D UTCH S OCIETY
OF
P ERIODONTOLOGY
nieuws nieu w s brief nr. 46, september 2004
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie Secretariaat: Postbus 24 9649 ZG Muntendam Telefoon: 0598 - 633 313 Telefax: 0598 - 633 412 E-mail:
[email protected] Website: www.nvvp.org
ISSN nummer 1568-4237
Redactie: Jan Jansen - Leo Kroon - Schelte Fokkema Laurens Tinsel - SACHA tekst & pr Vormgeving: Aat Doek BNO In deze NVvP-Nieuwsbrief treft u onder andere de volgende onderwerpen aan:
Woord van de voorzitter ALS U DIT LEEST, ZIT DE ZOMER ER AL WEER OP EN zijn onze voorbereidingen voor het NVvP-najaarscongres in volle gang. Met een preconference (effectiviteit en schadelijkheid van elektrisch poetsen), hoofdcongres (behandelplanning) en parallelcongres (infection control) en de uitreiking van de mondhygiëneprijs belooft het najaarscongres een uitgebreid congres te worden met voor ieder wat wils. Dr Hansjörg Reick en dr Fridus van der Weijden komen in de preconference aan het woord; in het hoofdcongres geven dr Edwin Winkel, prof dr Jan de Boever, dr Connie Drisko en dr Hugo de Bruyn een presentatie en in het parallelcongres zijn er lezingen van dr Edwin Winkel en dr Connie Drisko. Behalve aan de voorbereiding voor de reguliere NVvPcongressen wordt er ook druk gewerkt aan het bidbook voor EuroPerio 6 in 2009. De NVvP probeert EuroPerio 6 in 2009 naar Amsterdam te halen. Als concurrenten hebben zich gemeld de Britse, Zweedse, Turkse en Griekse vereniging voor Parodontologie. Geduchte tegenstanders en wij zullen ons maximaal inzetten om de organisatie naar Nederland te halen. Eerder heb ik in het ‘woord van de voorzitter’ aangegeven dat de NVvP voornemens is om een eigen Parokeurmerk te ontwikkelen, als alternatief voor het Q-keurmerk. Onze bezwaren tegen het Q-keurmerk waren financieel en organisatorisch van aard. Het voornemen van de NVvP werd opgemerkt door de redactie van het Nederlands Tandartsenblad die in een artikel over het Q-keurmerk ook aandacht besteedde aan de positie van de NVvP. Dit alles leidde tot een stroomversnelling waarbij overleg plaatsvond met het hoofdbestuur van de NMT (het is onwenselijk als er een grote diversiteit in keurmerken ontstaat) en de voorzitter van de NVT. Het resultaat is dat er aan onze bezwaren tegemoet is gekomen. De gevraagde
M EMBER
OF
EUROPEAN FEDERATION
OF
Woord van de voorzitter PAO-T parodontologie in Nederland EFP-Nieuws Abstract uit het Journal of Clinical Periodontology De papieren patiënt Websitenieuws Parodontologie in Birmingham Oproep NVvP–Braun Oral B®-Mondhygiëneprijs 2004 Agenda
Mission Statements NVvP De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) is een wetenschappelijke organisatie van tandheelkundige zorgverleners. De NVvP streeft naar algemene erkenning van het inzicht dat een gezond parodontium de basis vormt van duurzame tandheelkundige zorg en spant zich ervoor in effectieve parodontale zorg voor iedereen bereikbaar te maken. De NVvP ondersteunt tandheelkundige zorgverleners bij het verwerven en uitdragen van kennis en behartigt de belangen van haar leden.
financiële bijdrage per congresdeelnemer is teruggebracht naar een aanvaardbaar niveau en ter beoordeling van de kwaliteit van bijen nascholingsactiviteiten op het gebied van parodontologie zullen diverse tandarts-parodontologen worden opgeleid tot auditor. Uit het voorstaande mag duidelijk worden dat de NVvP afziet van de ontwikkeling van het Paro-keurmerk en zich wederom aansluit bij het Q-keurmerk. Tot slot merk ik op dat er veel beweging is (geweest) in de parodontologie bij- en nascholingsmogelijkheden op het gebied van de parodontologie. Natuurlijk zijn er de
NVvP-congressen. Daarnaast worden de seminars die door de diverse parodontologie-praktijken (eventueel in combinatie) worden gegeven steeds belangrijker. Aan de andere kant speelt het postacademisch onderwijs parodontologie, zoals aangeboden door de universiteiten, een geringere rol dan voorheen. In deze nieuwsbrief wordt hieraan uitgebreid aandacht besteed. Laurens Tinsel, voorzitter NVvP
PERIODONTOLOGY
De NVvP, omdat een goed gebit op een gezond fundament staat.
Krachtenbundeling essentieel voor optimaal nascholingsonderwijs PAO-T parodontologie in Nederland PAO-T parodontologie van het ACTA geeft geen cursussen meer en vanuit de overige universitaire afdelingen tandheelkunde wordt evenmin PAO-T paro aangeboden. Daarmee zijn de aanbieders van nascholing in de parodontologie in Nederland momenteel vooral beperkt tot de verwijsklinieken en praktijken voor parodontologie. Klinieken en praktijken die regelmatig cursussen presenteren, zijn onder andere de Paropraktijken Groningen, Friesland, Zwolle en Twente, de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam en het Centrum Onderwijs Parodontologie Tilburg. Laatstgenoemden bundelden eerder dit jaar hun krachten om tot een meer gestructureerd aanbod van paro-nascholing te komen. weet dan ook zeker dat wij, zodra de omstandigheden dat toelaten, klaar staan om ons opnieuw voor PAO-T paro bij het ACTA in te zetten."
JARENLANG VORMDE HET POSTACADEMISCH ONDERWIJS IN DE parodontologie aan het ACTA een begrip in tandheelkundig Nederland: menig tandarts bekwaamde zich via de aan het ACTA gegeven cursussen Paro interactief, Paro initieel en Paro invasief verder in de parodontologie. Dit cursuspakket was in de jaren ’80 door Hans Rodenburg opgezet en werd tot vorig jaar met succes verzorgd door een gemotiveerd team van ervaren docenten. "Het vakgebied parodontologie maakte vooral in de jaren ’90 een grote ontwikkeling door en de behoefte aan nascholing op dit gebied nam dan ook met grote sprongen toe. Wij voorzagen in die behoefte door gedurende het hele jaar een uitgebreid cursusaanbod te bieden", vertelt Monetta de Bakker-Ruige, ACTA cursusleider PAO-T parodontologie. "Onze cursussen liepen erg goed, gedurende een lange periode hebben we zelfs twee cursusgroepen per week gehad. Omdat het vak de laatste jaren grote veranderingen kende, besloten we eind vorig jaar ons cursusaanbod daarop aan te passen." Veranderingen En die veranderingen waren talrijk: de Wet BIG deed zijn intrede, er ontstond een tekort aan mondhygiënisten en tandartsen, de preventieassistente betrad de praktijk en het aantal groepspraktijken nam toe, om maar eens wat te noemen. Het gevolg was onder andere een veranderende taakverdeling in het team. Monetta: "Om op die veranderingen in te spelen, ontwikkelden we vorig jaar een ander type cursus waarvoor het totale team bij ons terecht kon: Parodontologie in Teamconcept. Deze cursus heeft één keer gedraaid en de reacties erop waren zeer positief. Een vervolg daarop kwam er echter niet. Er is momenteel een terugloop in aanmeldingen van tandartsen die PAO-T paro willen volgen. Deze trend wordt ook op andere plaatsen in het land waargenomen. Daarnaast was én is er zeker ook sprake van een verminderde toevoer van geschikte patiënten. Tenslotte, bij ACTA-parodontologie staat nascholing aan tándartsen centraal; er zijn momenteel geen mogelijkheden om andere tandheelkundige hulpverleners na te scholen. Voorgenoemde factoren leidden ertoe dat het PAO-T parodontologie bij ACTA stilgelegd werd, met uitzondering van de cursus Slijpen van Instrumenten. Ik vind dat erg jammer, vooral omdat ik hier jarenlang met een goed en gemotiveerd team gewerkt heb. Ik
Amsterdam en Tilburg Op een andere plek in Amsterdam wordt nog wel nascholing in de parodontologie verzorgd en wel bij de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam. Deze Kliniek werkt sinds kort samen met het Centrum Onderwijs Parodontologie Tilburg en deze samenwerking is niet nieuw. De tandarts-parodontologen Leo Kroon (Amsterdam) en Rein Steures (Tilburg) waren jarenlang bij het ACTA-PAO-T onderwijs betrokken en tussen beide klinieken was bovendien sprake van uitwisseling van cursussen en docenten. Een nauwere samenwerking lag dus voor de hand,
Van links naar rechts: René Huffels, Nicolien Douqué, Dinie de Boer, Inge van der Blom, Monetta de Bakker-Ruige, Yolanda Hofland
maar wat vormde daartoe nu eigenlijk de feitelijke aanleiding? Leo Kroon: "Het aanbod van onze klinieken vertoonde bepaalde hiaten. Tandartsen konden in Amsterdam bijvoorbeeld wel terecht voor een (beperkte) theoretische nascholing, maar niet voor een uitgebreide basiscursus parodontologie of de praktische invulling daarvan. Daarnaast hadden we bijvoorbeeld wel een theoretische
2
NVvP Nieuwsbrief nr.46 september 2004
brief
cursus over parodontologie voor alle typen assistenten maar niet de veelgevraagde praktische vervolgcursus voor preventieassistenten". Rein Steures: "Deze manco's werden ook in Tilburg gevoeld. Bovendien voelden wij ook de noodzaak om het cursusaanbod van Tilburg en Amsterdam beter op elkaar af te stemmen". Krachten gebundeld De teams van beide klinieken, ondersteund door Fridus van der Weijden (Paropraktijk Utrecht), die al vele jaren spreker is op beide locaties, gingen daarom bij elkaar zitten om het totale nascholingsaanbod te optimaliseren. Het resultaat is een gestructureerd aanbod aan cursussen en compact clinics waarin alle aspecten van de parodontologie door tandartsen, mondhygiënisten en assistenten in Amsterdam en Tilburg geleerd en getraind kunnen worden. Naast de al eerder genoemde praktische vervolgcursus voor assistenten bevat het vernieuwde cursusaanbod met name voor tandartsen een aantal nieuwe cursussen over initiële behandeling en chirurgie. Bijna alle aspecten komen nu zowel in Tilburg als Amsterdam aan bod. Leo Kroon: "Het nieuwe assortiment is met ingang van dit jaar aangeboden en de reacties zijn positief. Met name het feit dat nu (naast de mondhygiënisten) ook tandartsen en tandartsassistenten in onze kliniek terecht kunnen voor de praktische invulling van de theorie wordt gewaardeerd". Toekomstplannen Om te bepalen in hoeverre het huidige aanbod in Tilburg en Amsterdam aan de behoeften voldoet, volgt later dit jaar een evaluatie. Toekomstplannen zijn er volgens Rein Steures genoeg: "Het idee is geopperd om speciaal voor preventie-assistenten een vervolgcursus beperkte subgingivale reiniging te ontwikkelen. Daarnaast zijn we nu al aan het brainstormen over de mogelijkheid om voor tandartsen een basiscursus te ontwikkelen waarin naast theorie ook een stukje initiële behandeling en chirurgie bij patiënten aan de orde komt. De nu al bestaande cursussen zouden dan als verdiepingscursussen kunnen worden aangeboden. We blijven goed luisteren naar de behoeften onder onze doelgroepen en spelen daar waar mogelijk op in. Onze krachtenbundeling is daarbij essentieel om optimaal nascholingsonderwijs te kunnen blijven bieden".
Johan van Dijk
Nico Corba gevestigd. Hierbij nam Jan Tromp de plaats in van Jan Jansen in de Paropraktijk Groningen. De nauwe samenwerking bleef echter bestaan en het was dan ook logisch dat, toen er een nieuwe start met de avondseminars werd gemaakt, dit in eerste instantie samen met Zwolle plaatsvond." Intensieve samenwerking "Rond de sluitingsdatum van de opleiding tandheelkunde Groningen werd in samenwerking met de NMT de Stichting PAO-T Noordoost Nederland opgericht," vervolgt Johan van Dijk. "Deze is enkele jaren geleden opgegaan in het K.F. Wenckebach Instituut Groningen, een instituut dat nu verantwoordelijk is voor PA-nascholing. Dit gebeurt voornamelijk vanuit de medische en tandheelkundige faculteit in Groningen. Voor nascholing op parogebied kan het tandheelkundig team echter vooral bij ons terecht. Wij hebben ons altijd verantwoordelijk gevoeld voor de nascholing op parogebied in noordoost Nederland en doen dat nog steeds: ons cursusaanbod had en heeft een regionaal karakter en inmiddels is er sprake van een intensieve samenwerking op dit gebied tussen de paropraktijken Groningen, Zwolle, Friesland en Twente. Het cursusaanbod wordt weliswaar via een gezamenlijke brochure gepresenteerd maar iedere praktijk geeft de seminars op de eigen locatie. Dit leidt tot een persoonlijke invulling van de seminars. Zo heeft de PPG bijvoorbeeld ideeën om seminars te geven over niet direct aan paro en implantologie gerelateerde onderwerpen en is de
Noord-Oost Nederland De samenwerking tussen beide klinieken in Amsterdam en Tilburg is mede ontstaan vanuit een praktische invalshoek: vanuit geografisch oogpunt ‘bedienen’ beide praktijken voor een groot deel dezelfde doelgroep. Een dergelijke samenwerking bestaat er ook in het noordoosten van ons land, waar de parodontologiepraktijken in Groningen, Friesland, Zwolle en Twente al enige tijd gezamenlijk paro-nascholing aanbieden. Johan van Dijk van de Paropraktijk Groningen: "In 1983 startten Jan Jansen en ik als eersten een paropraktijk in Nederland. Voor die tijd waren wij met Jan Tromp en Nico Corba werkzaam aan de Universiteit van Groningen waar wij onder andere praktische paro-cursussen voor tandartsen verzorgden. Het lag voor de hand dat wij daar, na de start van onze praktijk in Groningen, mee door zouden gaan en het was wel zo praktisch om dat vanuit onze praktijklocatie te doen, hetgeen ook jarenlang is gebeurd. Om het verzorgingsgebied voor de parodontale behandeling te vergroten is na omstreeks vijf jaar de Paropraktijk Zwolle door Jan Jansen en
3
NVvP Nieuwsbrief nr. 46 september 2004
PPF gestart met een klinische nascholingscursus. Vanuit de groep Noordelijke Paropraktijken, waarbij ook de Paro-Praktijk Emmen behoort, is onlangs een aanbod gedaan aan de nieuwe opleiding tandheelkunde van de Universiteit Groningen om via de bestaande paro-seminars een bijdrage te leveren aan het paro-onderwijs aan studenten tandheelkunde. Tussen de noordelijke paro-praktijken vindt twee maal per jaar een overleg plaats en hoewel er sprake is van een goed contact met de tandarts-parodontologen elders in ons land (ondermeer via de zogeheten Kleppermannenbijeenkomsten) en we op de hoogte zijn van elkaars cursusaanbod, is er geen landelijke samenwerking. Wij nemen in ieder geval het PAO-T paro in het noordoosten van Nederland voor onze rekening en menen vooralsnog dat dat aan alle verwachtingen voldoet." Nijmegen Resteert de vraag hoe het PAO-T onderwijs vanuit Nijmegen thans geregeld wordt. In het PAO-T cursusprogramma 2004/2005 van het UMC St. Radboud ontbreekt postacademisch onderwijs in de parodontologie. Hoe komt dat? Rob de Kanter, PAO-T coördinator UMC Nijmegen: "Op het moment dat de heer Renggli onze universiteit verliet, is het aanbod PAO-T paro stil komen te liggen. Wij beschikken nu dus niet over een
hoog-leraar parodontologie die dat zou moeten initiëren. Ons alumni-nascholingspakket bevat wel een aantal update colleges over parodontologie, maar dit is voornamelijk bestemd voor de in Nijmegen afgestudeerde tandartsen en maakt geen deel uit van het PAO-T cursusprogramma." Jan Smeekens, medewerker vakgroep parodontologie van het UMC St Radboud: "Sinds 1978 werd hier een uitgebreid aanbod aan PAO-T paro verzorgd en het is erg jammer dat dit nu is stopgezet. Op dit moment zijn er verregaande gesprekken gaande met betrekking tot het aantrekken van een nieuw Universitair Hoofddocent Parodontologie. Die aanstelling zou later dit jaar gestalte moeten krijgen met voor de nieuwe UHD het uitzicht om die positie op termijn als hoogleraar in te vullen. Het is aan hem of haar om te bepalen óf en in welke vorm het PAO-T paro weer opgepakt wordt. Tot die tijd kunnen wij helaas alleen maar afwachten." N.B. Vlak voor het ter perse gaan van deze Nieuwsbrief werd bekend dat dr Sculean met ingang van 15 september 2004 bij het UMC St Radboud is aangesteld als nieuwe UHD parodontologie. Sculean is tevens hoofd van de opleiding tot tandarts-parodontoloog. Naar alle verwachting zal er in het volgende cursusjaar weer sprake zijn van PAO-T paro vanuit Nijmegen.
Websitenieuws
EFP Nieuws
maanden vergen. Het streven is om in de zomer van 2005 de nieuwe website operationeel te hebben. Tot die tijd blijft de huidige website in de lucht.
VAN DE WETENSCHAPPELIJKE COMMISSIE TER VOORBEREIDING VAN EUROPERIO 5 TE MADRID IS HET verzoek binnengekomen voorstellen te doen voor sprekers voor diverse lezingen en forums op het gebied van advanced periodontology, klinische parodontologie, implantologie en restauratieve benadering na gecombineerde paro-implantolgie behandelingen. Het bestuur beraadt zich hierop met steun van haar adviseurs. De aanbieding van het bidbook voor Europerio 6 te Amsterdam is uitgesteld naar september 2004. De mededingers voor deze organisatie zijn Engeland, (Londen), Griekenland, (Athene) en Zweden (Stockholm). Op de valreep is daar ook nog Turkije (Istanboel) aan toegevoegd. Het wordt dus een spannende verkiezing tijdens de General Assembly in december in Wenen. Verder wordt er de komende tijd gewerkt aan een profielschets van de NVvP voor publicatie in de EFPNewsletter. Dit geeft een goed beeld over hoe de organisaties in de Europese landen functioneren en opereren. Andere verenigingen kunnen hier hun voordeel mee doen door positieve punten over te nemen. Ook kan hierover van gedachten worden gewisseld op de internationale meetings. Maren de Wit, EFP bestuursafgevaardigde
4
NVvP Nieuwsbrief nr. 46 september 2004
brief
Parodontitis en arteriosclerose: verband of toeval? Introductie
Arteriosclerose en hart- en vaatziekten behoren tot de belangrijkste doodsoorzaken in de geïndustrialiseerde wereld. Omdat al geruime tijd onderzoekers een belangrijk deel van hart- en vaatziekten niet alleen kunnen toeschrijven aan bekende risicofactoren (cholesterol, vet, roken), wordt teruggegrepen op de hypothese dat chronische infecties atherosclerose kunnen veroorzaken. Vanuit recent onderzoek is er ondersteuning te vinden voor de hypothese dat parodontitis een causale rol kan spelen bij arteriosclerose. Gedurende dit debat is de definitie van parodontitis gewijzigd: parodontitis-patiënten hebben polymorfismen in specifieke genen die verantwoordelijk zijn voor de regulatie van de ontstekingsreactie. Ook hebben zij verhoogde serumwaarden voor C-reactive protein (CRP), IL-1, IL-6, hyperfibrinogenamie en geringe leukocytose in vergelijking met gezonde controle-individuen. In deze studie staat de vraag centraal of de gering verhoogde CRP-concentratie bij parodontitis-patiënten een nieuw etiologisch mechanisme is voor arteriosclerose of slechts op toeval berust. Een pilot-studie werd opgestart om vast te stellen of eliminatie van de actieve parodontale infectie met serologische indicatoren van systemische ontsteking (CRP, IL-6) kan worden bevestigd. Daarnaast werd de betekenis onderzocht van specifieke cytokine polymorfismen die zowel cardiovasculaire afwijkingen als parodontitis tot gevolg hebben. D’AIUTO F, PARKAR M, ANDREAOU G, BRETT PM, READY D, TONETTI MS: Periodontitis and athero-genesis: causal association or simple coincidence? J Clin Periodontol 2004; 31: 402-411.
IN DE MAANDEN MEI, JUNI EN JULI HEEFT DE NVVP VEEL problemen gehad met de website; mogelijk heeft u hier bij bestellingen iets van gemerkt. De provider van onze website voerde onderhoud uit aan de server, waardoor eerst de gehele website en later alleen de e-shop niet bereikbaar was. Dit alles geschiedde zonder enige voorafgaande waarschuwing. Ook in het verleden zijn soortgelijke problemen geconstateerd. Het gevolg van het onderhoud is wel dat de website nu sneller benaderbaar is. Het bestuur heeft besloten een nieuwe website te ontwikkelen die voldoet aan de huidige standaard en deze elders, bij een andere provider onder te brengen. De ontwikkeling van de website, die in eigen beheer zal geschieden waardoor ook het onderhoud van de website is geborgd, zal de nodige
Abstract
Materiaal & Methode 94 personen werden niet-chirurgisch parodontaal behandeld en gedurende 6 maanden gevolgd. 25% werd geclassificeerd als agressieve en 75% als chronische adulte parodontitis. Iets minder dan de helft bestond uit rokers (42%). Om de serumwaarden te bepalen werd veneus bloed afgenomen op baseline en 2 en 6 maanden na afronding van de behandeling. Uit perifere leukocyten werd DNA geëxtraheerd en in combinatie met verschillende primers voor de polymorfismen geanalyseerd. Op baseline en 2 maanden na de behandeling werd subgingivaal een plaquemonster genomen en DNA geïsoleerd. De DNAtest werd voor Tannerella forsythensis (voorheen B. forsythus)(Tf), Porphyromonas gingivalis (Pg), en Actinobacillus actionomycetemcomitans (Aa) uitgevoerd. Resultaten Klinisch reageerden vrijwel alle patiënten goed op de behandeling. Zowel de plaque- als de bloedingsscores namen af (resp. van 58% en 63% naar 20% en 17%). Ook het aantal verdiepte pockets per patiënt nam af van 77 naar 23. Microbiologisch kon alleen een sterke afname van Pg worden aangetoond. Zowel Tf als Aa bleven in dezelfde mate aanwezig.
De CRP-waarden waren bij aanvang binnen de onderzoeksgroep niet verschillend indien verdeeld naar leeftijd, geslacht, roken en parodontale diagnose. Een verdeling naar de verschillende subgroepen van polymorfismen (IL-6-174G/C en IL-1A-889) toonde echter een significant verschil in CRP-waarden op baseline. Tevens bleek een significante associatie tussen CRP-baseline-waarden met leeftijd, body mass index (BMI) en klinisch aanhechtings-niveau (CAL). Bij verdere analyse bleek na correctie voor leeftijd, geslacht, BMI en roken de afname van CRP significant bij individuen met de beste parodontale respons. Daarnaast waren de CRP-concentraties significant geassocieerd met polymorfismen in de promotor-regio van IL-6 (-174G/C) en IL-1A (-889) genen. Discussie In deze pilot-studie werden de effecten onderzocht van parodontale niet-chirurgische behandeling op systemische ontstekings markers. Na een succes-volle behandeling trad een reductie op van de serumwaarden van CRP en IL-6. De auteurs nuanceren deze uitslag door erop te wijzen dat de CRPen IL-6 waarden bij aanvang reeds in de hoogste quartielen van de normaalwaarden vielen. Er zijn studies die erop wijzen dat deze hogere standaardwaarden voorspellend zouden zijn voor een verhoogd risico op arteriogenese en cardio-vasculaire aandoeningen. De gedachte is dat pathogenen van onderliggende specifieke infecties zoals parodontitis een geringe ontstekingsreactie opwekken in de arteriosclerotische plaques. Deze intravasculaire reactie kan leiden tot een endotheliale beschadiging welke
5
weer een lokale ontstekingsreactie oproept. De toename van ontstekingsmarkers zou dan ook een indicator van arteriosclerose (endotheliale schade) zijn en niet van de focale infectie. Diverse prospectieve studies ondersteunen deze gedachtengang. Een belangrijke waarneming is dat de afname van de CRP- waarden vooral optrad bij de groep met de beste parodontale respons. Een dosisafhankelijke relatie tussen CRP en parodontale respons zou aanwezig kunnen zijn. De groep met een ‘slechtere’ parodontale respons zou een sterkere CRP waardedaling voorkomen kunnen hebben. Implicatie van deze waarneming is dat in het licht van systemische ontsteking en mogelijk arteriosclerose, de eindpunten van parodontale therapie veranderd zouden moeten worden. Ook zouden de mogelijk gunstige systemische effecten van parodontale therapie onderzocht moeten worden. Tevens werd in deze studie de betekenis van polymorfismen van specifieke cytokines onderzocht omdat variaties in de ontstekingsreactie op paropathogenen voor een belangrijk deel genetisch zijn bepaald. Associaties werden gevonden tussen IL-1A(-889) en CRP waarden en bij IL-6 (-174 G/C) en de CRP waarden voor en na de parodontale behandeling. Deze gegevens lijken erop te wijzen dat personen met deze functionele polymorfismen een grotere ontstekingsreactie geven op parodontitis en chronische infecties. Dat zou impliceren dat deze personen meer gevoelig zijn voor cardiovasculaire aandoeningen. Jeroen Craandijk
NVvP Nieuwsbrief nr. 46 september 2004
Spring Scientific meeting of the British Society of Periodontology: Parodontologie in Birmingham hechtingsverlies in de literatuur voldoende onderbouwing wordt gevonden om (toch) te stellen dat er altijd sprake is van een bacteriële oorzaak. Hierbij moet opgemerkt worden dat niet één specifieke specie verantwoordelijk is maar dat ook andere factoren zoals mondhygiëne, professionele reiniging, roken, erfelijkheid en systemische ziekten zeker een belangrijke rol spelen. Vervolgens gaf Kornman de definitie van refractaire parodontitis: parodontitis die niet reageert op plaquegerelateerde therapie, met bepaalde patiëntgerelateerde karakteristieken en voortgang van afbraak op elementen met minimale ziekte in het verleden.
Het internationale congrescentrum in Birmingham (Engeland) vormde dit jaar van 23 tot 25 mei een prachtige accommodatie voor de jaarlijks terugkerende ‘Scientific meeting of the British Society of Periodontology’. Een delegatie van het UMCN, Radboud Nijmegen, bezocht dit congres en brengt verslag uit. HET CONGRESTHEMA LUIDDE DIT JAAR ‘de recalcitrante patiënt’, een probleem waar elke parodontoloog in zijn carrière tegenaan loopt. Het congres werd op zondag door Jan Wennström en Vivian Ward geopend met een vrolijke noot in een ontspannen sfeer. Vervolgens werden 2 moeilijke patiëntcasussen op een interactieve manier gepresenteerd waarbij er vanuit de zaal werd meegedacht over de verschillende behandelingsmogelijkheden. Refractaire parodontitis Maandag opende Ken Kornman het congres. Hij nam met de aanwezigen de huidige stand van zaken door met betrekking tot refractaire parodontitis. Kornman noemde een aantal studies waarbij, ondanks therapie, progressief aanhechtingsverlies werd waargenomen. Kornman meent dat er voor dit aan-
Psycholoog Ray Croucher besprak de zogenaamde 5 A’s-strategie om patiënten te laten stoppen met roken: Ask (vraag naar de rookstatus), Advice (alle rokers moeten de voordelen van stoppen kennen), Assess (beoordeel of de patiënt bereid is om te stoppen), Assist (geef hulp aan degenen die willen stoppen) en Arrange (monitor de patiënt en zorg voor follow-up). Verder noemde hij het belang van nicotinevervangende therapie (zoals pleisters, kauwgum etc.). In een tweede presentatie richtte Kornman zijn aandacht met name op de genetische aspecten van de host response. Hoewel hij suggereerde dat het mogelijk moet zijn om de expressie van deze genetische factoren door middel van dieet te veranderen, moeten we onze therapie aanpassen in de richting van alle risicofactoren, de bacteriële infectie en mits mogelijk, het managen van deze risicofactoren. Danskunsten Op maandag-middag gaf Markus Hüerzeler een levendige lezing over paro-dontale plastische chirurgie. Hij introduceerde de microchirurgische concepten steunend op het routinematig gebruik van vergrotingsapparatuur (waaronder
de microscoop en vergrotingsloepen) en microchirurgische instrumenten (naalden en hechtdraad). In het tweede gedeelte van zijn presentatie voerde Hüerzeler de aanwezigen langs verschillende flaptechnieken voor recessiebedekking, daarbij gebruik makend van korte filmpjes en zeer duidelijke animaties. Hüerzeler was zo enthousiast dat hij ruim uitliep. De moderator vroeg het publiek toen of zij wilden dat hij doorging of dat men met de vragen moest beginnen. Unaniem werd er voor doorgaan gestemd. De eerste dag eindigde met het welbekende congresdiner. Geen speeches meer laat op deze avond maar vier MSc-studenten en hun programmaleider (vanuit Nijmegen) die tot laat in de avond hun danskunsten lieten zien. Implantologie Dinsdag werd het congres geopend door Paul Sharpe. Hij sprak over de genetische controle van tandontwikkeling. In dierexperimenten (muizen) was het mogelijk om de tandkiem te transplanteren en extra premolaren te laten groeien in de alveole. Ook liet hij, wederom in dieronderzoek, zien dat pulpa-stamcellen gebruikt konden worden om een extra dentitie te creëren. Echter, de mogelijkheid om een tertiaire dentitie te creëren blijft voorlopig een toekomstdroom. Hugo de Bruyn vroeg zich vervolgens af of implantaten succesvol zijn bij parodontitispatiënten. De twee belang-
Boaz Weinstock, Daniel Oortgiesen, Gordon Wolffe, George Nikou, Hoang Nguyen en Eddie Farber (UMCN, Radboud Nijmegen, v.l.n.r.)
6
NVvP Nieuwsbrief nr. 46 september 2004
rijkste factoren voor een positieve, voorspelbare behandeling zijn een adequate patiëntenselectie en pre-implantaat behandelingsplanning. De verzorging van de weke delen rondom de implantaten is tevens van groot belang. De lezing van Maurizio Tonetti werd op het laatste moment aangepast vanwege het feit dat Hugo de Bruyn Tonetti’s onderwerp (soft tissue management around implants) eigenlijk al besproken had. Maurizio Tonetti veranderde zijn lezing dan ook in een vergelijking tussen het succespercentage (in overlevings-
brief
kans) van implantaten en gecompromitteerde elementen bij parodontitispatiënten. Een uitermate interessant onderwerp van discussie, gezien de huidige trend om elementen te extraheren en te vervangen door implantaten. De onderzoeken die hij besprak, tonen geen verschil in het succespercentage van deze twee categorieën; het "preventief" extraheren van bijvoorbeeld een parodontaal gecompromitteerde molaar met vervanging door een implantaat geeft zeker geen betere prognose! Lyndon Cooper sprak in het vervolg van het middagprogramma over oppervlakken van implantaten en hoe deze kunnen worden aangepast om de indicatie
voor implantaatgebruik verder te kunnen uitbreiden. Mitharidade Davarpanah liet ons zien dat het ook bij medisch gecompromitteerde patiënten mogelijk is om implantaten te plaatsen en daarmee ook op de (middel)lange termijn goede resultaten te behalen. Conclusie: het was een uitermate interessant congres met gerenommeerde sprekers en goede lezingen in het zonnige Engeland. We zouden dan ook willen zeggen: tot volgend jaar!
Last call NVvP-najaarscongres: Alle aandacht voor behandelplanning OP 18-19 NOVEMBER 2004 VINDT IN DE JAARBEURS UTRECHT HET NVVP-NAJAARSCONGRES PLAATS. Het hoofdthema op dit congres luidt ‘Behandelingsplanning in de Parodontologie’ en zoals gebruikelijk bij de NVvP wordt dit thema op een uitgebreide en vooral praktische wijze ingevuld. Onderwerpen die in het hoofdprogramma aan bod komen, zijn de wetenschappelijke basis voor infection control (dr C. Drisko), occlusie en articulatie (prof. dr J. de Boever) en de laatste ontwikkelingen in de prothetiek (prof. dr J. de Boever). Dr H. de Bruyn verzorgt een ‘state of the art’-voordracht op het gebied van de implantologie. Naast het hoofdprogramma is er een parallelprogramma over halitose en infection control (dr E. Winkel en dr C. Drisko). Vanzelfsprekend is er ook een preconference met als onderwerp ‘Effectiviteit en schadelijkheid van elektronisch poetsen’. Reserveer deze datum in uw agenda en reageer snel als u zich wilt aanmelden: de NVvP-congressen zijn altijd snel uitverkocht. Aanmelden kan nu al via VVAA congres- en evenementenservice, telefoon 030-2474582 of via
[email protected].
Afscheid Gordon Wolffe Op dinsdag 29 juni jl. nam Gordon Wolffe formeel afscheid als opleider van het MSc- programma Parodontologie in Nijmegen. Collega Wolffe mag beschouwd worden als één van de grondleggers van de post-doctorale opleiding Parodontologie in Nederland. Op de afscheidsreceptie ter gelegenheid van zijn vertrek werd uitgebreid stilgestaan bij zijn grote betekenis voor ons vakgebied. In de volgende Nieuwsbrief zal de redactie hieraan meer aandacht besteden.
7 7
Nieuwsbrief nr.maart 46 september 2004 NVvPNVvP Nieuwsbrief nr. 44 2004
De papieren patiënt
Achtergrond • Vrouw, 55 jaar, getrouwd • Lerares op een basisschool • Geen chronische ziektes of medicijngebruik (ASA I) • Lengte / gewicht / bloeddruk / pols: normaal • Nog nooit gerookt • Geen ‘stress’ Tandheelkundige anamnese
• 9 jaar geleden diagnostiek en behandeling voor parodontitis in het kader van studentenonderwijs • 5 jaar geleden behandeling gestaakt wegens gebrek aan motivatie • Sinds het afgelopen jaar is de parodontale situatie aan het verslechteren volgens eigen tandarts • De tandarts heeft patiënt verwezen voor consult, diagnose en behandeling naar afdeling Parodontologie, ACTA Klacht/wens van de patiënt • Verhoogde mobiliteit van enkele elementen • Patiënt wil graag alle elementen behouden Intra-oraal onderzoek • Zwelling gingiva • Plaque • Sub- and supragingivale tandsteen • Disto-occlusie; bovenfront over-eruptie • Zijdelingse delen: restauraties en kronen / inlays • Diasteem: 45 (geëxtraheerd 10 jaar geleden), centrale bovenen onderincisieven Diagnose intake
8
• • • •
Gelokaliseerde Ernstige Adulte Parodontitis Twijfelachtige prognose: 36,47 Negatieve prognose: 25 Aetiologie: plak
Voorlopig behandelplan • Initiële parodontale behandeling 1. Conservatieve benadering (extractie van 25) 2. Radicale benadering (extracties van 25, 36, 47) • Keuze valt op conservatieve benadering • Herbeoordeling • Opstellen definitief behandelplan Eventueel toekomstig plan • Orthodontie: correctie van mal-occlusie en functie • Prothetiek: correctie functie en esthetiek • Combinatie van orthodontie en prothetiek, eventueel gecombineerd met implantologie Samenvatting herbeoordeling initiële behandeling • Infectie controle is bereikt: plaque 5% en bloeding: 4% • Restpocket van 6 mm t.p.v. de 46 mesiaal • Prognose 36 en 47 is verbeterd • Patiënt klaagt over functie en esthetiek t.p.v. de 25 en de 45 en kiest voor kronen op imlantaten Definitief behandelplan
• • • •
Commentaar op de behandeling • Conservatieve benadering: behoud van functie, esthetiek is nog gecomprimiteerd (in overleg met patiënt) • Initiële behandeling was succesvol inclusief enige botingroei bij de 36 • Patiënt is gemotiveerd en heeft uitstekende mondhygiëne • Kronen op implantaten verhinderen optimale interdentale reiniging; dit is een punt van aandacht • Voor het plaatsen van het implantaat t.p.v. de 25 is gebruik gemaakt van de Summers-methode, d.w.z. met behulp van een osteotoom is de sinusbodem opgelicht. Er is een botgraft aangebracht. Met dank aan G.E. Rhemrev, MSc opleiding parodontologie 2001-2004 ACTA
9 NVvP Nieuwsbrief nr. 46 september 2004
brief
Flap 46 Herbeoordeling 3 maanden na flapchirurgie 2 x implantaten t.p.v. de 25 en de 45 Nazorg (het eerste jaar iedere 3 maanden)
NVvP Nieuwsbrief nr. 46 september 2004