007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 1
Assur Nr. 40
Weekblad van 13/12/2007
Werkgelegenheid in de verzekeringssector in 2006 Inleiding
02
1. Vergelijkingen tussen de landen van het Europa van de 15
03
2. De Belgische verzekeringsmarkt
04
3. De werkgelegenheid in de verzekeringsondernemingen
05
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5 3.6. 3.7.
Tendensen 2000-2006 Analyse van de tendensen Kerncijfers Analyse van de kerncijfers per categorie In- en uitstroom Structuur van de sector Overeenkomsten van bepaalde duur
4. Cijfermatige tabellen 4.1. 4.2.
14
Profiel van de werknemers tewerkgesteld op 31 december 2006 Profiel van de in 2006 aangeworven en vertrokken werknemers
5. Toekomst
19
Speciale editie Statistische reeks
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 2
02
Inleiding: Assuralia besteedt veel aandacht aan de verwerking van de gegevens met betrekking tot het tewerkgestelde personeel in de sector. Assuralia legt bestanden aan met gegevens over de human resources in de sector: een database over de werkgelegenheid waarvan de gegevens sinds het begin van de jaren 1990 voortkomen uit een jaarlijkse enquête die het mogelijk maakt geïndividualiseerde en anonieme informatie in te winnen over alle werknemers in de sector, en over het personeelsverloop van de sector; het onderzoek naar de “beroepsklassen” om de functies en beroepen van onze sector in kaart te brengen en een hulpmiddel te creëren voor het voeren van een vooruitziend beheer op het gebied van betrekkingen en competenties; enquêtes over het loonpeil in de verzekeringssector, in samenwerking met externe partners, stellen elke onderneming in staat om de kritische functies van haar loonbeleid te toetsen aan marktgegevens. Deze uitgave van de speciale Assurinfo-reeks is het resultaat van de verwerking van de gegevensbank “werkgelegenheid” die Assuralia jaarlijks aanvult en die de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de bewegingen van het personeelsbestand van nabij volgt.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
Deze publicatie brengt de werkgelegenheid in de verzekeringsondernemingen in kaart. Zij belicht ook de verschillende actoren die samen met de verzekeringsondernemingen het decor van de verzekeringssector vormen en geven een overzicht van de belangrijkste kerncijfers die de werkgelegenheid in de verzekeringsondernemingen kenmerken. In het eerste deel van de studie worden de werkgelegenheidscijfers van het Europa van de 15 vergeleken. Het tweede deel situeert de verzekeringsondernemingen in de verzekeringsmarkt in de ruimst mogelijke zin met inbegrip van de tussenpersonen, de makelaars, de agenten… Daarna worden de werkgelegenheidscijfers voor 2006 in de strikte zin en de voornaamste tussen 2000 en 2006 vastgestelde tendensen geanalyseerd. Het volgende hoofdstuk bevat cijfermatige tabellen. Ten slotte blikken we in het vijfde en laatste deel van dit speciale nummer van Assurinfo vooruit en becommentariëren we de ontwikkeling van de verzekeringsberoepen. Assuralia hoopt met dit dossier een omstandig inzicht te kunnen geven in de vele facetten van de werkgelegenheid in de verzekeringsondernemingen.
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 3
03
1. Vergelijkingen tussen de landen van het Europa van de 15
Landen van Europa van de 15 DE GB FR ES NL IT AT BE SE IE DK PT FI GR LU
Germany United Kingdom France Spain The Netherlands Italy Austria Belgium Sweden Ireland Denmark Portugal Finland Greece Luxembourg
Werknemers1 Aantal Groeipercentage2 225.700 -3,3% 180.000 -5,7% 138.200 0,0% 49.135 47.500 39.924 26.300 0,1% 23.752 -1,0% 19.400 2,1% 14.000 0,0% 14.000 -0,3% 11.829 0,0% 11.100 -1,4% 9.000 -5,3% 3.191 4,8% 813.031
-2,4%
(Bron CEA en Assuralia)
Deze cijfers zijn overgenomen uit het CEA-verslag Statistics “European Insurance in Figures” 2007 nr. 31 en zijn gebaseerd op de op 31 december 20063 berekende en door de nationale werkgeversorganisaties verstrekte gegevens. In het verslag wordt de in 2002 ingezette en sinds dan constant dalende werkgelegenheidstendens als volgt becommentarieerd:
This trend is the result of the combination of several factors, i.e. the high level of competition within the indus-
1 2 3
try, the rising concentration as well as the growing externalisation of services. At the country level, it should be noted that in general the big market players saw a decrease while the smaller ones, which are still developing, saw their workforce increasing. It can also be stressed that the delocalisation of the insurance industry out of Europe remains currently limited and has sometimes given place to relocation within Europe for some companies.
Het aandeel van de loontrekkende agenten van verzekeringsondernemingen varieert enorm van het ene tot het andere Europese land. In België is dit aandeel beperkt. Groeipercentage berekend in vergelijking met de gegevens van 2005. Uitgezonderd de cijfers van Italië, Spanje en Nederland die verwijzen naar het jaar 2005.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 4
04
2. De Belgische verzekeringsmarkt Niet alleen de verzekeringsondernemingen zijn op de Belgische verzekeringsmarkt actief. Ook andere ondernemingen of zelfstandigen bieden er hun diensten aan bij particulieren en verzekeringsondernemingen. Alles samen stelt de Belgische verzekeringsmarkt ongeveer 48.400 personen te werk. Het gaat om werknemers in verzekeringsondernemingen, in agentschappen of in de makelaardij4: het personeel dat tewerkgesteld is in de verzekeringsondernemingen die onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité 306 vallen5; de tussenpersonen (agenten en makelaars), die meestal zelfstandigen zijn; de personen in dienst van makelaarskantoren of verzekeringsagentschappen6 7; de verzekeringsondernemingen die niet onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité 306 vallen stellen naar schatting een 50-tal personen te werk.8
4
5 6 7 8
Deze +/- 48.400 verzekeringsprofessionals zijn als volgt verdeeld:
Bron : RSZ-RSVZ-Assuralia Cijfers 2006
Het aantal banen die het verzekeringswezen, in ruime zin, aanbiedt, vertegenwoordigen 2% van het totaal aantal werknemers in de privésector.
De verzekering verschaft echter werk aan nog andere categorieën van personen, waarvan het precieze aantal onbekend is: - de personen die verzekeringsactiviteiten verrichten, maar in een bank werken (“bankverzekering”). Zij vallen onder het Paritair Comité 310: Assuralia beschikt in dit verband niet over gedetailleerde cijfers. - het personeel dat voor de sector werkt via outsourcing, zoals externe financiële beheerders, ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het schadebeheer voor rekening van anderen, informatici, cateringdiensten, schoonmaakbedrijven…; - ten slotte doet de verzekering een beroep op tal van lasthebbers in het kader van expertiseopdrachten, zowel bij de contractsluiting als bij de schaderegeling. De studie van Assuralia is in de eerste plaats uitgegaan van de werknemers van de verzekeringsondernemingen (en dit vanaf punt 3). voor deze bedrijven is het Paritair Comité 307 bevoegd. Agentschappen die in België buitenlandse maatschappijen vertegenwoordigen (algemene agenten of “underwriters”) horen ook bij deze categorie. P.m. Fortis Bank Verzekeringen behoorde tot 30 juni 2006 tot het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 5
05
3. De werkgelegenheid in de verzekeringsondernemingen9 3.1. Tendensen 2000-2006 1. Het aantal werknemers daalt Op 31 december 2006 stelden de verzekeringsondernemingen 23.752 personen te werk met een overeenkomst voor onbepaalde duur (OOD), een daling met 1% in vergelijking met 2005.
In 2006 werden 1.163 personen aangeworven met een OOD. Daartegenover staan 1.415 personen die een verzekeringsonderneming hebben verlaten tijdens het jaar 2006.10 De gevolgen van de financiële en economische crisis tijdens de jaren 2001-2003 zijn duidelijk merkbaar in de grafieken. 3. Het aantal deeltijdse werknemers blijft stijgen! 2. Stijging van het aantal aanwervingen, stabilisatie van het aantal vertrekkers
In 2006 werkten 22,1% werknemers deeltijds.11
9
10 11
De statistieken van dit hoofdstuk hebben uitsluitend betrekking op het personeel van de verzekeringsondernemingen die onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité 306 vallen. Dit paritair comité werd opgericht bij koninklijk besluit van 9 februari 1971 en omschrijft zijn toepassingsgebied als volgt: “de verzekeringsmaatschappijen met vaste premie en de onderlinge verzekeringsmaatschappijen, zowel de in België gevestigde zetels van buitenlandse maatschappijen als de Belgische maatschappijen”. Het is mogelijk dat een aantal werknemers opnieuw aangeworven wordt door een andere verzekeringsonderneming, cf. analyses hierna. Zowel een deeltijdse arbeidsovereenkomst als vormen van tijdskrediet (vermindering van de prestaties met de helft of met 1/5).
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 6
06
4. De gemiddelde leeftijd van de werknemers blijft stijgen…
2. Stijging van het aantal aanwervingen, stabilisatie van het aantal vertrekkers – analyse De ondernemingen reageerden op de financiële crisis van 2002-2003 onder andere door het aantal aanwervingen af te remmen. Sinds 2004 stijgt dit aantal opnieuw. Daarnaast noteerden we een forse stijging van het aantal vertrekkers tijdens deze twee crisisjaren. De gevolgen van deze twee tendensen samen brachten een daling van de tewerkstellingsgraad met zich mee.
In 2006 bedroeg de gemiddelde leeftijd van de tewerkgestelde werknemers 42 jaar en 11 maanden.
3.2. Analyse van de tendensen
3. Het aantal deeltijdse werknemers blijft stijgen! – analyse De deeltijdse tewerkstelling blijft groeien en ook steeds meer mannen werken deeltijds (aangezien het vervrouwelijkingsproces kleiner is dan de stijging van de deeltijdse tewerkstelling)13.
1. Het aantal werknemers daalt - analyse Sinds 2000 vertoont de tewerkstellingsgraad een constant dalende lijn. Zou een mogelijke uitleg hiervoor in de grote golf van fusies en overnames kunnen liggen? Tussen 2000 en 2006 heeft een groot aantal bedrijven12 één of zelfs meerdere fusies of overnames gekend. Terwijl deze ondernemingen in 2000 nog 16.048 werknemers in dienst hadden, was dit aantal in 2006 tot 14.352 gedaald. Deze daling met 1.696 werknemers vertegenwoordigt 87%(!) van de totale daling op de markt gedurende dezelfde jaren.
12
13
Uit de studies blijkt dat in het merendeel van de gevallen werknemers uit vrije wil opteerden voor deeltijds werk. Een keuze die waarschijnlijk ingegeven is door de zoektocht naar een evenwicht tussen privéleven en beroepsactiviteiten. 4. De gemiddelde leeftijd van de werknemers blijft stijgen… – analyse De verzekeringssector wordt ouder: de gemiddelde leeftijd schommelt rond de 43 jaar en de leeftijdspiramide geeft duidelijk aan dat de sector er alle belang bij heeft werk te maken van een degelijk toekomstgericht competentiebeleid. Bovendien zal in 2015 één op de drie werknemers 60 zijn en ongeveer 30% daarvan is kaderlid.
Waaronder AG, Fortis Bank, Fortis Insurance Belgium, AGF (Allianz geworden), Assubel, Apra, AXA Belgium, CGU, Delta Lloyd, Dexia, De Vaderlandsche, DVV, Fortis ING, Mauretus, Naviga, P&V, RVS, Vivium, Winterthur, Zurich, … Cf. de profielen per categorie, punt 3.4.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 7
07
Ook de volgende vaststelling wijst op een veroudering: de gemiddelde leeftijd van personen die de onderneming verlaten (41 jaar en 9 maanden) ligt lager dan de gemiddelde leeftijd van de in de ondernemingen aanwezige personen (42 jaar en 11 maanden), wat automatisch tot een versnelde veroudering leidt. De sector werft natuurlijk ook jongeren aan (gemiddelde leeftijd 32 jaar en 11 maanden) maar onvoldoende om de tendens te doen keren. De gemiddelde leeftijd van door verzekeringsondernemingen tewerkgestelde werknemers stijgt ieder jaar met 3,5 maanden! Dit houdt in dat: 17% van de totale populatie met een OOD is tussen de 50 en 55 (8% vrouwen en 8,9% mannen). De 30 tot 35-jarigen vertegenwoordigen 13,5% (waarvan bijna 8% vrouwen en 5,5% mannen).
Voor een correcte interpretatie van deze grafiek dient men te weten dat het totaal in procenten voorgestelde mannen en vrouwen het totale aantal (100%) van de werknemers met een OOD op 31 december 2006 uitmaakt .
>65 60-65 55-60 50-55 45-50 40-45 35-40 30-35 25-30 20-25 <20 0
Een groot aantal van de in de ondernemingen tewerkgestelde werknemers is ouder dan 45 jaar. Deze concentratie is in onze sector trouwens groter dan op interprofessioneel vlak.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 8
08
3.3. Kerncijfers
Gemiddeld aantal16 werknemers en equivalent met een voltijdse overeenkomst (FTE17) :
a. OBD, OOD en FTE Overzicht van het aantal overeenkomsten van onbepaalde duur op 31.12.200614 :
Mannen Vrouwen Totaal
Voltijds 10.907 7.593 18.500
Deeltijds 700 4.552 5.252
Totaal 11.607 12.145 23.752
Aantal tijdelijke overeenkomsten gesloten gedurende het jaar 200615 : Type contract Bepaalde duur Studenten
Mannen 624 594
Vrouwen 876 764
Totaal (OOD+OBD) 24.661
Voltijds 19.521
Deeltijds 5.140
FTE 23.417
De tewerkstelling uitgedrukt in voltijds equivalent daalt sneller dan de tewerkstelling uitgedrukt in aantal werknemers met een overeenkomst van onbepaalde duur: daling met 9,6% van het FTE tegenover een daling met 7,6% van het aantal OOD’s. Dit fenomeen wordt ontegensprekelijk verklaard door de stijging van het aantal personen dat deeltijds werkt (cf. punt b).
Totalen 1.500 1.358
b. Ontwikkeling 2000-2006
Aantal OOD Vrouwen Deeltijds FTE Verdeling per categorie uitvoerend kader directie inspecteurs agenten arbeiders Gemiddelde leeftijd Gemiddelde anciënniteit Hogere en universitaire opleiding
14 15 16 17
31.12.2000 25.708 48,2% 15,2% 24.574
31.12.2006 23.752 51,1% 22,1% 22.321
+ ++ -
61,0% 25,3% 2,7% 7,0% 2,6% 1,4% 41 jaar en 2 maanden 15 jaar 51,4%
61,5% 27,9% 3,9% 5,7% 0,4% 0,6% 42 jaar en 11 maanden 16 jaar en 4 maanden 60,2%
= + + + + ++
De vermelde aantallen zijn absolute cijfers, die niet teruggebracht zijn tot hun voltijds equivalent, en die de situatie van de werkgelegenheid weergeven op 31 december. We bespreken de tijdelijke overeenkomsten in punt 3.7. van deze studie. Ongeacht het type van arbeidsovereenkomst: hetzij van onbepaalde duur, hetzij van bepaalde duur. Full Time Equivalent.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 9
09
3.4. Analyse van de kerncijfers per categorie De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst18 deelt het personeel van verzekeringsondernemingen in de volgende zes categorieën (in volgorde van numeriek belang) in19 : het uitvoerend bediendenpersoneel (5 deelcategorieën), de kaderleden (3 subcategorieën), de inspecteurs (4 subcategorieën), de bezoldigde agenten (in tegenstelling tot de zelfstandige agenten), de directieleden en 20 de arbeiders. a. Ontwikkeling tussen 2000 en 2006 wat betreft de beroepscategorieën: Het aantal kaderleden (van 25,3% naar 27,9%) en directieleden (van 2,7% naar 3,9%) stijgt. In tegenstelling tot wat men zou denken is het aandeel van het uitvoerend personeel de laatste 7 jaar vrij stabiel gebleven (61% tegenover 61,5%); Het aandeel van personen met een commerciële functie daalt (7 naar 5,7% voor de inspecteurs en 2,6 naar 0,4% voor de agenten).
b. Ontwikkeling 2000-2006 voor wat betreft de vervrouwelijking van het personeel % Vrouwelijke werknemers 2000 2006 Uitvoerend personeel 62,0 63,2 Kaderleden 32,7 38,0 Inspecteurs 5,6 10,1 Directie 12,8 20,2 Ondanks het feit dat de ondernemingen meer mannen aanwerven, stellen we een vervrouwelijking van de sector vast. Dit is deels te wijten aan het feit dat mannen en vrouwen een verschillende carrièrevisie hebben: mannen geven de voorkeur aan turn-over (standaardprofiel van iemand die een onderneming verlaat is een man21), vrouwen blijven hun onderneming vaker trouw… Sinds 2003 zijn meer dan 50% van de tewerkgestelde personen vrouwen en men mag er logischerwijze van uitgaan dat dit aandeel in de toekomst zal blijven stijgen. Momenteel zijn bijna 4 op 10 kaderleden vrouwen (28% in 1996, 38% in 2006). Op kaderniveau komt een manvrouwpariteit steeds dichterbij. Op directieniveau is 1 directeur op 5 een vrouw. Bovendien zorgen interne projecten in het kader van het diversiteitsbeleid van de ondernemingen voor een verdere vervrouwelijking en krijgen steeds meer vrouwen een functie met verantwoordelijkheid toegewezen.22
18 19 20 21 22
CAO van 19.02.1979 over de arbeids- en loonvoorwaarden, koninklijk besluit van 13 februari 1980, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1980. De indeling in categorieën geschiedt niet op basis van het diploma maar van de uitgeoefende functie. De CAO somt deze functies op en deelt ze in meerdere categorieën in. Met uitzondering van de agenten en arbeiders die nu een grote minderheid vormen, cf. absolute cijfers in punt 4.1. Cf. hierna punt 3.5. Ter informatie, cf. “Diversiteit in de ondernemingen”, artikel van het brandpunt van Assurinfo nr. 36 van 15 november 2007.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 10
10
c. Ontwikkeling 2000-2006 met betrekking tot het meest voorkomende diploma 23
Uitvoerend personeel Kaderleden Inspecteurs Directie
In 2006 bezat in totaal 60,2% van de werknemers een diploma hogere of universitaire studies. Het percentage werknemers met een hoge opleidingsgraad (hogere studies voor het uitvoerend personeel, universitaire studies voor de kaderleden) stijgt, in het bijzonder omdat werknemers met een lager diploma die met pensioen
Meest voorkomend opleidingsniveau 2000 2006 Middelbaar : 38,3% Hoger : 40,3% Universiteit : 45,9%24 Universiteit : 46,7%25 Universiteit: 33,4% Hoger : 36,6% Universiteit: 80,6% Universiteit : 72,3%
vertrokken of op brugpensioen gingen, vervangen werden door personen met een hogere basisopleiding. Deze tendens is meer uitgesproken voor het uitvoerend personeel en de inspecteurs dan voor kaderleden. Niettemin is de op directieniveau vastgestelde beweging verrassend.
d. Ontwikkeling 2000-2006 voor wat betreft het aandeel van deeltijdse werknemers 26 Deeltijdse arbeid Uitvoerend personeel Kaderleden Inspecteurs Directie
Het aantal vrouwen dat voor deeltijds werk kiest is nog altijd veel groter dan het aantal mannen maar geleidelijk doet zich een inhaalbeweging voor (bijna 9% van de mannen van het uitvoerend personeel werkt deeltijds). Eén
23
24 25 26 27
Mannen 3,5% 2,0% 1,3% 4,0%
2000 Vrouwen 32,6% 14,8% 3,3% 13,8%
2006 Vrouwen 42,8% 24,4% 4,9% 6,9%
vrouwelijk kaderlid op vier werkt deeltijds. Deeltijds werken mag dan wel in de lift zitten27, voor directiefuncties is dit niet het geval…
De opleidingsniveaus worden als volgt ingedeeld: universitair onderwijs of hoger onderwijs van het lange type (= “universiteit”); hoger onderwijs van het korte type, bijvoorbeeld graduaat, regentaat, kandidatuur (= “hoger”); secundair onderwijs (= “middelbaar”); lagere studies (= “lager”). Universiteit + hoger in 2000: 76 %. Universiteit + hoger in 2006: 80,3 %. Een deeltijdse arbeidsovereenkomst of een vermindering van de prestaties onder de vorm van een tijdskrediet. Cf. hierna punt 3.2.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
Mannen 8,9% 3,9% 1,1% 2,9%
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 11
11
3.5. In- en uitstroom
Op 31 december 2006 stelden de verzekeringsondernemingen 23.752 personen tewerk met een overeenkomst voor onbepaalde duur (OOD), een daling met 1% in vergelijking met 2005.
a. Cijfers en ontwikkelingen Het totale personeelsbestand op 31 december 2006 is het resultaat van het verschil tussen het aantal aanwervingen (+) en het aantal vertrekkers (-) tijdens het jaar 2006.
Aanwezig op 31/12/2005 24.004 Ontwikkeling 2005-2006
Aangeworven in 2006 1.163 +
b. Standaardprofiel van de aangeworven personen en van personen die de onderneming hebben verlaten Het standaardprofiel van een in 2006 aangeworven persoon is: een man kaderlid (loonschaalniveau C1) ongeveer 33 jaar.
3.6. Structuur van de sector a. Ontwikkeling wat betreft de grootte van de ondernemingen en het tewerkgestelde personeel Er zijn zo’n 120 verzekeringsondernemingen die actief zijn op de Belgische markt. Ongeveer driekwart van deze ondernemingen stelt personeel tewerk. Het andere kwart is
Grootte van de onderneming < 50 werknemers 50-150 werknemers 150-500 werknemers > 500 werknemers
28 29
Vertrokken in 2006 Aanwezig op 31/12/2006 1.415 23.752 = -
Het standaardprofiel van een werknemer die in 2006 een verzekeringsonderneming verliet, is eveneens een man kaderlid (loonschaalniveau C1) ongeveer 43 jaar. en met een anciënniteit van 13 jaar.28
actief op de Belgische verzekeringsmarkt, maar stelt geen personeel tewerk.29 Het overgrote deel van de werknemers wordt tewerkgesteld door ondernemingen met meer dan 500 werknemers (70%). Toch daalt dit aandeel lichtjes de laatste zes jaar terwijl het aandeel van ondernemingen die tussen de 150 en 500 werknemers tewerkstellen gevoelig stijgt (bijna 20%).
2000 Aantal % van het totale ondernemingen personeelsbestand 60 4,1 30 10,7 12 13,1 14 72,1
2006 Aantal ondernemingen 41 20 17 11
% van het totale personeelsbestand 2,5 7,8 19,5 70,2
Cf. analyse in punt 3.4 a. Het gaat hier veelal om buitenlandse verzekeringsondernemingen waarvoor de grote agenturen als wettelijke vertegenwoordiger optreden. Voor deze agentschappen of underwriters is het Paritair Comité 307 bevoegd.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 12
12
b. De “top 20” van de groepen inzake tewerkstelling
Groep 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
AXA Fortis Ethias KBC Winterthur ING AGF Dexia P&V Mercator Generali Federale Ergo Atradius Swiss Life Delta Lloyd Mensura Euler Hermes Argenta Inter Partner Assistance TOTAAL
Aantal werknemers 3.898 3.892 2.127 1.993 1.405 1.292 1.143 1.113 861 732 634 620 584 481 342 262 201 201 184
Sector (%) 16,4 16,4 9,0 8,4 5,9 5,4 4,8 4,7 3,6 3,1 2,7 2,6 2,5 2,0 1,4 1,1 0,8 0,8 0,8
Incasso Niet-Leven 16,6% 16,0% 13,2% 9,2% 6,5% 3,5% 3,5% 4,1% 3,8% 3,7% 2,0% 2,0% 3,6% 0,8% 0,6% 0,0% 1,6% 0,6% 0,8%
Incasso Leven 12,7% 26,5% 13,1% 14,6% 1,4% 6,7% 2,9% 9,8% 1,1% 0,6% 1,5% 0,5% 0,9% 0,0% 2,0% 1,7% 0,0% 0,0% 0,9%
Incasso Totaal 13,9% 23,3% 13,1% 12,9% 2,9% 5,8% 3,1% 8,0% 1,9% 1,6% 1,6% 1,0% 1,8% 0,2% 1,6% 1,2% 0,5% 0,2% 0,9%
165 22.130
0,7 93,2
0,3%
0,0%
0,1%
De hypothese volgens welke de tak niet-leven arbeidsintensiever is (de tak niet-leven vergt meer werk om tot hetzelfde premieniveau te komen) wordt over het algemeen bevestigd.
3.7. Overeenkomsten van bepaalde duur a. Cijfers en ontwikkeling Type contract 2006 Bepaalde duur Studenten
Totaal aantal werknemers 1.500 1.2358
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
Mannen
Vrouwen
624 594
876 764
De verzekeringsondernemingen werken steeds minder met overeenkomsten van bepaalde duur (OBD): tussen 2000 en 2006 is het aantal keer dat er per jaar een overeenkomst van bepaalde duur gesloten wordt gedaald met ongeveer 40%.
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 13
13
b. Waarom met overeenkomsten van bepaalde duur werken? Contracten van bepaalde duur worden veelal gesloten ter vervanging van werknemers die van een ouderschapsverlof of een tijdskrediet genieten.
De bijstandsverzekeraars stellen veel werknemers met een OBD tewerk, vooral tijdens vakantieperiodes (14,2% van het totaal aantal werknemers met een OBD, tegenover 1,8% van het totaal aantal werknemers met een OOD).
c. Het standaardprofiel van werknemers met een tijdelijke overeenkomst 2006
% vrouwen
Bepaalde duur Studenten
58,4 56,3
gemiddelde leeftijd 28 jaar en 4 maanden 20 jaar en 6 maanden
d. 150 jongerenovereenkomsten meer In het akkoord 2007-200830 is in de aanwerving voorzien van 150 jonge werkzoekenden in het kader van een tijdelijke overeenkomst (een jaar of 6 maanden). De werkgevers verbinden er zich eveneens toe hen een aanvullende opleiding tijdens de werkuren van minstens drie maanden te geven. Het akkoord bepaalt voor het eerst dat de werkgevers er zich overeenkomstig het interprofessionele akkoord 2007200831 zich toe verbinden dat 75 werkzoekenden (op de 150) afkomstig zijn uit de doelgroepen zoals voorzien in het interprofessionele akkoord.
30 31
meest voorkomend opleidingsniveau hoger : 60,2% -
% deeltijdsen 15,1 -
De doelgroepen van het IPA 2007-2008 zijn: gehandicapten, laaggeschoolde jongeren, jonge werknemers ongeacht hun origine …. Het interprofessionele akkoord 20072008 legt ook de klemtoon op gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Na afloop van de overeenkomst die in het kader van dat plan werd gesloten, zullen de werkgevers op positieve wijze nagaan of zij de jonge werknemer via een OBD, een OOD of eventueel een startbaanovereenkomst kunnen aanwerven. De aanwerving van die 150 jonge werkzoekenden is een verbintenis die Assuralia namens alle verzekeringsondernemingen is aangegaan.
Gesloten op 4 oktober 2007 Ankerpunt 4: diversiteit en geen discriminatie
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 14
14
4. Cijfermatige tabellen 32 4.1. Profiel van de werknemers tewerkgesteld op 31 december 2006 Aantal werknemers onder wie deeltijdsen 1e categorie 2e categorie 3e categorie 4e categorie A 4e categorie B
TOTAAL Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
TOTAAL 1e categorie 2e categorie 3e categorie 4e categorie
TOTAAL Agenten Algemene agenten
TOTAAL TOTAAL TOTAAL Leeftijd Anciënniteit
32
Dit gedeelte betreft uitsluitend de OOD.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
Mannen Vrouwen 11.607 12.145 700 4.552 BEDIENDEN - UITVOEREND PERSONEEL 48 81 460 857 977 1.933 1.696 3.292 2.195 3.074
5.376 KADERLEDEN 1.510 1.464 1.131 4.105 INSPECTEURS 276 212 347 377 1.212 AGENTEN 69 1 70 DIRECTIE 751 ARBEIDERS 93 43 jaar en 7 maanden 15 jaar en 3 maanden
Totaal 23.752 5.252 129 11.317 2.910 4.988 5.269
9.237
14.613
1.185 870 459
2.695 2.334 1.590
2.514
6.619
30 30 46 31
306 242 393 408
137
1.349
11 3
80 4
14
84
190
941
53
146
41 jaar en 4 maanden 15 jaar en 5 maanden
42 jaar en 11 maanden 15 jaar en 4 maanden
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 15
15
4. 2. Profiel van de in 2006 aangeworven en vertrokken werknemers a. Absolute cijfers Aangeworven in 2006 Aantal werknemers onder wie deeltijdsen 1e categorie 2e categorie 3e categorie 4e categorie A 4e categorie B
TOTAAL Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
TOTAAL 1e categorie 2e categorie 3e categorie 4e categorie
TOTAAL Agenten Algemene agenten
TOTAAL
Mannen Vrouwen 654 509 10 49 BEDIENDEN - UITVOEREND PERSONEEL 2 8 20 28 102 133 77 107 87 96
228
Totaal 1.163 59 10 48 235 184 183
372
660
62 24 24
176 102 95
110
373
2 4 5 2
5 13 30 21
13
69
0 0
6 0
0
6
14
55
1
0
1
33 jaar en 6 maanden
32 jaar en 2 maanden
32 jaar en 11 maanden
KADERLEDEN 114 78 71
263 INSPECTEURS 3 9 25 19
56 AGENTEN 6 0
6 DIRECTIE
TOTAAL
41 ARBEIDERS
TOTAAL Leeftijd
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 16
16
Vertrokken in 2006 Aantal werknemers onder wie deeltijdsen 1e categorie 2e categorie 3e categorie 4e categorie A 4e categorie B TOTAAL Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 TOTAAL 1e categorie 2e categorie 3e categorie 4e categorie TOTAAL Agenten Algemene agenten TOTAAL TOTAAL TOTAAL Leeftijd Anciënniteit
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
Mannen Vrouwen 789 626 46 183 BEDIENDEN - UITVOEREND PERSONEEL 3 13 20 44 79 127 113 178 117 111 332 473 KADERLEDEN 128 79 91 28 98 23 317 130 INSPECTEURS 3 0 18 3 33 3 19 0 73 6 AGENTEN 9 0 1 0 10 0 DIRECTIE 53 16 ARBEIDERS 4 1 42 jaar en 7 maanden 12 jaar en 7 maanden
40 jaar en 7 maanden 13 jaar en 9 maanden
Totaal 1.415 229 16 64 206 291 228 805 207 119 121 447 3 21 36 19 79 9 1 10 69 5 41 jaar en 9 maanden 13 jaar en 1 maand
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 17
17
b. Analyse van de in- en uitstroom De sector werft jongeren aan (gemiddelde leeftijd bijna 33 jaar) maar ook werknemers met ervaring (14,2% van de aangeworvenen zijn 50 of ouder). De gemiddelde leeftijd van werknemers die de onderneming verlaten (41 jaar en 9 maanden) ligt lager dan de gemiddelde leeftijd van de in de ondernemingen aanwezige personen (42 jaar en 11 maanden), wat het verouderingseffect versterkt.33
>65 60-65 55-60 50-55 45-50 40-45 35-40 30-35 25-30 20-25 <20 0
De redenen voor vertrek zijn de volgende: - beëindiging met vergoeding - beëindiging zonder vergoeding - pensioen - brugpensioen - ontslag genomen - overlijden
TOTAAL
33
Mannen 196 55 91 79 353 15
Vrouwen 174 40 55 49 298 10
Totaal 370 95 146 128 651 25
789
626
1.415
Cf. punt 3.2.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 18
18
Redenen voor vertrek voor de personen jonger dan 35 en die ouder dan 50 jaar. Jonger dan 35 jaar 125 0 436
Beëindiging (Brug)Pensioen Ontslag
Ouder dan 50 jaar 96 323 21
Schematisch :
>65 60-65 55-60 50-55 45-50 40-45 35-40 30-35 25-30 20-25 <20 0
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
Jonger dan 35 jaar: vaker ontslag, in het bijzonder voor mannen; 35-50 jaar: meer beëindigingen; Ouder dan 50 jaar: vaker (brug)pensioen (verlaten van de arbeidsmarkt).
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR
12/11/07
6:13 PM
Page 19
19
5. Toekomst Wanneer we terugblikken op het verleden is het duidelijk dat de verzekeringsberoepen de laatste dertig jaar een grotere ontwikkeling hebben doorgemaakt dan in een hele eeuw voordien.
verbeteren. De organisatie van de interne structuren en procedures wordt overigens verder gerationaliseerd om tot een beter kostenbeheer te komen. Deze tendensen zullen zich verder doorzetten in de bedrijfsrealiteit.
Beroepen van gisteren zijn niet noodzakelijk die van vandaag
De beroepen van vandaag zijn niet noodzakelijk die van morgen
Beroepen als stenotypist of zelfs documentalist zijn voorbijgestreefd door de steeds verder evoluerende technologie, om nog te zwijgen over bijna vergeten beroepen zoals “confectieklerken” of “perforeerders” . Andersom bestaan er nu belangrijke functies die tot tien jaar geleden niet gekend waren zoals audit, business analyst, compliance officer, projectbeheerder…. Naar aanleiding van deze gewijzigde situatie hebben de sociale partners de huidige indeling – die van 1979 dateert en waarop de sectorale minimumbarema’s en hun progressie gebaseerd is - geactualiseerd.
Deze golf van steeds wijzigende activiteiten en beroepen in het verzekeringswezen is een continu gegeven. Het werk van verzekeringsprofessionals wordt steeds gediversifieerder en complexer.
34
De activiteiten binnen ondernemingen hebben een complete gedaanteverandering ondergaan: de inhoud, de vorm, de technieken,… Dit heeft onvermijdelijk gevolgen gehad (en zal in de toekomst nog gevolgen hebben) voor het HR-beleid voor wat betreft het tewerkgestelde personeel en de aanwervingen. Ondernemingen dienen voortaan te beschikken over een grondige analyse van de beroepen, de bekwaamheden, de opleidingen en de noden wanneer ze hun personeelsbestand wensen te vernieuwen. Daarom zijn ondernemingen steeds meer vooruitziend in hun beheer en heeft Assuralia zijn studie “beroepsklassen” verder uitgediept. Door het huidige economische, commerciële en concurrentiële klimaat trachten verzekeringsondernemingen te innoveren wat betreft hun producten door het aanbod te diversifiëren, maar ook de kwaliteit van hun diensten te
34
Aan de oorsprong daarvan liggen de omgevingsfactoren. We onderscheiden vier soorten omgevingsfactoren die een invloed hebben op de strategie en de activiteiten van de ondernemingen: 1.ECONOMISCHE (mondialisering, mededinging, invloed van de aandeelhouders…). Bv.: Ontwikkeling van innoverende producten, Concentratie op “core business”, of zelfs uitbesteding van activiteiten. 2.TECHNOLOGISCHE (informatie- en communicatietechnologie). Bv.: “No-paperbeleid” (scannen van dossiers), Massale communicatie per e-mail, Elektronische verbinding Arbeidsongevallen (EVA-LEA) (informatisering van elektronische berichtenstroom en uitwisseling met de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid), PC-banking (beheer van verzekeringsovereenkomsten en schadegevallen via pc door middel van een beveiligde toegangscode…).
Hiervan zijn nog sporen te vinden in de sectorale CAO van 19.02.1979 over de arbeids- en loonvoorwaarden (koninklijk besluit van 13 februari 1980, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1980). Confectieklerken: bedienden die belast zijn met het overschrijven op gedrukte stukken (steekkaarten, registers, brieven, adresplaten, polissen, enz.) van de mondeling of schriftelijk gepreciseerde teksten of cijfers ; Perforeerder en/of verificateur aan de statistiekmachines tewerkgesteld aan de machine voor het perforeren en/of nazien van de kaarten van de statistiekmachines.
AssurInfo Nr. 40 - 13 december 2007
12/11/07
6:13 PM
Page 20
3.MAATSCHAPPELIJKE (demografie, levenswijze, consumptiebehoeften…): Bv.: Toename van de pensioengerelateerde producten van de tweede en derde pijler, Groter aanbod inzake bijstandsgerelateerde producten (crisissituaties, seniorenhulp,…). 4.REGLEMENTAIRE (juridisch, fiscaal, Belgisch en Europees kader…). Bv.: Constante en regelmatige evolutie en steeds complexer wordende Belgische en Europese wetgeving (bv.: privéleven, wet op de aanvullende pensioenen, corporate governance, antidiscriminatie, generatiepact, …), Steeds meer verplichtingen met het oog op informatie en transparantie tegenover het publiek en met het oog
op controle tegenover de toezichthouders (CBFA), De fundamentele impact van Solvency II en van de nieuwe boekhoudnormen in de ondernemingen. “Een swingende verzekeringsmarkt” Het komt er voor de ondernemingen in de eerste plaats op aan zich zowel strategisch als sociaal aan te passen teneinde competitief te blijven en de kosten in de hand te houden. Op sociaal vlak mag het belang van een goed competentiebeheer en een continue opleiding van de medewerkers nooit onderschat worden. De noodzaak van een vooruitziend werkgelegenheidsbeleid heeft de sociale partners ertoe gebracht een paritair observatorium over de ontwikkeling van de verzekeringsberoepen op te richten uit een toekomstgericht oogpunt.
ASSURINFO is bestemd voor leden van Assuralia. De inhoud ervan is in principe vertrouwelijk. Het documentaire gedeelte van ASSURINFO bevat informatie uit diverse bronnen, waaronder een persoverzicht. Assuralia geeft deze informatie louter als documentatie, wat daarom niet betekent dat ze ook achter de inhoud staat.
design : spin
007637_MEP#40_NL:007637_MEP#40_FR