BIJLAGE 3
WRO Uitwerking invulling ‘duurzaam ombuigen binnen het waterschap’
Oktober 2010
101472/PDA
1
2
INLEIDING De economische situatie en de daaruit voortvloeiende Rijksbezuinigingen zullen de komende jaren een aanzienlijk effect hebben op de samenleving. Ook het waterschap blijft hier niet van verschoond en zal geconfronteerd worden met een financiële situatie die zich zal kenmerken door soberheid en verantwoord kostenbewustzijn. Om hier adequaat op te kunnen inspelen, dienen de kosten kritisch tegen het licht te worden gehouden. In juni 2010 is dan ook het traject ‘Duurzaam ombuigen binnen het waterschap’ opgestart. Hierbij is de kostenstructuur doorgelicht om te bezien waar mogelijkheden liggen om kosten te reduceren. Het traject is uitgevoerd door Ernst & Young advisory. Naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek is het rapport ‘Duurzaam ombuigen binnen het waterschap, een verkenning van bezuinigingsmogelijkheden voor het Waterschap Roer en Overmaas’ uitgebracht. In dit rapport worden de resultaten en bevindingen van het onderzoek op hoofdlijnen en per afdeling weergegeven. Verder wordt in het rapport aangegeven dat een duidelijk onderscheid dient te worden gemaakt in de theoretische en praktische haalbaarheid van bezuinigingen. In het rapport zijn een aantal verkenningen en aanbevelingen opgesomd. Deze zijn onderstaand weergegeven. Onderdeel I: Verkenning bezuiniging 1. Overige personeelskosten: begeleiding, werving, OR, selectie, symposia 2. Gereedschap, materieel, afrastering 3. ICT 4. Representatie, sportdag, excursies 5. Gas 6. Lease en brandstof 7. Polissen 8. Onderhoud software 9. Onderhoud terreinen en groenvoorziening (excl. Maaibestekken) 10. Reis- en verblijfkosten 11. Inhuur advies derden 12. Onvoorzien
Bezuiniging (€ 440.000) € 37.168 € 22.390 € 10.000 € 7.250 € 4.120 € 23.700 € 11.763 € 65.200 € 170.975 € 27.000 € 49.750 € 10.000
Onderdeel II: Aanbevelingen 1. Toets op nieuwe projecten en investeringen Aanbeveling: ontwikkel beoordelingscriteria om de discussie te voeren over nut en noodzaak van investeringen 2. Gemeenten benaderen voor samenwerking binnen de afvalwaterketen Aanbeveling: zoek de dialoog met de gemeenten op 3. Verkenning van schaalvoordelen door samenwerking met andere partijen Aanbeveling: verken voor welke processen binnen het waterschap schaalvoordelen kunnen worden behaald door samenwerking met andere partijen 4. De uitvoering van taken door het WBL Aanbeveling: onderzoek de mogelijkheden om inzicht te krijgen in de beïnvloedbare kosten van het waterschap voor zover die aan WRO zijn te relateren
101472/PDA
3
Door de organisatie zijn de verkenningen en aanbevelingen tegen het licht gehouden, zijn op haalbaarheid beoordeeld en is naar mogelijkheden gezocht om hier op een verantwoorde wijze invulling aan te geven. In de voorliggende rapportage is dan aangegeven hoe wij voornemens zijn in 2011 of volgende jaren invulling te geven aan de verkenningen en aanbevelingen.
4
ONDERDEEL I VERKENNING BEZUINIGINGEN 1. Overige personeelskosten Overige personeelslasten De overige personeelslasten zijn tegen het licht gehouden en beoordeeld op de wettelijke verplichting in relatie tot de realisatie en rekeninghoudende met de daarin verscholen risico’s. Een en ander heeft ertoe geleid dat in 2011 een ombuiging op de onderdelen gratificaties, verplaatsingskosten, studiekosten en invulling vacatures een ombuiging kan worden gerealiseerd van € 104.900. Voor gratificaties heeft het dagelijks bestuur in het verleden een bedrag van 1% van de loonsom beschikbaar gesteld. De historie c.q. realisatie laat echter voortdurend een onderuitputting van de kosten zien waardoor een ombuiging op dit onderdeel van € 35.000 mogelijk en verantwoord is. Doordat de formatie bijna volledig is ingevuld is er minder kans op indiensttreders van medewerkers die verhuisplichtig zijn waardoor een besparing van € 3.400 kan worden gerealiseerd. Op basis van de CAO voor het waterschapspersoneel dient voor studiekosten een bedrag van 2,5% van de loonsom in de begroting te worden opgenomen. De historie van de laatste jaren laat zien dat op de studiekosten jaarlijks sprake is van een onderuitputting. Hierdoor kan op deze post dan ook een ombuiging worden gerealiseerd van € 50.000 die verantwoord is. Het risico dat zich echter kan voordoen is dat bij intensivering van inspanningen op het gebied van opleidingen, studies en trainingen gaande weg het begrotingsjaar alsnog tot de CAO-norm moet worden bijgeraamd. Doordat de verwachting is dat het aantal vacatures voor 2011 beperkt blijft en bij eventuele werving gebruik zal worden gemaakt van minder kostbare wervingskanalen is het in 2011 mogelijk om op het onderdeel ‘invulling vacatures’ een ombuiging te realiseren van € 16.500. Resultaat • Ombuiging: € 104.900 • jaar: 2011 • risico: gelet op bindende CAO-norm kan budgetbijstelling in 2011 noodzakelijk zijn Personeelsformatie Naast de overige personeellasten is ook de formatie van het waterschap onderwerp van discussie geweest. Voor het jaar 2010 is de formatie voor de organisatie van het waterschap vastgesteld op 137,97 formatieplaatsen (fte’s). Het aantal formatieplaatsen (fte’s) dat in de initiële begroting voor 2011 is voorzien bedraagt 138,97. Dit aantal is de resultante van de beschikbare formatie voor 2010 (137,97 fte) + 1,0 fte (van het WBL overgehevelde formatieplaats ten behoeve van het rioleringsbeheer). In het kader van de het onderzoek naar de mogelijkheid om te besparen op de personele formatie is gebleken dat inkrimping van de formatie met 2 formatieplaatsen haalbaar wordt geacht zonder dat daardoor de taakuitoefening direct in gevaar komt. In 2011 kan om deze reden de formatie worden vastgesteld op in totaal 136,97 fte’s. Door de aangehaalde inkrimping van formatie kan in 2011 een ombuiging worden gerealiseerd van € 138.000.
101472/PDA
5
Resultaat • Ombuiging: € 138.000 • jaar: 2011 • risico: gelet op bindende CAO-norm kan budgetbijstelling in 2011 noodzakelijk zijn 2. Gereedschap, materieel,afrastering Door kritisch te kijken naar het vervangen en aankopen van met name gereedschappen, afrasteringmaterialen, dienstkleding en andere vervangingsmaterialen kan in 2011 een taakstellende besparing op gereedschap, materieel en afrastering worden behaald van € 15.000. Resultaat • ombuiging: € 15.000 • jaar: 2011 • risico: n.v.t. 3. ICT aankoop hardware/software De post aankoop hardware en software is voor de vervanging, uitbreiding en upgrade van hard- en software pakketten. Doordat de nog te vervangen centrale systemen grotendeels gevirtualiseerd worden in de bestaande VMWARE omgeving is het mogelijk om op de voorliggende post een ombuiging van € 10.000 te realiseren. Resultaat • ombuiging: € 10.000 • jaar: 2011 • risico: n.v.t. 4. Representatie, sportdag, excursies In 2008 is landelijk afgesproken dat de waterschapssportdag nog t/m 2013 centraal zal worden georganiseerd. Het blijkt dat steeds minder animo is vanuit het waterschap om hieraan deel te nemen. In 2010 heeft ons waterschap wegens gebrek aan belangstelling niet deelgenomen aan de waterschapssportdag. De vaste kosten aan de waterschapsportdag bedragen ruim € 5.300 op jaarbasis en zullen vanaf 2014 worden bespaard. De overige kosten zoals vervoer en verblijf groot € 3.500 kunnen wel al vanaf 2011 worden gerealiseerd. Resultaat • ombuiging: € 8.800 • jaar: 2011(€ 3.500) en 2014 (€ 5.300) • risico: n.v.t. 5. Gas Voor de aanschaf van aardgas heeft Roer en Overmaas geparticipeerd in het collectief voor de aanbesteding van aardgas. 10 waterschappen vormen het inkoopcollectief. Door de aanbesteding gezamenlijk op de markt te zetten is een maximaal schaalvoordeel behaald waarbij een contractperiode van 4 jaar is aangegaan (2010 t/m 2013). Een verdere bezuiniging op dit onderdeel is moeilijk te realiseren zonder eerst grote investeringen te doen. Het verbruik van gas is sterk afhankelijk van de weersinvloeden in samenhang met de energielabels van apparatuur en locaties. Om het huidig gasverbruik te verlagen dienen aanpassingen aan installaties en gebouwen te worden uitgevoerd om de energielabels te verhogen. De locaties van
6
het waterschap hebben geen hoog energielabel. Met deze aanpassingen gaan dan ook grote investeringen gemoeid. Een bezuiniging is momenteel dan ook niet haalbaar. Resultaat • ombuiging: p.m. 6. Lease en brandstof Voor de leasekosten van het wagenpark kan worden opgemerkt dat het merendeel van deze leasecontracten in 2011 aflopen. Uit extern onderzoek is gebleken dat het financieel als technisch interessant is om het wagenpark van de buitendienst in zijn geheel over te nemen (extra levensduur 3 jaar) waardoor de kosten op dit onderdeel voor het wagenpark van de buitendienst op het huidige niveau kunnen blijven. Bij het niet toepassen van deze constructie (dus nieuwe leasecontracten afsluiten ingaande 2011) zouden de kosten sterk toenemen in verband met de duurdere leasetarieven. Dit vanwege het feit dat de huidige auto’s op grijs kenteken zijn aangeschaft, hetgeen bij het aangaan van eventuele nieuwe leasecontracten niet meer mogelijk is. Ook zijn de leasetarieven van auto’s van dit kwaliteitsniveau de afgelopen jaren behoorlijk gestegen. Hierdoor is een ombuiging op dit onderdeel niet aan de orde, maar dienen maatregelen te worden genomen om de kosten te stabiliseren. In dit kader is het waterschap bezig om samen met de waterschappen Rivierenland, Peel en Maasvallei, Noorderzijlvest, Zuiderzeeland en Hoogheemraadschap Delfland een Europese aanbesteding van een raamovereenkomst voor leaseauto’s in de markt te zetten. Deze samenwerking is een concrete invulling van de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de operatie Storm en de vraag naar samenwerking op inkoop- en aanbestedingsgebied. Door de opdracht met 5 andere waterschappen samen uit te zetten, wordt verwacht een aanzienlijk inkoopvoordeel te kunnen behalen. Bovendien kunnen de deelnemende waterschappen kennis en ervaring met elkaar delen. De opdracht betreft een zeer flexibele raamovereenkomst zonder afnameverplichting met een drietal leasemaatschappijen, waarmee een mantelovereenkomsten zal worden afgesloten per individuele auto. Zowel leaseauto’s voor het personeel als bedrijfsauto’s voor de buitendienst kunnen onder de raamovereenkomst worden afgenomen. De bestaande situatie met betrekking tot de leaseauto’s van het personeel (18 stuks) en de bedrijfsauto’s van de buitendienst (24 stuks) verandert hierdoor niet. De verwachting is dan ook dat we van de Europese raamovereenkomst gebruik gaan maken op het moment dat deze auto’s zijn afgeschreven of er nieuwe auto’s bij moeten komen. Resultaat • ombuiging: p.m. 7. Polissen Samen met waterschap Peel en Maasvallei zullen de verzekeringen in 2011 opnieuw in de markt worden gezet. Hierbij zal eerst intern worden geïnventariseerd welke polissen beiden waterschappen hebben afgesloten. Polisvoorwaarden, looptijden, etc. worden met elkaar vergeleken. Vervolgens zal een assuradeur worden ingeschakeld om een vergelijk met de markt te maken. Afhankelijk van de uitkomst wordt bekeken waar het pakket het beste kan worden weggezet. Gelijktijdig zal worden bezien wat we daadwerkelijk (nog) aan verzekeringen nodig achtten en zal een keuze dienen te worden gemaakt.
101472/PDA
7
Afhankelijk van de uitkomst is het handhaven of overstappen naar een andere aanbieder. De verwachting is dat dit traject naar verwachting met ingang van 2012 een besparing kan opleveren van € 11.000. Resultaat • ombuiging: € 11.000 • jaar: 2012 • risico: n.v.t. 8. Onderhoud software Het onderhoud van software en externe verbindingen zijn gebaseerd op contracten. Onderhoud geeft recht op ondersteuning bij het oplossen van problemen en het installeren van nieuwe versies. Indien geen onderhoud op de software wordt afgesloten loopt het waterschap een groter risico met betrekking tot de beschikbaarheid van de ICT infrastructuur. Onderstaand is in een overzicht weergegeven voor welke onderdelen contracten zijn afgesloten. Onderverdeling contracten - Externe verbindingen (Internet, loodsen, landmeten) - Financieel systeem - Databases (Oracle en overige database software) - Geografische informatie voorziening - Documentaire informatie voorziening (DIS/WFM) - Internet websites - Kantoorautomatisering - Applicaties t.b.v. Beveiliging en ICT beheer - Applicaties afdeling BOA - Applicaties afdeling NWO - Applicaties afdeling Beheer m.u.v. Geografische informatie voorziening - Applicaties afdeling Middelen
Door uitfasering van hardware, waardoor het onderhoud vervalt, is het in 2011 mogelijk gebleken de post onderhoud software te verlagen met € 46.000. In de primitieve begroting 2011 is hiermee reeds rekening gehouden. Door de contractuele verplichtingen is het echter moeilijk om nog een extra ombuiging op korte termijn te realiseren. Dit omdat het om contracten met een bepaalde looptijd handelt. Zo hebben de contracten die gemoeid zijn met externe verbindingen een looptijd van 36 maanden. Het realiseren van een verdere ombuiging op dit onderdeel is slechts mogelijk indien het waterschap het aantal applicaties gaat terugbrengen waarmee onderhoud gemoeid is. De verwachting is zelfs dat de kosten van het onderhoud in de toekomst zullen stijgen door de toename van (zwaardere) applicaties waaronder bijv. het Onderhoud Beheer Systeem (NWO), kwaliteitssysteem (ISO), IRIS uitbreidingen (Beheer) en externe verbindingen in het kader van eventuele samenwerking met andere organisaties. Resultaat • ombuiging: € 46.000 • jaar: 2011 • risico: beschikbaarheid ICT infrastructuur.
8
9. Onderhoud terreinen en groenvoorziening (excl. maaibestekken) Het behoort tot de mogelijkheden om de kosten die gemoeid zijn met het onderhoud van terreinen en de groenvoorziening op korte termijn te reduceren. Echter door dit lagere en uitgestelde onderhoudsniveau zullen de klachten op korte termijn toenemen. Op de langere termijn zullen de onderhoudskosten hierdoor exponentieel gaan toenemen om een en ander weer 'op orde' te krijgen. Daarnaast zijn de kosten op deze post de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen vanwege het feit dat steeds meer objecten zijn opgeleverd en binnen het watersysteem moeten worden onderhouden. Deze extra kosten zijn de afgelopen 6 jaar structureel gemaakt en opgenomen binnen het exploitatiebudget. Een ombuigingen op dit onderdeel staan dan ook haaks op dit principe. Verder zijn er op dit moment bestekken in ontwikkeling waarbij de structurele, planmatige onderhoudsactiviteiten (van groenelementen) eind dit jaar Europees, openbaar worden aanbesteed. De bestekken voor het maaibeheer zullen eveneens rond deze periode Europees de markt op gaan. De resultaten van de aanbesteding zullen moeten worden gerespecteerd. Resultaat • ombuiging: p.m. 10. Reis en verblijfkosten De post reis- en verblijfkosten zijn gebaseerd op de realisatiegegevens met als basis de regelingen die hiervoor van toepassing zijn. Hierdoor is op dit onderdeel dan ook geen ombuigingen te realiseren. Resultaat • ombuiging: p.m. 11. Inhuur advies derden Om de kwaliteit van onze inspanningen op peil te houden wordt bij knelpunten regelmatig gebruik gemaakt van inhuur van derden. In 2011 is het mogelijk gebleken om op deze post een ombuiging te realiseren van € 37.000. Hiermee is reeds rekening gehouden in de primitieve begroting 2011. Door deze ombuiging is het een extra stimulans voor de organisatie om met marktpartijen goed samen te werken en optimaal gebruik te maken van marktwerking (prijs/kwaliteitverhoudingen en concurrentie). Een goede afweging wat we zelf doen en wat we laten doen zal dan ook altijd in ogenschouw moeten worden genomen. Resultaat • ombuiging: € 37.000 • jaar: 2011 • risico: kwaliteit van gevaar lopen. 12. Onvoorzien Jaarlijks wordt in de begroting een post onvoorzien opgenomen voor onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare uitgaven. De hoogte van de post onvoorzien is bepaald op 0,4% van het begrotingstotaal. Dit percentage is bij de herziening van het waterschapsbestel in 2004 vastgesteld door de algemene besturen van de Limburgse waterschappen. Bij alle drie de organisatie WRO, WPM en WBL wordt dit percentage wordt gehanteerd. In de uitgangspunten zoals verwoord in de meerjarenraming 2011-2015 is dit percentage nogmaals bekrachtigd. Indien het bestuur besluit om dit percentage terug te brengen tot 0,3% kan hiermee een structurele besparing worden gerealiseerd van € 25.000.
101472/PDA
9
Resultaat • ombuiging: € 25.000 • jaar: 2011 • risico: aantasting van weerstandsvermogen
10
ONDERDEEL 2: AANBEVELINGEN 1. Verkenning ontwikkel beoordelingscriteria om discussie te voeren over nut en noodzaak van investeringen Aanbeveling: onderzoek wat de mogelijkheden zijn voor schaalvergroting en door meer fundamentele bestuurlijke keuzes te maken, omvangrijke investeringen wellicht uitgesteld of afgesteld kunnen worden, waardoor aanvullende bezuinigingen kunnen worden bereikt. Investeringen die tot nu toe zijn gedaan kunnen niet meer ongedaan worden gemaakt en de daarbij behorende kapitaallasten zijn een vast gegeven. Het is uiteraard mogelijk het totale, toekomstige kostenniveau omlaag te brengen door omvangrijke investeringen uit te stellen. Dit zijn echter bestuurlijke keuzes. Het huidige investeringsvolume is afgestemd op het vastgestelde waterbeheersplan. Het eigen beleid en diverse wettelijke verplichtingen (WB 21, KRW, normeringsnotitie) liggen ten grondslag aan dit waterbeheersplan. Het huidige investeringsvolume is afgestemd op de verplichtingen vanuit deze wettelijke kaders en het vastgesteld waterschapsbeleid. Het niet uitvoeren dan wel anders prioriteren van de uitvoering van deze wettelijke verplichtingen (en dus het verlagen van het bijbehorende investeringsniveau) zijn keuzes die op bestuurlijk niveau dienen plaats te vinden. Resultaat Op bestuurlijk niveau dienen keuzes te worden gemaakt over het investeringsniveau. 2. Verkenning samenwerken in de afvalwaterketen Aanbeveling: zoek de dialoog met gemeenten op. De te behalen besparing op de rijksbegroting van € 100 miljoen, die uit ‘Storm’ voortvloeit zou uit de waterketen kunnen worden terugverdiend door een betere onderlinge samenwerking als partijen (gemeenten en waterschappen). Samenwerking in de afvalwaterketen met als doel kostenbesparing (brief van de Unie en de VNG). In het waterbeheersplan van 2004 was de opdracht opgenomen voor de uitvoering van optimalisatiestudies van het Afvalwatersysteem (OAS). De hoofddoelstelling van de OAS is het optimaliseren van het afvalwatersysteem tegen de laagst mogelijke kosten, passend binnen de randvoorwaarden van het watersysteem. In het beheersplan werd een integrale benadering binnen de afvalwaterketen voorgestaan op het niveau van het afstromingsgebied van een rwzi. Deze afstroomgebieden bestaan uit een rioolwaterzuiveringsinstallatie met het aangesloten transportsysteem en de gemeentelijke riolering. Door kansrijke gebieden samen te voegen zijn voor ons beheersgebied 6 OAS’en uitgevoerd en nog 3 in afronding. In zijn algemeenheid kunnen de te behalen voordelen op de onderdelen Milieu, Kosten, Inzicht en Doorzicht worden samengevat: - Kosten Door maatregelen binnen het afvalwatersysteem beter op elkaar af te stemmen is het mogelijk om kosten te besparen. In grote lijnen kan worden samengewerkt op het gebied van investeringen en operationele zaken. Samenwerking is in veel gevallen goedkoper dan dat ieder voor zich de maatregelen uitvoert. In de tot nu toe uitgevoerde OAS-studies is een besparing te realiseren van circa € 23,5 miljoen waarvan circa € 4 miljoen voor ons als waterschap en € 19,5 miljoen voor de gemeenten. In sommige studies is een forse besparing bereikt, in andere is nauwelijks sprake van een besparing. Deze besparing moet gezien worden als minder meer kosten.
101472/PDA
11
- Milieu Er is niet alleen gekeken naar huidige eisen vanuit het watersysteem zoals basisinspanning en Wvo maar juist ook naar doelstellingen van o.a. de KRW. Op plaatsen waar de basisinspanning nog niet gereed is, wordt dit op een zo slim en snel mogelijke manier afgerond. door middel van afkoppelplannen zijn de mogelijkheden van een duurzame invulling in beeld gebracht. - Inzicht Er is een verbeterd inzicht gekomen in de onderlinge invloed van de verschillende onderdelen van de afvalwaterketen. Betere basisgegevens (veelal is het aangesloten verhard oppervlak opnieuw bepaald/geactualiseerd) leveren betere gefundeerde maatregelen op voor zowel gemeenten als het waterschap. Het actueel houden van deze gegevens verdient voortdurende aandacht. - Doorzicht De afzonderlijke plannen en optimalisatiemogelijkheden zijn transparant in beeld gebracht. De studies vormen een goede opstap voor het realiseren van aanzienlijke besparingen en om in de toekomst met de afvalwaterketenpartners duurzaam te blijven werken aan permanente verbetering van de afvalwaterketen. Verder hebben ze waardevolle informatie opgeleverd voor de gezamenlijke aanpak van de stedelijke waterproblematiek. Hoe gaan we dit bereiken? In de bijeenkomst van de waterwethouders van 15 juli jl. is de eerste aanzet gemaakt, waarin gemeente bestuurders op de hoogte zijn gebracht van de mogelijkheden om door middel van investeringen en operationele samenwerking in de afvalwaterketen kosten te kunnen besparen. Met de OAS-studies in ons achterhoofd heeft het de voorkeur om op basis van afstroomgebieden, samenwerkingsverbanden aan te gaan op stroomgebiedniveau, en in eerste instantie op bestuurlijk niveau overeenstemming te bereiken. Belangrijk is dat het urgentiebesef ook bij alle gemeenten tussen de oren komt en dat bestuurlijk een wethouder gevonden wordt die per stroomgebied de kar trekt en gemeenten op een lijn krijgt. Onze voorzitter legt zijn gewicht in de strijd en er zijn reeds 2 wethouders bereid gevonden, binnen 2 verschillende stroomgebieden, die de handen bestuurlijk op elkaar willen krijgen. Het uiteindelijke doel zal zijn dat er een vorm van samenwerkingsovereenkomst (juridische borging) komt (bijv. gemeenschappelijke regeling) waarin afspraken gemaakt zijn over de te realiseren kostenbesparingen uitgezet in de tijd waarbij overeenstemming is wie wat betaald (investeren om te kunnen renderen). Dit betekent samen investeren in het systeem zodat het totaal goedkoper wordt. Deze vorm van samenwerking houdt ook in dat krachten zoals mensen, kennis en geld worden gebundeld. Het systeem wordt leidend. Uit de OAS-studies zijn ambtelijke contactgroepen ontwikkeld om de voorgestelde besparingen uit die studies verder op te pakken. Dit vindt nu ook volop plaats (dialoog met gemeenten). Daarnaast zijn in operationele zin binnen ons gebied 6 lichte gemeenschappelijke regelingen met gemeenten over beheer van gemalen en pompen.In twee regelingen zijn ook afspraken gemaakt over monitoring overstorten en registratie. Ambtelijk en bestuurlijk zullen de nodige inspanningen worden verricht om de doelstellingen, samenwerking voor 75% met onze gemeenten zoals uit de brief van de VNG en de Unie wordt gehanteerd te bewerkstelligen. Deze samenwerking dient wel verankerd te zijn in een overeenkomst (juridische borging). Tot slot kan nog worden opgemerkt dat het Waterschap Vallei en Eem - waar een gelijksoortige aanpak wordt gehanteerd - qua aanpak Samenwerking in de Afvalwaterketen iets verder is. Het
12
bestuur van Vallei en Eem heeft voor dit traject € 250.000 beschikbaar gesteld voor inhuur derden. Verder zijn 2 fte vrijgemaakt om zaken aan te sturen en is er sprake van een bestuurlijk draagvlak. De dialoog met de gemeente om de samenwerking te verbeteren dient meerdere doelen. In ieder geval is het nodig om kostenefficiënt te kunnen werken en om de besparing op de rijksbegroting terug te verdienen maar daarnaast ook om onze doelen als waterschap te bereiken Momenteel is het Besluit algemene regels lozingen buiten inrichtingen (kortweg besluit buiten inrichtingen) in voorbereiding. Dit besluit zal naar alle waarschijnlijkheid op 1 januari 2011 in werking treden en bevat algemene regels voor veel voorkomende lozingen zoals o.a. hemelwater, bronneringen, bodemsaneringen. Ook de lozingen via gemeentelijke overstortvoorzieningen zijn in dit besluit opgenomen. Dit heeft als gevolg dat de vergunningplicht voor gemeentelijke overstorten zal komen te vervallen en wordt vervangen door algemene regels indien deze voorkomen op een in het GRP+ opgenomen overzicht en overeenkomstig het GRP+ worden uitgevoerd en beheerd. De inwerkingtreding van het besluit buiten inrichtingen in combinatie met het vervallen van de vergunningplicht voor riooloverstorten heeft een aantal gevolgen waarmee het waterschap rekening moet houden. Door het vervallen van de vergunningplicht vervalt het instrument van vergunning. Het adviesrecht ten aanzien van het GRP+ vormt wettelijk gezien het enige overgebleven instrument dat gebruikt kan worden om de belangen die het waterschap vertegenwoordigd, te behartigen. Dit heeft als gevolg dat het waterschap een andere rol en werkwijze moet aannemen. In plaats van vergunningverlenend orgaan dient de samenwerking met gemeenten sterk uitgebouwd te worden om er voor te zorgen dat we intensiever bij de voorbereidingsfase voor het opstellen van een GRP+ worden betrokken. Dit vraagt om meer tijd en de juiste mensen met de juiste competenties om dit te bewerkstelligen. Resultaat Samenwerking in de afvalwaterketen biedt mogelijkheden op termijn echter brengt ook de nodige inspanningen met zich mee. 3. Verkenning van schaalvoordelen door samenwerking met andere partijen Aanbeveling: verken voor welke processen binnen het waterschap schaalvoordelen kunnen worden behaald door samenwerking met andere partijen. Samenwerking WPM en WRO Samenwerken tussen organisaties en mensen in organisaties is een middel om een bepaald doel of resultaat te behalen. Met het traject duurzaam ombuigen binnen het waterschap is de kostenstructuur doorgelicht om te komen tot een kostenreductie. Samenwerken kan op een aantal vlakken leiden tot het maken van minder kosten. Daar waar samenwerken op operationeel niveau past, worden de mogelijkheden bezien om het op te pakken. Samenwerken kent vier fasen: 1. initiatief nemen; 2. gezamenlijk richting bepalen; 3. ontdekken door te doen; en 4. daadwerkelijk samenwerken. Om enig inzicht te geven in samenwerken zijn in onderstaande tabel een aantal onderwerpen op operationeel niveau van de samenwerking tussen WPM en WRO opgenomen.
101472/PDA
13
Bestaand
Nieuw
Gezamenlijke visie WBL
Beleid grondwaterkwaliteit en -kwantiteit
Legal audit
Waterbodems
Inkoopvoorwaarden
Risicomanagement
Grondwatermeetpunten
Integrale audit
Artikel 109 a
Digitaal werken
BRZO
GBA / E-dienstverlening /strategisch informatiebeleid ontwikkelen/ relatie waterschapshuis
Coda / Corsa – DIV
Onderhoud Beheersysteem (OBS)
Masterplan Hoge Zandgronden
Gezamenlijke inkoop
Ibrahim / Iwan
Beleid waterschapsbedrijf (WBL)
Accountant
Gezamenlijke uitwerking CUC (Computer Uitwerk Centrum)
Energie
Informatiebeveiliging
Muskusratten
Contractregistratie
Maaskades
ARBO en E-hrm
Vertegenwoordiging Unie commissies
Inhuur Personeel Applicatiebeheer
Daarnaast zien we nog kansen in samenwerking op ander gebieden waarbij gedacht wordt aan: • samenwerking met gemeenten; • samenwerking met Rijkswaterstaat; • inkoop en aanbesteden; • gegevensbeheer en ICT (Het Waterschapshuis); • shared Service Centre voor financiële-, de personeels- en de salarisadministratie en voor HRM. Wat gaat er nu gebeuren? Welke richting het met Storm op gaat is nog afwachten. Tot op heden bestaat hier geen volledige duidelijkheid over. Meer duidelijkheid zal op korte termijn ontstaan na afronding van de Kabinetsformatie. Resultaat Samenwerking met Waterschap Peel en Maasvallei en Rijkswaterstaat is opgestart. Samenwerking met andere partijen zal op korte termijn nadat de Kabinetsformatie is afgerond verder handen en voeten krijgen. 4. Verkenning uitvoering van taken door het Waterschapsbedrijf Aanbeveling: onderzoek de mogelijkheden om inzicht te krijgen in de beïnvloedbare kosten van het waterschap voor zover die aan WRO zijn te relateren Ook het waterschapsbedrijf zal in deze economisch moeilijke tijden te maken krijgen met soberheid en kostenbewustzijn. Om hier adequaat op in te kunnen spelen ware het wenselijk dat ook hier een ombuigingstraject dient te worden opgestart. Dit kan echter niet plaatsvinden door WRO, maar door het waterschapsbedrijf zelf. Het bestuur van ons waterschap dient het waterschapsbedrijf hiertoe dan ook opdracht te geven. Resultaat Het waterschapsbedrijf opdracht geven tot het doorvoeren van een traject van duurzaam ombuigen.
14
CONCLUSIE Naast het feit dat ten opzichte van de door het algemeen bestuur op 29 juni 2010 vastgestelde meerjarenraming 2011-2015 in de conceptbegroting 2011 reeds een aanzienlijke besparing is gerealiseerd, heeft de voorliggende ombuigingsoperatie geleid tot extra structurele besparing van € 296.400 voor de begroting 2011. In onderstaande tabel is samengevat op welke onderdelen zich dit heeft voorgedaan. Ombuiging • Personeelslasten - overige personeelslasten - reductie personeelsformatie
2011
€ 15.000
• ICT aankoop hardware/software
€ 10.000
2014
€ 3.500
• Polissen
€ 5.300 € 11.000
• Onderhoud software
€ 46.000
• Inhuur advies derden
€ 37.000
• Onvoorzien
€ 25.000
Besparing 2011
2013
€ 104.900 € 138.000
• Gereedschap, materieel, afrastering • Representatie, sportdag, excursies
2012
€ 379.400
Af: Reeds in conceptbegroting 2011 verwerkt - onderhoud software - inhuur advies derden
€ 46.000 € 37.000
Extra ombuiging t.o.v. begroting 2011
€ 296.400
€ 11.000
-
€ 5.300
€ 11.000
-
€ 5.300
Voor wat betreft de aanbevelingen kan nog worden vermeld dat de uitgezette en lopende acties vooralsnog nog niet zullen leiden tot concrete ombuigingen.
101472/PDA
15