PROJECTHANDLEIDING HANDLEIDING On your site Proeve Proeven PW
Werkproces 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt
Werkproces 1.2: Schrijft een plan van aanpak
Werkproces 2.1: Ondersteunt de cliënt bij ontwikkeling en opvoeding
Werkproces 2.2: Biedt de cliënt persoonlijke verzorging
Werkproces 2.6: Evalueert de geboden opvang en begeleiding
In de Proeve zul je een aantal opdrachten moeten maken en uitvoeren. Deze workshop is bedoeld om je hier op voor te bereiden. In de workshops worden een aantal onderdelen van de Proeve behandeld. Het is belangrijk dat je alles goed begrijpt. Als je iets niet goed begrijpt, stel dan duidelijke vragen daarover aan de betreffende docent.
Prestaties: -
Een plan van aanpak op het gebied van persoonlijke verzorging. Een plan van aanpak op het gebied van ontwikkelingsgerichte activiteiten.
WORKSHOP: Plan van Aanpak Persoonlijke verzorging Ieder kind heeft wensen of behoeftes op het gebied van persoonlijke verzorging. Het ene kind wat meer dan het andere kind. Dat heeft te maken met: A. De leeftijd van het kind. Een baby kan zichzelf nog niet verzorgen, dus zal jij dat helemaal voor hem moeten doen., maar kind in de naschoolse opvang hoef je alleen nog maar te verzorgen als hij bijvoorbeeld gevallen is, en een pleister wil. B. Specifieke behoeften. Een kind kan een achterstand hebben op een bepaald gebied, een handicap of een ziekte, waardoor het (tijdelijk) speciale aandacht nodig heeft Plan van Aanpak persoonlijke verzorging. Wat ga je doen: 1. Kies een kind (of een groepje kinderen) die specifieke extra persoonlijke verzorging nodig heeft/hebben op het gebied van hygiëne of gezondheid. Je kunt hierbij denken aan: - Activiteiten gericht op zindelijkheidstraining - Allergie - alertheid - Activiteiten gericht op zelfstandigheidtraining (zelfstandig handen wassen, billen afvegen, kleding aantrekken) Etcetera. Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 1
2.
Inventariseer de wensen/behoeften van het kind op het gebied van persoonlijke verzorging: Verzamel informatie over het kind Informatie verzamelen doe je door: Gesprekken te voeren Observaties Gesprek voeren: Voer gesprekken (zo mogelijk) met het kind, met collega’s en/of met je praktijkbegeleider om de behoefte aan persoonlijke verzorging vast te stellen. Beschrijf concreet het doel van de gesprekken. Van de gesprekken maak je een gespreksverslag. (zie bijlage 1) Observeren Bepaal je observatiedoel. Maak een beschrijvende observaties van de cliënt die aansluit bij je observatiedoel. Maak een observatieplan door de volgende vragen te beantwoorden en uit te voeren. -
Observatieplan: Wie is de cliënt? (Noteer de algemene gegevens: gezinssamenstelling, leefsituatie, levensloop, omgeving, cultuur, geloof etc.). Waarom heb je deze cliënt gekozen? Wat is er aan de hand? Wat is/zijn je observatiedoel(en)? Wat wil je onderzoeken? Welk specifieke gedrag/gedragingen ga je observeren? Wanneer, hoe vaak en hoe lang ga je observeren? Welke observatiemethodes ga je gebruiken en waarom zijn dit geschikte methodes?
3
Stel de begeleidingsvraag vast Beschrijf de begeleidingsvraag of de begeleidingsbehoefte van het kind op het gebied van persoonlijke verzorging.
4
Stel het begeleidingsdoel vast Beschrijf je begeleidingsdoel SMART. (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden).
5
Handelingsmogelijkheden Beschrijf drie verschillende (handelings)mogelijkheden die je hebt om je begeleidingsdoel te bereiken. Beschrijf de voor- en nadelen van iedere mogelijkheid. Beschrijf wat je kunt doen om de cliënt te stimuleren het zelf te doen. Als het mogelijk is betrek je de cliënt bij het bedenken van de verschillende mogelijkheden die er zijn om het doel te bereiken. Beschrijf in dit geval de reacties van de cliënt. Benoem de standaard (werk)procedures van de organisatie die van toepassing zijn op de situatie (denk aan afspraken, regels, richtlijnen, protocollen e.d.).
Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 2
Welke handelingsmogelijkheid/werkwijze kies je? Welke motieven heb je daarbij? Vraag voor de uitvoering van je handelingen de mening van betrokkenen. Beschrijf hun feedback. Welke feedback gebruik je? 6
Voer de activiteit(en) uit. Je gaat nu je activiteit(en) zelfstandig uitvoeren op je praktijkinstelling. Maak van te voren afspraken met je praktijkbegeleider over de uitvoering.
7
Evalueer de uitvoering de activiteit(en). Na afloop voert de praktijkbeoordelaar een evaluatiegesprek met je over de uitvoering. Schrijf een evaluatieverslag volgens de STARR-methode (zie bijlage 3).
Activiteiten met kinderen Ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn activiteiten die een bepaald ontwikkelingsaspect stimuleren. Daarmee bedoelen we de motorische ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling, de zintuiglijke ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Je gebruikt bij deze activiteiten spel-, sport-, knutsel en/of speelmaterialen. Omdat elk kind anders is, is de behoefte aan activiteiten ook verschillend. Dat kan te maken hebben met de leeftijd, maar ook met de persoonlijkheid of temperament van het kind. Het is de bedoeling dat je een kind activiteiten aanbiedt die passen bij de ontwikkelingsfase waarin het kind zich op dat moment bevindt. In de instelling waar je werkt hanteren ze een pedagogische visie. Deze visie staat omschreven in het pedagogisch beleidsplan. Elke pedagogische visie heeft ideeën over het begeleiden en de opvoeding van een kind. Om die reden hebben ze ook eigen doelen, middelen, oefeningen en een activiteitenaanbod. Als je werkt volgens een bepaalde pedagogische visie heeft consequenties voor jouw begeleiding als pedagogisch werker. In de Proeve van Bekwaamheid moet je kunnen aantonen welke pedagogische visie van invloed is op de dingen die jij doet met kinderen en de manier waarop je ze begeleidt. Momenteel zijn Thomas Gordon, Loris Malaguzzi, Emmi Pikler en Janusz Korczak de pedagogen die het meest invloed hebben op de visie die gehanteerd wordt in de Kinderopvang. Ontwikkelingsgerichte activiteiten moeten voldoen aan de volgende eisen: Passend binnen de belevingswereld van het kind Passend binnen het pedagogisch beleid van de instelling of een (in overleg met de instelling) zelf gekozen pedagogische visie. De activiteit stimuleert verschillende ontwikkelingsaspecten van het kind. De activiteit getuigd van creativiteit en is origineel voor de instelling.
Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 3
Inhoud: Ontwikkelingsgerichte activiteiten Doelstellingen bij activiteiten Pedagogische visie met betrekking tot activiteiten Resultaat: Plan van Aanpak Ontwikkelingsgerichte activiteiten. Duur: Maak hierover afspraken met je docent
Plan van Aanpak ontwikkelingsgerichte activiteiten Wat ga je doen: 1 Kies een kind (of een groepje kinderen) met wie je een ontwikkelingsgerichte activiteit uit wilt voeren. Je vertelt aan je praktijkbegeleider wat je wilt gaan doen en overleg met haar/hem over jouw idee. 2.
Inventariseer de wensen/behoeften van het kind/de kinderen: Verzamel informatie over het kind/kinderen. Informatie verzamelen doe je door: Observaties Gesprekken te voeren a.
Observeren Bepaal je observatiedoel. Maak een beschrijvende observaties van het kind dat aansluit bij je observatiedoel. Maak een observatieplan door de volgende vragen te beantwoorden en uit te voeren. Observatieplan: Wie is het kind? (Noteer de algemene gegevens: gezinssamenstelling, leefsituatie, levensloop, omgeving, cultuur, geloof etc.). Waarom heb je dit kind gekozen? Wat is er aan de hand? Wat is/zijn je observatiedoel(en)? Wat wil je onderzoeken? Welk specifieke gedrag/gedragingen ga je observeren? Wanneer, hoe vaak en hoe lang ga je observeren? Welke observatiemethodes ga je gebruiken en waarom zijn dit geschikte methodes?
b.
Gesprek voeren: Voer gesprekken o (zo mogelijk) met het kind, o met collega’s en/of met je praktijkbegeleider om de behoefte aan activiteiten vast te stellen. Beschrijf concreet het doel van de gesprekken. Van de gesprekken maak je een gespreksverslag. (zie bijlage 1)
Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 4
3
Stel de begeleidingsvraag vast Beschrijf de begeleidingsvraag of de begeleidingsbehoefte van het kind op het gebied van activiteiten.
4
Stel het begeleidingsdoel vast Beschrijf je begeleidingsdoel SMART. (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden).
5
Handelingsmogelijkheden - Beschrijf de activiteit die je gaat doen om je (begeleidings)doel te bereiken. - Beschrijf welke argumenten je hebt om voor deze activiteit te kiezen. Betrek (zo mogelijk) het kind/de kinderen bij het bedenken van de activiteit. Beschrijf in dit geval de reacties/inbreng van de kinderen. - Vul een activiteitenschema “kleine activiteit” in (Bijlage 2). - Beschrijf met welke omgevingsfactoren/omstandigheden je rekening houdt (ruimte, groepsproces, weer, cultuur, ontwikkelingsfase, e.d.) - Let op! In het activiteitenschema “kleine activiteit” is een vakje waar je de pedagogische visie beschrijft die aansluit bij de gekozen activiteiten. De gekozen pedagogische visie kan ook betrekking hebben op de manier van begeleiden van de activiteit. In dit geval beschrijf je hoe de begeleiding er uit ziet.
6
Voer de activiteit(en) uit Je gaat nu je activiteit(en) zelfstandig uitvoeren. Maak van te voren afspraken met je praktijkbegeleider over de datum van de uitvoering.
7
Evalueer de uitvoering het plan van aanpak. Na afloop voert de praktijkbegeleider een evaluatiegesprek met je over de uitvoering van het plan van aanpak. Schrijf een evaluatieverslag volgens de STARR-methode (zie bijlage 3).
Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 5
Bijlage 1 Gespreksverslag Door middel van een gesprek verzamel je informatie over de behoefte aan persoonlijke verzorging en de behoefte aan ontwikkelingsgerichte activiteiten van een kind. In elk gespreksverslag laat je de volgende punten terug komen: A Doel van het gesprek B Tijd en duur van het gesprek C Motivatie gesprekspartner; waarom heb je voor deze gesprekspartner gekozen? D De aanwezigen bij het gesprek E Keuze en opstelling van de gespreksruimte F Voorbereiding. Hoe heb je dit gesprek voorbereid? Hoe heb je degene waar je een gesprek mee voert benaderd? Hoe heeft deze persoon op jouw verzoek om een gesprek gereageerd? Welke verschillende gespreksonderwerpen komen er aan de orde? Wat voor een soort gesprek is het? Is het een probleemoplossend gesprek, een informatief gesprek, vraag je alleen iemand zijn mening of moeten er ook besluiten worden genomen? G Hoe verliep het gesprek? Welke vragen heb je gesteld? Wat waren de antwoorden? Welke vragen heeft de ander gesteld? Welke antwoorden heb je gegeven? Wanneer heb je: doorgevraagd – gespiegeld – gereflecteerd? Hoe was de sfeer tijdens het gesprek? K Wat zijn gemaakte afspraken en/of conclusies? L
Stel vast wat de wensen en behoeften zijn op het gebied van persoonlijke verzorging.
De gespreksverslagen voeg je toe aan je werkmap.
Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 6
Bijlage 2: activiteitenschema “Kleine activiteit” Deze bijlage digitaal verwerken. Digitale versie is verkrijgbaar via je LBB-er en/of workshopdocent.
Naam activiteit
Soort activiteit Tijdsduur Beginsituatie
Doelgroep
Aantal deelnemers
Doel van de activiteit Cognitief
Lichamelijk
Sociaal
Emotioneel
Uitvoering Pedagogische visie Plaats Materiaal Opstelling Planning Opbouw Inleiding Uitleg Voorbeeld Afronding met doelgroep Veiligheid/arbo/milieu Knelpunten Evaluatie Inschatting doelgroep Doelen Middelen
Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 7
Organisatie Begeleiding Evaluatie met Doelgroep
Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 8
Bijlage 3: STARR- formulier
Evaluatieverslag
Deze bijlage digitaal verwerken. Digitale versie is verkrijgbaar via je LBB-er en/of workshopdocent.
Naam: datum:
klas:
Situatie: Beschrijf de concrete beroepssituatie. Wat was de situatie? Waar vond de situatie plaats? Wanneer vond de situatie plaats? Wat gebeurde er precies? Wie waren er bij? Taak: Beschrijf wat jouw taak was in die situatie. Wat werd er van jou verwacht? Welke doelen heb je bereikt? Activiteiten: Beschrijf concreet de activiteiten die je hebt uitgevoerd. Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Hoe was het gedrag van de anderen? Hoe heb je gereageerd op het gedrag van de anderen? Resultaat: Wat is/zijn de resulta(a)t(en)? Reflectie: Reflecteer op je eigen handelen. Wat voelde je? Wat hielp je? Wat belemmerde je? Wat dacht je? Wat lukte goed? Wat heb je geleerd? Waar ben je (on)tevreden over? Welke competenties heb je hiervoor gebruikt? Welke feedback heb je gekregen?
Leerdoel: Welke competenties wil je nog verder ontwikkelen?
Handtekening praktijkbegeleid(st)er voor gezien: datum:
Project Proeve Proeven PW 2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 9
BEOORDELINGSFORMULIER Naam: Werkproces
Klas:
Proeve proeven Datum:
Beoordelingscriteria
PW Niv.3/4
Coach: Product
O/V beoordelings-
O/V totaal
criteria
1.1) Inventariseert de Uit het gespreksverslag blijkt dat je een goede luisterhouding kan toepassen. Het Gespreksverslag situatie en wensen gespreksverslag bevat een volledig beeld van de situatie en wensen van de van de cliënt cliënt. 1.1.1.1.1.1.1 Uit het gespreksverslag blijkt dat je kennis hebt van de algemene ontwikkeling van kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen over de wensen/behoeftes van het kind. 1.1) Inventariseert de Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen over de situatie en wensen wensen/behoeftes van het kind. van de cliënt
Observatieplan Observatieverslag
2.1) Ondersteunt de Uit de situatiebeschrijving (observatieplan) blijkt dat je cliënt bij ontwikkeling - verschillende doelgroepen kan onderscheiden en beschrijven en hierbij kan en opvoeding aansluiten tijdens het werk. - de verschillende ontwikkelingsstadia van de cliënten kan benoemen en hierbij kan aansluiten tijdens het werk. 1.1) Inventariseert de Uit het Plan van Aanpak blijkt dat de je bronnen hebt geraadpleegd bij het Plan van Aanpak situatie en wensen inventariseren van de situatie en wens van de cliënt. van de cliënt In het Plan van Aanpak is beschreven wat de verwachtingen zijn van de cliënt en persoonlijke zijn ouders/verzorgers met betrekking tot de dienstverlening door de organisatie. verzorging
Project Proeve Proeven
Pedagogisch Werk
2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 10
1.2) Schrijft een plan van aanpak
De begeleiding en opvang die beschreven zijn in het Plan van Aanpak sluiten aan op de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Het plan van aanpak heeft een duidelijke opbouw en is vlot en bondig geformuleerd. Uit het Plan van Aanpak blijkt dat de gekozen dienstverlening aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt en de mogelijkheden van de organisatie. Uit het plan van aanpak blijkt dat de je bij het opstellen ervan zo mogelijk de cliënt, ouders/verzorgers, collega’s en leidinggevende hebt geraadpleegd. 1.2) De begeleiding en opvang die beschreven zijn in het Plan van Aanpak sluiten aan Plan van Aanpak Schrijft een plan van op de wensen en mogelijkheden van de cliënt. aanpak Uit het plan van aanpak blijkt dat de gekozen aanpak minimaal gebaseerd is op Activiteiten (ortho)pedagogische theorie, kennis van sport en spel en muzisch-ludische vaardigheden. Het plan van aanpak heeft een duidelijke opbouw en is vlot en bondig geformuleerd. Uit het Plan van Aanpak blijkt dat de gekozen dienstverlening aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt en de mogelijkheden van de organisatie. Uit het plan van aanpak blijkt dat de je bij het opstellen ervan zo mogelijk de cliënt, ouders/verzorgers, collega’s en leidinggevende hebt geraadpleegd. 2.4) Biedt de cliënt De gekozen spel-, sport-, knutsel- en speelmaterialen zijn geschikt om de Plan van Aanpak ontwikkelingsgerichte ontwikkeling van de cliënt(en) te stimuleren. Activiteiten activiteiten aan De gekozen spel-, sport-, knutsel- en speelmaterialen worden effectief en vindingrijk ingezet. Je stimuleert de cliënten tijdens de activiteit om zich te ontwikkelen, zoals is gepland in het Plan van Aanpak. Je hebt de benodigde tijd goed ingeschat: de geplande activiteiten zijn uitgevoerd zoals verwoord in het Plan van Aanpak. Je gebruikt een hulpmiddel (zoals een draaiboek) waarmee je de voortgang van de activiteit in relatie tot de beschikbare tijd kan bewaken.
Project Proeve Proeven
Pedagogisch Werk
2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 11
2.3) Draagt zorg voor Uit de situatiebeschrijving blijkt dat je kennis hebt van spel-, sport-, knutsel- en de ruimte en de speelmaterialen en deze kennis toe kan passen tijdens het werk. huishoudelijke taken
2.6) Evalueert de geboden opvang en begeleiding
Datum:
Project Proeve Proeven
Je hebt via verschillende bronnen informatie verzameld over de voortgang van Evaluatieverslag de opvang en begeleiding. Je registreert zorgvuldig en volledig gegevens die belangrijk zijn voor de evaluatie van de activiteit. Uit het verslag blijkt dat je voor, tijdens en na de uitvoering van de activiteit de mening van de betrokkenen hebt geïnventariseerd. De meningen van betrokkenen over de activiteit en begeleiding zijn verwerkt in het evaluatieverslag. De conclusies in het verslag volgen logisch op de verzamelde informatie. Uit het verslag blijkt dat je ook feedback heeft verzameld op het eigen functioneren. Uit het verslag blijkt dat de je de feedback op zijn/haar functioneren gaat gebruiken bij toekomstig functioneren. Naam en handtekening docent:
Pedagogisch Werk
2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 12
PRAKTIJKKAART
Proeve proeven
Naam student: Naam BPV organisatie:
Klas:
PW Niv.3/4
Praktijkbegeleid(st)er: Datum:
Werkproces 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt Competentie Aandacht en begrip tonen
Onderzoeken
Onderzoeken
Beoordelingscriteria Product Uit het gespreksverslag blijkt dat je een goede luisterhouding kan toepassen. Het Gespreksgespreksverslag bevat een volledig beeld van de situatie en wensen van de cliënt. Uit het gespreksverslag blijkt dat je kennis hebt van de algemene ontwikkeling van kinderen op verslag verschillende ontwikkelingsgebieden 1.1.1.1.1.1.2 Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen over de wensen/behoeftes van het kind. Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen over de wensen/behoeftes van het kind.
O/V/G
Observatieplan Observatieverslag
2.1) Ondersteunt de Uit de situatiebeschrijving (observatieplan) blijkt dat je cliënt bij ontwikkeling - verschillende doelgroepen kan onderscheiden en beschrijven en hierbij kan en opvoeding aansluiten tijdens het werk. - de verschillende ontwikkelingsstadia van de cliënten kan benoemen en hierbij kan aansluiten tijdens het werk. 1.1) Inventariseert de Uit het Plan van Aanpak blijkt dat de je bronnen hebt geraadpleegd bij het inventariseren van de Plan van situatie en wensen situatie en wens van de cliënt. Aanpak van de cliënt In het Plan van Aanpak is beschreven wat de verwachtingen zijn van de cliënt en zijn persoonlijke ouders/verzorgers met betrekking tot de dienstverlening door de organisatie. verzorging
Project Proeve Proeven
Pedagogisch Werk
2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Pagina 13
1.2) Schrijft een plan van aanpak
De begeleiding en opvang die beschreven zijn in het Plan van Aanpak sluiten aan op de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Het plan van aanpak heeft een duidelijke opbouw en is vlot en bondig geformuleerd. Uit het Plan van Aanpak blijkt dat de gekozen dienstverlening aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt en de mogelijkheden van de organisatie. Uit het plan van aanpak blijkt dat de je bij het opstellen ervan zo mogelijk de cliënt, ouders/verzorgers, collega’s en leidinggevende hebt geraadpleegd. 1.2) De begeleiding en opvang die beschreven zijn in het Plan van Aanpak sluiten aan op de wensen Schrijft een plan van en mogelijkheden van de cliënt. aanpak Uit het plan van aanpak blijkt dat de gekozen aanpak minimaal gebaseerd is op (ortho)pedagogische theorie, kennis van sport en spel en muzisch-ludische vaardigheden. Het plan van aanpak heeft een duidelijke opbouw en is vlot en bondig geformuleerd. Uit het Plan van Aanpak blijkt dat de gekozen dienstverlening aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt en de mogelijkheden van de organisatie. Uit het plan van aanpak blijkt dat de je bij het opstellen ervan zo mogelijk de cliënt, ouders/verzorgers, collega’s en leidinggevende hebt geraadpleegd. 2.4) Biedt de cliënt De gekozen spel-, sport-, knutsel- en speelmaterialen zijn geschikt om de ontwikkeling van de ontwikkelingsgerichte cliënt(en) te stimuleren. activiteiten aan De gekozen spel-, sport-, knutsel- en speelmaterialen worden effectief en vindingrijk ingezet. Je stimuleert de cliënten tijdens de activiteit om zich te ontwikkelen, zoals is gepland in het Plan van Aanpak. Je hebt de benodigde tijd goed ingeschat: de geplande activiteiten zijn uitgevoerd zoals verwoord in het Plan van Aanpak. Je gebruikt een hulpmiddel (zoals een draaiboek) waarmee je de voortgang van de activiteit in relatie tot de beschikbare tijd kan bewaken. 2.3) Draagt zorg voor Uit de situatiebeschrijving blijkt dat je kennis hebt van spel-, sport-, knutsel- en speelmaterialen de ruimte en de en deze kennis toe kan passen tijdens het werk. huishoudelijke taken
Project Proeve Proeven
Pedagogisch Werk
2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Plan van Aanpak Activiteiten
Plan van Aanpak Activiteiten
Pagina 14
2.6) Evalueert de geboden opvang en begeleiding
Datum:
Project Proeve Proeven
Je hebt via verschillende bronnen informatie verzameld over de voortgang van de opvang en begeleiding. Je registreert zorgvuldig en volledig gegevens die belangrijk zijn voor de evaluatie van de activiteit. Uit het verslag blijkt dat je voor, tijdens en na de uitvoering van de activiteit de mening van de betrokkenen hebt geïnventariseerd. De meningen van betrokkenen over de activiteit en begeleiding zijn verwerkt in het evaluatieverslag. De conclusies in het verslag volgen logisch op de verzamelde informatie. Uit het verslag blijkt dat je ook feedback heeft verzameld op het eigen functioneren. Uit het verslag blijkt dat de je de feedback op zijn/haar functioneren gaat gebruiken bij toekomstig functioneren. Naam en handtekening praktijkbegeleid(st)er:
Pedagogisch Werk
2013-2014
MBO COLLEGE HILVERSUM
Evaluatieverslag
Pagina 15