerkers interventie, wijkwerking en lokale recherche Medewerkers interventie, wijkwerking en lokale recherche Alle medewerkers 1 MK (deeltijds)



 

18,5 FTE

36,2FTE

3 FTE 1 FTE

1 FTE

0,5 FTE

7,6 FTE

7 FTE

5,8 FTE

0,5 FTE

+ 3 poetsvrouwen niveau D buiten kader (contractueel)



34

2.5.3

Overlegstructuren

Managementteam (MT) Het managementteam is samengesteld uit de korpschef, de procesverantwoordelijken, de verantwoordelijke personeel en logistiek, de beleidsmedewerker en de directiesecretaris. Het managementteam heeft tot taak ervoor te zorgen dat ‘de neuzen van de leiding in dezelfde richting staan’. De leden bepalen en volgen de tactische doelstellingen op van de organisatie waarbij de verantwoordelijke van een tactische doelstelling regelmatig rapporteert aan het managementteam. Het volgt de werking op van de verschillende diensten en specialisaties en hun samenhang en neemt beslissingen op korpsbreed niveau. Het managementteam vergadert elke 2de en 4de woensdag van de maand en wordt voorgezeten door de korpschef. De beslissingen van het managementteam worden o.a. via intranet ter kennis van de medewerkers gebracht. Operationeel Overleg (OO) In het operationeel overleg zetelen de procesverantwoordelijken, de operationele wachtofficieren (waaronder de wijkcoördinator, de operationeel verantwoordelijke verkeer en de verantwoordelijke wapens en geweldbeheersing), de rechercheurs OGP van de recherche en de gespecialiseerde hoofdinspecteur jeugd en gezin. Doelstelling is om een geïntegreerd antwoord te bieden op weerkerende fenomenen/problemen door het samenwerken en op elkaar afstemmen van de werkzaamheden van de verschillende diensten van de organisatie. De informatie blijft niet binnen één dienst, maar wordt doorgespeeld tussen de verschillende diensten waardoor de puzzel vollediger wordt. Het operationeel overleg vergadert wekelijks op dinsdagnamiddag. Van beleidsondersteuningsteam (BOT)naar projectwerking Het beleidsondersteuningsteam is samengesteld uit medewerkers uit de verschillende diensten en kaders. Het team heeft tot taak om voortdurend te werken aan de uitbreiding van het draagvlak bij en de betrokkenheid van de medewerkers van het korps. Het BOT ondersteunt en adviseert de korpschef in het uitzetten van de bakens waarbinnen het politiekorps wenst te evolueren op middellange en lange termijn. Het tekent met andere woorden mee het raamkader uit, bepaalt prioriteiten, evalueert de werking en doet voorstellen om bij te sturen. Gedurende de haalbaarheidsstudie van de fusie werden de bijeenkomsten van het beleidsondersteuningsteam (BOT) tijdelijk stil gelegd. In het managementteam werd beslist meer te evolueren in de richting van projectwerking. Concreet houdt dit in dat per aan te pakken item enkele medewerkers worden verzameld om hun medewerking hieraan te verlenen. Dit gebeurt enerzijds op basis van hun functie (diensthoofd, inhoudelijk verantwoordelijke,…) en anderzijds op basis van vrijwilligheid (interesse, specifieke kennis,…). Samen vormen zij de projectgroep die samenkomt om een concreet doel te bereiken.

Politiezone Dilbeek ZPP 2014-2017

Als de politie niet dient, dient zij tot niets!

35

OWO-overleg Het OWO-overleg wordt wekelijks georganiseerd. De vergadering gaat het operationeel overleg vooraf. Leden van de vergadering zijn de operationele wachtofficieren en de verantwoordelijke onthaal en noodhulp, die de vergadering voorzit en de verslaggeving verzorgt. Bedoeling van de vergadering is vooral om de dagelijkse werking op een eenzelfde manier aan te pakken. Werkoverleg Dagelijks om 11u komen de commissaris van week, de verantwoordelijke onthaal en noodhulp en de operationele wachtofficier samen. De gebeurtenissen van de laatste 24 uur worden overlopen en indien nodig worden bijkomende opdrachten gegeven, wordt verder onderzoek gesommeerd of wordt informatie doorgesluisd naar interne of externe diensten met het oog op opvolging. Hiervan wordt geen permanent verslag gemaakt. Operationele briefing Op dinsdag en vrijdag wordt om 14u een operationele briefing gegeven door de operationele wachtofficier. Alle operationele medewerkers die op dat moment aan het werk zijn worden daar verwacht. Vanuit het operationeel overleg en het werkoverleg en de dagelijkse opvolging binnen het LIK wordt bepaald wat er op de operationele briefing getoond wordt. Zo worden alle operationele medewerkers op de hoogte gehouden van de op te volgen fenomenen, de lopende dossiers,… Ook wordt op die manier meteen relevante informatie onderling uitgewisseld en worden concrete opdrachten uitgedeeld. Dienstvergaderingen Meerdere diensten organiseren interne vergaderingen om de werking op te volgen en af te stemmen tussen de collega’s en met andere diensten. Hierbij gaat het over de vergaderingen van de wijkwerking, interventie, recherche, jeugd en gezin, de verkeerscel en wapenbeheer. Algemene vergadering Vier keer per jaar wordt een algemene vergadering georganiseerd voor alle medewerkers van de organisatie. Doelstelling is om de medewerkers te informeren over de evolutie in de criminaliteits- en overlastfenomenen en in de verkeerssituatie op het grondgebied van de politiezone en over de opvolging van de actieplannen en verbeterprojecten. Ook wordt de concrete toepassing van nieuwe wetgeving belicht.



36

2.6 2.6.1

Beeld van de dienstverlening en de werking Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking15

MINIMALE WERKINGSNORMEN Wijkwerking Datum registratie 01-07-2013

Aantal inwoners

Aantal wijkinspecteurs volgens de norm

40 826

11

Reëel aantal wijkinspecteurs 15

Aantal politieposten 1

Capaciteit op jaarbasis 15 BK

NORM : 1 wijkinspecteur op 4 000 inwoners De norm werd behaald. In Dilbeek staat 1 wijkinspecteur in voor gemiddeld 2 700 inwoners.

De wijkwerking is een van de hoekstenen van de gemeenschapsgerichte politie. In dat opzicht neemt ze een belangrijke plaats in binnen de basispolitiezorg. Met de nieuwe politionele aanpak tracht men meer te bereiken dan alleen maar het uitvoeren van de administratieve taken die doorgaans aan de wijkinspecteurs worden toegekend. In 2006 werd de wijkwerking gereorganiseerd. De politiezone werd uitgebreid van 9 naar 14 wijken, met telkens één wijkinspecteur. Deze keuze werd gemaakt om enerzijds ‘meer blauw op straat’ te voorzien, en anderzijds de verzuiling van de diensten en de geïsoleerde positie van de wijkinspecteur tegen te gaan. De wijkinspecteurs worden eveneens ingezet voor de verhoordienst en voor de onthaalfunctie tijdens de weekends en feestdagen. Zo blijven de wijkinspecteurs meer verbonden en betrokken bij de ganse organisatie. In principe werkt de wijkinspecteur 4/5 van zijn/haar tijd rond wijkwerking. Gemiddeld 1/5 van de tijd gaat naar de verhoor- of onthaaldienst. De wijkinspecteurs worden eveneens ingezet in het raam van de lokale ordehandhaving, meer bepaald bij wijkgebonden evenementen (markten, kermissen, wijkfeesten, e.d.). De wijkcoördinator heeft een coördinerende taak binnen de wijkwerking. Elk organisatorisch of structureel probleem wordt door de wijkinspecteurs ter kennis gebracht van de wijkcoördinator. Indien de wijkinspecteurs nuttige informatie hebben voor andere diensten van de politiezone wordt deze via de wijkcoördinator doorgegeven aan de betrokken dienst.

15

Voor een uitgebreide beschrijving van de organisatie van de dienstverlening aan de bevolking verwijzen we naar het jaarverslag van 2012 en onze website www.lokalepolitie.be/dilbeek.



37

Momenteel maken ook drie agenten deel uit van de wijkwerking. Zij nemen onder meer taken op zich in verband met ordehandhaving bij lokale evenementen en vooral verkeershandhaving. Onthaal Datum registratie

01-07-2013

Aantal gemeenten in de zone

1

Aantal politieposten

1

Aantal uren daadwerkelijk fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt Weekdagen Weekend / feestdagen 15

15

Capaciteit op jaarbasis

3 Niv C + medewerkers wijkwerking

NORM : per dag 12 uur fysiek onthaal in het centrale onthaalpunt + contacteerbaar d.m.v. technische infrastructurele maatregelen De norm werd behaald. Per dag wordt er 15 uur fysiek onthaal voorzien.

Het onthaal in de politiezone is georganiseerd in een centraal onthaalpunt in het operationeel centrum van de politiezone en is dagelijks geopend van 07u00 tot 22u00. Gedurende de tijdstippen dat de permanentie van het onthaal niet verzekerd is, worden telefonische oproepen automatisch doorgeschakeld naar het Communicatie- en InformatieCentrum (C.I.C.) te Leuven. Via een externe muurtelefoon aan het operationeel centrum kan men rechtstreeks telefonisch contact opnemen met de dispatching van het C.I.C. te Leuven. Deze dispatching stuurt radiofonisch de lokale interventieploegen. Het onthaal in het operationeel centrum wordt op weekdagen verzekerd door 3 medewerkers van het administratief kader die tevens instaan voor de dispatching van de diverse ploegen en diensten op het terrein, voor zover deze niet aangestuurd worden door de dispatching van het C.I.C.. Tijdens het weekend wordt het onthaal verzekerd door de wijkinspecteurs.



38

Interventie en algemeen toezicht Datum registratie 01-07-2013

Aantal interventieploegen

Aantal piekploegen

Aantal

Voorziene uurvorken

Aantal

Voorziene uurvorken

1

07-15 14-22 21-07

1

07-15 14-22 21-07 (enkel vrijdag- en zaterdagnacht)

Capaciteit op jaarbasis 31 BK

NORM : 1 continuploeg + 1 piekploeg 84 uur/week De norm werd behaald.

De interventiedienst wordt volgens fase 1 in van de kaderuitbreiding waargenomen door 34 inspecteurs en 7 hoofdinspecteurs (waarvan 4 voltijds en 3 deeltijds). Op 1 juli 2013 waren hiervan 31 inspecteurs en 5 hoofdinspecteurs beschikbaar. De hoofdinspecteurs vervullen volgens een beurtrol de taak van operationeel wachtofficier (owo). Vanaf 1 januari 2013 werd door een structureel tekort aan owo’s de shift aangepast naar 11u00 – 21u00 tijdens de week, waarbij tijdens de ochtend ook een bijkomende permanentie wordt waargenomen door een op dat moment aangestelde owo (hoofdinspecteur uit interventie of andere dienst) van 6u45 tot 11u. Tijdens het weekend blijft wel de vroege en late shift behouden van 6u45 – 14u30 en 13u45 – 22u00. ’s Nachts is er steeds een owo bereikbaar en oproepbaar. Een commissaris werd aangesteld als verantwoordelijke onthaal en noodhulp en coördineert vanuit die functie de diensten interventie en onthaal. Hij dient het interventiegebeuren op te volgen en resultaatgericht te sturen. De hoofdinspecteurs die deeltijds de functie van operationeel wachtofficier uitoefenen, hebben als hoofdtaak het leiden van een dienst of het invullen van een bepaalde specialisatie (wijkcoördinator, operationeel verantwoordelijke verkeer, verantwoordelijke wapens en geweldsbeheersing). Tijdens de shiften 07u00 – 15u00 en 14u00 – 22u00 zijn er steeds twee interventieploegen op het terrein. Tijdens de nachten van zondag tot en met donderdag is één interventieploeg aanwezig; vrijdag- en zaterdagnacht is een tweede interventieploeg aan het werk. De 1ste ploeg staat louter in voor de afhandeling van de oproepen. De 2de ploeg (piekploeg) verleent bijstand aan de 1ste ploeg indien nodig. De piekploeg vervult allerlei andere taken (afwezigheidstoezicht, gerichte patrouilles, bijstand deurwaarders, e.d.). Sinds november 2008 werd de nood aangevoeld om een aantal diensten met één uur te laten overlappen (07u00 – 15u00, 14u00 – 22u00 en 21u00 – 07u00). Dergelijke werkwijze heeft als voordeel dat men tijd krijgt om te debriefen, om informatie te laten doorstromen naar de volgende ploegen, om de administratieve verwerking van de tussenkomsten te verrichten en om het materiaal over te dragen aan de opkomende ploegen. De interventiedienst staat in voor de politionele hulpverlening binnen een bepaalde termijn op eigen initiatief of op vraag van de bevolking, waarvoor een politionele interventie vereist is of verlangd wordt.



39

Met het oog op een optimale aanwending van de capaciteit van de interventiedienst kunnen buiten de eigenlijke interventietaken andere taken worden uitgevoerd die voortspruiten uit de basispolitiezorg en die moeten kunnen worden onderbroken ten voordele van dringende interventies. In deze context kunnen de interventieploegen o.a. volgende taken uitvoeren: • georiënteerd toezicht (in het raam van de uitvoering van de lokale veiligheidspolitiek of specifieke punctuele problemen); • opdrachten met een federaal karakter (toezicht op plaatsen waar waardefondsen worden ondergebracht of opgehaald); • bepaalde controles op initiatief of voorgeschreven (wegcontroles, te bewaken plaatsen, …); • beperkte onderzoeksverrichtingen (uitvoering kantschriften, verhoren in het raam van lopende onderzoeken, …). Politionele slachtofferbejegening Datum registratie

Gespecialiseerd medewerker beschikbaar (ja / neen)

01-07-2013

ja

Wijze waarop de permanente beschikbaarheid geregeld is (aan te kruisen) Intern de zone Samenwerkingsverband geregeld met andere PZ x


1 MK

NORM: 1 gespecialiseerd medewerker continu terugroepbaar (eventueel via samenwerkingsakkoord) De norm werd behaald.

De dienst ‘Jeugd en Gezin’ bestaat uit 1 gespecialiseerd hoofdinspecteur (specialisatie politieassistent), 1 hoofdinspecteur en 1 inspecteur (afgedeeld vanuit interventie). Het takenpakket van de dienst omvat: • jeugd en gezin: het geheel van de politieacties met betrekking tot de specifieke jeugdproblematiek of problemen van gelijk welke aard die zich in de beslotenheid van het gezin situeren; • slachtofferbejegening: coördinatie, sensibilisatie en ondersteuning van het politiepersoneel in het kader van hun opdracht als slachtofferbejegenaar, organisatie van een gestructureerde doorverwijzing van slachtoffers, aanknopen van contacten en het bewerkstelligen van een actieve samenwerking met hulpverlenende instanties. Elke politieambtenaar verleent – indien nodig – slachtofferbejegening conform artikel 46 van de wet op het politieambt. Voor de gespecialiseerde slachtofferbejegening, die noodzakelijk is bij ernstige vormen van slachtofferschap, wordt beroep gedaan op de gespecialiseerde hoofdinspecteur met specialisatie politieassistent. Vanaf 2005 is een interzonale beurtrol in voege, waarbij 7 medewerkers van de politiezone (die een extra opleiding genoten) worden ingeschakeld.



40

Lokale opsporing en lokaal onderzoek Datum registratie

Globaal effectief zone

Effectief operationeel kader

01-07-2013

92

73

Organisatievorm Lokale recherchedienst Polyvalente of (met vaste « flexibele » medewerkers) opsporings- en onderzoekscapaciteit Aantal FTE Aantal FTE of uren 6 -


2 MK en 4 BK NORM : 10% van het operationeel effectief voor zones met globaal effectief = 230; 7% van het operationeel effectief met een minimum van één ploeg (2 medewerkers) voor de weekdagen, voor de andere PZ De norm werd behaald. Op 01-07-2013 waren 73 operationele medewerkers actief binnen onze zone . 7% hiervan is 5,11 FTE.

De lokale recherche bestaat uit 6 medewerkers: 2 rechercheurs met de bevoegdheid van officier van gerechtelijke politie en 4 rechercheurs met de bevoegdheid van agent van gerechtelijke politie. De medewerkers van de lokale recherche nemen volgens een beurtrol de bereikbare en terugroepbare wacht van de lokale recherche waar. Deze wacht loopt van vrijdag 07u00 tot vrijdag 07u00. Het takenpakket van de lokale recherche omvat o.a.: • het uitvoeren van gerechtelijke opsporingen en onderzoeken naar feiten die volgens de richtlijnen van het college van procureurs-generaal en het parket aan de lokale politie worden toegewezen; • het inwinnen van alle politioneel relevante informatie.



41

Handhaving van de openbare orde Permanentie OBP en OGP

OBP

Ja

Interzonale samenwerking

Neen

OGP

Ja

Interzonale samenwerking

Neen

Datum registratie 01-07-2013 Verantwoordelijke openbare ordehandhaving: 1 MK (deeltijds) NORM : 1 OBP permanent bereikbaar en terugroepbaar De norm werd behaald.

‘Ordediensten’ dienen onderscheiden te worden in: • de lokale ordediensten: de maatregelen die de handhaving van de openbare orde op lokaal niveau trachten te waarborgen worden uitgevoerd door het lokaal politiekorps. Het gaat niet louter over de ordehandhaving ter gelegenheid van grotere evenementen maar ook over alle andere eenmalige of regelmatig terugkerende gebeurtenissen die op lokaal vlak de openbare orde kunnen verstoren en waarvan het goed verloop een politieaanwezigheid vereist. • de federale ordediensten: in geval van ramp, onheil, schadegeval, oproer, kwaadwillige samenscholingen of ernstige en nakende bedreigingen van de openbare orde, kan de minister van Binnenlandse Zaken de lokale politie opvorderen teneinde de openbare orde te handhaven of te herstellen in een andere zone. De lokale politie moet alle vorderingen uitvoeren tot beloop van een gedeelte van haar jaarcapaciteit dat niet lager mag zijn dan 10% en niet hoger dan 20% van de capaciteit van het minimaal effectief van het personeel van het operationeel kader (i.c. 90). De federale ordediensten maken deel uit van de federale opdrachten. In normale situaties wordt de handhaving van de openbare orde op het niveau van de politiezone uitgevoerd. De capaciteit voor deze diensten wordt in hoofdzaak geleverd door medewerkers van de interventiedienst, aangevuld met medewerkers van de wijkdienst en de lokale recherche. Voor zover de eigen middelen in personeel en/of materieel niet volstaan, kan operationele steun van de federale politie gevraagd worden.



42

Verkeer Inhoud  Informatieverantwoordelijke verkeer  Operationeel verantwoordelijke verkeer  Verkeerspolitie  Verkeersanalyse  Verkeersadministratie NORM: 8% van de totale werkcapaciteit Behalen norm: zie hieronder * Datum registratie: 01-07-2013

    

Capaciteit 1 OK 1 MK Medewerkers interventie en wijkwerking en 3 AK 1 Niv B 2 Niv C

De functie verkeer behelst het geheel van politiële initiatieven, zowel van pro- als van reactieve aard, die als hoofddoel hebben op alle wegen een vlot en veilig verkeer te garanderen, uitgezonderd op de autosnelwegen of andere verkeersassen die aan de federale politie werden toegewezen. Voor deze verkeersopdrachten (ingebed in de gewone dienst of opgezet als veiligheidsproject) worden uiteraard alle leden van de operationele diensten betrokken. Het takenpakket van de dienst verkeer & openbare orde omvat meer bepaald: • ondersteuning en vorming van het operationeel personeel van de politiezone inzake verkeer; • opstellen en opvolgen van actieplannen; • organiseren en opvolgen van verkeersacties; • opstellen van operatieorders in het raam van ordediensten; • bijhouden en verwerken van statistieken inzake verkeer en openbare orde; • verlenen van adviezen inzake verkeersproblemen, permanente en tijdelijke verkeersmaatregelen e.d. * Aangezien we geen aparte verkeersdienst hebben, maar deze taken onder meer verspreid worden over de medewerkers van de wijkwerking en interventie is het moeilijk om een netto-capaciteit te berekenen voor functionaliteit. Zo worden ook medewerkers uit verschillende diensten ingeschakeld bij het uitvoeren van de verkeersacties. Om toch enigszins aan te tonen dat we de verkeerstaak zeker ter harte nemen, geven we enkele cijfergegevens. In 2012 werden 20 875 aanvankelijke pv’s verkeer opgesteld en 3 537 navolgende pv’s verkeer. In de top 10 van de klachten en aangiften van 2012 stonden verkeersongevallen met stoffelijke schade op de eerste plaats (267 feiten). Ook in de top 10 interventies van 2012 werd de eerste plaats ingevuld door interventies voor een verkeersongeval (455 interventies). In de voorgaande jaren staan verkeersongevallen steevast in de top 3 van zowel klachten en aangiften als interventies. Wij reiken jaarlijks ook zo’n 500 adviezen inzake verkeer uit en nemen deel aan de maandelijkse vergadering van de verkeerscommissie van de gemeente.



43

ANDERE OPERATIONELE DIENSTEN

Jeugd en gezin16 Inhoud Jeugd- en gezinsproblematiek: informatieverstrekking, gerechtelijke opdrachten en doorverwijzing Datum registratie: 01-07-2013 

  

Capaciteit 1 MK politieassistent 1 MK 1 BK

Lokaal informatiekruispunt Inhoud  Autonoom politioneel onderzoek  Functioneel systeembeheer  Operationeel secretariaat  Wapenbeheer Datum registratie: 01-07-2013

Capaciteit    

1 MK 1 MK, 1 BK en 1 Niv C 3 Niv C 1 Niv C

Het lokaal informatiekruispunt (L.I.K.) werd opgericht in 2005 om het informatiebeheer in de zone te optimaliseren. Het L.I.K. staat onder leiding van de verantwoordelijke informatiebeheer en omvat de volgende diensten: Functioneel beheer 1 hoofdinspecteur, 1 inspecteur en 1 administratieve medewerker voeren de taak uit van functioneel beheerder. Deze taak omvat de controle van de koppelingen in ISLP en de vattingen in ANG. Hun taak bestaat verder uit het bijwerken en onderhouden van toepassingen en werkwijzen binnen ISLP, het

16

Voor bijkomende uitleg: zie hierboven bij politionele slachtofferbejegening.



44

verzorgen van opleidingen ISLP en andere informaticatoepassingen intern de zone, inbrengen en onderhouden van documenten zowel binnen als buiten ISLP, e.d. Autonoom Politioneel Onderzoek (APO) 1 hoofdinspecteur staat in voor de opvolging van de dossiers APO en VPR en hij schrijft zowel intern als extern kantschriften uit ter vervollediging van gerechtelijke dossiers. Operationeel secretariaat Het operationeel secretariaat wordt verzekerd door 3 administratieve medewerkers. Zij hebben volgende taken: • verwerken in- en uitgaande briefwisseling; • verwerking van de gerechtelijke stukken, verzending processen-verbaal, kantschriften, …; • archivering van de processen-verbaal; • ondersteuning van de diensten functioneel beheer en autonoom politioneel onderzoek. Het operationeel secretariaat wordt uitgebreid met 1 administratief medewerker verantwoordelijk voor de wapenadministratie.

ONDERSTEUNENDE DIENSTEN

Personeel en logistiek Inhoud  Administratieve steun  Verantwoordelijke personeel en logistiek  Technisch systeembeheer Datum registratie: 01-07-2013

Capaciteit   

2 Niv B, 2 Niv C en 1 Niv D 1 Niv A 1 Niv B

De dienst personeel en logistiek bestaat uit 1 adviseur, 3 consulenten en 2 administratieve medewerkers en 1 arbeider. Buiten het kader zijn ook 3 contractuelen (gesco’s) niveau D tewerkgesteld als poetspersoneel.



45

Het takenpakket van deze dienst heeft betrekking op volgende aspecten: Personeel • selectie op lokaal niveau in het raam van de vacatures; • beheer van het personeel; • opvolging van de evaluatieprocedure; • voortgezette opleiding op lokaal niveau; • personeelsadministratie (bijhouden van individuele dossiers); • planning van de diensten. Logistiek • beheer van materieel, uitrustingen, voertuigen, verbruiksproducten, …; • technische opvolging, onderhoud; • beheer en onderhoud van de infrastructuur; • behoefteprogramma en budgettaire planning; • budgettaire opvolging – financieel beheer. Technisch systeembeheer 1 consulent (informaticus) staat in voor het technisch systeembeheer. Deze systeembeheerder staat in voor het beheer en de administratie van de lokale operationele telematica-infrastructuur. Hij staat in voor het onderhoud van deze infrastructuur, verzekert de technische bijstand en de opleiding van de gebruikers. Leiding en beheer Inhoud  Algemene leiding van het korps  Beleidsmedewerker  Directiesecretaris  Intern toezicht en kwaliteitszorg  Procesverantwoordelijk navolgend onderzoek  Procesverantwoordelijke onthaal en noodhulp  Procesverantwoordelijke toezien en handhaven Datum registratie: 01-07-2013


Capaciteit       

1 OK 1 Niv A 1 OK 1 OK 1 OK (ook intern toezicht) 1 OK 1 OK


46

De leiding, de organisatie en de verdeling van de taken binnen de politiezone en de uitvoering van het beheer van de organisatie berusten bij de korpschef. De korpschef wordt bijgestaan door de beleidsmedewerker, de directiesecretaris, de procesverantwoordelijken voor toezien en handhaven, onthaal en noodhulp en navolgend onderzoeken, de officier intern toezicht en kwaliteitszorg en de verantwoordelijke personeel en logistiek. Zij vormen samen het managementteam. Het takenpakket van de korpsleiding heeft onder andere betrekking op volgende aspecten: • organisatie en werking van het korps; • onderzoek en ontwikkeling; • voorbereiding en uitvoering van het zonaal politieplan; • middelenbeleid; • 'human resource'-beleid; • budgettair beleid; • informatiebeheer; • kwaliteitszorg; • intern toezicht; • relatie met de overheden; • interne en externe communicatie; • syndicale betrekkingen. De dienst intern toezicht / kwaliteitszorg wordt waargenomen door een commissaris.



47

OPDRACHTEN EN TAKEN VAN FEDERALE AARD

Richtlijn MFO - 1 Openbare orde in hoven en rechtbanken Overbrenging van gevangenen

MFO – 2 en MFO – 2 bis HYCAP

MFO - 3 Politioneel informatiebeheer

MFO - 4 Private veiligheid Richtlijn ministerie van Justitie van 20-02-2002 m.b.t. de taakverdeling, samenwerking, coördinatie en integratie tussen lokale en federale 17 18

Opmerkingen Er zijn geen hoven en rechtbanken op het grondgebied van de politiezone. De zone vervult haar rol in de uithaling van gevangenen wanneer deze in het kader van bepaalde gebeurtenissen tijdelijk de gevangenis mogen verlaten (bvb. begrafenis familielid op grondgebied politiezone). Voor het jaar 2012 waren er voor onze politiezone 23 aantal beurten ‘dienst justitiepaleis’ te Brussel gepland en uitgevoerd. 3 MK en 16 BK van de politiezone zijn, conform de bepalingen van de MFO-2 en MFO-2 bis, opgeleid en uitgerust voor openbare ordehandhaving (Full Protection). Voor onze politiezone betekent dit volgens de MFO-2 van 9 april 2013: 7% of een totaal van 71 effectieven, in het bijzonder 0 OK/1 MK/4 BK en een maximum van 1943 prestatie-eenheden voor het jaar 2013. Naar aanleiding van de MFO-3 werd een procedure uitgewerkt voor het beheer van de politionele informatie. Deze behelst onder meer het opstellen van RIR’s17, RAR’s18,... Er werden afspraken gemaakt met het AIK m.b.t. de informatiedoorstroming in de twee richtingen. Er werd ook een verantwoordelijke informatiebeheer aangesteld. In onze politiezone is dergelijke richtlijn opgesteld sinds jaar 2005 welke regelmatig wordt geupdated. Tevens is er sinds jaar 2005 een lokaal informatiekruispunt (LIK) werkzaam teneinde het politioneel informatie-beheer van onze zone te optimaliseren. Wanneer de politiezone de vraag krijgt om beëdigde ambtenaren te begeleiden, toezicht te houden op stopplaatsen van geldtransporten of een andere opdracht van de MFO-4 te vervullen, worden deze opdrachten via het dienstbulletin toegewezen aan de piekploeg. De politiezone betaalt jaarlijks een afgesproken bedrag voor de drie medewerkers die via andere politiezones tewerkgesteld zijn bij het AIK. De politiezone neemt deel aan het bovenlokaal netwerk ‘verhoor minderjarigen’ van het bestuurlijk arrondissement Halle-Vilvoorde. Onze politiezone zelf

RIR = informatierapport. RAR = administratief rapport.



48

politie inzake opdrachten van gerechtelijke politie

MFO - 5 Beschermingsopdracht aan personen (politieke, religieuze, militaire, burgerlijke personaliteiten en bedreigde personen) en aan instellingen (diplomatieke, politieke en religieuze instellingen en vitale en kritieke instanties en gebouwen) MFO – 6 Werking en organisatie AIK Omzendbrief veiligheid bij spoorwegen


beschikt over tweenetwerkers verhoor minderjarigen. Voor onze politiezone in het jaar 2012: - bedroeg het effectief lokale recherche 7 FTE - werden er 9 227 mensuren lokale recherche en 11 540 mensuren aan APO gepresteerd De interventieploegen en eventueel de lokale recherche worden ingeschakeld in het kader van beschermingsopdrachten voor personen en instellingen. Deze opdrachten worden door de CSD Asse bezorgd aan de politiezones. Onze politiezone telt geen personen of instellingen waarvoor een ‘beschermingsdossier’ bestaat.

Zie opmerkingen bij MFO-3. Onze politiezones telt 4 opgeleide functionele beheerders. Op het grondgebied van de politiezone zijn er drie kleine stations, waar geen sprake is van enige overlast. Er dienen bijgevolg geen specifieke maatregelen genomen te worden. Er zijn geen stations waar een SPC-post gevestigd is.


49

BIJDRAGE AAN HET NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN

Basisprincipes en concepten voor de werking van de politiediensten Basisprincipes en concepten voor de werking van de politiediensten uit het NVP 2008-2011 Kwaliteitsvolle dienstverlening

Integriteit Geïntegreerde werking en steun Beschikbaarheid en inzetbaarheid


Wat mee gedaan in onze zone?

De haalbaarheidsstudie van de fusie was erop gericht om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen door de capaciteit van de vier zones bij elkaar te voegen. Doordat de PZ Dilbeek niet meer deelneemt aan de onderhandelingen, richten we ons terug meer op het verbeteren van onze eigen dienstverlening met de bestaande middelen. Onder meer via kleine discussiegroepen werden de medewerkers meerdere malen geconfronteerd met morele dillema’s om hen aan het denken te zetten. In de mate van het mogelijke nemen wij deel aan ontradende acties in samenwerking met de federale en de lokale politie. De voornaamste reden om deel te nemen aan de haalbaarheidsstudie van de fusie was het permanent beschikbaar kunnen stellen van een wachtofficier op het terrein. Momenteel kan onze zone dit niet verzekeren, meer nog, door het personeelstekort dienden wij begin 2013 de wachtrol van de hoofdinspecteurs interventie aan te passen naar een dagshift tijdens de week, met bijkomende inzet vanuit andere diensten om tijdens de overblijvende uren de wacht te verzekeren. De in 2008 goedgekeurde kaderuitbreiding kon al gedeeltelijk ingevuld worden. Momenteel werden alle functies van fase 1 opengesteld. In het kader van het koninklijk besluit van 14 april 2013 en het ministerieel besluit van 16 april 2013 drukte de gemeenteraad in juni 2013 de wens uit een beroep te doen op de ‘onmiddellijke werving’ en dit ten belope van twee betrekkingen voor inspecteur interventie.


50

Informatiehuishouding

Investeren in medewerkers

Wijkwerking: samenwerking tussen lokale politie en lokale leefgemeenschap

Onthaal (basispolitiezorg)

Politionele slachtofferbejegening Politionele opvolging van opgelegde voorwaarden


Sinds 2007 werkt onze zone met ‘IGPZ dossiers:’ dit zijn dossiers die een dienstoverschrijdende aanpak vragen en waarbij de verschillende stukjes informatie door de verschillende diensten aangebracht worden. Sinds 2009 organiseren wij tweemaal per week een digitale briefing. Daarvoor gebruiken we nu de tool Infocop. Dit werd uitgebreid met Infopop (om de medewerkers op het terrein aan te sturen) en Infodoc (om operationele info ter beschikking te stellen). In 2010 kon vastgesteld worden dat het stappenplan calogisering (waarbij administratieve taken zo veel mogelijk worden overgeheveld naar het administratief personeel) grotendeels succesvol werd uitgevoerd. Om onze medewerkers te waarderen, hebben wij de laatste jaren heel wat initiatieven genomen, zoals een jaarlijkse teambuilding, vrijblijvende uitstapjes, een jaarlijks bezoek van Sinterklaas,… Enkele medewerkers namen zelf het initiatief om een fotoclub op te richten, waarbij ze nuttige info uitwisselen en regelmatig een uitstap maken om foto’s te nemen. Wij investeren redelijk wat capaciteit in interne en externe opleidingen voor onze medewerkers. Hiervoor stelden wij een opleidingsplan op. Door de Gerechtelijke Administratieve Sancties (GAS) is de gemeente in staat om sneller kleine vormen van overlast aan te pakken. Sinds 2008 bestaat op dit vlak een goede samenwerking met de gemeente. De wijkinspecteurs zijn goed ingebed in de gemeente. Via verschillende kanalen, waaronder de website van de politie en de gemeente, worden de contactgegevens van de wijkinspecteurs verspreid. In het bestuursakkoord van de nieuwe bestuursploeg van de gemeente staat wijkwerking als één van de pijlers. Dit wordt beschouwd als het instrument bij uitstek om anonimiteit in een verstedelijkte context tegen te gaan. Ook inspraak en participatie worden belangrijke beleidsinstrumenten. In dit kader werkt de lokale politie mee aan de jaarlijkse ‘Dag van de Dilbekenaar’ waarbij onder meer de werking van de gemeente, het OCMW en de lokale politie worden voorgesteld aan de inwoners. Sinds eind 2012 maken we gebruik van een gedigitaliseerd systeem om al onze bezoekers te registreren. Tijdens de week wordt het onthaal bemand door administratieve medewerkers en tijdens het weekend door de wijkinspecteurs. Dagelijks kunnen klanten terecht aan het onthaal tussen 7u00 en 22u00, daarna worden telefonische oproepen (ook de muurtelefoon) doorgeschakeld naar het CIC Leuven. Via een interzonaal crisisnetwerk met de politiezone Pajottenland wordt een wachtrol verzekerd op dit ganse grondgebied. Binnen de PZ Dilbeek maken momenteel 7 medewerkers deel uit van dit crisisnetwerk. De nieuwe COL 11/2013 wordt momenteel geïmplementeerd in onze zone. De taakverdeling tussen de medewerkers van de wijkwerking, interventie en de recherche werd via werkinstructies duidelijk gemaakt.


51

Interventie en algemeen toezicht

Recherche en onderzoek

Ordehandhaving

Verkeersveiligheid

Partnerschap


Zoals hierboven vermeld, was de voornaamste reden om deel te nemen aan de haalbaarheidsstudie van de fusie het permanent beschikbaar kunnen stellen van een wachtofficier op het terrein. Momenteel kan onze zone dit niet verzekeren, meer nog, door het personeelstekort dienden wij begin 2013 de wachtrol van de hoofdinspecteurs interventie aan te passen naar een dagshift tijdens de week, met bijkomende inzet vanuit andere diensten om de overblijvende uren de wacht te verzekeren. In het kader van het actieplan diefstallen, worden regelmatig extra toezichtsploegen ingeschakeld in inbraakgevoelige wijken, op basis van analyse van de cijfergegevens. Om de verzuiling tegen te gaan, worden af en toe tijdens acties gemengde ploegen samengesteld tussen interventie en recherche. Ook worden via de digitale briefing de resultaten van de onderzoeken van de recherche meegedeeld. De hoofdinspecteurs van de recherche delen hun bureau met de hoofdinspecteurs interventie wanneer deze laatste geen permanentie op zich nemen. Voor het optimaliseren van de lokale ordehandhaving richtte de gemeente een evenementenloket op zodat alle aanvragen en bijhorende taken gecentraliseerd worden. Dit vergemakkelijkt ook onze werking voor wat betreft het afleveren van vergunningen, verkeershandhaving en inzet van personeel. Wat de HYCAP betreft, stellen wij 3 middenkaders en 16 basiskaders ter beschikking die over een volledige uitrusting beschikken. Momenteel hebben wij 3 agenten in dienst. Binnen de organisatie maken zij deel uit van de wijkwerking, maar zij worden hoofdzakelijk aangestuurd vanuit de operationeel verantwoordelijke verkeer. Naast algemeen verkeerstoezicht worden zij ook ingeschakeld tijdens evenementen en in het kader van het actieplan verkeer om de snelheidshandhaving te verzekeren. Op het vlak van verkeershandhaving en mobiliteit hebben wij een goede samenwerking met de gemeente onder de vorm van een verkeerscommissie die volgens noodzaak samenkomt. Regelmatig worden ook experten uitgenodigd. Vooral met de gemeente wordt op intensieve manier samengewerkt, onder meer op het vlak van de GASwetgeving, de verkeershandhaving en de uitbouw van een integraal veiligheidsbeleid. Met de omliggende politiezones werden meerdere interzonale samenwerkingsakkoorden afgesloten. In de loop van 2013 zullen deze vormen van samenwerking geëvalueerd worden en eventueel bijgestuurd, zeker nu het fusieverhaal voor de PZ Dilbeek een einde kent.


52

Innovatie

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Een performant financieel beheer


Wij proberen om nieuwe technologieën zoveel mogelijk te omarmen indien zij een meerwaarde kunnen bieden aan onze werking. Zo beschikken wij onder meer over een livescan, Orbit (verkeers- en criminaliteitsanalyse), ANPR (automatische nummerplaatherkenning), een automatische dienstplanning en tijdsregistratiesysteem, een Citrix-omgeving die de toegang mogelijk maakt tot internet en het gemeentelijk netwerk vanop een ISLP-werkstation. Ook stimuleren wij onze medewerkers zoveel mogelijk om nieuwe ideeën aan te brengen om de werking te verbeteren en betrekken wij hen bij het beleid onder de vorm van werkgroepen of projectgroepen. In 2010 kochten wij 2 hybride voertuigen aan voor administratieve verplaatsingen. Onze website en intranet zijn gebaseerd op de open-source-tool Joomla! Bij de verbouwingen aan het administratief centrum werd rekening gehouden met de isolatienormen. Ons commissariaat is vlot bereikbaar met het openbaar vervoer (bus, trein): zowel eigen medewerkers als klanten maken hier veelvuldig gebruik van. Sinds 2010 hebben wij al heel wat inspanningen geleverd om zo veel mogelijk te besparen op onze uitgaven: onze investeringen daalden maar liefst van € 214.000,00 in 2010 tot amper € 35.000,00 in 2012. Ook op het vlak van de gewone dienst hebben wij onze uitgaven geëvalueerd en waar mogelijk gerationaliseerd (verzekeringen, abonnementen,…). De gemeente schakelde over naar de nieuwe beleids- en beheerscyclus (BBC). Dit laat ons ook toe om onze inkomsten en uitgaven te plannen over een langere periode. In de loop van 2013 en 2014 zullen wij hier nog meer werk van maken.


53

Prioriteiten – veiligheid In het nationaal veiligheidsplan 2008-2011 stonden verschillende veiligheidsfenomenen opgesomd waarmee de lokale politie rekening diende te houden indien ze een probleem vormden op het grondgebied van de zone. Waar dit het geval was, werden de fenomenen opgenomen in een strategische of tactische doelstelling. Voor de evaluatie van deze doelstellingen verwijzen we naar hoofdstuk 3. De fenomenen waarrond geen specifieke doelstelling geformuleerd werd, werden opgenomen in de reguliere werking. Prioritaire veiligheidsfenomenen uit NVP 2008-2011 Verkeersveiligheid Ernstige geweldsmisdrijven Straatcriminaliteit Eigendomsdelicten Ernstige economische en financiële criminaliteit Drugproductie, -handel en drugrelateerde criminaliteit Ernstige informaticacriminaliteit Zware milieucriminaliteit Intrafamiliaal geweld/partnergeweld Terrorisme Mensenhandel en mensensmokkel Jongerencriminaliteit

Wat mee gedaan in onze zone? Strategische doelstelling Vormt geen probleem op ons grondgebied* Vormt geen probleem op ons grondgebied* Tactische doelstelling Vormt geen probleem op ons grondgebied* Vormt geen probleem op ons grondgebied* Vormt geen probleem op ons grondgebied* Vormt geen probleem op ons grondgebied* Tactische doelstelling Vormt geen probleem op ons grondgebied* Vormt geen probleem op ons grondgebied* Vormt geen probleem op ons grondgebied*

* Uit de scanning en analyse blijkt dat deze fenomenen zich in mindere mate voordoen op ons grondgebied. De federale politie vervult hierin haar rol en waar nodig nemen wij een informatieverstrekkende taak op. Indien in de toekomst zou blijken dat een fenomeen plots de kop opsteekt, zullen wij uiteraard gepast reageren (via projectwerking, reparatiepleisters,…).

Op het vlak van preventie werkt onze zone samen met de preventieambtenaar van de gemeente. Het diefstalpreventief advies, in het raam van het actieplan woninginbraken, wordt georganiseerd door de preventiedienst. Via de hercontactname met de slachtoffers van een inbraak (hercosi) door de wijkinspecteurs worden de kandidaten voor dit diefstalpreventief advies aangebracht door de lokale politie.



54

OPDRACHTEN EN TAKEN TEN VOORDELE VAN DERDEN

In onderstaande tabel worden de prestaties opgesomd die onze politiezone uitvoert ten voordele van derden. Het betreffen geen prestaties waarvoor we een vergoeding ontvangen. Derde Parket Geïntegreerde politie

Universiteiten, scholen,... Scholen Dilbeek Gemeente Dilbeek


Aard van de prestatie Beheer onderzoeken - APO-dossiers Lokale rekruteringsambtenaren Bijstand aan andere politiezones Deelname aan selectiecommissies in scholen Lesgeven in scholen Begeleiding stagiairs Verkeerslessen Rondleidingen in operationeel centrum Verkeerstellingen ten behoeve van de dienst mobiliteit Opmaak signalisatieplannen en deelname aan werfvergaderingen Bijstand aan de ICT-dienst


55

2.6.2

De interne werking

Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) 201019 In 2010 werd de vierde MTO uitgevoerd in onze politiezone. Sinds 2003 trachten wij om de twee jaar te peilen naar de tevredenheid van onze medewerkers over de interne werking van ons korps. De reden waarom in 2012 geen MTO werd afgenomen, kan gevonden worden in het feit dat wij dan volop bezig waren met de uitwerking van de haalbaarheidsstudie voor de fusie en dat in dit kader heel wat zonale en interzonale werkgroepen werden samengesteld die ook hun licht wierpen op de werking van de lokale politiezones. 75% van de medewerkers nam op vrijwillige basis deel aan de enquête. Voor de verwerking van de formulieren kon onze zone, net als de voorgaande keren, een beroep doen op de coördinatie- en steundienst van de federale politie (CSD) te Asse. De resultaten:

Interne communicatie Korpsleiding Leiding geven Werking dienst Werkomgeving Logistieke steun Administratieve steun Procedures HRM Motivatie Nut van bevraging

2003 6,3 6,2

2005 5,7 5,3

6,8 7,3 7,6 7,6 6,7 6,5 7,9 6,9 6,9 6,4

TOTALE SCORE Gemiddelde van de participerende politiezones

6,5 6,8 7,5 7,8 6,0 6,3 6,9 6,7

2008 6,3 5,9 6,8 6,8 6,9 7,3 7,6 6,4 6,6 7,3 5,8

2010 5,9 5,7 6,8 6,5 7,2 7,3 7,5 6,3 6,5 6,6 6,0

6,5 6,7

6,7 6,7

6,6 6,8

De scores zijn vergelijkbaar met de voorgaande jaren, wat tegelijk ook de relativiteit van de bevraging bewijst. Wij stellen het zeer op prijs dat de medewerkers in grote getale hebben meegewerkt aan deze enquête, maar vragen ons af of dit soort bevragingen de beste gegevens oplevert. Tijdens de

19

Dit instrument, het medewerkerstevredenheidsonderzoek, zal in de loop van 2013-2014 geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd worden.



56

zonale werkgroepen konden de medewerkers via een sterkte-zwakte-analyse de werking van het korps doorlichten. Misschien moeten we overwegen om in de toekomst meer naar zulke bronnen te evolueren. De resultaten van het MTO 2010 werden teruggekoppeld tijdens meerdere dienstvergaderingen, waaronder interventie, wijkwerking, LIK en personeel en logistiek. Het beleidsondersteuningsteam gaf het advies dat deze manier van terugkoppelen beter en efficiënter is dan een globale terugkoppeling tijdens een algemene vergadering of op een schriftelijke manier. Sterke-zwakte-analyse managementteam en beleidsondersteuningsteam Eind 2010 hebben we een sterkte-zwakte-analyse uitgevoerd in zowel het MT als het BOT, ter voorbereiding en verfijning van de tactische doelstellingen 2011-2012. Tijdens een vergadering van het MT werden de verbeterpunten ingebracht in het EFQM-managementmodel, waarna ze geclusterd konden worden. Er werden geen nieuwe tactische doelstellingen geformuleerd, wel een verfijning van de bestaande doelstellingen op operationeel niveau. Waar mogelijk, werd kort op de bal gespeeld om kleine verbeterpunten meteen aan te pakken. Sterke-zwakte-analyse zonale werkgroepen Voor het kunnen beantwoorden van de eerste deelonderzoeksvraag van de haalbaarheidsstudie, namelijk: ‘Binnen welke domeinen kan een fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw de interne werking verbeteren, met een betere basispolitiezorg als resultaat?’ werden per politiezone een twaalftal werkgroepen samengesteld. Hierbij ging het om wijkwerking, interventie, onthaal-klachten-kantschriften, jeugd en gezin en slachtofferbejegening, lokale recherche, verkeer, openbare orde, operationeel informatiebeheer , administratief secretariaat en niet-operationeel informatiebeheer, management van middelen en management van medewerkers. De medewerkers konden zich kandidaat stellen voor maximaal twee werkgroepen. De procesbegeleiding werd waargenomen door een adviseur of commissaris van de respectievelijke zones. De bedoeling was het in kaart brengen van de sterke en te verbeteren punten binnen de eigen organisatie met betrekking tot het betreffende thema. Dit leverde heel wat bruikbare informatie20 op, niet alleen voor het vervolledigen van de haalbaarheidsstudie, maar daarna des te meer voor het bepalen van de doelstellingen op het vlak van interne werking in het kader van dit beleidsplan. Bij het verfijnen van de strategische doelstellingen tot op tactisch en operationeel niveau zullen de resultaten van de zonale werkgroepen zeker nog gehanteerd worden. Ook hier werd waar mogelijk al kort op de bal gespeeld om kleine verbeterpunten meteen aan te pakken.

20

De resultaten van de zonale werkgroepen kunnen op vraag bekomen worden bij de korpsleiding.



57

MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS

Het medewerkersbeleid Tijdens de beleidsperiode 2009-2013 werden er evaluatiefiches opgesteld voor de operationele medewerkers zodat de evaluatie op een meer gestandaardiseerde manier kan verlopen en de evaluator op eenzelfde wijze te werk gaat bij de plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken. Fase 1 van de in 2008 goedgekeurde kaderuitbreiding werd geïmplementeerd. Hierdoor konden 8 plaatsen voor operationele medewerkers en 2 plaatsen voor administratieve medewerkers opengezet worden. Momenteel konden 6 plaatsen nog niet worden ingevuld (4 hoofdinspecteurs en 2 inspecteurs). De tweede fase van de kaderuitbreiding werd voor onbepaalde duur uitgesteld wegens budgettaire redenen. Er werd een planning opgesteld van het verwachte personeelsverloop in de toekomst, voor zover dit gedetailleerd voorspeld kan worden. Op de nakende pensioenaanvragen worden zo veel mogelijk geanticipeerd, zodat tijdig voor vervanging gezorgd kan worden. In het kader van de opstart van de elektronische personeelsdatabank voor overheidspersoneel (Capelo) werden alle historische loopbaan- en weddegegevens van het personeel in deze databank ingegeven. Per referentieperiode (tweemaandelijks) wordt een rapportering bijgehouden van de prestaties van alle medewerkers (overuren, weekenduren, ziektedagen, baaldagen, opleiding,…). Hierdoor kunnen sneller afwijkingen gedetecteerd worden en kan het diensthoofd op de hoogte worden gesteld en gepast reageren. Het investeren in medewerkers Er werd een opleidingsplan uitgewerkt waarbij tijdens het planningsgesprek een inventaris wordt gemaakt van de te volgen opleidingen gedurende de volgende evaluatieperiode. Daarbij kunnen zowel de medewerker als de evaluator opleidingen voorstellen. Ook tijdens de evaluatieperiode kunnen bijkomende opleidingen gevolgd worden indien deze passen binnen de functie-inhoud. Wanneer wij collectieve opleidingsnoden detecteren bij meerdere medewerkers, organiseren wij een gezamenlijke interne opleiding (drugs in het verkeer, koppelingen pv,…). Het onthaalbeleid werd nog meer verfijnd, onder meer door het aanduiden van een peter/meter, een inloopstage in de verschillende diensten, een onthaalpakket,… Jaarlijks vangen wij meerdere stagiairs op, zowel van binnen als van buiten de politie. Wij trachten hen zo goed mogelijk te begeleiden in hun leertraject en te laten kennismaken met alle aspecten van de lokale politie.



58

Respect en waardering voor de medewerkers Om de informele contacten en de positieve werksfeer te bevorderen, organiseren wij sinds 2008 elk jaar een teambuilding. Dit wordt erg gewaardeerd door de medewerkers. Ook organiseerde het beleidsondersteuningsteam meerdere vrijblijvende uitstapjes, zoals een begeleide wandeling in de Marollen en een Spookwandeling in Antwerpen. Uit eigen initiatief van een tiental medewerkers is een fotoclub ontstaan die ook gezamenlijke uitstappen doet en elkaar informeert en ondersteunt bij het nemen van foto’s. Vanuit het beleid wordt af en toe gevraagd om enkele mooie foto’s te maken voor de website, het jaarverslag,… Tijdens het uitwerken van de haalbaarheidsstudie van de fusie namen heel wat medewerkers deel aan de zonale en bovenzonale werkgroepen. Hun bijdrage werd hard gewaardeerd. Ook al kent dit fusieverhaal nu een einde voor de politiezone Dilbeek, dit betekent allerminst dat de resultaten van deze werkgroepen verloren zullen gaan. Zo werden ze, zoals hierboven uitgelegd, onder meer als bron gehanteerd voor het bepalen van de interne strategische doelstellingen 2014-2017. Wij hebben ervoor gekozen om ons beleidsondersteuningsteam (BOT) om te vormen tot projectgroepen. Tijdens het uitvoeren van de haalbaarheidsstudie werden wegens tijdsgebrek en gedeeltelijke overlapping met de zonale en bovenzonale werkgroepen geen vergaderingen van het BOT georganiseerd. In 2013 werd in het managementteam beslist om voluit te kiezen voor projectgroepen, om op die manier de juiste mensen rond de tafel te brengen en de betrokkenheid te verhogen ten aanzien van de doelstellingen. Per aan te pakken item zullen enkele medewerkers verzameld worden om hun medewerking hieraan te verlenen. Dit gebeurt enerzijds op basis van hun functie (diensthoofd, inhoudelijk verantwoordelijke,…) en anderzijds op basis van vrijwilligheid (interesse, specifieke kennis,…). Samen vormen zij de projectgroep die samenkomt om een concreet doel te bereiken. De projectgroep komt het aantal keren samen dat nodig is om het doel te bereiken en kan begeleid worden door een procesbegeleider. Onder meer de tactische doelstellingen op het vlak van interne werking zullen zo veel mogelijk binnen projectgroepen uitgewerkt worden.



59

MANAGEMENT VAN MIDDELEN

Financieel beleid Tijdens de vorige beleidsperiode is het ons niet gelukt om een volledig financieel meerjarenplan uit te tekenen. Deze doelstelling hebben wij dus opnieuw meegenomen naar de volgende beleidsperiode. Dit wil echter niet zeggen dat er nog niets gebeurde op dit vlak. Aangezien de gemeente steeds meer besparingen oplegde, dienden wij een planning op te stellen van de noodzakelijke uitgaven bij het opstellen van de begroting en te bepalen of sommige uitgaven naar een volgend dienstjaar konden worden opgeschoven. Voor het opstellen van haar meerjarenplanning 2014-2019 vroeg de gemeente om onze investeringen voor deze periode kenbaar te maken zodat deze ingepland kunnen worden. Dit was voor ons geen evidente opgave, aangezien de beleidsperiode van de gemeente niet gelijk loopt met de onze. De nieuwe bestuursploeg van de gemeente kiest ervoor om te blijven inzetten in veiligheid. Toch zullen we blijvende inspanningen moeten leveren om onze uitgaven zo veel mogelijk te beperken. Dit is geen gemakkelijke opdracht aangezien de meeste van onze uitgaven (80%) voor de wedden van onze medewerkers bestemd zijn. Er werd ook werk gemaakt van een inventaris van alle huidige onderhoudscontracten en overheidsopdrachten om in kaart te brengen wanneer een opdracht moet vernieuwd worden of het onderhoud niet meer moet worden gebudgetteerd. Deze inventaris zal nu verder geïmplementeerd worden in de meerjarenplanning 2014-2019 die voor de gemeente werd opgesteld, om zo tot een totaal financieel plaatje te komen voor de komende jaren. Kennis en technologie Op het vlak van technologische middelen werd de automatische dienstplanning geïmplementeerd. Ze kon nog niet gekoppeld worden aan het tijdsregistratiesysteem omdat beide systemen niet compatibel zijn. Er werden heel wat middelen aangekocht die noodzakelijk zijn voor de goede werking van ons korps, zoals een live-scan, ANPR-camera’s, Infocop, Infopop en Infodoc, een registratiesysteem voor bezoekers,… Begin 2010 werd de overstap gemaakt naar de zogenaamde ‘citrix-omgeving’. Voortaan kunnen vanop de ISLP-werkposten van het politionele netwerk heel wat toepassingen beschikbaar worden gesteld (alle politionele toepassingen (ISLP – Hilde netwerk) + MS Word 6, toepassingen op het gemeentelijk netwerk (vb. boekhoudprogramma), Microsoft Office toepassingen, internet toegang via Microsoft Internet Explorer, e-mail toegang via Microsoft Outlook, toegang tot de toepassingen van de lokale politiezone Dilbeek (vb. EDL, Harmony, GET,…)). De meerwaarde hiervan is enorm. Op technisch vlak werd een veilige oplossing gecreëerd die voldoet aan de voorschriften van de federale politie. Er werd een nieuw performant administratief netwerk tot stand gebracht waarbij efficiënt gebruik wordt gemaakt van de reeds aanwezige infrastructuur van de gemeente Dilbeek. Het is ook een economische oplossing, aangezien er minder PC’s nodig zijn. Op functioneel vlak wordt een eenvoudige en transparante interface voor de gebruiker aangeboden. Daarnaast worden stabielere en hogere softwareversies (MS Office 2010) direct beschikbaar gesteld voor alle gebruikers. Op strategisch vlak wordt de verdere uitbouw van een eigen administratief netwerk mogelijk, met toegang tot nieuwe toepassingen. Er ontstaat ook een betere interne communicatie en samenwerking. Politiezone Dilbeek ZPP 2014-2017


60

Het intranet en de website werden vernieuwd. Beide werden uitgewerkt via de opensource-toepassing Joomla!. Meerdere medewerkers kunnen een artikel of verslag toevoegen. Dit verhoogt de betrokkenheid van de medewerkers en laat een permanente update toe. Materiaal en diensten Het Operationeel Centrum werd in belangrijke mate verbouwd: zo werd een sas gecreëerd waardoor aangehouden personen onmiddellijk vanuit een voertuig of een verhoorlokaal naar de cellen kunnen worden overgebracht zonder langs de eventuele bezoekers te moeten passeren, wat voordien wel het geval was. Ook werd een videoverhoorlokaal en regiekamer ingericht. Er werd een EHBO-lokaal voorzien en de kleedkamers werden verbeterd en de douches vernieuwd. Ook werden de nodige aanpassingen gedaan in het kader van de Salduz-wetgeving. Ook werd een inventaris opgesteld van de bestaande onderhoudscontracten, met hun vervaldatum en gekoppeld aan de eventuele afschrijving van de bijhorende middelen. Het voertuigenpark werd uitgebreid in kaart gebracht en er werden duidelijke afspraken gemaakt met de leveranciers over onderhoud en herstelling. Om ecologische redenen werden in 2010 twee hybride voertuigen aangekocht voor administratieve verplaatsingen.



61

MANAGEMENT VAN PROCESSEN

Identificeren, beschrijven, invoeren en beheersen van onze werkprocessen Zoals hierboven beschreven, is onze organisatie geënt op een matrixstructuur: een combinatie van lijnhiërarchie en proceshiërarchie. Onze leden van het middenkader zijn lijnverantwoordelijke voor hun dienst of specialisatie. Zij staan in voor de goede organisatie binnen hun dienst (bv. wijkwerking, jeugd en gezin, e.d.) of specialisatie (bv. verkeer, geweldsbeheersing, e.d.). De commissarissen vervullen de rol van procesverantwoordelijke. Zij zijn verantwoordelijk voor een bepaald proces (bv. onthaal en noodhulp, toezien en handhaven, navolgend onderzoek) waarbij de verschillende processtappen uitgevoerd worden door verschillende diensten. Hun taak is bijgevolg om ervoor te zorgen dat de activiteiten van de verschillende diensten op elkaar afgestemd zijn in functie van het kwalitatieve verloop van het proces en van het gewenste resultaat. Opvolgen en verbeteren van onze werking Vooral op het vlak van het optimaliseren van onze interne en externe operationele informatiedoorstroming werd heel wat werk verzet. De verantwoordelijke informatiebeheer werkte samen met de andere verantwoordelijken verder aan het uitwerken en actualiseren van de werkinstructies en het ter beschikking stellen ervan via Infodoc. De infoflux werd onder de loep genomen, een digitale briefingtool (Infocop) werd in gebruik genomen,… Sinds 2007 werken wij met zogenaamde IGPZ-dossiers, waarbij een bepaald fenomeen of overlast op een geïntegreerde manier wordt aangepakt via één coördinator. Twee medewerkers van interventie standaardiseerden de ‘operationele’ formulieren. De overlegorganen worden georganiseerd in functie van een optimale informatiegestuurde werking van onze organisatie. Het managementteam tekent de strategische lijnen van de organisatie uit. Het belangrijkste doel van dit forum is het plaatsen van de neuzen van alle leden van de korpsleiding in dezelfde richting. Het spilorgaan van onze operationele werking is het operationeel overleg dat wekelijks vergadert. Hier wordt gewerkt met een vaste agenda waarbij zowel een opvolging van de fenomenen (actieplannen) aan bod komt, als de agenda van de komende week besproken wordt (acties, wegeniswerken, evenementen, …), als de aandachtspunten voor de komende week qua operationele aansturing van onze ploegen die via infocop-briefing en dienstbulletin gecommuniceerd en opgevolgd worden, als de ‘EVA-punten’ oftewel ‘een voor allen’-punten, waarbij ook in dit overlegorgaan gewerkt wordt aan het uitdragen van één visie en werkwijze. De implementatie van Infopop zal ons toelaten om de verschillende diensten nog beter aan te sturen en op te volgen. Via het dagelijks werkoverleg toetsen de commissaris van week, de operationele wachtofficier en het diensthoofd interventie af of de interventies van de afgelopen 24 uur correct gebeurden, de noodzakelijke registraties plaatsvonden, of de interventies nog opvolging behoeven van bv. de lokale recherchedienst of andere diensten en wordt bekeken of er op korte termijn een heroriëntering van de ploegen nodig is in functie van een bepaald probleem.



62

Onze operationele werkinstructies kunnen geraadpleegd worden via de tool Infodoc. Hiermee werd de keuze gemaakt om de informatie meer gestructureerd aan te bieden aan de medewerkers: de operationele info via Infodoc en de info over de werking van de organisatie via intranet. Aangezien dit proces van informatiebeheer nooit echt ‘af’ genoemd kan worden – er komen immers voortdurend nieuwe uitdagingen en richtlijnen bij – werd deze strategische doelstelling opnieuw opgenomen in onze volgende doelenboom. Naast het werken aan de ‘informatie-hardware’ is het werken aan een informatiegestuurde organisatie vooral een verhaal van het werken aan organisatiecultuur en dus een verhaal van lange adem… De rapportering van de verschillende diensten en functionaliteiten werd verder op punt gezet. Sinds begin 2013 wordt maandelijks een overzicht aan de burgemeester bezorgd met de belangrijkste resultaten van de afgelopen maand. Zo leggen wij enerzijds verantwoording af en kunnen wij anderzijds ook zelf korter op de bal spelen om bepaalde zaken bij te sturen, zowel op het vlak van interne als externe werking. De operationele wachtofficier is tijdens zijn shift verantwoordelijk voor de kwaliteit van het ganse operationele gebeuren en stuurt de operationele diensten aan. De eenvormigheid van deze aansturing blijft een aandachtspunt, evenals de ondersteuning van de medewerkers op het terrein. Zoals gezegd, was het onze wens om middels een fusie 24/24 uur te kunnen beschikken over een OGP ter ondersteuning van de terreinmedewerkers. Dit werd niet gerealiseerd, bovendien dwong capaciteitsgebrek ons om vanaf januari 2013 de OWO-shift te beperken tot een dagdienst. De overige uren worden ingevuld door hetzij een wachtdienst, hetzij de inzet van een OGP uit andere diensten. Ook een permanente tweede nachtploeg zal niet meteen gerealiseerd kunnen worden. De minimale normen van een kwaliteitsvol onthaal verder geïmplementeerd. Om de verzuiling tegen te gaan wordt de klachtendienst bemand door de wijkinspecteurs, die op deze wijze frequente contacten met de interventie- en onthaalmedewerkers onderhouden. In het weekend nemen zij ook de onthaaldienst waar. De procesverantwoordelijke navolgend onderzoeken stuurt de dienst jeugd en gezin en de lokale recherche aan. Zij is eveneens operationeel informatieverantwoordelijke en stuurt in die hoedanigheid het LIK aan. Er vinden regelmatig overlegmomenten plaats binnen de onderscheiden diensten. Er bestaat een goede samenwerking met de wijkwerking. Ook met de externe partners wordt goed samengewerkt (CAW, scholen, OCMW). Via de briefingtool Infocop wordt feedback gegeven aan de andere diensten over de dossiers van de recherche. De procesverantwoordelijke toezien en handhaven geeft leiding aan de verantwoordelijke geweldbeheersing en wapenbeheer, verantwoordelijke verkeer, de verantwoordelijke openbare ordehandhaving en de wijkcoördinator. Het proces toezien en handhaven krijgt gestaag vorm. Sinds 2008 heeft de gemeente de GAS-wetgeving geïmplementeerd. Er wordt goed samengewerkt met de GAS-ambtenaar. Momenteel wordt bekeken hoe de GAS-wet eventueel nog aangepast kan worden. Ook met andere partners worden samenwerkingsovereenkomsten overwogen, zo wordt onderzocht of er binnen de gemeente met een BIN of BIN-Z opgestart kan worden. De verhoging van de sociale cohesie zou onze werklast kunnen verlagen. Wanneer een fenomeen opduikt, proberen wij zo kort mogelijk op de bal te spelen. Zo werd een grote actie op het getouw gezet om de overlast rond de horecazaken op het gemeenteplein in te dijken.



63

Ook het beheren van gebeurtenissen wordt zo veel mogelijk gestroomlijnd. Wij werken onder meer met een activiteitenkalender waarin alle evenementen duidelijk worden weergegeven, tegelijk met de eventuele inzet van personeel. Via de evenementenkalender van de gemeente komt alle info op een eenvormige manier tot bij onze diensten. Het draaiboek evenementenbeheer wordt verder uitgewerkt, evenals de verplichting aan de organisatoren van grote evenementen om een veiligheidsplan te voorzien. Bij grote evenementen, zoals Groove City, bestaat de mogelijkheid dat de kosten voor onze inzet worden doorgerekend aan de organisator. Wij houden rekening met alle externe partners, zoals private bewakingsfirma’s, de bestuurlijke overheid, de organisatoren,…



64

2.7 2.7.1

Samenwerking Interzonale, bovenlokale en internationale politiesamenwerking

Hieronder staan de samenwerkingsverbanden opgesomd waaraan enkel politionele diensten deelnemen. De samenwerkingsverbanden met de omliggende zones zullen in de loop van 2013 geëvalueerd worden. Mogelijks kunnen nieuwe synergieën gevormd worden. Dienst(en) Politiezones Beersel, Halle, Sint-Pieters-Leeuw Politiezone Halle Politiezone Pajottenland Politiezone Pajottenland Politiezones TARL, Sint-Pieters-Leeuw en Pajottenland DGS/DSM/FLIP CSD Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CSD Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CSD Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CSD Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde FGP Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CSD en FGP Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CSD en FGP Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CSD en FGP Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde – parket Brussel CSD en FGP Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde – parket Brussel Federale politie – PZ provincie Vlaams-Brabant Lokale politiezones in Vlaanderen PZ provincie Vlaams-Brabant – CIC Vlaams-Brabant PZ arrondissement Halle-Vilvoorde Politiezone Dilbeek ZPP 2014-2017

Onderwerp van samenwerking Interzonale steun acties (zwaar vervoer) Gebruik van de cellen ’s nachts Politionele slachtofferbejegening (permanentiedienst) Geweldsbeheersing (opleiding) Technisch systeembeheer (permanentiedienst) Overeenkomsten (voor de aankoop van materiaal) opengesteld voor de lokale politie Vergadercharter arrondissementeel overlegplatform korpschefs Interne distributiedienst arrondissement Halle-Vilvoorde Opsporingsprogramma informatie bestuurlijke politie CSD Asse Actieplan carjacking, homejacking en garagediefstal in het arrondissement Halle-Vilvoorde Project VIEW (procedure politionele informatiedoorstroming bij rondtrekkende daders en gerelateerde criminaliteit (autocriminaliteit, woninginbraken)) Politionele informatiedoorstroming bij ernstige gerechtelijke feiten met aandacht voor radiofonische berichtgeving Actieplan car- en homejacking en garagediefstallen Netwerk verhoor minderjarigen + gebruik videoverhoorlokaal minderjarigen Arrondissementeel recherche-overleg Halle-Vilvoorde Provinciaal netwerk organisatieontwikkeling (praktijkgroep optimale bedrijfsvoering) en ondersteuning op maat Netwerk Vlaamse functionele en technische systeembeheerders CIC-overleg HRM-platform Als de politie niet dient, dient zij tot niets!

65

Dienst(en) PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CSD Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde Spoorwegpolitie SPC CSD Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde – dienst Justitiepaleis Brussel CSD en FGP Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde – parket Brussel FGP Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde – parket Brussel – de post – de vereniging van banken AIK Asse AIK Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CSD Asse – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde Comité P CSD, FGP Asse, WPR, SPC, CIC, LPA Brunat – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde CIC Vlaams-Brabant


Onderwerp van samenwerking Logistiek platform Deelname aan de full-integrated-police-actions (FIPA) georganiseerd door CSD Asse (3 à 4 keer per jaar) Samenwerking in het raam van de omzendbrief ‘Veiligheid bij de spoorwegen’ Protocol Justitiepaleis: dagelijks leveren van twee personeelsleden door één van de PZ voor dienst Justitiepaleis Protocol AIK: werking AIK Asse en facturatie afgedeelden van de lokale politie Samenwerkingsprotocol banken en de post (regeling cascadeberichten in geval van verdachte situaties: informatiedoorstroming via AIK naar FGP) Protocol ISLP2 AIK: samenwerkingsverband waarbij het AIK Asse via ‘read only’ toegang heeft tot ISLP van de zone Actieplan minderjarige Roma-zigeuners Maandelijkse standaardcapaciteitsoutput Protocol Comité P: aanmelden van onderzoeken en hun resultaat Vergaderingen BECOR (bestuurlijke coördinatoren) Ondersteuning interventieploegen, beantwoorden telefonische oproepen buiten de openingsuren onthaal


66

Naar een fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw? De haalbaarheid onderzocht. Hier is het op zijn plaats om een meer uitgebreid woordje te zeggen over de haalbaarheidsstudie waaraan de politiezone Dilbeek deelnam tot juni 2013. Op 18 april 2013 keurde de stuurgroep het eindrapport en het addendum over de haalbaarheidsstudie officieel goed. Hiermee werd de opdracht die in december 2011 door de gemeenteraden van Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw gegeven werd afgerond. Deze opdracht bestond erin om een haalbaarheidsstudie te verrichten die de schaaleconomische aspecten (juridisch, structureel, organisatorisch, menselijk en financieel aspect) en de aspecten van een kwaliteitsvolle politiezorg (dienstverlenend aspect) binnen de geografische omschrijving van de vier politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en SintPieters-Leeuw omvat. Het uitgangspunt hierbij was om te onderzoeken of het mogelijk is om met een samenvoeging van de bestaande middelen in de vier politiezones een betere dienstverlening aan de bevolking te garanderen. Met de fusie werd dus geenszins een besparingsoperatie beoogd. Om een antwoord te kunnen geven op de vier onderzoeksvragen werd een organisatiestructuur voor de mogelijke nieuwe politiezone uitgewerkt. Hier werd uitgegaan van een hybride organisatiestructuur, waarbij gewerkt wordt met sturende en ondersteunende diensten in een gecentraliseerd deel en met drie sectoren die gedecentraliseerd en gedeconcentreerd werken. Aan de hand van dit organisatiemodel konden de vier onderzoeksvragen beantwoord worden:  Impact van de fusie op de interne werking van het korps ‘Binnen welke domeinen kan een fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw de interne werking verbeteren, met een betere basispolitiezorg als resultaat?’ Op basis van een aftoetsing van het organisatiemodel tegen de knelpunten en de andere bronnen, kon voor elke dienst of functionaliteit besloten worden dat een fusie de interne werking zal verbeteren. Aan de belangrijkste knelpunten die rechtstreeks aanleiding gaven tot het aanvatten van de haalbaarheidsstudie – met name de permanente aanwezigheid van een OGP op het terrein en het adequaat kunnen beantwoorden van een alsmaar veeleisender takenpakket (zowel voor de wijkwerking, interventie, de recherche, jeugd en gezin,…) – kan door een fusie verholpen worden door het samenvoegen van de capaciteit. Een belangrijke randvoorwaarde om aan deze knelpunten te verhelpen is uiteraard een volledig ingevuld kader.  Verwachtingen van externe belanghebbenden ‘Aan welke verwachtingen moet volgens de belanghebbenden worden voldaan opdat een fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-PietersLeeuw een gewenste basispolitiezorg als resultaat heeft?’ Met het voorgestelde organisatiemodel komen we tegemoet aan de belangrijkste verwachtingen van onze belanghebbenden. Hierbij gaat het voornamelijk over de lokale verankering, duidelijke aanspreekpunten binnen de zone (bijvoorbeeld voor de samenwerking met de gemeentediensten) en zo kort mogelijke aanrijtijden. Ook wordt verwacht dat er door het bundelen van de capaciteit meer gespecialiseerd zal kunnen worden in bepaalde materies.



67

 Wat betekent een fusie op financieel vlak? ‘Heeft een fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw met de huidige financiële middelen een betere basispolitiezorg als resultaat?’ Het uitgangspunt van de haalbaarheidsstudie was duidelijk: een fusie zou geen besparingsoperatie mogen worden. Daarom werd uitgegaan van de huidige financiële middelen, en werd van daaruit berekend wat het budget voor een mogelijke nieuwe politiezone zou zijn. Er werd ook berekend wat het financiële gevolg voor iedere politiezone zou zijn indien niet tot een fusie zou worden overgegaan. Op basis van deze cijfers zou het debat gevoerd moeten worden over een voor elke partij aanvaardbare verdeelsleutel voor de politiebegroting.  Wat met de personeelsformatie na een fusie? ‘Heeft een fusie van de politiezones Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw door samenvoeging van de gegeven personeelskaders een betere basispolitiezorg als resultaat?’ Voor het beantwoorden van deze vraag werd – rekening gehouden met de uitgewerkte organisatiestructuur, de verzamelde informatie en de vigerende wetgeving ter zake – een personeelsbehoefteplan voor de mogelijke nieuwe politiezone uitgewerkt. Met het voorgestelde organisatiemodel is het de bedoeling om de overhead te beperken en de hogere functies waar nodig en nuttig op termijn zo veel mogelijk te vervangen door basisfuncties. Algemene conclusie Hiermee kon ook de centrale onderzoeksvraag beantwoord worden: ja, het is haalbaar, doelmatig en doeltreffend om de politiekorpsen van Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw te fusioneren, met het oog op het duurzaam verwezenlijken van een betere basispolitiezorg in deze vier gemeenten. Indien dezelfde financiële middelen ter beschikking worden gesteld, kan er een betere dienstverlening aangeboden worden, er kan dus meer worden gedaan met dezelfde middelen. Nieuwe haalbaarheidsstudie? Op 27 maart 2013 stelden de Bijzonder Rekenplichtigen een addendum op dat integraal deel uitmaakt van het eindrapport, met de volgende conclusie: ‘Wij zijn van oordeel dat het oorspronkelijke uitgangspunt (= niet besparen) niet langer haalbaar is binnen de financiële context waar én Sint-Pieters-Leeuw, én Halle én Beersel én Dilbeek mee geconfronteerd worden in de periode 2014-2019.’ Dit werd ook gesteund door de burgemeesters. Het gevolg hiervan is dat een nieuw uitgangspunt op tafel gelegd werd. In plaats van ‘meer doen met dezelfde middelen’, verschoof het uitgangspunt naar ‘hetzelfde doen met minder middelen’, of zelfs ‘minder doen met minder middelen’. Een eerste vraag die zich opdrong, is of alle gemeenten nog wel bereid waren om met dit nieuwe uitgangspunt in een fusie te stappen. Dilbeek wenste vast te houden aan het oorspronkelijke uitgangspunt, waardoor verdere gesprekken voor Dilbeek geen nut meer hadden. Dit werd ook bekrachtigd door de gemeenteraad in juni 2013. De drie andere gemeenten onderhandelen momenteel verder en werken een nieuwe studie uit, waarbij duidelijk gemaakt moet worden hoeveel de gemeenten nog willen investeren in de politiewerking. Op basis daarvan kan een nieuwe organisatiestructuur uitgetekend worden, waaruit ook zal blijken welke dienstverlening nog kan aangeboden worden, en of een fusie in dat geval nog haalbaar en wenselijk is.



68

2.7.2

Andere protocols of samenwerkingsakkoorden met niet-politionele partners en derden

Hieronder staan de samenwerkingsverbanden opgesomd waaraan zowel politionele als andere diensten deelnemen. Dienst(en) Parket Brussel – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde – federale wegpolitie – provincie Vlaams-Brabant Parket Brussel – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde - welzijnsorganisaties Parket Brussel – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde – CAW – provincie Vlaams-Brabant – CSD Asse Lagere en middelbare scholen Dilbeek Slachtofferonthaal parket en slachtofferhulp – PZ arrondissement Halle-Vilvoorde Preventiedienst gemeente Dilbeek Preventiedienst gemeente Dilbeek Gemeente


Onderwerp van samenwerking Arrondissementele werkgroep verkeer

Arrondissementele raad voor slachtofferbeleid Draaiboek intrafamiliaal geweld

Scholenoverleg Welzijnsteam

Actieplan diefstallen uit woningen en voertuigen Burenbemiddeling Advies i.v.m. organisatie wielerwedstrijden, fuiven, allerlei gebeurtenissen op de openbare weg,...


69

2.8

Synthese van de bestede activiteit

Capaciteitsbesteding 2012 Onderstaande tabel werd ons ter beschikking gesteld door de CSD Asse en geeft een overzicht van de verdeling van de capaciteit binnen onze zone. Globaal

Aantal mensuren

%

Bruto capaciteit Onbeschikbaar - totaal Afdeling uit Verlof AGR Andere Netto capaciteit

177 324 39 478 0 27 964 0 11 514 137 846

100 22 0 16 0 6 78



70

Primaire processen

Aantal mensuren

% aandeel t.o.v. netto-capaciteit

Onthaal 7 737 5,61 Interventie 44 699 32,43 Dispatching 0 0 Interventieploegen 43 251 31,38 Andere interventie 1 447 1,05 Wijkwerking 15 438 11,20 Lokale recherche 9 227 6,70 APO 11 540 8,37 Lokale ordehandhaving 1 301 0,94 Verkeer 4 835 3,50 Verkeerskunde 3 252 2,36 Verkeerspolitie 1 583 1,15 Slachtofferbejegening 0 0 Jeugd en gezin 2 873 2,08 Dwingende richtlijnen 1 501 1,09 Geldtransporten 0 0 Hycap 1 034 0,75 Arrosol 22 0,02 Justitiepaleis 443 0,32 Netwerk verhoor 0 0 minderjarigen Andere dwingende richtlijnen 0 0 Projecten/actieplannen 4 670 3,39 Projecten/actieplannen ZVP 4 670 3,39 Projecten/actieplannen andere 0 0 Andere primaire activiteiten 2 078 1,50 Totaal primaire processen 105 905* 76,83 * De cijfers van de primaire processen werden steeds naar beneden afgerond, vandaar dat het totaal aantal uren primaire processen niet de exacte som is van de afzonderlijke functionaliteiten.



71

Ondersteunings- en besturingsprocessen Besturingsprocessen Ondersteuningsprocessen Vorming Andere ondersteunings- en besturingsprocessen Totaal ondersteunings- en besturingsporcessen

Aantal mensuren

% aandeel t.o.v. nettocapaciteit 9 098 14 084 5 697 3 062

6,60 10,22 4,13 2,22

31 941

23,17

Bovenstaande cijfers moeten met de nodige voorzichtigheid gelezen worden. Sinds het in gebruik nemen van de prikklok in 2009, worden voor de normale werkuren geen aparte activiteitenbladen meer ingevuld. Dit wil zeggen dat de bestede capaciteit minder gedetailleerd ingevuld wordt op het uurrooster. Een groot deel van de capaciteit, besteed aan verschillende items op de lijst, wordt voornamelijk binnen de reguliere werking ingevuld. Dit is onder meer het geval voor slachtofferbejegening, verkeerspolitie, projecten en actieplannen. Bij deze rubrieken bemerkt men een erg beperkt aantal mensuren. Prestaties in het raam van bovenvermelde opdrachten worden bijna uitsluitend waargenomen door de interventiedienst en worden bijgevolg meegeteld bij de rubriek ‘Interventie’. Om de interventieploegen zo efficiënt mogelijk in te zetten, krijgt de tweede interventieploeg (piekploeg) bijkomende opdrachten in het raam van de actieplannen (afwezigheidstoezicht, gerichte anti-diefstal patrouilles, controles gordel-gsm, schooltoezicht e.d.). In geval van nood biedt de piekploeg bijstand aan de 1ste ploeg. Voor wat betreft de uren besteed aan opsporing, krijgt men geen correct beeld wanneer men enkel de uren in rekening brengt die door de lokale recherche gepresteerd worden. De interventie- en de wijkdienst verrichten ook opsporingstaken die door dit verwerkingssysteem bijgevolg gecategoriseerd worden onder deze twee respectievelijke diensten. Van het feit dat 24u/24 een lid van de lokale recherche bereikbaar en terugroepbaar is om in geval van nood zijn expertise ten dienste van de interventieploegen te stellen, vindt men in deze tabel ook geen weerslag.



72

We hebben 2012 als basisjaar genomen, maar als we de vergelijking maken met 2011 en met de eerste helft van 2013, komen we tot de volgende verdeling van de capaciteit: 2011 Totaal netto-capaciteit waarvan: primaire processen (projecten/actieplannen) ondersteunings- en besturingsprocessen

78%

2012 78%

eerste helft 2013 82%

58% (4%) 20%

60% (3%) 18%

64% (2%) 18%

Er valt op te merken dat er in 2013 iets meer netto-capaciteit vrijkomt, ten voordele van de primaire processen en ten nadele van de actieplannen. Diverse besparingen en het niet volledig kunnen invullen van het personeelskader dwingen ons ertoe om ons terug te plooien op onze kerntaken en laten minder initiatiefruimte voor nieuwe projecten of initiatieven buiten de reguliere werking. Een belangrijke opmerking hierbij is dat uit deze meting niet blijkt hoeveel capaciteit besteed wordt aan projecten en actieplannen vanuit de ondersteunings- en besturingsprocessen.



73

3 Hoofdstuk 3: De strategische en tactische doelstellingen 3.1

De vorige strategische en tactische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen

Bij de goedkeuring van het vorige plan werden de volgende commentaren meegegeven: ‘De geformuleerd doelstellingen werden degelijk voorbereid en onderbouwd aan de hand van een argumentatiematrix. De goed uitgewerkte analyse van de prioriteiten en aandachtspunten uit het vorige zonaal veiligheidsplan vormde een belangrijke input voor de huidige strategische doelstellingen. Bovendien werd er een korte motivatie opgenomen voor het niet weerhouden van bepaalde prioriteiten van het nationaal veiligheidsplan, een sluitende motivatie per niet weerhouden fenomeen ontbreekt echter. De fenomenen werden vertaald in kwaliteitsvolle algemene strategische, tactische doelstellingen en succesbepalende factoren. Om een goede aanzet te vormen voor de actieplannen is het echter aangewezen om dit verder uit te bouwen en reeds te vertalen in randvoorwaarden en indicatoren.’21 Ook voor dit plan hebben we gebruik gemaakt van een argumentatiematrix om de externe doelstellingen te bepalen. We hanteerden hiervoor meerdere bronnen, zowel objectieve als subjectieve. We hebben geen extra bevragingen uitgevoerd, maar gebruik gemaakt van een uitgebreid aantal beschikbare bronnen. We hebben ook omstandig geargumenteerd waarom we bepaalde prioriteiten uit het nationaal veiligheidsplan niet weerhouden hebben. We hebben ervoor gekozen om ons niet te beperken tot het niveau van de strategische doelstellingen, maar ook de tactische doelstellingen op te nemen in dit plan. In de actieplannen wordt uiteraard verfijnd tot op operationeel niveau. Wij kiezen er dus voor om te werken met zowel strategische, tactische en operationele doelstellingen. Het tussenniveau van de tactische doelstellingen (die zich spreiden over een periode van twee jaar) heeft de meerwaarde dat er al verfijnd kan worden en gekeken kan worden wat in een periode van twee jaar gerealiseerd kan worden. Op het operationele niveau (in de concrete actieplannen) wordt vervolgens de praktische uitwerking en implementatie vastgelegd, zodat deze ook eenvoudig geëvalueerd en op een flexibele manier bijgestuurd kan worden.

21

Brief d.d. 3 december 2008 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Directie Lokale Integrale Veiligheid ‘Zonaal veiligheidsplan 2009-2012 – Goedkeuring’.



74

3.1.1

Evaluatie van de vorige strategische en tactische doelstellingen

Voor de vorige beleidsperiode 2009-2013 formuleerden wij 2 strategische doelstellingen voor de externe omgeving en 8 strategische doelstellingen voor de interne omgeving, die telkens meer gespecifieerd werden naar tactisch niveau. Uit de te trekken lessen van het voorgaande plan hebben wij meegenomen dat we beter niet al te veel doelstellingen op papier zetten, zodat we degelijk werk kunnen maken van onze voornemens in plaats van te veel hooi op onze vork te nemen. Dit wil allerminst zeggen dat we niet ambitieus zijn, wij willen wel alles wat we doen zo goed mogelijk doen, en daarom kiezen wij in de eerste plaats voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Strategische doelstelling22 Als partner in de veiligheidsketen dragen wij bij tot het stabiliseren en zo mogelijk terugdringen van de criminaliteitsfenomenen die objectief en subjectief de veiligheid en leefbaarheid in Dilbeek aantasten

Tactische doelstelling

Behaald of niet?

In de periode 2009-2010 (en 20112013) dragen wij als partner in de veiligheidsketen bij tot het stabiliseren en zo mogelijk terugdringen van de woninginbraken, inbraken in handelszaken en diefstallen uit voertuigen in Dilbeek t.o.v. het gemiddelde van de periode 20072008 (en 2009-2010)

Neen

In de periode 2009-2010 (en 20112013) treden onze medewerkers in het raam van intrafamiliaal geweld op conform het draaiboek IFG

Ja

Argumentatie Het aantal diefstallen in gebouwen steeg gestaag sinds 2009. Dit is een nationale tendens, waaraan Dilbeek niet ontsnapte. Ondanks onze vele inspanningen konden wij niet verhinderen dat in 2012 een recordaantal diefstallen in gebouwen plaatsvond (600 feiten). Ook het aantal diefstallen uit voertuigen kende een stijging sinds 2011, na enkele jaren te zijn gedaald. Ook hier herkennen we een bovenzonaal fenomeen. Het actieplan bepaalt de implementatie van het draaiboek met onder meer bijhorend standaard pv, sensibilisering en opvolging van de dossiers. Dit werd uitgewerkt, maar vraagt voortdurende opvolging bij de medewerkers.

22

In deze tabel worden de strategische doelstellingen aangegeven door een kleur, volgens het EFQM-model. Blauw staat voor de resultaatsgebieden; dit zijn onze doelstellingen op het vlak van externe werking (criminaliteit, verkeersveiligheid, maatschappelijke dienstverlening). Rood staat voor de doelstellingen op het vlak van management van medewerkers, middelen en processen. Geel, tot slot, staat voor doelstellingen op het vlak van leiderschap en strategie en beleid. Deze kleuren hebben wij ook gehanteerd in de tabel met de doelstellingen voor de nieuwe beleidsperiode 2014-2017.



75

Als partner in de veiligheidsketen dragen wij bij tot het bevorderen van de objectieve verkeersveiligheid in Dilbeek

Tegen eind 2013 werken de diensten van onze organisatie maximaal samen (procesoriëntatie i.p.v. activiteitsoriëntatie)


Tegen eind 2010 (en 2013) laten wij de gemiddelde snelheid van 85% van de bestuurders (V85) op vier probleemlocaties in Dilbeek dalen met 5% t.o.v. de nulmeting

Neen

Er werden geen nulmetingen uitgevoerd. Omdat dit niet goed opgevolgd werd, kozen wij ervoor om de tactische doelstelling aan te passen aan de doelstelling van de SGVV: jaarlijks minimum 76.810 voertuigen controleren op hun snelheid.

In de periode 2009-2010 (en 20112013) verrichten wij minimum 1 keer per maand een lokale en/of interzonale actie alcohol/drugs aan het stuur

Neen

Wij slaagden er niet elke maand in om een actie op te zetten, veelal door personeelsgebrek. Ook deze doelstelling hebben wij aan gepast van een inspanningsindicator naar een resultaatsindicator: jaarlijks minimum 2.298 ademtesten afnemen om te controleren op het gebruik van alcohol aan het stuur.

In de periode 2009-2010 (en 20112013) dragen wij als partner in de veiligheidsketen bij tot de veiligheid in de schoolomgeving

Ja

Wij leveren, samen met de gemachtigde opzichters, uitgebreide inspanningen om de veiligheid in de schoolomgeving te verhogen. Zowel de wijkinspecteurs als de verkeersploegen controleren onder meer op het veilig parkeren, het dragen van de gordel en het goed plaatsen van de kinderzitjes.

Tegen eind 2010 (en 2013) verlenen onze medewerkers op een gestandaardiseerde wijze dringende politiehulp

Gedeeltelijk

Het implementeren van een proces is een geleidelijke opdracht. Wij kozen ervoor om het proces ‘dringende hulpverlening’ niet naar de letter in te voeren, maar wel als een groter geheel te bekijken, samen met de verbetering van de operationele informatiedoorstroming. In dit raam werden onder meer allerlei werkinstructies opgesteld om de medewerkers op het terrein te ondersteunen. Ook de implementatie van een digitale briefingtool, het verbeteren van de infoflux en de controle van de


76

kwaliteit van de pv’s werden tijdens de vorige beleidsperiode uitgewerkt. Dit zal onder de vorm van het verder standaardiseren van de interne en externe operationele informatiedoorstroming worden meegenomen tijdens de volgende beleidsperiode. Tegen eind 2013 standaardiseren wij onze interne en externe operationele informatiedoorstroming

Tegen eind 2013 standaardiseren wij onze interne en externe communicatie m.b.t. de werking van ons korps


Tegen eind 2010 (en 2013) standaardiseren wij de interne operationele informatiedoorstroming (binnen én tussen diensten)

Gedeeltelijk

Zoals hierboven geschetst, hebben wij heel wat inspanningen geleverd op dit vlak, en zullen we dit nog verder doen in de toekomst. Dit behelst onder meer het verder implementeren van Infocop, Infopop en Infodoc.

Tegen eind 2010 (en 2013) standaardiseren wij de externe operationele informatiedoorstroming

Gedeeltelijk

Idem aan vorige tactische doelstelling.

Tegen eind 2010 (en 2013) standaardiseren wij de interne communicatie m.b.t. de werking van ons korps

Ja

Het belangrijkste instrument dat wij verbeterd hebben om de interne communicatie te optimaliseren, is de uitbouw van een klantvriendelijk intranet. Ook de verslaggeving van de interne overlegorganen werd verbeterd. Deze doelstelling nemen wij nu verder mee in onze reguliere werking.

Tegen eind 2010 (en 2013) standaardiseren wij de externe communicatie m.b.t. de werking van ons korps

Ja

Op dit vlak hebben we onze website verbeterd via de Joomla-tool van de Vaste Commissie van de Lokale Politie. Ook publiceren wij regelmatig een artikel in het gemeentelijke infoblad.


77

Tegen eind 2013 verhogen wij de betrokkenheid van onze medewerkers


In de periode 2009-2010 (en 20112013) verhogen wij de betrokkenheid t.a.v. de korpsdoelstellingen

Gedeeltelijk

Bij het onthaal van nieuwe medewerkers worden zowel onze visie, missie en waarden als onze interne en externe doelstellingen toegelicht.

In de periode 2009-2010 (en 20112013) bevorderen wij de goede werksfeer d.m.v. het organiseren van informele samenkomsten

Ja

Voornamelijk via het beleidsondersteuningsteam werden meerdere uitstapjes georganiseerd, waaraan iedereen op vrijwillige basis kon deelnemen. Ook de fotoclub gaat regelmatig samen op pad. Elk jaar organiseren wij een teambuilding voor alle medewerkers.

In de periode 2009-2010 (en 20112013) detecteren wij voortdurend nieuwe verbetervoorstellen en voeren wij deze uit na positieve beoordeling

Ja

Door middel van een ideeënbus kunnen de medewerkers hun verbetervoorstellen kenbaar maken. Tijdens de volgende beleidsperiode zullen wij onze medewerkers nog meer stimuleren om innovatieve en creatieve ideeën aan te brengen en uit te werken.

Tijdens de volgende beleidsperiode zullen wij werk maken van een visiegedreven leiderschap in onze zone, dit houdt onder meer in dat elke leidinggevende weet waar we met onze organisatie naartoe willen en op welke manier we dit willen bereiken.


78

Tegen eind 2013 verhogen wij de bekwaamheid (deskundigheid en expertise) van onze medewerkers


Tegen eind 2010 (2013) werken wij een globaal opleidingsplan uit waarbij, in functie van het takenpakket, een deskundigheid kan worden opgebouwd en op peil kan gehouden worden

Ja

Er werd een opleidingsplan uitgewerkt en bij ieder planningsgesprek kunnen de medewerker en zijn/haar evaluator de noodzakelijke en nuttige opleidingen inplannen. Daarna kunnen beiden nog bijkomende opleidingen aanbrengen. Dit zorgt er mee voor dat elke medewerker aan het aantal opleidingsuren komt om in aanmerking te komen voor een baremische verhoging. Tegelijk wordt de medewerker zelf ook geresponsabiliseerd om te werken aan zijn/haar professionele ontwikkeling.

Tegen eind 2010 (2013) beschikken wij over een intranet dat uitgebouwd is tot kennisnet en opvolgingsinstrument voor de werking van onze organisatie

Ja

Zoals hierboven ook vermeld, hebben wij het intranet volledig vernieuwd. Het werd opgesplitst in een intranet voor de informatie m.b.t. de werking van het korps en een nieuwe tool, Infodoc, waarop de operationele informatie geplaatst wordt voor de medewerkers op het terrein.

Vanaf 2010 (2013) worden onze nieuwe medewerkers onthaald op een gestandaardiseerde, klantgerichte wijze

Ja

Het onthaal van de nieuwe medewerkers werd onder de loep genomen en verbeterd waar nodig. Zo krijgt elke nieuwe medewerker een meter of peter, is er een inloopstage in alle diensten en wordt ervoor gezorgd dat de nieuwe medewerker meteen over al het nodige materiaal kan beschikken.


79

Tegen eind 2013 hanteren wij een onderbouwd middelenbeleid


Tegen eind 2010 (2013) beschikken wij over een gestandaardiseerde evaluatieprocedure

Gedeeltelijk

Voor de operationele medewerkers werden evaluatiefiches uitgewerkt met de te behalen doelstellingen per referentieperiode. Voor de administratieve medewerkers werd dit niet uitgewerkt. Tijdens de volgende beleidsperiode zal de manier van evalueren en opvolgen mee opgenomen worden in de doelstelling omtrent het visiegedreven leiderschap. In dit raam zullen we bekijken hoe we van een meer kwantitatieve evaluatie kunnen overgaan naar een meer resultaatgericht en kwalitatieve evaluatie, onder meer via job-crafting.

Tegen eind 2010 (2013) worden onze medewerkers optimaal ondersteund door hun directe chef

Gedeeltelijk

Ook hierin past onze doelstelling rond visiegedreven leiderschap. Wij zullen zo veel mogelijk de juiste persoon op de juiste plaats brengen, waardoor iedereen zijn/haar talenten zo veel mogelijk kan ontplooien. Ook de leidinggevenden op elk niveau zullen ondersteund worden om op hun beurt hun medewerkers beter te kunnen ondersteunen.

Tegen eind 2010 (2013) beschikken wij over een meerjarenplanning waarbij onze middelen (mensen en materiaal) afgestemd zijn op onze doelstellingen

Gedeeltelijk

Deze doelstelling kon nog niet volledig afgewerkt worden, daarom nemen we ze mee naar de volgende beleidsperiode. Wij hebben al heel wat inspanningen geleverd om in te plannen wanneer we welke investering zullen doen, ook afgestemd op het meerjarenplan van de gemeente en de beheersen beleidscyclus.


80

Tegen eind 2013 optimaliseren wij de logistieke ondersteuning van onze medewerkers


Tegen eind 2010 (2013) werken wij met individuele en collectieve fiches voor het beheer van het materiaal

Neen

Tot op dit moment hebben wij nog niet de capaciteit kunnen vrijmaken om al het materiaal te inventariseren en te labelen. Dit zal tijdens de volgende beleidsperiode uitgevoerd worden, ook ter ondersteuning van de meerjarenplanning.

Tegen eind 2010 (2013) beschikken wij over een optimaal aankoopbeleid

Ja

Voor onze aankopen maken wij zo veel mogelijk gebruik van de raamcontracten van de federale politie en de federale overheid. Verder respecteren wij uiteraard de wetgeving op de overheidsopdrachten en maken wij gebruik van het programma 3P dat een degelijke ondersteuning biedt bij het voeren van overheidsopdrachten.

Tegen eind 2010 (2013) beschikken wij over een geïmplementeerde automatische dienstplanning

Ja

De automatische dienstplanning werd volledig geïmplementeerd. Tijdens de volgende beleidsperiode zullen we bekijken of we de dienstplanning automatisch kunnen koppelen aan de tijdsregistratie.


81

In de periode 2009-2013 zetten wij ons in voor minstens 2 maatschappelijke thema’s

In 2009 én in 2010 organiseren wij of nemen wij deel aan minstens één ‘maatschappijintegratiebevorderende’ activiteit

Ja

In 2009 organiseerden wij een opendeurdag in ons operationeel en nieuw administratief centrum. Hieraan namen 1000 inwoners deel. In 2010 organiseerde onze zone samen met de gemeente en het OCMW wijkbabbels in alle deelgemeenten van Dilbeek. Tijdens de tactische periode 2011-2013 werd deze doelstelling niet hernomen. Wel namen wij in 2012, los van deze doelstelling, deel aan de actie ‘Kom op tegen kanker’ door een gesponsorde fietstocht te organiseren.

In de periode 2009-2010 verlagen wij de ecologische voetafdruk van onze organisatie met 2%

Neen

Het was onze ambitie om onze ecologische voetafdruk op te meten en vervolgens te verlagen. Wij zijn er niet in geslaagd om deze nulmeting volledig uit te voeren en dus ook niet om dit bij te sturen. Wij trachten wel om onze medewerkers te sensibiliseren om milieubesparende maatregelen te treffen, zoals met de fiets komen werken, de ramen en deuren te sluiten als het kouder wordt, recto-verso te printen,…

Er werden geen nieuwe tactische doelstellingen bepaald voor de periode 2011-2013. Op het vlak van interne werking werden de tactische doelstellingen verder uitgewerkt. De twee doelstellingen die niet werden meegenomen naar de volgende tactische periode zijn deze over het deelnemen aan een maatschappij-integratiebevorderende activiteit en het verlagen van de ecologische voetafdruk. De overkoepelende strategische doelstelling is het inzetten voor minstens 2 maatschappelijke thema’s. Dit nemen wij nu mee in de reguliere werking, zonder daarvoor een expliciete doelstelling te formuleren.



82

Een les die we meenemen naar dit zonaal politieplan is dat we vooral de doelstellingen op het vlak van interne werking beter moeten opvolgen en beter moeten operationaliseren en indien mogelijk indicatoren formuleren. Wij zullen dit voor de volgende beleidsperiode de doelstellingen doen, onder meer door een permanente opvolging in het managementteam.



83

3.2

De strategische en tactische doelstellingen 2014-2017

3.2.1

Doelstellingen interne omgeving

Bij het bepalen van de doelstellingen omtrent de interne organisatieontwikkeling hebben wij ons gebaseerd op de resultaten van de sterkte-zwakte-analyse van de zonale werkgroepen tijdens de haalbaarheidsstudie van de fusie, de verwachtingen van de provinciegouverneur voor 2013-2016 en het beleid voor de geïntegreerde politie zoals gestipuleerd in het nationaal veiligheidsplan 2012-2015. Deze bronnen konden geclusterd worden in de volgende strategische doelstellingen: 1. Tegen eind 2017 is onze organisatie geënt op een visiegedreven leiderschap 2. Tegen eind 2017 optimaliseren wij onze interne en externe operationele informatiedoorstroming 3. Tegen eind 2017 verhogen wij de bekwaamheid (deskundigheid en expertise) van onze medewerkers 4. Tegen eind 2017 hanteren wij een onderbouwd financieel beleid Deze strategische doelstellingen worden nog meer verfijnd op tactisch niveau (en zullen jaarlijks eveneens vertaald worden tot op operationeel niveau – stappenplannen, die goedgekeurd zullen worden in de zonale veiligheidsraad). Leiderschap en management van medewerkers Wij zullen tijdens de volgende beleidsperiode verder werken op het huidige elan, met een uitbreiding met twee strategische doelstellingen. Enerzijds zullen wij een competentieontwikkelingsplan uitwerken, waarbij de competenties en de talenten van de medewerkers zo veel mogelijk benut worden. Dit sluit aan bij onze doelstelling over het implementeren van visiegedreven leiderschap in onze zone. Het is onze ambitie om het beste uit iedereen te halen en ervoor te zorgen dat de juiste persoon op de juiste plaats zit en zijn of haar taak naar volle vermogen kan uitoefenen, in het bijzonder bij de leidinggevenden, zowel op het niveau van het middenkader als van het hoger kader (operationeel en administratief). Ook het uitwerken van een ziekteverzuimbeleid past in deze doelstelling. Een andere doelstelling die hier onlosmakelijk mee verbonden is, is het evalueren en optimaliseren van het opleidingsplan. Dit zal ervoor zorgen dat de medewerkers hun capaciteiten ten volle kunnen afstemmen op de behoeften van de dienst en van de organisatie. Ook zullen wij onze politiezone op een positieve, originele en motiverende manier op de kaart zetten, zodat de onderlinge cohesie en collegialiteit bevorderd wordt en nieuwe medewerkers weten wat ze mogen verwachten wanneer ze bij ons komen werken.



84

Management van middelen Wat het management van middelen betreft, lijkt het alsof we niet al te ambitieus zijn geweest, aangezien we twee doelstellingen hebben overgenomen uit de vorige beleidsperiode. Het gaat hierbij over het uitwerken van een meerjarenplanning middelen en het inventariseren van het materiaal. Dit wil niet zeggen dat er nog geen inspanningen voor geleverd werden, maar des te meer dat het hier om erg uitgebreide doelstellingen gaat. Onze meerjarenplanning zal worden afgestemd op de BBC van de gemeente, wat ons tegelijk dwingt om tot 2019 onze grote investeringen te plannen, zodat dit in de begroting van de gemeente voorzien kan worden. Om al ons materiaal te inventariseren en dus beter op te volgen, zullen wij dit labelen en inscannen. Via een softwareprogramma kan zowel het collectief als het individueel materiaal gekoppeld worden aan hetzij een persoon, hetzij een locatie. Dit laat ons ook toe om onze stocks beter op te volgen en in geval van mobiliteit van een medewerker (in of uit) meteen een overzicht te hebben over welk materiaal en welke uitrusting deze persoon beschikt. Management van processen Wat onze processen betreft, leggen we tijdens de volgende beleidsperiode de focus op het optimaliseren van de interne en externe operationele informatiedoorstroming. Ook dit is geen nieuwe doelstelling. Eén van de pijlers van de geïntegreerde politie is het werken op basis van een informatiegestuurde politiezorg. Zowel intern onze zone als met onze partners moeten wij ervoor zorgen dat de operationele informatie zo snel mogelijk op de juiste plaats terechtkomt. Wij maken op dit moment al gebruik van heel wat tools om de informatiestroom te verbeteren. Tijdens de volgende beleidsperiode zullen wij deze tools nog verder exploiteren. Hierbij gaat het onder meer over Infocop, Infopop en Infodoc. Ook de sturing van onze medewerkers vormt hierin een cruciaal thema. Dit sluit eveneens aan bij het ontwikkelen van een visiegedreven leiderschap en het uitwerken van het competentiemanagement. Hieruit blijkt dat in een organisatie alles begint bij een duidelijke visie en een competente leiding.



85

3.2.2

Doelstellingen externe omgeving: argumentatiematrix criminaliteitsfenomenen

FENOMENEN Diefstallen in woningen Vandalisme Diefstallen uit/aan voertuigen Diefstallen in handelszaken Intrafamiliaal geweld Misdrijven tegen lichamelijke integriteit Illegale immigratie Drugsdelicten (dealen) Fraude Diefstallen met geweld en bedreiging (Brom)fietsdiefstallen Gewone diefstal Zakkenrollerij Diefstal uit gebouwen Bevolkingsregister Oplichting Bedreigingen Metaaldiefstallen Ladingdiefstallen Terrorisme Illegale handel in vuurwapens Mensenhandel – mensensmokkel Informaticacriminaliteit Oplichting zonder internet


ZVB 9 8 10 7 5 3

IV 9

KL 6 8

3

PV 10 7 8

DIL 5

GOU 5

5 5 5

6

6 1

PdK 5

NVP 5

FED 5

5 5

5 5

5 5

5 5 5

2 4

TOT. 53 21 31 27 25

ORDE 1 7 2 4 5

5

22

6

5 5

6 11 10

9 10

12

8

10 7 5 29 5 4 3 5 5 10 5

10

10

10

5 4 7 5

5

2

9 5 4 3

5

5

5 5 5

5

5 5 5

2 1


5

5

5

3

10

7 1

86

Aan de hand van bovenstaande matrix komen we tot de volgende rangorde: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Diefstallen in woningen Diefstallen uit/aan voertuigen Diefstallen uit gebouwen Diefstallen in handelszaken Intrafamiliaal geweld Vandalisme Misdrijven tegen lichamelijke integriteit Fraude Diefstallen met geweld en bedreiging Drugsdelicten (dealen)

Deze fenomenen kunnen gegroepeerd worden in 5 clusters, namelijk: 1. Eigendomsdelicten (diefstal in woningen, gebouwen, handelszaken en voertuigen en diefstallen met geweld en bedreiging) 2. Ernstige geweldsmisdrijven (intrafamiliaal geweld, misdrijven tegen lichamelijke integriteit) 3. Vandalisme 4. Fraude 5. Drugsdelicten (dealen) Wij zullen onze acties specifiek richten op de eerste twee fenomenen in de vorm van een jaarlijks actieplan. Wat de ernstige geweldsmisdrijven betreft, beperken we ons tot intrafamiliaal geweld. Het bestrijden van misdrijven tegen de lichamelijke integriteit is moeilijker op een gecoördineerde manier aan te pakken. Wij nemen dit fenomeen wel mee als aandachtspunt, maar zullen geen specifiek actieplan hierrond opstellen. De drie overige fenomenen worden ook als aandachtspunt meegenomen.



87

3.2.3

Doelstellingen externe omgeving: verkeer

Uit de volgende bronnen blijkt dat verkeersveiligheid ook een prioritaire aanpak van de politiezone verdient: -

-

Cijfers verkeersongevallen Top 10 interventies: op 1ste plaats verkeersongeval met stoffelijke schade (455 interventies) Top 10 klachten en aangiften: op 1ste plaats verkeersongeval (301 feiten) Beleidsplan gemeente Dilbeek 2014-2019: verkeersveiligheid Verwachtingen van de provinciegouverneur voor 2013-2016: veilig verkeer o Niet dragen van de gordel, de helm en niet gebruiken van kinderzitjes o Overdreven snelheid o Rijden onder invloed van alcohol of andere drugs o GSM-gebruik aan het stuur Prioriteiten van de procureur des Konings: overdreven snelheid en sturen onder invloed van drank of drugs Nationaal veiligheidsplan 2012-2015: o Overdreven snelheid o Rijden onder invloed van alcohol of drugs o GSM-gebruik achter het stuur o Niet dragen van de gordel en niet gebruiken van kinderzitjes

Dit kan geclusterd worden als volgt: 1. Overdreven snelheid 2. Rijden onder invloed van alcohol of andere drugs 3. GSM-gebruik achter het stuur 4. Niet dragen van de gordel en niet gebruiken van kinderzitjes



88

Hieronder argumenteren we waarom we bepaalde veiligheidsfenomenen uit het Nationaal Veiligheidsplan niet hebben opgenomen in onze doelstellingen. Prioritaire veiligheidsfenomenen uit NVP 2012-2015 Diefstallen gewapenderhand Geweld in de publieke ruimte Drugs Illegale vuurwapenzwendel Terrorisme Intrafamiliaal geweld Mensenhandel en mensensmokkel Informaticacriminaliteit Fraude Inbraken in woningen en andere gebouwen

Waarom niet opgenomen? Opgenomen als aandachtspunt Vormt geen probleem op ons grondgebied* Dealen opgenomen als aandachtspunt Vormt geen probleem op ons grondgebied* Vormt geen probleem op ons grondgebied* Opgenomen als doelstelling Vormt geen probleem op ons grondgebied* Vormt geen probleem op ons grondgebied* Opgenomen als aandachtspunt Opgenomen als doelstelling

* Uit de scanning en analyse blijkt dat deze fenomenen zich in mindere mate voordoen op ons grondgebied. De federale politie vervult hierin haar rol en waar nodig nemen wij een informatieverstrekkende taak op. Indien in de toekomst zou blijken dat een fenomeen plots de kop opsteekt, zullen wij uiteraard gepast reageren (via projectwerking, reparatiepleisters,…).

Tijdens de zonale veiligheidsraad van 20 juni 2012 werd de nota van de heer Gert Scheerlinckx, waarnemend bestuurlijk directeur-coördinator van HalleVilvoorde, besproken. Hierin werden de fenomenen van het nationaal veiligheidsplan 2012-2015 vertaald naar het arrondissementele en het zonale niveau. Voor de politiezone Dilbeek gaat het om de volgende prioritaire fenomenen: - Mensensmokkel (as: E40 Brussel – kustregio, richting Groot-Brittannië) Dit fenomeen doet zich voor op het grondgebied dat toegewezen werd aan de WPR, het is dus in eerste instantie aan hen om dit aan te pakken. Aangezien de lokale politie Dilbeek er ook direct mee geconfronteerd wordt, zal dit meegenomen worden als aandachtspunt. - Diefstallen gewapenderhand De aanpak hiervan is geïntegreerd in het actieplan over diefstallen in gebouwen (en handelszaken). Tijdens de eindejaarsperiode worden extra toezichtsploegen ingezet, er worden affiches uitgedeeld aan de handelaars met een preventief oogpunt. Het aantal feiten is de laatste jaren gedaald, maar de politiezone Dilbeek blijft deze acties wel verder zetten. Dit is dus een aandachtspunt. - Import en export van cocaïne Dit is een fenomeen dat enkel van toepassing is op de nationale luchthaven en vormt een taak voor de FGP.



89

-

-

Polycriminele dadergroepen (Roemenen, Pakistani, zigeunergroepen en Bulgaren) Hierbij is het aan de zone zelf om uit te maken of zij geconfronteerd wordt met deze dadergroepen. In Dilbeek gaat het hierbij voornamelijk over zigeuners. Het draaiboek ter zake wordt hiervoor gebruikt, maar niet toegepast door het parket in Brussel. Het probleem hierbij is dat de meeste daders in Brussel wonen, maar hun feiten in de rand komen plegen. Daardoor vormt dit geen prioriteit voor Brussel want zij worden niet met de gevolgen geconfronteerd. Op dit moment is er geen sprake van een alomvattende aanpak. Intrafamiliaal geweld Hier is de boodschap om de reeds geleverde inspanningen verder te zetten.

De mogelijk aandachtspunten voor de politiezone Dilbeek zijn de volgende: - Mensenhandel: economische en seksuele uitbuiting Dit zal opgenomen worden in de reguliere werking, zonder verdere acties hieromtrent. - Rondtrekkers: inbraken in gebouwen Dit wordt uiteraard als een prioriteit beschouwd binnen de zone. Er is ook een actieplan aan gekoppeld. - Polycriminele dadergroepen: Marokkanen en Albanofonen Hiervoor zal worden nagegaan of de politiezone Dilbeek hiermee geconfronteerd wordt. - Bijkomende aandachtspunten Wat het openbaar vervoer betreft, is er op het grondgebied van Dilbeek niet veel sprake van agressief gedrag door de reizigers. De meeste feiten spelen zich af in Brussel. De overige prioriteiten van het nationaal veiligheidsplan werden ook overlopen, om te bepalen of deze ook binnen de politiezone Dilbeek van toepassing zijn. Wat terrorisme betreft, is er enkel sprake van de opvolging van de lijst van het AIK met de radicale groeperingen. Hierbij is het ook van belang dat de bevolking gesensibiliseerd wordt om oog te hebben voor eventueel radicaal gedrag. Op het vlak van overlast wordt een aanpak voorzien in samenwerking met de coördinator integrale veiligheid. Dit fenomeen kent een golvende tendens. Momenteel zijn er minder interventies voor overlast. Tijdens het dagelijks werkoverleg wordt bekeken of er zich iets heeft voorgedaan dat binnen het begrip overlast kan gerekend worden, om het op die manier in kaart te kunnen brengen.



90

3.2.4

Doelenboom 2014-2017

SUCCESBEPALENDE FACTOREN ‘Wij zijn succesvol wanneer… ’ 1... we bijdragen aan een veilige en leefbare omgeving

STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 2014-2017 1.1. Als partner in de veiligheidsketen dragen wij bij tot het stabiliseren en zo mogelijk terugdringen van de criminaliteitsfenomenen die objectief en subjectief de veiligheid en leefbaarheid in Dilbeek aantasten (verantwoordelijke onthaal en noodhulp)

1.2. Als partner in de veiligheidsketen dragen wij bij tot het bevorderen van de objectieve verkeersveiligheid in Dilbeek (verantwoordelijke toezien en handhaven)


TACTISCHE DOELSTELLINGEN 2014-2015 1.1.1. In de periode 2014-2015 dragen wij als partner in de veiligheidsketen bij tot het stabiliseren en zo mogelijk terugdringen van de woninginbraken, inbraken in handelszaken en diefstallen uit voertuigen in Dilbeek t.o.v. het gemiddelde van de periode 2012-2013 (verantwoordelijke onthaal en noodhulp) Indicator: aantal woninginbraken, aantal inbraken in handelszaken, aantal diefstallen uit voertuigen 1.1.2. In de periode 2014-2015 treden onze medewerkers in het raam van intrafamiliaal geweld op conform het draaiboek IFG (verantwoordelijke jeugd en gezin) Indicator: % correct ingevulde standaard pv’s, aantal opgestarte dossiers bij CAW t.o.v aantal pv’s IFG 1.2.1. In de periode 2014-2015 controleren wij jaarlijks minimum 76.810 voertuigen op hun snelheid via een bemande controle (operationeel verantwoordelijke verkeer) Indicator: aantal voertuigen gecontroleerd op snelheid via bemande controle 1.2.2. In de periode 2014-2015 nemen wij jaarlijks minimum 2.298 ademtesten af om te controleren op alcoholgebruik aan het stuur (operationeel verantwoordelijke verkeer) Indicator: aantal afgenomen ademtesten tijdens controle op alcoholgebruik aan het stuur 1.2.3. In de periode 2014-2015 dragen wij als partner in de veiligheidsketen bij tot de verkeersveiligheid in de schoolomgeving (operationeel verantwoordelijke verkeer) Indicator: aantal controles op fietsen en bromfietsen, aantal verkeerstrainingen in scholen, aantal controles op het gebruik van gordel, gsm, kinderzitjes en parkeren in schoolomgeving


91

SUCCESBEPALENDE FACTOREN ‘Wij zijn succesvol wanneer… ’ 2. … we de juiste richting uitgaan met onze organisatie

STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 2014-2017 2.1 Tegen eind 2017 is onze organisatie geënt op een visiegedreven leiderschap (korpschef)

3 …we resultaatsgericht werken

3.1. Tegen eind 2017 optimaliseren wij onze interne en externe operationele informatiedoorstroming (verantwoordelijke informatiebeheer)

4 … onze medewerkers bekwaam zijn

4.1. Tegen eind 2017 verhogen wij de bekwaamheid (deskundigheid en expertise) van onze medewerkers (verantwoordelijke personeel en logistiek)

5 … we onze middelen zo efficiënt mogelijk plannen en inzetten

5.1. Tegen eind 2017 hanteren wij een onderbouwd middelenbeleid – financieel beleid (verantwoordelijke personeel en logistiek)

TACTISCHE DOELSTELLINGEN 2014-2015 2.1.1 Tegen eind 2015 zetten wij de politiezone Dilbeek op de kaart op een positieve, originele en motiverende manier (beleidsmedewerker) 2.1.2 Tegen eind 2015 werken wij een implementatietraject uit voor een visiegedreven leiderschap binnen onze organisatie (beleidsmedewerker) 3.1.1 Tegen eind 2015 optimaliseren wij onze interne operationele informatiedoorstroming (verantwoordelijke informatiebeheer) 3.1.2 Tegen eind 2015 optimaliseren wij onze externe operationele informatiedoorstroming (verantwoordelijke informatiebeheer) 4.1.1 Tegen eind 2015 beschikken wij over een uitgewerkt competentieontwikkelingsplan (verantwoordelijke personeel en logistiek) 4.1.2 Tegen eind 2015 hebben wij het opleidingsplan geëvalueerd en geoptimaliseerd (verantwoordelijke personeel en logistiek) 5.1.1. Tegen eind 2015 beschikken wij over een meerjarenplanning waarbij onze middelen (mensen en materiaal) afgestemd zijn op onze doelstellingen (verantwoordelijke personeel en logistiek) 5.1.2 Tegen eind 2017 beschikken wij over een inventaris van het materiaal (verantwoordelijke personeel en logistiek)

Voor de doelstellingen op het vlak van interne werking is het veel moeilijker om een indicator te bepalen. Het gaat veeleer over kwalitatieve doelstellingen, waarbij een bestaand instrument of proces verbeterd wordt, of een nieuw instrument of proces ingevoerd wordt. Het is niet zo eenvoudig om zwart-wit te stellen dat de doelstelling al dan niet behaald wordt vanaf de eerste implementatie. Vaak is dit een geleidelijk proces. Wij zullen wel telkens deze strategische en tactische doelstellingen verfijnen aan de hand van actieplannen en stappenplannen waarbij eveneens operationele doelstellingen geformuleerd worden, die vaak zeer concreet zijn en dus eenvoudiger te evalueren. Politiezone Dilbeek ZPP 2014-2017


92

4 Hoofdstuk 4: Het communicatiebeleid 4.1

Externe communicatie

4.1.1

Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2013

Tijdens de vorige beleidsperiode hebben we werk gemaakt van het vernieuwen van onze website. Sinds eind 2009 maken we gebruik van de Joomla-tool die ons ter beschikking wordt gesteld via de Vaste Commissie van de Lokale Politie. Hierop plaatsen we een dagelijks persbericht, alleen te raadplegen voor de geregistreerde pers. Ook posten we regelmatig een artikel op de voorpagina over onze resultaten van onze actieplannen, preventietips, nieuwigheden over onze werking, verkeersnieuws,… Daarnaast publiceren we regelmatig een artikel in het gemeentelijke infoblad. Daarbij gaat het onder meer over de voorstelling van een dienst (wijkwerking, onthaal, slachtofferbejegening,…), het jaarverslag, tussentijdse resultaten van onze acties,… Sinds januari 2013 stellen we een maandelijks overzicht op van de werking van onze functionaliteiten. Dit zogenaamde dashboard gebruiken we enerzijds om onze diensten op te volgen en anderzijds als rapportering aan onze bestuurlijke overheid (de burgemeester). Momenteel voelen we geen behoefte om extra te investeren in onze externe communicatie, maar zullen we verder blijven werken op dit elan.



93

4.1.2

Doelstellingen betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2014-2017

Heel wat van de onderstaande intenties worden nu ook al in de praktijk omgezet. Wij zullen ze, waar nodig, optimaliseren en blijven toepassen in de toekomst. Belanghebbende Overheden

Klanten Partners Maatschappij


Doelstellingen m.b.t. externe communicatie  voorstelling en goedkeuring zonaal politieplan in zonale veiligheidsraad  voorstelling zonaal politieplan in gemeenteraad en gemeenteraadscommissie  maandoverzicht resultaten actieplannen en reguliere werking  jaarlijkse rapportering actieplannen in zonale veiligheidsraad  zonaal politieplan op website  jaarverslag op website, in bibliotheek,...  kopie van zonaal politieplan  overleg omtrent invulling actieplannen  zonaal politieplan op website  jaarverslag op website, in bibliotheek,...  artikels in lokale pers omtrent acties  persconferenties  artikels in gemeentelijk informatieblad


94

4.2

Interne communicatie

4.2.1

Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2013

Om onze interne communicatie te verbeteren, werd het intranet volledig herwerkt. Sinds 2012 hebben we ons intranet ook via de Joomla-tool uitgewerkt, net als onze website. Hierdoor is het gemakkelijk voor onze medewerkers om hun weg te vinden op zowel het intranet als de website. Ook het plaatsen van artikels gebeurt op dezelfde manier op beide fora, wat eenvoudiger is voor de redacteurs. We proberen de ‘mails to all’ op die manier zoveel mogelijk te beperken. De informatie die voor iedereen in het korps bestemd is, wordt gepubliceerd op de voorpagina van het intranet. Wel is het noodzakelijk om hier permanent rond te sensibiliseren. 4.2.2

Doelstellingen betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2014-2017

Ook op het vlak van de interne communicatie gaan we verder op de reeds ingeslagen weg. Belanghebbende Medewerkers


Doelstellingen m.b.t. interne communicatie  voorstelling zonaal politieplan tijdens algemene vergadering  zonaal politieplan op intranet  opvolging doelstellingen in managementteam  verantwoordelijken koppelen aan doelstellingen (via planningsgesprekken)  rapporteringsverslagen op intranet  jaarverslag op intranet


95

5 Hoofdstuk 5: Goedkeuring van het plan 5.1

Verbeteren en vernieuwen

Op 3 december 2008 ontvingen wij een schrijven van de FOD Binnenlandse Zaken waarin ons zonaal politieplan 2009-2012 werd goedgekeurd. De argumentatie en de verbeterpunten hebben wij integraal opgenomen in dit plan en waar nodig hebben wij bijgestuurd bij het opstellen van dit nieuwe plan.

5.2

Goedkeuring

Voor kennis van het bovenstaande en voor akkoord over het huidige zonaal politieplan 2014-2017 van de politiezone Dilbeek. Burgemeester De heer Willy Segers

Procureur des Konings De heer Bruno Bulthé

Korpschef De heer Patrick De Bruyn

Bestuurlijk directeur-coördinator Mevrouw Liesbeth Van Isterbeek

Gerechtelijk directeur De heer Frederik Verspeelt

Arrondissementscommissaris De heer Michel Cornelis

Preventieambtenaar Mevrouw Marrit Volckaert



96

6 Verspreidingslijst Ons zonaal politieplan 2014-2017 wordt overgemaakt aan de volgende personen: -

De minister van Binnenlandse Zaken Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid

-

De minister van Justitie Federale Overheidsdienst Justitie Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid

-

De voorzitter van de zonale veiligheidsraad Burgemeester van Dilbeek De heer Willy Segers

-

De procureur des Konings van Brussel De heer Bruno Bulthé

-

Eerst substituut van de procureur des Konings Leiding sectie ‘rand’ Mevrouw Anita Van Molle

-

Eerste substituut van de procureur des Konings Referentiemagistraat voor Dilbeek De heer Jozef Colpin

-

De bestuurlijke directeur-coördinator Mevrouw Liesbeth Van Isterbeek

-

De gerechtelijke directeur De heer Frederik Verspeelt



97

-

De provinciegouverneur van Vlaams-Brabant De heer Lodewijk De Witte

-

De arrondissementscommissaris De heer Michel Cornelis

-

De preventieambtenaar van Dilbeek Mevrouw Marrit Volckaert

-

De gemeenteraadsleden van Dilbeek

-

De medewerkers van de lokale politie Dilbeek (beschikbaar via intranet)

-

De overheid belast met het administratief toezicht

-

De verbindingsambtenaar van de politie bij de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant Mevrouw Betty Swerts

-

De directeur van het Communicatie en Informatiecentrum Vlaams-Brabant Mevrouw Nadine Bergmans

-

De korpschefs van de omliggende politiezones o de heer Kurt Tirez (AMOW) o de heer Johan De Becker (Brussel West) o de heer Alphonse Peeters (Brussel Zuid) o de heer Mark Crispel (Sint-Pieters-Leeuw) o de heer Johan Vanwezer (Halle) o de heer Marc Hellinckx (Pajottenland) o de heer Eric Uyttersprot (TARL)



98

ZONAAL POLITIEPLAN* POLITIEZONE DILBEEK

Recommend Documents