Werksessie 1 – Vluchten kan niet meer. Je vleugels uitslaan wel. Werkgroep 10 Werkgroepbegeleider: Ludwig Jossa Verslaggever: Sarah De Baerdemaeker Inhoudelijke reflectie Was alles duidelijk? Wat moet er nog uitgeklaard worden? -
-
Hij is uitgegaan van de bestaande structuren in het SO werkveld.. De invloed van de ouders is inderdaad groot: vb. ouders willen zelf niet dat hun kinderen bij bv een kind van een poetsvrouw komt te zitten. Leerlingen die hetzelfde gaan kiezen als het vriendje. Dat dit minder invloed heeft, maar in realiteit lijkt het volgens de perceptie van leerkrachten meer invloed te hebben. Er zou een overkoepelende structuur moeten zijn vanuit de overheid om de leerlingen een zo groot mogelijke waaier aan te bieden. Dit botst dan ook nog eens regelmatig met de bovenbouw. De middenscholen passen zich hier naar aan. Hoe kan een ouder het gevoel krijgen van geïnformeerd te zijn als er al zo een diversiteit is tussen de verschillende middenscholen.
Interpretatieve reflectie Wat heeft je getroffen, geraakt, (on)aangenaam verrast? Wat beklijft? Waarom? -
-
-
Er wordt vanuit gegaan dat er een verschil/gradatie/differentiatie aanwezig is in de scholen. Er zou overal dezelfde basis moeten aanwezig zijn, maar er zijn toch in alle verschillende middenscholen toch nog een verschil in basis. Zoveel mensen die geen advies hebben gekregen om naar het secundair te gaan. Goede samenwerking met de basisscholen. Soms mag men pas van een bepaald moment zich inschrijven. Zich vroeg inschrijven zorgt er voor dat ze zich niet verder gaan informeren. Dit is jammer, We steken heel veel tijd in het goed informeren. Geschrokken van de hoge cijfers. Leerlingen hebben allemaal een advies op hun rapport krijgen, advies is niet goed gekaderd. Niet gewoon zeggen A-stroom, maar concreter. Er zou in de middenscholen een gelijke basisvorming en heterogene groepen moeten zijn, iedereen vult dit op zijn eigen manier in. Er wordt bij de leerlingen heel vaak nog rekening gehouden met de sociaal-economische achtergrond van de ouders. Hier gaat het om leerlingen die dezelfde prestaties gehaald hebben. Ouders van verschillende achtergronden, gaan op basis van die achtergronden, andere keuzes maken.
-
Als we alles heterogeen zouden maken, gaan de andere scholen misschien hier hun voordeel uithalen. De ouders kiezen hier voor een Latijnse en moderne wetenschappen, wordt dit afgeschaft dan gaan de ouders naar de scholen waar ze hun kinderen tot hun recht kan laten komen (volgens hen).
Transfer naar de eigen middenschool Welke gevolgen kan de visie van de spreker(s) hebben op de komende hervorming? Wat voor impact kan dit volgens jou hebben voor je eigen middenschool? -
-
Er zou overal dezelfde basisvorming moeten aanwezig zijn, maar er is toch tussen de verschillende middenscholen toch nog veel verscheidenheid. In een aantal keuzes bevestigingen we ook als middenscholen de traditionele structuur. Dit wordt ook bevestigd door het onderzoek de wetgeving is hier vrij breed in. Niet in alle scholen zijn het heterogene groepen. De leerlingen die bv technisch volgen, zitten apart. Het probleem zal blijven zolang de overheid niet voor een bepaalde structuur gaat kiezen. Kiezen voor talentenuren: Leerlingen mogen kennis maken met een aantal talenten zodat ze makkelijker kunnen kiezen wat ze naar de toekomst toe zouden willen kiezen
1
Werksessie 2 – ‘Schakelen naar een B-tere versnelling’ en ‘De draaglijke lichtheid van een basaal bestaan’ Inhoudelijke reflectie Was alles duidelijk? Wat moet er nog uitgeklaard worden? -
Het tweede deel was niet echt heel duidelijk. Jammer.
Interpretatieve reflectie Wat heeft je getroffen, geraakt, (on)aangenaam verrast? Wat beklijft? Waarom? -
-
Mogen wij streven naar alle leerlingen 100% gelukkig te doen maken? Het is een utopie maar kunnen we er naar streven? Examens laten maken of niet? De leerlingen hebben nood aan feedback. Ze moeten voorbereid worden op de examens. Het mag geen straf zijn. De toetsen moeten de leerlingen laten zien hoe ver dat ze staan. Inclusie: Het afschaffen van de B-stroom en alles en iedereen in de A-stroom. Helpt het de leerlingen omhoog te komen door sterke leerlingen rond zich? o Dit zal afhangen van het aantal leerlingen in die klas. Terugstroom van de leerlingen van de B naar de A-stroom: Ze zullen dit misschien een tijdje kunnen volhouden maar zal daarna terug afvallen. Moet de leerling goed presteren op papier? Of gaan we op het groeitraject punten zetten? (Methodescholen?) Wat je goed doet voor de zwakken, doen we ook goed voor de betere. Portfolio: De leerlingen moeten zelf reflecteren over hun eigen capaciteiten. Leerlingen moeten dit regelmatig indienen en krijgen hierop feedback van de leerkracht.
Transfer naar de eigen middenschool Welke gevolgen kan de visie van de spreker(s) hebben op de komende hervorming? Wat voor impact kan dit volgens jou hebben voor je eigen middenschool? Wat wil je meenemen naar je eigen middenschool en wat laat je liever hier? + + + + +
De verruiming en verbreding van de eerste graad. Het terugbrengen van de heterogeniteit. Dat er geen keuzevakken zijn. Geen gevoel van hiërarchie. Nadenken over de basisopties die er mogelijk zijn. Het uitstellen van de studiekeuze verbreden. Engels in het eerste jaar. Meer techniek. Dit samen met wetenschappen in 1 vak? Leerkrachten Techniek geven ook al vaak Wetenschappelijk Werk. De richting meer onderbouwd wetenschappelijk maken.
2
+ + + + + +
− − − − − − −
−
De mentaliteit van de ouders zou moeten veranderen. Ze willen niet dat hun leerlingen naar het TSO gaan. Als het in 1 cluster zou geplaatst worden dan zullen de ouders daar sneller voor gaan kiezen (?). Streven naar een betere benaming van de vakken/richtingen zodat de ouders en kinderen zich niet minder gaan voelen als ze naar TSO/BSO/KSO gaan. Samenwerking met de bovenbouw. Een duidelijke leerlijn van de eerste graad naar de tweede graad. Belangstellingsgebieden (3 kiezen), keuze uitstellen. Afschaffen van het getuigschrift voor het basisonderwijs. Schakelblok: werken met modules en doorgaan naar de volgende module wanneer die leerling daar klaar voor is. Nood aan bredere vorming van de B-stroom. Andere namen moeten gebruikt worden. Bv Handel in het tweede een andere naam geven dan Handel in het derde
De urenvermindering van het aantal uren wiskunde en Frans. Te veel vakken van twee uren. Te grote versnippering. Het mag meer Frans zijn. Engels kunnen ze al uit hun eigen. Latijn voor iedereen. Te moeilijk. Te groot contrast tussen goede leerlingen. De concrete voorzet van het -curriculum. Bedenkingen voor de opties Sommige middenscholen versterken hierdoor en sommige verminderen als dit niet voor alle middenscholen van toepassing is. Het afschaffen van de uurroosters, leerplannen, structuur van de lessen… in het schakelblok. Dit is een grote verandering en vraagt veel expertise van leerkrachten om te zoekennaar de eigen structuur en leernoden die jongeren hebben. Schakelblok niet in het secundair maar in de basisschool plaatsen. Hoe opvangen van de hoogbegaafden? Andere benaming Leernoden? Individueel traject. De leerlingen krijgen de kans om een bepaald project te doen. Ze doen een paar uur zelfstudie en ze werken aan een zelfgekozen project. Leernood wordt leeruitdaging Kan dit ook gedaan worden voor de leerlingen die aan de ondergrens zitten binnen de groep van de A-stroom?
3
Werksessie 3 – Van kiespijn en groeischeuten, de dingen die voorbijgaan. Inhoudelijke reflectie Was alles duidelijk? Wat moet er nog uitgeklaard worden? Hoe doen wij concreet keuzecompetenties … ?
in
de
school
rond
horizonverbreding,zelfconceptverheldering,
Interpretatieve reflectie Wat heeft je getroffen, geraakt, (on)aangenaam verrast? Wat beklijft? Waarom? Transfer naar de eigen middenschool Welke gevolgen kan de visie van de spreker(s) hebben op de komende hervorming? Wat voor impact kan dit volgens jou hebben voor je eigen middenschool? -
-
-
-
-
De leerlingen mogen op een bepaalde dag, zelf hun eigen dag indelen. De leerlingen weten dat dit een hulp is bij de studiekeuze. Dit helpt onrechtstreeks wel. o Deze keuzes bieden een zeer grote waaier aan van studiekeuzemogelijkheden Werken met een keuzeboekje. CLB doet een inleidend gesprek. Samen met de klastitularis wordt dit verder uitgewerkt. De leerlingen doen ook uitstappen naar het beroepsveld. De leerlingen moeten een soort van “enquête” invullen over hun interesse, waarom ze voor dat vak wel leren en voor anderen niet. De leerlingen maken ook een uitstap naar de bovenbouw in ASO en TSO. De leerlingen krijgen ook een boekje over de studierichtingen en wat de mogelijkheden allemaal zijn. Horizontaal: Hierin worden heel wat thema’s aangehaald. De leerlingen moeten daar een aantal thema’s uitkiezen en dan moeten de leerlingen zelf even gaan ondervinden wat hun interesseert. Vb: Thema natuur: De leerlingen moeten buiten een wandeling gaan maken. Terwijl moeten ze op bepaalde dingen letten (opdrachtenkaart). Op deze manier kunnen ze ontdekken wat hun interesse is. Moeten we wachten op het moment dat de leerlingen voor de keuze staan (voor de scharnieren) of beginnen we daar vanaf het eerste moment mee? Groeidocument. Hier staan een aantal puntjes op waar de leerlingen hun eigen mening moeten over geven (attitude, studiehouding …) Daarna doet de klastitularis en de andere leerkrachten ook. Op deze manier kan je zien of dit overeenkomt of niet en is er een mogelijkheid tot een gesprek. Portfolio. De leerlingen moeten zelf leren uitschrijven hoe het verloopt. Hoe zien ze hun leven? De keuze die ze nu maken heeft daar veel mee te maken. De leerlingen maken een keuze voor de paasvakantie en van daaruit vertrekken de deliberaties. Die geven een advies aan de leerlingen. De leerlingen mogen 2 keuzes gaan
4
-
-
-
-
-
meevolgen in de bovenbouw. De leerlingen moetennaast een eigen keuze het advies van de klassenraad ook verkennen.. Het komt ook omgekeerd voor. De klassenraad geeft eerst een advies en daarna maken ze zelf de keuze. De leerlingen van de verschillende jaren hebben een soort van keuzemarkt waar leerlingen vragen aan elkaar kunnen stellen. De leerlingen stellen dan vragen die ze nooit aan de leerkrachten zouden vragen. Op welke manier maakt de school een keuze. Op wat baseert die zich? Als de school eerst de keuze bekent maakt, maak je het dan niet beperkt voor de leerlingen? Op welke manier ga je informatie overbrengen naar de ouders? De ouders willen duidelijkheid en iets concreter. Een leerling-profiel opstellen heeft ook nadelen. Werk niet met punten want die zijn niet altijd even transparant. De leerlingen die beheersingsniveaus toegewezen krijgen, zullen sneller het advies opvolgen. Het verplichten tot een plan B te hebben bij het maken van een keuze. Wanneer het fout loopt, dan hebben ze iets achter de hand. De meeste adviezen worden voor de paasvakantie gegeven. Deze adviezen zijn ook oriënteringsadviezen. De leerlingen krijgen een voorlopig advies en ze zullen daar nog steeds aan moeten werken om dit waar te maken. Het stellen van een plan B doet hen ook nog eens motiveren. Stappenplan va n CLB veronderstelt ook het verkennen van het emotionele of de brede leefcontext. Belangrijk is dat we hier respectvol en met een zekere schroom mee omspringen.. Het vroeger starten van de studiekeuzes. Samenwerking CLB: o Wordt niet altijd als even gemakkelijk ervaren. Het opboksen tegen het CLB. Zelf het heft in handen nemen en daar is CLB niet mee akkoord. Het moet via het CLB verlopen. Dat is niet altijd zo mogelijk. o Het CLB kent de richtingen niet volledig en geven dan verkeerde informatie . Het uitnodigen van het CLB van de lagere scholen en ze informatie bezorgen over de middenscholen. Op deze manier kunnen ze betere informatie bezorgen. o Frustratie over het feit dat de leerkrachten de leerlingen beter kennen dan het CLB en dat het CLB beslissingen neemt waar de leerkrachten daar dan niet mee akkoord zijn. Dat kan dan heel erg botsen. o Samen met het CLB heel veel overleg. De leerkrachten delen informatie over het kind mee (met behoud van de privacy). Het CLB is ook bij de klassenraden. Het helpt om bepaalde adviezen over te brengen naar de ouders. Het CLB ondersteunt de leerkrachten heel fel. o Het CLB moet meer een voortrekkersrol op zich nemen. Het zijn soms gemiste kansen. Naar het beleid toe zouden er nog wel wat dingen kunnen veranderen.
5