! Een merkwaardige titel wellicht voor een verzameling artikelen die over
het internet gaat en de golven die over ons heen komen. Bij het lezen van het boek wordt het u duidelijk waarom we deze twee begrippen hebben gekozen. Oude patronen en verbanden verdwijnen of duiken soms ergens anders weer op. Nieuwe patronen ontstaan schijnbaar moeiteloos. Er is veel deining en er zijn weinig boeien om richting te geven. Dit boek, een bundel met samenhangende bijdragen, is het resultaat van een samenwerking tussen het lectoraat Digital World van Hogeschool INHolland en O&i. De schrijvers leggen de verbinding tussen een technologische ontwikkeling, die fascinerend en soms beklemmend is, en de inrichting van bedrijven in verschillende branches. Een digitale wereld die de manager van vandaag wel kent, maar niet altijd begrijpt. Door als lectoraat en O&i samen te werken, kunnen we de digitale wereld vanuit gedrag, individu, bedrijf en samenleving, belichten. Vanuit die gezichtspunten laten we zien waar wij elkaar ontmoeten, wat die ontmoeting ons brengt en hoe we visie en praktijk verbinden. Frans van der Reep Lectoraat Digital World Hogeschool INHolland Rotterdam www.inholland.nl/digitalworld Dirk de Wit O&i Utrecht www.oi.nl
Frans van der Reep (red.) Dirk de Wit (red.)
verschillende gezichtspunten, zoals onderzoek en praktijk, processen en
Weven en Waven. Op naar digitopia?
Weven en Waven. Op naar digitopia?
Weven en Waven.
Op naar digitopia?
Frans van der Reep (red.) Dirk de Wit (red.)
De overheid tegen de beste prijs, kwaliteit en keuze Het betere ont-moeten met de overheid door de ontwikkeling van het internet Arno Dalhuisen en Bert Lukkien, O&i
De overheid staat traditioneel voor “moeten”: de overheid stelt (middels onze volksvertegenwoordiging) regels en handhaaft deze ten behoeve van de ordening van de maatschappij. Hierbij draait het dus om beheersing en controle, liefst zo effectief en efficiënt mogelijk. De burger is hierin het subject. Internet maakt een effectievere en efficiëntere beheersing en controle van deze burger mogelijk. Internet biedt echter meer mogelijkheden. De overheid ambieert met de e-overheid ook een verbetering van de kwaliteit van dienstverlening aan de burger. De overheid stelt zich tevens op als dienstbaar en ondersteunend aan de ambitie van de burger. Burgers verwachten namelijk steeds meer een overheid die hen faciliteert in plaats van (alleen) controleert. De logge, papieren bureaucratie van Weber (vooral gericht op controle) moet de hightech, outcome-gestuurde dienstverlener van het Apple van Steve Jobs worden. Gemak, snelheid, kwaliteit en keuze voor burger en bedrijf staan daarbij centraal. Dit vraagt een andere dan de huidige inrichting van organisatie en ICT. Het vooraf toestemming vragen (denk aan het gehele stelsel van vergunningen) en vervolgens achteraf controleren of aan de gestelde voorwaarden is voldaan, moet meer aansluiten bij de actuele wereld van de burger. De burger wordt subject van handelen in plaats van (alleen maar) subject van controle. Overheid en burger communiceren over wensen en mogelijkheden. Moeten wordt ontmoeten. Deze ambitie blijkt in de praktijk niet eenvoudig te realiseren. Overheden worstelen met de overgang van de traditionele organisatie en ICT naar een invulling die aansluit bij de huidige eisen vanuit de maatschappij. Daar blijkt namelijk meer voor nodig dan alleen een internetportaal. Alvorens in te gaan op de wijze waarop overheden invulling geven aan de e-overheid, plaatsen wij deze ontwikkeling allereerst in een historische
170
Weven en Waven. Op naar digitopia?
context. Opgedane ervaringen zijn namelijk van grote invloed geweest op de huidige invulling. Vervolgens illustreren we aan de hand van een concreet voorbeeld de invulling van de e-overheid. Daarna bespreken we de kenmerken van inrichting. Tenslotte gaan we in op de consequenties voor de relatie tussen burger en overheid. Hoe producenten van tv´s, auto´s en meubels het voorbeeld geven De drive om te digitaliseren is niet van de ene op de andere dag ontstaan. Zeker niet bij de overheid. De ontwikkeling naar een meer dienstverlenende overheid past bij een bredere maatschappelijke ontwikkeling die al langer gaande is. Wij doelen hier op de veranderingen in de relatie tussen klanten (vooral consumenten) en leveranciers/ producenten. Tot de jaren ’70 van de vorige eeuw was efficiëntie het belangrijkste criterium voor organisaties. Veranderingen in productietechnologie veroorzaakten een verschuiving van handwerk naar massaproductie. Kwaliteit van dienstverlening werd bepaald door de mate waarin kosten gereduceerd konden worden. Organisaties waren hierbij gesloten systemen en dicteerden wat consumenten kochten. Door toenemende welvaart, deregulering op het gebied van concurrentiebeperkende maatregelen en daarmee toenemende internationale concurrentie, kwam hier in de jaren ’70 een kentering in. Vooral producten van Japanse makelij bleken hun Europese en Amerikaanse concurrenten voorbij te streven in zowel prijs als kwaliteit. Consumenten kregen meer keuzemogelijkheden en wilden meer “waar voor hun geld”. Consumenten kregen dus én meer te besteden én meer te kiezen. Voor producenten bleef er maar één mogelijke reactie over, namelijk concentreren op “excellentie”: niet alleen leveren voor de beste prijs, maar eveneens tegen de beste kwaliteit. Mede door snelle technologische ontwikkelingen blijkt het in de jaren ’90 mogelijk om steeds maar weer vernieuwingen aan te brengen in bestaande producten. Het gevolg hiervan is dat de welvarender wordende consument eerder geneigd is om zijn producten te vervangen, simpelweg om in het bezit te komen van de nieuwste producten. De productlevenscyclus wordt voor veel producten steeds korter, omdat ze technisch sneller verouderd raken. Mede door vergroting van het aanbod ontstaan er ook meer keuzemogelijkheden.
De overheid tegen de beste prijs, kwaliteit en keuze
171
Die ontwikkeling, in combinatie met verregaande verbeteringen in communicatie tussen consument en producent, heeft tot gevolg dat consumenten ook steeds hogere eisen zijn gaan stellen aan de keuzemogelijkheden en de mogelijkheid tot aanpassing aan individuele wensen, uiteraard met behoud van een gunstige prijs en goede kwaliteit. Deze combinatie van snelheid en keuze stelt nieuwe eisen aan de producenten. Producenten dienen vandaag de dag rekening te houden met een grote variëteit in het productaanbod met tevens variabele levertijden. Dit stelt verregaande eisen aan de wijze waarop het productontwerp en het productieproces ingericht zijn. De producenten hadden geen keus dan op deze nieuwe eisen in te gaan. De wijze waarop ze dit hebben gedaan, is door hun productie volgens de principes van massamaatwerk (mass customization) in te richten. Kern van deze principes is het modulaire ontwerp (maximale cohesie, minimale koppeling en goed gedefinieerde interfaces). Het ontkoppelen van de machine (bewerking), het proces (bewerkingsvolgorde) en het product (grondstof, halffabricaat, eindproduct) kunnen we inmiddels in de wereld van de industriële productie als een standaard beschouwen. Het gros van de producten dat wij op dit moment dagelijks gebruiken, is volgens dit principe geproduceerd. De productie van computers, auto’s, consumentenelektronica en meubels zijn daarvan een goed voorbeeld. Deze standaard biedt de mogelijkheid om efficiënt (goedkoop en snel), met grote precisie (kwaliteit) en zeer flexibel (grote variatie aan producten) te produceren. Dit is dé oplossing voor de paradox: snel en goedkoop leveren, met hoge kwaliteit en zoveel mogelijk aangepast aan de wensen van de klant. Ook aan gegevensverwerkende organisaties zijn deze ontwikkelingen en nieuwe eisen niet voorbijgegaan. Vanaf de jaren ´90 zijn verzekeringsmaatschappijen en banken gestart met de vertaling van de genoemde principes naar een concrete toepassing in hun eigen organisatie. Dit heeft geleid tot het stellen van eisen
172
Weven en Waven. Op naar digitopia?
De producent die ´de overheid´ heet: de grondstoffen zijn de gegevens (met hun eigen regels en kwaliteitseisen), de producten zijn de beschikkingen en andere besluiten en de regels over het proces bepalen de bewerkingsvolgorde en de in acht te nemen termijnen. Net als met een generieke houtbewerkingmachine die kan boren, zagen, frezen en schuren om daarmee alle bewerkingen van houten balk en plank naar willekeurig welke deur te realiseren, onderscheiden wij vier generieke services (en niet meer dan vier) die alle noodzakelijke bewerkingen voor een gegevensverwerkende organisatie kunnen uitvoeren.
aan gegevens en applicaties en heeft tevens het concept van businessrules verder vormgegeven. Het principe van regelsturing van geautomatiseerde productiesystemen, zoals we die kennen in de industriële productieomgeving, blijkt als principe en met dezelfde voordelen ook toepasbaar voor productiesystemen in een gegevensverwerkende organisatie. Een product wordt namelijk gerealiseerd uit grondstoffen die via een of meerdere bewerkingen door een generieke machine van halffabricaat naar eindproduct transformeert. De eisen die aan grondstoffen gesteld worden, zijn vastgelegd in regels over de grondstoffen (aard, kwaliteit enz.). Hoe een product wordt samengesteld, is vastgelegd in productregels. De volgorde van bewerking van grondstof naar eindproduct wordt gespecificeerd in procesregels. De veranderende eisen aan de productieomgeving en gegevensverwerkende organisaties raken ook de overheid. Consumenten kunnen inmiddels online een auto of een boek kopen en binnen een paar dagen geleverd krijgen, vanuit Nederland een vakantiehuisje in de rimboe van Australië huren en al hun bankzaken (inclusief hypothecaire leningen) binnen een paar klikken regelen. Als diezelfde consument (in zijn rol als burger) met de overheid in contact treedt, wordt hij nog geconfronteerd met een totaal ander niveau van dienstverlening. De aanvraag van een gemiddelde subsidie, uitkering of vergunning vereist nog altijd een hoop papierwerk en een aanzienlijke doorlooptijd. Daarnaast is een overheidsorganisatie bij een wetswijziging zo een jaar bezig om, tegen hoge kosten en met veel inspanning, een aanpassing in hun automatisering en proces door te voeren. Echter, burgers verwachten van een overheid inmiddels eenzelfde niveau van dienstverlening als die zij gewend zijn van andere deelnemers uit de maatschappij. De veranderende eisen aan de overheid hebben hun weerslag gevonden in de Agenda van Lissabon die uiteindelijk na een lange weg zijn vertaling heeft gevonden in de principes van de NORA en de GEMMA. Overheidsorganisaties moeten de kwaliteit van hun dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. Dit doen ze met name door middel van het digitaliseren van hun producten en deze toegankelijk aan te bieden via het internet. Ondanks de wereldwijde economische crises en de oplopende overheidstekorten, staat in de Miljoenennota van 2009 de ambitie van e-dienstverlening hoog op de agenda.
De overheid tegen de beste prijs, kwaliteit en keuze
173
Ontmoetingen met de overheid in de nabije toekomst In het volgende praktijkvoorbeeld wordt de ambitie van de e-overheid geconcretiseerd. In de casus gaat Hans Blok een vergunning aanvragen bij zijn gemeente voor het houden van een feest. De gemeente heeft haar dienstverlening conform de eisen van de e-overheid ingericht: snel en goedkoop leveren, met hoge kwaliteit en zoveel mogelijk aangepast aan de wensen van de burger. Feestje!? Hans Blok wil een feestje organiseren in zijn tuin. Het wordt dit keer wat hem betreft een bijzonder feest: hij gaat de gehele faculteit uitnodigen, de slijter levert een aantal biertaps en hij heeft Radio538 geboekt om te gaan draaien... Hij weet dat de gemeente het organiseren van feesten in het dorp erg serieus neemt. De mogelijke overlast voor omwonenden moet worden beperkt, veiligheids- en milieunormen moeten worden gewaarborgd. Er zal wel een vergunning voor nodig zijn, bedenkt hij zich. Na het avondeten kijkt hij eerst even op de site van zijn gemeente. Hans ziet op de informatiepagina van de gemeente al snel dat zijn vermoeden klopt. Afhankelijk van de grootte en aard van het feest is een vergunning nodig. Hans logt direct in op de gemeentesite en krijgt toegang tot zijn persoonlijke dossier. Dit dossier beheert hij feitelijk samen met de gemeente. In het persoonlijke dossier ziet hij alle actieve producten en diensten die de gemeente voor hem heeft vastgesteld. Hij ziet bijvoorbeeld de WOZ-beschikking voor zijn appartement, zijn paspoort en ook zijn rijbewijs. Ook vindt hij alle actuele, feitelijke gegevens over zijn leefsituatie in het dossier terug. Hierop zijn de producten en diensten gebaseerd. Hans kan deze gegevens slechts gedeeltelijk aanpassen. Deze worden, zo stelt de gemeente, door andere instanties, zoals het Kadaster en de Belastingdienst bijgehouden. Het maakt Hans niet uit wie wat doet, hij wil op een goede manier het feest organiseren en zijn wens kenbaar maken via zijn persoonlijke dossier.
174
Weven en Waven. Op naar digitopia?
In het keuzemenu vindt Hans al snel de mogelijkheid om aan te geven dat hij een feest wil organiseren. Hij moet alleen nog enkele gegevens over het feest zelf en de omstandigheden invullen. Hoeveel mensen gaan er komen? Is er sprake van veel geluid? Zodra Hans de gegevens opslaat in het dossier, bedankt de gemeente hem voor het maken van de melding. Immers, zo stelt de gemeente online: op basis van de bekende feitelijke gegevens moest Hans -als organisator van het feest (bevoegdheid)- inderdaad een melding maken van zijn wens (verplichting). De gemeente geeft direct aan dat het feest mag worden gehouden en kent hem het besluit direct definitief toe (vergunning). Hans moet nog wel zes weken wachten, omdat de mensen in de buurt het recht hebben om bezwaar te maken tegen de beslissing van de gemeente. De gemeente heeft deze omwonenden inmiddels proactief geattendeerd op de beslissing via hun persoonlijke dossier en mail (voorzover deze personen zich voor deze service hebben aangemeld bij de gemeente). Hans handelt direct de leges af door via iDeal af te rekenen. Blij met dit resultaat logt Hans uit en doet de tv aan voor het nieuws van half acht. Zes weken later ontvangt meneer Blok een e-mail van de gemeente dat er geen bezwaren zijn binnengekomen van omwonenden. Meneer Blok kan het feest nu echt organiseren. De beschreven casus is een concrete uitwerking in lijn met de ambitie van de eoverheid. In de casus is sprake van een overheidsorganisatie die via internet het persoonlijke integrale digitale dossier aan de burger toont. De burger is in de gelegenheid om zelf wijzigingen door te voeren in dat dossier. Zodra de burger dit doet, stelt de overheidsorganisatie op basis van de wijzigingen een direct nieuw besluit vast. Om dit mogelijk te maken, zal de overheidsorganisatie wel een aantal voorwaarden van inrichting moeten toepassen. De overheid met een regelgeoriënteerde inrichting Productieproces conform de principes van massamaatwerk De principes van massamaatwerk worden ook toegepast binnen een gegevensverwerkende organisatie als een gemeente. We noemen dit dan een regelgeoriënteerde inrichting.
De overheid tegen de beste prijs, kwaliteit en keuze
175
Net als in de industriële productomgevingen richten de organisatie en de ICT zich op het ontvlechten van gegevens, regels, processen en ICT. Dit heet ontkoppeling. Ook worden gegevens, processen en ICT zoveel mogelijk gestandaardiseerd. Deze onderdelen worden generiek gerealiseerd om de behandeling van bijvoorbeeld een klantvraag vervolgens via het gebruik van regels specifiek te maken. Belangrijk bij deze vorm van standaardisatie en ontkoppeling is de notie dat: ( elk(e) product of dienst van de overheidsorganisatie in feite een bewerking is van gegevens (de grondstof van het product) ( op basis van regels (de bewerkingsinstructie) ( die tot een bepaalde uitkomst leidt (het product-de dienst) ( in reactie op een bepaalde gebeurtenis of een vraag van de klant (event/gebeurtenis). De gegevens en regels worden van elkaar gescheiden en autonoom beheerd. Processen zijn hierbij generiek, productoverstijgend geformuleerd. Het concrete verloop wordt bepaald door het type gebeurtenis en de specifieke klantsituatie. Deze standaardisatie en ontkoppeling van gegevens, processen en ICT heeft als doel de complexiteit van de organisatie en de ICT te reduceren. Daarmee vergroten de beheersbaarheid en de aanpasbaarheid van de organisatie met het oog op de gestelde ambitie. Integraal klantdossier Naast bovengenoemde principes is het integraal klantdossier een voorwaarde voor de inrichting van de e-overheid. De overheidsorganisatie stelt in het kader van transparantie een integraal en actueel klantdossier van Hans beschikbaar. Dit dossier geeft dus een compleet, afdelings- en procesoverstijgend overzicht van alle beschikbare informatie (inclusief rechten en plichten) over de burger. Dit dossier wordt gebruikt voor alle producten en diensten die de overheidsorganisatie aanbiedt (eenmalig vaststellen, meervoudig gebruik). Een wijziging van een gegeven in het dossier (omdat de burger dit bijvoorbeeld gemeld heeft of omdat dit uit een basisregistratie blijkt) kan voor de gemeente reden zijn om de rechten en plichten opnieuw vast te stellen. Hierdoor is werken in de actualiteit mogelijk geworden. Alleen dan is de gemeente in staat om zijn aanvraag te beoordelen volgens de gestelde regels in de APV en haar risicobeleid. De (grotendeels al bekende) feiten in de aanvraag in combinatie met de regels maakt directe beoordeling mogelijk. Daarom is het verlenen van de vergunning zonder nader onderzoek mogelijk. Ook geeft het risicobeleid aan dat de situatie rondom Hans en zijn melding geen aanleiding geven tot verder onderzoek.
176
Weven en Waven. Op naar digitopia?
Immers, het uitgangspunt is ‘handelen vanuit vertrouwen, tenzij…’. Door dit integrale beeld over de bekende feiten rondom Hans hoeft de gemeente niet persoonlijk op bezoek te komen om de situatie met eigen ogen te bekijken. Hiermee is de factor snelheid in het kader van de e-overheid gegarandeerd. Vragen die ertoe doen De overheidsorganisatie stelt alleen die vragen die ertoe doen in de specifieke situatie van de burger en het bedrijf met wie zij op dat moment communiceert. Zodra Hans in zijn persoonlijk dossier de melding doet van zijn wens om een feest te organiseren, moet hij alleen nog een aantal vragen beantwoorden die voor zijn situatie nodig zijn om tot een oordeel te komen. Hiertoe presenteert de gemeente op de webpagina alle relevante gegevens om vast te stellen of er een verplichting voor het aanvragen van de Evenementenvergunning is. Hij ziet gegevens over zijn persoon (van de Basisregistratie Persoonsgegevens - GBA) en het eigenaarschap van het perceel waar het feest wordt gegeven (van de Basisregistratie Kadaster). Hans hoeft alleen de vragen nog te beantwoorden, waarvan de gegevens niet bekend zijn (klantgericht werken: alleen datgene uitvragen wat je nog niet weet). Dit betreft in dit geval alleen gegevens die nodig zijn om het feest en de omstandigheden te karakteriseren (gemeentespecifieke gegevens). Voorzover de gegevens niet uit de basisregistraties komen, kan Hans de gegevens wijzigen indien hij daartoe aanleiding ziet. Ook dit is een vorm van transparantie: het samen eens worden over de feiten. Werken in de actualiteit De overheidsorganisatie neemt tijdens het internetcontact met Hans actueel en (in dit voorbeeld volledig) geautomatiseerd een definitief besluit. We noemen dit werken in de actualiteit. Op basis van de regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de door Hans ingevulde gegevens, in combinatie met de binnen de gemeente beschikbare gegevens (voorinvullen), stelt de gemeente het volgende vast: ( of Hans bevoegd is tot het doen van een melding omtrent het organiseren van een feest (bevoegdheid); ( of hij verplicht is om een vergunning aan te vragen (verplichting) en; ( of het feest volgens de gemeente mag worden gegeven (vergunning). Hieruit volgt het besluit of Hans het feest mag geven. Omdat het besluit positief uitvalt, verkrijgt hij direct en online de vergunning (rechten en plichten actueel en definitief).
De overheid tegen de beste prijs, kwaliteit en keuze
177
Het effect op de relatie tussen de burger en de overheid De overheid handelt snel en precies in alle situaties Met behulp van het integrale klantdossier, het in de actualiteit werken en de ontsluiting ervan via het internet is de overheidsorganisatie in staat om producten en diensten direct en online te leveren. Het hergebruiken van gegevens maakt eenmalige uitvraag van gegevens mogelijk, wat leidt tot een betere kwaliteit van gegevens in de dienstverlening. De eenmalige opslag van regels stelt de organisatie in staat om eenheid van beleid en uitvoering te waarborgen, doordat de regel niet onverhoopt meerdere malen (en bij wijzigingen dus ook mogelijk inconsistent) in verschillende applicaties is geïmplementeerd en/of door individuele medewerkers anders wordt geïnterpreteerd. Door inzicht in de beschikbare informatie en consistentie in de dienstverlening stijgt de transparantie en verbetert het gemak van de dienstverlening richting de burger. De overheid geeft antwoord Met het integraal klantdossier via internet is het tijdrovende doorspitten van vele systemen om een overzicht te krijgen ten behoeve van het beantwoorden van een vraag, het nemen van een beslissing of het uitvoeren van een controle, verleden tijd. Een burger met een vraag over consequenties van het geven van een feest zal online en direct een compleet en op zijn situatie toegespitst antwoord krijgen. De overheid biedt ondersteuning Door het werken in de actualiteit en de focus op het eenmalig registreren van gegevens over klanten zijn overheidsorganisaties in staat om uit eigen beweging signalen te sturen naar de burger. Dit is vergelijkbaar met het RDW die nu al acht weken van tevoren meldt dat het rijbewijs moet worden verlengd. De signaleringen gaan in deze situatie veel verder en zijn meer toegesneden op de gebeurtenis die de burger op dat moment in zijn of haar leven meemaakt. Het gebruik van e-mail, sms, Twitter en RSSfeedkanalen zullen hierin gemeengoed worden. Eventuele schade, boetes of (zelfs) de gang naar de bestuursrechter worden sterk gereduceerd, omdat de burger wordt ondersteund bij het uitvoeren van de benodigde acties richting de overheid.
178
Weven en Waven. Op naar digitopia?
De overheid wordt goedkoper Een belangrijk neveneffect van de regelgeoriënteerde inrichting is tot slot kostenreductie. De overheid zal de burger minder gaan kosten. Door het gebruik van enkele generieke machines die toch maatwerk leveren, is immers een aanzienlijke sanering van de bestaande, complexe applicaties mogelijk. Ook is het gemakkelijker om de bestaande, generieke machines aan te passen dan in de huidige situatie bij bijvoorbeeld veranderende wetten en regels. De afdeling Milieu (nu nog met haar eigen informatiesysteem) maakt in de nieuwe situatie gebruik van dezelfde generieke machines en klantgegevens waar de afdeling Bouwen gebruik van maakt, ieder met haar eigen regelset. Dit kan nog verdergaan: de ene generieke machine wordt via een Shared Services Centre en bijvoorbeeld GEMNet gedeeld door zowel gemeente A als B, weer ieder met haar eigen regelset. Samen dragen zij de kosten. Conclusie Regelgeoriënteerd produceren door gegevensverwerkende organisaties, zoals overheidsorganisaties, is een logisch uitvloeisel van een ontwikkeling die in andere productieomgevingen al vele jaren gaande is. Het is het antwoord op de eis van ons als burgers aan diezelfde overheid: snel en goedkoop leveren, met hoge kwaliteit en zoveel mogelijk aangepast aan onze wensen. Hierbij is (informatie)technologie belangrijk, maar het betreft uitdrukkelijk geen technologievraagstuk. De techniek om de overheid regelgeoriënteerd in te richten is beschikbaar. Sterker nog, de benodigde applicatiecomponenten zijn veelal in de bestaande organisaties ruim voorhanden, zowel in het standaardpakket van meerdere leveranciers als in open source/standards software. Het ontsluiten van de overheid via het internet met ondersteuning van een regelgeoriënteerde inrichting van processen en IT stelt de burger in staat te communiceren met de overheid over zijn wensen en mogelijkheden De relatie tussen de overheid en de burger wordt naast ‘moeten’ hierdoor vooral een relatie gericht op het ‘ontmoeten’.
De overheid tegen de beste prijs, kwaliteit en keuze
179
! Een merkwaardige titel wellicht voor een verzameling artikelen die over
het internet gaat en de golven die over ons heen komen. Bij het lezen van het boek wordt het u duidelijk waarom we deze twee begrippen hebben gekozen. Oude patronen en verbanden verdwijnen of duiken soms ergens anders weer op. Nieuwe patronen ontstaan schijnbaar moeiteloos. Er is veel deining en er zijn weinig boeien om richting te geven. Dit boek, een bundel met samenhangende bijdragen, is het resultaat van een samenwerking tussen het lectoraat Digital World van Hogeschool INHolland en O&i. De schrijvers leggen de verbinding tussen een technologische ontwikkeling, die fascinerend en soms beklemmend is, en de inrichting van bedrijven in verschillende branches. Een digitale wereld die de manager van vandaag wel kent, maar niet altijd begrijpt. Door als lectoraat en O&i samen te werken, kunnen we de digitale wereld vanuit gedrag, individu, bedrijf en samenleving, belichten. Vanuit die gezichtspunten laten we zien waar wij elkaar ontmoeten, wat die ontmoeting ons brengt en hoe we visie en praktijk verbinden. Frans van der Reep Lectoraat Digital World Hogeschool INHolland Rotterdam www.inholland.nl/digitalworld Dirk de Wit O&i Utrecht www.oi.nl
Frans van der Reep (red.) Dirk de Wit (red.)
verschillende gezichtspunten, zoals onderzoek en praktijk, processen en
Weven en Waven. Op naar digitopia?
Weven en Waven. Op naar digitopia?
Weven en Waven.
Op naar digitopia?
Frans van der Reep (red.) Dirk de Wit (red.)