ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013 CONCURRENTIEKRACHT LOONKOSTEN ENERGIE INNOVATIE EN VORMING OVERHEID
VBO vzw Ravensteinstraat 4, 1000 Brussel T + 32 2 515 08 11 F + 32 2 515 09 99
[email protected] Carole Dembour Landmarks, Vanessa Solymosi VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Stefan Maes Ravensteinstraat 4, 1000 Brussel REDACTIE:
VORMGEVING:
De inhoud van deze publicatie vindt u op www.vbo.be > Publicaties > Publicaties gratis Cette brochure est également disponible en français.
Brussel, april 2013 Beste lezer, Bijna vijf jaar na de val van Lehman Brothers weegt de crisis nog steeds zeer sterk op de Belgische economie: het aantal faillissementen ligt historisch hoog, jobs sneuvelen, het vertrouwen keldert, investeringen worden uitgesteld,… We zullen enkel uit het dal kunnen kruipen indien we de concurrentiekracht van onze ondernemingen versterken. Dit zakboekje toont aan de hand van cijfers en feiten aan dat er op dit vlak evenwel nog veel werk aan de winkel is: onze goederenbalans is al vijf jaar negatief, de Belgische loonkostenhandicap bedraagt bijna 25%, de heffingen op energie-intensieve bedrijven liggen hoog, we hebben de hoogste belastingdruk in de eurozone,… Maar een kleine, open economie zoals België heeft geen keuze: welvaart, jobs en koopkracht worden uiteindelijk gecreëerd dankzij competitieve ondernemingen en niet andersom. Dit zakboekje is een werkstuk van het Economisch departement. Voor verdere vragen en suggesties tot verbetering kunt u steeds terecht bij Carole Dembour (
[email protected]). Ik wens u veel leesplezier.
Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO
Samenvatting
CONCURRENTIEKRACHT LOONKOSTEN ENERGIE INNOVATIE EN VORMING OVERHEID
CONCURRENTIEKRACHT
België slechts op 17de plaats in wereldwijde rangschikking van meest competitieve landen Elk jaar publiceert het World Economic Forum zijn Global Competitiveness Report: een rangschikking van de meest competitieve landen ter wereld. Dit jaar stond België op de 17de plaats, twee plaatsen lager dan verleden jaar. Onder andere de Scandinavische landen, Nederland en Duitsland staan vóór België gerangschikt; ons land gaat echter wel Frankrijk vooraf.
Global Competitiveness Index - top 25 (Bron: WEF) 5,8 5,6 5,4 5,2 5,0 4,8
6
Zw its Si erla ng n ap d Fi ore n Z la N we nd ed d Ve e e Ve ren D rla n re ig uit nd ni de sla gd S n Ko tat d e Ho nin n ng krij ko k Ja ng pa De ne Qa n m ta ar r k Ta en i N Ca wan oo n r a O we da os ge te n Sa B nrij ud e k i lg Zu -Ar ië id ab -K ië Au ore s a Fr tral Ar Ni Lux ank ië ab eu em rijk isc w- b he Ze urg Em elan ir d M ate al n ei sië
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
4,6
CONCURRENTIEKRACHT
Goederenbalans al 5 jaar negatief Verloop van de goederenbalans (in % van het bbp; Bron: EC) 10 8 6 4 2 0 -2
DE
NL
20 12
20 11
20 10
20 09
20 08
20 07
FR
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
BE
20 06
20 05
20 04
20 03
20 02
20 01
-4 20 00
Tien jaar geleden had ons land nog een aanzienlijk overschot op zijn goederenbalans. Dit betekent dat we er toen in slaagden om meer te exporteren dan we zelf invoerden. Sindsdien is dit overschot echter systematisch gekrompen. Tijdens de crisis is dit zelfs nog versneld. Dit toont aan dat onze concurrentiekracht de afgelopen jaren is verslechterd. Duitsland en Nederland zijn er daarentegen in geslaagd het overschot op hun goederenbalans op peil te houden.
7
CONCURRENTIEKRACHT
8
De toegevoegde waarde in onze industrie is tot de crisis van begin 2008 toegenomen, maar trager dan in de meeste andere landen. Tijdens de crisis is deze toegevoegde waarde in twee jaar tijd bruusk met meer dan 10% teruggevallen. Vandaag heeft ze zich daar nog niet van hersteld, want ze ligt nog 8% onder haar niveau van vóór de crisis. Andere landen echter, bijvoorbeeld Oostenrijk, Duitsland of Nederland, doen het duidelijk beter dan België. Deze landen tonen ons dat een de-industrialisering niet onvermijdelijk is.
Toegevoegde waarde in de industrie (2000Q1 =100; Bron: Eurostat) 140 130 120 110 100 90 20 0 20 0Q1 0 20 0Q 0 3 20 1Q1 0 20 1Q 0 3 20 2Q 0 1 20 2Q 0 3 20 3Q 03 1 20 Q 0 3 20 4Q 04 1 20 Q 0 3 20 5Q 05 1 20 Q 0 3 20 6Q 06 1 20 Q 0 3 20 7Q 07 1 20 Q 0 3 20 8Q 08 1 20 Q 0 3 20 9Q 09 1 20 Q 1 3 20 0Q 10 1 20 Q 1 3 20 1Q 11 1 20 Q 1 3 20 2Q 12 1 Q 3
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
Toegevoegde waarde in de industrie: sommige landen doen beter
BE
DE
FR
NL
AT
CONCURRENTIEKRACHT
Buitenlandse investeringen nog niet hersteld Aantal buitenlandse investeringsprojecten (Bron: E&Y) 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 20 11
20 10
20 09
20 08
Expansie
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
Nieuw
20 07
20 06
20 05
20 04
20 03
20 02
0 20 01
De buitenlandse investeringsprojecten vormen een belangrijke barometer voor de attractiviteit van een land. België heeft het aantal van die projecten in 2008 sterk zien teruglopen (van 175 tot 142) en daarna kwam er een nog broos herstel. Met 153 nieuwe investeringsprojecten lag het niveau in 2011 nog steeds 17% onder het hoogtepunt in 2006.
9
CONCURRENTIEKRACHT LOONKOSTEN ENERGIE INNOVATIE EN VORMING OVERHEID
LOONKOSTEN
Belgische loonkosten ontsporen, met name door de indexering Verloop van de uurloonkosten in België en de buurlanden (in %; Bron: CRB) 8 7 6 5 4 3 2 1 0 -1 2005-2006
Indexering
2007-2008
Bovenop indexering
Gemiddelde 3 buurlanden
2009-2010
2011-2012
Effect werkgeversbijdragen
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
Behalve tijdens de periode 2009-2010 zijn de loonkosten in België systematisch sneller gestegen dan het gemiddelde van de drie buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland). Dit wordt voornamelijk verklaard door ons systeem van automatische • lonenbijvoorindexering. In 2011-2012 beeld, heeft de automatische • werkindexering namelijk de uurloonkosten in • Werkloosheid België met 5,7% doen stijgen. Hier de baremieke verhogingen •kwamen arbeidsorganisatie (die zich in het rode gedeelte van de • arbeidsorganisatie grafiek bevinden) nog bovenop. Terzelfder tijd stegen de totale loonkosten in onze drie buurlanden met slechts 5,5%. Een gelijkaardige vaststelling kan worden gemaakt voor de periode 2005-2006 en 2007-2008. Dit toont aan dat, als we toekomstige loonkostenontsporingen willen vermijden en onze loonkostenhandicap willen afbouwen, een hervorming van de index noodzakelijk blijft.
11
LOONKOSTEN
Hoge productiviteit compenseert hoge loonkosten niet meer
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
12
Verloop van de loonkostenhandicap van België ten aanzien van onze 3 buurlanden (1996 = 100; Bron: CRB, EC) 112 110 108 106 104 102 100 98 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12
Sinds de inwerkingtreding van de wet van ’96 betreffende het concurrentievermogen, maar vooral vanaf 2006 is de loonkostenhandicap van België ten opzichte van het gemiddelde van de drie buurlanden voortdurend toegenomen. Nog alarmerender is dat ook het verschil tussen de uurloonkosten en de loonkosten per eenheid product (waarbij de loonkostenevolutie wordt gecorrigeerd voor het verloop in de productiviteit) alsmaar groter wordt. De hoge productiviteit slaagt er dus niet meer in loonkostenontsporingen in België te compenseren, wel integendeel.
Loonkosten per uur
Loonkosten per eenheid product
LOONKOSTEN
Een loonkostenhandicap van bijna 25% Uurloonkosten in de markteconomie in 2012, in EUR (Bron: Eurostat) 50 48,2 45 40 35 30 25 20
41,9
40,5 39,2 34,9 34,4 31,3 31,1 31,0 30,4 27,4 27,2 21,9 20,8
15 10
8,6 7,9
7,2
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
5 0 N oo rw eg Zw en ed en De Be l ne gië m ar k Fr en an Lu k xe rijk m N bur ed g er la nd Fi nl Du and its O lan os d te nr ij Ie k rla Ve nd re ni gd I Ko talië ni nk rij k Sp an je Sl ov a Ho kije ng ar ije Po le n
België komt jammer genoeg helemaal bovenaan de landen van de eurozone te staan wat absolute uurloonkosten betreft. De Belgische ondernemingen moeten immers optornen tegen gemiddeld 40,5 euro loonkosten per gewerkt uur, terwijl dat 34,9 euro is in Frankrijk, 31,3 euro in Nederland en 31 euro in Duitsland. Het gewogen gemiddelde van onze drie buurlanden komt uit op 32,5 euro. Dit betekent dat de gemiddelde Belgische onderneming geconfronteerd wordt met een loonkostenhandicap van bijna 25%.
13
LOONKOSTEN
14
Gecumuleerd effect van alternatieven voor het huidige indexmechanisme op het tewerkstellingsvolume (Bron: NBB) 1,0 0,8 Afwijking in %
Om de perverse effecten van ons huidig indexsysteem te kunnen evalueren, ging de Nationale Bank na wat de impact zou zijn geweest op de economische groei en de tewerkstelling indien we in 2007 zouden besloten hebben ons indexsysteem te hervormen. Ze heeft het effect van vier varianten in vergelijking met ons huidig op de gezondheidsindex gebaseerd systeem (dat in de grafiek wordt voorgesteld als de nullijn) bestudeerd: • een index die de totale inflatie inclusief de prijsontwikkeling van benzine, diesel, alcohol en tabak meet (‘ncpi’); • een vast percentage dat gelijk is aan de gemiddelde inflatie over een langere periode (‘trendmatig’); • een index waar alle energieproducten zijn uitgezuiverd (‘zonder energie’); • een index waarbij men zich voor het berekenen van de gemiddelde gezondheidsindex baseert op de afgelopen twaalf maanden in plaats van
0,6 0,4 0,2 0,0 -0,2 20 07 Q 20 1 07 Q 20 2 07 Q 20 3 07 Q 20 4 08 Q 20 1 08 Q 20 2 08 Q 20 3 08 Q 20 4 09 Q 20 1 09 Q 20 2 09 Q 20 3 09 Q 20 4 10 Q 20 1 10 Q 20 2 10 Q 20 3 10 Q 4
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
Een hervorming van de index zal meer jobs helpen creëren
NCPI
Trendmatig
op de afgelopen vier maanden zoals vandaag (‘trager’). De NBB toont aan dat een hervorming van de index meer jobs kan helpen creëren. In het geval van een vast
Zonder energie
Trager
percentage dat gelijk is aan de gemiddelde inflatie over een langere periode bijvoorbeeld, bedraagt dit zelfs 0,6%, ofwel meer dan 25.000 bijkomende jobs.
CONCURRENTIEKRACHT LOONKOSTEN ENERGIE INNOVATIE EN VORMING OVERHEID
ENERGIE
16
Aandeel van de energie-intensieve industrie in de toegevoegde waarde van de verwerkende nijverheid in 2010 (in %; Bron: Eurostat) 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5%
Ita lië De ne m ar ke n
Fi nl an d Po rtu ga l O os te nr ijk Fr an kr ijk Du its la nd
0% Zw ed en N ed er la nd G rie ke nl an d
De energie-intensieve industrie (bijvoorbeeld chemie, petroleum, ferro, non-ferro,…) is van ontzettend groot belang voor de Belgische economie. Ze vertegenwoordigt immers 35% van de totale toegevoegde waarde van de Belgische verwerkende nijverheid. Ter vergelijking: minder dan een kwart van deze toegevoegde waarde in Frankrijk en in Duitsland is toe te schrijven aan de energie-intensieve sector. Dit toont aan dat we, nog meer dan andere landen, erover moeten waken dat onze ondernemingen toegang blijven hebben tot energie tegen een competitieve prijs.
Be lg ië
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
De energie-intensieve industrie is belangrijk voor België
ENERGIE
Bedrijven investeren in energie-efficiëntie Verbetering van de energie-efficiëntie in de industrie tussen 2000 en 2010 (in %; Bron: EC) 25 20 15 10 5 0 -5 -10 -15
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
I G rie tali ke ë nl an d Be D Ve lg en re i ni em ë gd ar k Ko en ni n N krij ed k er la nd
-20 Sp Lu an xe je m bu O os rg te n Du rijk its la Po nd rtu g Zw al ed Eu en ro zo ne Ie rla n d Fr an kr ij Fi k nl an d
Het feit dat de Belgische economie gespecialiseerd is in de energie-intensieve industrie betekent niet dat er inefficiënt met energie zou worden omgesprongen, wel integendeel. De Belgische industrie heeft op dit gebied, in tien jaar tijd, een opmerkelijke verbetering van haar energie-efficiëntie met 13,7% bewerkstelligd. Dit is duidelijk meer dan in Frankrijk (+8,3%) en zeker dan in Duitsland (-1,6%) of het gemiddelde van de eurozone (+7,5%). Dit toont aan dat bijvoorbeeld het systeem van de benchmarkingconvenanten in Vlaanderen of de ‘accords de branche’ in Wallonië tot goede resultaten leidt.
17
ENERGIE
18
Gedetailleerd overzicht heffingen op elektriciteit voor baseload profielen (100 GWh) (Bron: Deloitte Belgium) 27 24
21 18 15
12 9 6
Vlaanderen
Wallonië
Frankrijk
Duitsland
Nederland
3
WKC GSC Offshore Federal
Redevance de raccordement au réseau
CSPE TCFE
Service Obligations
CV Offshore Federal
Accijns
Service Obligations Accijns
CTA
OffshoreHaftungsumlage StromNEVUmlage KWK-Umlage Konzissionablage EEG-Umlage Stromsteuer
20 11 20 12 20 13
20 11 20 12 20 13
20 11 20 12 20 13
20 11 20 12 20 13
0 20 11 20 12 20 13
De heffingen op elektriciteit voor energie-intensieve bedrijven liggen hoog in België. Een deel van deze heffingen wordt geïnd door de federale regering en een ander deel door de regionale regeringen. Voor een Vlaams bedrijf met een standaardverbruik van 100 GWh komen deze meerkosten bijvoorbeeld neer op ongeveer 12 euro per MWh. Voor een in Wallonië gevestigde onderneming loopt dit zelfs op tot bijna 27 euro per MWh. Ter vergelijking: in onze buurlanden bedraagt dit maar 6 euro per MWh of zelfs minder. Een gevoelige vermindering van deze heffingen is dan ook nodig om ervoor te zorgen dat deze ondernemingen toegang blijven hebben tot energie tegen een competitieve prijs.
€ / MWh
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
Heffingen op energie-intensieve bedrijven liggen hoog
Regulerende energie belasting ODE Restitutie
ENERGIE
Nood aan een doordacht energiebeleid Samenstelling van de elektriciteitsproductie in 2011 (Bron: IEA) 1% 6% 7%
4% Nucleair
55% Aardgas Biomassa
27%
Steenkool Hernieuwbaar Overige
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
De regering heeft besloten de productie van elektriciteit via nucleaire energie uit te faseren. Vandaag neemt nucleaire energie evenwel een aandeel van 55% voor haar rekening. Dit illustreert dat er dringend nood is aan een duidelijke visie over welke energiemix we in de toekomst wensen. Ook energie-efficiëntie zal hierin een belangrijke plaats moeten krijgen.
19
CONCURRENTIEKRACHT LOONKOSTEN ENERGIE INNOVATIE EN VORMING
INNOVATIE EN VORMING
België verliest enkele plaatsen op het vlak van de kenniseconomie Innovation Union Scoreboard 2012 (Bron: EC) 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 GR
PT
ES
IT
FR
IE
AT
UK
BE
LU
NL
FI
DK
DE
SE
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
Elk jaar publiceert de Europese Commissie haar ‘Innovation Union Scoreboard’, een ranking van de meest innovatieve economieën in de Europese Unie. Hiervoor wordt een beroep gedaan op maar liefst 24 innovatie-indicatoren, gaande van • lonen investeringen in onderzoek en ontwikke• werk hoger ling tot het aantal afgestudeerden onderwijs •ofWerkloosheid de beschikbaarheid van venture capital. België scoort op zich niet • arbeidsorganisatie zo slecht op het vlak van de kenniseconomie. Het probleem is wel dat ons land • arbeidsorganisatie twee plaatsen heeft verloren ten opzichte van verleden jaar. België wordt nu ingehaald door Luxemburg en, belangrijker nog, door Nederland. We moeten de ambitie hebben om in de komende jaren toe te treden tot de groep van de ‘innovation leaders’ (zie de landen in het blauw in de grafiek).
21
INNOVATIE EN VORMING
Belgische ondernemingen zijn bezig met innovatie Elke twee jaar voert de Europese Commissie een grootschalige enquête uit naar de innovatieactiviteiten van de Europese bedrijven. België heeft heel wat bedrijven met een innoverende activiteit. Dit kan zowel betrekking hebben op het productieproces als op de ontwikkeling van procedés of van de organisatie. Ons land staat dan ook tussen de toplanden met iets meer dan 60% innoverende bedrijven. Duitsland scoort met bijna 80% evenwel duidelijk beter, terwijl Frankrijk en Nederland het met respectievelijk 53% en 57% minder goed doen.
% ondernemingen met een innovatie-activiteit in 2010 (Bron: EC) 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%
22
Fi nl an De d ne m ar ke n Ve Fr re an ni kr gd ijk Ko ni nk rij k Sp an je
Ita lië
Du its la nd Be lg ië Po rtu ga l Zw ed en Ie rla nd N ed er la nd O os te nr ijk
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
0%
INNOVATIE EN VORMING
Belgische ondernemingen investeren in vorming Investeringen in voortgezette opleiding, in % van de arbeidskosten in 2010 (Bron: Eurostat) 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
Fr an kr ijk
Be lg ië
Ita lië Ko ni nk rij k Fi nl an d O os te nr ijk Du its la nd Sp an je Zw ed en Lu xe m bu rg Po rtu ga l N ed er la nd
0,0
Ve re ni gd
Volgens een Europese enquête (de zogenaamde CVTS-enquête) investeerden de Belgische ondernemingen met meer dan 10 werknemers 2,4% van de loonmassa in formele opleidingen voor hun werknemers. Ons land staat hiermee op een tweede plaats in de Europese rangschikking, vlak na Frankrijk, maar vóór Duitsland en Nederland. Belgische ondernemingen investeren dus aanzienlijk in de opleiding van hun werknemers.
23
INNOVATIE EN VORMING
Meer dan de helft van de werknemers volgt een voortgezette opleiding Ook op het vlak van het relatief aantal werknemers dat jaarlijks een formele opleiding krijgt, scoren we zeer goed: met meer dan 50% laten we het gros van de Europese landen achter ons.
% werknemers die deelnemen aan cursussen voor voortgezette opleiding in 2010 (Bron: Eurostat) 60 50 40 30 20 10
24
Be lg ië
Ita lië N ed er la nd Du its la nd Po rtu ga l Fi nl an d Fr an kr ijk Zw ed en Sp an je Lu xe m bu rg
Ve Ko ren ni igd nk rij k O os te nr ijk
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
0
CONCURRENTIEKRACHT LOONKOSTEN OVERHEID
OVERHEID
België heeft de hoogste belastingdruk binnen de eurozone In 2012 was de belastingdruk in de eurozone nergens hoger dan in België. Dit toont aan dat er hier echt wel een limiet is bereikt. En wat nog te weinig geweten is: deze belastingdruk is niet alleen hoog op arbeid, maar ook op consumptie en kapitaal. Een nog verdere verhoging van de belastingdruk zal dan ook nefast zijn voor de economische groei en de creatie van jobs in ons land.
Totale fiscale en parafiscale druk in 2012 (% van het bbp; Bron: EC) 50 45 40 35 30 25 20 15 10
26
De ne m ar ke n Be lg Fr ië an kr i Zw jk ed en Ita lië Fi nl an O d os te nr Eu ijk ro zo Du ne its la Ve nd N re ed ni e gd rla Ko nd ni nk G rie rijk ke nl an Po d rtu ga l Sp an je Ie rla nd
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
5 0
OVERHEID
Belgische ondernemingen worden geconfronteerd met een relatief complexe en dure regelgeving Eenvoud waarmee kan worden ondernomen (Bron: Wereldbank) IT GR
BE
ES PT
AT
NL
CH
PT
IE
DE
UK SE FI DK Sterkte van het wetgevend kader
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
Complexiteit en kosten van de regelgeving
In de rangschikking ‘Doing Business 2013’ van de Wereldbank komt België op de 31ste plaats. Dit kan een eerbare score lijken, maar die moet wel gerelativeerd worden, in de wetenschap dat van de 185 gerangschikte landen een ruime meerderheid nog ‘in ontwikkeling’ is. De criteria die gunstig zijn voor België betreffen het oplossen van insolventie en het contractenrecht; daartegenover staat dat ons land slechts de 176ste plaats (!) bekleedt wat vastgoedregistratie betreft. Over het algemeen genomen kunnen we zeggen dat de in ons land gevestigde ondernemingen worden geconfronteerd met een relatief complexe en dure regelgeving, zowel voor het opstarten van een activiteit of voor het verkrijgen van een bouw- of milieuvergunning, enz. De sterkte van ons wetgevend kader is daarentegen wel meer dan behoorlijk.
27
OVERHEID
Administratieve lasten blijven hoog
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
De kosten te wijten aan de administratieve lasten die op de ondernemingen wegen, schommelen naargelang van de beslissing om nieuwe regelgeving ten uitvoer te leggen. Toch geven de ondernemingen jaarlijks tussen 5 en 6 miljard euro uit aan deze kosten. Het is geen verrassing dat we hier in volgorde van belangrijkheid de administratiekosten met betrekking tot de fiscaliteit, de werkgelegenheid en het milieu terugvinden. De federale regering heeft zich geëngageerd om tijdens deze regeerperiode de administratieve lasten met 30% te verminderen.
28
Kosten van de administratieve lasten die op de ondernemingen wegen (in miljarden EUR; Bron: FPB) 7 6 5 4 3 2 1 0 2000
2002
2004
Werkgelegenheid
2006
Fiscaliteit
2008
Milieu
2010
OVERHEID
Te hoge lopende uitgaven, te lage investeringen Overheidsuitgaven in 2011 (in % van het bbp; Bron: Eurostat) 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 NL
FR
FI
ES
Publieke investeringen in infrastructuur en R&D
PT
DK
IE
UK
DE
IT
BE
AT
Personeelskosten op het vlak van de algemene overheidsdiensten
ZAKBOEKJE CONCURRENTIEKRACHT 2013
SE
eu ro zo ne
De overheidsuitgaven in België liggen hoog. Toch wordt er maar relatief weinig in infrastructuur en onderzoek en ontwikkeling geïnvesteerd: twee domeinen die nochtans van cruciaal belang zijn voor onze potentiële groei. Anderzijds zien we bijvoorbeeld dat de personeelskosten voor algemene diensten (bv. wetgevende en uitvoerende instellingen, financiën, buitenlandse zaken, …) wel hoog liggen in België. Een heroriëntering van de overheidsuitgaven is dan ook uitermate noodzakelijk: meer naar investeringen en minder naar lopende uitgaven. Hiervoor is er nood aan een meer efficiënte overheid.
29
Verbond van Belgische Ondernemingen vzw Ravensteinstraat 4 – 1000 Brussel T + 32 2 515 08 11 F + 32 2 515 09 99 www.vbo.be