Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Stand van zaken tweede helft 2009
Pagina 1 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Stand van zaken tweede helft 2009 Jan Willem Zwang Chris-Marije Westerink Richard Verhagen
Een publicatie van Tensor Energy B.V. World Trade Center Beursplein 37 3011 AA Rotterdam Telefoon: +31-(0)10-2055700. Website: www.tensorenergy.eu Email:
[email protected] Auteursrecht voorbehouden © 2009 Tensor Energy B.V. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden redactie en auteurs geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Tensor Energy B.V. Page 2 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Samenvatting enquête en interviews 93% van de Nederlandse gemeenten vindt dat de Rijksoverheid meer moet doen om de klimaatdoelstellingen te realiseren. De meeste gemeenten roemen het beleid in Duitsland en vinden dat de Rijksoverheid hier een voorbeeld aan moet nemen. Er moet structureel meer geld worden vrijgemaakt om investeringen in duurzame energie te stimuleren. Daarnaast moet het beleid consistent worden zodat de Rijksoverheid weer als een betrouwbare partner wordt ervaren. Er moet regulering komen voor energiebesparing en duurzame productie. Veel gemeenten noemen maatregelen voor de bestaande bouw; subsidies voor isolatiematerialen of labels voor energiezuinige woningen. Bij de labels is het belangrijk dat er wordt gekeken naar de “total cost of ownership”. Niet alleen naar de hypotheek- of huurlasten maar ook naar de energiekosten. Wanneer hier structureel beleid voor komt waardoor investeringen in duurzaamheid daadwerkelijk tot een waardestijging leiden, verwachten gemeenten dat hierdoor meer in duurzaamheid geïnvesteerd zal worden binnen de bestaande bouw. De Nederlandse gemeenten zijn erg actief op het gebied van duurzaamheid. Ruim 60% van de Nederlandse gemeenten heeft al duurzame energie productie en 75% heeft plannen om duurzame energieproductie te gaan ontwikkelen. Bijna 90% van de Nederlandse gemeenten voert actief beleid op energiebesparing en meer dan 40% van de gemeenten kijkt naar de mogelijkheden van een eigen energiebedrijf of energie investeringsfonds. Bijna 80% van de Nederlandse gemeenten heeft eigen klimaatbeleid en ruim 80% hiervan is van mening dat zij haar eigen doelstellingen tijdig kan realiseren. Slechts 54% van de gemeenten met eigen klimaatbeleid denkt de landelijke doelstellingen te kunnen realiseren. Er moet wel duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen grote (meer dan 100.000 inwoners) en kleine gemeenten (minder dan 50.000 inwoners). De grote gemeenten scoren op bijna alle vragen hoger dan de kleine gemeenten. De invulling van het klimaatbeleid verschilt per gemeente zonder dat er een duidelijk verband waarneembaar is. Over het algemeen kan wel worden gesteld dat meer mensen zich met klimaatbeleid bezig houden naarmate een gemeente meer inwoners heeft. Klimaat en duurzaamheid kunnen onderdeel zijn van een programma waardoor het door de gehele organisatie loopt. Het kan ook specifiek belegd zijn bij een aantal beleidsmedewerkers. Het komt ook voor dat de invulling van het klimaatbeleid is uitbesteed aan een milieudienst of een andere, grotere gemeente. Samenwerking staat hoog in het vaandel. Niet alleen met marktpartijen of woningcorporaties maar ook met andere gemeenten, waterschappen en provincies. Veel gemeenten maken dan ook deel uit van een regionaal samenwerkingsverband. Er wordt veel gebruik gemaakt van subsidies, zowel provinciaal als landelijk maar ook Europees. SenterNovem vervult hier een belangrijke rol in. Over de gemeenten heen, voeren de provincies eveneens klimaatbeleid. De provincies hebben vooral hun eigen plan met eigen doelstellingen en projecten. De provincies Noord-Holland en Gelderland voeren geen actief beleid op gemeenten maar werken wel samen waar mogelijk. Noord-Holland heeft hiervoor het CO2-servicepunt opgezet en Gelderland wil zich actief op de gemeenten gaan richten.
Pagina 3 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Advies Klimaatbeleid Van de 441 gemeenten in Nederland, hebben er 109 geen eigen klimaatbeleid. Deze 109 gemeenten zijn vooral kleinere en middelgrote gemeenten (minder dan 100.000 inwoners) maar huisvesten samen 2,4 miljoen inwoners. 15% van de Nederlandse bevolking woont dus in een gemeente die geen eigen klimaatbeleid heeft. Wil de Rijksoverheid haar klimaatdoelstellingen realiseren, dan moet zij haar verantwoordelijkheid nemen en hier actie op ondernemen. Desnoods verplicht de Rijksoverheid gemeenten om klimaatbeleid op te stellen en uit te voeren. Met SenterNovem heeft de Rijksoverheid een uitstekend orgaan om hier invulling aan te geven. Energiebesparing in bestaande bouw De Rijksoverheid houdt zich vooral bezig met grote, zichtbare projecten zoals wind op zee of op land of CCS projecten. De Trias Energetica richt zich in eerste instantie op energiebesparing en de Rijksoverheid moet dit ook doen, vooral binnen de bestaande bouw. Energiebesparing is vooral binnen de kleinere gemeenten (tot 50.000 inwoners) nog onderbelicht en de Rijksoverheid kan een belangrijke rol spelen door een landelijke campagne te starten om de bewustwording te vergroten en door een landelijk programma te starten dat gericht is op energiebesparing binnen de bestaande bouw. Marktkennis “De markt pakt het niet op” is een veelgehoorde reden op de vraag waarom een gemeente zich bezighoudt met duurzame energievoorziening. Vaak blijkt dat alleen de eigen energieleverancier of het netwerkbedrijf is benaderd. Het zal ongetwijfeld zo zijn dat die partij op dat moment geen interesse had in een dergelijk project om voor hem moverende redenen. Gemeenten moeten echter meer partijen benaderen. Er is een aantal energiebedrijven in Nederland dat zwaar inzet op kleinschalige, decentrale, duurzame opwekking van energie. Maar er zijn ook andere partijen die hier graag mee aan de slag gaan. Zowel met de installatie als met de exploitatie. Veel van die partijen willen hier (samen) in investeren waardoor de financiële lasten en de risico’s voor de gemeente worden verminderd. Samenwerking Gemeenten moeten samenwerken om gezamenlijk hun individuele klimaatdoelstellingen te realiseren. Een individuele, kleinere gemeente beschikt vaak niet over voldoende bronnen of afzetmogelijkheden om rendabel te investeren in bijvoorbeeld een bio-energiecentrale. In combinatie met andere gemeenten kunnen beiden vaak wel gegarandeerd worden. Risico’s kunnen beter worden afgedekt wanneer wordt samengewerkt. Twee of drie gemeenten die bijvoorbeeld allen Warmte-Koude Opslag (WKO) hebben, kunnen gezamenlijk hun individuele risico’s op de ontwikkeling van de elektriciteitsprijzen beter afdekken dan wanneer zij dit ieder voor zich doen. Betrouwbare overheid De overheid moet zich als een betrouwbare partner gaan gedragen. Marktpartijen moeten zekerheid hebben om te investeren. Tot op heden heeft de Rijksoverheid zich niet als een betrouwbare partner gedragen op het gebied van duurzame energie. Gemeenten en provincies kunnen hier een voorbeeldfunctie gaan vervullen, bijvoorbeeld door langdurige afnamecontracten af te sluiten of door garantstellingen af te geven waardoor marktpartijen het risico durven te nemen om in duurzame energievoorzieningen te investeren.
Pagina 4 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Reacties op de resultaten van de enquête Tensor Energy heeft Michiel Hillenius van SenterNovem en Heleen Koopal van de Interdepartementale Programmadirectie Energietransitie gevraagd een reactie te geven op de resultaten van de enquête. Beide reacties hebben wij hieronder opgenomen. SenterNovem SenterNovem is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken en is op 1 mei 2004 ontstaan uit de fusie tussen Senter en Novem, twee agentschappen van het Ministerie van Economische Zaken. Deze nieuwe organisatie bundelt kennis van innovatie, energie, klimaat, milieu en leefomgeving. SenterNovem draagt hiermee bij aan een sterkere positie van het bedrijfsleven in ons land en aan een duurzamere samenleving, met zorg voor mens en milieu. SenterNovem stimuleert, in opdracht van de Rijksoverheid, duurzame economische groei door een brug te slaan tussen markt en overheid, nationaal en internationaal. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden kunnen bij SenterNovem terecht voor advies, kennis, en financiële ondersteuning. De reactie van Michiel Hillenius is als volgt: “Lokale energiebedrijven zijn absoluut een hot item. Uit dit onderzoek blijkt dat eens te meer. Bijna 43 procent van de ondervraagde gemeenten is actief op dit gebied of denkt hierover na. Het Themateam Duurzame Energieproductie bestaat uit een groep koplopende gemeenten onder leiding van een bestuurlijke klimaatambassadeur. Het team deelt kennis met elkaar en draagt deze over aan de andere gemeenten in Nederland. In die zin heeft het Themateam het onderwerp lokale energiebedrijven ook hoog op de agenda staan. In mei 2009 organiseerden we een symposium hierover. Een aantal goede praktijkvoorbeelden kwam aan bod, maar ook werd duidelijk dat gemeenten die willen deelnemen in een lokaal energiebedrijf wel rekening dienen te houden met de Europese regels voor staatssteun. Op 19 november 2009 tijdens het Congres Duurzame Overheden organiseerde het Themateam wederom een workshop over dit onderwerp. Het is de intentie van SenterNovem om gegenereerde kennis beschikbaar te maken via publicaties op papier en internet. We denken aan praktijkvoorbeelden, maar ook bijvoorbeeld aan juridische en fiscale mogelijkheden voor gemeenten en andere betrokken partijen. Ook wordt gewerkt aan een community of practice over lokale energiebedrijven. Voor de oprichting van lokale energiebedrijven bestaan op dit moment geen directe subsidies. Wel zijn er op onderdelen subsidies mogelijk, denk aan de SDE of aan fiscale regelingen als de EIA. Dit onderzoek maakt nog meer duidelijk: meer dan driekwart van de ondervraagde gemeenten is actief op het gebied van duurzame energie of denkt hierover na. Verder heerst er duidelijk twijfel over de vraag of Nederland de 2020 doelen wel gaat halen. Enerzijds gebeurt er dus al veel, anderzijds moet er nog een stevig tandje worden bijgeschakeld. Er is voor alle partijen nog veel werk te doen.” Michiel Hillenius Secretaris Themateam Duurzame Energieproductie SenterNovem Het Themateam Duurzame Energieproductie bestaat momenteel uit Texel, Amsterdam, Almere, Zeewolde, Groningen, Zwolle, Rotterdam, Delft, Goes, Terneuzen, Tilburg en Den Bosch
Pagina 5 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
Interdepartementale Programma Directie Energietransitie (IPE) Zes ministeries bundelden hun krachten om van energietransitie een succes te maken: Economische Zaken, VROM, LNV, Verkeer en Waterstaat, Financiën en Buitenlandse Zaken. Gezamenlijk zijn zeven thema's vastgesteld waarop de energietransitie zich richt om de duurzame energievoorziening te realiseren. Op elk van deze thema's heeft Nederland een unieke positie of kan deze positie eenvoudig verwerven. Marktpartijen, wetenschappelijke en maatschappelijke organisaties en de overheid nemen het voortouw in elk van de thema's: Duurzame Mobiliteit, Groene Grondstoffen, Ketenefficiency, Nieuw Gas, Duurzame Elektriciteitsvoorziening, Gebouwde Omgeving, Kas als Energiebron. Over de thema's heen, richt IPE zich ook op lokale en regionale klimaatinitiatieven. Immers, gemeenten zijn vaak een belangrijke speler als het gaat om realisatie van projecten op de diverse thema's en vormen zijn een belangrijke speler in de schakel van beleid naar praktijk. De reactie van Heleen Koopal is als volgt: “Rijksoverheid, steden en regio;’s In het Werkprogramma “Schoon & Zuinig; nieuwe energie voor het klimaat ” wordt beschreven op welke manier Nederland in 2020 wil komen tot een van de meest efficiënte en schone energievoorzieningen van Europa. De inzet van steden en regio’s is hierbij van groot belang. De Rijksoverheid werkt daarom samen met gemeenten, provincies en ook waterschappen. Met de gemeenten, bij monde van VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) en met de provincies, bij monde van het IPO (Interprovinciaal Overleg), heeft het Rijk bestuursakkoorden gesloten op het gebied van duurzaamheid en klimaat. Bestuurlijk draagvlak op regionaal niveau is cruciaal om de nationale doelstellingen en plannen te kunnen realiseren. De gemeentelijke rol in het nationale klimaatbeleid valt uiteen in een aantal taken. In de eerste plaats is de gemeente in veel gevallen de vergunningverlener en handhaver. Deze rol is relevant voor het plaatsen van installaties voor hernieuwbare elektriciteit (bijvoorbeeld Windenergie, WKO). De rol als handhaver is van belang voor het afdwingen van toepassing van energiebesparingsmaatregelen. (besparingsmaatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen). Gemeenten kunnen ook een belangrijke regierol spelen als het gaat om lokale duurzaamheidsinitiatieven. De contacten met lokale marktpartijen en kennis van de regionale omstandigheden maken dat gemeenten bij uitstek de aangewezen partij zijn om een regierol op zich te nemen. Tot slot kunnen decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) een impuls geven aan de energietransitie door het vervullen van de rol van launching customer en door het communiceren richting- en betrekken van burgers bij de klimaatambities. SLOK De provinciale en gemeentelijke activiteiten op het gebied van duurzaamheid en klimaat worden door het kabinet ondersteund via de SLOK-regeling (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven). De uitkering Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven is een vervolg op de BANS subsidieregeling. De SLOK-regeling richt zich naast CO2-reductie ook op het verminderen van andere broeikasgassen die op lokaal gebied worden uitgestoten, zoals lachgas en methaan. Inmiddels is de indieningstermijn voor de SLOK-regeling verstreken.
Pagina 6 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Innovatieagenda Energie Naast de SLOK-regeling, specifiek voor gemeenten en provincies, stelt het kabinet 438 miljoen euro beschikbaar voor energie-innovatie in de periode 2008-2012 voor de verduurzaming van de energievoorziening. Van de 438 miljoen euro die in de periode 2008-2012 beschikbaar is voor energie-innovatie, komt minimaal 210 miljoen euro beschikbaar voor de zeven thema’s van EnergieTransitie: Groene Grondstoffen, Nieuw Gas, Duurzame Elektriciteitsvoorziening, Duurzame Mobiliteit, Ketenefficiency, Gebouwde Omgeving en Kas als Energiebron. De rest blijft flexibel beschikbaar voor het oplossen van knelpunten, bijvoorbeeld op het gebied van warmte, afvang en opslag van CO2, bioraffinage en voor het integrale programma: Klimaatneutrale steden. Laatstgenoemd programma “Klimaatneutrale Steden” is specifiek gericht op koplopergemeenten die een integrale benadering voorstaan. Maar, ook de andere regelingen, bijvoorbeeld binnen het thema Gebouwde Omgeving, Kas als Energiebron, Duurzame Mobiliteit, bieden mogelijkheden voor gemeenten. Meer informatie over de subsidieregelingen in het kader van de Innovatieagenda Energie, is te vinden op de site van SenterNovem: http://www.senternovem.nl/energietransitie/innovatieagenda_energie/index.asp Kennisdeling In het Platform Duurzame Overheden vinden de verschillende partners elkaar: Ministerie van VROM, Energietransitie (IPE), VNG, IPO, Klimaatverbond, Unie van Waterschappen en ter ondersteuning SenterNovem. Via de inzet van ambassadeurs (wethouders van koplopergemeenten) en via diverse themateams wisselen decentrale overheden ervaringen uit op het gebied van lokale klimaatinitiatieven. Hiertoe treden ambassadeurs en de themateams regelmatig op congressen, workshops en seminars. Meer informatie over het platform Duurzame Overheden vindt u op: www.platformduurzameoverheden.nl “ Heleen Koopal Interdepartementale Programmadirectie Energietransitie (IPE)/ EZ
Pagina 7 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
Inhoudsopgave 1.
Inleiding........................................................................................................................ 10
2.
Reacties ........................................................................................................................ 12
3.
Resultaten enquête....................................................................................................... 13 3.1
Bent u op de hoogte van het werkprogramma Schoon & Zuinig? ........................................ 13
3.2 Bent u zich bewust van de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007 – 2011? ..................................................................................................... 13 3.3
Heeft uw gemeente een eigen klimaatbeleid? ..................................................................... 14
3.4 Bent u van mening dat de doelstellingen van uw lokale klimaatbeleid in overeenstemming zijn met de landelijke doelstellingen? ............................................................................................... 14 3.5
Bent u van mening dat u uw eigen, lokale doelstellingen tijdig kunt realiseren? ................ 15
3.6
Bent u van mening dat u de landelijke doelstellingen voor 2020 zou kunnen realiseren? .. 15
3.7 Vindt u dat de rijksoverheid meer actie moet nemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen? ..................................................................................................................... 16 3.8 Heeft uw gemeente momenteel al duurzame energieproductiemiddelen zoals wind- of zonne-energie, een biocentrale of warmte-koude opslag? .............................................................. 16 3.9 Zijn er binnen uw gemeente plannen om eigen duurzame energieproductiemiddelen te gaan ontwikkelen? ............................................................................................................................ 17 3.10
Wordt er binnen uw gemeente actief beleid gevoerd om energiebesparing te realiseren? 17
3.11 Wordt er binnen uw gemeente gekeken naar de mogelijkheden voor een eigen energiebedrijf of een energie investeringsfonds? ............................................................................ 18 3.12
4.
Conclusies uit de enquête ..................................................................................................... 19
Kwalitatieve aanvulling ................................................................................................. 20 4.1
Gemeente Utrecht (Utrecht) ................................................................................................. 21
4.2
Gemeente Groningen (Groningen) ....................................................................................... 23
4.3
Gemeente Houten (Utrecht) ................................................................................................. 27
4.4
Gemeente Heemskerk (Noord-Holland) ............................................................................... 29
4.5
Gemeente Teylingen (Zuid-Holland) ..................................................................................... 31
4.6
Gemeente Gorinchem (Zuid-Holland) ................................................................................... 32
4.7
Gemeente Renkum (Gelderland) .......................................................................................... 33 Pagina 8 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
5.
4.8
Gemeente Sint-Michielsgestel (Noord-Brabant) ................................................................... 35
4.9
Gemeente Dalfsen (Overijssel) .............................................................................................. 37
4.10
Gemeente Sliedrecht (Zuid-Holland) ..................................................................................... 39
4.11
Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) ............................................................................... 40
4.12
Gemeente Groesbeek (Gelderland) ...................................................................................... 41
4.13
Gemeente Simpelveld (Limburg) ........................................................................................... 43
Provinciaal beleid.......................................................................................................... 44 5.1
Provincie Noord-Holland ....................................................................................................... 46
5.2
Provincie Gelderland ............................................................................................................. 49
6.
Subsidies ...................................................................................................................... 53
7.
BIJLAGEN ...................................................................................................................... 54 7.1
Tekst verzonden e-mail ......................................................................................................... 54
7.2
Vragen enquête ..................................................................................................................... 55
Pagina 9 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
1.
Inleiding
In september 2007 heeft het Kabinet ambitieuze klimaatdoelen voor 2020 vastgesteld. Onder de titel “Nieuwe energie voor het klimaat, werkprogramma Schoon en Zuinig” werden de doelen met de bijbehorende maatregelen gepresenteerd. Schoon & Zuinig als werkprogramma van het huidige kabinet is erop gericht om ten aanzien van de klimaatveranderingen de juiste doelen na te gaan streven die leiden tot een verbetering. Het programma wil bereiken dat broeikasgas emissie wordt gereduceerd, energie-efficiënte wordt verbeterd en het aandeel hernieuwbare energiebronnen flink wordt uitgebreid. Het kabinet wil met dit programma meters gaan maken, meters voorbereiden en verdergaande innovaties initiëren om in 2020 gestelde doelen te gaan halen. Hiervoor heeft het kabinet afspraken gemaakt met de gebouwde omgeving, de energiebedrijven, de industrie, de verkeers- en vervoerssector en de landbouw. Ook de overheid (rijk, gemeenten en provincies) moet zijn steentje bijdragen. De gemaakte afspraken zullen in peiljaar 2010 worden geëvalueerd en op basis daarvan zullen er additionele maatregelen gepresenteerd worden. Het Rijk heeft de afspraken als volgt ingevuld: - Convenanten afgesloten met de industrie (MEE en MJA3) evenals met woningbouwcorporaties; - Sectorakkoorden zijn afgesloten met energiebedrijven alsmede met mobiliteit/vervoer; - Met provincies en gemeenten zijn er klimaatakkoorden afgesloten; - Afspraken met Ministerie van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit).
Pagina 10 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Met dit werkprogramma wil het kabinet dat Nederland één van de meest schone en zuinige energievoorzieningen in Europa krijgt. De doelen van het programma zijn: 1. Reductie van broeikasgasemissies met 30% in 2020 ten opzichte van 1990; 2. Aandeel van hernieuwbare energiebronnen van 20% in 2020; 3. Geleidelijke toename naar jaarlijkse energie-efficiëntieverbetering van 2%. Bij de beoogde transitie naar een meer duurzame energiehuishouding spelen gemeenten een cruciale rol. Om deze cruciale rol te bekrachtigen, is onder andere in 2007 het Klimaatakkoord tussen Rijk en gemeenten gesloten. In de periode september en oktober 2009 heeft Tensor Energy een enquête gehouden onder gemeenten om te bepalen in hoeverre zij verwachten de eigen en landelijke klimaatdoelstellingen te kunnen realiseren en om te bepalen of gemeenten vinden dat de Rijksoverheid meer actie moet ondernemen om de landelijke klimaatdoelstellingen gerealiseerd te krijgen. Alle 441 gemeenten zijn per e-mail benaderd. Tensor Energy heeft getracht alle wethouders die milieu in hun portefeuille hebben persoonlijk te benaderen. De enquête heeft in totaal 134 reacties opgeleverd, een respons van 30%, en geeft daarom een representatief beeld. De enquête bevat elf vragen die met ja of nee beantwoord konden worden. Aanvullend aan deze vragen heeft Tensor Energy een aantal gemeenten gevraagd om een kwalitatieve toelichting te geven op de door hen ingestuurde antwoorden. Het doel van de enquête is inzicht krijgen in: - De bekendheid van gemeenten met Schoon & Zuinig en het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011; - De mate waarin gemeenten zelf klimaatbeleid hebben ontwikkeld en hoe zij hier invulling aan geven; - De verwachtingen van gemeenten met betrekking tot de realisaties van de eigen en de landelijke klimaatdoelstellingen; - De mate waarin gemeenten vinden dat de rijksoverheid meer actie moet nemen om de landelijke klimaatdoelstellingen te realiseren.
Pagina 11 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
2.
Reacties
De voor het klimaatbeleid verantwoordelijke wethouders van alle 441 gemeenten zijn per e-mail benaderd. Over het algemeen zijn de enquêtes beantwoord door een beleidsmedewerker en is de ingevulde enquête geaccordeerd door de wethouder. Gemeenten zijn maximaal drie keer aangeschreven wanneer zij een eerdere keer niet gereageerd hebben. In totaal hebben wij 152 reacties van gemeenten ontvangen. Van dit aantal hebben 134 gemeenten de enquête daadwerkelijk ingevuld. Er zijn 18 reacties binnengekomen waarin werd medegedeeld dat een gemeente niet mee wilde doen of wegens bepaalde redenen niet mee kon doen. De redenen zijn als volgt: - Capaciteitsproblemen (5), - Herindelingen gemeenten (4), - Geen overheidsopdracht (4), - Geen interesse (4) en - Klimaatakkoord niet ondertekend (1). De geretourneerde enquêtes kunnen als volgt worden verdeeld: Inwoners 0 -< 20.000 20.000 -< 50.000 50.000 -< 100.000 100.000 -< 200.000 >= 200.000 Totaal Provincie Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland Totaal
Aantal gemeenten 184 190 42 19 6 441 Aantal gemeenten 12 6 31 56 25 40 68 60 25 29 13 76 441
Inwoners Aantal reacties Aantal enquêtes Respons 2.335.217 52 44 23,9% 5.868.284 70 63 33,2% 3.022.991 15 12 28,6% 2.665.188 10 10 52,6% 2.512.886 5 5 83,3% 16.404.566
152
134
30,4%
Inwoners Aantal reacties Aantal enquêtes Respons 488.135 3 2 16,7% 378.688 1 1 16,7% 643.189 7 4 12,9% 1.983.869 18 15 26,8% 573.459 7 6 24,0% 1.123.705 14 8 20,0% 2.423.994 26 25 36,8% 2.626.163 23 23 38,3% 1.119.994 13 11 44,0% 1.201.350 11 10 34,5% 380.585 5 5 38,5% 3.461.435 24 24 31,6% 16.404.566
Pagina 12 van 55
152
134
30,4%
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
3.
Resultaten enquête
3.1
Bent u op de hoogte van het werkprogramma Schoon & Zuinig?
Ruim driekwart van de Nederlandse gemeenten is op de hoogte van het werkprogramma Schoon & Zuinig. Het zijn vooral de kleinere gemeenten waar niet iedereen op de hoogte is. Alle gemeenten met meer dan 100.000 inwoners zijn op de hoogte van Schoon & Zuinig.
3.2
Bent u zich bewust van de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007 – 2011?
Alle gemeenten met meer dan 50.000 inwoners zijn op de hoogte van het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk. 81% van de gemeenten die niet bekend is met Schoon & Zuinig, is wel bekend met het Klimaatakkoord en slechts 5% van de gemeenten die wel op de hoogte is van Schoon & Zuinig, is niet bekend met het Klimaatakkoord.
Pagina 13 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
3.3
Heeft uw gemeente een eigen klimaatbeleid?
De gemeenten met meer dan 100.000 inwoners hebben allemaal hun eigen klimaatbeleid. Ruim 80% van de gemeenten met 20.000 tot 100.000 inwoners heeft eveneens eigen klimaatbeleid. Bij de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners heeft slechts 62% een eigen klimaatbeleid.
3.4
Bent u van mening dat de doelstellingen van uw lokale klimaatbeleid in overeenstemming zijn met de landelijke doelstellingen? Beleid in lijn 100,0% 80,0% 60,0% 40,0% 20,0% 0,0%
Ja NVT
0 -< 20
20 -< 50
50 -< 100
100 -< 200
>= 200
Totaal
Nee, ambitieuzer
Ja
48,8%
60,3%
75,0%
50,0%
60,0%
57,1%
Nee, minder ambitieus
NVT
34,9%
17,5%
16,7%
0,0%
0,0%
21,1%
Nee, ambitieuzer
9,3%
9,5%
8,3%
50,0%
20,0%
12,8%
Nee, minder ambitieus
7,0%
12,7%
0,0%
0,0%
20,0%
9,0%
Over het algemeen zijn de doelstellingen in het eigen beleid in overeenstemming met de doelstellingen van het landelijke beleid. Opvallend is dat bij gemeenten met 100.000 tot 200.000 inwoners erg ambitieus zijn; de ene helft van de plannen is in lijn met de doelstellingen van Schoon & Zuinig en de andere helft heeft zelfs meer ambitieuze doelstellingen.
Pagina 14 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
3.5
Bent u van mening dat u uw eigen, lokale doelstellingen tijdig kunt realiseren?
Bijna tweederde van de gemeenten verwacht dat de eigen doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Opvallend is wel dat 40% van de gemeenten met 100.000 tot 200.000 inwoners verwacht hun eigen klimaatdoelstellingen niet te kunnen realiseren omdat dit ook juist de groep is waarbij de doelstellingen ambitieuzer zijn.
3.6
Bent u van mening dat u de landelijke doelstellingen voor 2020 zou kunnen realiseren?
De uitkomsten op deze vraag lijken opmerkelijk te zijn in combinatie met de vorige uitkomsten, maar dit valt mee. Een groot deel (28%) van de gemeenten dat aangeeft de landelijke doelstellingen niet te kunnen realiseren, valt bij vraag 4 en 5 onder de categorie “Niet van toepassing” en 14% verwacht haar eigen doelstellingen ook al niet te kunnen realiseren. Het verschil ten opzichte van de eigen doelstellingen zit vooral in het feit dat de landelijke doelstellingen breder zijn; een doelstelling voor mobiliteit wordt door gemeenten vaak buiten beschouwing gelaten in het eigen beleid.
Pagina 15 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
3.7
Vindt u dat de rijksoverheid meer actie moet nemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen?
Deze uitkomsten spreken voor zich. Hoe groter de gemeente, hoe meer de behoefte aan meer actie van de overheid. Van de gemeenten die geen behoefte hebben aan meer actie, heeft 44% zelf geen eigen klimaatbeleid.
3.8
Heeft uw gemeente momenteel al duurzame energieproductiemiddelen zoals wind- of zonne-energie, een biocentrale of warmte-koude opslag?
Bijna tweederde van de ondervraagde gemeenten heeft al duurzame productiemiddelen binnen haar gemeentegrenzen. De grootte van de gemeente is hier duidelijk van belang.
Pagina 16 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
3.9
Zijn er binnen uw gemeente plannen om eigen duurzame energieproductiemiddelen te gaan ontwikkelen?
Een overgrote meerderheid van de gemeenten heeft plannen om duurzame energieproductiemiddelen te gaan ontwikkelen. 74% van de gemeenten die plannen heeft, heeft al productiemiddelen.
3.10
Wordt er binnen uw gemeente actief beleid gevoerd om energiebesparing te realiseren?
In de meeste gemeenten wordt actief beleid gevoerd op energiebesparing. Het zijn vooral de kleinere gemeenten die niet actief beleid voeren voor energiebesparing.
Pagina 17 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
3.11
Wordt er binnen uw gemeente gekeken naar de mogelijkheden voor een eigen energiebedrijf of een energie investeringsfonds?
Meer dan een op de drie gemeenten kijkt naar de mogelijkheden voor een eigen energiebedrijf of een energie investeringsfonds. Bij de grotere gemeenten kijken zelfs alle gemeenten naar deze mogelijkheden.
Pagina 18 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
3.12
Conclusies uit de enquête
Op basis van resultaten van de enquête kunnen we de volgende conclusies trekken. Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen de grotere gemeenten (meer dan honderdduizend inwoners) en de kleinere gemeenten (minder dan vijftigduizend inwoners):
Alle grotere gemeenten zijn op de hoogte van zowel het werkprogramma Schoon & Zuinig als van het Klimaatakkoord tussen Rijk en gemeenten;
Alle grotere gemeenten hebben een eigen klimaatbeleid;
Alle grotere gemeenten hebben al productiemiddelen voor duurzame energie en hebben plannen om deze middelen verder uit te breiden;
Alle grotere gemeenten voeren actief beleid om energie te besparen en
Alle grotere gemeenten kijken naar de mogelijkheden om een eigen energiebedrijf of een eigen energie investeringsfonds op te zetten.
Bij de kleinere gemeenten is dit duidelijk anders:
Bijna een derde van de kleinere gemeenten is niet op de hoogte van Schoon & Zuinig en bijna 10% is niet bekend met het klimaatakkoord tussen Rijk en gemeenten;
Van de gemeenten tot 50.000 inwoners heeft 27% geen eigen klimaatbeleid en 44% nog geen eigen productiemiddelen voor duurzame energie;
27% van de kleinere gemeenten heeft geen plannen voor de ontwikkeling van duurzame energieproductiemiddelen en 16% voert geen actief beleid op energiebesparing en
Tweederde van de kleinere gemeenten houdt zich niet bezig met plannen voor een eigen energiebedrijf of een energie investeringsfonds.
Kleinere gemeenten hebben over het algemeen meer vertrouwen in het realiseren van hun klimaatdoelstellingen dan de grotere gemeenten maar ze hebben minder vertrouwen in het realiseren van de landelijke doelstellingen. De kleine gemeenten (tot 50.000 inwoners) huisvesten ruim 8,2 miljoen inwoners en de grote gemeenten huisvesten bijna 5,2 miljoen inwoners. Bijna iedere gemeente vindt dat de Rijksoverheid meer actie moet ondernemen om de landelijke doelstellingen te realiseren.
Pagina 19 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.
Kwalitatieve aanvulling
Om een beter beeld te krijgen bij de resultaten van de enquête, is er een verdiepingsslag gemaakt. In iedere provincie is een gemeente verzocht een toelichting te geven op de door hen ingestuurde enquête. Er is bewust gestreefd naar een gelijkmatige verdeling naar grootte van gemeenten om zo een representatief mogelijk beeld te kunnen geven. Niet alle provincies zijn vertegenwoordigd in de verdiepende fase van het onderzoek, sommige provincies zijn vertegenwoordig door meerdere gemeenten. Dit komt doordat niet alle aangeschreven gemeenten in de gelegenheid waren mee te werken aan de verdiepende fase van het onderzoek. De gemeenten is verzocht aan te geven hoe er binnen de eigen organisatie invulling wordt gegeven aan het opstellen en uitvoeren van het klimaatbeleid. Ook is er gevraagd of er wordt gekeken naar mogelijke samenwerkingsverbanden om de klimaatdoelstellingen te realiseren. Deze toelichting is gebruikt om inzicht te krijgen in de verschillende manieren gemeentelijke organisaties hierop zijn ingericht. Aan de gemeenten is gevraagd aan te geven wat hun eigen klimaatdoelstellingen zijn en waarom zij verwachten deze doelstellingen al dan niet te realiseren. Er is niet ingegaan op de vraag of gemeenten bekend zijn met het uitvoeringsprogramma Schoon & Zuinig of met het convenant Rijk en gemeenten. De uitkomsten van deze vragen zijn momentopnamen en een eventuele onbekendheid met beiden kan verschillende oorzaken hebben. De gemeenten die niet met het uitvoeringsprogramma en/of het convenant bekend zijn, weten nu dankzij deze enquête in ieder geval van het bestaan af.
Pagina 20 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.1
Gemeente Utrecht (Utrecht)
Utrecht is een stad en gemeente in Nederland en de hoofdstad van provincie Utrecht. Gemeten naar aantal inwoners is het de op drie na grootste stad van Nederland. Er wonen 301.632 mensen (31 mei 2009; bron: CBS). Het stadsgewest Utrecht, de agglomeratie die samenvalt met het BRU, omvat ruim 640.000 inwoners. De gemeente Utrecht valt samen met de stad. De stad bevindt zich in de Randstad is centraal gelegen op een knooppunt van weg-, spoor- en waterwegen, waardoor het een toonaangevende beurzen- en conferentiestad is en het hardst groeiende economische centrum - vooral in de dienstensector - van zowel de Randstad als Nederland. Utrecht is een van de oudste steden van Nederland met een lange geschiedenis en een belangrijk historisch centrum. Kenmerkend voor de stad zijn onder meer de werven en de Domtoren, waaraan de stad de bijnaam Domstad ontleent. Binnen de gemeente Utrecht houden zich ongeveer 2,5 FTE zich bezig met het opstellen en de uitvoering van het klimaatbeleid. Daarnaast zijn er vele afdelingen bezig met een stukje van het klimaatbeleid (bijvoorbeeld inbreng in ruimtelijke ontwikkelingen in de stad, uitvoering beheer van de stad, etc.). De gemeente Utrecht heeft een ambitie voor CO2 reductie vastgesteld (CO2 neutraal in 2030), maar heeft geen expliciete ambitie voor duurzame energie of energiebesparing vastgesteld. Duurzame energie en energiebesparing zijn strategieën om te komen tot CO2 neutraal op termijn. De gemeenten Utrecht vindt een verschil in de mate van bijdrage tussen deze twee middelen minder relevant. De gemeente Utrecht is voor de korte termijn bezig met energiebesparing en efficiënte energieomzetting (warmte-koudeopslag, stadsverwarming, etc.) . Mogelijkheden en investeringsoplossingen voor duurzame energie (wind, zon) worden nu onderzocht. De gemeente Utrecht verwacht de landelijke doelstellingen voor 2020 niet te kunnen realiseren. Er is een echte trendbreuk nodig om de landelijke doelstellingen voor 2020 te halen. Utrecht is ervan overtuigd dat dit moet en kan, maar het gaat om het zoeken naar oplossingen voor complexe problemen en die op grote schaal zien toe te passen. Het is niet te verwachten dat dit met de huidige landelijke inzet (Meer met Minder en subsidieregelingen bijvoorbeeld) voor elkaar zal komen. Kortom, de markt alleen zal dit niet gaan oplossen. Medewerking van alle partners (woningbouwcorporaties, energiebedrijven, allerlei creatieve sectoren om nieuwe oplossingen te bedenken (assemblage van kennis) is hard nodig. De Rijksoverheid moet meer doen om de landelijke doelstellingen te realiseren, zoals consistenter beleid opstellen en blijven uitvoeren. Vooral als het gaat om investeringen in duurzame energie is het beleid de laatste tijd niet consistent genoeg geweest om marktpartijen en of andere consortia te vragen om te investeren in duurzame energie. Dit geldt deels ook voor de bestaande bouw; een beleidsdoelstelling die ook achterblijft op de ambities. In 2030 wil Utrecht klimaatneutraal zijn. In juli 2007 presenteerde Utrecht het werkprogramma 'Utrecht creëert Nieuwe Energie'. In het werkprogramma 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' zet de gemeente in op samenwerking met het bedrijfsleven, kennisinstellingen en bewoners. Met het werkprogramma wil Utrecht op een innovatieve en creatieve manier bewust omgaan met Nieuwe Energie om zodoende de jaarlijkse uitstoot van koolstofdioxide (CO2) in 2012 met 75.000 ton te verminderen. Ook de gemeentelijke organisatie zal bewust inzetten op Nieuwe Energie. Al in 2012 moet de gemeentelijke organisatie CO2 neutraal zijn.
Pagina 21 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
Het gezamenlijk zoeken naar innovatieve en duurzame oplossingen draagt bij aan de economische versterking van stad en regio en versterkt het beeld van Utrecht als 'marktplaats' van talent, kennis, creativiteit en duurzaamheid. De gemeente wil dit samenwerkingsproces faciliteren, stimuleren, en waar nodig regisseren. De gemeente gaat de behaalde resultaten zorgvuldig monitoren. Op het gebied van emissiereductie, energiebesparing en productie van hernieuwbare energie heeft de gemeente Utrecht de volgende doelstellingen vastgesteld: CO2 neutraal in 2030; De gemeentelijke organisatie is in 2012 CO2 neutraal; 30.000 ton CO2 reductie in wonen (gebouwde omgeving) in 2012; 30.000 ton CO2 reductie bij werken in 2012 en 15.000 ton CO2 reductie in mobiliteit. Tot 2012 richt de gemeente Utrecht zich op het binden en verbinden van partners aan de ambities en doelstellingen. Activiteiten hiervoor lopen uiteen van het organiseren van informatie uitwisseling en kennisoverdracht tot en met de uitvoering van concrete besparingsprojecten. Als het gaat om duurzame energie stimuleert en faciliteert de gemeente energie efficiënte opwekking zoals warmtekoude opslag en stadsverwarming. Op het gebied van energiebesparing richt de gemeente Utrecht zich zowel op de eigen organisatie (al sinds 1995 energiebesparingscampagne in gemeentelijke gebouwen) als op inwoners en bedrijven in de gemeente. De gemeente Utrecht werkt samen op het gebied van klimaatbeleid/duurzaamheid met andere (regionale) overheden en partners in de stad. Concreet betekent dit dat Utrecht samenwerkt met de provincie Utrecht, woningbouwcorporaties, bedrijven die zich richten op duurzaamheidsdiensten en met ROC’s, de Hogescholen en de Universiteit. De gemeente Utrecht voeren verkenningen naar een energiebedrijf of een energie-investeringsfonds waarbij wordt gekeken naar een brede vorm van samenwerking, dus met de provincie, woningbouwcorporaties en de eerder genoemde opleidingsinstituten.
Pagina 22 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.2
Gemeente Groningen (Groningen)
Groningen is een gemeente in de Nederlandse provincie Groningen, gecentreerd rond de stad Groningen. De gemeente telt 184.929 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 83,69 km² (waarvan 4,1 km² water). De huidige gemeente is ontstaan op 1 januari 1969 toen de voormalige gemeentes Hoogkerk en Noorddijk bij Groningen werden gevoegd. De gemeente Groningen heeft haar taken verdeeld over acht diensten zoals de Milieudienst, de Bestuursdienst, de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken en de dienst Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn. Groningen heeft voor haar duurzaamheid en klimaatbeleid geformuleerd: “Groningen duurzaamste stad” en “Energieneutraal+ in 2025”. Daarin is de ambitie van de stad voor de lange termijn opgenomen. De realisatie ervan is in een breed en integraal programma uitgewerkt voor de hele stad. Stakeholders zoals bedrijven, woningcorporaties, bewoners, kennisinstellingen en energieleveranciers zijn dan ook in grote mate de uitvoerders van het programma. De gemeente is in veel gevallen facilitator, stimulator of regievoerder en soms handhaver. Doordat Groningen het beleid integraal aanpakt en de diensten de energieopgave vertalen in hun programma’s, zijn er door de gehele organisatie zo’n 20 personen bezig met klimaatbeleid waar het hun reguliere werk raakt, waarvan ongeveer 10 regelmatig. De gemeente Groningen heeft het Energieconvenant Groningen (ECG) ondertekend en doet dit samen met de provincie Groningen, het Waterbedrijf Groningen, Essent, Nuon, GasTerra, Gasunie en de Rabobank. Het ECG stimuleert met een financiële bijdrage innovatieve energieprojecten die als vliegwiel dienen voor een energietransitie. Tevens valt de gemeente onder het Noordelijk Energie Akkoord dat de vier noordelijke provincies met het rijk heeft ondertekend. Revolutionair is de inzet van de drie noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe en het rijk om met een hybride EPC de bouwnorm aan te scherpen. Voor Noord Nederland. In juli 2007 is de “Routekaart Energieneutraal+ 2025” vastgesteld waarin tevens een aantal tussendoelen is benoemd. Uit het jaarverslag 2008 blijkt dat er nog een lange en vooral intensieve weg te gaan is. Groningen zit in de voorfase van een transitie. Ze verwachten dat -in het meest gunstige scenario- in 2025 de CO2-uitstoot van de stad met de helft is gereduceerd ten opzichte van 2008. Het resterende aandeel energieverbruik zou tegen die tijd door extra inzet op energiebesparing en duurzame energiebronnen moeten worden verkregen. Er is een verkenning gaande met lokale partners en deskundigen naar mogelijkheden voor lokale duurzame energieopwekking. Deze verkenning zal de basis zijn voor een strategische agenda duurzame energie die in 2010 opgesteld zal worden met de betrokken partners. Voor de realisering van de ambitie zal een stabiel en betrouwbaar rijksbeleid dat voor lange termijn scherpe keuzes durft te maken ten behoeve van het klimaat onontbeerlijk zijn. De overheid moet meer actie nemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Zo denkt men aan de invoering van een klimaatwet of het “Tien puntenplan klimaat” van Diederik Samsom. Er moet meer regulering komen voor bijvoorbeeld energiebesparing en duurzame energie. Met pilots bereik je niet de nodige vliegwielen. Er wordt verwezen naar het beleid in andere landen, zoals Duitsland. Ook Nederland moet met een meerjarenbeleid komen voor minimaal tien maar liever zelfs twintig jaar zodat bedrijven weer durven te investeren. Fiscale maatregelen worden geprefereerd boven subsidies zoals destijds met de introductie van de katalysator. Deze werd sterk bespoedigd door de invoering van hogere accijns op loodhoudende benzine. Fossiele energie zou ook veel meer belast moeten worden. Het is de wereld op de kop. Het zijn niet de duurzame energievormen die te duur zijn, maar de fossiele brandstof is veel te goedkoop, waardoor investeringen in alternatieven niet gestimuleerd worden. We zagen dit heel mooi toen de brandstofprijzen de lucht in schoten.
Pagina 23 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten De overheid moet het bewustzijn onder burgers vergroten door meer te doen aan mediacampagnes op radio en televisie. Belangrijkste is dat er integraal en effectief beleid komt met een duidelijke focus. Wat is bijvoorbeeld de winst van spaarlampen als we niet bereid zijn tot het inperken van vliegverkeer met bijvoorbeeld 50% vanuit economisch belang. Een duurzame beweging op gang brengen lukt alleen als je recht doet aan het integrale karakter van duurzaamheid. Afgelopen twee jaar is hard gewerkt aan het leggen van een fundament binnen deelprogramma’s, zowel op het gebied van energie als leefomgevingkwaliteit. Daarbij is invulling gegeven aan vier speerpunten: energiebesparing in de bestaande sociale woningbouw, gezonde en energiezuinige scholen, kennis en innovatie en participatie, waarbij aansluiting op lokale initiatieven centraal stond. Met de verkenning naar mogelijkheden voor lokale duurzame energieopwekking is een eerste stap gezet naar een strategische agenda voor duurzame energie. Uit monitoring blijkt dat de brede inzet van afgelopen jaar de stad een eerste CO2-reductie heeft opgeleverd. Daarnaast zijn is gemeente Groningen met stip gestegen op de landelijke Duurzaamheidmeter van COS Nederland en behoort de stad landelijk tot de koplopergemeenten (gedeelde tweede plaats). Energiebesparing bestaande woningbouw De komende twee jaar zal Groningen 1000-1400 woningen duurzaam renoveren. In 2009 is de verbetering van ongeveer 750 woningen in uitvoering genomen. Behalve energiebesparing is ook veel aandacht geschonken aan binnenmilieu, groene daken en burgerparticipatie. Bijzondere projecten zijn nagenoeg 400 woningen in Lewenborg van Lefier die van energielabel D en E naar B zijn gerenoveerd en uitgevoerd zijn met een groen dak en nagenoeg 100 woningen van de Huismeesters aan de Froukemaheerd die op een unieke wijze met duurzame energie worden voorzien. Duurzame scholen In 2009 is in overleg met schoolbesturen een kadernotitie duurzaamheid en nieuwbouw scholen vastgesteld en is begonnen met de ontwikkeling van de Haydnschool en 2e basisschool NW in Reitdiep. In het kader van slim energiebeheer zijn bij alle 66 bestaande openbare scholen de traditionele meters vervangen door slimme meters. Kennis- en innovatie Een uitgebreide haalbaarheidsstudie naar een grootschalige ringleiding in Groningen met invoedingmogelijkheden op het hoge- en lagedruknet moet antwoord geven op opschalingmogelijkheden voor productie en benutting van groen gas in de stad. De ringleiding zal met deelname van de kennisinstellingen en de Gasunie een impuls geven aan de kenniseconomie. De unieke systeemgebonden expertise biedt een groot vermarktingspotentieel en dus werkgelegenheid. Groen gas levert een bijdrage aan de CO2-reductiedoelstellingen en is een mooi voorbeeld van lokale duurzame energie. Deze optie maakt deel uit van de verkenning duurzame energie mogelijkheden. In 2009 is er met marktpartijen een verkenning opgesteld en heeft Essent Milieu de financiering rond voor een biogasinstallatie in Groningen die goed is voor een groen gas productie van 5,5 miljoen kubieke meter groen gas. Dit groen gas zal afkomstig zijn van Gronings huisvuil. Een ander innovatief project zijn de duurzame oplaadpunten voor elektrische fietsen en scooters. De eerste is in oktober 2009 geopend op de Zernike-campus. Communicatie en Participatie Mensen maken de stad. Zo ook een duurzaamste stad en energieneutrale stad. Op alle niveaus zijn bewoners uitgenodigd om te participeren aan de duurzaamste stad’.
Pagina 24 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Stadsbreed Bij Noorderzon heeft de organisatie op een zeer professionele wijze inhoud gegeven aan duurzaamheid en zo weer een breed publiek weten te bereiken. Andere evenementen waarbij aansluiting is gevonden is de Duurzaamheidmarkt en de Keiweek. Op 9-9-9, de dag van de duurzaamheid, heeft het Forum een Stadsdebat over duurzaamheid georganiseerd. Ondernemers Met de titel Fairtrade stad en de prijsvraag Duurzaamste ondernemer zijn duurzame ondernemers in de stad in het zonnetje gezet. Het project energiebesparing bij Supermarkten is samen met ondernemers gestart. Om bedrijven en particulieren goed te informeren over de mogelijkheden van duurzaam bouwen is het Energie(k)loket geopend. Scholieren Om scholieren te bereiken is er vanuit duurzaamheideducatie een mobiele tentoonstelling ontwikkeld waarbij de doelstellingen van de Duurzaamste Stad op een eigentijdse wijze wordt gevisualiseerd. Op het Technasium hebben scholieren een campagne energiebesparen georganiseerd. Via verbreden en verbinden en goede samenwerking hebben we zo lokale initiatieven zien groeien tot initiatieven waarbij duurzaamheid op een aansprekende en toegankelijke wijze wordt ingevuld. Participatie en communicatie zijn sleutelwoorden om aansluiting te vinden en deze zichtbaar te maken. Dat bleek uit de (landelijke) publiciteit die de stad haalde uit de wekelijkse persberichten, (landelijke) interviews, presentaties en workshops. Projecten Enkele in het oog lopende projecten in 2009 zijn: Meerstad In het uitleggebied Meerstad ten zuidoosten van Groningen, waar de komende jaren 10.000 woningen ontwikkeld zullen worden in een ruime groene en blauwe opzet, zal een gasloze wijk komen. Nieuwbouw Kempkensberg Nieuwbouw kantoren van de Informatie Beheergroep en Belastingdienst in opdracht van Rijksgebouwendienst. Een zeer duurzaam ontwerp met aandacht voor energiebesparing, ecologie en omgeving. De gevel, de materialen, de afwerking en integratie van installaties zijn afgestemd op een hoge mate van duurzaamheid en een minimale milieubelasting. Daarnaast wordt het gebouw uitgerust met een bio-WKK (warmtekrachtkoppeling), betonkernactivering en een lange termijn energieopslag om seizoensmatige variaties in warmte- en koudevraag op te vangen. De restenergie van de kantoren en een datacentrum kan op termijn gebruikt worden voor het verwarmen van nog te realiseren woningen aan de rand van het plangebied. Hierdoor ontstaat een CO2-neutraal masterplan. Opening duurzaam oplaadpunt elektrische voertuigen Ontwikkeld door Nuon en gemeente Groningen. Op 5 oktober 2009 is het eerste duurzame oplaadpunt voor elektrische voertuigen (fietsen, scooters) in Groningen geopend. De stroom wordt geheel betrokken uit duurzame bronnen (zon- en windenergie). De nieuw ontwikkelde zuil levert zelf ongeveer 5.000 kW/h op jaarbasis.
Pagina 25 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Extra bomen in de binnenstad In het vroege voorjaar van 2009 zijn 48 grotere bomen in de binnenstad van Groningen geplant. Daaraan voorafgaand is in een zorgvuldig selectieproces bepaald, welke locaties geschikt waren. De bewoners zijn bij de keuze van de plantplaatsen betrokken. De versterking van het stedelijk gebied met meer natuurlijk groen is een doelstelling van de Groenstructuurvisie. Naast de positieve invloed die bomen hebben op de natuur in de stad, spelen daarbij argumenten als de verbetering van het leefmilieu en de bestrijding van het stedelijk hitte-eiland effect. Groningen Fairtrade Stad Groningen heeft afgelopen jaar veel energie gestoken in de ontwikkeling van fairtrade, waaronder het organiseren van een fairtrademarkt met ondernemers. Groningen heeft als eerste gemeente in Nederland de titel ‘fairtrade gemeente’ gehaald. Hoogkerk: Duurzaamste wijk Bijzondere samenwerking tussen wijkvereniging, ondernemers, scholen, bewoners en gemeente om deze wijk ‘duurzamer’ te maken. In acht deelprojecten wordt collectief energie bespaard en duurzame energie ingezet. Een unieke samenwerking tussen veel partijen in een wijk, onder andere energiebesparingproject in scholen, zonnepanelen op vensterschool, slimme thermostaten voor bewoners, duurzame kerstverlichting voor ondernemers, verschillende onderzoeken en maatwerkadviezen op het gebied van energiebesparing. Daarnaast pilot locatie voor Power Matching City. Dit is een onderzoek naar toekomstige technieken binnen huishoudens door Gasunie / KEMA. Subsidieregelingen De gemeente Groningen stelt zelf ook subsidie beschikbaar voor bedrijven en particulieren. Energiescans bedrijven Ondanks extra bekendmaking onder bedrijven en adviesbureaus is de animo voor de subsidie voor energiescans zeer beperkt. Totnogtoe zijn 4 aanvragen voor subsidie ingediend. Verwacht wordt dat in 2009 slechts 20.000 euro van de beschikbare 1 ton wordt besteed. Groene daken In 2008 zijn 33 aanvragen voor groene daken toegezegd; de aanleg en uitbetaling van de subsidie gebeurt voor een deel in 2009. Onder de subsidieregeling 2009 zijn totnogtoe eveneens 33 daken aangevraagd, voor een bedrag van € 65.000,-. In totaal wordt hiermee 2.320 m2 groen dak aangelegd. Daarnaast zijn er incidenteel bijdragen toegezegd: € 7.100,- voor St. Michaelschool; € 25.000,- voor binnentuin Martiniziekenhuis; € 50.000,- voor Lefier Lewenborg (20.000 m2); € 10.000,voor sporthal Lewenborg (6.500 m2). Dat Groningen nog veel meer gaat doen, is een feit. Wat en hoe precies is echter afhankelijk van de resultaten van de verkenning. Er wordt dan ook gekeken welke rol de gemeente wil gaan spelen met betrekking tot regie en financiering. Eventuele middelen zoals een eigen energiebedrijf of een energie investeringsfonds zullen dan ook worden onderzocht. Feit is wel dat Groningen vanuit een visie en regiefunctie de markt zoveel mogelijk zijn werk wil laten doen.
Pagina 26 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.3
Gemeente Houten (Utrecht)
Houten is een plaats en forensengemeente in de Nederlandse provincie Utrecht, ten zuidoosten van de stad Utrecht, tussen rijkswegen A12, A27 en de rivier de Lek. De gemeente telt 47.497 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS) en is doorgroeiend naar circa 53.000 over 10 jaar. Gemeente Houten heeft een oppervlakte van 59,05 km² waarvan 0,29 km² water. In de gemeente Houten wordt het Klimaatbeleid gecoördineerd door de wethouder Milieu en drie medewerkers. Daaromheen zijn er ca. 25 medewerkers actief met de ideevorming en uitvoering van klimaatbeleid. Een doel van het milieubeleidsplan is dat uiteindelijk alle medewerkers zich op hun eigen manier, binnen hun eigen werkveld aan de slag zullen gaan met een facet van het klimaatbeleid. In de gemeente Houten wordt aantoonbaar meer gefietst dan in andere gemeenten. Houten staat ook internationaal bekend om zijn fietsinfrastructuur. Houten combineert een verstedelijkende uitdaging in de grote, relatieve jonge woonkern Houten met de kansen en beperkingen van een groot buitengebied met enkele kleine woonkernen. De gemeente biedt kansen aan bedrijven, maar kent geen energie-intensieve industrie. Houten is goed bereikbaar door de ligging langs de A27 en A12, de spoorlijn Utrecht-Den Bosch en het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit geeft echter ook nadelen, bijvoorbeeld geluidsoverlast en luchtvervuiling door uitlaatgassen van wegverkeer. Eén van de uitdagingen voor de komende jaren is te zorgen dat de leefbaarheid in Houten hier niet verder onder gaat leiden. Gemeente Houten heeft klimaatbeleid maar is bezig om dit om te zetten in milieubeleid. Het gecombineerd aanpakken van verschillende typen uitdagingen op milieugebied zorgt ervoor dat er betere en relatief goedkopere resultaten bereikt kunnen worden. Kern voor het milieubeleid van gemeente Houten zijn de lange termijn ambities. Het rijksdoel van 20% CO2-reductie is in gemeente Houten geen expliciete doelstellingen, maar de gemeente verwacht dit doel wel te halen met de huidige ambities. De ambities die gemeente Houten heeft geformuleerd zijn: • In 2030 een energieneutrale gebouwde omgeving hebben; • In 2040 een emissieloze gemeente (inclusief verkeer) te hebben. Komende decennia moet het schoner en stiller worden en het buitengebied moet een belangrijke peiler worden. Dit wordt niet bereikt door het plaatsen van grote hoeveelheden woningen, maar door een gebalanceerde ontwikkeling van zowel natuur, landbouw als recreatie. Een belangrijk deel van de energie zal in onze visie op Houtens grondgebied worden opgewekt. Naast zon en wind worden combinaties van natuur- en landschapsontwikkeling en energieopwekking (bijv. teelt van biobrandstoffen) gezocht. Het betrekken van bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties is een rode draad in het milieubeleid van de gemeente. De bewustwording van deze groepen zodat zij eigen verantwoordelijkheid nemen en bewuster omgaan met energie is erg belangrijk voor gemeente Houten. Een duurzame gemeente is alleen mogelijk als de burgers hier bewust voor kiezen. De ambitie is dat bewoners en bedrijven mede-eigenaar worden van hun eigen energieproductie. De grootste prioriteit van Houten is dat de energieverspilling in de bestaande bouw de komende jaren daalt.
Pagina 27 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Initiatieven vanuit de samenleving worden aangemoedigd omdat de gemeente minder sturend wil en kan zijn. De rol van de gemeente is voornamelijk het geven van het goede voorbeeld door zelf duurzaam te worden. Ook het faciliteren van initiatieven is een actieve rol van de gemeente. De overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Gemeente Houten verwacht een consistenter beleid en meer stringente kaders. Door de duurzaamheidslat dichter bij de (technisch) haalbare mogelijkheden te leggen, wordt de samenleving echt uitgedaagd om naar nieuwe oplossingen te zoeken. Subsidies aangeboden door de overheid zouden blijvend moeten zijn, momenteel is dat niet zo. Blijvende subsidies zorgen ervoor dat huiseigenaren en bedrijven op eigen tempo hier rekening mee kunnen houden bij het nemen van belangrijke beslissingen. Gemeente Houten werkt actief samen met omliggende Lekstroom gemeenten. Op gebied van klimaatbeleid en duurzaamheid wordt samengewerkt met gemeenten Nieuwegein, IJsselstein en Lopik, evenals met andere gemeenten in de provincie Utrecht. Gemeente Houten is realistisch over de mogelijkheden om energie op te wekken op eigen grondgebied. Het opwekken van eigen energie is beperkt tot enkele zonnepanelen en –collectoren. Houten was pionier bij de toepassing van warmte-koudeopslag. In de toekomst zal het accent liggen op windenergie, één windmolenpark zit momenteel in de vergunningsfase. Het accent zal ook liggen op de toepassing van energieopwekking in de woning en bij bedrijven, hierbij wordt gefocust op zonne-energie. De komende tijd zal het energiepotentieel van het buitengebied verder ontwikkeld worden. Het onderzoek naar welke vormen van eigen energieopwek mogelijk zijn in gemeente Houten wordt gedaan samen met andere partijen zoals andere gemeenten, woningcorporaties, de provincie, energiebedrijven, leveranciers en agrariërs. Samenwerken en bewustwording staat hoog in het vaandel in gemeente Houten, alle geledingen van de gemeenschap moeten zich inzetten voor energiebesparing. Vooral daarom zal de bestaande woonomgeving de komende jaren hiervoor benaderd worden.
Pagina 28 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.4
Gemeente Heemskerk (Noord-Holland)
Heemskerk is een plaats en gemeente in de Nederlandse provincie Noord-Holland. De gemeente telt 38.698 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 31,7 km² (waarvan 4,3 km² water). Binnen de gemeentegrenzen liggen geen andere kernen. Alleen de buurtschap Noorddorp zou hieronder gerekend kunnen worden. In de gemeente Heemskerk is de Milieudienst IJmond verantwoordelijk voor het opstellen van klimaatbeleid. Milieudienst IJmond is opgericht als gezamenlijke milieudienst van een aantal gemeenten, waaronder Heemskerk. Op basis van een gemeenschappelijke regeling worden alle gemeentelijke milieutaken uitgevoerd. Bij de milieudienst werken 70 mensen, uitgaande van de verdeelsleutel kan uitgegaan worden dat 12 van deze mensen zich bezig houden met milieubeleid van gemeente Heemskerk. De uitvoering van het klimaatbeleid geschiedt door zowel Milieudienst IJmond als door de gemeente zelf. Milieu- en klimaatbeleid worden door de gemeente integraal behandeld bij de uitvoering van algemene gemeentelijke taken. Het integraal doorvoeren van milieubeleid kan teruggezien worden in een samenwerkingsproject tussen een woningbouwcorporatie en de gemeente. Een onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst is een artikel waarin de gemeentelijke ambities op gebied van duurzaam bouwen zijn opgenomen en gerealiseerd moeten worden bij nieuwbouwprojecten in Heemskerk. De overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Voornamelijk op het gebied van de bestaande particuliere woningbouw zijn de door de overheid aangereikte middelen en instrumenten beperkt. Door samenwerkingsverbanden tussen verschillende overheden zou de particuliere woningmarkt gestimuleerd moeten worden om bestaande woningen te verduurzamen. Dit kan door het verstrekken van substantiële subsidies voor isolatiemaatregelen en voor de toepassing van duurzame energie rondom de woning. Ook renteloze leningen (terug te betalen door de besparing op de energierekening) en fiscaal voordelige regelingen zijn mogelijke opties die onderzocht zouden moeten worden. De huidige subsidies voor isolatieglas verstrekt door het Rijk en provincie Noord-Holland (Duurzame Energiepakket Subsidie) zijn niet toereikend voor de uiteindelijk gemaakte kosten. Deze financiële prikkel zou dus sterker gemaakt moeten worden door bundeling van verschillende middelen en instrumenten. Het Rijk (of Europa) zou meer druk op fabrikanten moeten leggen om tot een versnelling van toepasbare en betaalbare duurzame technieken te komen. Toepassing van LED-verlichting voor de openbare verlichting bijvoorbeeld wordt bij gemeenten wel gedragen mits de lichtopbrengst voldoende is om de veiligheid te garanderen. Dit is nu alleen nog te bereiken met heel veel LED’s in de armaturen waardoor de energiebesparing teniet wordt gedaan. Gemeente Heemskerk heeft overigens wel een LED-proef gedraaid en zal binnenkort weer een nieuwe proef uitvoeren. Gemeente Heemskerk heeft verschillende doelstellingen op het gebied van emissiereductie, energiebesparing en productie van hernieuwbare energie. De hierboven beschreven LED-proef is een proefproject om energie te besparen. Ook streeft de gemeente de realisatie van CO2–reductie van gemeentelijke gebouwen en wagenpark na. Bij de uitvoering van de gemeentelijke taken worden de mogelijkheden voor het nemen van CO2-neutrale/besparende maatregelen binnen de eigen gemeentelijke organisatie actief onderzocht. Buiten het gemeentelijk apparaat stimuleert de gemeente waar mogelijk initiatieven op het gebied van toepassing van alternatieve motorbrandstoffen, groene grondstoffen en duurzame energie. Daarnaast wordt ingezet op bijna nulemissies van schadelijke gassen.
Pagina 29 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Burgers en bedrijven worden actief betrokken door de gemeente, zij stimuleert probeert haar burgers en bedrijven te stimuleren in duurzaam gedrag. Jaarlijks stelt Heemskerk een actieprogramma stimulering duurzame ontwikkeling op, waarin wordt geconcretiseerd welke projecten en taken worden uitgevoerd. Verder worden activiteiten ontplooid vanuit het gemeentelijke Natuur- en Milieu educatiecentrum en voert de Milieudienst IJmond projecten uit om bedrijven duurzaam te laten ondernemen. Behalve de LED-proef zijn de doelstellingen op het gebied van energiebesparing en toepassing van duurzame energiebronnen niet nader gekwantificeerd. Waar samenwerking nut heeft kijkt gemeente Heemskerk naar coöperatie met andere gemeenten op het gebied van klimaatbeleid/duurzaamheid. Voorbeeld van een samenwerkingsverband tussen verschillende gemeenten in de IJmond (gemeenten Uitgeest, Heemskerk, Velsen en Beverwijk) op gebied van duurzame mobiliteit is de realisatie van multifueltankstations in de IJmond. Gemeente Heemskerk is aandeelhouder van afvalverwerkingsbedrijf HVC. Dit bedrijf wekt groene stroom op met de restwarmte van de verbrandingsinstallatie en een biomassa-energiecentrale. Deze groene energie wordt sinds kort afgenomen door de gemeente. HVC biedt haar aandeelhoudende gemeenten een Quick-scan duurzame energie aan waarmee potentiële energiebronnen in een gemeente in kaart worden gebracht om dit vervolgens af te zetten tot het energieverbruik binnen de gemeente. Milieudienst IJmond bekijkt voor Heemskerk en haar andere gemeenten of hiervan gebruik gemaakt gaat worden. De gemeente Heemskerk werkt op alle fronten hard aan bewustwording van de burger en het stimuleren van het nemen van energiebesparende maatregelen. De hierboven beschreven voorbeelden zijn een greep aan alle duurzame projecten en initiatieven die in gemeente Heemskerk lopen. De gemeente is zich ervan bewust dat door burgers, lokale milieubewegingen zoals milieudefensiegroep Goed – Aardig en het bedrijfsleven samen te laten werken veel bereikt kan worden. Het bestuur van Heemskerk heeft hoge ambities. De inzet van de gemeente is onlangs positief beoordeeld bij de duurzaamheidsmeter van COS Noord-Holland. Heemskerk eindigde op de 15e plaats en is hier heel trots op.
Pagina 30 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.5
Gemeente Teylingen (Zuid-Holland)
Teylingen is een gemeente in de provincie Zuid-Holland, ten noorden van Leiden in de Bollenstreek. Op 1 januari 2006 is de gemeente ontstaan door samenvoeging van de voormalige gemeenten Sassenheim, Voorhout en Warmond. Op 13 september 2005 keurde de Eerste Kamer de herindeling met een kleine meerderheid goed, waarmee deze definitief doorging. Het totale aantal inwoners van deze nieuwe gemeente is 35.697 (per 31 mei 2009, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 33,63 km2 waarvan 5,02 km2 water. Gemeente Teylingen neemt deel aan een klimaatprogramma van 15 gemeenten in Holland-Rijnland en de Rijnstreek. De ambtelijke capaciteit daarvoor zit bij de Milieudienst West Holland. Hoeveel mensen zich precies bezig houden met het opstellen en de uitvoering van klimaatbeleid is per gemeente lastig aan te geven. De doelstellingen van de Milieudienst West Holland zoals omschreven in het Milieubeleidsplan 2003 – 2010 en van toepassing op gemeente Teylingen zijn: 600 kiloton CO2-reductie (=30% t.o.v. ongewijzigd beleid in 2030); 20% energiebesparing in 2015; 5% duurzame energieopwekking in 2015. Het klimaatbeleid van Milieudienst West Holland is niet alleen gericht op individuele gemeenten, maar ook op samenwerking tussen deelnemende gemeenten. Wat betreft energiebesparing richt gemeente Teylingen zich zowel op de eigen organisatie als op haar inwoners. Bedrijven en bewoners worden gestimuleerd om energie te besparen door communicatie tussen gemeente en burger en door middel van educatie. De overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Haar aanjaagfunctie zou versterkt moeten worden en de voorbeeldfunctie verder uitgewerkt. Voorbeelden van wat de landelijke overheid meer zou kunnen doen zijn: Initiator zijn van duurzame woningbouw; Aanleg van duurzame bedrijventerreinen Duurzame inkoop voor landelijke overheid; Beter beheer eigen gebouwen; Duurzame energieopwekking. De gemeente Teylingen wil in 2010 op het gemeentekantoor in Sassenheim zonnepanelen aanbrengen, dit is afhankelijk van nadere besluitvorming in het nieuwe college van B&W. Verder zijn er initiatieven van zowel de provincie als een tweetal bedrijven om grote windturbines te plaatsen. Het mogelijke project van provincie Zuid-Holland is momenteel gestuit op planologische bezwaren vanuit de provincie. Het initiatief genomen door de twee bedrijven wordt verder uitgewerkt als de economische omstandigheden verbeterd zijn. Voor een bio-centrale of warmte-koudeopslag zijn geen concrete plannen, de schaal van de gemeente is hier niet toereikend voor.
Pagina 31 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.6
Gemeente Gorinchem (Zuid-Holland)
Gorinchem meestal uitgesproken en soms ook geschreven als Gorcum of Gorkum, is een stad in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Het is tevens een centrumgemeente in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. De centrumfunctie heeft betrekking op winkels, zorg, cultuur en bedrijvigheid. Op een oppervlakte van 22,01 km² (waarvan 3,23 km² water) wonen 34.629 mensen (31 mei 2009, bron: CBS). Dalem behoort ook tot de gemeente Gorinchem. In het centrum van Gorinchem ligt de goed bewaarde vestingstad, die deel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Gorinchem ligt aan de rivier de Boven Merwede aan de overkant van Woudrichem. De gemeente heeft een station aan de westelijke Betuwelijn (DordrechtGeldermalsen). Ten noorden van Gorinchem loopt rijksweg A15, die gebundeld is met de Betuweroute. Ten westen van de stad loopt de rijksweg A27, die de verbinding vormt tussen het midden en het zuiden van het land. In de gemeente Gorinchem houden vier mensen zich bezig met het klimaatbeleid van de gemeente. Twee mensen stellen het klimaatbeleid op, twee zorgen voor de uitvoering hiervan. De overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. De subsidieregelingen omtrent duurzame energie zou de overheid moeten continueren en het realiseren van windenergie zou verplicht moeten worden in het kader van het algemene belang. In het kader van het milieubeleidsprogramma 2008-2012 heeft gemeente Gorinchem voor het thema “klimaatbestendige stad” een aantal doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen zijn: Een jaarlijkse energiebesparing van 2% op de energie, die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt t.o.v. de verwachte autonome ontwikkeling van het energieverbruik; Een 5-10% aandeel van duurzame energie in 2012 ofwel door duurzame opwekking binnen de gemeente ofwel door participatie van de gemeente en lokale organisaties elders. Het beleid van de gemeente is zowel op de eigen organisatie als op inwoners en bedrijven gericht. Bedrijven worden meegenomen in de energiescan die momenteel in samenwerking met Huisvuilcentrale Alkmaar (HVC) opgesteld wordt. Gemeente Gorinchem heeft veel plannen op gebied van duurzame productiemiddelen: Opwekking van elektriciteit uit afval door HVC; Inzet van bronwater in 1400 woningen in woonwijk Hoog Dalem, gericht op 25 tot 50% vermindering van CO2-uitstoot; Voorbereiden van aardwarmteproject, in dit project worden 4000 woningequivalenten van warmte voorzien. Het doel is het verminderen van CO2-uitstoot met 80%; Aanwijzing locatie windenergie aan de rand van een nieuw te realiseren bedrijventerrein, 9 MW. Op gebied van klimaatbeleid en duurzaamheid kijkt de gemeente naar samenwerking met andere gemeenten in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenland. Gemeente Gorinchem heeft plannen voor het oprichten van een energie-investeringscollectief. Dit collectief is een samenwerking van drie partijen. 1. Provincie Zuid-Holland; 2. De te vestigen bedrijven op, het bij de eerder genoemde plannen op gebied van duurzame productiemiddelen, het nieuw te realiseren bedrijventerrein en; 3. Gemeente Gorinchem. Het is de bedoeling dat de gemeente niet de risicodragende partij zal zijn in dit collectief. Pagina 32 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.7
Gemeente Renkum (Gelderland)
Renkum is een dorp en de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente gelegen tussen Arnhem en Wageningen in de Nederlandse provincie Gelderland. De gemeente bestaat uit de dorpskernen Oosterbeek, Doorwerth, Wolfheze, Heveadorp, Heelsum en Renkum en heeft een oppervlakte van 47,12 km². De gemeente telt 31.801 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS). Een aantal dorpen liggen aan de rivier de Rijn. De gemeente Renkum maakt deel uit van de Stadsregio ArnhemNijmegen. Gemeente Renkum heeft geen eigen klimaatbeleid en gaat niet de landelijke doelstellingen voor 2012 behalen, maar dat wil niet zeggen dat de gemeente zich niet bezighoudt met milieu en klimaat. Er is 0,3 FTE beschikbaar voor milieuzaken. Renkum is al sinds 1992 bezig met klimaatbeleid en heeft grote vooruitgang geboekt. De overheid heeft een CO2-reductie in % vastgesteld en kijkt niet naar de huidige resultaten. Hierdoor is het voor de gemeente niet mogelijk om nog verder te verduurzamen omdat het sinds 1992 meer bereikt heeft dan het landelijk gemiddelde. De overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Renkum is niet overtuigd van de inzet van de Nederlandse overheid. Met het afsluiten van allerlei convenanten lijkt het alsof er veel gebeurt, maar in de praktijk valt dit tegen. Subsidieregelingen zijn zo opgesteld dat de normale burger hier over het algemeen geen tot weinig gebruik van kan maken. Zelfs de meest eenvoudige regelingen zijn niet makkelijk te benutten waardoor een groot potentieel verloren gaat. Bewustwording, de sleutel voor klimaatbeleid, gaat hierdoor verloren voordat dit zich überhaupt goed heeft kunnen ontwikkelen. Als de overheid echt zou willen, waren er nu net zoveel windturbines geweest als er vroeger windmolens waren. De Nederlandse overheid zou een voorbeeld aan Duitsland kunnen nemen. Daar bestaat een langdurige en stabiele subsidieregeling voor duurzame (energie)projecten die de burger aanspreken. Met de regeling in Duitsland worden burgers uitgenodigd om zelf projecten op te pakken waardoor de betrokkenheid veel groter is; het worden eigen projecten. Dankzij de stabiele subsidieregeling kunnen bedrijven en burgers projecten oppakken waar zij zichzelf mee kunnen identificeren. Ook op provinciaal niveau zou de overheid meer actie moeten ondernemen om de verschillende doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Renkum vindt de door de overheden gestelde doelen niet in verhouding tot hun financiële draagkracht. Volgens de convenanten moet de overheid in 2015 100% duurzaam inkopen en de gemeenten 75%. Waterschappen en provincies hebben als doel slechts 50% duurzaam in te kopen in 2015, maar gaan wel de gemeenten pushen en controleren om 75% te realiseren. Een deel van het belastinggeld moet worden besteed aan kennisvergroting. Alle doelen van de Nederlandse rijksoverheid en decentrale overheden zijn hartstikke goed en dragen zeker bij aan het klimaat. Het klimaatprobleem is echter mondiaal. In China wordt iedere twee weken een kolengestookte energiecentrale in bedrijf genomen en in Zuid-Amerika verbrandt men tropische regenwouden om weidegrond voor vee te creëren. Dit laatste heeft zelfs drie keer negatieve impact op het klimaat. De Nederlandse overheid moet zich hierop richten: het mondiale klimaatprobleem
Pagina 33 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Gemeente Renkum heeft ondanks dat het geen eigen klimaatbeleid heeft wel een aantal doelstellingen op het gebied van emissiereductie, energiebesparing en productie van hernieuwbare energie. Deze zijn gericht op zowel de eigen organisatie als op bewoners en bedrijven. Deze laatste groep krijgt voorlichting over energiebesparing. De doelen voor gemeentelijke gebouwen zijn concreet geformuleerd en zijn: Het gemeentehuis maakt gebruik van WKO en is een beschermd monument; Energie wordt duurzaam ingekocht voor onder andere ongeveer 250 aansluitingen, pompen, gemalen, openbaar vervoer en gemeentelijke gebouwen; Gebruik wordt gemaakt van HR ketels of nog hoger rendement; Alle daken en muren zijn extra geïsoleerd; Alle gemeentelijke gebouwen moeten gebruik maken van HF- (hoogfrequente) verlichting; Afkoppeling van hemelwater; dit scheelt elektriciteit omdat schoon hemelwater niet verpompt hoeft te worden; Zo’n 60 andere, gemeentebrede aanpassingen en voorzieningen. Het bezuinigingsprogramma is gericht op gemeentelijke gebouwen en is in 1992 ingezet. In 2004 is het grotendeels afgerond. De eerste volgende grote stappen die gemeente Renkum gaat ondernemen is de vervanging van alle openbaar vervoer armaturen en het aanleggen van slimme schakelingen. Gemeente Renkum kijkt naar mogelijkheden om samen te werken met andere gemeenten op gebied van klimaatbeleid en duurzaamheid. In de praktijk blijkt dit erg lastig en vaak kost het meer dan dat het oplevert.
Pagina 34 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.8
Gemeente Sint-Michielsgestel (Noord-Brabant)
Sint-Michielsgestel is een gemeente in de provincie Noord-Brabant, gelegen in de Meierij van 's-Hertogenbosch. De gemeente telt 28.197 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS), heeft een oppervlakte van 64,40 km² (waarvan 0,35 km² water) en ligt op een hoogte van 5 meter. De huidige gemeente SintMichielsgestel ontstond in 1996, na samenvoeging van de gemeenten SintMichielsgestel, Den Dungen en Berlicum. Het dorp Gemonde, dat voorheen gedeeltelijk behoorde bij de gemeenten Boxtel, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode en Schijndel, werd in zijn geheel toegevoegd aan de nieuwe gemeente Sint-Michielsgestel. Binnen de gemeente Sint-Michielsgestel houden twee personen zich bezig met het opstellen en de uitvoering van het klimaatbeleid. Een van deze personen is structureel en een van deze personen wordt ingehuurd als extra ondersteuning gedurende de looptijd van SLOK regeling om de doelen te realiseren. Sint-Michielsgestel is onderdeel van de Duurzame Driehoek. Deelnemende gemeenten, waterschappen en Provincie in de Duurzame Driehoek hebben de ambitie om: -
Bestaand duurzaamheidsbeleid vast te houden en te bundelen; Samen te werken met elkaar en derden; De komende jaren een sprong te maken naar een duurzame ontwikkeling binnen het gebied. Het gaat daarbij om een daadwerkelijk zichtbaar effect in het gebied op ecologische, economische en sociale duurzaamheidsaspecten.
Deelnemers aan de Duurzame Driehoek zijn de gemeenten Bernheze, Best, Boxtel, Eindhoven, Haaren, Heusden, Oirschot, Oisterwijk, Schijndel, ’s Hertogenbosch, Sint-Michielsgestel, SintOedenrode, Son en Breugel, Tilburg, Veghel en Vught. Daarnaast neemt de provincie Noord-Brabant deel en de waterschappen Aa en Maas en De Dommel. Twee keer per jaar vindt er een bijeenkomst plaats met de Provinciaal Gedeputeerde, de wethouders van de deelnemende gemeenten en een dagelijks bestuur van de waterschappen. De uitvoering van de projecten wordt begeleid door: -
Een projectgroep van enkele ambtelijke vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten; Een bestuurlijk voorzitter; Een Dagelijks Bestuur met daarin een tweetal wethouders (op dit moment Ger van den Oetelaar van de gemeente Boxtel en Bert Nelissen van de gemeente Sint-Michielsgestel); Een platform wat ongeveer vier maal per jaar bijeenkomt met alle ambtelijke vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten, waterschappen en provincie.
De projectleiding van de Duurzame Driehoek is gedelegeerd aan het IVN Consulentschap Brabant.
Pagina 35 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Sint-Michielsgestel heeft de volgende klimaatdoelstellingen geformuleerd: -
-
Energieprestatie opnemen in plannen voor nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen (20%scherper dan de standaard norm); Voor bestaande gemeentelijke gebouwen is de taakstelling opgenomen om minimaal 2% energie per jaar (8% in 4 jaar) energie te besparen en 100% duurzame energie in te kopen; 5 % Van de huishoudens vertoont energiezuinig gedrag door: toepassen nietwoninggebonden energiebesparende maatregelen aanschaf energiezuinige apparatuur (Alabel) inkoop 100 % duurzame energie; Afsluiten convenant duurzaam bouwen met als basis GPR4. Score 6.5 voor alle woningen, en een voorbeeld van 7.0 GPR; Realiseren van utiliteitsgebouwen met 10% verscherpte EPC. Specifiek helpen van Doven instituut Viataal; Verminderen van de emissies van methaan en lachgas in agrarische sector door kennis overdracht en voorbeeld project. Filosofie hierbij is dat draagvlak en kennis bijdragen aan het versneld omschakelen van de sector naar maatregelen tegen deze gassen in hun bedrijfsvoering. (niet-CO2 broeikasgassen zoals methaan, lachgas en de fluorverbindingen SF6, PFK's en HFK's.)
De overheid moet meer actie nemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Zo moet men zich vastleggen op de waarde van energiebesparing in woningen: een energielabel dat gecertificeerd en eenduidig is maar dat ook middels regelmatige audits wordt getoetst. Daarnaast moet men maatregelen voor een energiezuinige woning, die een langere terugverdientijd hebben, als meerwaarde meenemen in de verkoopprijs en taxatie. Dit is de manier om te zorgen dat mensen gaan investeren in duurzame maatregelen en de investering in het huis, bij verkoop, terug vinden. Als de totale last van de hypotheek plus de maandelijkse kosten als totaal worden gezien, wordt het heel interessant om duurzame maatregelen af te zetten tegen conventionele woningen. Net als bij investeringen moet er bij woningen dus naar de “Total cost of ownership” worden gekeken. De banken en de overheid zullen d.m.v. degelijke labels hiertoe kunnen komen. Rabobank heeft hierin al stappen gezet in overleg met SenterNovem. Net als bij investeringen moet er bij woningen dus naar de “Total cost of ownership” worden gekeken. Sint-Michielsgestel heeft momenteel nog geen duurzame energie productie maar gaat wel een DEscan uitvoeren. De verwachting is dat er projecten worden gestart op het gebied van mestvergisting of biomassa. Op dit moment is nog niet bekend in welke mate dit zal bijdragen aan de realisatie van de klimaatdoelstellingen van de gemeente. Sint-Michielsgestel is zich als gemeente bewust van het feit dat zij een voorbeeldfunctie heeft. Daarom begint zij haar energiebesparingsbeleid bij zichzelf maar richt ze zich ook op burgers en bedrijven binnen de gemeente. De gemeente werkt hard aan de bewustwording middels een energiemarkt, communicatie en scholenprojecten en biedt de gemeente via het bedrijfsleven EPA’s aan voor bewoners. De gemeente investeert regelmatig in het Vlagheide fonds. Via het Vlagheidefonds voor duurzame energie kan een particuliere eigenaar van een woning en een non-profit instelling uit een Vlagheidegemeente of een gemeente die is aangesloten bij het Vlagheidefonds een financiële bijdrage aanvragen voor een investering in een duurzame energievoorziening. Sinds de eerste regeling van het Vlagheidefonds in 2000 van start ging, hebben ruim 650 particulieren voor een of meerdere duurzame energietoepassingen subsidie gekregen via het Vlagheidefonds.
Pagina 36 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.9
Gemeente Dalfsen (Overijssel)
Dalfsen is een dorp en gemeente in de streek Salland (Vechtdal). De gemeente maakt deel uit van de Nederlandse provincie Overijssel en is gelegen aan de Overijsselse Vecht. De gemeente telt 27.160 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS) op een oppervlakte van 166,50 km² (waarvan 1,32 km² water) en kent een dichtheid van 160 inwoners per vierkante kilometer. De huidige gemeente Dalfsen is op 1 januari 2001 ontstaan uit de samenvoeging van de gemeenten Nieuwleusen en Dalfsen. Binnen de gemeente Dalfsen houden twee personen zich bezig met het opstellen en uitvoeren van klimaatbeleid. Eén persoon is fulltime verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van het klimaatbeleid en wordt één dag per week ondersteund door een beleidsadviseur klimaat en duurzaamheid. Verschillende activiteiten, zoals duurzaam inkopen of het duurzaam beheer van openbare ruimte worden door verschillende afdelingen uitgevoerd. De beleidsadviseur klimaat en duurzaam coördineert deze verschillende activiteiten. Het klimaatbeleid van de gemeente Dalfsen is ambitieuzer dan de landelijke doelstellingen. Daar waar de landelijke overheid in 2020 de CO2-uitstoot met 30% gereduceerd wil hebben, heeft de gemeente Dalfsen de ambitie om in 2025 al CO2-neutraal te zijn. De gemeente Dalfsen wil de energie die zij in 2025 nog nodig heeft geheel duurzaam opwekken. Op deze manier is de CO2-uitstoot nul is en hoeft eventueel CO2-uitstoot niet gecompenseerd te worden. Hier verschilt gemeente Dalfsen van het landelijk beleid waarin CO2-compentatie wordt gebruikt als middel om CO2-neutraal te zijn. De overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Gemeente Dalfsen zou graag willen zien dat er structureel geld komt voor duurzaamheid, het huidige landelijke beleid is namelijk erg ad hoc. De overheid stelt kleine hoeveelheden subsidie beschikbaar die vaak al op zijn voordat de regeling van start is gegaan. Duitsland kan als voorbeeld gezien worden van hoe de landelijke overheid het thema klimaat en duurzaamheid zou moeten benaderen. Naast gestructureerd geld van de overheid zou de landelijke overheid beter moeten kijken naar de behoeften van de markt en gemeenten op gebied van ondersteuning om CO2- reductie te kunnen realiseren. Veel plannen en regelingen zijn ingewikkeld waardoor burgers niet begrijpen waar ze steun kunnen krijgen. Ook voor de gemeente is het erg moeilijk om overzicht te houden over alle regelingen en subsidies. De landelijke overheid zou gemeenten ruimte en bevoegdheden moeten geven om een goede uitvoering van klimaat- en duurzaamheidsbeleid te kunnen garanderen. Een specifiek voorbeeld is de subsidie op het maatwerkadvies. De gemeente Dalfsen heeft een groot project opgestart om alle woningen in de gemeente van maatwerkadvies te voorzien. Door subsidie van de overheid is dit maatwerkadvies gratis, maar inwoners moeten het advies eerst zelf bekostigen. Daarna pas kan de gemeente de subsidie voor de burgers aanvragen wat voor een extra drempel bij de inwoners van de gemeente Dalfsen zorgt. De gemeente zou het fijn vinden deze drempel weg te nemen en burgers te ontzien, hulp van de overheid zou hierbij helpen. Gemeente Dalfsen doet heel veel aan het verduurzamen van haar gemeente. Er zijn een aantal doelen geformuleerd in het Meerjarenprogramma Klimaat en Duurzaamheid 2009 – 2012 gericht op de volgende sectoren:
Eigen gebouwen, voorzieningen, wagenpark, dienstreizen, woon-werkverkeer en inkoop; Woningen (bestaande bouw en nieuwbouw); Utiliteitsgebouwen; Pagina 37 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
Bedrijven; Verkeer en vervoer; Grootschalige duurzame energieopties; Communicatie; Millenniumdoelen; Duurzaam beheer openbare ruimte; Snoeihout, afval en biomassa.
Voor elk van deze sectoren zijn gedetailleerde doelen omschreven waarvan de voortgang door jaarlijkse rapportages en de jaarlijkse CO2- balans bijgehouden wordt. De gemeente Dalfsen heeft samen met de gemeente Zwolle verregaande plannen voor de bouw van een windmolenpark langs de grens (spoorweg) tussen de beide gemeenten. Dit betekent dat aan Dalfser kant minimaal 4 windmolens zullen worden geplaatst. Waarschijnlijk zal in 2012 worden begonnen met de bouw. Opbrengsten zijn onbekend, mede omdat type windmolen dat geplaatst zal gaan worden en technologische ontwikkelingen nog niet bekend zijn. Een ander plan is om het gehele dak van het gemeentehuis met zonnepanelen te bedekken. Het haalbaarheidsonderzoek is al gestart. Zonder inwoners en bedrijven is het niet mogelijk om de vastgestelde ambitie, in 2025 een CO2neutrale gemeente zijn, waar te maken. Burgerinitiatieven op het gebied van duurzame energieproductie worden door de gemeenten gestimuleerd door middel van de duurzaamheidslening. Door het nemen van een duurzaamheidslening is het voor burgers mogelijk om direct al te profiteren van de financiële opbrengsten van duurzame energie, omdat de investeringskosten over 10 of 15 jaar worden verdeeld. Ook voor bedrijven is onlangs een budget samengesteld om bedrijfsscans te kunnen uitvoeren, waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden voor duurzame opwekking en onderlinge energie-uitwisseling. Na aanleiding van een CO2-scan heeft gemeente Dalfsen besloten om zich intensief in te zetten voor CO2-besparing in de bestaande bouw en heeft ze het project Duurzaam (T)huis opgestart. Een onderdeel van dit project is dat alle 750 woningen die binnen de gemeente in particulier bezit zijn en voor 1995 gebouwd zijn een gratis energiemaatwerkadvies ontvangen. Hiermee maakt de gemeente het voor de bewoners inzichtelijk hoe zij hun huis energiezuiniger kunnen maken. Bewoners worden op bewonersavonden geïnformeerd en krijgen de mogelijkheid om zich direct aan te melden voor het maatwerkadvies. Met deze aanpak wordt circa 50% van de bewoners bereikt, met dit hoge percentage is gemeente Dalfsen koploper in Overijssel. Lokale ondernemers maken ook deel uit van het project Duurzaam (T)huis. Aannemers, installateurs en andere locale ondernemers hebben zich georganiseerd in drie verschillende duurzaamheidsplatforms. Deze platforms dienen als loket of aanspreekpunt waaruit burgers begeleiding en advies kunnen krijgen over het traject van offerteaanvragen en uitvoering tot subsidieaanvragen. Credo’s van het project Duurzaam (T)huis zijn verleiden en ontzorgen. Op gebied van duurzaamheid kijkt gemeente Dalfsen naar samenwerking met andere gemeenten. De gemeente vindt kennisdeling erg belangrijk en is zoveel mogelijk aanwezigheid bij expertmeetings die andere actieve gemeenten ook bijwonen. Partnergemeenten waarmee kennis wordt gedeeld zijn gemeente Hardenberg en in mindere mate Olst-Wijhe. Gemeente Dalfsen heeft het idee om in het stroomdal een duurzame regio te creëren door middel van een samenwerkingsverband. Gemeenten die samen kunnen werken in dit project zijn in elk geval Dalfsen en Hardenberg en waarschijnlijk Ommen. Deze gemeenten kunnen samenwerken op gebied van duurzaamheid onder de naam Duurzaam Vechtdal.
Pagina 38 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.10
Gemeente Sliedrecht (Zuid-Holland)
Sliedrecht is een plaats en gemeente in de Nederlandse provincie ZuidHolland. De gemeente telt 23.974 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 13,47 km². Sliedrecht ligt aan de BenedenMerwede en is één van de zogenaamde Drechtsteden. Binnen de gemeentegrenzen liggen geen andere kernen. Sliedrecht is de bakermat van de baggerindustrie. Al in de negentiende eeuw was het bekend als baggerdorp. De gemeente Sliedrecht werkt op bestuursniveau nauw samen met de omliggende Drechtsteden, maar heeft door de jaren heen haar eigen karakter weten te behouden. Sliedrecht is een zelfstandige gemeente. Groot genoeg voor voorzieningen en bedrijvigheid op stadsniveau, maar klein genoeg voor een eigen dorpse karakter. Het is juist deze combinatie die het wonen en werken in Sliedrecht zo aantrekkelijk maakt. Binnen de gemeente Sliedrecht houden vier medewerkers zich onder andere bezig met het opstellen en uitvoeren van het klimaatbeleid van de gemeente. De doelstellingen op gebied van duurzaamheid liggen in lijn met de landelijke doelstellingen, gemeente Sliedrecht wil een energieneutrale gemeente worden. Een termijn is hiervoor nog niet vastgesteld. De gemeente werkt onder andere op gebied van milieubeleid samen met omliggende gemeenten, dit worden de Drechtsteden genoemd en bestaan uit Alblasserdam, Dordrecht, HendrikIdo-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. De Drechtsteden hebben in samenwerking het klimaatprogramma 2009 – 2010 opgesteld. Het beleid richt zich zowel op de eigen organisatie dan wel op bewoners en bedrijven. Gemeente Sliedrecht heeft een aantal plannen gericht op energiebesparing, emissiereductie en hernieuwbare energie. Een selectie van de plannen voor de komende jaren zijn in grote lijnen: Plan tot bouwen van een energieneutrale school; Plan tot bouwen van een energieneutrale gemeentewerf annex milieustraat; Realiseren van deel vervangen openbare verlichting in energiezuinige verlichting; Realiseren walstroomvoorzieningen voor de binnenvaart; Realiseren Hoogwaardig Openbaar Vervoersknooppunt (Spoorstation/Busvervoer); Onderzoek naar zonenergie op geluidsschermen Betuweroute; Onderzoek aansluiting restwarmtenet afvalenergiebedrijf HVC met name bij nieuwbouw en herstructureringsgebieden. Momenteel is een haalbaarheidsstudie gaande over de aanleg van een warmtenet op basis van restwarmte. Om het warmtenet een borging te geven van leveringszekerheid wil de gemeente een onderzoek starten naar de mogelijkheden van geothermie. Daarbij wordt ook gekeken naar het benutten van wind- en zonenergie. Door het gebruik van deze typen duurzame energie zullen de gestelde doelen mogelijk gehaald kunnen worden. De landelijke overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Gemeente Sliedrecht zou graag zien dat de overheid meer onderzoek en subsidiegelden beschikbaar stelt in geothermie als “het nieuwe aardgas”.
Pagina 39 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.11
Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)
Wijk bij Duurstede is een stad en gemeente in het zuiden van de Nederlandse provincie Utrecht. De gemeente telt 23.194 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS) op een oppervlakte van 50,3 km² waarvan 2,68 km² water. Door en langs Wijk bij Duurstede stromen de rivieren Nederrijn, Lek, Kromme Rijn en het AmsterdamRijnkanaal. Binnen de gemeente Wijk bij Duurstede houden twee personen zich bezig met het opstellen en de uitvoering van het klimaatbeleid. De gemeente heeft een aanvraag ingediend voor de SLOK-regeling (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven), het gemeentebeleid is hier op gebaseerd. De doelstellingen van de gemeente zijn als volgt: • In 2011 een klimaatneutrale organisatie zijn; • In 2011 100% duurzaam inkopen; • In 2030 moet het gehele grondgebied klimaatneutraal zijn; • Meedoen aan het “Op Kop Project van provincie Utrecht”; • Uitvoeren van de verschillende SLOK-projecten. Momenteel is Wijk bij Duurstede bezig om een CO2-footprint op te laten stellen om zo inzichtelijk te maken wat de CO2-uitstoot van de gemeentelijke organisatie is. De uitslag van de footprint kan helpen te komen tot een klimaatneutrale organisatie. De gemeente twijfelt of de landelijke doelstellingen voor 2020 te realiseren zijn. De overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen, bijvoorbeeld door meer geld beschikbaar te stellen. Mogelijk met meer geld van het Rijk zijn deze doelstelling makkelijker haalbaar. Het gemeentelijke beleid op gebied van energiebesparing richt zich, zoals gezien kan worden aan de doelstellingen van de gemeente, zowel op de eigen organisatie als op de inwoners en bedrijven in de gemeente. Gemeente Wijk bij Duurstede zit in een klimaatcoördinatorengroep van Provincie Utrecht en kijkt waar mogelijk naar samenwerking met andere gemeenten op gebied van klimaatbeleid en duurzaamheid. Ook kijkt de gemeente naar mogelijkheden om een energiebedrijf en energieinvesteringsfonds op te starten, dit komt voort uit één van de SLOK-projecten.
Pagina 40 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.12
Gemeente Groesbeek (Gelderland)
Groesbeek is een gemeente in de Nederlandse provincie Gelderland, in het Rijk van Nijmegen, ten zuiden van Nijmegen. De oppervlakte is 44,16 km² (waarvan geen water), en er zijn 18.968 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS). De gemeente wordt in het oosten begrensd door Duitsland en in het zuiden door de provincie Limburg. De gemeente Groesbeek maakt deel uit van de Stadsregio ArnhemNijmegen. Behalve het dorp Groesbeek telt de gemeente een aantal kleine dorpen en buurtschappen: Berg en Dal, Heilig Landstichting, een gedeelte van Beek-Ubbergen, De Horst en Breedeweg. Groesbeek ligt in een heuvelachtig en bosrijk landschap, dat in Duitsland in het uitgestrekte Reichswald wordt voortgezet. Gemeente Groesbeek werkt op gebied van klimaatbeleid samen met andere gemeenten in de regio in een Gemeenschappelijke Regeling. In totaal hebben tien gemeenten zich aangesloten bij Gemeenschappelijke Regeling MARN (Milieu- en Afvalsamenwerking Regio Nijmegen). Eén van de punten opgenomen in het MARN-verband is een gezamenlijk klimaatprogramma, het programma loopt in 2010 af. November 2007 is het regionale klimaatprogramma 2007-2010 'Energiek op weg naar een beter klimaat' van start gegaan. De gemeenten in het MARN-gebied hebben daarmee met elkaar afgesproken de volgende doelstellingen na te streven en daarmee aan te sluiten bij de doelstellingen die door de landelijke overheid zijn geformuleerd. Het streven van de MARN-gemeenten is om "en proportionele bijdrage te leveren aan de landelijk en provinciale doelstellingen voor klimaatbeleid". Het regionaal klimaatprogramma concentreert zich op de volgende vijf thema's: 1. Bio-energie; 2. Energiebesparing en duurzame energie in gebouwen; 3. Windenergie; 4. Innovatie; 5. Communicatie en educatie. In 2010 wordt opnieuw een gezamenlijk programma opgesteld, het nieuwe programma zal worden aangesloten op het landelijke beleid. Het cluster milieu is belast met de uitvoering van milieutaken, onder andere klimaatbeleid. Eén medewerker van het cluster heeft uren beschikbaar om deze taak uit te voeren. Afhankelijk van het aantal beschikbare uren worden er keuzes in projecten en uitvoering gemaakt. Daarnaast houdt de afdeling Openbare Werken zich onder andere bezig met het beheer en onderhoud van de gemeentelijke gebouwen. De reden waarom gemeente Groesbeek geen eigen klimaatbeleid heeft, zoals hierboven gelezen kan worden, is vanwege het regionale samenwerkingsverband. In gezamenlijkheid met de MARNgemeenten is een klimaatprogramma opgesteld, dit programma bevat gezamenlijke doelstellingen.
Pagina 41 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten De overheid neemt voldoende actie om de landelijke doelstellingen te kunnen realiseren. Momenteel werkt gemeente Groesbeek samen met diverse andere gemeenten aan de uitvoering van een klimaatprogramma. De gemeente vindt het erg belangrijk om samen te werken, de kans van slagen is daarbij groter. Het programma loopt in 2010 af, daarna zullen er conclusies getrokken worden. De gemeentelijke ambities zijn vrij hoog en voor de uitvoering van de doelen zijn meerdere partijen nodig. Een aandachtspunt is het financiële aspect. Momenteel weet de gemeente niet of de gezamenlijke doelstelling bereikt zullen worden. Binnen de gemeente Groesbeek heeft het college afspraken gemaakt over nieuwe duurzame energie projecten. In het kader van de mogelijkheden voor warmte- en koudeopslag heeft het college besloten dat in beginsel bij nieuwe projecten een dergelijke opslag gerealiseerd moet worden, tenzij de ontwikkelaar kan aantonen dat een warmte- en koudeopslag niet gerealiseerd kan worden.
Pagina 42 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
4.13
Gemeente Simpelveld (Limburg)
Simpelveld is een gemeente in de Nederlandse provincie Limburg. De gemeente telt 11.055 inwoners (31 mei 2009, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 16,03 km². De huidige gemeente is tot stand gekomen bij de gemeentelijke herindeling in 1982. De twee tot dan toe zelfstandige gemeenten Bocholtz en Simpelveld werden toen grotendeels samengevoegd. De gemeente Simpelveld grenst aan de Nederlandse gemeenten Heerlen, Gulpen-Wittem en Voerendaal en aan het Duitse district Aken. Gemeente Simpelveld is een kleine gemeente en heeft geen afzonderlijk klimaatbeleid. Er zijn als zodanig dan ook geen mensen die zich bezig houden met het opstellen en uitvoeren van klimaatbeleid. Wel lopen er een aantal initiatieven binnen de gemeente die te plaatsen zijn onder klimaatbeleid. In totaal zijn daar drie medewerkers bij betrokken. Door haar beperkte middelen (mens en geld) werkt de gemeente op basis van haar strategische visie aan het verwezenlijken van de doelstellingen. De beschikbare capaciteit is aangepast op de beperkte middelen, klimaatbeleid heeft geen prioriteit. De gemeente denkt dat haar inzet een minimale bijdrage aan het klimaat zou leveren. Ondanks het ontbreken van eigen klimaatbeleid zet de gemeente zich in om geïdentificeerde kansen aan te grijpen om het klimaat in de gemeente te verbeteren. De overheid moet meer actie ondernemen om de landelijke doelstellingen gerealiseerd te krijgen. In het geval van klimaatbeleid is de afstand tussen de vastgestelde doelen op mondiaal niveau en de concretisering daarop op lokaal niveau veel te groot. De overheid stelt geen extra stimuleringsmiddelen beschikbaar, behalve maatregelen die een grote eigen bijdrage vragen van de gemeente. Gemeente Simpelveld heeft een aantal doelen gesteld op gebied van klimaat en milieu. Deze doelen zijn: Op basis van energiescan van alle gemeentelijke gebouwen energieaanpassingen doorvoeren; Soortgelijke scan en acties aanbieden aan scholen en verenigingsgebouwen; Planmatig duurzame openbare verlichting invoeren; Gemeente-investeringen in vastgoed toetsen aan duurzaam bouwen en energievriendelijk bouwen; Initiatief tot mini-biocentrale t.b.v. warmtestook openbare gebouwen. Het gemeentelijke beleid op het gebied van energiebesparing richt zich primair tot doelgroepen die binnen de directe beïnvloedingssfeer van de gemeente liggen. Gemeente Simpelveld werkt samen met andere gemeenten op gebied van klimaatbeleid en duurzaamheid. De provincie Limburg loopt hierin voorop, waar mogelijk sluit gemeente Simpelveld zich hierbij aan. Ook de regio Parkstad, waar Simpelveld onderdeel van is, heeft nieuwe energie expliciet op de agenda staan. Waar mogelijk sluit gemeente Simpelveld zich hierbij aan en participeert daarin.
Pagina 43 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
5.
Provinciaal beleid
Op 14 januari 2009 is het Klimaat- Energieakkoord tussen Rijk en provincies ondertekend. In dit akkoord is vastgelegd dat de provincies in de periode 2009-2011 projecten en activiteiten zullen initiëren, faciliteren of ondersteunen die:
Een gezamenlijk perspectief bieden op een opgesteld vermogen aan duurzame energieproductie in 2020 van 700 PJ2; Bijdragen aan het halen van de doelstellingen voor energiebesparing en voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen; Bijdragen aan het ontwikkelen van innovatieve duurzame technologie, zowel in grootschalige projecten als in lokale benutting van duurzame energiebronnen; en Bijdragen aan een betere ruimtelijke inrichting van Nederland met het oog op de klimaatverandering.
De provincies onderschrijven de nationale en Europese ambities op het gebied van klimaatbeleid en zetten zich gezamenlijk in om samen met andere overheden en private partners de gestelde doelstellingen te halen. Op basis van wettelijke taken maken de provincies voor het realiseren van de klimaatdoelstellingen gebruik van hun rol:
Ruimtelijke ordening: vanuit de verantwoordelijkheid als ruimtelijke ordenaar zal de provincie energiebesparing bevorderen, de randvoorwaarden voor de ruimtelijke inpassing van energieprojecten en infrastructuur invullen, klimaatbestendige provinciale structuurvisies opstellen en de gemeenten ondersteunen en faciliteren; Verordenen, vergunning verlenen, en handhaven: provincies zetten, waar zinvol, verordeningen, vergunningverlening en handhaving in om energiebesparing en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen te bevorderen. Provincies faciliteren investeerders door snel vergunningen te verlenen. Waar nodig en mogelijk nemen provincies knelpunten en belemmeringen weg die zich voordoen in hun regelgeving; Aanbesteden van infrastructurele werken en openbaar vervoer: provincies laten als concessieverleners bij het openbaar vervoer en bij aanbesteden van infrastructuur duurzaamheideisen steeds zwaarder meewegen; Voorbeeldfunctie, launching customer, inkopen voor de eigen organisatie: provincies vervullen een voorbeeldrol en investeren in energiebesparing en opwekking of gebruik van duurzame energie in de eigen provinciale organisatie; Aandeelhouder: provincies die aandeelhouder zijn van energieproductie en/of netwerkbedrijven, kunnen deze rol gebruiken om de doelstellingen te ondersteunen.
Naast hun wettelijke rol dragen de provincies op naar eigen inzicht bij aan de uitvoering van het klimaatbeleid. Naast het starten van eigen projecten kan de provincie ook partners stimuleren, bijvoorbeeld met financiële of personele ondersteuning, door bovengemeentelijke samenwerking te initiëren en te stimuleren, door publieke en private partijen bij elkaar te brengen en door te faciliteren bij het oplossen van knelpunten.
Pagina 44 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten De belangrijkste rollen van de provincies zijn:
Initiatief nemen: de provincies initiëren een aantal voorbeeldprojecten om bij te dragen aan de realisatie van de klimaatdoelstellingen; Financieren: de provincies reserveren in hun begrotingen met elkaar tenminste 203,6 miljoen eurovoor de uitvoering van hun klimaatbeleid via eigen projecten, subsidies, revolving funds en participaties; Verbinden: de provincies brengen publieke en private partners bij elkaar en bevorderen de samenwerking tussen deze partners en zorgen daarbij voor een integrale aanpak; Aanjagen en faciliteren: provincies treden op als aanjager en faciliteren concrete projecten van gemeenten, waterschappen en marktpartijen. Provincies stimuleren kennisontwikkeling en innovaties, benutten hun positie als deelnemer aan publiekprivate samenwerkingsverbanden en faciliteren bij het wegnemen van belemmeringen die concrete realisatie in de weg staan; Samenwerken en kennis delen: de provincies wisselen kennis en ervaring uit. Ze verdelen onderling de koploperfuncties op verschillende terreinen, zoals windenergie, warmtekoudeopslag, zonne-energie. Provincies delen ervaring, onderling en met het Rijk, gemeenten en waterschappen en ondersteunen elkaar waar nodig in het realiseren van projecten. Zij werken samen bij het ontwikkelen en delen van kennis, gezamenlijke lobby, werving van Europese gelden en andere financiële middelen en de (ruimtelijke) realisatie van een nationale duurzame energievoorziening.
Om een beter beeld te krijgen van de wijze waarop provincies invulling geven aan het KlimaatEnergieakkoord en dan vooral de wijze waarop zij acteren richting de gemeenten in de provincie, zijn de provincies Noord-Holland en Gelderland verzocht om hier een uiteenzetting van te geven. De provincies Noord-Holland en Gelderland hebben beide inzage gekregen in de resultaten van de enquête. Voor beide provincies zijn de resultaten van de eigen provincie vergeleken met de gemiddelde, landelijke resultaten. In de vergelijking is voor de meeste vragen alleen gekeken naar het percentage dat een vraag met “Ja” heeft beantwoord, behalve bij vraag 4 waar wordt gevraagd of de eigen doelstellingen in lijn zijn met de landelijke doelstellingen. Bij de vragen 5 en 6 is er ook een aantal gemeenten dat “Niet van toepassing” heeft geantwoord doordat men geen eigen klimaatbeleid heeft of doordat men niet op de hoogte is van de landelijke doelstellingen. Bij vraag 5 schommelen de percentages “Niet van toepassing” in alle drie de gevallen rond de 20% (gemiddeld 21%, Noord-Holland 20% en Gelderland 19%). Bij vraag 6 is het percentage “Niet van toepassing” verwaarloosbaar.
Pagina 45 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
5.1
Provincie Noord-Holland
Noord-Holland is een provincie in het noordwesten van Nederland. De hoofdstad is Haarlem. De provincie telt 2.656.757 inwoners (31 mei 2009) en de grootste stad is Amsterdam. Noord-Holland bestaat grotendeels uit een kop-vormig schiereiland tussen de Noordzee, de Waddenzee en het IJsselmeer. In het zuiden grenst de provincie aan Zuid-Holland en Utrecht, in het oosten door middel van de Houtribdijk en Hollandse Brug aan de provincie Flevoland en in het noorden door middel van de Afsluitdijk aan de provincie Friesland. In de onderstaande grafiek worden de resultaten van Noord-Holland vergeleken met het gemiddelde, landelijke resultaat:
Percentage vraag met "Ja" beantwoord 100% 80% 60% 40%
Noord-Holland Landelijk
20% 0%
Vraag 4; doelstellingen in lijn? Nee, minder ambitieus
Nee, ambitieuzer Landelijk NVT
Noord-Holland
Ja 0%
20%
40%
60%
80% 100%
De gemeenten in de provincie Noord-Holland scoren op alle actiegerichte vragen hoger dan het landelijke gemiddelde. Ook zijn de gemeenten in Noord-Holland beter op de hoogte van het landelijke beleid dat is vastgelegd in Schoon & Zuinig en het convenant tussen Rijk en gemeenten. Daarnaast lijkt het alsof de doelstellingen van de gemeenten in Noord-Holland realistischer gesteld zijn dan in de rest van Nederland.
Pagina 46 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten Binnen de provincie Noord-Holland zijn tien mensen lid van het team klimaat en duurzame energie. Van deze tien is er een tijdelijk als gevolg van een vacature die nog permanent moet worden ingevuld en een ander is op basis van 0,2 FTE. Alle anderen werken alleen voor het team. Het team klimaat en duurzame energie is als volgt verdeeld: een programmamanager, twee senior beleidsadviseurs, twee beleidsmedewerkers, twee trainees en een ondersteunende kracht. Met alle gemeenten, op Wieringen na, heeft de provincie Noord-Holland klimaatafspraken vastgelegd. Dit houdt in dat gemeenten een beleidsplan zullen opstellen met concrete acties. NoordHolland ondersteunt de gemeenten via een door hen ingestelde werkorganisatie: het CO2servicepunt. Dit is een tijdelijk soort van projectbureau dat wordt bemand door een extern bureau. Het CO2-servicepunt staat gemeenten met raad en daad bij, bij het ontwikkelen van beleid en het realiseren van concrete projecten. Het CO2-servicepunt verzorgt daarnaast de CO2-monitor waardoor gemeenten op gelijke wijze hun projecten kunnen volgen en de resultaten in beeld kunnen brengen. Nadere informatie hierover kan worden gevonden op www.co2-servicepunt.nl. Via het CO2-servicepunt geeft de provincie Noord-Holland jaarlijks een miljoen euro subsidie voor duurzame energie maatregelen. De provincie Noord-Holland heeft in 2007 het Actieprogramma Klimaat vastgesteld en in juni 2009 de strategische visie duurzame energie. Beiden geven het beleidskader aan. Voor het laatste is de provincie nu bezig met het opstellen van uitvoeringsprogramma´s. Voor zover dit leidt tot concrete projecten en activiteiten gericht op gemeenten lopen deze via het CO2-servicepunt. Verder staat in het klimaatbeleid van de provincie een lerende aanpak centraal. De provincie NoordHolland is betrokken bij Leren voor Duurzame ontwikkeling en probeert op grond hiervan met gemeenten een soort Leerwerkgroepen op te starten op het gebied van duurzame verlichting, duurzaam bouwen en participatie in relatie tot duurzaamheid. De provincie Noord-Holland werkt samen met de gemeenten. Het meest recent afgeronde project is de Stad van de Zon in Heerhugowaard. Dit is het meest innovatieve en grootschalige project op het gebied van woningbouw en zonne-energie in Nederland. Wat kleinschaliger zijn er diverse projecten te noemen die kunnen worden onderverdeeld in een aantal categorieën: Energielabel gemeentelijke gebouwen; BespaarDaar; BouwTransparant; Innovatiesnelweg; Revolving fund; Toekomstgericht (ver)bouwen; Corporaties in beweging; Groen en gezond wonen; Biomassa op de kaart en CO2-monitoring. In het project “Corporaties in beweging” wordt gekeken naar de rol die de gemeente kan spelen met betrekking tot het stimuleren van energiebesparing en duurzaamheid bij woningcorporaties. Vanuit het revolving fund kunnen leningen worden verstrekt tegen zeer lage of zelfs 0% rente. Leningen worden verstrekt ter dekking van de (meer)investeringskosten van energiebesparende en duurzame techniek. Vooralsnog wordt daarbij ingestoken op de doelgroep particuliere woningeigenaren (nieuwbouw en bestaande bouw).
Pagina 47 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten In de regel treedt de provincie Noord-Holland overigens op als facilitator en/of subsidiegever. Momenteel is de provincie bezig om in de eigen gebiedsontwikkelingsprojecten (Bloemendalerpolder, Wieringerrandmeer) duurzame energie en klimaat een wat duidelijker rol te geven. De provincie heeft vrijwel geen eigen projecten (behoudens haalbaarheidsonderzoeken en pilots van diverse aard). Dat is bewust. De filosofie is dat de provincie de beweging bij anderen versterkt en uitbreidt. De provincie is als project wel bezig met een website over de mogelijkheden van warmte koudeopslag. De gemeenten in de provincie Noord-Holland kunnen de provincie benaderen als regisseur, om platform te organiseren, voor subsidie, voor kennis en voor tal van andere zaken. Ondersteuning geschiedt vooral via het CO2-servicepunt. Via de lijn van bevoegd gezag als vergunningverlener proberen we partijen als Corus, AEB en anderen te verleiden om een maximale inspanning te plegen. Dat is een taai proces. Daarnaast is de provincie zich er van bewust dat ze een grote werkgever als Corus ook niet al te zeer de duimschroeven kunnen aandraaien. Kort samengevat gaat de provincie met partijen als Corus, AEB en anderen om met ambities waar het duurzaamheid betreft maar wel met oog voor ieders positie. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld NUON die op het grondgebied van de provincie Noord-Holland voor een hoge uitstoot zorgt. Reactie Carla Weber, programmamanager klimaat provincie Noord-Holland: “Het beeld wat uit de resultaten naar voren komt sluit aan bij mijn ervaringen. Gemeenten in de provincie Noord-Holland zijn behoorlijk actief maar laten zich niet voorstaan op de ambities. Ze willen gewoon waarmaken wat wordt gezegd. Naar mijn idee zouden we wat trotser mogen zijn op wat we doen. Koplopers in Noord Holland zijn: Heerhugowaard, Zaanstad, Amsterdam, Haarlemmermeer en Wieringermeer (met de laatste zijn we nu met een vernieuwende aanpak bezig om een windmolenpark te realiseren).”
Pagina 48 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
5.2
Provincie Gelderland
Gelderland is de grootste provincie van Nederland. De provincie is centraal in Nederland gelegen en wordt in het noordoosten begrensd door Overijssel, in het oosten door de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, in het zuiden door Limburg en Noord-Brabant, in het uiterste zuidwesten door Zuid-Holland, in het westen door de provincie Utrecht, in het noordwesten door het Veluwemeer, met aan de overkant Flevoland. De hoofdstad is Arnhem. In de onderstaande grafiek worden de resultaten van Gelderland vergeleken met het gemiddelde, landelijke resultaat:
De verhouding van de doelstellingen van de gemeenten in Gelderland komen overeen met de rest van Nederland en liggen redelijk in lijn met de landelijke doelstellingen. De gemeenten in Gelderland hebben echter minder vertrouwen in het realiseren van de eigen doelstellingen. Daarnaast scoren de gemeenten in Gelderland lager op de actiegerichte vragen 9 tot en met 11.
Pagina 49 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten De provincie Gelderland heeft haar ambities op het gebied van milieu en klimaat geconcretiseerd in het Gelders Klimaatprogramma 2008-2011 'Aanpakken en Aanpassen'. Het klimaatprogramma gaat uit van een integrale aanpak op het gebied van duurzame woon-, werk- en leefomgeving en duurzame economische ontwikkeling voor alle Gelderse inwoners en bedrijven. Belangrijke doelen zijn het aanpakken van de energiehuishouding en het verminderen van de CO2uitstoot, met een klimaatneutrale energiehuishouding in 2050 als einddoel. Gelderland moet vóór 2050 klimaatbestendig zijn ingericht. In de uitvoeringsagenda staan de volgende doelen: Stabilisering van het fossiele energieverbruik in 2015, daarna afname; Toename van het aandeel duurzame energie van 6% in 2010 tot 10% in 2015 en richting 20% in 2020; Naar een klimaatneutrale energiehuishouding in 2050 via steun aan energietransities; bijdragen aan het klimaatbestendig maken van Gelderland door maatregelen op het gebied van water, natuur en stedelijke kwaliteit. De doelstelling is om in 2011 zichtbaar grote vorderingen te hebben gemaakt met: Biobased Economy door gebruik van biogassen; Duurzame energievoorzieningen; Klimaat en gebouwde omgeving; Klimaat en bedrijven; Klimaat en mobiliteit; Klimaat en natuur; Klimaat en water. De provincie Gelderland is sinds vorig jaar erg actief met het klimaatbeleid. Zij wordt hierin geholpen door de verkoop van Nuon die veel geld heeft opgeleverd voor de provincie. Binnen de provincie Gelderland zijn er in het kernteam 4 a 5 personen continu bezig met klimaatbeleid. In totaal houden zich ongeveer 10 FTE zich bezig met klimaatbeleid, maar de overigen doen dit vooral deeltijd. In tegenstelling tot vele andere decentrale overheden die meestal met vierjarige plannen werken, is het beleid van Gelderland gebaseerd op een periode van acht jaar. De totale besteding in 2008 en 2009 komt naar verwachting uit op ongeveer 10 miljoen euro. Dit is inclusief de uitgaven voor de recessieprojecten. De provincie Gelderland richt haar pijlen op dit moment nog vooral op de woningbouwcorporaties. De provincie wil een meer actieve rol gaan spelen richting de gemeenten. De provincie heeft haar gemeenten uitgenodigd voor gesprekken over samenwerking. De provincies Gelderland en Overijssel gaan een langdurige samenwerking aan om ervoor te zorgen dat Oost-Nederland zich optimaal ontwikkelt. Oost-Nederland is druk bezig met het klimaat en energie. Een klimaatbestendige IJsselvallei, energieneutrale nieuwbouw, zonnecentrales en bio-energie. OostNederland wil koploper worden in bio-energie en optimaal gebruik maken van zonne-energie door vijf zonnecentrales aan te leggen en 50 bio-energiecentrales. Ook nieuwbouw wil zij energieneutraal maken. Het streven is 200.000 woningen naar het A of B label te brengen en twee duurzame dorpen te adopteren. Een klimaatneutraal Oost-Nederland ligt in het verschiet.
Pagina 50 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten De provincie Gelderland is betrokken bij een groot aantal projecten en initiatieven. Hier volgt een overzicht van een aantal opvallende en succesvolle projecten van de afgelopen twee jaar: Duurzame energievoorziening Opening windpark Hagewind; Business case warmtenet Nijmegen; Stimuleren biomassa-initiatieven en KWO; Eerste gebouw Helianthos geopend; Energiebesparing en duurzame energie bij scholen. Klimaat en bedrijven Gelders Transitie Centrum ( Energietransitie samen met ondernemingen en kennisinstellingen. Zie www.kiemt.nl; Subsidies, energievisies, inzet energieconsulenten bedrijventerreinen; Energievisies glastuinbouwclusters Bommelerwaard, Bergerden, Voorst. Gebouwde omgeving Aanpak energiebesparing bestaande bouw bij 22 gemeenten; Woonpark Gelderland; Inzet energieconsulenten en subsidies woningbouw en utiliteit; Cool Nature-projecten in een viertal gemeenten; Klimaatbestendigheidsmaatregelen in steden; Proef met de HR-e ketels ( ca. 200 HR-e ketels achter een Travohuisje). Biobased economy Ontwikkeling Algenfabriek (WUR ). Klimaat en natuur Agendering West European Climate Corridor. Klimaat en Water Klimaatmaatregelen beekherstel; Voorbereiding project Klimaatbestendige IJssel. Mobiliteit Whisperbus en Waterstofbus; CO2-eisen in concessieverlening openbaar vervoer; Energiebesparing verlichting langs openbare wegen. Communicatie, instrumenten, voorbeeldrol Klimaateffectatlas 1 & 2; Klimaatscans Waalweelde en twee sleutelprojecten; Energieprijs; Bewustwording en activering inwoners: klimaatparels; KWO in het provinciehuis van Gelderland.
Pagina 51 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten De provincie Gelderland biedt subsidie voor: haalbaarheidsstudies, planontwikkeling en kennisuitwisseling; innovatieve projecten en projecten die substantieel bijdragen aan onze doelstellingen voor energiebesparing, duurzame energie en aanpassing aan klimaatverandering; investering in energie-infrastructuur (warmtevoorziening); projecten die bijdragen aan een klimaatbestendige inrichting. Sinds 2007 staan de structuurfondsen weer open en Oost-Nederland (Gelderland en Overijssel) heeft 363 miljoen euro beschikbaar voor verschillende thema’s waaronder herontwikkeling van stationsen centrumgebieden en groen en blauw rond de steden. De provincie Gelderland vindt de huidige SDE-regeling een bottleneck voor de duurzame energievoorziening. Het Duitse beleid voor het opwekken van duurzame energie wordt genoemd als voorbeeld. Er is behoefte aan consistent beleid omdat het huidige, Nederlandse, beleid leidt tot een gebrek aan vertrouwen waardoor partijen niet durven te investeren. Gelderland probeert middels het Interprovinciaal Overleg (IPO) het SDE-beleid hoog op de agenda te krijgen in Den Haag.
Pagina 52 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
6.
Subsidies
In Nederland wordt veel gebruik gemaakt van subsidies voor verschillende soorten projecten. Ook gemeenten maken vaak gebruik van verschillende soorten subsidies. De, door Economische Zaken, aangewezen organisatie voor gemeenten om subsidiemogelijkheden te bespreken is SenterNovem. SenterNovem stimuleert, in opdracht van de Rijksoverheid, duurzame economische groei door een brug te slaan tussen markt en overheid, nationaal en internationaal. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden kunnen bij SenterNovem terecht voor advies, kennis, en financiële ondersteuning. SenterNovem is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken. Om een indruk te geven van de mogelijkheden die er, naast de bekende SDE-regeling, zijn, is een beknopt overzicht samengesteld van reeds bekende projecten:
Warmtebedrijf Eneco Delft komt in aanmerking voor een tweetal subsidies. Ten eerste is een subsidie toegezegd onder de Unieke Kansen Regeling (UKR). Deze subsidie bedraagt vier miljoen euro. Daarnaast komt het project in aanmerking voor de Energie Investering Aftrek (EIA). Onder deze regeling mag het Warmtebedrijf 44% van de in aanmerking komende investeringen aftrekken van het belastbaar inkomen. Dit is alleen mogelijk indien er sprake is van winst. Het Warmtebedrijf heeft vier jaar de tijd om deze extra aftrekpost te benutten; Sittard-Geleen heeft uit handen van minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken een duurzaamheidsoorkonde en ruim € 800.000,- subsidie ontvangen. Dit geld wordt gebruikt voor de ontwikkeling van het energieproject "'t Groene Net". In dit project wordt industriële restwarmte en warmte van de biomassacentrale BES gebruikt voor de verwarming of koeling van een aantal nieuwbouw- en renovatie projecten in SittardGeleen; Het Drentse Tynaarlo heeft samen met de provincie Drenthe 660.000 euro Europese Interregsubsidie binnengehaald voor de nieuwbouwwijk Nieuwe Stukken in het dorp Vries. Bijna 450.000 euro subsidie gaat rechtstreeks naar de nieuwe wijk. De rest gebruikt de provincie Drenthe voor kennisoverdracht aan andere gemeenten. Ook het ministerie van VROM draagt bij aan het project; Warmtebedrijf Rotterdam heeft 27.000.000 euro subsidie ontvangen. Het gros (20.000.000 euro) kwam van Economische Zaken. Het restant van Bestaand Rotterdam Gebied (BRG); De gemeente Apeldoorn heeft van het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu (VROM) 100.000 euro subsidie gekregen om de plannen rond het lokale duurzame energiebedrijf verder uit te werken. Apeldoorn werkt, samen met een aantal marktpartijen, aan de oprichting van dat bedrijf; Binnen de gemeente Sint-Michielsgestel houden twee personen zich bezig met het opstellen en de uitvoering van het klimaatbeleid. Een van deze personen is structureel en een van deze personen wordt ingehuurd als extra ondersteuning gedurende de looptijd van SLOK regeling om de doelen te realiseren.
Het mag duidelijk zijn dat gemeenten er verstandig aan doen om contact op te nemen met zowel SenterNovem als met de eigen provincie wanneer zij met projecten aan de slag gaan. De subsidiemogelijkheden via SenterNovem zijn legio. Er zijn ook voorbeelden van subsidies die buiten SenterNovem om zijn gegaan. Goed en rechtstreeks contact met Economische Zaken en/of VROM kan hierbij helpen, zeker wanneer het om grotere en zichtbare projecten gaat.
Pagina 53 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
7.
BIJLAGEN
7.1
Tekst verzonden e-mail
Geachte Wethouder, In september 2007 stelde het Kabinet ambitieuze klimaatdoelen voor 2020 vast. Onder de titel “Nieuwe energie voor het klimaat, werkprogramma Schoon en Zuinig” werden de doelen met de bijbehorende maatregelen gepresenteerd. Met dit werkprogramma wil het kabinet dat Nederland één van de meest schone en zuinige energievoorzieningen in Europa krijgt. De doelen van het programma zijn: Reductie van broeikasgasemissies met 30% in 2020 ten opzichte van 1990; Aandeel van hernieuwbare energiebronnen van 20% in 2020; Geleidelijke toename naar jaarlijkse energie-efficiëntieverbetering van 2%. Op 12 november 2007 is het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007 – 2011 ondertekend. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt over: 1. duurzame overheid; 2. duurzame energieproductie; 3. schone en zuinige mobiliteit; 4. energiezuinige gebouwde omgeving; 5. duurzame (agrarische) bedrijven, 6. klimaatbestendige leefomgeving (adaptatie). Op dit moment voert Tensor Energy een enquête uit naar de mate van bewustheid met betrekking tot bovenstaande stukken, de wijze waarop hieraan invulling wordt gegeven en of gemeenten verwachten de landelijke en eventueel eigen doelstellingen daadwerkelijk te gaan realiseren. Het onderzoek bestaat uit slechts elf vragen die grotendeels met ja of nee kunnen worden beantwoord waardoor de tijdsbesteding minimaal is. De vragen zijn ingesloten bij deze e-mail als bijlage. Het betreft een Excel bestand dat zowel in het meest recente als het vorige formaat is opgeslagen. U hoeft er uiteraard maar 1 in te vullen en terug te mailen. Alle gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Er wordt alleen gerapporteerd over de landelijke stand van zaken en niet over individuele gemeenten. De uitkomsten van het onderzoek zullen uiteraard aan u ter beschikking worden gesteld. Bij voorbaat dank voor uw medewerking.
Pagina 54 van 55
Invulling van het klimaatbeleid binnen Nederlandse gemeenten
7.2
Vragen enquête
De enquête bestaat uit de volgende vragen: Nummer Vraag 1 Bent u op de hoogte van het werkprogramma Schoon & Zuinig? Bent u zich bewust van de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in het 2 Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007 - 2011 3 Heeft uw gemeente een eigen klimaatbeleid? Bent u van mening dat de doelstellingen van uw lokale klimaatbeleid in 4 overeenstemming zijn met de landelijke doelstellingen? 5 Bent u van mening dat u uw eigen, lokale doelstellingen tijdig kunt realiseren? Bent u van mening dat u de landelijke doelstellingen voor 2020 zou kunnen 6 realiseren? Vindt u dat de rijksoverheid meer actie moet nemen om de landelijke 7 doelstellingen gerealiseerd te krijgen? Heeft uw gemeente momenteel al duurzame energieproductiemiddelen zoals 8 wind- of zonne-energie, een biocentrale of Warmte-Koude Opslag? Zijn er binnen uw gemeente plannen om eigen duurzame energieproductiemiddelen zoals wind- of zonne-energie, een biocentrale of 9 Warmte-Koude Opslag te gaan ontwikkelen? Wordt er binnen uw gemeente actief beleid gevoerd om energiebesparing te 10 realiseren? Wordt er binnen uw gemeente gekeken naar de mogelijkheden voor een eigen 11 energiebedrijf of een energie investeringsfonds? De vragen 1, 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 kunnen met Ja of Nee worden beantwoord. Vraag 4 kan worden beantwoord met Ja, Nee, onze doelstellingen zijn ambitieuzer, Nee, onze doelstellingen zijn minder ambitieus en Niet van toepassing. Vraag 5 kan worden beantwoorden met Ja, Nee of Niet van toepassing. Opgemerkt dient te worden dat vraag 4 en 5 overgeslagen kunnen worden wanneer vraag 3 met Nee wordt beantwoord.
Pagina 55 van 55