Wijzer
de
Jaargang 2011-2012
KRINGBLAD NIEUWE FILOSOFISCHE KRING
HUGO MATTHYSEN Na filosofie kan toch humor komen!
HET GLAZEN HUIS Een doorzichtige moraal…
HANNAH ARENDT Een bruisend leven
DE BEELDBUIS Maar je ziet niet alles…
IERSE LYRIEK DR.GONZO DIVERTISSEMENT PROZA PANTA RHEI AESTHESIS
DE ONDERWIJZER
Nummer 2
EDITORIAAL
FLAT! MENU *** Editoriaal ..............................2 Overleven .............................4 Erasmus ................................7 Oogpunt ...............................8 Proefstuk ..............................9 Onderwijzer .......................11 Uil van Minerva ..................12 Uitgelicht ............................14 Dr. Gonzo ..........................16 Het Kritieke Woord ............18 Ongebonden ......................19 Aesthesis .............................20 Panta Rhei ..........................22 Divertissement ...................23 Dixit ....................................24
***
Beste lezer
kan besparen. Alleszins, dat had ik van horen zeggen opgepikt.
Het is bijna 2012. Kerstmis en Nieuwjaar staan voor de deur. Hopelijk mag het volgend jaar allemaal nog beter worden!
Toevallig had ik nog een prangende vraag over energiebezuiniging. Dus ik riep: “E-man, help mij!”
Het einde van dit jaar gaat voor mij een beetje gepaard met een dubbel gevoel. Het Kyoto-protocol, dat in 2012 zou vervallen, werd op de klimaattop in Durban verlengd. In 2015 wil men tot een nieuw bindend akkoord komen over de verlaging van de broeikasgasemissies. Dat akkoord zou pas tegen 2020 moeten ingaan. Toch doen Dmitri, Yoshihiko en Barack een beetje moeilijk. Veel mooie woorden… Maar gaat het dit keer er wél van komen?
Voor ik het wist stond hij voor mij. Hij stonk enorm, want, zei hij, hij gebruikte geen Dash, omdat dat het water vervuilde. Inderdaad, hij gaat er wel heel fel over! “Meneer E-man, de Leuvense Universiteit en u willen toch zoveel mogelijk energie besparen, niet?” Hij knikte heel energiek. “Uiteraard! Red de wereld. Spaar energie! Dat is ons motto!” Ik zuchtte.
Ikzelf ben iemand die gelooft in de kleine ingrepen in de eigen Lebenswelt, eerder dan die op papier, over de hele wereld rondgestuurd. Alle beetjes helpen. Toch zijn studenten daar wel eens wat laks in. Luister daarom naar het advies van vadertje Sterkens. Zet je verwarming op kot af als je naar de les moet. Sorteer je afval. Laat het licht in de badkamer niet branden. Je kan zoveel doen! En zat zijn, is geen excuus! Ook niet in Leuven!
“Kan u mij dan eens IN GODSNAAM uitleggen wat die flatscreen in de bibliotheek van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte hangt te hangen? Dan moet ge niet bitchen over een lampje of twee als ge tegen 86 kWu per jaar niet meer dan nieuws uit de Dagkrant en info of foto’s van de bib toont! Ik koop wel een krant. En die rol ik dan ook nog eens op en daarmee klop ik op uwe kop. En nu gaat gij naar Mark Waer! En zeg hem dat dat ding weg moet! En als hij het toch wil houden, dat hij er dan een waardige gazet mee toont: deWijzer!
Als je er echt niets van bakt, dan kan je nog altijd roepen: “E-man, help mij!” En dan komt er zo’n kerel in een janetterig gekleurd pakje aanvliegen (goeie God, zo’n lelijke kleuren!) en die komt je dan advies geven over hoe je energie
Van uw hoofdredacteur DIMITRI STERKENS DDW
2
Colofon deWijzer is een blad voor en door de studenten van het Hoger Istituut voor Wijsbegeerte. Een elektronische versie kan u altijd vinden op www.nfk.be. Voor vragen, opmerkingen en lezersbrieven kan u terecht bij
[email protected].
HOOFDREDACTEUR DIMITRI STERKENS Redactie Lise Zeguers, Nina Roox, Anne-Marie Thijs, Hans Dewitte, Massimiliano Simons, Quinten Evens, Tim Christiaens, Hannah Keisers, Willeke Martens, Jeffrey Meskens, Pieter D’herde, de Sfeerfee, Anobliempje, Koen Dorleman, Jens Dissevelt, Elly Suys, Elisabeth de Lichtervelde, Kasper De Sutter, Marie Vanwingh.
HIW Kardinaal Mercierplein 2 3000 Leuven
Lay-out en eindredactie Dimitri Sterkens
Jaargang 2011-2012 Nummer 2 Maandag 19 december 2011 Oplage: 120 exemplaren GRATIS Drukkerij: De Raaf
Speciale dank gaat uit naar het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte en LOKO voor de sponsoring; Quinten Evens: het snelste redactielid ter wereld; Hugo Matthysen, omdat ge den echte waart, het hoge percentage vrouwelijke bijdragen in deze editie en Pieter D’herde. Het is een klootzakske.
De standpunten die in deWijzer worden uiteengezet, komen niet noodzakelijk overeen met de mening van het HIW, NFK of deWijzer zelf. Verontschuldigingen op voorhand voor eventuele schrijffouten. Geen verontschuldigingen voor tantjebetjeconstructies.
Iedereen is welkom op de redactievergaderingen. Deze zullen op tijd en stond aangekondigd worden. Opinie, reactie en analyse mogen ingestuurd worden naar
[email protected].
3
OVERLEVEN Is er na studies in de wijsbegeerte nog hoop voor de filosoof? Grotendeels niet, maar natuurlijk zijn er ook exemplaren die, tegen alle statistieken in, een goede job vinden en grootse dingen doen met hun wijsheid!
.
HUGO MATTHYSEN .
deWijzer zakte voor deze editie af naar het verre Hove voor een interview. Onze stylo, dictafoon en camera troffen daar niemand minder dan Hugo Matthysen aan. Wij filosofen mogen gerust zijn: na filosofie is humor absoluut niet uitgesloten. dW: De eerste vraag is misschien wat cliché, maar we gaan ze toch stellen. Waarom filosofie? Goh, waarom? Ik heb als middelbare scholier al veel dingen gelezen. Ik denk dat ik een brede culturele interesse had. Het was ook zo in de jaren '70 dat er mentaal veel gezweefd werd (nu nog steeds jammer genoeg). Dat was voor mij een aansporing om me in 'the real thing' te verdiepen. dW: Was het uiteindelijk wat u er van verwacht had? Eigenlijk wel ja. Ik heb er nooit spijt van gehad. Het heeft me niet geholpen om aan een job te geraken, maar dat is bij niemand het geval, want je komt filosofen overal tegen. Voor ik begon hadden ze mij gezegd dat wanneer je filosofie studeert je een brede algemene ontwikkeling krijgt en overal wel ergens terecht kan, bijvoorbeeld in de journalistieke sector. Dat zullen ze jullie ook wel wijsgemaakt hebben (deWijzer lacht beamend). Toen was er ook nog de mogelijkheid om godsdienstleerkracht te worden. Daar was in die tijd een tekort aan. Dat heeft mijn ouders dan gerustgesteld. De enige echte jobaanbieding die ik ooit heb gekregen heb, is om docent te worden aan een seminarie in Kinshasa.
Om het zinloze idee in stand te houden dat ik misschien nog godsdienstleerkracht kon worden ben ik maar naar Leuven gegaan. dW: Had u een voorkeur? Om eerlijk te zijn, Antwerpen. We hadden een heel kleine faculteit. We zaten met een vijftiental in onze richting. We zijn begonnen met zestig, maar rond Kerstmis zijn daar vijfenveertig van afgevallen. Er zat daar van alles tussen wat je niet wil weten. In Antwerpen was het dus klein en overzichtelijk. In Leuven kwamen daar ook nog studenten vanuit Kortrijk bij. dW: Wat voor student was u? Ik was geweldig geïnteresseerd. Ik las ook dingen puur uit interesse, maar ik was toch wel van het type dat altijd een evenwicht zocht tussen de inspanning en de te beogen resultaten. Ik was meer van het hakken-overde-sloot-type. Toen was het systeem ook nog dat je examens had op het einde van het jaar en voor mij was dat wel een goed systeem. Dat was een vorm van topsport. Met Pasen begon ik te panikeren, moest ik cursussen bijeen zoeken en dan zes weken 'vollenbak' gaan.
dW: U heeft zowel in Antwerpen als in Leuven gestudeerd. Waarom aan beide universiteiten? Antwerpen was nogal evident, omdat ik in de buurt woonde. In Antwerpen was de opleiding enkel de eerste twee jaar. Dus we moesten daarna kiezen tussen Leuven, Gent of Brussel.
4
dW: Waar was u nog zoal mee bezig in die periode, naast filosofie? Heel veel met muziek, wat ik nu nog doe, liedjes maken. dW: Heeft u een favoriete filosoof of iemand die u in die tijd aansprak? Ik heb mijn thesis gemaakt over Nietzsche, die sprak mij wel aan. Ik moet wel bekennen dat ik eerst van plan was mijn thesis te maken over een Engelse taalfilosoof waarvan ik de naam al vergeten ben. Die had een boek geschreven over 'the meaning of it' (zoals in “het regent”), maar ik had al snel door dat dat me veel te veel werk zou kosten. Nietzsche was nog tamelijk literair, dus vandaar. In Antwerpen hadden wij ook een jaar lang Spinoza. Dat vond ik geweldig. Dat was een heel andere periode dan nu. In Antwerpen waren de universiteiten nog apart. Het was toen UFIA van de jezuïeten, dus we hadden ook Thomas van Aquino en ook een nu totaal vergeten filosoof, Blondel, een soort bergsoniaanse katholiek. Het boek eindigde met de verheerlijking van Onze–Lieve–Vrouw, Het had toen ook nog iets van theologie. Ook in Leuven legde men veel nadruk op
“ Ik ben altijd een aanhanger geweest van een soort pseudologica of retoriek. ” middeleeuwse wijsbegeerte. Ik vond dat vooral exotisch. Namen als Isodorus van Sevilla of Beringarius van Tours, die spreken tot de verbeelding.
LOGICA dW: Denkt u dat filosofie uw houding of visie tegenover zaken erg heeft veranderd? Ik denk het eigenlijk niet. Misschien wel wat aangescherpt. Filosofie is voor mij een belangrijke opleiding geweest in het leren lezen wat er staat of wat jij denkt dat er staat. Het is belangrijk om niet direct een oordeel te vormen en om na te denken over jouw interpretatie. Je komt ook wel eens mensen tegen die enorm geïnteresseerd zijn in filosofie en zomaar klakkeloos van alles beginnen te lezen en samenknopen. En zo ontstaan dan rare ideeën. Filosofie helpt je met je voeten op de grond te zetten. Filosofie doet je beseffen dat je er eigenlijk maar een fractie van kent. Als je in de opleiding tien filosofen deftig gelezen hebt, zal het veel zijn. Voor de rest is het meer een cultuurgeschiedenis eigenlijk. Ik heb altijd al de neiging gehad niet meteen te geloven wat mij gezegd werd en de filosofie-opleiding heeft dat wat aangescherpt. Ik ben altijd een aanhanger geweest van een soort pseudologica of retoriek. En dat past daar wel in. dW: Wat heeft u meteen na de opleiding gedaan? Ik zat toen met de ellende dat er nog verplichte legerdienst was. Er was een keuze tussen legerdienst of burgerdienst. Die burgerdienst duurde twintig maanden en dat was een heel administratief gedoe dus het heeft heel lang geduurd voor ik daar kon beginnen. In die periode was ik voornamelijk werkloos. Ik heb wel zo'n zes weken bij een elektricien gewerkt. Daarna heb ik dan de burgerdienst gedaan en ik was tegelijk ook met muziek bezig. Vervolgens ben ik aan de slag gegaan bij een Antwerps–Brussels reclamebureau. Daar kon ik aan de bak als
copywriter. Toen ik daar een week zat, ik schreef ondertussen ook voor de radio, had ik uitgerekend dat ik best zelfstandige kon worden. Zo ben ik dan officieel auteur– componist geworden. Ik vond dat wel chic!
paar jaar voor mij is afgestudeerd tegen mij zei “Enfin, ik heb nu die filosofie gedaan, fijn. Dat betekent meteen dat ik een geweldige hobby heb voor als ik op pensioen zou gaan.” Die
dW: Heeft u ooit gedachten gehad als “Ik vind niets dat ik kan gaan doen met mijn studie filosofie”? In die periode, de jaren ‟80, was er een echte crisis. Een crisis waar deze niets bij is in vergelijking. Er was enorm veel werkloosheid. Al die babyboomers, waartoe ik ook behoor, kwamen tegelijk op de arbeidsmarkt. Iedereen in mijn omgeving was werkloos. Jan Leyers heeft bijvoorbeeld anderhalf jaar kruiswoordraadsels opgelost bij een werknemersvereniging, waar hij via een of ander nepstatuut was binnengeraakt. Dat ging zo bij iedereen… dW: Als u nu terugblikt, bent u dan echt tevreden over uw studie of zou u misschien iets anders gestudeerd hebben? Nee, ik denk dat ik het zeker terug zou doen. Het enige wat ik misschien anders zou doen is de bijrichting. Ik heb toen Pol & Soc gekozen. Achteraf gezien had ik misschien beter Germaanse gedaan. Ik moet er ook bij zeggen dat ik niet had verwacht dat wij economie gingen krijgen. In het eerste jaar viel dat mee, maar in het tweede jaar was dat geweldig wiskundig. Ik was daar absoluut niet goed van, dat ging ineens over afgeleiden, asymptoten en differentialen. Ik heb toen nog bij de Slegte handboeken van het middelbaar gekocht om dat wat bij te spijkeren en om mij er wat door te puffen. En het is mij nog gelukt ook! dW: Het verleden even achterwege latend, bent u nu nog met filosofie bezig? En marge wel. Om maar iets te zeggen, dat boek van Safranski over Heidegger, dat heb ik wel gelezen toen dat uitkwam. Of dat van Lévy over Sartre, dat soort dingen. dW: Dus enkel nog het lezen van filosofische boeken? Ja. Om mij daar nog echt terug in te gaan verdiepen... Ik weet nog dat iemand die een
5
was toen 25 jaar. Ik was toen wat gechoqueerd. Gechoqueerd is een groot woord, ik vond het wat raar. Achteraf gezien had hij nog wel een punt. Je kan zoals ik en marge daar wat over lezen, maar als je dat echt wil volgen is dat een fulltime job. En dan kan je nog maar één minuscuul onderdeeltje volgen. Ik heb het altijd als een vorm van hersengymnastiek beschouwd. Dat is de reden waarom degenen die het volhouden het effectief volhouden. Als je bijvoorbeeld Thomas van Aquino of in het ergste geval Hegel moet bestuderen op puur inhoudelijke gronden, dan houd je dat volgens mij niet vol. Je moet kijken hoe de puzzel in elkaar zit. Je moet ertoe bereid zijn wanneer je Thomas van Aquino leest, daar raakt het een beetje de fictie, in de premissen te stappen. “Laat ons maar aannemen dat God bestaat, we zullen dat nu eens gaan bewijzen.” Je moet je niet afvragen “Waar zijn wij in godsnaam mee bezig?”. Die vijfenveertig die na het eerste semester afhaakten, daar waren er veel bij die wel zo dachten. Als het woord Thomas van Aquino viel, dan hoorde je direct “En de kruistochten? En de inquisitie!” Wij hadden zo wat boeddhisten, revolutionairen, een beetje vanalles. In het begin is het wat saai, maar
“ Eet niet teveel, dan zal het u beter smaken! ” . uiteindelijk gaat het alleen over de teksten. En niets meer.
voordat je opmerkt dat er een gedachtesprong gemaakt is die misschien niet correct is.
dW: Vindt u filosofie terug in andere dingen die u al gedaan heeft? Zeker niet rechtstreeks, denk ik. Ik heb altijd al iets gehad met wereldbeelden. Bijvoorbeeld, in de dingen die ik voor Humo heb geschreven, daar heb ik altijd geprobeerd om er een soort van pseudologica in te steken. Ik vertrek altijd van een premisse en ik probeer de rest altijd consistent te houden of de rare denksprongen of denkfouten die erin zitten wat onder het tapijt te vegen.
dW: Zou Clement Peerens een filosoof kunnen zijn? Oei, ik denk het niet. (stilte) Karakterieel misschien wel. (stilte) Ik denk het eigenlijk niet. Ik zou ook niet weten wie dan eigenlijk. Nee. Waarom, had je aan iemand gedacht?
dW: Vooral logica dan? Ja, eigenlijk wel. Deze week in Humo staat er een verhaal over Ivanhoe die in Leuven terechtkomt. Kannibalen staan daar op het punt om hem te roosteren en hij mag een laatste wens doen. Dan beginnen ze daarover te discussiëren en komen ze tot de slotsom dat als je laatste wens je voorlaatste is, dan moet je eerste overlijden en verrijzen om een tweede keer te kunnen sterven, om in het licht daarvan je tweede wens te doen. Als dat zo is, dan moeten zij hem beschouwen als Jezus de verlosser die opgestaan is uit de dood. Dat hangt met haken en ogen aan elkaar . Voor mij is het een sport om dat er samenhangend en doordacht uit te laten zien, zodat je niet direct voelt dat er iets niet klopt wanneer je het leest. In het ideale geval zit je al een alinea verder
dW: Nee, hoor. Gewoon uit nieuwsgierigheid…
ZINGABURIA dW: Nu de filosofie achterwege latend: waar bent u nu mee bezig? Ik ben nu bezig met een reeks voor Ketnet. Die heet Zingaburia en gaat zondag (11 december, red.) officieel van start. Ze zijn volop bezig met de montage. Het is een Kulderzipkenachtige reeks. Ik mag dat niet hardop zeggen - want het moet altijd nieuw zijn - maar het zit wel wat in die sfeer. dW: Over wat gaat Zingaburia? Het gaat over drie personages en een piloot die op het ruimteschip „Zingaburia‟ zitten. Ze gaan op vakantie naar de planeet „Azifrikameropa‟, maar ze zijn wat verdwaald. Onderweg gebeurt er van alles. Er komt altijd een slechterik of iemand waar iets raars mee is
aan boord. Op dat punt is het vergelijkbaar met Kulderzipken. En het loopt altijd geweldig goed af. Er zit ook veel muziek in, het grootste deel geschreven door Ronny Mosuse en een deel door mezelf. dW: Kunnen we nog grootse dingen van u verwachten de komende jaren? Volgende zomer gaan we terug een CPeXtourtje doen. We zullen wel een nieuwe plaat of alleszins een paar nummers uitbrengen. Daar ben ik nu ook al half mee bezig. Wellicht komt er een tweede reeks van Zingaburia. Die beslissing valt een van deze dagen. Voor de rest weet ik het nog niet. dW: Als eindvraag, erg persoonlijk, maar het moet. Wat is uw lievelingseten? Goh, ik zal eerlijk zeggen dat mij dat niet geweldig interesseert. Een van de lekkerste dingen dat ik ooit heb gegeten, was een ordinair pak friet. We kwamen eens met wat vrienden terug van vakantie in Spanje en we moesten ergens overnachten. We gingen uit eten en belandden ergens totaal overprijsd, een nepkasteel in Frankrijk, waar we moesten aanzitten aan het diner tussen de rijke Hollanders van wie de dikke Mercedessen op de parking stonden. Dat was very chic. De dag erna reden we in Frankrijk om de een of andere reden van de weg af richting Charleroi. We kwamen we aan in Nîmes, een dorp dat drie keer niks is. In het centrum stond daar vroeger een frituur. We zijn daar toen om 6 uur ‟s avonds een pak friet gaan eten. Ik had daar meer voldoening van dan van dat chique diner. Dat is een goede illustratie van de wijsheid “Honger is de beste saus”. Jeroen Meus kan zeggen wat hij wil, hij zou moeten beginnen met “Eet niet te veel, dan zal het u beter smaken”. (hilariteit) dW: Hartelijk dank voor het interview en veel succes in de toekomst!
. LISE ZEGUERS & NINA ROOX
6
ERASMUS Ze vliegen uit naar andere landen om de vreemde stromen op te snuiven en te leren van het verschil. Wij kregen post van onze wijsgerige uilen over hun ervaringen in het buitenland!
IERSE LYRIEK VAN HANS DEWITTE . Aan de onbekende NFK‟er — Een eerstejaar, die‟k nog ontmoeten zal Of een goedverscholen jaargenoot — Een verslag uit Ierland‟s groene velden.
Hoe zelf de was te doen en koken te vermijden, Iers te spreken en verstaan en Iers te drinken zonder dood te gaan: dat en minder heb ik ondergaan.
Wat eerst aan bod? De taal, de rosse mens, Het bier, of ἁκαδήμεια misschien? De craic, de Guinness, tithe tábhairne De vakken, proffen en bibliotheek?
Ga voor maanden naar het buitenland Stuur brieven, groei een snor en praat een taal die lang geleden dood had moeten zijn Beleef ofwel bedenk een straf verhaal.
“Eerst zeg ons Hans, de Iersheid, wat is dat? “Een Ier, hoe ziet een echte Ier eruit?” De Ier dat is een eigenaardig beest Dat vriend‟lijk is maar binnenin vergaat:
Word aangezien als Duitser, laat ze. Waan je Goethe en schrijf pentameters (of toch iets dergelijks) en maak er je verslag van. Herbeleef de Romantiek.
verzuipt in regen, in verscholen schuld Katholiek en Freudiaans en ros D‟Engelsman haat maar stiekem imiteert: CCTV en schulden importeert.
Bewandel bergen, zie een schaap of twee Fotografeer een episch rotslandschap Eigen jezelf een hond toe, voor een dag Benoem hem en vergeet hem op een eiland.
Niet allemaal natuurlijk, de idee van Ier is al wat ik probeer te schetsen Maar veralgemeen er maar op los: Ze zingen, dansen, en het regent steeds.
Verheerlijk Leuven voor de inboorlingen Wees een expert in België en bier Bespreek de politiek maar niet te lang Het mysterie moet intact blijven.
Deugden: hoe ging het met mijn moraal? Zelfredzaamheid, dat stoïcijns verhaal heb „k uitgetest op kosten van de staat Hypocrisie neem ik er gaarne bij.
Mis de Lounge, die zoete muffe geur Maar niet te veel: die maatstaf is niet eerlijk Aarzel niet om terug huiswaarts te komen Je hebt daar nog maar anderhalf jaar.
Wat heb ik geleerd in deze maanden? Welke talenten heb ik hier ontplooid, (Bijna) alleen in dit exotisch land? De levenslessen zijn haast niet te tellen.
HANS DEWITTE
7
OOGPUNT Een Filosoof is allesbehalve een paard. Van oogkleppen krijgt hij allergieën. Perspectieven zijn een remedie. In deze rubriek toont onze ruiter zijn perspectief op reeds bereden paden.
.
WE DON’T GIVE A SHIT!
Er valt dezer dagen weer moeilijk naast te kijken: Studio Brussels paradepaardje staat uitgeklapt aan het Martelarenplein in Leuven. Klaar om plaatjes te knallen, klaar om acties met lof te overgieten, klaar om kleurrijk het goede doel te steunen. Maar waarom geven we alleen geld als half België meedoet?
gebeuren als ons goede doel maar genoeg vermeld wordt in de media en als de hele bevolking meedoet. Als het goede doel in ons gezicht staat te brullen: “Tom Dice speelt een concert ten voordele van de aardbeving in Japan!” Waarom rolt ons geld pas wanneer we een leuke slogan horen? Waar is onze intrinsieke motivatie?
Een week lang opgesloten zitten in een glazen huis, dat is de tol die de presentatoren van Music For Life moeten betalen. Over het hele land worden acties ondernomen. Het geld wordt meestal live geïnd – u kent het concept ondertussen ook al. Radio- en tv-spotjes zijn reeds op voorhand verspreid en van tijd tot tijd wordt de actie in een of ander journaal vemeld. Het resultaat is dat zowat heel België weet dat Studio Brussel iets doet met kak of tegen ziektes of wat was het nu ook al weer?
Het moet aan de kaak gesteld worden hoe weinig we intrinsiek gemotiveerd zijn als het aankomt op goede doelen. We laten ons emotioneel leiden door allerlei reclamespotjes en een soort collectieve golf van melevendheid. Dat geldt niet als intrinsieke motivatie: de naam van je jeugdbeweging op de radio laten komen is geen goede motivatie om “het Zuiden te helpen”. (Het komt trouwens marginaal over om “Haacht ruleeees” in de microfoon te roepen.)
De actie is doorzichtig en prototypisch: elk jaar vinden er een handjevol van deze sympathieke ondernemingen plaats. U hebt toch ook gestort toen een tsunami over Indonesië rolde? Wat een verbondenheid kenden we toen! Wat waren we toch een hecht, sympathiek en vooral hulpbiedend landje! Wie sprak er nog over communautaire kwesties? We zijn toch allemaal mensen van vlees en bloed?
Natuurlijk rolt het geld wel. Meer zelfs dan de presentatoren ooit hadden durven hopen. Toch stoot het voor de borst dat er zo weinig mensen echt
Het lijkt er sterk op dat we mensen van vlees en bloed zijn. Dat we medelevende, hulpbiedende mensen zijn, lijkt echter minder voor de hand te liggen. Sterker nog, het lijkt alleen te
8
weten waar ze mee bezig zijn. Dat ze met overtuiging kiezen voor een project. Dat ze ook het wat, wie en hoe kennen van hun doel en dat ze niet kiezen voor Studio Brussel en iets met shit. Consequentialistisch gezien moeten we niet klagen. Ook dit jaar zal er een fijn bedragje staan op de rekening van een derdewereldland. Een feitelijke motivatie zal er echter weer niet inzitten. Geld geven is goed, we leven in een goede wereld. Maar niet in de best mogelijke. We moeten meer nadenken. Music For Life is uitgemolken, maar dat mag niet zo met onze moraal zijn.
QUINTEN EVENS
PROEFSTUK De filosofie reikt veel verder dan de ivoren toren. Termen zoals Taalspelen, Meta-post-ontische ontologie en andere draken van woorden blijken ook van toepassing te zijn op de normale wereld. In deze rubriek zetten we iets op poten.
.
TELEVISIE, WAT U NIET GEZIEN HEEFT
De gemiddelde Belg kijkt, zo schreef De Standaard op 5 februari 2010, meer dan zestien uur televisie per week. We mogen hier dus spreken over een monsterlijk hoge tijdspanne. De vraag die wij, filosofen, ons dan moeten stellen is: "Wat hebben wij hierover te vertellen?". Eén van de taken van de wijsgeer is de reflectie op het leven van alledag. De werkelijkheid is immers meer dan liberalisme tegenover conservatisme, materialisme tegenover idealisme of empirisme tegenover rationalisme… Soms biedt het uitzicht vanuit onze ivoren toren een prachtig zicht op de alledaagse activiteiten van onze samenleving. Daarom wil ik in deze tekst een aantal filosofische ideeën (vooral die van Slavoj Zizek en Gilles Deleuze) toepassen op een paar recente evoluties in onze televisiegeschiedenis. Ik zal proberen drie domeinen te belichten vanuit drie concepten. Die veranderingen zijn het breken van grenzen in zowel het uitzenden als de uitzending van televisie, de rizomatisering van de serie en de Disneyficatie van films. Maar wees gerust, ik zal jullie niet onbewapend voor de postmoderne leeuwen gooien. Dat „termengezwaai‟ dient een hoger doel dan grootspraak!
GRENZEN .
Laat ons van start gaan met te achterhalen welke grenzen verbroken worden heden ten dage. Sinds het ontstaan van de beeldbuis is er een tamelijk evidente scheiding geweest tussen de televisie en de kijker. Daar was het de televisie die actief informatie overbracht aan de kijker die deze info passief ontving. Later is er in de televisie zelf nog een onderscheid bijgekomen, namelijk dat tussen de uitzending en de reclame. Wat we de laatste tiental jaren echter zien gebeuren,
.
.
is dat beide onderscheidingen op de helling komen te staan. Wat dat betekent, zullen we eerst uitleggen voor de splitsing actief uitzenden - passief ontvangen en vervolgens voor uitzending - reclame.
het eigenlijk de televisie is die voor ons ontspant. De lachband is nog een tamelijk onschuldig voorbeeld, maar in de reclamesfeer zien we een haast totalitaire toepassing van dat principe. Vroeger zat een spotje gemakkelijk in elkaar. Het te verkopen product werd namelijk met de gebruikelijke overdrijvingen en misvattingen aangeprezen. Tegenwoordig bezitten sommige reclamespotjes een ingenieuze interpassieve techniek. Het beste voorbeeld is een reclamefilmpje van Wagner Pizza dat het product 'piccolini's' moet aanbieden. Eerst wordt het product geprezen op de gebruikelijke manier, waarna wordt overgeschakeld naar een paar vriendinnen die die boodschap bekritiseren (“Geloof je dat nou zelf?”, vragen ze zich af.). Daarna eten ze zelf zulke piccolini's en het genot is van hun gezichten af te lezen. Wat Wagner Pizza doet, is onze reactie van kritiek op reclame zelf overnemen, zodat wij lekker passief achterover kunnen leunen. De reclame bekritiseert zichzelf al (en weerlegt die kritiek op dubieuze en circulaire wijze). Wat zouden wij dan nog moeten doen? Het resultaat hiervan is de creatie van een kudde makke, pizzavretende lammetjes. Ook de grens tussen programma's en reclame is vervaagd. Reclame is nu impliciet aanwezig in programma's via product placement. Bovendien beginnen reclames meer en meer zelf series te worden. Dan denken we maar aan de Dashreclames die op elkaar aansluiten, Telenetreclames die zodanig op een televisieshow lijken dat ze zelfs een presentatrice hebben en Randstadreclames die naderhand commentaar geven op de Pappenheimers.
Vroeger was er alleen eenrichtingsverkeer van de buis naar de kijker. Die grens is vaag geworden. De eerste manifestatie daarvan is bekend, namelijk de interactiviteit. De kijker neemt deel aan de show. Hij kan sms'en, 'op de rode knop duwen', bellen, twitteren, etc. De mogelijkheden zijn eindeloos. Achter die schijnbaar positieve verandering gaat echter het duistere broertje van de interactiviteit schuil: interpassiviteit. De kijker neemt niet alleen de activiteiten van televisieprogramma's over, maar die uitzendingen nemen ook de passieve reacties van de kijker over. Voor programma's is het duidelijkste voorbeeld de lachband. Wij hoeven niet meer te lachen (wat trouwens moeilijk is omwille van de slechte kwaliteit van de moppen van programma's die van een lachband gebruik maken, en ja, ik heb het hier bijvoorbeeld over Friends) De televisie doet dat voor ons. Het gevolg is dat men, na een stressvolle dag, toch het gevoel kan hebben van zich te ontspannen, terwijl
9
RIZOMATISERING .
De tweede evolutie is de rizomatisering van televisie. Die postmoderne term kon ik de lezers niet ontzeggen en daarom zal ik ook mijn uiterste best doen om Gilles Deleuzes neologisme zo helder en kort mogelijk uit te leggen. Een rizoom is een organisatiestructuur die niet hiërarchisch is. De klassieke manier om zaken te ordenen, is namelijk een hiërarchie opstellen waar (om het met een metafoor van Descartes te zeggen) er een gemeenschappelijke en oorspronkelijke stamboom is en van daaruit de takken vertrekken. Waar Deleuze op wijst, is dat de boom zou vallen, mocht ze niet verankerd zijn door haar wortels, of rizomen. Die wortels hebben een vreemde structuur. Ze kronkelen in, langs en via elkaar om zo een netwerk te vormen dat géén centrum heeft. Een mooi voorbeeld is het internet. Ze bezit een structuur, maar die is niet te reduceren tot een cartesiaanse boom. Het internet is een geheel van connecties die elkaar kruisen, met elkaar parallel lopen en zelfs elkaar tegenspreken. Ze is die connecties zonder dat er een centraal punt is. In series vinden we dezelfde tweespalt tussen hiërachische en rizomatische programma's, waarbij die laatste slechts de laatste tien jaar zijn opgekomen. Een hiërarchische serie is bijvoorbeeld House MD of Baantjer. De structuur van een aflevering is vrijwel altijd dezelfde. Ze vormt de stam van waaruit de verschillende concrete afleveringen zich vertakken. Misschien vraagt u zich immers
net als ik, af waarom De Cock niet meteen iets gaat drinken bij Lowietje, aangezien hij daar toch altijd pas achterhaalt wie de moordenaar is. Een rizomatische serie daarentegen is Lost. Daar vertrekt men vanuit de concrete verhalen van de afzonderlijke personages en zien we hoe die in elkaar verstrengeld zitten. Naarmate de serie vordert, krijgt men een beter zicht op het netwerk, maar nooit wordt er een structuur opgelegd die het geheel samenvoegt tot één rechtlijnige plot. De connecties lopen langs, via en tegen elkaar.
DISNEYFICATIE De laatste evolutie die ik wou bespreken, is de Disneyficatie van verhalen in films. Vóór de commercialisering van sprookjes waren kinderverhalen vaak doorspekt van geweld. We moeten hier maar denken aan opgegeten kinderen, gevilde boze wolven en de kwaadaardigheid van stiefmoedersten opzichte van hun stiefdochters (ze hadden blijkbaar nog nooit van nieuw samengestelde gezinnen gehoord). Bovendien was de boodschap die zulke verhalen uitdroegen, zelden ontzettend moreel verantwoord. Enkel wie mooi is, komt aan de bak, met 'slechte' mensen (maar wie bepaalt dat?) mag je de smerigste listen uithalen en moorden is absoluut oké. Walt Disney heeft dat allemaal veranderd. Momenteel zijn kinderfilms (en films in het algemeen) gepacificeerd en gemoraliseerd. Dat brengt echter problemen met zich mee. Waar geweld en het recht van de sterkste vroeger op de voorgrond traden, sluimeren ze nu nog latent op de achtergrond, maar daarom zijn ze niet minder indoctrinerend (net zoals subliminale reclame net zo effectief kan zijn als manifeste). Een mooi
10
voorbeeld uit de kindersfeer is Pocahontas, de lievelingsfilm van elk politiek correct racist. Op het eerste gezicht gaat het om een film die waarden als multiculturalisme, respect voor de ander en vrede vooropstelt, maar wie beter kijkt, ziet kolonialistische propaganda. Het blijkt immers dat de indianen absoluut niet de kracht hebben om de kolonisten te bedwingen. Ze hebben een blanke nodig, John Smith, om hun opperhoofd te redden. Hoe modaal en onbenullig kan een naam echter zijn? De boodschap is blijkbaar dat elke gemiddelde blanke volstaat om de indianen te redden. Bovendien is zo'n stuk onbenul het nog waard om met de dochter van het opperhoofd te verkeren, de meest begeerde vrouw van de stam. In James Camerons Avatar gaat men zelfs nog een stapje verder. Daar is het een rolstoelpatiënt die de inboorlingen redt, terwijl hij in zijn eigen maatschappij als „een loser‟ beschouwd wordt (waarmee ik natuurlijk niet gezegd heb dat dat ook zo is). Blijkbaar is een blanke loser genoeg om een ander volk te redden van de ondergang. Achter de schijnbare boodschap van multiculturalisme en politieke correctheid gaat een racisme schuil, waar zelfs de meest rechtse militant niet tegen op kan. Ik hoop vooral dat u genoten heeft van deze tekst en als er iets is wat ik hiermee heb willen bereiken, dan is het niet zozeer dat u akkoord gaat met mijn stellingen, maar dat u wanneer u de televisie aan zet, kijkt met een oplettend oog. In tijden waarin televisie geen luxe, maar een noodzaak is, moeten we beseffen dat zij ook het forum bij uitstek is van de grondtendensen van onze maatschappij. Het is dan ook de taak van elke filosoof die een beetje in onze samenleving geïnteresseerd is, om aandachtig het televisiegebeuren te observeren. Achter de schijnbaar willekeurige reeks van reclames, programma's en films, gaat een realiteit schuil die er niet altijd even fraai uitziet. .
TIM CHRISTIAENS
DE ONDERWIJZER Een goed georganiseerd onderwijs is geen vanzelfsprekendheid! Wees daar maar zeker van! Uw twee lieftallige onderwijsvertegenwoordigsters brengen verslag uit van enkele recente beslissingen. .
Wij zouden graag deze Onderwijzer willen aanvatten met een bedankje aan elke student die de online studentenevaluatie heeft ingevuld. NFK deed het beter dan elke andere kring! Applaus! Voor de meerderheid van de vakken in de Nederlandstalige opleiding beantwoordden vijftig procent of meer van de ingeschreven studenten de online evaluatie. Voor deze vakken kon dan ook formeel gehoor gegeven worden aan de eventueel minder goede scores. Ook de vakken die de kaap van vijftig procent niet haalden, werden geëvalueerd. Relevante opmerkingen werden in acht genomen en met verschillende proffen werd een evaluerend gesprek gevoerd. Zulke acties kunnen de kwaliteit van ons onderwijs enkel ten goede komen. Hoera! Maar we kunnen nog steeds beter! Deze evaluatie biedt iedere student de gelegenheid om negatieve punten over zijn lessen en docenten aan het licht te brengen. Ze toont aan dat de student wel degelijk een stem heeft en biedt een mooie kans om die luid te laten doorklinken. Maak gebruik van dat systeem en vink niet alleen bolletjes aan, maar geef ook opmerkingen waar ze nodig zijn. Op die manier hebben professoren een referentiepunt en kunnen er belangrijke aanpassingen doorgevoerd worden.
BRIDGING THE GAP Het semester is bijna ten einde. Een belangrijk aandachtspunt was de verbetering van de communicatie en interactie tussen internationale en Nederlandstalige studenten. NFK heeft een aparte functie in zijn presidium
gecreëerd om de internationale studenten bij de kring te betrekken en te integreren: PR. Zo zijn alle activiteiten en aankondigingen (graag gedaan, red.) tweetalig en wordt er regelmatig samengewerkt en gebrainstormd. Ook het HIW heeft dat punt op de agenda onder de leuze ‘bridging the gap’. Ze willen graag meer Nederlandstalige studenten in Engelstalige cursussen, maar constateren dat het Engels vaak een probleem vormt als het op papers of interactiviteit in de les aankomt. Het idee werd geopperd om aan Nederlandstalige studenten een cursus academisch Engels aan te bieden. Die zou voornamelijk gericht zijn op vaardigheden als schrijven en spreken. Er is nog veel werk voor de boeg, maar NFK en het HIW zijn al goed op weg!
K, R, Z, L en W De discussie over de K in de naam van onze universiteit bracht heel wat minder leuke onderhandelingen met zich mee. In de geest van die kwestie zouden de vakken RZL (Religie, Zingeving en Levensbeschouwing) en wijsbegeerte volgens sommige kringen en faculteiten optioneel gemaakt moeten worden. Het voorstel werd geopperd om ze eventueel met nog andere relevante vakken (economie, psychologie…) in een cluster van optievakken onder te brengen. Ons standpunt daarover is zeer duidelijk. Wijsbegeerte, maar RZL eveneens, zijn een essentieel onderdeel in de vorming die de KUL zijn studenten wil bieden. De Leuvense Universiteit wil niet alleen dat zijn studenten een brede kennis over hun vak vergaren, maar ook
11
dat ze gevormd worden als persoon. Wijsbegeerte en RZL stellen vragen over je plaats in de maatschappij, je relatie tot je medemens en de wereld etc. Kortom: ze bieden je een kritische reflectie over zowel je eigen vakdomein als de wereld om je heen. Dat standpunt hebben we dan ook bij LOKO met verve verdedigd en voorlopig kan onze hartslag weer een normale snelheid aannemen. Kringen zullen de invulling van die vakken herevalueren en specifieker gericht maken naar hun interesseveld, maar RZL en wijsbegeerte blijven voorlopig verplichte onderdelen in het curriculum.
FEEDBACK Kerstmis nadert en dat houdt onder meer in dat een nieuwe lading eerste bachelorstudenten zich heeft kunnen nestelen op het mooie HIW. Maar wat vonden zij nu van dit semester? Zijn de proefexamens nuttig en wordt er duchtig gebruik van gemaakt of blijken ze hun doel niet te bereiken? Graag krijgt de functie Onderwijs wat feedback van onze nieuwe studenten! Laat die oproep eveneens een stimulans zijn naar iedere andere filosofiestudent om opmerkingen en commentaren of structurele problemen aan ons te melden. Gelieve daarvoor gebruik te maken van ons allereigenste e-mailadres
[email protected]. Wij zijn vereerd om jullie mening te representeren en verdedigen op de POC en de Onderwijsraad! Met vriendelijke groetjes!
HANNAH KEISERS & SASKIA SCHELFAUT
DE UIL VAN MINERVA “De mens achter de filosoof” klinkt zo saai. Eerder de tegenwind, de duikelvluchten en de woeste stormen die deze vogels in hun vlucht naar de wijsheid hebben moeten doorstaan. Maar gevlogen hebben ze, onze uilen!
HANNAH A. RENDT: EEN VITA ACTIVA .
.
“De menselijke conditie van arbeiden is het leven zelf”' (The Human Condition, p. 19) Het was Boethïus die al rond het jaar 524 in Consolatio Philosophiae, de Vrouwe Filosofie bezong. Het is echter verbazend dat hij hier Hannah Arendt niet mee bedoelde. Hannah Arendt was immers een heel bijzondere persoon, zeker voor ons, filosofen. Zij heeft een uitgesproken bewogen leven gehad die haar de wereld deed rondreizen, en niet te vergeten is zij – ik moet het helaas zeggen – een van de weinige bekende vrouwelijke filosofen. Als filosofe past zij niet in een bepaalde vaste stroming. Een Duitse invloed is uiteraard merkbaar, vooral door Heidegger en Jaspers, maar ook door Kant of Nietzsche. Ze verschilt er echter fundamenteel van, grotendeels door haar sterke interesse voor politieke kwesties. Haar filosofie kan dan misschien nog het best beschreven worden als een ‘politieke fenomenologie’. Essentieel om haar filosofie te begrijpen is althans haar bijzondere levensloop.
Joodse vraagstukken zoals Israël en de oorsprong van dit antisemitisme. Als kind echter, is ze er nog niet zozeer mee bezig en volgt zij strikt haar moeders protocol: bij antisemitische uitlatingen van een docent moest ze rustig opstaan en de klas verlaten en naar huis gaan, waarop de moeder dan met scherpe pen de school met boze brieven zou bestoken. Een eerste aanzet tot een verzet tegen vormen van onrechtvaardigheid; een thema dat haar in het verdere leven nog zou vergezellen. In die tijd zag ze er nog geen problemen in, en vond het zelfs leuk: ze had immers dan een dagje vrij van school. Het is ook deze moeder die Arendt al vroeg inleidt in de kunst van het lezen. Zo lazen moeder en dochter samen Proust in oorspronkelijk Frans. Haar vader kon deze rol helaas niet op zich nemen, want hij stierf toen Hannah zeven jaar was. Hij had haar echter wel een bibliotheek achter gelaten waar ze vlijtig gebruik van zou maken. Zo leest ze rond haar veertiende Kants Kritik der Reinen Vernunft en Psychologie der Weltanschauungen van Karl Jaspers. Ook waagt ze zich aan Kierkegaard en de
Ze werd geboren op 14 oktober 1906, te Hannover als enig kind van Paul Arendt en Martha Cohn. Haar ouders kwamen oorspronkelijk uit Koningsbergen, waar zij ook in 1908 naar zullen terugkeren. In deze geboortestad van Kant, is uiteraard de Duitse Aufklärung nog goed voelbaar: zo was haar familie helemaal gewonnen voor de sociaaldemocratische zaak. Een ander aspect daarbij is ook dat haar ouders niet echt religieus, en zelfs geseculariseerde joden waren. Hannah Arendt zou zelf schrijven dat “het woord jood bij ons niet gevallen is, als ik een klein kind was. Ik kwam er voor het eerst mee in contact door antisemitische opmerkingen van kinderen uit de straat.” (A. Reif, Gespräche mit H. Arendt, p.16) Antisemitisme zal inderdaad een enorme rol spelen in haar leven en ze zal zich dan ook uitvoerig bezighouden met
12
Oudgriekse literatuur. Haar moeder zou hertrouwen met Martin Beerwald in 1920 en met hem kwamen ook twee stiefzusters in huis: Carla en Eva. De relatie met deze zussen zou echter nooit erg vlot lopen en zou ook niet lang duren. Carla pleegt immers al rond 1930 tragisch zelfmoord en Eva vlucht naar het Verenigd Koninkrijk na pogroms door het Naziregime. Daarnaast was nog het feit dat Hannah Arendt zelf toch niet veel jaren thuis zou spenderen. Al in 1924, op achttienjarige leeftijd, gaat zij filosofie studeren in Marburg bij Martin Heidegger en theologie bij Rudolf Bultmann. Daarnaast verdiepte ze zich ook in het Oudgrieks. Fenomenologie vierde in die dagen al hoogtij tenminste in Duitsland - met personen als Edmund Husserl, Heidegger, Jaspers en Max Scheler. De invloed ervan was groot op Arendt en haar aandacht verschoof al snel van de klassieke Griekse teksten naar meer existentiële thema’s. Een jaar later vertrekt zij dan ook naar Freiburg, waar zij bij Husserl in de leer gaat en, op aanbeveling van Heidegger, gaat zij een jaar later naar Jaspers toe waar zij
haar dissertatie schrijft over het Liebesbegriff bei Augustinus (1929). Veel zou ze met haar diploma’s niet doen in het toenmalig Duitsland. De reden ervoor is in zekere mate wat dubieus: enerzijds schrijft zijzelf dat ze niet veel in een academische carrière zag, omdat zij haar vrijheid ten opzichte van instellingen wilde bewaren, maar men kan ook bemerken dat haar Joodse afkomst hier een rol in speelde. Op vlak van liefde had zij althans meer succes. Welgekend is de kortstondige maar innige relatie die zij had met Martin Heidegger. Een relatie waar zij later voor bekritiseerd zou worden, grotendeels vanwege Heideggers banden met de Nazipartij. De relatie werd althans snel beëindigd, voornamelijk omdat Heidegger er zijn familie niet voor wilde opgeven. Hun hele leven lang zou een vreemde band tussen beiden blijven bestaan. Arendt vond gelukkig al snel een nieuwe liefde, namelijk Günther Stern (pseudoniem: Günther Anders), waarmee ze naar Berlijn ging en ermee trouwde. Günther Anders was een joods filosoof en journalist en had in die tijd dus ook problemen om aan werk te komen. Zo trachtte hij bijvoorbeeld bij Paul Tillich een baan te versieren, maar dit werd sluw voorkomen door diens toenmalige assistent, Theodor W. Adorno. Later zou Arendt, mede door toedoen van het talloze vluchten van het antisemitisme, vervreemd geraken van Anders en uiteindelijk de scheiding aanvragen. Ze zou hem inruilen voor Heinrich Blücher, een Duitse dichter en filosoof, die zij wat later leerde kennen door toedoen van Walter Benjamin. Blücher, als journalist en communist, zou haar politieke denken enorm beïnvloeden en met hem zou zij ook tot 1970 samenblijven. We zitten echter nog in de jaren ’30, waar Hitler stilaan de macht komt. Eens hij aan de macht komt, zet Anders het op een lopen naar Parijs. Arendt blijft echter en doet onderzoek hoe zij -misschien via zionisme - weerstand kan bieden aan dit opkomend fascisme. Ze zal uiteindelijk in juli 1933 - ontnomen van het Duitse burgerschap - samen met haar moeder een week worden gearresteerd door de Gestapo. Als gevolg moet zij dan ook vluchten, eerst via Praag en Genua en dan via Genève naar Parijs. Het is niet verwonderlijk dat deze politieke verschuivingen haar interesse voor politieke kwesties sterk heeft doen openbloeien. Hiermee wordt goed aangeduid
.
.
hoe de filosofe niet zonder haar context kan begrepen worden, maar er altijd door bepaald wordt. Eens in Parijs, sluit zij zich aan bij verscheidene joods(-zionistische) organisaties en sluit een innige vriendschap met de filosoof Walter Benjamin. Ze had hier ook vluchtige contacten met Franse existentialisten als JeanPaul Sartre, maar ook met tegenstanders als Raymond Aron. Haar sympathie voor dit existentialisme was niet erg groot. Ze verweet het een te fatalistische stellinginname en een, met als enige uitzondering Albert Camus, te sterk Hegeliaans wereldbeeld te hebben. Haar interesse ging meer uit naar Alexandre Koyré, Jean Wahl en Alexandre Kojève.
zich in voor de joodse slachtoffers, zowel vluchtelingen als Joden in Europa zelf. Ze zou pas in 1945 terug naar Duitsland gaan, waar zij vooral Jaspers zou bezoeken, hoewel er ook contacten met Heidegger waren. Ze voelt zich echter vervreemd van Duitsland, en neemt in 1951 uiteindelijk na jaren van staatloosheid, het Amerikaanse burgerschap aan. Pas hier in de Verenigde Staten zou zij haar intellectuele carrière maken. Ze schreef er beroemde werken als The Origins of Totalitarianism (1951) en The Human Condition (1951) (vertaald als vita activa). Ze gaf ook vele lezingen en gastcolleges aan Amerikaanse universiteiten, waaronder Berkeley, Chicago, Princeton en de New York University. In 1967 zou zij professor worden aan de New School for Social Research in New York. .
In Frankrijk wordt het al snel moeilijk voor Joodse intellectuelen. Ze leeft in die tijden van de hulp van de al overgevlogen Frankfurter Schule, met filosofen als Max Horkheimer en Adorno. In mei 1940 wordt ze uiteindelijk met anderen naar de Spaanse grens gebracht, waar zij vijf weken vastzit. Zij heeft het geluk dat zij nog vrijkomt, want vele anderen worden al snel gedeporteerd naar andere concentratiekampen. Ook aan deze Spaanse grens, wordt Benjamin getroffen door het noodlot: hij wordt, al vluchtend voor het Naziregime, tegenhouden, en raakt de grens niet over. Uit wanhoop pleegt Benjamin zelfmoord in zijn hotelkamer. Een laatste manuscript van Benjamin wordt echter nog, via Hannah Arendt, overgebracht naar de Verenigde Staten. In de Verenigde Staten krijgt Arendt een klein huis in Manhattan toegewezen, waar zij samen zou wonen met haar moeder en man. In Amerika zou zij zich inzetten voor talloze politieke zaken. Voornamelijk zet ze
13
Een laatste belangrijke gebeurtenis in het leven van Hannah Arendt is het Eichmannproces in Jeruzalem, waar zij als reporter voor de New Yorker wordt heen gestuurd. Hierover schrijft zij haar bekende werk Eichmann in Jerusalem: A Report on the Banality of Evil (1963), dat een internationale rel veroorzaakt, voornamelijk bij Joodse organisaties. Ze ontkent dat in een persoon als Eichmann het ultieme kwaad zit. Door het proces bij te wonen kwam ze tot het besef dat “het Kwaad principieel niets „radicaal‟ is, maar juist niets meer is dan een oppervlaktefenomeen.” (Brief aan S. Neumann, 1961). Als Joodse verzette ze zich wel vaker tegen de acties van de Joodse gemeenschap: zo verzette ze zich ook eerder tegen de praktijken die Israël in eigen land deed, voornamelijk met de Palestijnse bevolking, en pleitte ze zelf voor een binationale confederatie. Ze brak dan ook met elke vorm van zionisme die louter een Israëlische staat wilde stichten. ?
Arendts diepgaande engagement in alle vormen stopte uiteindelijk op 4 december 1975, toen ze aan een hartaanval stierf. Met haar ging een boeiend persoonlijkheid verloren, een Jodin die zowat ontsnapte aan een vaste stempel die de wereld op haar wilde plakken: ze was zowel zionist als antizionist, staatloos maar ook kosmopoliet, noch paria noch parvenu. Dat spiegelde ook in haar geschriften: ze staan volledig op henzelf en kenmerken zich door een unieke stijl van filosoferen, onlosmakelijk verbonden met haar turbulente levensloop. MASSIMILIANO SIMONS .
UITGELICHT Sommige zaken zijn zo duister. Ze zijn altijd zo geweest of ze zijn zo geworden. Begint uw geest ook al te jeuken? Gooi uw lantaarn nog niet meteen op de grond! We hebben hem nog nodig om een paar thema’s serieus uit te lichten.
WINTER! HOERA? Ja hoor, daar gaan we weer, allemaal mee in de flikkerend maalstroom van de Kerstman, milieuvriendelijke kerstbomen, wenskaarten in alle kleuren en maten, nieuwe cd’s met oude kerstliederen, alle slagers en traiteurs met hun kerstmenu op een rij, zelfs tuinfonteinen die verkocht worden op onze Leuvense kerstmarkt… They all wish you a ‘Merry Christmas’! Maar behalve een opgeblazen kerstcommercie is er hopelijk ook een warm (en nog steeds christelijk) kerstfeest met familie en vrienden. Waarom ‘warm’? Omdat het buiten koud is en misschien wel niet alleen buiten. Het is behalve Kerstmis ook heel lang winter, voor velen van ons zelfs te lang. Filosofen stoppen zolang ze wakker zijn meestal niet met denken over het waarom en de zin van zowat alles. Vaak wandelen we door onze gedachtetunnel met heel wat omwegen en gaan we hierin alle gangen af die we maar kunnen bedenken, omdat we zo kritisch willen of moeten zijn. Voor wie? Meestal voor onszelf. We vertrouwen op ons kritisch zijn, als een zeef waardoor we al onze gedachten zuiveren die ons geen goed mogelijk antwoord bieden op onze vragen. Dat doen we eigenlijk het hele jaar door, niet waar? Dus ook in de winter. En in de winter is het koud en donker. We komen daardoor minder buiten. Het gevolg is dat de mens nog wat meer op zichzelf zit. En wat doet de gemiddelde filosofische mens? Hij is
aangewezen op zichzelf, kijkt rond en begint weer met nadenken. We voelen ons in de winter misschien eenzamer, net omdat we meer binnen zitten en omdat het slecht weer op ons humeur werkt. Regen, wind, grijsheid aan alle kanten, af en toe wat zon en vooral vroeg donker. We proberen ons ondertussen toch te focussen op ons werk, op onze studies. Door wind en regen en als het koud genoeg is ook nog door sneeuw, iets dat veel mensen dan gelukkig wel weer aangenaam vinden aan de winter.
Helaas keer ik nu toch weer terug naar een wat negatiever aspect: de koude en donkerte van de winter. De mens voelt zich in het donker eenzamer, een beetje verloren. Een beetje meer melancholie dan in andere seizoenen. Onvermijdelijk belanden we weer bij de vraag naar de zin van het zijn van de mens. Een
14
wezen dat misschien als enigste beschikt over een intellect in het hele universum, dat niet alleen in de winter maar altijd donker is. De onzekerheid knaagt weer. Daarbij worden we in de winter meer dan anders met maatschappelijke problemen geconfronteerd (vaak in verband met armoede) die precies in die periode verergeren. We worden aangemoedigd een voedselpakket te maken in de supermarkt, mee te doen aan acties voor Music For Live etc. De gedachte die zich onvermijdelijk op een moment zal opdringen, is: ‘Ik heb het zelf veel beter dan vele anderen, eigenlijk heb ik helemaal niets te klagen’. Een schuldgevoel kruipt in onze kleren, we beseffen weer dat we veel te veel willen terwijl we al zoveel hebben en worden misschien opnieuw wat dankbaarder en bescheidener. Al die gevoelens en gedachten… We worden er niet echt vrolijker van. Daarbij is een filosoof zich bewust van wat ‘moraal’ allemaal kan betekenen en denken we bijvoorbeeld aan Kant met zijn strenge plicht. En zo kunnen we nog een poos verder gaan met allerlei confronterende gedachten en niet zo leuke gevoelens die ons waarschijnlijk meer dan in eender welk seizoen tegemoet lopen. Wat
.
:
ermee te doen? Ik heb er over zitten denken (wat anders?) en ik kon uiteindelijk niet anders dan het cliché te moeten bevestigen dat we langs ons werk, onze aandacht moeten vestigen op familie en vrienden en eigenlijk alle mensen die we kennen. We moeten niet onze verstandelijke krachten, maar onze menselijke dankbaarheid bundelen. Nog meer als anders openstaan op de ander. En als we wegkruipen in onze huizen, probeer dan zoveel mogelijk weg te kruipen met anderen. Als we denken in het donker, spreek erover met anderen in het donker. We ‘weten’ dat iedereen zulke gevoelens en gedachten kan hebben in de winter,
maar daarom voelen we dat nog niet. En dat is wat we moeten doen: voelen! We mogen niet bang zijn over negatieve gevoelens en gedachten te spreken, want als we de durf hebben om dat te doen en open staan op elkaar met begrip, dan zullen we ons ‘samen’ voelen. Weglopen van gevoelens laat ze nog niet verdwijnen. Dus wees niet bang om te voelen. Samen sterk en minder alleen. Dan mag het heel donker zijn, samen rond een boom staan met lichtjes en het lijkt opeens veel lichter. Uit de donkerte, letterlijk en figuurlijk, kan een positief licht ontstaan dat ons positief stemt. Een feestelijke stemming zelfs, omdat we
15
blij zijn dat we toch niet alleen zijn. Ik weet het: dit is een heel clichématig stukje. Maar de winter is ook een cliché. En het blijft een koude periode met voor vele mensen heel wat (emotionele, financiële,…) problemen. Kom op filosofen: toon je grootste teddybeergehalte en blijf niet in de piekerhoek zitten! Bekijk je melancholie niet met argwaan en gezucht, maar deel ze met lef, spreek het uit en kijk wat uit de bus komt. In plaats van te verdwalen in onze gedachtetunnel moeten we ons misschien gewoon laten vallen op de gevoelenstrampoline. En we vragen iedereen om lekker mee te springen en onder al dat springen, gaan we kunnen lachen met elkaar. Iedere keer als we de trampoline raken (dus een trieste gedachte aanraken), zullen we onder steun van onze medemens (die meespringt op dezelfde trampoline) in de lucht vliegen en even een verlicht gevoel ervaren. Ik wens jullie allen een heel warme en verlichte Kerstmis!
ANNE-MARIE THIJS
DR. GONZO De nieuwsgierigheid van een journalist kent geen grenzen. Deze rubriek kent geen taboes. Grenzen zijn niet meer veilig. Onze reporter dompelt zich volledig onder in de materie waar hij over schrijft. Gonzo-journalistiek à la H.S. Thompson!
.
TREINEN ZIJN EEN PUBLIEKE PLAATS! .
Laat mij u een anekdote vertellen, toen ik op een ochtend de trein nam naar Leuven. Ik nam de trein van 8:06 naar Leuven. De ochtend was koud, maar de lucht was helder. Iets wat de laatste tijd niet vaak meer voorkwam. Het was een mooie winterse ochtend en op het perron stond ik te wachten op mijn trein. Op zo een mooie ochtend durft de NMBS niet te laat komen, dus de trein was per uitzondering perfect op tijd. Ik nam plaats in de trein. Tegenover me zat een vrouw te lezen in haar boek, waarvan ik de titel niet kon lezen. Ikzelf had mijn Game Boy bovengehaald en was het beste Game Boy spel ooit beginnen spelen, namelijk Pokémon. Ik speelde het spel met mijn level 12 Pikachu en iedereen die ooit Pokémon heeft gespeeld, weet dat dat toont dat ik uitzonderlijk goed ben in dat spel. Een treinreis is ééntonig, dus elk excuus om afgeleid te zijn, is een goed excuus. Het nadeel aan de trein is echter dat andere mensen dat excuus ook gebruiken, alleen zijn er mensen die zich geroepen voelen om dat op een luide manier in te vullen. Door te praten met hun vrienden, bijvoorbeeld. Begrijp me niet verkeerd, er is absoluut niets verkeerd met converseren met uw vrienden op de trein. Wat velen echter vergeten, is dat men zich op een publieke plaats bevindt. U bevindt zich in een kleine afgesloten kamer waar iedereen u hoort. Iedereen kan perfect uw gesprekken ongewild meevolgen. Deze ochtend was het niet anders. Terwijl ik gefocust was op verslaan van Weedle met mijn Pikachu, kon ik het gesprek naast mij perfect horen. Er zaten drie mensen. Twee mannen en een vrouw. Direct links van mij zat een man die ik niet goed kon zien omdat mijn ogen gericht waren op de staart van Pikachu. Tegenover hem zaten een man en een vrouw die vooral het gesprek voerden. De man sprak over het publiceren van boeken en over hoe hij graag schrijver zou willen worden. Dat is, zoals de man vertelde, geen simpele bedoening, want die boeken moeten ook gepubliceerd worden en
.
dan is er ook nog zijn job die hij moet onderhouden. Hoewel hij beweerde dat hij schrijver was of wou zijn, heb ik hem weinig horen zeggen over schrijven zelf. Misschien een typisch verschijnsel van mensen die dromen van schrijverschap, maar ze vergeten dat men dan
wel verhalen of boeken moet schrijven. Hij ging verder met te vertellen over hoe geweldig hij David Van Reybrouck vond. Dat ging een stap te ver voor mij. Mijn concentratie was helemaal gebroken en Pikachu kreeg het zwaar te verduren van een wilde Metapod. Hoe durfde deze man! Hij noemde David Van Reybrouck niet alleen een geweldig schrijver. Nee, hij vond ook dat meneer Van Reybrouck een geweldige persoonlijkheid was. Laat mij u vertellen over David Van Reybrouck. Dat is het perfecte voorbeeld van wat een schrijver niet moet zijn. Als u alle eigenschappen neemt die een goed schrijver niet dient te bezitten en u brengt ze samen in één man, dan krijgt u David van Reybrouck. Deze man is geen schrijver, maar een historicus. Tijdens zijn historische onderzoek heeft iemand hem wijsgemaakt dat hij goed met een pen overweg kon en dat hij zijn bevindingen in een boek moest publiceren. Deze man won zelfs de prestigieuze AKO-literatuurprijs. Omdat de competitie niet echt sterk was. Alleen Tom Lanoye kon wat weerwerk bieden, maar iedereen weet dat Tom Lanoye al lang geen goede boeken meer schrijft.
16
De reden dat de man op de trein die lul David Van Reybrouck zo geweldig vond, was omdat David Van Reybrouck de G1000 had gestart. Een burgerinitiatief (lees: een links ideologische zwansbedoening waar serieuze mensen hun neus voor ophalen en waar alleen links tuig over durft praten) dat bedoeld was om de politieke impasse te breken. Dat is wat het zich voordeed te zijn, maar het was eigenlijk een initiatief van David Van Reybrouck om zijn links communistische snertideeën met de massa te delen en zijn aanhangers verder met het marxistische paradijs te indoctrineren. Daarna is het voor linkse wereldverbeteraars maar een kleine stap om over Afrika te beginnen, toegegeven: David Van Reybrouck schreef een boek getiteld Congo, dus die stap was misschien niet zo verwonderlijk. Hij sprak daar over de grote problemen met de economie en hoe deze van fundamenteel andere aard waren dan de onze. Wij zaten vast in een kapitalistisch systeem dat nu getroffen was door een bankencrisis. Hij ging verder met generisch links gezwets over kapitalisme en waar ik mijn mond niet mee wil bezoedelen. Daarna volgde de verplichte nostalgie die elke alternatieve linkseling als een godsdienst uitdraagt. Hij sprak hoe wij vroeger nog een lokale economie hadden om op terug te vallen. “Lokale economie om op terug te vallen”. Wist deze man wel waar hij over sprak? Natuurlijk niet! Dat soort gespuis is het soort dat elke dag braaf De Standaard leest en denkt dat het daardoor alle kennis van de wereld bezit. Laat mij u vertellen wat er zo geweldig absurd is aan die uitspraak. Vroeger was iedereen boer, dus de “lokale economie” was de enige economie die er bestond. Als daar zich een “boerderijencrisis” voordeed, was er hongersnood en ging iedereen dood. Ik geef hem wel gelijk dat het vroeger beter was, want vroeger had je geen eikels die daarover steen en
.
.
.
been klaagden, nee, die eikels gingen als eerste dood omdat ze niet hard genoeg werkten. Gelukkig zweeg hij daarna. Pikachu was ondertussen level 13. Heb ik u al verteld hoe geweldig goed ik in dat spel ben? Alsof mijn lijden nog niet groot genoeg was, deed de vrouw nu op haar beurt haar mond open. Ik denk dat ze een pedagoge was. Dat leidde ik af van hare lage intelligentie en haar onvoldoende besef van haar eigen lage intelligentie. Zij vertelde dat ze op een congres was geweest waar veel lobbyisten aanwezig waren. Het congres had iets te maken met het verzorgen van gehandicapten of één of andere linkse bezigheid. Ze sprak met grote verbazing over haar ervaringen. Ze was enorm verbaasd geweest dat vele lobbyisten werkelijk bekommerd waren over het lot van de gehandicapten. De vrouw was verbaasd dat mensen die lobbyist zijn een hart hebben en geen wreedaardige monsters zijn, wat haar linkse vrienden waarschijnlijk allemaal wel beweren. Zij was eerlijk onder de indruk dat deze mensen echt begaan waren met het helpen van gehandicapten en dat zij niet allemaal de grote geldwolven waren waar ze altijd over had gehoord. Wie had dat kunnen denken, dat lobbyisten gewone mensen zijn, zoals u en ik, dat zij ook een normaal fatsoen hebben en gewoon hun job doen? Ik in ieder geval wel. Vanaf dat moment was ik er zeker van overtuigd dat deze vrouw wel één van die leeghoofdige pedagogen was, oftewel iemand van vergelijkbaar intellectueel vermogen. De vrouw sneed daarna een nieuw onderwerp aan: vegetarisme. Ze vertelde haar medereizigers dat als iedereen van het land één dag geen vlees at, dat we onze klimaatdoelstelling qua uitstoot op één dag konden halen. Ik was verbijsterd dat te horen. Deze vrouw geloofde echt wat linkse hippies zoals die twee wijven van de Partij voor de Dieren in Nederland vertelden. Ik had al eens van deze redenering gehoord. Terwijl Pikachu het moeilijk kreeg tegen een Squirtle, kon ik nog juist de opwelling in mij onderdrukken om deze vrouw haarfijn uit te leggen waarom dat een op flessen getrokken redenering was. U zal ik hier niet sparen. Het probleem met vlees eten en klimaatdoelstellingen is niet het effectief eten van het vlees. Het grote klimaatprobleem zit hem in de productie van dat vlees. Vleesproductie is een zeer zware last op het milieu. Deze productie van vlees is zo hoog omdat de
consumptie van vlees ook zo hoog ligt. Het rationele argument is dan dat als we minder vlees eten, de vraag naar vlees kleiner wordt en op termijn ook de productie zal dalen. Wat ik graag met een grote zware hamer in dat soort wijven (en mannen ook, laten we die niet vergeten, mannen zijn nog vele malen erger hierin) hun kop wil kloppen, is: OP TERMIJN. Een schock treatement werkt in het geval van vleesindustrie niet. Het is onmogelijk om de vleesproductie één dag even stil te leggen om zo één dag die uitstoot niet te hebben. Het is ironisch dat iemand die lid is van De Partij voor de Dieren vergeet dat iets als een koe geen machine is die we niet gewoon aan en uit kunnen zetten. Pikachu was verloren tegen de Squirtle. Het kan zelfs de beste overkomen. Uit frustratie keek ik op van mijn Game Boy. Ik had de twee linkse vriendjes de hele tijd vanuit mijn ooghoek gadegeslagen. Nu kon ik hen beter zien. De man was een ietwat ouder persoon en leek wat op Peter Vandermeersch, niet toevallig de hoofdredacteur van De Standaard. De vrouw zag er uit als een pedagoge. Maar toen ik mijn hoofd draaide zag ik wie de derde man was die heel de tijd over hen had gezeten. De man was Paul De Grauwe. Excuseer, de man was Professor Paul De Grauwe. Ongelooflijk dat ik met hem op de trein zat. Het eerste wat ik wou doen was deze man aanklampen en hem vertellen hoe geweldig hij
wel was. Deze man is de enige econoom waarvan ik kritiekloos elk woord dat uit zijn mond komt, aanvaard. Dat is de beste econoom die wij in dit land hebben. Hoewel ik zelf absoluut niets afweet van economie en mij ook nooit zou wagen aan uitspraken over onze economie, is Paul De Grauwe wel één van mijn grote helden. Opeens werd ik overvallen met een gevoel van medelijden. De geweldige Paul De Grauwe was verplicht door het publiek zijn van treincoupés om te luisteren naar het gezwets en gezever van deze twee idioten. Het viel mij opeens op dat hij gedurende heel de treinreis opvallend stil was geweest. Deze intelligente man zal waarschijnlijk niet de noodzaak hebben gevoeld om te interveniëren in het achterlijk geratel van deze twee. De trein kwam aan in het station. Paul De Grauwe bedankte de twee voor hun gezelschap en zei dat hij nog veel werk had. Hij had waarschijnlijk nog vele dingen te doen die met economie te maken hebben die ik niet begrijp. Toch blijft Paul De Grauwe één van mijn grote helden. Ik hoop dat hij op zijn volgende treinreis niet meer aangeklampt wordt door idioten die hem willen vertellen hoe hij zijn job beter zou kunnen doen. Ook hoop ik dat ik hem volgende keer om zijn handtekening kan vragen en hem kan vertellen hoe absoluut geweldig hij wel is.
17
JEFFREY MESKENS
HET KRITIEKE WOORD De mens staat niet stil. Hij is een denker, een schrijver, een schilder, een musicus… U vraagt ons om advies? Als een Anton Ego avant la lettre zet onze recensent zich achter zijn typmachine en geeft commentaar. Streng, maar rechtvaardig! .
FILM: FIGHT CLUB (1999)
U heeft zin in een film, maar de bioscoop is iets te duur. Een eenvoudige oplossing is gewoonweg teruggrijpen naar een goede klassieker. Natuurlijk zijn er wel meerdere goede klassiekers en is de keuze niet altijd evident. Je bent een man en wil bloed zien vloeien of je bent een vrouw en houdt van spannende complotlijnen en knappe mannen. Allesbehalve handig als je samen wil kijken… Maar de kapitalistische wereld zou niet kapitalistische wereld niet zijn als ze niet aan zulke conflicten had gedacht of in Jip-en-Janneketaal. U vraagt, zij draaien. Fight Club, van de Amerikaanse regisseur David Fincher lijkt een prachtig compromis tussen actie, intriges, humor en verwondering. Het verhaal wordt tevens bijgestaan door een sterke cast, zoals onder andere Brad Pitt, Edward Norton en Helena Bonham Carter. Nu verwacht u waarschijnlijk een ‘maar’ en een gepeperde kritiek, maar die komt er niet. Op het eerste gezicht lijkt het verhaal gewoon te gaan over iemand (die geen naam toegewezen krijgt in het verhaal) die door omstandigheden in contact komt met bizarre figuren, zoals Tyler Durden en Marla Singer. Maar na een belangrijke twist zie je de diepgang en het thema loslaten en een ideaalbeeld duidelijk naar voren komen. Het hoofdpersonage lijdt aan insomnia en de enige remedie tegen de slaaploosheid is het afschuimen van alle praatgroepen in de stad. Maar dan duikt Marla Singer op, eveneens een toerist binnen het netwerk van praatgroepen. Het hoofdpersonage kan steeds moeilijker slaap vatten en ziet Marla
.
.
Singer als een indringer. Het hek is helemaal van de dam wanneer hij terugkomt van een zakenreis en blijkt dat zijn appartement ontploft is. Noodgedwongen zoekt hij onderdak bij, een kennis en tevens zeepverkoper, Tyler Durden. Tyler Durden en de verteller ondernemen gevechten met elkaar om zo hun emoties en frustraties kunnen los te laten. Als snel voegen zich steeds meer mannen aan het duo toe en ontstaat er een heuse ondergrondse bende. Vervolgens breidt de praktijk zich uit naar andere grote steden. Allereerst lijk de Fight Club een goede invloed te hebben op het hoofpersonage: hij blaakt van zelfvertrouwen en zet zelfs zijn baas op zijn plaats. Er volgt echter een soort twist: Tyler Durden neemt de bovenhand en begint met georganiseerde misdaad tegen de kapitalistische wereld. De verteller weet steeds minder van wat er in zijn eigen organisatie gebeurt af en wanneer Tyler Durden verdwijnt, spoort hij hem op. Dan komt de verteller echter tot een vreselijke constatatie…
Over het algemeen is het verhaal goed verfilmd en zeker een dikke pluim voor het gevecht van de verteller met zichzelf. Nog een opmerkelijke scène is wanneer Tyler Durden meer wordt toegelicht. Het is echt precies een losstaand stuk in de film doordat het op een andere manier gefilmd is. Tevens de slotscène is een spetterende (letterlijk en figuurlijk) scene. Het kleurenpalet past bij de donkere thema’s en houdt het meestal bij valere tinten. Maar onthoud vooral:
18
“You're not your job. You're not how much money you have in the bank. You're not the car you drive. You're not the contents of your wallet. You're not your fucking khakis. You're the all-singing, alldancing crap of the world.“
TYLER DURDEN
WILLEKE MARTENS
ONGEBONDEN Wie zegt dat filosofen vandaag de dag niets meer te zeggen hebben, weet niet waar hij het over heeft. Analyse en filosofische concepten zijn niet alles. Prachtige proza kan eveneens vloeien uit de wijsgerige pen.
.
Eergisteren stak ik een kaarsje aan. Dat viel niet mee: de wind joeg door de raamspleten en buiten sneeuwde het reeds. Natuurlijk viel de sneeuw niet binnen, maar psychologisch wil het wel helpen. Ik dacht: “Verdorie. Kaarsjes aansteken wordt nog een heikel punt dezer dagen. Men moet zich gaan concentreren op de aankoop der lucifers. Men moet zich voorbereiden, wapenen! Dat kan best met lucifers, vervaarlijke lansen in het duel met de kou. We wonen nog niet in Siberië en de elektriciteit zal weinig uitvallen, maar wees voorbereid”, dacht ik, “verwacht het onverwachte.” Al te roekeloos kocht ik een doosje lucifers. Nee, het was geen doosje. Het was waarlijk een doos. De lucifers, klein grut dat ze normaal horen te zijn, waren van de maat large. Onderschat zulk uitschot niet! In hun betere dagen halen ze acht centimeter en welke dagen zijn beter dan de eerste dagen van de ontluikende winter? Zomerdagen natuurlijk! Warme, broeierige, naakte zomerdagen. Warmte speelt een grote rol in het leven van die stokjes (stokken, als je ze large koopt). In hun vrije dagen trekken ze met graagte naar Spanje. Dan leggen ze speciale bussen in, verzamelen ze op de Bodart-parking om zes uur „s ochtends en vliegen tegen onverantwoorde snelheden in hun bus naar het land van Bocaccio. Geen onrust, lezer, Bocaccio was inderdaad een Italiaan, in hart en nieren. Zijn lever kleurde meermaals donkerrood door overmatig wijngebruik, maar toen Bocaccio zo ongeveer dertig jaren het beest had uitgehangen, wou hij meer. “Screw you guys”, sprak hij met een Italiaans accent tegen zijn Ierse huisbedienden, “I‟m goin‟ home”. Die huisbedienden waren even van het Lam Gods geslagen, doch herstelden zich vlug. Hun meester was altijd al een intuïtieve kleuter geweest. Dat hadden ze beter niet gedacht, want vijf dagen later woonde Bocaccio in Barcelona, waar hij het ene na het andere onschuldige meisje oppikte, haar romantisch getinte sonnetten
voordroeg en haar daarna alle hoeken van de slaapkamer liet zien. Spanje was vanaf dan het land van Bocaccio, hoewel dit historisch meer dan eens gecontesteerd wordt. Geen probleem! Lucifers kan het weinig schelen, zij liggen nu eens aan het strand te chillen, dan weer frisse cocktails leeg te slurpen. Des avonds troepen zij samen in het ietwat drukke restaurant tegenover hun hotel. Het mag geweten zijn dat lucifers liefhebbers zijn van al wat uit de zee komt. Een krabje of een blauwvintonijn zijn naar hun normen niet te versmaden, cocktailsaus of béarnaise maakt het plaatje compleet. Het toeval wil dat in Spanje weinig tot geen béarnaiseproducenten zijn gestoeld. Tijdens hun culinaire tripjes zijn zij dan ook maar weinig potjes met dat wit lekkers tegengekomen. Doch dat weze hun een worst, zolang er maar iets van vis op het buffet ligt. Lucifers, dat mag gezegd worden, zijn snel tevreden. Geef ze iets, en ze zijn negen van de tien keer tevreden. Geef ze een eetbare vis en ze zijn tien op de tien keer tevreden. Geef ze een niet-eetbare vis (bijvoorbeeld een kogelvis die niet ontdaan is van z‟n buitenkant) en ze zijn acht op de tien keer tevreden. Dat is relatief hoog, zeker als je er rekening mee houdt dat kogelvissenbuitenkant eten relatief dodelijk is. De lucifer zal nog steeds tevreden zijn. Hij komt lachend terug uit de bus, omhelst zijn familie en vertelt tevreden hoe leuk zijn vakantie was, hoe goed het weer meeviel en dat het restaurant tegenover het hotel verdomd lekker eten serveerde. In het thuisland valt het weer minder mee, zo weet de familie te melden. Sneeuw en wind spelen een hoofdrol in het aanstormende weekend. Dat klopt. Daarom kocht ik me een doosje large-lucifers. Zondag stak ik het derde kaarsje van de advent aan. Dat viel niet mee: buiten sneeuwde het reeds en de wind joeg door de raamspleten.
QUINTEN EVENS
19
AESTHESIS Het HIW huist enkele geniale pennen, magnifieke tekenaars, kleurrijke schilders en beeldende fotografen. In deze rubriek vindt u slechts een fragment van hun evocatieve kracht. .
VROLIJK KERSTFEEST!
BOODSCHAP VAN EIGENAARDIG NUT Begon daar nou een glimlach Als dat eens even kon Je leek toch zo ontgoocheld dat ik gauw maar iets verzon Geen epistel over Plato Ballade noch chanson Maar een sonnet over je glimlach Die een tel terug begon
SONNET OVER JE GLIMLACH: Het krullen van je lippen De lichtjes in je ogen Enkel jij kan daar op bogen Er kan niemand aan tippen En vind je 't egotrippen Gaat 't je petje te boven Dat kan ik goed geloven Je zal me zachts ontglippen Denk nu niet dat ik je tart Bemerk je niet mijn aarzeling Dichten is een vak apart Maar als je hierdoor zou raken over je ontgoocheling Dan kan je misschien zeggen met een gerust hart Dit sonnet was een mooie tegemoetkoming .
*** .
Maar is nu je lach bevroren, ligt hij verkrampt op je gezicht, Kom nog eens dichter, Ik moet je terug betov'ren
DE SFEERFEE
ONMOGELIJKE KAT Bij twee families, nobel en gezeten Barst nieuw geweld, uit een oude vete Met bloed, eer en aanzien Woedt een bittere strijd Totdat twee geliefden elkaar vinden Op het einde van hun tijd Met bloed doordrenkte vachten Elkaars klauwen verachtend Vinden deze twee geliefden de dood Zo dicht in elkaars schoot
ANOBLIEMBJE
En plots ben jij lelijk niet langer mooi imperfect maar gewoon, imperfect jouw woorden maar woorden jouw ogen van glas niet anders dan zij En plots zijn zij lelijk en ze heffen de glazen praten als dwazen over niets dan niets en ze staren en mijden mij, want “Het is weer van dat…” En plots is het lelijk zij is slechts zij en zij zijn slechts zij En ik moet braken En ik moet braken En het lachen vergaat
JENS DISSEVELT
EENENTWINTIG Als een wolk stof die ge uitblaast, kom ik tevoorschijn, naar buiten gestuwd, geduwd binnenstebuiten gehouden, gekeerd. Ik drijf op golven van zijden draden, waar ge wel eens op durft te wankelen, verdreven en verlangend. Als rook met een glans die u siert, klim ik naar buiten, bloot gekleed verschijn ik en ik plak, ik kleef en omarm u. Want ik ben zwak in zonder zijn en zoet in zorgen voor.
NINA ROOX
20
WINTER FEELINGS The cold shows her beauty, gazes in winters paradise. Bare tree feels warmth, shines in winter waters. Little child runs in softness, creating a fluffy friend. I have these winter feelings, found in natures phenomena. For gratitude, I shall give away winter blossoms. They are truth in me.
KOEN DORLEMAN
Ik zie een flits gestalten, ogen vretend, smekend, blakend alsof ik het alleen merk en dan een glimlach van een achteloze voorbijganger
WILLEKE MARTENS
ANONIEM
KAALGEPLUKT Geschoten uit wraak Getroffen door schuld Uit de lucht gevallen Voor een keer wel op z’n mond Weer een leeg concept getroffen Volle woorden overwinnen.
Dimitri Sterkens
ELLY SUYS
21
PANTA RHEI Filosofie is een 9-to-5-job. Na een lange dag mag onze geest ook eens ontspannen. En daarbij schuwen we de technologie niet. In deze rubriek brengen we u de beste willekeurigheid die vandaag op het web te vinden is.
.
ZOLANG U MAAR BUIST! Ik neem mijn rol van klootzak in dit boekje erg serieus. We zijn dan wel allemaal mensen, maar sommigen zijn stom en zwak en anderen sterk en leuk. Het is de taak van de klootzak om zijn medemens daar steeds op te wijzen. “Ken jezelf”, zeiden de oude Grieken. Ik help u daar graag bij. … Een klootzak zou geen klootzak zijn als hij niets deed. Bij deze bied ik u dan ook mijn talenten aan. Het is binnenkort blok en dan moet er gestudeerd worden. Niet als het aan mij ligt… U zult tijd verspillen en tijd verspillen en tijd verspillen. God, wat zult u een plezier beleven. Maar zeker niet studeren. En wanneer u dan uw examenresultaten krijgt, ga ik genieten. Gedachten als „dat heb ik gemaakt‟, „dat komt door mij‟ en „whahaha‟ zullen minstens even in mijn hoofd opkomen. Niet te lang natuurlijk, want zo hard kan het mij nu ook weer niet schelen. Zolang u maar buist. Een klootzak maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. Beide geslachten moeten eraan geloven. Mijn selectie van deze editie is dus man- en vrouw(on)vriendelijk (zag u wat ik daar deed - waar een minor Nederlands al niet goed voor is - ik zal het niet meer doen). Over en uit /En eigenlijk ben ik een schatje. //People.com is een kutsite.
www.people.com
www.reddit.com
22
www.sporcle.com PIETER D’HERDE
DIVERTISSEMENT THINK (FAR) OUTSIDE THE BOX/PICTURE Vijf wijsgerige namen. Meer zoeken we niet. Maar ’t is niet simpel
+ US _________________________
-P _________________________
_________________________
+
-T 23
_________________________
.
DIXIT!
Het HIW is een bakermat van nieuwe gezegden, fantastische leuzes en schitterende oneliners. De volgende citaten van onze proffen getuigen van puur intellect! Goed gezegd, professor!
“VLAK IN DE MOND!” GERD VAN RIEL
PAUL MOYAERT
BART ENGELEN
Dat was een heuse organisatie hoor, die transporten in 1940. We moeten dat niet onderschatten! De NMBS slaagt daar vandaag nog steeds niet in!
Kom, we gaan ermee stoppen. Dan kunnen we koffie gaan drinken, ofzo…
Fuck da, ik rebeleer! (de les is gedaan)
Wat als uw kind vraagt waarom een vliegtuig zo klein is? Dan legt ge als goede vader Husserl uit. Kent ge die mop van da wasmachien dat in den boom hangt? Wel, ‘t is groot, wit en hangt in den boom. Wat is het?
ROGER VERGAUWEN Het land van de logica is o zo rijk, dames en heren. Allen daarheen!
MARTIN MOORS De waarheid zal niet als een gebraden haantje in je mond vliegen! Als u Descartes over creationisme wil horen praten, dan moet u in een ander boek zijn. Het transcendentale subject is vandaag wat verkouden (snuit zijn neus). … zegt Kant vlak in de mond van Fichte.
Ik word wild van dit soort teksten.
RUSSELL FRIEDMAN ROLAND BREEUR De universiteit, mijn familie. Pfuh ! (sarcastisch)
ANTOON VANDEVELDE Aristoteles noemde dat niet zo, want Aristoteles kende nog geen Engels.
You would honor your father. Even if someone would take away your iPod! All philosophy is a footnote to Plato. Tomorrow, I will not be in my office. Not that anyone cares. No one ever omes. How did Aquinas wrote 4000 words a day? Well, for one thing, he died at 50 from a nervous breakdown. So don’t try this at home, kids. It’s dangerous.
ANDREA ROBIGLIO I’m afraid this text is translated in my macaroni English.
JORIS GELDOF God zag dat daar heel toov was. Het probleem was dat de joden toen nog bestonden. Als u een oordeel geeft over de schoonheid van uw lief, doet u dat best niet met de schoonheidscategorieën van Kant.
24
JAN OPSOMER ‘Eleutheros’ staat in uw woordenlijst als ‘vrij’, maar kan ook vrijgeving betekenen. Enfin, liberaal dus. Iedereen weet dat liberalen vrijgevig zijn.