ZITTING VAN 16 SEPTEMBER 2010 AANWEZIG: Paul DE SCHEPPER, voorzitter; Diane DE TURCK, Lutgarde GEEROMS, Lieven MEERT, Bart MIGNON, Renaat RAES, Willy SCHOONJANS, Hubert SOENS, Annita SONCK, Alain TRIEST, Lutgarde VAN DEN BRANDE, leden; Carine COPPENS, secretaris;
AFWEZIG: Rudy CORYN, afgevaardigde schepen.
VERONTSCHULDIGD:
De Voorzitter opent de vergadering te 20 u. Vervolgens gaat men over tot de behandeling van volgende punten van de agenda: AGENDA: OPENBAAR De notulen van de openbare zitting van 24 juni 2010 worden met éénparigheid van stemmen goedgekeurd. PERSONEEL 1. VASTSTELLING NIEUWE PERSONEELSFORMATIE
De raad; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008; gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2004 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het sectoraal akkoord van 18 juni 1993 waarbij een globaal akkoord gesloten werd dat betrekking heeft op een algemene herziening van de weddenschalen, gekoppeld aan gemeenschappelijke krachtlijnen voor het administratief en geldelijk statuut van het personeel, zoals vervat in de omzendbrief BA. 93/07 van 14 juli 1993 en latere omzendbrieven;
gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op de raadsbeslissing van 7 juli 1994 houdende princiepsbeslissing betreffende toepassing algemene weddenschaalherziening gekoppeld aan de gemeenschappelijke krachtlijnen voor een samenhangend personeelsbeleid in de lokale en regionale besturen en vaststelling uitvoeringsdatum op 1 januari 1994, nadien gewijzigd naar 1 januari 1996; gelet op de raadsbeslissing van 16 november 2000 houdende vaststelling van de personeelsformatie, goedgekeurd bij MB van 24 januari 2001; gelet op de raadsbeslissing van 15 februari 2001 houdende rechtzetting van materiële vergissingen en onvolkomenheden; gelet op het MB van 25 april 2001 houdende niet goedkeuring van artikel 1 van het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 15 februari 2001 betreffende de aanpassingen aan de personeelsformatie; gelet op de raadsbeslissing van 5 juli 2001 betreffende de personeelsformatie houdende aanpassingen, rechtzetting materiële vergissingen en onvolkomenheden, gelet op het MB van 7 september 2001 houdend goedkeuring van het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 5 juli 2001, gelet op de raadsbeslissing van 26 mei 2004 waarbij ingevolge de opgelegde wettelijke en decretale normen en ingevolge nieuwe opties genomen in de beleidsnota van de nieuwe OCMW-raad, verder uitgetekend in het meerjarenplan 2003-2008, bijkomend nieuwe functies werden voorzien of bestaande functies geheroriënteerd worden, waardoor een aantal aanpassingen aan de bestaande personeelsformatie gebeurden en waarbij ter gelegenheid van de kaderwijziging nog enkele anomalieën rechtgezet werden; gelet op de raadsbeslissing van 1 juli 2004 houdende wijziging personeelsformatie: rechtzetting; gelet op het MB van 3 augustus 2004 houdende de gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 mei 2004, zoals gewijzigd bij besluit van 1 juli 2004, houdende wijziging van de personeelsformatie van het OCMW; gelet op de raadsbeslissing van 26 augustus 2004 houdende kennisgeving gedeeltelijke goedkeuring wijziging personeelsformatie – rechtzetting; gelet op de raadsbeslissing van 8 december 2005 houdende aanpassing van de personeelsformatie en statuten; gelet op de raadsbeslissing van 8 december 2005 houdende de kennisname van de gecoördineerde personeelsformatie; gelet op de raadsbeslissing van 23 maart 2006 houdende kennisgeving van het schrijven van 7 februari 2006 van de heer Provinciegouverneur houdende akteneming van het raadsbesluit van 8 december 2005 houdende aanpassing personeelsformatie en statuten;
overwegende dat naar aanleiding van enerzijds de uitvoering van de meerjarenplanning 2009-2013 en anderzijds de verhuis naar het nieuw woonzorgcentrum de noodzaak ontstaan is om een volledig nieuwe personeelsformatie vast te leggen en dit, zowel voor het personeel van het nieuw woonzorgcentrum als voor het personeel van het gebouw de Cooman; overwegende dat het volgende diensten betreft voor het nieuw woonzorgcentrum Klateringen: de directie en de administratie, het verplegend en verzorgend personeel, het paramedisch personeel, de animatie, de keuken, de dienst maaltijden aan huis, het onderhoud en de wasserij; overwegende dat het volgende diensten betreft voor het gebouw “De Cooman”: de algemene administratie, het secretariaat, het sociaal huis, de sociale dienst, de financiële dienst, het schoonmaakpersoneel en de poetsdienst aan huis; overwegende dat de technische dienst een overkoepelende dienst is die zowel instaat voor het onderhoud van de beide gebouwen en de serviceflats; overwegende dat voorafgaandelijk alle boven vermelde raadsbeslissingen houdende vaststelling en wijziging van de personeelsformatie opgeheven dienen te worden voor de toekomst, zodat kan overgegaan worden tot de vaststelling van de nieuwe personeelsformatie; overwegende dat de personeelsformatie voor het nieuw woonzorgcentrum gebaseerd is op een rapport van het studiebureau PROBIS van 25 april 2008, waarbij voor het toekomstig personeelskader van het nieuw woonzorgcentrum, uitgaande van een scenario van 68% zorgbehoefte, het noodzakelijke personeel berekend wordt en dit telkens volgens de normen en volgens de werkdrukmeter van PROBIS ; overwegende dat ingevolge nieuw genomen beleidsopties, verder uitgetekend in het meerjarenplan 2009-2013, en ingevolge de verdere professionalisering van de algemene administratie in het Gebouw de Cooman naar personeelsformatie en bezetting toe verder ook zoals vermeld in het verslag aan de Raad, nog wijzingen aan de personeelsformatie nodig zijn; overwegende dat een herschikking van statutaire en contractuele functies noodzakelijk is; overwegende dat de meerkost van deze personeelsformatie volledig werd voorzien in het meerjarenplan 2009-2013 en in het budget 2009 en het budget 2010; overwegende dat de nieuwe functies gespreid over de periode 2009 – 2013 ingevuld zullen worden; gelet op het verslag aan de raad; gelet op het éénparig gunstig advies van het Overlegcomité OCMW/gemeente van 18 mei 2010; overwegende dat de personeelsformatie besproken is in het Bijzonder Onderhandelingscomité Stad/OCMW en syndicaten op 14 juni en 29 juni 2010 wat resulteerde in een protocol van niet-akkoord; op voorstel van de voorzitter;
besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1. Worden opgeheven voor de toekomst: -
-
-
-
-
de raadsbeslissing van 7 juli 1994 houdende princiepsbeslissing betreffende toepassing algemene weddenschaalherziening gekoppeld aan de gemeenschappelijke krachtlijnen voor een samenhangend personeelsbeleid in de lokale en regionale besturen en vaststelling uitvoeringsdatum op 1 januari 1994, nadien gewijzigd naar 1 januari 1996 de raadsbeslissing van 16 november 2000 houdende vaststelling van de personeelsformatie; de raadsbeslissing van 15 februari 2001 houdende rechtzetting van materiële vergissingen en onvolkomenheden; de raadsbeslissing van 17 mei 2001 houdende de kennisname door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het MB van 25 april 2001 houdende niet goedkeuring van artikel 1 van het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 15 februari 2001 betreffende de aanpassing van de personeelsformatie; raadsbeslissing van 5 juli 2001 betreffende de personeelsformatie houdende aanpassingen, rechtzetting materiële vergissingen en onvolkomenheden; de raadsbeslissing van 11 oktober 2001 houdende de kennisname door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het MB van 7 september 2001 houdende goedkeuring van het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 5 juli 2001 betreffende de aanpassing van de personeelsformatie; de raadsbeslissing van 26 mei 2004 waarbij ingevolge de opgelegde wettelijke en decretale normen en ingevolge nieuwe opties genomen in de beleidsnota van de nieuwe OCMW-raad, verder uitgetekend in het meerjarenplan 2003-2008, bijkomend nieuwe functies werden voorzien of bestaande functies geheroriënteerd worden, waardoor een aantal aanpassingen aan de bestaande personeelsformatie gebeurden en waarbij ter gelegenheid van de kaderwijziging nog enkele anomalieën rechtgezet werden; de raadsbeslissing van 1 juli 2004 houdende wijziging personeelsformatie: rechtzetting; de raadsbeslissing van 26 augustus 2004 houdende kennisgeving gedeeltelijke goedkeuring wijziging personeelsformatie – rechtzetting; de raadsbeslissing van 8 december 2005 houdende aanpassing van de personeelsformatie en statuten; de raadsbeslissing van 8 december 2005 houdende de kennisname van de gecoördineerde personeelsformatie; de raadsbeslissing van 23 maart 2006 houdende kennisgeving van het schrijven van 7 februari 2006 van de heer Provinciegouverneur houdende akteneming van het raadsbesluit van 8 december 2005 houdende aanpassing personeelsformatie en statuten. Art. 2 De organieke en de uitdovende personeelsformatie van het OCMW Ninove wordt vastgesteld als volgt en ingedeeld per niveau: Toekomstige organieke formatie Alle betrekkingen worden voorzien in voltijdse equivalenten maar kunnen halftijds bezet worden.
FUNCTIE
Contractueel
OCMWdecreet
1
Art. 103 § 2 °6
Graad
Statutair
BSKL19 BOKL19
1 1
2
2
A1a-3a A1a-3a A1a-3a A1a-3a
1 1 1 1
4
4
Systeemverantwoordelijke
B1-3
1
Preventieadviseur Deskundige secretariaat - Archief Human resources - verantwoordelijke Hoofdboekhouder Boekhouder Diensthoofd sociale dienst
B1-3 B1-3 B1-3 B4-5 B1-3 B4-5
Maatschappelijk werker
B1-3
3* + 6 + 1°
Budgetbegeleider
B1-3
2 + 2°
Arbeidstrajectbegeleider
B1-3
2 + 1°
Verantwoordelijke opnamebeleid - Serviceflats
B1-3
1,5
Afdelingsverantwoordelijke WZC
BV5
DECRETALE GRADEN Secretaris Financieel beheerder
Totaal: Niveau A Diensthoofd algemene administratie Communicatieambtenaar Kwaliteitscoördinator/hoofd bewonerszorg Directeur woonzorgcentrum
Totaal: Niveau B
1 1 1 1 1
1
2* + 1
Bachelor in de verpleegkunde
BV1-3
1* + 5
Kinesitherapeut
BV1-3
2
Ergotherapeut
BV1-3
2
Voedingsdeskundige
BV1-3
0,5°
Totaal:
40
7
C1-3 C1-3 C1-3 C1-3 C1-3 C1-3 C1-3
1 1° 2 + 2° 1 + 1° 1 + 1° 0,26
Niveau C Medewerker secretariaat / archief Medewerker secretariaat Medewerker financiële dienst Medewerker economaat Medewerker personeelsdienst Medewerker patrimonium Medewerker administratie sociale dienst
33
Art. 103 § 2 °8 Art. 103 § 2 °8 Art. 103 § 2 °8 Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °7
Medewerker onthaal - Algemene administratie Onthaalbeambte Sociaal Huis
C1-3 C1-3
Medewerker woonzorgcentrum Technisch beambte
C1-3 C1-3
Gegradueerd verpleegkundige (A2)
1 1
Art. 103 § 2 °7
C3-4
4* + 9
Art. 103 § 2 °7
Zorgkundige
C1-2
15* + 26 + 3°
Animator
C1-2
0,5* + 2,5
Kok
C1-3
1* + 1
Totaal:
1
75,26
12,26
Bediende secretariaat Bediende financiële dienst Bediende personeelsdienst
D1-3 D1-3 D1-3
1
Bediende woonzorgcentrum
D1-3
2*
Hulpkok
D1-3
1* + 1
Verzorgende - bedeler warme maaltijden
D1-3
4*
Vakman Ploegbaas schoonmaak Ploegbaas wasserij
D1-3 D1-3 D1-3
4*
Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °7 en °9
63
Niveau D
Totaal:
13
1
12
26,26
108
Niveau E Keukenhulp Werkman Hulp wasserij Schoonmaker
E1-3 E1-3 E1-3 E1-3
Totaal: Algemeen totaal FTE: * Overgangskader – Blokkeringmechanisme (zie overgangsformatie) ° contractuele/statutaire betrekkingen ingevuld door gesco’s Nieuwe functies VET= Nieuwe benamingen/ wijzigende equivalenten Gesco-betrekkingen
134,26
Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °7 en °9 Art. 103 § 2 °7 Art. 103 § 2 °9
Gesco - contingent
FUNCTIE
Graad
Contract
Graad
Gesco
Medewerker administratie sociale dienst
C1-3
2
Medewerker onthaal - Algemene administratie
C1-3
1
FUNCTIE
Niveau C
Totaal:
3
Niveau D Bediende secretariaat Bediende financiële dienst Bediende personeelsdienst Ploegbaas schoonmaak
1 1 1 1 0,5
D1-3 D1-3 D1-3 D1-3
Ploegbaas wasserij
D1-3 Totaal:
4,5
Niveau E Keukenhulp Werkman Hulp wasserij
2* + 2 1* 1,5 + 0,5°° 3*+6,5°°+17
E1-3 E1-3 E1-3
Schoonmaker
E1-3 Totaal:
33,5
Algemeen totaal FTE:
41
Sociale maribel - contingent FUNCTIE in de organieke formatie Communicatieambtenaar
Graad
FTE
Sociale Maribel
A1a-3a
1
Binnen kader
Totaal:
1
Human resources-verantwoordelijke
B1-3
1
Binnen kader
Maatschappelijk werker
B1-3
3
Binnen kader
Arbeidstrajectbegeleider
B1-3
0,5
Binnen kader
Binnen kader
Totaal:
4,5
Medewerker financiële dienst
C1-3
1
Medewerker economaat
C1-3
1
Medewerker personeelsdienst
C1-3
1
Binnen kader
Medewerker woonzorgcentrum
C1-3
1
Binnen kader
Totaal:
Binnen kader
4
Keukenhulp
E1-3
1,5
Buiten kader
Werkman
E1-3
1
Buiten kader
Hulp wasserij
E1-3
0,5
Schoonmaker woonzorgcentrum
E1-3
5
Schoonmaker PAH
E1-3
1,5
Buiten kader
Logistiek assistent
E1-3
2
Buiten kader
Totaal: Algemeen totaal FTE:
11,5 21
Binnen kader Buiten kader
Overgangsformatie per niveau:
FUNCTIE af te schaffen - uitdovend
Graad
FTE
Statuut
FUNCTIE in de organieke formatie
A1.94
1
statutair
-
-
-
-
B1-3 BV5
3 2
contactueel contractueel
BV1-3
1
contractueel
Graad
FTE
Statuut
Niveau A Diensthoofd apotheek / ondersteunende diensten
Totaal:
1
Niveau B Maatschappelijk werker Hoofdverpleegkundige Gegradueerde verpleegkundige
B1-3 BV5
3 2
statutair statutair
Maatschappelijk werker Afdelingsverantwoordelijke WZC
BV1-3
1
statutair
Bachelor in de verpleegkunde
6
6
Niveau C Preventiemedewerker Gediplomeerde verpleegkundigen Verpleegassistente
C1-3 C3-4 C2-3
4 3
statutair statutair
Verzorgende Verzorgende/ Bejaardenhelpster Verzorgende Animator Kok
C1-2
4
statutair
C1-2 C1-2 C1-3 C1-3
4 7 0,5 1
tijd. statutair statutair statutair statutair
Totaal:
1
statutair
dooft uit zonder blokkering
Gegradueerde verpleegkundige (A2) Zorgkundige Verzorgende - bedeler warme maaltijden Zorgkundige Zorgkundige Animator kok
-
-
-
C3-4 C1-2
4 3
contractueel contractueel
D1-3
4
contractueel
C1-2 C1-2 C1-2 C1-3
4 7 0,5 1
contractueel contractueel contractueel contractueel
24,5
23,5
Niveau D Vakman
D1-3
4
statutair
Vakman
D1-3
4
contractueel
Hulpkok Kapper vrouwen Kapper mannen Bediende instellingen Verpleeghulp
D1-3 D1-3 D1-3 D1-3 D1-3
1 0,52 0,26 1 1
Totaal:
statutair statutair statutair statutair tijd. statutair
Hulpkok dooft uit zonder blokkering dooft uit zonder blokkering
Medewerker woonzorgcentrum Zorgkundige
D1-3 D1-3 C1-2
7,78
1 1 1
contractueel contractueel contractueel
7
Niveau E Werkman Schoonmaker
E1-3 E1-3
Schoonmaker Keukenhulp Keukenhulp ½ Uitbater cafétaria –
E1-3 E1-2 E1-3 E1 met gewaarborgde weddetrap E1-3
½ Wasvrouw Naaister
statutair statutair
1,5 1 2 1
statutair contractueel ingevuld statutair statutair statutair
1
statutair
dooft uit zonder blokkering
Medewerker administratie
Medewerker administratie Bediende woonzorgcentrum dooft uit zonder blokkering dooft uit zonder blokkering
C1-3
3
statutair
C1-3 D1-3 -
1,5 1 -
statutair contractueel -
-
-
-
dooft uit zonder blokkering
Totaal: Algemeen totaal FTE:
1 3
dooft uit zonder blokkering
10,5
5,5
49,78
42,0
Art. 3 De huidige bezetting en de toekomstige formatie
HUIDIGE FORMATIE EN BEZETTING FUNCTIE
Graad
Statutair
DECRETALE GRADEN Secretaris
Contractueel
TOEKOMSTIGE FORMATIE Gesco
FUNCTIE
Graad
Statutair
BSKL19
1
DECRETALE GRADEN BSKL19
1
Secretaris
Contractueel
Gesco
Ontvanger Totaal:
BOKL19
1
2
2
Financieel beheerder
BOKL19
1
2
2
Diensthoofd algemene administratie Communicatieambtenaar
A1a-3a A1a-3a
1 1
Kwaliteitscoördinator/ hoofdbewonerzorg
A1a-3a
1
A1a-3a
1
4
4
B1-3 B1-3
1
Totaal:
Niveau A
Niveau A
Bestuurssecretaris Communicatieambtenaar
Rusthuisdirecteur Totaal:
A1a-3a A1a-3a
1 1
A1a-3a
1
3
3
B1-3 B1-3
1 1*
Directeur woonzorgcentrum Totaal:
Niveau B Systeemverantwoordelijke Hoofd veiligheid / VGV
Niveau B Systeemverantwoordelijke Preventieadviseur Deskundige secretariaat Archief
Human resources verantwoordelijke
1
B1-3
1
B1-3 B4-5 B1-3
1 1 1 1
B1-3
1
Boekhouder Diensthoofd sociale dienst
B1-3
1
Human resources verantwoordelijke Hoofdboekhouder Boekhouder
B4-5
1
Diensthoofd sociale dienst
B4-5
Maatschappelijk werker Budgetbegeleider Arbeidstrajectbegeleider Dagelijks verantwoordelijke
B1-3 B1-3 B1-3
3
B1-3 B1-3 B1-3
3* + 6 + 1° 2 + 2° 2 + 1°
B4-5 B4-5 / BV5
1
B1-3
1,5
BV1-3 BV1-3 BV1-3 BV1-3 B1-3 BV1-3
2 1
Maatschappelijk werker Budgetbegeleider Arbeidstrajectbegeleider Verantwoordelijke opnamebeleid - Serviceflats Afdelingsverantwoordelijke WZC Bachelor in de verpleegkunde Kinesitherapeut Ergotherapeut Voedingsdeskundige
Hoofdverpleegkundige Gegradueerde verpleegkundige Kinesitherapeut Ergotherapeut Diëtiste Kwaliteitscoördinator Logopedist
3 1
1 2 1
3
0,5 2 x 0,5 1
0,5 0,5
BV5 BV1-3 BV1-3 BV1-3
1
2* + 1 1* + 5 2 2 0,5
Totaal: Niveau C Medewerker secretariaat / archief Medewerker secretariaat Medewerker financiële dienst Medewerker economaat Medewerker personeelsdienst Medewerker patrimonium Medewerker administratie sociale dienst
16
5
6
5
Totaal:
41
7
1
Niveau C Medewerker secretariaat / archief Medewerker secretariaat
C1-3 C1-3
1 1°
C1-3 C1-3
1
C1-3 C1-3
2 1
2 1
Medewerker financiële dienst Medewerker economaat
C1-3 C1-3
2 + 2° 1+ 1°
C1-3 C1-3
1 0,26
1
Medewerker personeelsdienst Medewerker patrimonium
C1-3 C1-3
1 + 1° 0,26
Medewerker administratie sociale dienst
C1-3
2 1*
C1-3
2
C1-3
1
Medewerker onthaal Algemene administratie
C1-3
C1-3
1
Onthaalbeambte Sociaal Huis
C1-3
1
C1-3 C1-3
1 1
C1-3 C1-3
1
C3-4
4
Verzorgende Animator Animator
C1-2 C1-3 C1-2
9 0,5
Kok
C1-3
2
79,51
23,76
D1-3
1
Medewerker onthaal Onthaalbeambte Sociaal Huis Medewerker administratie instellingen Technisch medewerker Gediplomeerd verpleegkundige
Totaal:
Medewerker woonzorgcentrum Technische beambte Gegradueerde verpleegkundige (A2)
14 25 + (6 x 0,5)
4
2,75 44,75
1
4* + 9 15* + 26 + 3°
C3-4
Zorgkundige
C1-2
Animator
C1-2
Kok
C1-3
11
Niveau D Bediende secretariaat Bediende financiële dienst Bediende personeelsdienst Bediende admin. instellingen Hulpkok
34
Totaal:
0,5* + 2,5 1* + 1
78,26
12,26
Bediende secretariaat
D1-3
1
63
3
Niveau D
1
D1-3
1
Bediende financiële dienst
D1-3
1
D1-3
1
Bediende personeelsdienst
D1-3
1
Bediende woonzorgcentrum Hulpkok
D1-3 D1-3
D1-3 D1-3
1 1
1
2* 1* + 1
Vakman
D1-3
Totaal:
10
4
7
1
Verzorgende - bedeler warme maaltijden Vakman Ploegbaas schoonmaak
D1-3 D1-3 D1-3
Ploegbaas wasserij
D1-3
2
Niveau E
Totaal:
17,5
4* 4* 1 0,5 1
12
4,5
Niveau E
Uitbater cafétaria Bedeler(ster) warme maaltijden
E1-3
(2 x 0,5)
E1-3
Keukenhulp Werkman Naaister
E1-3 E1-3 E1-3
(5 x 0,5) 3 + (1 x 0,5)
Wasvrouw
E1-3
Schoonmaker
E1-3
5
5 + (9 x 0,5)
1,5 7+ (22 x 0,5)
50
10
17
23
Totaal:
160,51
50,76
68,75
41
Algemeen totaal FTE:
Totaal: Algemeen totaal FTE:
3 1 1
0,5
* Blokkeringsmechanisme ° Contractuele/statutaire betrekking ingevuld door gesco’s °° Gesco betrekking contractueel ingevuld
Art. 4 Het organogram wordt in bijlage toegevoegd.
(2 x 0,5) 2 + (1 x 0,5)
Keukenhulp Werkman
E1-3 E1-3
2* + 2 1*
Hulp wasserij
E1-3
1,5 + 0,5°°
Schoonmaker
E1-3
3* + 6,5°° + 17
33,5
33,5
176,26
26,26
109
41
2. AANPASSING VAN DE SALARISSCHAAL VAN DE OCMW-SECRETARIS NAAR AANLEIDING VAN HET SECTORAAL AKKOORD 2008/2013
De Raad, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van 25 oktober 2007 van de gemeenteraad van Ninove houdende de wijziging van de weddenschaal van gemeentesecretaris en gemeenteontvanger ; gelet op het besluit van de gemeenteraad van 25 oktober 2007 houdende invoering van de verkorte loopbaan gespreid over 15 jaar met terugwerkende kracht tot 1 januari 1996, datum van invoering van de algemene weddenschaalherziening; gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn 22 november 2007 houdende aanpassing van de salarisschalen van de OCMW-secretaris en de OCMWontvanger ; gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen ; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het besluit van gemeenteraad van 18 december 2008 waarbij de nieuwe rechtspositieregeling voor het stadspersoneel goedgekeurd werd; gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 maart 2009 houdende kennisname van de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 houdende de invoering van de rechtspositieregeling; gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 april 2009 houdende de beslissing betreffende de toepassing van de gemeentelijke rechtspositieregeling op de specifieke graden van het OCMW-personeel; overwegende dat het sectoraal akkoord 2008-2013 bepaalt dat vanaf 1 januari 2009 de minimum- en de maximumgrenzen per inwonersaantal van de salarisschalen van de graad van gemeentesecretaris verhoogd worden waarbij wordt gekozen voor een nieuwe organieke indeling in negen klassen op basis van het inwoneraantal; overwegende dat in de nieuwe organieke salarisschalen, vanaf klasse 3, een verhoging verwerkt is van 3,5%, is te rekenen vanaf de nulde trap;
overwegende dat de periodieke salarisverhogingen vanaf dan ook op evenredige wijze gespreid worden over 15 jaar waarmee de keuzemogelijkheid tussen 23 en 15 jaar, vervalt; overwegende dat de OCMW-secretarissen met ingang van 1 januari 2009 recht hebben op klassenindeling en salarisschalen van het sectoraal akkoord 2008-2013, waarbij een organieke opslag van 3,5 % gegarandeerd is en dat de periodieke salarisverhogingen vanaf dan op evenredige wijze gespreid worden over 15 jaar; overwegende dat de salarisverhoging voor de gemeentesecretaris en de OCMWsecretaris in dit sectorale akkoord aansluit bij het gewijzigde profiel van die functies in de organieke decreten; gelet op het besluit van de gemeenteraad van 18 juni 2009 betreffende aanpassingen aan de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel ; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 met ingang van 1 januari 2009 wordt volgende salarisschaal van de OCMW-secretaris vastgesteld :
Art. 2 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet).
3. DEFINITIEVE GOEDKEURING INVOERING AANVULLEND PENSIOENSTELSEL VOOR DE CONTRACTUELE PERSONEELSLEDEN: GOEDKEURING KADERREGLEMENT EN BESTEK RSZPPO
De Raad; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008;
gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid; gelet op het protocol 148/2 van 18 juli 2005 houdende het sectoraal akkoord voor de federaal gefinancierde gezondheidssectoren publieke sector, meer bepaald punt 9, waar voor de personeelsleden van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen in specifieke plannen voor een tweede pensioenpijler voor contractuelen werden voorzien; gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité Cl van 19 november 2008; gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractuelen en het model van raadsbesluit die werden goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité Cl van 9 december 2009; gelet op de intentieverklaring van 19 mei 2010 om een aanvullend pensioen in te voeren en om de RSPPO aan te stellen als opdrachtencentrale; gelet op de toewijzing van 29 juli 2010 van de opdracht door de RSZPPO aan en samenwerking tussen DEXIA verzekeringen en Ethias in de vorm van een tijdelijke handelsvennootschap; gelet op de bespreking in het overlegcomité gemeente-OCMW van 18 mei 2010, met verslag in bijlage met toepassing van artikel 26bis van de OCMW-wet gelet op het protocol van akkoord afgesloten met de representatieve vakorganisaties in het bijzonder comité van 26 april 2010 overwegende dat het ongerechtvaardigd en onbillijk is dat de contractuele personeelsleden een opmerkelijk lager pensioen hebben dan de statutaire personeelsleden voor hetzelfde werk; na hierover beraadslaagd te hebben, op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 §1. De OCMW-raad voert een aanvullend pensioenstelsel in voor zijn contractuele personeelsleden vanaf 1 januari 2010. §2. Het contractueel aangestelde personeel van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen wordt voorlopig uitgesloten van dit aanvullend pensioenstelsel. Er moet eerst duidelijkheid komen over de uitvoering van het akkoord van 18 juli 2005 betreffende de federale gezondheidssectoren — publieke sector, om te vermijden dat er voor deze sector twee parallelle initiatieven naast elkaar ontstaan. Art. 2 De OCMW-raad gaat akkoord met het kaderreglement tweede pensioenpijler contractuelen van 9 december 2009, dat in bijlage wordt toegevoegd. Art. 3 De OCMW-raad is de inrichter van het pensioenstelsel voor zijn contractuele personeelsleden.
Art. 4 De pensioentoelage bedraagt 2 % van het pensioengevend jaarloon. Art. 5 De OCMW-raad stelt het pensioenreglement, met name dit OCMW-raadsbesluit en het kaderreglement tweede pensioenpijler contractuelen (bijlage), ter beschikking van zijn contractuele personeelsleden. Art. 6 Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de RSZPPO, Jozef II straat 47, 1000 Brussel. Art. 7 De OCMW-raad keurt het voorliggend bestek , opgemaakt door de RSZPPO in haar hoedanigheid van opdrachtencentrale goed en belast het bevoegde OCMW-orgaan ,zijnde het Vast Bureau, met de verder uitvoering ( akkoord gaan met de gunning en toewijzing die de RSZPPO voorstelt, de groepsverzekeringsovereenkomst met pensioenverzekeraar, de samenwerking tussen DEXIA verzekeringen en Ethias in de vorm van een tijdelijke handelsvennootschap – ondertekenen en zo verder). Art. 8 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet).
PATRIMONIUM 4. PRINCIPIËLE BESLISSING TOT OPENBARE VERKOOP VAN PERCEEL TE ASPELARE 11E AFDELING SECTIE B NR. 692A MET EEN OPPERVLAKTE VAN 23 A 90 CA
De Raad; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de omzendbrief BB 2010/02 betreffende de vervreemding van onroerend goederen door de provincies, gemeenten, OCMW’s en besturen van erkende kerkdiensten – procedure; gelet op de schriftelijke vraag van 15 april 2010 van dhr. Antoine DE BODT, Borrekensveldweg 1, 9404 Aspelare om een perceel te Aspelare 11de afdeling sectie B nummer 692a met een oppervlakte van 23 are 90. te kunnen aankopen; overwegende dat het een natte weide is, eigendom van het OCMW Ninove, die verpacht is aan dhr. Nico DE GROOTE;
overwegende dat dhr. Nico DE GROOTE schriftelijk bevestigd heeft dat hij geen probleem heeft met een eventuele openbare verkoop; overwegende dat er een schattingsverslag moet aangevraagd worden bij het Ministerie van Financiën; overwegende dat de verkoop openbaar moet gebeuren; overwegende dat dhr. Nico DE GROOTE, als pachter, een voorkooprecht heeft op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Het perceel met kadastrale gegevens 11de afdeling sectie B nummer 692a met een oppervlakte van 23 are 90 openbaar te verkopen bij de volgende openbare verkoop. Art.2 Een schattingsverslag aan te vragen voor het betreffende perceel aan het Ministerie van Financiën. Art. 3 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn zal in een latere zitting een beslissing nemen over de akte houdende vaststelling van de lasten en voorwaarden. Art 4 De opbrengst van deze verkoop zal aangewend worden voor de financiering van projecten van het investeringsbudget.
5. VRAAG VAN NATUURPUNT OM VERVUILDE GRONDEN TE APPELTERRE-EICHEM AAN TE KOPEN: AKKOORD STARTEN PROCEDURE AANVRAAG ONSCHULDVERKLARING BIJ OVAM
De Raad; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de omzendbrief BB 2010/02 van 12 februari 2010 van het Vlaamse Ministerie van Bestuurszaken betreffende de procedure bij de vervreemding van onroerende goederen door openbare besturen; gelet op de schriftelijke vraag van 15 december 2008 van Natuurpunt, een private VZW, om gronden die eigendom zijn van het OCMW onderhands aan te kopen;
gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 18 februari 2009 waarbij in eerste instantie beslist werd om deze percelen niet onderhands te verkopen aan Natuurpunt en om bijgevolg ook geen onschuldverklaring aan te vragen bij OVAM. gelet op het schrijven van 24 april 2010 waarbij Natuurpunt een nieuwe aanvraag deed; gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 19 mei 2010 waarbij beslist werd om deze gronden te verkopen maar waarbij nog geen beslissing genomen werd naar de eventuele onderhandse verkoop van deze grond toe; gelet op het artikel 53 uit Vlarebo (Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming) ; overwegende dat twee kadastrale nummers het voormalige huisvuilstort van Appelterre betreffen en dat de terreinen tot enkele meters opgehoogd zijn met vuilnis. overwegende dat ze in natuurgebied gelegen zijn; overwegende dat Natuurpunt ervan uit gaat dat het OCMW bij vervreemding deze gronden niet moeten saneren (wat normaal verplicht is bij overdracht van eigenaar) door het aanvragen van een “onschuldverklaring” bij OVAM; overwegende dat er een aantal vragen gesteld werden aan de juridische dienst van OVAM: overwegende dat uit de verklaring van OVAM blijkt dat het OCMW verplicht is een bodemattest aan te vragen, waaruit zal blijken dat het een vervuilde grond betreft; overwegende dat daarna een oriënterend bodemonderzoek moet uitgevoerd worden; overwegende dat na de resultaten van het oriënterend bodemonderzoek, waaruit blijkt dat er vervuiling aanwezig is, er een beschrijvend bodemonderzoek moet gedaan worden, behalve als het OCMW meent een onschuldverklaring te kunnen indienen; overwegende dat als de persoon die de grond overdraagt voor een bepaalde bodemverontreiniging krachtens artikel 12 of 23 van het Bodemdecreet vrijstelling van de verplichting tot het uitvoeren van het beschrijvend bodemonderzoek en de bodemsanering heeft verkregen, die vrijstelling op het moment van de verwerving van de grond van rechtswege overgaat op de verwerver als voldaan is aan de drie volgende voorwaarden : 1° 2° 3°
de verwerver of zijn rechtsvoorganger heeft de bodemverontreiniging niet zelf veroorzaakt; de verontreiniging is niet tot stand gekomen tijdens een periode dat de verwerver of zijn rechtsvoorganger eigendoms- of gebruiksrechten op de grond had; de verwerver heeft op het moment dat de grond wordt overgedragen geen eigendomsrechten op de grond;
overwegende dat Natuurpunt stelt dat, indien het OCMW zou verplicht worden om te saneren, ze dan de vraag tot aankoop niet zullen stellen en dat ze, als natuurvereniging, aan OVAM zullen vragen om ambtshalve en op kosten van de overheid tot sanering te willen overgaan;
overwegende het van belang zal zijn dat het OCMW probeert na te gaan van wanneer het eigenaar is van het perceel; overwegende dat het moeilijk is om na te gaan wanneer deze vervuiling precies tot stand gekomen is aangezien het mogelijk is dat de COO (of het OCMW) al eigenaar was als er gestort werd; overwegende dat in het jaar 2000-2001 nog enkele vrachtwagens steenpuin gestort werden door de stad Ninove; overwegende dat we op dit moment geen zicht hebben of we deze onschuldverklaring wel degelijk kunnen verkrijgen; overwegende dat voor de bodemonderzoeken en in het geval van sanering de kosten kunnen oplopen; overwegende dat de kosten voor de bodemonderzoeken geraamd worden op minimum 10 000 EUR; overwegende dat deze grond wordt gebruikt om de verplichte herbeplantingen uit te voeren ten gevolge van kappingen en verkoop van bomen van het OCMW op andere percelen aangezien het vaak niet mogelijk is om op de eigenlijke percelen aan herbeplanting te doen; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 In de raadsbeslissing van 19 mei 2010 wordt de eerste paragraaf van de beslissing ingetrokken. Art. 2 voor grond te Appelterre- Eichem met kadastrale gegevens 9de afdeling sectie B nummer 760 b (79 are 60) en nummer 759 a ( 4 are 40) geen onschuldverklaring bij OVAM aan te vragen en de bijhorende bodemonderzoeken niet op te starten.
6. BESLISSING TOT HET NIET AANKOPEN VAN PERCEEL TE VOORDE MET EEN OPPERVLAKTE VAN 34 M²
De Raad, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008;
gelet op de schriftelijke vraag van de Federale Overheidsdienst Financiën - Patrimoniumdocumentatie - Kadaster - Registratie en Domeinen - Aankoopcomité Gent II van 12 augustus 2010 of het OCMW Ninove een bod wil uitbrengen op een perceeltje met een oppervlakte van 34 m²; overwegende dat het OCMW een aanpalend perceel in eigendom heeft met kadastrale gegevens Voorde 10e afdeling sectie B nummer 370b met een oppervlakte van 14 a 60 ca, verpacht aan dhr. VAN DE VOORDE Geert; overwegende dat de minimumprijs 150 EUR bedraagt; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen een bod van 150 EUR uit te brengen op het perceeltje grond met een oppervlakte van 34 m² palend aan OCMW-eigendom met kadastrale gegevens 10B 370b.
7. PRINCIPIËLE BESLISSING TOT DE VERKOOP VAN EEN PERCEEL TE VOORDE MET KADASTRALE GEGEVENS 10A 307
De Raad, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de omzendbrief 2010/02 van 12 februari 2010 betreffende de te volgen procedure bij vervreemding van onroerende goederen door openbare besturen; gelet dat in zitting van de Raad van 22 maart 2001 beslist werd om dit perceel openbaar te verkopen aan een minimale verkoopprijs van 3 100 EUR en dat het goed niet verkocht werd; gelet op de schriftelijke vraag van 20 augustus 2010 van notaris Carmen DE VUYST om een perceel te Voorde met kadastrale gegevens 10A nummer 307, met een oppervlakte van 31 a te kunnen aankopen; overwegende dat de notaris deze vraag gesteld heeft in naam van Eric VAN DEN BERGHE, Plekkerstraat 19 - 9400 Ninove; overwegende dat dit perceel, eigendom van het OCMW, verpacht is aan dhr. ENGERIE Geert; overwegende dat bij de openbare verkoop die in 2004 georganiseerd werd het goed niet verkocht werd;
overwegende dat bovenvermelde omzendbrief betreffende de te volgen procedure bij de vervreemding van onroerende goederen door OCMW’s stelt dat bij vervreemding de openbare verkoop de regel is en dat een schattingsverslag niet ouder mag zijn dan twee jaar; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen niet akkoord te gaan met de openbare verkoop van het perceel te Voorde 10e afdeling sectie A nummer 307, met een oppervlakte van 31 are, tenzij mits het schriftelijk akkoord van de zittende pachter.
8. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET SOLVA VOOR DE VERBOUWING VAN HET OUD RUSTHUIS IN DENDERWINDEKE
De Raad; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de raadsbeslissing van 24 juni 2010 betreffende de toetreding van het OCMW Ninove tot SOLVA in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband voor ruimtelijke ordening en socio-economische expansie ; gezien het OCMW Ninove door de Algemene Vergadering van SOLVA op 28 juni 2010 als lid is aanvaard; gelet op het meerjarenplan 2009-2013 en op het feit dat het OCMW Ninove het oud rusthuis te Denderwindeke wenst om te bouwen tot serviceflats en erkende dagopvang; gelet op de statuten van SOLVA, meer bepaald artikel 3 waarin de doelstelling van dit intergemeentelijk samenwerkingsverband ondermeer wordt bepaald als volgt : “……… 2 De economische, recreatieve en culturele ontwikkeling van het werkingsgebied door : ……….. 2.3. het grondbeleid en de huisvesting door het herbestemmen, verwerven, ruilen, vervreemden, in huur geven van gronden en het bouwen, vervreemden, verwerven, verhuren van woningen; …………”
gelet op de omzendbrief van 14 september 2007 van de Vlaamse Overheid betreffende de toepassing wetgeving overheidsopdrachten, waarin duidelijk is bepaald dat voor het geven van een opdracht tot het bouwen van woningen op zijn grondgebied aan een intergemeentelijke samenwerkingsverband waarvan het opdrachtgevend bestuur lid is de wet op de overheidsopdrachten niet van toepassing is; gelet op de recente uitspraak van het Europees Hof van Justitie meer bepaald betreffende het dossier Coditel waarin deze stelling wordt bevestigd; gelet dat SOLVA - in het verleden al heel wat bouw- en verbouwingsprojecten heeft ontwikkeld; - aldus over de nodige theoretische expertise en praktische ervaring beschikt om de realisatie van deze verbouwing tot een goed einde te brengen; - bovendien ook de nodige financiële mogelijkheden heeft om de realisatie van dit bouwproject op korte termijn waar te maken; gelet op het besluit van de Raad van Bestuur van SOLVA van 8 september 2009 waarbij alle gemaakte kosten bestaande uit de externe studiekosten, de bouwkosten, … bij de terbeschikkingstelling (voorlopige oplevering) aan het OCMW worden doorgerekend, verhoogd met de kosten van de door de administratie eraan bestede tijd en met de financieringslasten, verminderd met de eventuele bekomen subsidies; overwegende dat deze regelgeving uiteraard ook geldt voor de realisatie door SOLVA van bovengenoemd verbouwingsproject; overwegende dat aldus het toevertrouwen van de verbouwing van het oud rusthuis te Denderwindeke tot serviceflats aan SOLVA voor het OCMW als voordeel heeft dat de eigen administratie niet met deze taak wordt bezwaard; overwegende dat SOLVA bij het ontwikkelen van zijn projecten alle stappen steeds in nauw overleg met het opdrachtgevend bestuur zet; overwegende dat de kredieten zullen voorzien worden in de meerjarenplanning; gelet op het visum van de heer ontvanger van 16 september 2010; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 SOLVA opdracht te geven tot het opmaken van een voorontwerp en raming voor de verbouwing van het oud rusthuis te Denderwindeke tot serviceflats en erkende dagopvang. Art. 2 De samenwerkingsovereenkomst zal in een latere zitting ter goedkeuring worden voorgelegd. Art. 3 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
FINANCIËN 9. FINANCIËLE RAPPORTAGE STANDOPGAVE TWEEDE KWARTAAL
De Raad; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; op voorstel van de voorzitter; neemt kennis Artikel 1 van het financieel rapport op 30 juni 2010 opgemaakt door de heer ontvanger.
ECONOMAAT 10. OPDRACHT TOT UITBATING VAN DE CENTRALE KEUKEN - BEREIDING VAN WARME MAALTIJDEN VOOR EEN PERIODE VAN TWEE JAAR, INGAANDE OP 1 JANUARI 2011, MET MOGELIJKHEID VAN STILZWIJGENDE VERLENGING VAN DE OPDRACHT MET ÉÉN JAAR: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN
De Raad; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijke Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen;
gelet op alle latere wijzigingen aan hogergenoemde wet en KB’s overheidsopdrachten van kracht geworden, uiterlijk de 10de dag die de uiterste datum voor het ontvangen van offertes voorafgaat; gelet op de wet van 21 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen ; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; overwegende dat er noodzaak is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de uitbating van de centrale keuken - bereiding van maaltijden - voor de periode van twee jaar, ingaande op 01/01/2011 met mogelijkheid van stilzwijgende verlenging van de opdracht voor een periode van één jaar, volgens het bijzonder bestek als bijlage; overwegende dat de prijs van de opdracht geraamd wordt op 450.000 EUR per jaar of 900.000 EUR voor twee jaar; overwegende dat de daartoe bestemde budgetten zullen voorzien worden op het exploitatiebudget, dienstjaar 2011 en 2012; overwegende dat voor voormelde opdracht niet enkel de prijs maar nog andere criteria van belang zijn en alzo wordt gekozen voor de algemene offerteaanvraag; gelet op het visum van dhr. ontvanger; op voorstel van dhr. Voorzitter; na beraadslaging ; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er zal een opdracht gegund worden met als voorwerp de uitbating van de centrale keuken - bereiding van de maaltijden, voor een periode van twee jaar, ingaande op 01 januari 2011 met mogelijkheid van stilzwijgende verlenging van de opdracht voor een periode van één jaar, volgens het bijzonder bestek in bijlage. Art. 2 De geraamde prijs van de opdracht waarvan sprake is in artikel 1 is vastgesteld op 900.000 EUR voor twee jaar. Art. 3 De opdracht waarvan sprake is in artikel 1 zal gegund worden na algemene offerteaanvraag waarbij volgende toewijzingscriteria zullen toegepast worden : 1. De prijs ( 40 punten ) 2. de persoonlijkheid en ervaring van de beheerder-kok en de referentielijst van zijn reeds uitgevoerde functies via een gedetailleerd C.V. ( 25 punten ) 3. de conformiteit van de offerte met het lastenboek ( 15 punten ) 4. de kwaliteit van de grondstoffen en diensten : die elementen moeten duidelijk gemaakt worden in de offerte ( 20 punten )
Art. 4 De algemene aannemingsvoorwaarden van toepassing op de opdracht waarvan sprake is in artikel 1 zijn deze vervat in de bijlage van het KB van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, dit onder voorbehoud van de afwijkingen waarvan sprake is in artikel 5. Art. 5 De bijzondere contractuele bepalingen van toepassing op de opdracht zijn de volgende : a) Wijze van bepaling van de prijs De opdracht is een gemengde opdracht b) De toekenningstermijn bedraagt twee jaar,met mogelijkheid van stilzwijgende verlenging van de opdracht met één jaar, ingaande op 1 januari 2011 c) Betalingswijzen De betaling gebeurt per maandelijks prestatiepakket na het in het bezit gesteld zijn van de maandelijkse factuur d) Prijsherziening Is voor deze opdracht van toepassing op de lonen, sociale lasten en prijzen van de grondstoffen e) Gestanddoeningstermijn In toepassing van artikel 16 - eerste alinea - van het K.B. van 28 januari 1996 wordt de gestanddoeningstermijn van 60 kalenderdagen op 120 kalenderdagen gebracht met het oog op de administratieve afhandeling van het dossier Art. 6 De opdracht waarvan sprake is in artikel 1 zal gefinancierd worden met gewone werkmiddelen. Art. 7 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
11. OPDRACHT VOOR PERIODIEKE LEVERINGEN VAN GENEESMIDDELEN AAN HET WZC KLATERINGEN VOOR EEN PERIODE VAN TWEE JAAR, INGAANDE OP 1 JANUARI 2011: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN
De Raad; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008;
gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 08 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen; gelet op alle latere wijzigingen aan hogergenoemde wet en KB’s overheidsopdrachten van kracht geworden, uiterlijk de 10de dag, die de uiterste datum voor het ontvangen van de offertes voorafgaat; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op het ontwerp van Bijzonder Bestek geraamd op een bedrag van 90.000 EUR/ jaar of 180.000 EUR/ 2 jaar; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de periodieke leveringen van geneesmiddelen voor het WZC Klateringen gedurende de dienstjaren 2011 en 2012; overwegende dat voor voormelde opdracht de openbare aanbesteding als aangewezen procedure wordt gekozen; overwegende dat de daartoe bestemde budgetten zullen voorzien worden op het exploitatiebudget onder activiteitencentra 8341/611800; gelet op het visum van dhr. ontvanger; op voorstel van dhr. voorzitter.; na beraadslaging ; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De opdracht met als voorwerp de periodieke leveringen van geneesmiddelen voor het WZC Klateringen voor een periode van twee jaar, ingaande op 01 januari 2011 zal volgens de procedure van openbare aanbesteding gegund worden. Artikel 2 De kwalitatieve selectie van de gegadigden gebeurt op basis van het K.B. van 08 januari 1996 – artikelen 42, 43, 44, 45 46 en 47 in geval van leveringen.
Artikel 3 Het Bijzonder Bestek, geraamd voor een bedrag van 90.000 EUR per jaar of 180.000 EUR per twee jaar wordt goedgekeurd. Artikel 4 De opdracht waarvan sprake is in artikel 1 zal gefinancierd worden met de gewone werkmiddelen. Artikel 5
Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
12. OPDRACHT VOOR PERIODIEKE LEVERINGEN VAN KLEIN MEDISCH MATERIAAL VOOR HET WZC KLATERINGEN VOOR EEN PERIODE VAN DRIE JAAR, INGAANDE OP 1 JANUARI 2011: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN
De Raad; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996, tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op alle latere wijzigingen aan hogergenoemde wet en K.B.’s overheidsopdrachten van kracht geworden, uiterlijk de 10de dag, die de uiterste datum voor het ontvangen van de offertes voorafgaat; gelet op het ontwerp van Bijzonder Bestek geraamd op een bedrag van 30.000 EUR per jaar of 90.000 EUR per drie jaar;
overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de periodieke leveringen van klein medisch materiaal voor de rusthuizen gedurende de dienstjaren 2011, 2012 en 2013; overwegende dat voor voormelde opdracht de openbare aanbesteding als aangewezen procedure wordt gekozen; overwegende dat de daartoe bestemde budgetten zullen ingeschreven worden op het exploitatiebudget 2011, 2012 en 2013, onder activiteitencentra 8341/601900; overwegende dat deze beslissing onderworpen is aan het voorafgaand visum van dhr. ontvanger; op voorstel van dhr. voorzitter; na beraadslaging; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De opdracht met als voorwerp de periodieke leveringen van klein medisch materiaal aan het WZC Klateringen voor een periode van drie jaar, ingaande op 01/01/2011 zal volgens de procedure van openbare aanbesteding gegund worden. Artikel 2 De kwalitatieve selectie van de gegadigden gebeurt op basis van het K.B. van 08 januari 1996 – artikelen 42, 43, 44, 45, 46 en 47 in geval van leveringen. Artikel 3 Het Bijzonder Bestek, geraamd op een bedrag van 30.000 EUR per jaar of 90.000 EUR per drie jaar wordt goedgekeurd. Artikel 4 De opdracht waarvan sprake in art.1 zal gefinancierd worden met de gewone werkmiddelen. Artikel 5
Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
13. OPDRACHT VOOR PERIODIEKE LEVERINGEN VAN INCONTINENTIEMATERIALEN VOOR HET WZC KLATERINGEN VOOR EEN PERIODE VAN DRIE JAAR, INGAANDE OP 1 JANUARI 2011: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN
De Raad. gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het OCMW -decreet van 19 december 2008;
gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; gelet op alle latere wijzigingen aan hogergenoemde wet en KB’s overheidsopdrachten van kracht geworden, uiterlijk de 10de dag, die de uiterste datum voor het ontvangen van de offertes voorafgaat; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de motiveringsplicht van bestuurshandelingen ; gelet op het decreet van 26 maart 1991 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het ontwerp van Bijzonder Bestek geraamd op een bedrag van 45.000 EUR per jaar of 135.000 EUR per drie jaar; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de periodieke leveringen van incontinentiematerialen voor de rusthuizen voor een periode van drie jaar, ingaande op 01 januari 2011,volgens het bijzonder bestek in bijlage ; overwegende dat de daartoe bestemde budgetten zullen ingeschreven worden op het exploitatiebudget 2011, 2012 en 2013 onder activiteitencentra 8341/601700; gelet op het visum van dhr. ontvanger; op voorstel van dhr. voorzitter; na erover beraadslaagd te hebben ; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er zal een opdracht gegund worden met als voorwerp de periodieke leveringen van incontinentiematerialen voor het WZC klateringen voor de periode van drie jaar, ingaande op 01 januari 2011, volgens het bijzonder bestek in bijlage. Art. 2 De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal gegund worden volgens de procedure van de openbare aanbesteding. Art. 3 De kwalitatieve selectie van de gegadigden zal gebeuren op basis van het K.B. 08 januari 1996 – artikelen 42, 43, 44, 45, 46 en 47 voor leveringen.
Art. 4 Het Bijzonder Bestek geraamd voor een bedrag van 45.000 EUR per jaar of 135.000 EUR per drie jaar, wordt goedgekeurd. Art. 5 De opdracht waarvan sprake is in artikel 1 zal gefinancierd worden met de gewone werkmiddelen. Art. 6 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
14. OPDRACHT VOOR HUUR EN WAS VAN PLAT LINNEN, BADLINNEN EN DEKBEDDEN VOOR HET WZC KLATE-RINGEN VOOR EEN PERIODE VAN DRIE JAAR, INGAANDE OP 1 JANUARI 2011: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN
De Raad; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993, vooral de artikelen 14 en 15, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op alle latere wijzigingen aan hogergenoemde wet en de KB’s overheidsopdrachten van kracht geworden, uiterlijk de 10de dag, die de uiterste datum voor het ontvangen van de offertes voorafgaat; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen ; gelet op het decreet van 26 maart 1991 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het ontwerp van Bijzonder Bestek geraamd op een bedrag van 60.000 EUR per jaar of 180.000 EUR per drie jaar;
overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de opdracht voor huur en was van linnen en was van plat linnen, badlinnen en dekbedden voor de rusthuizen voor een periode van drie jaar, ingaande op 01 januari 2011, volgens het bijzonder bestek in bijlage; overwegende dat voor voormelde opdracht de openbare aanbesteding als aangewezen procedure wordt gekozen; overwegende dat de daartoe bestemde budgetten zullen ingeschreven worden op het exploitatiebudget 2011, 2012 en 2013 onder activiteitencentra 8341/611400, 8341/610500; gelet op het visum van dhr. ontvanger; op voorstel van dhr. voorzitter; na erover beraadslaagd te hebben; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er zal een opdracht worden gegund met als voorwerp huur en was van plat linnen, badlinnen en dekbedden voor het WZC voor een periode van drie jaar, ingaande op 01 januari 2011, volgens het bijzonder bestek in bijlage. Art. 2 De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gegund worden volgens de procedure van de openbare aanbesteding. Art. 3 De kwalitatieve selectie van de gegadigden zal gebeuren op basis van het KB van 08 januari 1996 – art. 68,69,70,71,72,73,74 voor diensten. Art. 4 Het Bijzonder Bestek geraamd voor een bedrag van 60.000 EUR per jaar of 180.000 EUR per drie jaar, wordt goedgekeurd. Art. 5 De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal gefinancierd worden met de gewone werkmiddelen. Art. 6 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
15. OPDRACHT VOOR WAS EN STRIJK VAN A. KLEDING RESIDENTEN VOOR HET WZC KLATERINGEN B. BEDDENGOED CLIËNTEEL CRISISOPVANG LOI VOOR EEN PERIODE VAN DRIE JAAR, INGAANDE OP 1 JANUARI 2011: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN
De Raad; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en later wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en later wijzigingen; gelet op alle latere wijzigingen aan hogergenoemde wet en de KB’s overheidsopdrachten van kracht geworden , uiterlijk de 10de dag, die de uiterste datum voor het ontvangen van de offertes voorafgaat; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen ; gelet op het decreet van 26 maart 1991 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het ontwerp van Bijzonder Bestek geraamd op een bedrag van 45.000 EUR/ jaar of 135.000 EUR/drie jaar; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de opdracht voor was en strijk van : a. kleding residenten van het WZC Klateringen b. beddengoed van cliënteel crisisopvang / L.O.I. voor een periode van drie jaar, ingaande op 01 januari 2011, volgens het bijzonder bestek in bijlage; overwegende dat voor voormelde opdracht de openbare aanbesteding als aangewezen procedure wordt gekozen; overwegende dat de daartoe bestemde budgetten zullen voorzien worden op het exploitatie-budget,onder activiteitencentra 8341/611400 en 922/2/611400; gelet op het visum van dhr. ontvanger; op voorstel van dhr. voorzitter;
na erover beraadslaagd te hebben; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er zal een opdracht worden gegund met als voorwerp: a. was en strijk kleding residenten van het WZC Klateringen b. was en strijk beddengoed cliënteel crisisopvang / L.O.I. voor een periode van drie jaar, ingaande op 01 januari 2011. Art. 2 De opdracht waarvan sprake in art.1 zal gegund worden volgens de procedure van de openbare aanbesteding. Art. 3 De kwalitatieve selectie van de gegadigden zal gebeuren op basis van het KB van 08 januari 1996 – art. 68,69,70,71,72,73,74 voor diensten. Art. 4 Het Bijzonder Bestek, geraamd voor een bedrag van 45.000 EUR per jaar of 135.000 EUR per drie jaar wordt goedgekeurd. Artikel 5 De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal gefinancierd worden met de gewone werkmiddelen. Artikel 6 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van Burgemeester en Schepenen en naar de Provinciegouverneur ( art. 254 van het ocmw-decreet ).
16. OPDRACHT VOOR AANKOOP VAN DRIE BESTELWAGENS VOOR DE DIENST MAALTIJDEN AAN HUIS: GUNNING
De Raad; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en op de Koninklijke Besluiten van 08 januari 1996 en 26 september 1996; gelet op de beraadslaging van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, in zitting van 19 mei 2010, waarbij als wijze van gunnen de onderhandelingsprocedure gekozen werd en de voorwaarden werden vastgesteld;
gelet op de resultaten van de raadpleging en de onderhandeling voorgeschreven bij artikel 122- eerste alinea - 2° van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 waarbij zeven firma’s een offerte hebben ingediend nl. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Garage Neckebroeck BVBA Brakelsesteenweg 552 – 9400 Voorde Garage Marc De Kimpe BVBA Hofstraat 58- 9200 Dendermonde Garage De Geyndt BVBA Brakelsesteenweg 220- 9406 Outer Garage Valckenier NV Siesegemlaan 1- 9300 Aalst Garage Schokkaert BVBA Lebekestraat 48 - 9406 Outer Garage Marc BVBA Brakelsesteenweg 273-9406 Ninove Garage Central BVBA Désiré De Bodtkaai 19 -9400 Ninove
gelet dat uit het analytisch verslag blijkt dat de meest voordelige regelmatige offerte werd ingediend door Garage DE GEYNDT, brakelsesteenweg 220 te 9406 Outer welke voldoet aan de gestelde voorwaarden van het lastenboek; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; overwegende dat 75.000 EUR werd voorzien op het investeringsbudget 2010/1 onder activiteitencentrum 8446, art. 241000 voor zowel de aankoop van het warmhoudsysteem als de aankoop van de bestelwagens; overwegende dat de prijs voor aankoop van de bestelwagens geraamd werd op 40.000 EUR; overwegende dat indien nodig de nodige budgetten zullen aangepast worden bij budgetwijziging; overwegende dat garage Neckebroeck een niet ondertekende offerte heeft ingediend welke als substantieel onregelmatig en volstrekt nietig wordt beschouwd; gelet op het visum van dhr. ontvanger; op voorstel van dhr. voorzitter; na beraadslaging; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De opdracht waarvan sprake in de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn d.d. 19 mei 2010 met als voorwerp de aankoop van drie bestelwagens voor de dienst maaltij-den aan huis, wordt toegewezen aan : garage DE GEYNDT, Brakelsesteenweg 220 te 9406 Outer zijnde : drie bestelwagens van het merk Citroën, model Jumpy Fourgon L1H1 16HDi Fresh, aan de offerteprijs van 41.230,44 EUR (excl. btw) of 49.888,83 EUR (incl. btw) min de overnameprijs voor een bedrag van 5.767 EUR (incl. btw) voor volgende voertuigen : 1 personenwagen Suzuki Swift, 2 bestelwagens Opel Combo en 1 bestelwagen Citroen Berlingo = 44.121,83 EUR (incl. btw)
om volgende reden: de meest voordelige regelmatige offerte welke voldoet aan de gestelde voorwaarden van het lastenboek. Art. 2 De uitvoering zal gebeuren onder de voorwaarden zoals vermeld in het lastenboek. Art. 3 De opdracht waarvan sprake is in artikel 1 zal gefinancierd worden met eigen middelen. Art. 4 Dit besluit wordt medegedeeld op de toezichtlijst die binnen de twintig dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art.254 van het ocmw-decreet).
SOCIALE DIENST 17. KENNISNAME ONDERTEKENING PROTOCOL VAN AKKOORD VOOR DE ORGANISATIE VAN DE BRUGPROJECTEN SCHOOLJAAR 2010/2011
De Raad; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de Raadsbeslissing dd. 13 september 2001 tot deelname aan en indiening van de aanvraag tot deelname aan de Brugprojecten; gelet op de kennisname door de Raad dd. 11 oktober 2001 van het positief advies en de goedkeuring voor een contingent van zes leerlingen door de Dienst Beroepsopleiding; gelet op de Raadsbeslissing dd. 13 december 2001 tot het indienen van een aanvraag subsidiëringcontract bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en het verlenen van een co-financiering door het OCMW Ninove; overwegende dat het OCMW Ninove sinds november 2001 met de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO) van KTA en VTI Aalst en de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het Ministerie van Onderwijs samenwerkt aan de Brugprojecten; overwegende dat de Brugprojecten, na positieve evaluatie door de DBO, jaarlijks verlengd worden; gelet op het feit dat de brugprojecten kaderen in het operationele programma ESF (Europees sociaal fonds) 2007-2013 meer bepaald op de as “versoepeling van de transities van school naar werk”;
gezien in de ontvangen richtlijnen een duidelijke omschrijving is opgenomen van doelgroep, doelstelling, opleidingservaring, evaluatie, documenten en financiering; overwegende dat op het niveau van een RESOC-gebied, (Regionaal Sociaaleconomisch Overleg Comité Zuid-Oost-Vlaanderen) een net- en systeemoverschrijdende samenwerking moet worden gegarandeerd om te voldoen aan de ontvankelijkheidcriteria; overwegende dat er hiertoe een protocol van akkoord met alle actoren moet ondertekend worden, met daarin per organisator het aangevraagde contingent en hun engagement; gelet op het feit dat de indieningsdatum van het protocol werd vastgesteld op 22 juni 2010 en dit protocol ter ondertekening werd voorgelegd in de week voordien; overwegende dat er in de regio hoge nood is aan dergelijke leer- werkplaatsen; overwegende dat deze werking kadert in een preventieve actie naar potentieel OCMWcliënteel toe; overwegende dat het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op 06 september 2010 een gunstig advies verstrekte, op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Kennisname ondertekening “Protocol van akkoord voor de organisatie van Brugprojecten , schooljaar 2010-2011” Art. 2. Dit besluit wordt medegedeeld op de toezichtlijst die binnen de twintig dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
18. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN HET OCMW NINOVE EN AGBDN IN HET KADER VAN BRUGPROJECT 2010/2011
De Raad; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de Raadsbeslissing dd. 13 september 2001 tot deelname aan en indiening van de aanvraag tot deelname aan de Brugprojecten;
overwegende dat het OCMW Ninove sinds november 2001 voor de brugprojecten samenwerkt met de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO) van KTA en VTI Aalst en de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het Ministerie van Onderwijs; overwegende dat de Brugprojecten, na positieve evaluatie door de DBO, jaarlijks verlengd werden; gelet op Raadsbeslissing van 09 september 2010 waarbij het OCMW kennis neemt van ondertekening “Protocol van akkoord voor de organisatie van Brugprojecten schooljaar 2010-2011”; gezien volgens de nieuwe richtlijnen van het departement Onderwijs en Vorming (dienst beroepsopleiding) een samenwerkingsovereenkomst dient opgemaakt te worden met de externe werkplaats waar de jongere ter beschikking worden gesteld; overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst besproken en aangepast werd door beide besturen ; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Ninove en AGBDN in het kader van brugproject 2010- 2011. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
19. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN HET OCMW NINOVE EN CAW DELTA IN HET KADER VAN NAZORG BUDGETBEGELEIDING
De Raad, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de erkenning als dienst voor schuldbemiddeling sinds 15 juli 1999; gezien bij de dienst schuldbemiddeling de instroom van de aanvragen schuldbemiddeling groter is dan de uitstroom; gezien een aantal cliënten schuldvrij zijn, maar nog niet in staat zijn om hun budget zelfstandig te beheren; overwegende dat CAW DELTA bereid is om cliënten in deze situatie te begeleiden;
overwegende dat in overleg met CAW DELTA een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt werd; overwegende dat het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op 6 september 2010 een positief advies verstrekte; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW Ninove en CAW DELTA in het kader van nazorg budgetbegeleiding. Deze samenwerkingsovereenkomst vermeldt: - wat verstaan wordt onder nazorg budgetbegeleiding - op basis van welke criteria de cliënten worden doorverwezen - wat de afspraken zijn indien de cliënten opnieuw schulden maken. Art. 2 Dit besluit wordt medegedeeld op de toezichtslijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het College van Burgemeester en Schepenen en naar de provincie-gouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
SENIORENBELEID 20. KENNISNAME BOORDTABELLEN
De leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn nemen kennis van de boordtabellen van de maanden juni en juli 2010.
PUNTEN AAN DE AGENDA TOEGEVOEGD OP VRAAG VAN DHR. LIEVEN MEERT: 20. B. INVOERING DEONTOLOGISCHE CODE VOOR DE RAADSLEDEN 20. C. ORGANISATIE PERSONEELSFEEST
Deze vragen geven geen aanleiding tot het treffen van een besluit.