Zaak nr 4010
Beslissing van de Derde Beslisser Ter beslechting van een geschil inzake domeinnamen
I. Partijen 1. Klager:
Red Bull GmbH, vennootschap naar Oostenrijks recht, gevestigd te 5330 Fuschl an See, Brunn 115, Oostenrijk (hierna verder genoemd “de Klager”) hebbende als raadsman, Mr. Paul Van den Bulck, advocaat, Tinklaan 17, 1160 Brussel
2. Titularis:
De Heer Kees Rasenberg, wonende te 2990 Loenhout, Wuustwezelseweg 156 (hierna verder genoemd “de Titularis”).
II. Procedure
De Klager heeft op 14 september 2001 een klacht ingediend bij CEPINA op basis van artikel 10 van de Algemene voorwaarden voor domeinnaamregistratie binnen het “.be”-domein van de VZW DNS (hierna verder genoemd “de Algemene Voorwaarden”) door middel van een klachtformulier (hierna verder genoemd “het Klachtformulier”) overeenkomstig Bijlage I van het Reglement voor beslechting van geschillen inzake domeinnamen (hierna verder genoemd “het Reglement”).
Op 5 oktober 2001 heeft de Titularis een antwoordformulier (hierna verder genoemd “het Antwoordformulier”) ingediend bij CEPINA overeenkomstig Bijlage II van het Reglement.
Op 11 oktober 2001 heeft CEPINA Mr. Jan Surmont uitgenodigd om op te treden als derde beslisser in de zin van het Reglement (hierna verder genoemd “Derde Beslisser”), waarop Mr. Jan Surmont aan CEPINA een onafhankelijkheidsverklaring zoals bedoeld in artikel 7 van het Reglement heeft overgemaakt.
Op 12 oktober 2001 heeft CEPINA Mr. Jan Surmont benoemd als derde beslisser en hem electronisch een copie overgemaakt van het Klachtformulier en het Antwoordformulier.
Op diezelfde dag heeft Cepina het dossier in hard copy overgemaakt dat bestaat uit volgende stukken en documenten (hierna verder genoemd “de Stukken”): -
het Klachtformulier; het Antwoordformulier; de bundel van de Klager bestaande uit 8 stukken.
De Klager heeft binnen de termijn van 7 kalenderdagen zoals voorzien in artikel 12 van het Reglement geen verzoek tot wederwoord ingediend, zodat de debatten overeenkomstig voormeld artikel 12 geacht worden gesloten te zijn op 19 oktober 2001.
Na onderzoek van de Stukken stelt de Derde Beslisser vast dat hij over de nodige gegevens beschikt om een beslissing te nemen.
1
De beslissing wordt genomen met inachtname van de Algemene Voorwaarden (versie 1.1. – 7 december 2000), het Reglement, en de Stukken.
III. Voorwerp van de vordering
1. De Klacht heeft betrekking op de domeinnaam “redbulls.be” (hierna verder genoemd “de Domeinnaam”). 2. De Klager vordert dat de Domeinnaam aan haar zou worden overgedragen.
IV. De feiten
Op 28 februari 1995 werd door de vennootschap naar Duits recht Red Bull GmbH een Beneluxmerk gedeponeerd (stuk 1 bundel Klager).
Het betreft een beeldmerk bestaande uit de woorden “Red Bull Energy Drink” en een figuratieve afbeelding van twee tegenover elkaar staande stieren verbonden door een cirkel.
Op 5 december 1997 werd door de vennootschap naar Oostenrijks recht Red Bull GmbH het merk “Red Bull” gedeponeerd als Gemeenschapsmerk (stuk 2 bundel Klager).
Naar eigen zeggen brengt de Klager de “Red Bull energizer drink” op de markt.
De Klager beweert titularis te zijn van 93 domeinnamen, waaronder bijvoorbeeld “redbull.be”.
De domeinnaam “redbulls.be” werd geregistreerd bij de VZW DNS op 22 mei 2001 door Planet Internet NV op naam van de Heer Kees Rasenberg, wonende te 2990 Loenhout, Wuustwezelseweg 156.
De Titularis beweert schatbewaarder te zijn van een beleggingsclub, “Bears & Bulls” geheten, dewelke zou zijn opgericht op 2 mei 2001 en waarvan hoofdzakelijk landbouwers en veehouders deel zouden uitmaken. Naar eigen zeggen heeft hij van de voorzitter van voormelde beleggingsclub opdracht gekregen om de domeinnaam “redbulls.be” te (laten) registreren.
Bij brief van 22 augustus 2001 werd de Titularis door de raadsman van de Klager in gebreke gesteld om afstand te doen van elke aanspraak op de Domeinnaam (stuk 4 bundel Klager).
Hierop volgde blijkbaar geen antwoord.
Bij brief van 30 augustus 2001 deelde de raadsman van de Klager aan de Titularis mee dat hij gerechtelijke stappen zou ondernemen (stuk 5 bundel Klager).
Uit het P.V. van vaststelling van 1 september 2001 van Gerechtsdeurwaarder Robert De Valck blijkt dat de internetpagina www.redbulls.be op die datum niet toegankelijk was (stuk 6 bundel Klager).
2
V.Beoordeling
A.Wat betreft de gegrondheid van de Klacht
Overeenkomstig artikel 10, b, 1 van de Algemene Voorwaarden dient de Klager te stellen en te bewijzen dat: (1) de domeinnaam van de licentienemer identiek is aan of overeenstemt met een gedeponeerd Benelux- of Gemeenschapsmerk waarop de Klager rechten kan laten gelden indien daardoor verwarring kan ontstaan; (2) de licentienemer geen rechten of legitieme belangen kan laten gelden voor de domeinnaam; (3) de domeinnaam van de licentienemer te kwader trouw geregistreerd is of te kwader trouw gebruikt wordt.
Aan deze drie voorwaarden dient cumulatief te worden voldaan. Hierna wordt achtereenvolgens onderzocht of aan deze voorwaarden is voldaan.
1.Eerste voorwaarde: het identiek of overeenstemmend zijn met een Benelux- of Gemeenschapsmerk waardoor verwarring kan ontstaan
a.
Argumentatie van de Klager
In het Klachtformulier verwijst de Klager naar het hogervermelde Benelux- en Gemeenschapsmerk waarvan zij titularis en houder zou zijn.
De Klager stelt dat de Domeinnaam identiek zou zijn aan deze twee merken en daardoor verwarring zou ontstaan.
In de mate waarin het zo zou zijn dat de Domeinnaam niet identiek zou zijn aan de merken door het feit dat “red bulls” het meervoud zou zijn van “red bull”, argumenteert de Klager dat er in elk geval overeenstemming is.
b.
Argumentatie van de Titularis
De Titularis voert geen specifiek verweer ten aanzien van de argumentatie van de Klager. In het Antwoordformulier wordt wel gesteld dat geen producten of diensten worden aangeboden en dat het product “Red Bull” niet nadelig beïnvloed wordt.
3
c.
Beoordeling
Het feit dat door de Titularis geen specifiek verweer wordt gevoerd doet naar oordeel van de Derde Beslisser geen afbreuk aan het feit dat moet worden onderzocht of aan de eerste voorwaarde is voldaan.
Een Benelux-of Gemeenschapsmerk waarop de Klager rechten kan doen gelden
1. De Klager beroept zich vooreerst op het Beneluxmerk (stuk 1 bundel Klager).
Waar dit merk werd gedeponeerd door de vennootschap naar Duits recht Red Bull GmbH, dient vastgesteld te worden dat dit merk nadien is overgegaan op de Klager en dat de formaliteiten met het oog op de tegenstelbaarheid aan derden zoals voorzien in artikel 11 van de Beneluxmerkenwet zijn vervuld, zodat de Klager op dit Beneluxmerk rechten kan laten gelden
2. Uit stuk 2 van de bundel van de Klager blijkt dat het Gemeenschapsmerk werd gedeponeerd door de Klager. De Klager kan dan ook rechten laten gelden op dit Gemeenschapsmerk.
Het identiek of overeenstemmend zijn van de Domeinnaam waardoor verwarring kan ontstaan
3. De Klager kan niet worden gevolgd waar zij stelt dat de Domeinnaam identiek zou zijn aan het Beneluxmerk en het Gemeenschapsmerk.
Het Beneluxmerk is een beeldmerk bestaande uit de woorden “Red Bull Energy Drink” en een figuratieve afbeelding van twee stieren verbonden door een cirkel, terwijl de Domeinnaam enkel de woorden “redbulls” bevat.
Waar het Gemeenschapsmerk “Red Bull” is, dient vastgesteld te worden dat de Domeinnaam hiervan verschilt door toevoeging van de letter “s”.
4. Alsdan rest de vraag of de Domeinnaam dermate overeenstemmend is met het Benelux- en/of het Gemeenschapsmerk dat hierdoor verwarring kan ontstaan.
Het kan naar oordeel van de Derde Beslisser niet ontkend worden dat de Domeinnaam enerzijds en het Gemeenschapsmerk anderzijds zowel auditief als visueel zeer goed op elkaar gelijken en enkel van mekaar verschillen in de letter “s” op het einde van de Domeinnaam.
Wat betreft het Beneluxmerk, dient opgemerkt te worden dat het niet is omdat het gaat om een beeldmerk dat er geen overeenstemming zou kunnen zijn tussen de Domeinnaam en het beeldmerk. Alhoewel bij een vergelijking dient te worden uitgegaan van het gedeponeerde merk in zijn totaliteit, moet toch worden vastgesteld dat het hoofdbestanddeel van het beeldmerk dat het meest in het oog springt “Red Bull” is (afgebeeld in grotere letters en in vet). Vastgesteld moet worden dat er een grote gelijkenis bestaat tussen de Domeinnaam en bedoeld hoofdbestanddeel uit het Beneluxmerk.
Uit de argumentatie van de Klager kan worden afgeleid dat deze van oordeel is dat de gelijkenis van die aard zou zijn dat er sowieso verwarringsgevaar zou zijn. Het beweerde verwarringsgevaar wordt echter niet verder toegelicht of gepreciseerd door de Klager.
4
Het is niet omdat beide tekens goed op elkaar gelijken dat er automatisch ook verwarringsgevaar zou bestaan.
Naar oordeel van de Derde Beslisser dient het verwarringsgevaar in concreto te worden beoordeeld, rekening houdende met alle omstandigheden van de zaak.
Het verwarringsgevaar dient niet enkel te worden beoordeeld op basis van de loutere gelijkenis tussen beide tekens, maar ook op basis van de bekendheid van het ingeroepen merk en de al dan niet gelijksoortigheid van de aangeboden produkten en diensten. De Derde Beslisser verwijst ter zake naar de rechtspraak van het Hof van Justitie (ondermeer in de zaak Canon, 29 september 1998, I.R.D.I., 1998, 362).
Waar weliswaar kan aangenomen worden dat het merk “Red Bull” voor “energiedranken” ook in België een niet gering onderscheidend vermogen heeft, dient echter te worden vastgesteld dat de Titularis noch de beleggingsclub waarvan hij deel zou uitmaken, produkten of diensten aanbieden onder de Domeinnaam.
Uit het door de Klager voorgebrachte P.V. van vaststelling blijkt dat onder de Domeinnaam nog geen website werd geopend.
Verder wordt in het Antwoordformulier uiteengezet dat de Beleggingsclub “Bears& Bulls” ook niet van plan is om onder de Domeinnaam produkten en/of diensten aan te bieden, en dat een in de toekomst te ontwikkelen website enkel zal dienen als discussieforum.
De “activiteiten” van de Klager enerzijds en deze van de Titularis (en van de beleggingsclub waarvan hij deel uitmaakt) zijn naar oordeel van de Derde Beslisser dermate verschillend dat elk verwarringsgevaar uitgesloten is. De kans dat iemand zou denken dat de Titularis op de één of andere manier “verbonden” zou zijn met de Klager is naar oordeel van de Derde Beslisser onbestaande.
Zelfs indien in de toekomst een website zou worden geopend onder de Domeinnaam valt moeilijk in te zien dat iemand zich, omwille van het loutere bestaan van de Domeinnaam, zal vergissen en terecht zal komen op de website toegangkelijk via de Domeinnaam. Mede gelet op de bekendheid van het merk “Red Bull” zal de internetgebruiker ofwel rechtstreeks het juiste internetadres van de Klager intikken ofwel de naam “Red Bull” ingeven in een “zoekmachine” (en op die manier ook bij de Klager terecht komen). Dit wordt trouwens bevestigd door de Klager zelf die in het Klachtformulier stelt dat een opzoeking op internet systematisch leidt naar een website van de Klager. Verder mag aangenomen worden dat een gebruiker die toch op de toekomstige website van de beleggingsclub zou terechtkomen, onmiddellijk zal vaststellen dat zulks niets te maken heeft met de activiteiten van de Klager.
Gelet op het voorgaande is de Derde Beslisser van oordeel dat niet is voldaan aan de eerste voorwaarde. Niettegenstaande dit volstaat om de Klacht als ongegrond af te wijzen, worden de twee andere voorwaarden volledigheidshalve onderzocht.
2.Tweede voorwaarde: rechten of legitieme belangen in hoofde van de Titularis
a.
Argumentatie van de Klager
De Klager stelt dat de Titularis geen enkele rechten op eender welk (met het merk) identiek of overeenstemmend teken heeft en dat de Titularis zeker zou hebben geweten dat het merk reeds bestond en dat de registratie verwarring zou scheppen.
5
De Klager merkt verder op dat: -
de internetsite www.rasenberg.be nergens de woorden “Red Bull” of “Red Bulls” vermeldt;
-
de Titularis niet algemeen bekend is onder de naam “red bulls”;
-
de Titularis de Domeinnaam niet actief gebruikt en ook geen website onder de Domeinnaam heeft geopend;
-
de Titularis zou hebben gereageerd op de ingebrekestellingen indien hij over rechten of legitieme belangen zou beschikken.
b.
Argumentatie van de Titularis
De Titularis verwijst naar het feit dat de keuze voor de Domeinnaam voor de hand liggend zou zijn, nu de beleggingsclub waarvan hij deel uitmaakt “Bears & Bulls” heet, de term “bull market” in de beurswereld gebruikt wordt om een positieve markt aan te duiden, een groot aantal leden van de club veehouders zijn en de naam “red bulls” in de veehouderij algemeen gebruikelijk is om een bepaald soort van (betere) stieren aan te duiden.
De Titularis merkt verder op dat de internetpagina nog moet worden gemaakt omdat men nog niet de tijd heeft gehad om deze te ontwikkelen.
Hij wijst ook op het feit dat de Domeinnaam niet zal worden gebruikt om produkten of diensten aan te bieden en dat hij niet uit winstbejag heeft gehandeld.
Vastgesteld moet worden dat deze argumentatie door de Klager niet wordt weerlegd, nu deze geen wederantwoord heeft ingediend.
c. Beoordeling
Artikel 10, b, 3 van de Algemene Voorwaarden bepaalt dat de rechten of legitieme belangen van de Titularis ondermeer kunnen aangetoond worden door de volgende omstandigheden: -
het feit dat de Titularis, voordat hij kennis kreeg van het geschil, de domeinnaam of een naam die daarmee overeenstemt, gebruikte om te goeder trouw producten of diensten aan te bieden, of dat hij daarvoor aantoonbare voorbereidingen heeft getroffen;
-
het feit dat de Titularis, als individu, onderneming of andere organisatie, algemeen gekend is onder de domeinnaam, zelfs al heeft hij geen merkenrechten bekomen;
-
het feit dat de Titularis op een legitieme of niet-commerciële of op een billijke manier gebruik maakt van de domeinnaam zonder uit winstbejag consumenten aan te trekken of het betrokken merk te bekladden.
Deze opsomming van omstandigheden is echter niet limitatief. De rechten of legitieme belangen kunnen derhalve ook uit andere omstandigheden, eigen aan de zaak, worden afgeleid.
Naar oordeel van de Derde Beslisser dient de Titularis niet noodzakelijkerwijze te beschikken over een merk of andere intellectuele eigendomsrechten om rechten of legitieme belangen in te kunnen roepen.
6
De Klager weerlegt niet dat een beleggingsclub “Bears & Bulls” werd opgericht en dat de Titularis hiervan deel uitmaakt.
Waar het inderdaad zo is dat in de beurswereld de term “bull market” in de mond wordt genomen om een positieve markt aan te duiden en het begrip “red bulls” in de veehouderij gebruikelijk is om een bepaald soort van stieren aan te duiden, kan aangenomen worden dat zulks in casu een voldoende legitiem belang ten aanzien van de Domeinnaam kan uitmaken, temeer daar de Domeinnaam niet op een commerciële wijze wordt gebruikt en het niet de bedoeling is om uit winstbejag consumenten aan te trekken of het betrokken merk te bekladden.
Het feit dat de Titularis niet heeft geantwoord op de ingebrekestellingen betekent op zich niet noodzakelijk dat hij geen rechten of legitieme belangen zou kunnen laten gelden, temeer daar hij een Antwoordformulier heeft ingediend.
Anderzijds kan de vraag worden gesteld, mede vanuit het voorwerp van de vordering, te weten de overdracht van de Domeinnaam aan de Klager, welke de legitieme belangen van de Klager zouden zijn met betrekking tot de Domeinnaam.
Het is niet omdat de Klager merkrechten op de naam “Red Bull” bezit dat zij daardoor automatisch aanspraak zou kunnen maken op elke mogelijke domeinnaam waarin het bestanddeel “Red Bull” voorkomt.
In het Klachtformulier stelt de Klager dat zij van plan was om de Domeinnaam te laten registreren. Zij geeft echter geen enkele toelichting omtrent de reden hiervan.
Vastgesteld moet worden dat de Klager, waar zij reeds over 93 domeinnamen beschikt, blijkbaar nog in geen enkel “nationaal domein” de primaire domeinnaam “red bulls” heeft laten registreren.
Integendeel blijkt uit een opzoeking door de Derde Beslisser op internet dat door derden reeds diverse “red bulls” domeinnamen werden geregistreerd, zo ondermeer “redbulls.com”, “redbulls.net”, “redbulls.de” en “redbulls.ch”.
Bovendien worden op de website van Yahoo diverse produkten (waaronder T-shirts, cd’s en beeldjes van stieren) te koop aangeboden onder de naam “Red Bulls”.
De Klager heeft de domeinnaam “red bull” laten registreren in nagenoeg alle mogelijke nationale domeinen en heeft bijgevolg hierdoor meer dan voldoende mogelijkheden om zich op het internet te manifesteren (onder haar merknaam).
Er valt dan ook niet in te zien waarom zij aanspraak zou kunnen maken op de Domeinnaam. In elk geval kan de Klager naar oordeel van de Derde Beslisser ter zake niet meer aanspraken laten gelden dan de Titularis.
Het feit dat de Domeinnaam nog niet daadwerkelijk wordt gebruikt en ook nog geen website onder de Domeinnaam werd geopend kan op zich niet betekenen dat de Titularis geen rechten of legitieme belangen zou kunnen laten gelden.
In de Algemene Voorwaarden is geen termijn voorzien waarbinnen de Titularis onder de Domeinnaam verplicht een website zou moeten openen. Naar oordeel van de Derde Beslisser kan van diegene die een domeinnaam heeft laten registreren niet verwacht worden dat onmiddellijk een website onder die naam wordt geopend en moet minstens rekening worden gehouden met een redelijke termijn om een website te (laten) ontwikkelen.
7
Gelet op het voorgaande is ook aan de tweede voorwaarde niet voldaan.
3. Derde voorwaarde: registratie of gebruik te kwader trouw
a.
Argumentatie van de Klager
De Klager is van oordeel dat de Domeinnaam te kwader trouw werd geregistreerd omwille van volgende redenen: -
het feit dat aan de eerste twee voorwaarden is voldaan;
-
het feit dat niet werd geantwoord op de ingebrekestellingen; -
b.
het feit dat de domeinnaam niet wordt gebruikt.
Argumentatie van de Titularis
De Titularis betwist de registratie te kwader trouw en roept in dat: -
hij niet wil geassociëerd worden met de Klager om reden dat de “Red Bull”-drank gezien wordt als een pepdrank voor jongeren;
-
er nog geen tijd was om de website te ontwikkelen;
-
er niet werd gehandeld uit winstbejag en dat geen produkten of diensten (zullen) worden aangeboden onder de Domeinnaam;
-
men niet wil profiteren van de uitstraling van “red bull “ als merknaam.
Vastgesteld moet worden dat de Klager deze argumentatie niet weerlegt, nu geen wederantwoord werd ingediend.
c.
Beoordeling
Artikel 10, b, 2 van de Algemene Voorwaarden stelt dat het bewijs van registratie of gebruik te kwader trouw ondermeer kan worden aangetoond door de volgende omstandigheden: -
wanneer de feiten aantonen dat de domeinnaam werd geregistreerd of verworven hoofdzakelijk om hem te verkopen, verhuren of om op een andere wijze over te dragen aan de klager die houder is van het overeenstemmende merk of een concurrent van de klager, en dit voor een prijs die de kosten verbonden aan de verwerving van de domeinnaam overschrijdt;
-
wanneer de domeinnaam is geregistreerd om de houder van een merk te beletten dit merk te gebruiken in de domeinnaam en dit gebeurlijk voorkomt;
-
de domeinnaam hoofdzakelijk geregistreerd is om handelsactiviteiten van een concurrent te verstoren;
8
-
de domeinnaam bewust is gebruikt om internet gebruikers naar een website van de licentienemer of een andere plaats on-line te lokken waardoor verwarring kan ontstaan met een merk van de klager met betrekking tot de oorsprong, sponsoring, verbondenheid of goedkeuring van de website of plaats van de licentienemer of van producten of diensten op zijn website of andere plaats.
Deze lijst is niet limitatief.
Waar niet voldaan is aan de eerste twee voorwaarden, kan vanzelfsprekend de beweerde kwade trouw uit het voldaan zijn ervan niet worden afgeleid zoals de Klager voorhoudt.
Het kennis hebben van het bestaan van een merk voor de datum van registratie van een domeinnaam impliceert trouwens niet noodzakelijkerwijze kwade trouw.
Het loutere feit dat niet werd geantwoord op de ingebrekestellingen bewijst op zich niet de kwade trouw, temeer daar verweer werd gevoerd in het Antwoordformulier.
Ook het niet-gebruik van de Domeinnaam voor een website kan in de huidige omstandigheden niet als kwade trouw worden bestempeld. Waar de Domeinnaam werd geregistreerd op 22 mei 2001 kan niet geëist worden dat er op het ogenblik van de Klacht reeds een website onder die benaming zou moeten zijn.
In casu blijkt geenszins dat de Domeinnaam zou zijn geregistreerd om deze over te dragen aan de Klager tegen betaling. Wel integendeel blijkt de Titularis niet bereid te zijn, onder welke voorwaarden dan ook, de Domeinnaam over te dragen.
Zoals eerder reeds opgemerkt, belet de registratie van de Domeinnaam in casu niet dat de Klager zich onder zijn merknaam bekend maakt via het internet, wel integendeel.
Van een verstoring van de activiteiten van een concurrent kan in casu geen sprake zijn.
Evenmin wijst enig element erop dat de Domeinnaam zou zijn geregistreerd om gebruikers naar de internet-site te lokken om hierdoor verwarring te stichten met het merk van de Klager.
Gelet op het voorgaande bewijst de Klager niet dat de Domeinnaam te kwader trouw zou zijn geregistreerd of gebruikt zou worden.
B. Het al niet dan niet te kwader trouw indienen van de Klacht
Overeenkomstig artikel 15.4 van het Reglement dient de Derde Beslisser na te gaan of de Klacht te kwader trouw werd ingediend.
Naar oordeel van de Derde Beslisser is het niet omdat de Klacht ongegrond is, dat deze automatisch te kwader trouw zou zijn ingediend.
De kwade trouw dient te blijken uit bijzondere omstandigheden die erop wijzen dat de procedure zou misbruikt zijn en de Klacht louter en alleen werd ingediend om de Titularis of zijn activiteiten te schaden.
9
In casu zijn dergelijke omstandigheden naar oordeel van de Derde Beslisser niet voorhanden, temeer daar de Klager eerst twee ingebrekestellingen heeft verstuurd en hierop geen antwoord kwam.
C. Publicatie van de beslissing
Artikel 16.2 van het Reglement voorziet dat CEPINA de beslissing publiceert behoudens wanneer de Derde Beslisser anders beslist.
Naar oordeel van de Derde Beslisser zijn er in casu geen redenen voorhanden om de beslissing niet te publiceren.
OM DEZE REDENEN
met inachtname van de Stukken, de Algemene Voorwaarden en het Reglement,
Wij, Derde Beslisser, aangesteld om overeenkomstig het Reglement uitspraak te doen over het geschil inzake domeinnamen met nummer 4010, Verklaart de Klacht van de Klager ongegrond; Stelt vast dat de Klacht niet te kwader trouw werd ingediend en dat er geen misbruik van procedure is; Beslist dat er geen redenen zijn om huidige beslissing niet te publiceren op de website van CEPINA.
Aldus beslist te Brussel op 25 oktober 2001
Jan Surmont
10