Wmo-conferentie Eenheid in verscheidenheid Cliëntenparticipatie Wmo nu en in de toekomst Dagvoorzitter: Training- en theatergezelschap Troje Flamingoserre Artis
OPENING Begonnen wordt met de welkomstperformance van de twee acteurs van theatergezelschap ‘Troje’. Zij zijn tevens middagdagvoorzitters. Zij brengen de stemming in de volgestroomde Flamingoserre er goed in en heten iedereen welkom namens de drie programma’s: 1. Versterking CliëntenPositie 2. Lokaal Centraal 3. Lokale Versterking
20 mei 2008
“Ik hoop dat iedereen zijn oplossing krijgt en zal genieten.” “Ik wil weten wat de garanties zijn dat na vijf jaar de respectievelijke gemeentes geen lantaarnpalen kopen, maar iets nuttigs voor de patiënten, zoals een rolstoel” - “En ook de scootmobielen voor astmapatiënten.” “Ik hoop dat er vanmiddag meer bewustzijn is dat de Wmo mensenwerk is.” “Ik hoop dat er het besef komt bij politici dat wij niet de afdeling ‘ziek, zwak en misselijk zijn’, maar evengoed burgers. Wij zijn mensen die willen participeren in de Amsterdamse samenleving.” “De gemeente Amsterdam zegt dat ze zullen luisteren naar de burgers. Dat moeten ze dan ook doen! Als je een beroep op ze doet, buigen ze zich in alle bochten om je verzoek af te wijzen. Laat ze luisteren naar wat we willen.” “Ik wil heel graag de stand van zaken horen van de verschillende Wmo-adviesraden in de verschillende stadsdelen.”
Acteurs van theatergezelschap “Troje”
Vraag aan de zaal: Wmo - Wat zijn de verwachtingen van deze middag? “Ik hoop dat er vanmiddag praktische ideeën naar voren komen.” “Ik hoop dat de Wmo geen bezuinigingsmaatregel is.” “Ik ben nog steeds verbaasd dat de gemeente zegt dat het initiatief bij de burger ligt, maar de burgers krijgen er geen handvatten voor. Hoe realiseert de burger de regie die hij heeft?”
Vragen aan de zaal
1
“Ik heb gehoord dat achter een bureau wordt beslist of iemand iets krijgt. De beslissers moeten achter hun bureau vandaan komen en de mensen opzoeken!” “Ik hoop dat organisaties, die burgers vertegenwoordigen, gaan samenwerken.” “De Wmo is iets om je zorgen over te maken. Ik maak me zorgen om migranten en in het bijzonder om migranten met een handicap. Wat doen de stadsdelen om die diversiteit te bereiken?” “Ik hoop op wat meer variatie voor de standaard bejegening van psychiatrische patiënten. Het gaat om ondersteuning van hun sociale netwerk. Ik denk dat er veel meer alternatieven zijn voor de gedwongen opnamen, die niet aan bod komen, omdat ze er niet zijn. Ik hoop dat de Wmo meer alternatieven kan bieden.” “Ik hoop dat door middel van deze middag meer ambtenaren gaan kijken naar wat hun beslissingen in de praktijk betekenen.” “Kan de gemeente ook in eenvoudige en duidelijke taal adviezen geven?”
Gerda Baerveldt, Inge Wiese en Jan Wessels
KENNISMAKING MET DE DRIE STIMULERINGSPROGRAMMA’S: WIE ZIJN WIJ EN WAT DOEN WIJ? Na een sketch van de dagvoorzitters wordt er kennisgemaakt met de organisatoren: Jan Wessels, Inge Wiese en Gerda Baerveldt. Zij stellen zich voor. - Jan Wessels vertegenwoordigt de Versterking CliëntenPositie (VCP), een initiatief van de Chronisch Zieken Gehandicaptenraad (CGRaad) en de Ouderverenigingen van mensen met
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
een verstandelijke beperking. VCP richt zich op de versterking van (lokale) stadsdeelbelangengroepen en heeft hiervoor een samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Gehandicapten Overleg Amsterdam (SGOA). - Inge Wiese vertegenwoordigt Lokaal Centraal en vertelt dat dit een landelijk stimuleringsprogramma WMOcliëntenparticipatie is, net als de andere twee programma’s. Het ministerie van VWS heeft Zorgbelangorganisaties, waarvan het APCP er één is, de gelegenheid gegeven om de maatschappelijk kwetsbare groepen te bereiken. Naast de bekende groepen zijn er ook groepen die veel moeilijker te bereiken zijn, zoals de daken thuislozen, de mantelzorgers, de sociale minima. Er moet voor gezorgd worden dat ook die groepen participeren. - Gerda Baerveldt vertegenwoordigt Lokale Versterking, dat uitgaat van het landelijk platform GGZ. Zij zetten zich in voor het stimuleren van participatie in het kader van de WMO voor dak- en thuislozen, mensen met een verslaving en GGZ cliënten. Er is begonnen met het samenstellen van een initiatiefgroep die bestaat uit ervaringsdeskundigen uit de doelgroepen en met het uitbreiden en verstevigen van de netwerkcontacten. De initiatiefgroep ontwikkelt plannen met als doel de beleidmakers zoveel mogelijk persoonlijk in contact te brengen met de achterban, met de nadruk op informele vormen van participatie. Inge Wiese vertelt dat er een DVD is gemaakt met voorlichting over de Wmo speciaal gericht op allochtone Nederlanders. De DVD is in het Nederlands, maar heeft de mogelijkheid om afgespeeld te worden in zeven verschillende (ingesproken) taalversies. Met behulp van deze DVD zijn er voorlichtingsbijeenkomsten gegeven bij multiculturele verenigingen, in een buurthuis en een moskee. Het APCP biedt de mogelijkheid om voorlichting te geven op locatie. Zij nodigt belangstellenden uit contact met haar op te nemen. Vraag: “Wat zou jij graag willen dat er gebeurt?” Jan Wessels geeft aan dat VCP zich concentreert op de stadsdelen, zodat er uiteindelijk een goede belangenbehartiging op stadsdeelniveau plaatsvindt. Daar levert het VCP-programma
2
graag een bijdrage aan samen met SGOA. Waar het gaat om de regie nemen door de burgers, benadrukt hij dat zij ervan uitgaan dat mensen zelf mee kunnen praten over wat ze willen en kunnen. Dit wordt gerealiseerd door het opzetten van belangenorganisaties, zodat deze mensen zelf het overleg kunnen aangaan met de beslissers, o.a. op stadsdeelniveau.
Inge Wiese brengt ervaringsdeskundigheid onder de aandacht
Inge Wiese wijst erop dat ervaringsdeskundigheid en gezamenlijk optrekken daarbij uitgangspunten zijn. Als mensen merken dat ze niet de enigen zijn ontstaat meer betrokkenheid. Ervaringsdeskundigen leren hun eigen kracht kennen en durven daardoor meer zelf initiatief te nemen. Gevraagd naar de doelgroepen waar zij voor werkt, antwoordt Gerda Baerveldt dat het allemaal individuen zijn met verschillende wensen. Beleidsmakers zouden meer kennis moeten nemen van deze wensen door in contact te treden met mensen uit de doelgroepen. De initiatiefgroep bestaat uit ervaringsdeskundigen die weten hoe het is om op straat te leven of om te gaan met een psychische beperking. Daardoor is er aansluiting op de achterban. De groep nodigt de beleidsmakers dan ook uit om gebruik te maken van haar ervaringen en contacten, zodat er laagdrempelige bijeenkomsten gerealiseerd kunnen worden met die achterban. Op de vraag wat de grootste frustraties zijn waar het gaat om het in eigen handen nemen van de regie, antwoordt iemand uit de zaal dat mensen in de betrokken doelgroepen vaak in een uitkeringssituatie verkeren, waardoor zij over Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
zeer beperkte middelen beschikken om hun wensen te verwezenlijken. Volgens Gerda Baerveldt gaat het erom dat mensen niet gehoord worden in hun noden. Zij benadrukt dat er teruggekoppeld moet worden, zodat mensen merken dat er iets gedaan wordt met hun ervaringen, opmerkingen, wensen e.d. Verder is Lokale Versterking een tijdelijk programma. Er is een goede basis gelegd voor participatie voor haar doelgroepen en Gerda heeft het gevoel dat men nu pas echt van start kan gaan. Zij zou het dan ook betreuren wanneer de ondersteuning te vroeg beëindigd zou moeten worden. Inge Wiese spreekt van een achterstand in de Amsterdamse stadsdelen waar het gaat om het opzetten van Wmo-adviesraden. Alle aandacht ging aanvankelijk uit naar de ontwikkeling van de 26 loketten Zorg en Samenleven, waardoor WMO-cliëntenparticipatie nauwelijks aan bod kwam. Er zijn echter genoeg goede ideeën, waardoor het in feite alleen maar een kwestie is van het aanzwengelen van de dialoog. Het is nog onzeker of het stimuleringsprogramma Lokaal Centraal een vervolg krijgt na 2008. Daarom ontvangt het APCP graag opdrachten van stadsdelen voor zaken als onderzoek, advies en beleidsondersteuning. Ze voegt eraan toe dat hun gezamenlijke netwerken enorm veel waardevolle kennis en ervaringen bezitten. Jan Wessels wijst erop dat het VCP-programma voor de komende jaren wel gegarandeerd is. In alle stadsdelen zullen mensen met een beperking en/of chronische ziekte zich moeten organiseren. In een aantal stadsdelen is nu nog geen actieve belangengroep. Hij is daar nu mee bezig.
Dagvoorziter met de WMO-koffer
3
DE WMO-KOFFER: WAT ZIT ER IN EN WAT MOET ERIN? PRESENTATIE VAN DE BEHAALDE RESULTATENEN TOEKOMSTPLANNEN DE ZAAL AAN HET WOORD
DVD heeft nu zeven taalversies en er zijn plannen voor uitbreiding met meerdere taalversies voor groepen vluchtelingen (in voorbereiding met Pharos, een belangenorganisatie voor vluchtelingen). De DVD is verkrijgbaar bij het APCP, ook voor gemeenten en stadsdelen!
De WMO-koffer is een soort maatwerkkoffer. Iedereen wordt uitgenodigd zijn of haar concrete wens, opdracht, doel erin te deponeren. De koffer is vooraf al gedeeltelijk gevuld met producten van de drie stimuleringsprogramma’s Wmo-cliëntenparticipatie. Voordat aanwezigen hun eigen concrete bijdrage in de koffer kunnen doen, wordt eerst hun reactie gevraagd op zaken die al in de koffer zitten. Allereerst komt er een vooraankondiging uit de koffer. Gerda Baerveldt licht toe dat Lokale Versterking als vervolg op de bijeenkomst vandaag, in oktober een bijeenkomst organiseert bij maatschappelijke opvangvoorziening Makom. Beleidsmakers worden uitgenodigd om samen met gebruikers van de voorziening en de initiatiefgroep te koken en te eten om elkaar op die manier beter te leren kennen en verder te praten over continuering van cliëntenparticipatie voor deze doelgroep.
WMO-koffer.
Anke Spijker vertelt iets over de ‘Lekker op stap’ fotomap, een uitgave ter gelegenheid van de jaarlijkse landelijke Dag van de Toegankelijkheid georganiseerd door de SGOA. Deze map geeft antwoord op de vraag waar mensen met een beperking toch nog obstakels tegenkomen wanneer zij in hun stadsdeel willen uitgaan. Er zijn in Amsterdam elf stadsdeelgroepen die gekeken hebben naar wat er in de stad allemaal mogelijk is voor de burgers. De SGOA heeft vervolgens een website gemaakt met informatie over toegankelijkheid van gebouwen, hotels, recreatieve voorzieningen, etc. Deze site is na de zomer af: www.toegankelijkamsterdam.nl.
Piet Kuhlmann van Zorgbelang Nederland
Vervolgens komt de DVD “Wmo-OOh!” waar Inge Wiese al van sprak uit de koffer. Piet Kuhlmann van Zorgbelang Nederland licht toe dat de DVD ontwikkeld is door Lokaal Centraal. Er was veel behoefte aan informatie over de Wmo van mensen die geen of onvoldoende Nederlands spreken. De
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
Anke Spijker van SGOA. Over ‘lekker op stap’
4
De folder Maak u verstaanbaar, communiceren met doven en slechthorenden. De folder is gemaakt door Zorgbelang Nederland in samenwerking met het Dovenschap. Stefan Russell, voorzitter van de Stichting Welzijn Doven Amsterdam en tevens bestuurslid van het Dovenschap vertelt met behulp van een gebarentolk dat hij eigenlijk niet zo blij is met deze folder. Liever had hij een gebarentolk in de WMOkoffer die hij overal mee naar toe kan nemen, zodat hij altijd kan communiceren! Frans van den Bos pleit voor meer voorlichting
gave van de gemeentelijke voorbereiding op de WMO-cliëntenparticipatie. Het Verwey Jonkerinstituut doet momenteel onderzoek naar ervaringen van WMO-adviesraadsleden over hun raad. Binnenkort verschijnen de eerste resultaten daarvan.
Doventolk (l) en Stefan Russell van SWDA
Een lijst met WMO voorzieningen voor de doelgroepen van de Initiatiefgroep Lokale versterking, alleen is de lijst leeg. Frans van den Bos verteld dat de initiatiefgroep van mening is dat de achterban slecht geïnformeerd is over wat de WMO voor haar kan betekenen. De gemeente is er verantwoordelijk voor dat mensen goed geïnformeerd zijn. De initiatiefgroep nodigt beleidsmakers uit om gebruik te maken van haar netwerkcontacten voor het organiseren van laagdrempelige voorlichtingsbijeenkomsten. Ook de WMO koffer kan een rol spelen in het goed informeren van de achterban. Het zou mooi zijn als elk stadsdeel eind 2008 een WMO-adviesraad heeft. Naast dit overzicht is ook een landelijk onderzoeksverslag toegevoegd van het Verwey JonkerInstituut: Adviseren over maatschappelijke ondersteuning, cliëntenparticipatie bij gemeenten (2006), een weer-
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
Dan is er de Steek van Napoleon die verwijst naar het ambassadeursproject. Dat is een nieuw project waarbij ambassadeurs uit moeilijk bereikbare doelgroepen een brug te slaan tussen de achterban en beleidsmakers. De achterban wordt geïnformeerd over de WMO en de beleidsmakers krijgen te horen wat hun wensen zijn.
De Steek van Napoleon Ambassadeursproject
als
symbool
voor
het
De publicatie Verklaring over de Wmo van mensen met een verstandelijke beperking en hun ouders.
5
Arnold Berkhout benadrukt het belang dat de gemeente en de stadsdelen hun burgers in eenvoudige taal informeren. Mensen met een verstandelijke handicap moeten ook gehoord worden.
Arnold Berkhout
Project ‘burgerparticipatie WMO’ uitgevoerd in opdracht van de stedelijke belangenbehartigers van ABCZ, NOAR en programma VCP. “Doe mee met de Wmo in je eigen stadsdeel”. Jan Willem van der Raad legt uit dat er bijeenkomsten zijn gehouden met groepen om erachter te komen wat hun noden en knelpunten zijn met ideeën hoe deze te overwinnen.
Jan Willem van der Raad
Op basis daarvan zijn zeven aanbevelingen gedaan. Hij noemt er twee van de zeven: (4) Leg geen nota’s voor, maar concrete vragen.
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
Burgers kunnen prima meedenken en praten over zaken die zij in het dagelijks leven tegenkomen. Niet iedereen leest ambtelijke notities en begrijpt wat dat concreet voor gevolgen heeft en (1) Betrek diverse groepen door hen op te zoeken. Vergaderen is niet de enige manier waarbij mensen hun ervaring kunnen vertellen en hun mening geven. Gerda meldt dat er een fototentoonstelling in de Stopera komt. Deze tentoonstelling brengt de 9 prestatievelden van de WMO in beeld voor dak- en thuislozen, mensen met een verslaving en GGZ cliënten en probeert op deze manier meer bekendheid te geven aan deze groepen en de wijze waarop zij leven. Op 4 juni is de tentoonstelling te zien op de Daklozendag. Dan gaat de tentoonstelling dezelfde dag nog naar de centrale hal van de Stopera. Daarna kunnen ook de staddelen er in de eigen stadsdeelkantoren gebruik van maken. De tentoonstelling is te reserveren bij de initiatiefgroep Amsterdam. APCP-publicatie Er is geen vluchtstrook, onderzoek vanuit cliëntenperspectief naar knelpunten en wensen van allochtone mantelzorgers in Bos en Lommer met aanbevelingen hoe deze groep mantelzorgers bereikt en ondersteund kan worden. Een van de concrete aanbevelingen is bijvoorbeeld de ontwikkeling van een steunpunt voor allochtone mantelzorgers in Bos en Lommer. Wat is een Multiloogbijeenkomst? Geert Horringa van de initiatiefgroep: “Het zijn open gespreksbijeenkomsten zonder vaste kern. De bijeenkomsten zijn oorspronkelijk ontstaan vanuit de GGZ met de bedoeling psychisch lijden in de dagelijkse praktijk bespreekbaar en hanteerbaar te maken. Zowel cliënten, familie, vrienden, hulpverleners en andere betrokkenen kunnen deelnemen aan de gesprekken. Iedereen kan daar zijn eigen ervaringsverhaal kwijt. Het verhaal van de een kan het aanknopingspunt zijn voor dat van de ander. Het gaat er daarbij niet om elkaar adviezen te geven, maar om ervaringen te delen en herkenning bij elkaar te vinden. De ervaring heeft geleerd dat deze methodiek zeer helend en
6
Geert Horringa over multiloog bijeenkomsten
ondersteunend kan werken” Drs. Heinz Mölders heeft Multiloog uitgevonden en de methode blijkt zeer succesvol. De initiatiefgroep wil een drietal multiloog bijeenkomsten organiseren bij twee maatschappelijke opvangplekken (De Haven: Leger des Heils en De Veste: HVO Querido) en bij de Amsterdamse Vriendendiensten. Naast gebruikers van de voorzieningen, hulpverleners en betrokkenen zijn de WMO beleidsmakers van harte uitgenodigd om op deze manier van binnenuit ervaringen te delen. Gerda Baerveldt kondigt de DVD “Samenwerking en samenleven” aan. De DVD wordt gemaakt in het kader van het Plan van Aanpak G4. Daarin worden de plannen van onder meer Amsterdam beschreven om binnen een aantal jaar alle dak- en thuislozen van straat te hebben.
Coördinator Reinier Schippers van Lokale Versterking
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
Hiervoor moeten de maatschappelijke opvangvoorzieningen worden uitgebreid en verspreid over de stad. De DVD brengt goede voorbeelden in de maatschappelijke opvang in beeld waardoor de beeldvorming positief wordt beïnvloed. Coördinator van het project Reinier Schippers: “Deze mensen worden nu vaak te eenzijdig gezien als overlastgevers. De bedoeling is om te laten zien dat het over mensen gaat die hun eigen rol spelen in en een eigen bijdrage leveren aan de maatschappij. De DVD kan worden ingezet om buurten waar nieuwe opvangvoorzieningen zijn gepland voor te lichten over de doelgroepen. De DVD is nog in de maak en is naar verwachting eind juni klaar. Als stadsdelen geïnteresseerd zijn, kunnen ze de DVD nu al reserveren bij de initiatiefgroep Amsterdam”. Agenda 22. Gemeenten voeren op veel terreinen beleid uit dat bepalend is voor de kwaliteit van leven van mensen met een beperking. In de 22 Standaard Regels Gelijke Kansen van de Verenigde Naties worden deze beleidsterreinen benoemd. De kern van de standaardregels is het bieden van aanknopingspunten voor het maken van inclusief beleid. Inclusief beleid betekent, dat ‘speciaal’ beleid voor ‘speciale’ burgers, (gaandeweg) verandert in beleid dat rekening houdt met alle burgers op alle beleidsterreinen. De Agenda 22 methode is speciaal ontwikkeld als handreiking voor gemeenten om inclusief beleid te maken. Het aangeboden pakket bevat: de VCP Gids Nederland Agenda 22, VCP handboek Participatie in Gemeenten, hoe deze regels praktisch toe te passen in het gemeentelijke beleid. Er zit ook een handleiding bij over hoe dit programma te gebruiken. Inmiddels heeft de gemeenteraad van Amsterdam in een motie Agenda 22 aangenomen, de Centrale Stad en de Stadsdeelraden gaan er ‘werk’ van maken! Tenslotte worden de aanwezigen verzocht hun bijdragen in de koffer te deponeren. Hiervan wordt in een grote optocht ruimschoots gebruik gemaakt.
7
De optocht voor de WMO koffer. Zo vindt onder meer een microfoon van de Dienst Zorg en Samenleving (Nienke Simonsma, foto rechtsboven) zijn weg naar de koffer. De dienst wil hiermee symbolisch de stem van cliënten versterken.
PAUZE BELEIDSMAKERS IN DEBAT
Er worden voorts groene kaarten uitgedeeld aan een aantal mensen in de zaal, waarmee zij hun voorkeur voor de reactie van een van de vertegenwoordigers kunnen aangeven. Thema 1 – GGZ-cliënten Ria Mulder: “Ik wil beginnen te stellen dat u mij niet kent als cliënt. Veel cliënten zijn niet bekend bij de politiek.
Stadsdeel Centrum is helaas niet vertegenwoordigd
Vijf thema’s 1. GGZ-cliënten en dak- en thuislozen 2. Allochtonen 3. Mantelzorgers 4. Mensen met een verstandelijke beperking 5. Toegankelijkheid gehandicapten Iemand in de zaal krijgt per thema één minuut de tijd om daar iets over te zeggen. Per thema worden twee stadsdeelvertegenwoordigers (wethouder en/of ambtenaar, WMOportefeuillehouders) uitgenodigd om op het thema te reageren vanuit het perspectief van het stadsdeel.
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
Ria Mulder
8
Heel belangrijk is de vaststelling dat cliënten niet gehoord worden. Hoe kan je nou beleid maken voor mensen die je niet kent in hun leefsituatie?Moet je dan niet eerst persoonlijk op de hoogte zijn van de leefwereld van die mensen” Mevrouw Wiarda, ambtenaar in Osdorp, en de heer Jansen, wethouder in Westerpark. Mevrouw Wiarda: “Ik ben het met de spreker eens. Daarom moet je ervoor zorgen dat ambtenaren van het stadeel in gesprek komen met de doelgroepen en vooral ook met inhoudsdeskundigen en sleutelfiguren in de wijken, zodat je beter geïnformeerd wordt.” De heer Jansen: “Ik denk dat het afhangt van de omstandigheden in het stadsdeel. In Westerpark bestaat een hele reeks voorzieningen voor dak- en thuislozen, waar professionals en vrijwilligers dagelijks over de vloer komen. Er is dus in het stadsdeel veel expertise en een nauw contact. Van de reeks voorzieningen in het stadsdeel hangt dus de mate van geïnformeerd zijn af.”
Mevrouw Wiarda
Het merendeel van de groene kaarten gaat naar Westerpark. Thema 2 - Allochtonen
Mevrouw Cetintürk
Mevrouw Cetintürk “Ik vraag aan de wethouders en ambtenaren hoe zij de allochtonen bereiken”. De heren Paquay, wethouder in Oost/Watergraafsmeer, en Adema, wethouder in ZuiderAmstel. De heer Paquay: “In Oost/Watergraafsmeer hebben we een platform, waarmee regelmatig overlegd wordt. Het is een club die gevraagd en ongevraagd advies geeft. Ze hebben twaalf goede voorstellen ingediend, waarin de totale problematiek aan de orde wordt gesteld. Dat is de manier van Oost/Watergraafsmeer om de mensen te bereiken.”
De heer Jansen
Mevrouw Wiarda is het daar voor een deel mee eens. Er zijn ook in Osdorp legio voorzieningen, maar er zijn ook witte vlekken. Het gaat echter ook om maatwerk en dat veronderstelt dat mensen niet als doelgroep, maar als individu benaderd worden. De heer Jansen geeft toe dat het altijd maatwerk zal zijn, omdat niemand in slechts één doelgroep valt. De doelgroepen moeten zelf ook niet willen niet gekend te worden. De politiek heeft wel degelijk kennis van deze groepen.
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
De heer Adema en de heer Paquay
9
De heer Adema: “In ZuiderAmstel zoeken wij allochtone mensen op. Wij hebben er uitstekende contacten mee. Wij hebben vertegenwoordigers in onze cliëntenplatforms. Het liefst ga ik theedrinken met ze en bij hen eten. Dan kom je pas in goed contact met deze mensen.” Met een nipte meerderheid komt ZuiderAmstel als winnaar uit deze discussie. Thema 3 – Mantelzorgers Maria Hoeffnagel: “Veel cliënten zijn van allochtone afkomst, maar hun GGZ-mantelzorgers kunnen wij slecht bereiken. Je moet naar die mensen toe en dat vraagt extra menskracht. Mijn vraag aan de stadsdelen is daarom of dat ook een prioriteit heeft voor de stadsdeelbestuurders.”
Froon Bornstein, Mildred Pinas en Maria Hoeffnagel
Mildred Pinas: “Er is behoefte aan ondersteuning en begeleiding van mantelzorgers bij allerhande vragen en problemen op school en thuis. Wat kan vanuit Diemen en de stadsdelen geboden worden. Er worden respijtdagen georganiseerd waarvoor een hoge eigen bijdrage betaald moet worden. Wat kunnen Diemen en de stadsdelen betekenen voor mantelzorgers met een smalle beurs?”
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
Froon Bornstein: “Er vindt huiselijk geweld plaats onder jonge en oudere mantelzorgers door overbelasting. Is daar aandacht voor in de stadsdelen en hoe wordt dat aangepakt? Wordt die overbelasting wel gesignaleerd? Uit APCP-onderzoek onder mantelzorgers in Bos en Lommer blijkt behoefte aan een steunpunt voor allochtone mantelzorgers in het eigen stadsdeel. Wat gaat men vanuit de stadsdelen daaraan doen? Welke actie gaat men daartoe ondernemen?” De heer Linthorst, wethouder in Oud-Zuid en mevrouw Sordam, ambtenaar in Bos en Lommer. De heer Linthorst: “Mantelzorg is een van de belangrijkste kaders waar de Wmo op drijft, omdat er heel veel mantelzorg plaatsvindt zonder dat de mensen van zichzelf weten dat ze mantelzorgers zijn. Het is vaak een groot probleem dat mensen overbelast raken. Daarom is het belangrijk dat voorzieningen bereikbaar zijn, zodat deze mensen niet achteraf ontdekken welke mogelijkheden er zouden zijn geweest. Stadsdelen moeten zorgen dat onder de bevolking bekend wordt wat zij te bieden hebben op dat terrein. Dat geldt met name voor allochtone vrouwen ten aanzien van de zorg voor hun familieleden. Ik vind dat een mantelzorger die zich bezighoudt met iemand – allochtoon of niet – met psychiatrische problematiek recht heeft op heel veel steun, maar ook op kennis. Veel mantelzorgers weten niet hoe je met mensen met een psychiatrische problematiek moet omgaan.” Mevrouw Sordam: “Wij hebben APCP opdracht gegeven voor het ontwikkelen van een participatiemodel. Stap twee is de groep mantelzorgers uit te breiden. Bos en Lommer is in gesprek met Mentrum en de kerngroep mantelzorgers om te kijken hoe dat doel het best bereikt kan worden.” Eddy Linthorst complimenteert Bos en Lommer met het niveau van zorg voor mantelzorgers. Oud Zuid wint deze ronde aan groene kaarten.
10
De heer Linthorst en mevrouw Sordam
Thema 4 – Mensen met een verstandelijke beperking Arnold Berkhout: “Wij zijn als LFB een belangenorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking en die groepering mis ik in Amsterdam. Ik zie hier ook mensen die aan de zijlijn zitten. Ik hoor veel over de mantelzorg, de GGZ enzovoort, waarom ontbreekt de doelgroep van de LFB? Wij hebben ook recht om mee te doen in de maatschappij. Wij kunnen niet zonder hulp. Wat doen de stadsdelen voor mensen met een verstandelijke beperking” Mevrouw Dorsman, beleidsmedewerker in Amsterdam-Noord de heer Deenik, beleidsmedewerker in Oud West Mevrouw Dorsman: “In Noord wonen veel mensen met een verstandelijke handicap. Het is waar dat die mensen niet betrokken zijn in het beleid. We kennen ze eenvoudig niet. Het is belangrijk dat vanuit de Wmo deze groep expliciet genoemd wordt. Het is een groep die je wel moet betrekken bij het opzetten van voorzieningen. We zijn bezig om ons voor te bereiden ook met deze mensen te gaan werken. Er zijn expertmeetings gehouden met allerlei doelgroepen, ook met hen. Daarbij ging het om de vraag wat zij willen om plezierig in het stadsdeel te kunnen wonen. Wij waren verrast over de enorme input en de vele suggesties. We doen ook aan deskundigheidsbevordering van de verschillende organisaties voor de begeleiding van deze mensen.”
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
De heer Deenik: “Hoe bereik je mensen met een verstandelijk beperking? Je kunt ze via de beschermde woonvormen bereiken en dat lukt ook wel. Daarbij gaat het vooral om mogelijkheden voor de besteding van hun vrije tijd. Het is bekend dat deze mensen zich vaak erg vervelen. Van betrokkenen die niet in een vorm van beschermd wonen verblijven, weet het staddeel gewoon niet wie het zijn. MEE heeft wel wat adressen van deze mensen, maar het is aan deze mensen zelf om te beslissen of zij van voorzieningen gebruik willen maken. In Oud West bestaat een kwartiermakersproject dat zich richt op de vrijetijdsbesteding van mensen met een verstandelijke beperking. Dat project wordt getrokken door de Stichting Prisma, die samenwerkt met Combiwel, Cordaan en MEE.”
Mevrouw Dorsman en de heer Deenik
Uit deze ronde komt Oud West als winnaar naar voren.
Thema 5 - Toegankelijkheid gehandicapten Jan Willem van der Raad: “Wat doet uw stadsdeel op het terrein van de toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van openbare gebouwen voor gehandicapten in uw stadsdeel?” Anke Spijker: “Er ging zojuist een ingelijst convenant langs, een afspraak tussen de gehandicaptenadviesraad Westerpark en het stadsdeel Westerpark. We hebben daarin afgesproken dat de WMO-
11
adviesraad altijd geraadpleegd wordt als er plannen worden gemaakt die mensen met een beperking aangaan. Dat hoeft natuurlijk niet in elk stadsdeel op die manier geregeld te worden. Wat doen de stadsdelen echter formeel om de stadsdeel-cliëntenorganisaties bij het stadsdeel te betrekken?”
is een uitgelezen kans dat niet alleen de openbare ruimte, maar ook de woningen beter toegankelijk gemaakt worden. De dagvoorzitters vragen nu alle debatdeelnemers naar voren te komen. Iemand moet met de overvolle Wmo-koffer naar huis! Het publiek kan - via applaus - hun waardering aangeven voor het stadsdeel dat het beste antwoord heeft gegeven.
De heer de Bood
De heer De Bood, wethouder in Geuzenveld/Slotermeer: De heer de Bood: “Ik word ingefluisterd door Cor van Drongelen, voorzitter van de multiculturele huiskamer Stichting De Brug, die voor dit stadsdeel de patiënten/consumenten vertegenwoordigt. Ik ben van beroep fysiotherapeut. Ik ging er in mijn werk altijd vanuit dat je aan cliënten kunt zien wat er stoort. Ik had het gevoel dat ik als bestuurder er voor kon zorgen dat cliënten tijdig zouden worden betrokken, maar in de praktijk valt dat echter vies tegen. Ik merk dat vanuit het bestuur moet worden nagegaan of alles wat op papier wordt afgesproken ook daadwerkelijk gebeurt in de praktijk. Dat betekent luisteren naar bewoners, hun klachten serieus nemen en in je eigen buurt rondkijken wat er misgaat. Je zult contact moeten opnemen met mensen en op die manier bijvoorbeeld er achter komen wat het betekent als je in een rolstoel zit.” Vraag: Worden de woningbouwcorporaties ook betrokken bij nieuwbouwplannen? De heer De Bood antwoordt dat dat natuurlijk het geval is. In Geuzenveld/Slotermeer gaan in het kader van de stedelijke vernieuwing heel veel woningen en openbare ruimte op de schop. Dat Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
Wie wordt de winnaar van de WMO koffer?
Vervolgens wordt er per debatdeelnemer geapplaudisseerd en blijkt dat ……..ZuiderAmstel de winnaar is!!!
De vertegenwoordiger van ZuiderAmstel krijgt niet alleen de Wmo-koffer, maar ook een ‘reischeque’ mee (een tegoedbon voor een gratis adviesgesprek met de vertegenwoordigers van de drie stimuleringsprogramma’s).
Mevrouw Bezuijen neemt de Wmo-koffer in ontvangst
12
De beleidsmedewerker van ZuiderAmstel mevrouw Bezuijen zegt toe dat zij een overzicht maakt van de totale inventarisatie van de koffer (dus inclusief de door het publiek toegevoegde voorwerpen) en dit naar alle stadsdelen stuurt.
Inge Wiese reikt de reischeque uit
De projectleiders van de drie stimuleringsprogramma’s nodigen zichzelf uit voor het stedelijk Wmo-overleg van alle stadsdelen over de totale inhoud van de Wmo-koffer. De aanwezige wethouders en ambtenaren krijgen de DVD Wmo-OOh! en een doosje Amsterdammertjes als dank voor hun inzet.
DVD’s en Amsterdammertjes voor stadsdeelvertegenwoordigers
De middag wordt afgesloten om 18.30 uur
Wmo-conferentie “Eenheid in Verscheidenheid” 20 mei 2008
13