Weet wat je eet in de schoolkantine Lesmateriaal voor de onderbouw van het Voortgezet Onderwijs Aansluitend bij het project ‘De Gezonde Schoolkantine’
Lessen ter ondersteuning van de gezonde schoolkantine in het Voortgezet Onderwijs
Groningen, januari 2009 Christien Tillema Charlotte Wegman Vierdejaarsstudenten Voeding en Diëtetiek, Hanzehogeschool Groningen Afstudeerproject in opdracht van de GGD Groningen
Vooraf Vooraf Voor u ligt de lesopzet ‘Gezonde Voeding en Leefstijl’. Dit is een onderdeel van ons afstudeeronderzoek (specialisatie) ‘Nutrition Consultancy’. Dit afstudeeronderzoek hebben wij uitgevoerd in het kader van het vierde jaar van onze opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Hanzehogeschool in Groningen. Deze specialisatie is een aanvulling op het project ‘De Gezonde Schoolkantine’, dat voorheen door twee andere studenten van onze opleiding is uitgevoerd. Dit project richt zich op het stimuleren van een goed kantinebeleid op scholen voor Voortgezet Onderwijs als onderdeel van de Gezonde School. In het kader van dit project hebben wij verschillende scholen in Groningen begeleid bij het opzetten van een gezonde schoolkantine. Naast het ontwikkelen van een gezond kantineaanbod is het belangrijk dat scholieren het belang van gezonde voeding en een gezonde leefstijl inzien. Wij hebben gemerkt dat er vanuit de scholen veel vraag was naar lesmateriaal over gezonde voeding. Dit is de reden dat wij een lesopzet geschreven hebben, met daarin materiaal dat gebruikt kan worden tijdens lessen of projecten over gezonde voeding en leefstijl. Daarnaast is het van belang dat de leerlingen zelf nadenken over de effecten van gezonde voeding. Het motiveren van leerlingen door docenten om de leerlingen zelf nieuwe ideeën en initiatieven aan te laten dragen is hierbij belangrijk. Op deze wijze kan gedragsverandering onder leerlingen worden behaald. Deze lesopzet is geschikt voor alle onderbouwklassen op middelbare scholen. In deze lesopzet zijn verschillende vormen van lesmateriaal opgenomen, zowel theorie- als praktijklessen worden beschreven. Denk hierbij aan opdrachten over gezonde voeding en quizjes maar ook aan smaaklessen, hapjes maken en spelletjes. In het eerste deel van de lesopzet staan de doeopdrachten beschreven, waarna een serie lesbrieven volgen. De uitleg en antwoorden bij de verschillende opdrachten zijn opgenomen in de docenteninformatie. Voor meer informatie over het project ‘De Gezonde Schoolkantine’, of wilt u meer weten over lesmaterialen dan kunt u contact opnemen met de GGD. Contactpersoon is Hannie Poletiek, Gezondheidsfunctionaris op de afdeling Gezondheidsbevordering. E-mail:
[email protected] Telefoon: 050 - 367 41 82 Tot slot wensen we de scholen veel plezier bij het gebruik van deze lesopzet. We hopen dat de lessen leerzaam, en vooral ook leuk zullen zijn. Groningen, januari 2009 Christien Tillema en Charlotte Wegman
-2Lesopzet Gezonde Voeding VO
Inhoudsopgave
Doe opdrachten Video Gezonde Voeding
4
PC spelletjes en tests
5
Schijf van vijf Docenteninformatie
6 7
Gerechten Hapjes Drankjes
8 8 11
Smaaklessen Smaak proeven
12 13
Tandenpoetstest
14
Lesbrieven
15
Checklist voor een gezonde en gezellige schoolkantine
16
Lesbrief gezonde schoolkantine
18
Les één Docenten informatie Informatieblad Gezonde Voeding Lesactiviteit: Hoe gezond is de schoolkantine? Lesactiviteit: Wat kies jij tussendoor?
22 24 25 29 33
Les twee Docenten informatie Informatieblad Opdracht Joop en Marita
36 37 39 41
Les drie Docentenhandleiding Energie, voeding en sport
43 44 45
Les vier Docentenhandleiding Fitquiz
48 49 50
Literatuurlijst Bijlagen Bijlage I Bijlage II
52 53 Docenteninformatie gezonde voeding Leuke internetadressen
-3Lesopzet Gezonde Voeding VO
Video Gezonde Voeding Een thema- of project- dag/week kan leuk gestart worden met een videofragment. Daarnaast kan er gekozen worden voor het opnemen van een eigen film(pje) door de school, wanneer hier de mogelijkheden voor zijn. Op website van School TV zijn de aflevering van de serie ‘Over Gewicht’ te bekijken. Deze School TV serie is in samenwerking met het Voedingscentrum ontwikkeld, en is bestemd voor de eerste twee klassen van het VMBO. Deze serie is ook geschikt voor hoger niveau onderwijs. Hij bestaat uit vier delen, die ieder een kwartier duren. Er is een deel over eetgewoonten, snacken en grazen, fit fitter fitst, en slank slanker slankst. Elke dag kan gekozen voor het starten met een deel uit deze serie. Daar kan dan met de groep over gepraat worden. Waar kunt u de serie ‘Over Gewicht’ bekijken: Op de website van School TV (www.schooltv.nl) staan alle afleveringen. Wanneer u op de website van de School TV zelf als zoekopdracht ‘Over Gewicht’ invoert, komt dit er als eerste bron uit. Deze bron klikt u aan, en vervolgens kan bovenaan in het menu op afleveringen worden geklikt. Ook de GGD in Groningen heeft een DVD van de serie in de bibliotheek. In overleg kan deze geleend worden. Ook kunnen de leerlingen de opdracht krijgen om zelf een video te maken over gezonde voeding. Deze video kan tijdens een projectweek opgenomen worden, en op de laatste dag worden getoond aan de medeleerlingen. Eventueel kan deze video het jaar erop weer worden gebruikt tijdens een thema- of project- dag/week. Ook kan er het jaar erop weer gekozen worden voor het maken van een nieuwe video.
Bron 1. School TV. http://www.schooltv.nl. Geraadpleegd op 23 december 2008. -4Lesopzet Gezonde Voeding VO
PC spelletjes spelletjes en tests tests Voor deze opdrachten moet de school beschikken over voldoende computers met een internetverbinding. Het is de bedoeling om de leerlingen aan de hand van leuke spelletjes en testjes informatie bij te brengen over gezonde voeding. BACBAC-Vechten BAC-Vechten is een gratis ontwikkeld spel door het Voedingscentrum. Het is online te spelen en/of te downloaden via de site www.bac-vechten.nl. Het spel is te gebruiken om leerlingen meer over voeding en hygiëne te leren. Leerlingen kunnen de activiteiten thuis uitvoeren of op schoolcomputers. Het richt zich op leerlingen basisvorming, VMBO, HAVO en VWO. In het spel worden bacteriën bestreden, en de verschillende handelingen bij inkopen, bewaren en het bereiden van voedsel komen aan bod. Spelletjes en testjes van het Voedingscentrum Op de website van het Voedingscentrum zijn diverse spelletjes en testjes die geschikt zijn voor Voortgezet Onderwijs leerlingen. Deze spelletjes en testjes zijn ontwikkeld om wat meer kennis over gezonde voeding te verkrijgen. De volgende testjes raden wij aan, omdat ze niet te kinderachtig en toch leerzaam zijn: • De vettest; wat weten de leerlingen al over goede en verkeerde vetten? • Groente- en fruittest; wat er genoeg groente en fruit gegeten? Waarom is dit belangrijk? • Versquiz; hoe ga je met verse producten om. • De jij-kan-kiezen-quiz; wat weet je over voeding? Waar komt het vandaan, welke keurmerken zijn er? Hoe kunnen de spelletjes en testjes op de website van het Voedingscentrum worden gevonden? Ga naar www.voedingscentrum.nl. In de balk ‘zoeken’ bovenaan de pagina typ je, afhankelijk van welke test je wilt gaan doen, vettest, groente- en fruittest, versquiz of jij-kan-kiezen-quiz in. Vervolgens krijg je een link die je naar de test toe leidt.
Bronnen 1. Stichting Voedingscentrum Nederland. http://www.voedingscentrum.nl. Geraadpleegd op 23 december 2008. 2. Stichting Voedingscentrum Nederland. http://www.bac-vechten.nl. Geraadpleegd op 23 december 2008. -5Lesopzet Gezonde Voeding VO
Schijf van vijf Aan de hand van de schijf van vijf kan worden gekeken welke producten in welke vakken thuis horen. Enkele opdrachten aan de hand van de schijf van vijf: Opdracht één: Verdeel de klas in vijf groepen, waarbij elke groep een vak van de schijf van vijf vertegenwoordigt. Er wordt per groep, en dus per vak, op een groot papier geschreven/geplakt/getekend welke producten erbij horen. Daarnaast wordt er gekeken, eventueel klassikaal, welke producten per vak voorkeur, middenweg en uitzondering zijn. Bespreek daarna waarom de extra’s niet in de schijf van vijf staan. Hoe komt dit? Opdracht twee: Verdeel de klas in vijf groepen, waarbij elke groep een vak van de schijf van vijf vertegenwoordigt. Elke groep maakt hier een video van of vertelt er een verhaal over. Welke informatie is verbonden aan het vak van de schijf van vijf die wordt vertegenwoordigd? Opdracht drie: Laat de leerlingen kijken in de kantine, en opschrijven/halen welke producten er in het assortiment aanwezig zijn. Pak de poster van de schijf van vijf erbij, en ga kijken welke producten in welk vak thuis horen. Welke vakken zijn over- en/of ondervertegenwoordigd? Welke producten passen niet in de schijf van vijf (extra’s)? Hoe komt dit? Opdracht vier: Welke minder positieve punten aan de kantine zijn in voorgaande opdrachten naar voren gekomen? Ga in groepjes nadenken hoe de kantine aangepakt zou moeten worden om aan de regels van de schijf van vijf te voldoen? Maak per groepje een werkplan, over hoe de kantine ingericht zou moeten worden volgens jullie.
-6Lesopzet Gezonde Voeding VO
Informatie voor de docenten Voor de informatie over onder andere de schijf van vijf en voorkeursproducten, kunt u bijlage I raadplegen. Deze is achter in deze lesopzet te vinden.
-7Lesopzet Gezonde Voeding VO
Gerechten – Gezonde hapjes en drankjes Om de leerlingen te betrekken bij gezonde voeding, kan er gekozen worden om samen gezonde en lekkere producten te bereiden. De leerlingen kunnen zelf recepten zoeken en deze in overleg maken, ook kunnen de onderstaande uitgewerkte recepten gekozen worden.
Hapjes Fruitspiesjes Recept voor 10 spiesjes. Nodig • ½ kool • 10 satéprikkers • 250 gram druiven • 250 gram aardbeien • 1 appel • 1 banaan • ½ meloen • 1 sinaasappel • 1 eetlepel citroensap Bereiding Bedek de halve kool met aluminiumfolie. Was de appel, boor het klokhuis er uit en snij de appel in dikke plakken. Pel de banaan en snij deze in dikke plakjes. Strijk een beetje citroensap over de appel- en banaanplakjes om te voorkomen dat ze verkleuren. Pel de sinaasappel en haal alle velletjes er af en haal de pitten er uit. Verdeel de sinaasappel in partjes. Snij de halve meloen in stukjes. Rijg een stukje appel, een aardbei, een stukje banaan, een stukje meloen, een sinaasappel stukje en een druif aan een prikker. Steek de prikkers in de halve kool.
Bananentoffees Recept voor 20 toffees. Nodig • ½ pak filodeeg • 5 kleine bananen • 1 ei • olie en 2 kwastjes Bereiding Laat het filodeeg ontdooien. Schil de bananen. Halveer de bananen. Snij de halve bananen in de lengte doormidden. Klop het ei los. Halveer de vellen filodeeg zodat je driehoeken krijgt. Halveer de driehoeken, het blijven driehoeken. Zie het plaatje. Dek de vellen af met een vochtige doek. Leg een stukje (kwart) banaan langs de lange kant van het driehoekig stuk filodeeg. Bestrijk de randen van het stuk deeg met losgeklopt ei. Vouw de zijkant van het deeg over de banaan. Rol het deeg vervolgens op tot een rolletje. Besmeer de rolletjes met olie. Bak de toffees in een voorverwarmde oven van 180°C in circa 20 minuten goudbruin. Laat de toffees iets afkoelen en serveer.
-8Lesopzet Gezonde Voeding VO
Komkommercupjes met wortelsalade Recept voor ongeveer 10 cupjes. Nodig • 1 komkommer • 1 winterpeen • 25 gram rozijnen • 1 mandarijn • 5 walnoten Bereiding Snij de komkommer in plakjes van circa twee centimeter. Schep met een theelepeltje holletjes uit de plakjes, maar laat circa vijf millimeter van de bodem zitten. Schil de wortel en rasp deze. Schil de mandarijn en snij deze in kleine stukjes. Hak de walnoten grof. Meng de wortel, rozijnen, mandarijnen en walnoten in een schaal. Vul de uitgeholde komkommerplakjes met de wortelsalade.
Fruitwraps Recept 12 stuks. Nodig • 3 wraps • 1 appel • ½ ananas • 1 perzik • 1 mango • 1 banaan • 250 gram aardbeien • 1 sinaasappel • 1 theelepel citroensap Bereiding Was en schil het fruit. Snij het fruit in stukjes. Besprenkel het fruit met citroensap. Meng het fruit in de kom. Verwarm de wraps eventueel in de magnetron. Snij de wraps in vier punten. Leg op elke wrap een schep van het fruitmengsel. Vouw de wrap op tot een hoorntje. Vouw voorzichtig een stuk papier om het hoorntje heen. Laat de wrap eventueel voor de helft in een beker of glas glijden.
Filodeeg sigaren Recept voor 20 sigaren. Nodig • ½ pak filodeeg • 50 gram gehakte walnoten • 100 gram feta • 2 eieren • 1 eetlepel yoghurt • 1 eetlepel fijngehakte peterselie • Versgemalen peper -9Lesopzet Gezonde Voeding VO
Bereiding Laat het filodeeg ontdooien. Hak de walnoten fijn. Verkruimel de feta. Klop de eieren los. Meng de walnoten, feta, ¾ van de eieren, yoghurt en peterselie door elkaar. Breng dit op smaak met peper. Snij de vellen filodeeg in vier vierkanten. Zie het plaatje. Dek de vellen af met een vochtige doek. Schep wat vulling langs een zijkant van het vierkant. Bestrijk de randen met losgeklopt ei. Vouw de zijkant naar binnen en rol het deeg tot een rolletje. Smeer de rolletjes dun in met olie. Bak ze in een oven van 180°C in circa 20 minuten goudbruin.
Gevulde witlofschuitjes Recept voor 10 schuitjes. Nodig • 2 stronkjes witlof • 1 appel • 1 theelepel citroensap • 25 gram geraspte oude kaas • 1 eetlepel gehakte walnoten Bereiding Haal tien mooie blaadjes witlof van de stronkjes witlof. Schil de appel en verwijder het klokhuis. Rasp de appel grof boven een kom. Besprenkel de geraspte appel met citroensap. Meng de kaas en de walnoten er door. Vul de blaadjes witlof met het appelmengsel.
Groentesticks Recept voor 10 sticks. Nodig • ½ kool • 10 satéprikkers • 10 radijsjes • 10 cherry tomaatjes • 10 ronde wortels • ½ rode paprika • ½ gele paprika • ½ groene paprika • ½ komkommer Bereiding Bedek de halve kool met aluminiumfolie. Snij de paprika’s en komkommer in tien stukjes. Was de cherry tomaatjes. Maak de radijsjes schoon. Prik een wortel, radijsje, de stukjes paprika, stukje komkommer en een cherry tomaatje aan een prikker. Steek de prikkers in de halve kool.
- 10 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Drankjes Aardbeiensmoothie Recept voor circa 10 glaasjes. Nodig • 300 milliliter (magere) yoghurt • 400 milliliter sinaasappelsap • 500 gram aardbeien • 2 bananen Bereiding Was en schil het fruit. Snij het fruit in stukken. Doe de stukken fruit in de blender. Voeg toe: sinaasappelsap en magere yoghurt. Verdeel de aardbeiensmoothie over de glaasjes.
Bananenshake Bananenshake Recept voor circa 10 glaasjes. Nodig • 600 milliliter sinaasappelsap • 350 milliliter (magere) yoghurt • 5 bananen Bereiding Schil de bananen. Snij de bananen in stukken. Doe de stukken banaan in de blender. Voeg sinaasappelsap en magere yoghurt toe. Pureer het geheel tot een luchtig drankje. Schenk de shake in de glaasjes.
Druivendrank Recept voor circa 10 glaasjes. Nodig • 250 gram ontpitte blauwe druiven • 250 gram ontpitte groene druiven • 200 milliliter druivensap • 4 theelepels citroensap Bereiding Was de druiven. Doe de druiven in de blender. Voeg druivensap en citroensap toe. Mix het geheel. Doe er eventueel een beetje suiker door. Schenk de druivendrank in de glaasjes.
Citroensmoothie Recept voor circa 10 glaasjes. Nodig • 750 milliliter citroenlimonade • 500 milliliter citroenyoghurt • 1 ananas Bereiding Snij de ananas in stukken. Doe de stukken in de blender. Voeg de citroenlimonade en de citroenyoghurt toe. Meng het geheel tot een luchtig drankje. Schenk de citroensmoothie in de glaasjes. - 11 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Smaaklessen Ga samen met de leerlingen producten proeven. Dit gebeurt geblinddoekt. De leerlingen worden geacht goed te proeven, en na te denken over wat ze proeven. Dit kan op het formulier genoteerd worden. Kies voor het proeven verschillende producten uit de volgende categorieën: zoet, zuur, zout en bitter. Laat de leerling tussen het proeven door, een slok water drinken om de smaak weg te krijgen. Ook kunnen ze zelfbereide producten gebruiken, die bij de smaaklessen gemaakt worden. Kruiden en specerijen kunnen ook toegepast worden. Benodigdheden: Theedoek, om de leerlingen te blinddoeken Glas/glazen water, om de smaak te neutraliseren na het proeven Producten om te proeven, bijvoorbeeld: • Zoet: chocola, jam, pindakaas, koek, cola • Zuur: augurk, sinaasappelsap, citroen, yoghurt (geen fruit) • Zout: worst, zoute haring, (zoute) drop, chips • Bitter: bitter lemon, pure chocola, witlof, bitterkoekjes Het Smaakmuseum Bespreek door middel van onderstaand schema, klassikaal, welke functies de zintuigen hebben bij de functie eten. Op deze manier worden leerlingen zich bewust dat eten meer is dan het lichaam in energie voorzien alleen. Je kunt ook echt genieten van eten.
Zintuig
Orgaan
Wat kan je ermee?
Waar denk je aan bij dit zintuig in relatie tot eten?
Gezichtsvermogen
Ogen
Zien, kijken, observeren, ....
• Kleuren • Vormen: ovaal, bol, hoekig... • Structuur: glad, ruw, korrelig... • Structuur: glad, ruw, hard, zacht, nat, droog, glibberig, fris, sappig, prikkelend, schubbig, stroef, kleverig
Tastzin
Handen en mond
Aanraken, voelen, ...
Temperatuur: warm, koud
Geurzin
Neus
Ruiken, snuiven, ...
• Verschillende geuren: kruidig, fruitig, houtig, zoet, bloemig, muf / keldergeur, grondig / aarde, fris, berg/zeegeur, hard, metalig
Gehoor
Oren
Horen, luisteren, ...
• Manier van geluid maken (in de verpakking, maar ook in de mond): krokant, knisperend, knapperig, ...
Smaakzin
Tong
Proeven, ...
• Verschillende smaken: zoet, zout, zuur, bitter, zeep, metaal, umami en combinatiesmaken • Andere ervaringen: pittig, scherp, fris, fruit, heet, ...
Bron 1. Smaaklessen. http://smaaklessen.kennisnet.nl/. Geraadpleegd op 23 december 2008. - 12 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Smaak proeven Naam: Klas: In de klas ga je verschillende producten proeven. Bekijk het product goed, voel en ruik er aan, en geef antwoord op de eerste drie vragen. Neem dan een hapje. Vul je antwoorden in het schema in. Bij het doen van de test met een blinddoek worden de vragen over hoe het product eruit ziet achteraf beantwoord. Product 1
Product 2
Product 3
Product 4
Product 5
Product 6
Wat heb je geproefd? Hoe ziet het eruit? Hoe ruikt het? Hoe voelt het in je hand? Hoe voelt het in je mond? Hoe smaakt het? Vind je het lekker? Waarom? Wat heb je geproefd? Hoe ziet het eruit? Hoe ruikt het? Hoe voelt het in je hand? Hoe voelt het in je mond? Hoe smaakt het? Vind je het lekker? Waarom?
- 13 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Tandenpoetstest – Test jezelf Vraag 1. Waarom moet je twee minuten poetsen? a. je hebt twee minuten nodig om alle plekjes in je mond goed schoon te krijgen b. pas na twee minuten begint de tandpasta te werken Vraag 2. Hoe harder de haren van je tandenborstel hoe beter. Klopt dat? a. ja b. nee Vraag 3. Wat is waar? a. het is voldoende om alleen de tanden en kiezen te poetsen die je ziet als je lacht b. zorg dat je geen enkel plekje in je mond overslaat met poetsen Vraag 4. Welke uitspraak klopt? a. tandglazuur groeit gewoon weer aan als het afgesleten is b. als je geen tandglazuur op je tanden en kiezen hebt, heb je een grotere kans op gaatjes Vraag 5. Tandsteen moet je laten verwijderen door de tandarts of mondhygiëniste. Is dat waar? a. Ja b. Nee Vraag 6. Je krijgt een snoepzak op een feestje met het volgende advies: “Je kunt beter niet teveel tegelijk snoepen. Neem liever elke vijf minuten een snoepje, dan doe je lekker lang met je snoepzak”. Is dit verstandig? a. Ja b. Nee Vraag 7. Waarom is snoep slecht voor je tanden en kiezen? a. de bacteriën in je mond veranderen de suikers in zuren. Die zuren maken het glazuur kapot. b. De suiker in het snoep heeft scherpe randjes die zorgen voor gaatjes in je tanden Vraag 8. Bloedend tandvlees? Stop meteen met poetsen! Klopt dat? a. Ja b. Nee Vraag 9. Wat is tand-erosie? a. het oplossen van het glazuur onder invloed van zuren van buitenaf (bijvoorbeeld uit je eten en drinken) b. gaatjes in je tanden en kiezen door slecht poetsen Vraag 10. Wat zijn de beste poetsmomenten? a. een uur nadat je gegeten of gedronken hebt, maar maximaal drie maal per dag b. alleen ’s avonds, voordat je gaat slapen Antwoordmodel 1 a, 2 b, 3 b, 4 b, 5 a, 6 b, 7 a, 8 b, 9 a, 10 a Bron 1. Prodent. http://www.prodent.nl/. Geraadpleegd op 23 december 2008. - 14 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Lesbrieven
Checklist voor een gezonde en gezellige schoolkantine Lesbrief gezonde schoolkantine Les één Docenten informatie Informatieblad Gezonde Voeding voor leerlingen Lesactiviteit: Hoe gezond is de schoolkantine? Lesactiviteit: Wat kies jij tussendoor? Les twee Docenten informatie Informatieblad leerlingen Opdracht Joop en Marita Les drie Docentenhandleiding Energie, voeding en sport Les vier Docentenhandleiding Fitquiz
- 15 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Checklist kantine
- 16 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Checklist Gezonde en Gezellige Schoolkantine! Door middel van deze vragenlijst kun je beoordelen of jouw school een goede schoolkantine heeft. Er zijn totaal 25 stellingen verdeeld over 5 onderwerpen. De checklist ook online op de website van het Voedingscentrum te raadplegen. Bij elke stelling kun je dan extra informatie oproepen door dit aan te klikken. Aan het einde van de Checklist zie je hoe goed jouw schoolkantine volgens jou is. A = Eens (2 punten) B = Beetje mee eens (1 punt) C = Niet mee eens (0 punten) De ruimte 1 De grootte: de schoolkantine is groot genoeg voor iedereen. 2 De indeling: de schoolkantine is ingedeeld in verschillende hoekjes. 3 De inrichting: de schoolkantine is goed ingericht. 4 De sfeer: er heerst een prettige sfeer in de schoolkantine. 5 Het onderhoud: de schoolkantine wordt goed onderhouden. Het aanbod 6 De automaten: er zijn voldoende verschillende automaten in de school aanwezig. 7 Hoeveelheid en en variatie: je kunt voldoende kopen in de kantine en er is volop variatie. 8 De kwaliteit: de kwaliteit van het eten is goed 9 Gezonde producten: in de schoolkantine zijn producten te koop zoals broodjes, fruit en vruchtensappen. 10 De prijzen: de prijzen in de kantine zijn prima. De hygiëne 11 De afvalbakken: er staan afvalbakken in de kantine die gebruikt worden voor het weggooien van afval. 12 De schoonmaak: de kantine wordt elke dag goed schoongemaakt. 13 Serveren van warme producten: warme producten, zoals saucijzenbroodje of pizzapunt, worden direct na bereiding geserveerd of warm gehouden in een warmhoudvitrine. 14 Serveren van bederfelijke producten: bederfelijke producten, zoals melk of slaatjes, worden geserveerd vanuit een koelkast of koelvitrine. 15 Houdbaarheid: het kantinepersoneel let goed op de houdbaarheidsdatum van producten zodat producten niet na de houdbaarheidsdatum worden verkocht. Betrokkenheid van leerlingen 16 Medezeggenschapsraad: Medezeggenschapsraad: er is een medezeggenschapsraad waar de stem van de leerling echt meetelt. 17 Beslissen over aanbod: leerlingen kunnen meebeslissen over het aanbod in de schoolkantine. 18 Beslissen over inrichting: leerlingen kunnen meebeslissen over de inrichting van de schoolkantine. 19 Corvee: leerlingen zijn betrokken bij de schoonmaak van de kantine. 20 Schoolkrant: er is een schoolkrant waarmee iedereen op de hoogte wordt gehouden over de schoolkantine en wat daar gebeurt. Organisatie 21 Pauzerooster: de school heeft een goed pauzerooster. 22 Openingstijden: de openingstijden van de kantine zijn goed geregeld. 23 Rookbeleid: in de kantine mag niet worden gerookt of er is een aparte ruimte voor. 24 Prioriteit van de schoolleiding: de schoolleiding vindt de kantine belangrijk en investeert daarin. 25 Orde: er wordt voldoende orde gehouden in de kantine. Bron 1. Stichting Voedingscentrum Nederland. Checklist Gezonde en Gezellige Schoolkantine. http://games.voedingscentrum.nl/kantine/start.php. Geraadpleegd op 3 maart 2008. - 17 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Lesbrief
- 18 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Lesbrief Gezonde Schoolkantines Door Henk Jongsma, hoofdauteur Nieuw Topniveau. 1. Inleiding Je zou haast denken dat het met onze gezondheid maar slecht gesteld is. Je kunt geen krant openslaan of je komt wel weer een artikel tegen waarin gezegd wordt dat we te veel eten, dat we verkeerd eten, dat we de verkeerde dingen eten, dat we te veel drinken, dat we te veel zoete drankjes drinken, dat we steeds vroeger alcoholische dranken drinken, dat we te weinig bewegen, dat we …. Kortom: het ziet er niet best uit. En de berichten zijn nog verwarrend ook. Als het ene bericht meldt dat het voor volwassenen heel gezond is om elke dag een glas wijn te drinken, dan zegt een ander bericht weer dat dat niet geldt voor vrouwen (die mogen maar een glas per week) en weer een ander bericht meldt dat dat weer niet geldt voor alle wijn … Sonja Bakker is niet uit de media weg te branden, het lijkt wel of iedereen ineens aan het sonjabakkeren is, haar boekjes liggen in hoge stapels naast de kassa in de boekhandel, en tegelijkertijd lezen we dat in Madrid te dunne modellen niet meer de catwalk op mogen. En dan schrijft Midas Dekkers ook nog eens een boek waarin hij uitlegt hoe ongezond en hoe onnatuurlijk sporten wel niet is. Zaterdag 23 september stond in het dagblad Trouw een artikel over de Gezonde Schoolkantine, een project om zoveel mogelijk minder gezond eten uit de schoolkantine te weren. Heel goed, zo’n project, zullen sommigen misschien zeggen. Maar anderen denken misschien: Moet de school, waar je altijd alles al moet, je nu ook nog eens dwingen om alleen maar te eten en drinken wat goed voor je zou zijn? Waar bemoeien ze zich mee? Dat maak je toch zeker zelf wel uit? In deze lesbrief gaan we ons bezighouden met het aanbod in die schoolkantine. Hieronder volgt eerst dat artikel uit Trouw, dan volgen een paar vragen over die tekst en een paar keuzeopdrachten. 2 Leestekst Schoolkantines liggen nog vol met snacks Lespakket en ’coole’ wraps moeten smaak veranderen 1 Zo’n 200.000 kinderen zijn de afgelopen weken begonnen aan hun middelbare-schooltijd. Nieuwe vrienden, nieuwe vakken, een totaal andere manier van leren en les krijgen, maar ook anders eten. Waar kinderen op de basisschool nog in de klas hun eigen trommeltje met boterhammen, melk en een appel gebruikten, is er nu een eigen kantine met een verleidelijk aanbod beschikbaar. Daar moet het trommeltje, dat in de brugklas nog vaak meegaat, opboksen tegen frituur en frisdranken, koek en snoep. 2 In veel gevallen verliest dat trommeltje de ongelijke strijd. Zeker in de hogere klassen is de omslag in het eetpatroon goed waar te nemen, zo bleek dit voorjaar uit een onderzoek van supermarktketen Albert Heijn. Terwijl bij leerlingen van de basisschool in grote meerderheid (80 procent) de ouders bepalen wat er gegeten wordt, is dat op de middelbare school geheel omgedraaid. Opvallend is dat fruit dan verdwijnt uit de topvijf van meegenomen producten. Middelbare scholieren nemen vooral brood mee van huis en de helft van hen koopt nog eens bij in de kantine, supermarkt of snackbar. Melk wordt ingeruild voor frisdrank en gefrituurde waren beleven, vooral na de brugklas, hoogtij (300 procent hogere consumptie). Hoewel langzamerhand begint door te dringen dat gezonde voeding soms letterlijk van levensbelang is, naast voldoende beweging, ontbreekt dat besef in hoge mate in onze schoolkantines. 3 Nederland heeft ook geen Jamie Oliver die in Engeland zo veel stampei maakte dat premier Blair bijna onmiddellijk 400 miljoen euro ter beschikking stelde voor verbetering van de maaltijden in Britse schoolkantines. In Nederland wordt vooral naar frisdrank- en snoepautomaten en gefrituurde waar in kantines gewezen, maar ook naar de supermarkt en snackbar in de buurt van de school. Experts noemen scholen en hun omgeving obesogeen, dikmakend. 4 Een van die experts is Fannie de Boer, diëtiste en als voedingsdeskundige verbonden aan de Wageningen universiteit. Begin dit jaar presenteerde zij een studie naar het eten op school in een - 19 Lesopzet Gezonde Voeding VO
aantal Europese landen. „Tot 2000 mocht alles in schoolkantines. Er was geen enkele regel op dat gebied. De laatste jaren is men wel gaan nadenken en uitproberen. Plaatselijk zijn er initiatieven geweest van GGD’s en scholen, maar in de meeste kantines liggen de marsen nog gewoon op ooghoogte. Ook van voorlichting in lessen is nauwelijks sprake, terwijl dat voor de huidige jeugd, die amper weet dat voeding van de boer komt, zeer belangrijk is. Maar de discussie komt op gang en er worden projecten opgezet.’’ 5 De Boer zou daar graag een regisseur bij zien die de vele partijen en hun uiteenlopende belangen met enige drang bij elkaar brengt. ‘De commerciële partijen, de voedingsindustrie en de cateraars, worden met fluwelen handschoenen aangepakt. Ik vind dat de overheid hier een taak heeft. De verleiding tot ongezond eten moet worden weggenomen. Zorg ervoor dat overal gezonde voeding in ruime mate voorhanden is.’ 6 Voorlopig is het niet zo ver. Minister Maria van der Hoeven van onderwijs geeft niet thuis. Zij vindt het een zaak van scholen en ouders. De bewindsvrouw liet vorig jaar in antwoord op vragen vanuit het parlement weten: ‘Mijn mening is: geen staatsgodsdienst, geen staatsopvoeding, geen staatseten.’ Landelijke aanpak voor het voortgezet onderwijs blijft daardoor beperkt tot een initiatief van het Voedingscentrum: De Gezonde Schoolkantine. Jeltje Snel, beleidsmedewerker van het Voedingscentrum, begeleidt dat project. ‘Schoolkantines waren wel erg ver doorgeschoten met het aanbieden van snacks, koeken en snoep. Basisvoeding als brood, kaas, fruit en water, was nauwelijks te krijgen. Dat komt deels doordat scholen hun kantine uitbesteden aan een cateraar. Dat is gemakkelijk. Een kantine runnen is een vak apart en er zijn steeds meer voorschriften – denk aan hygiëne – waaraan moet worden voldaan. In 2000 was 10 procent van de kantines uitbesteed, inmiddels is dat gestegen naar 30. Vanaf september 2004 draait het project De Gezonde Schoolkantine. Daarmee willen we samen met plaatselijke GGD’s en het NIGZ (Nationaal instituut voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie) scholen helpen bij het inrichten van de schoolkantine volgens richtlijnen voor goede voeding en bovendien een lessenpakket aanbieden. De stelregel is dat driekwart van het aanbod uit basisvoeding zou moeten bestaan. 7 En dan bij voorkeur niet in de traditionele, door jongeren als saai ervaren vorm van boterhammen met kaas, maar bij voorbeeld in ’coole’ wraps met fruit, cheesedippers en stokbroodjes roerei. De overige kwart kan dan snoep en koek bevatten, maar dan wel de kleine portie. Dus geen kingsizemarsen. En in de frisdrankautomaat vooral de light-versie en ook water. Inmiddels hebben 600 van de 1200 middelbare-schoolvestigingen het pakket aangevraagd. Dat is een mooie score.’ 8 Snel is tien jaar bezig op dit terrein. Volgens haar gaat het langzaam de goede kant op, maar het probleem is toch de vrijblijvendheid van de deelnemers. ‘Wij kunnen niets afdwingen. Ik zie wel dat de commerciële partijen meedoen. Dat is verheugend, maar de richtlijnen worden niet altijd opgevolgd. Ik zou best landelijke regels willen op het gebied van een gezonde schoolomgeving en die laten controleren door de onderwijsinspectie.’ 9 Snel en andere deskundigen zien echter niets in verboden zoals die in buurlanden zijn uitgevaardigd. Zo worden in Frankrijk en België frisdrankautomaten uit scholen geweerd. ‘Als je met verboden komt gaan de leerlingen naar de supermarkt of snackbar’, zegt Goof Buijs, coördinator van het programma school bij het NIGZ. Ook Buijs is al jaren met het onderwerp bezig en weet dat gedragsverandering wat voeding betreft uiterst moeizaam gaat. 10 ‘Het is de realiteit. Maar ik geloof niet in dwang. Het werkt niet in een wereld met zo’n overdadig aanbod. Ik voel het meest voor overleg en overtuigen. Betrek leerlingen bij het bedenken van alternatieven. Laat leerlingen maar zien dat het ook anders kan, bied gezonde voeding aan, zeg erbij waarom ze dat beter kunnen eten dan snoep en frisdrank, maar laat aan henzelf de keuze. Maak hen verantwoordelijk voor de eigen daden. Gezondheid is iets wat erg leeft. Er is interesse in een planmatige aanpak en dan zijn schoolkantines een mooie plek om jongeren op dit onderwerp wegwijs te maken.’ 11 Dat we daarbij nog maar aan het begin van een ontwikkeling staan, is volgens Buijs goed te verklaren. ‘Scholen hebben zo veel op hun bord liggen: het onderwijs met zijn vele veranderingen zelf natuurlijk, maar ook veiligheid, integratie, dat soort onderwerpen staat in het brandpunt. Daar komt bij dat scholen verdienen aan het uitbesteden van hun kantine. Op automaten bij voorbeeld worden behoorlijke winsten gemaakt waarvan de school meeprofiteert. Dat maakt hen terughoudend voor een verandering.’ Door Kees de Vré. In: Trouw 23 september 2006
- 20 Lesopzet Gezonde Voeding VO
3 Vragen over de tekst 1 In veel gevallen verliest dat trommeltje de ongelijke strijd (alinea 2). a Om welke twee strijdende partijen gaat het hier? b Waarom is die strijd ongelijk? 2 Experts noemen scholen en hun omgeving obesogeen, dikmakend (alinea 3). a Op grond van welke feiten kunnen die experts deze uitspraak doen? b In hoeverre heeft deze uitspraak betrekking op de school zelf? 3 Waarom is het jammer dat Nederland geen Jamie Oliver heeft? 4 Ik vind dat de overheid hier een taak heeft (alinea 5). a Wat is die taak dan precies? b Lees de vorige alinea nog eens. In hoeverre zou de overheid die taak kunnen uitvoeren? c De minister van onderwijs wil die taak niet oppakken. Wat is haar argument bij die weigering? 5 Geen dwang dus, zegt de minister. a Hoe denken de mensen rond het project De Gezonde Schoolkantine daar over? b Hoe denken de mensen van het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie daar over? 6 Lees Tekst 2 (ook uit Trouw van 23 september) en beantwoord de volgende vragen. a De uitwerking in Breda is niet helemaal volgens de doelstelling van het project. Noem minimaal een afwijkend punt. b Wat zal de mening van de minister van onderwijs over dit project in Breda zijn? Tekst 2 Het Prismacollege in Breda doet sinds maart 2005 mee met het project De Gezonde Schoolkantine. De school loopt daarmee voorop in Nederland. Directielid Kees Rijgersberg: ‘Het Prisma is een school die sport hoog in het vaandel heeft staan. Naast een aantal vaardigheden als samenwerken en doorzetten die ermee worden versterkt, zorgt het voor gezondheid. Daar hoort gezonde voeding bij. Vandaar dat we meedoen aan het schoolkantineproject van het Voedingscentrum. We behandelen voeding in de lessen en hebben het aanbod in de schoolkantine aangepast volgens de norm 2/3 gezond en 1/3 anders. Daardoor willen we de leerlingen tot verantwoorde keuzes prikkelen. En als er leerlingen zijn die niet willen, het zij zo. Verbieden helpt niet, dan gaan ze in de pauze naar de super. Met onze leveranciers hebben we vrij goede ervaringen. Soms moet je iets langer praten, bij voorbeeld als het gaat om naast fris ook vruchtensappen en water in de automaat te stoppen. We betrekken onze leerlingen bij het kantineproject door ze te laten zorgen voor de bevoorrading en bediening. Zij zijn zich zeer bewust dat het kantineaanbod is aangepast, maar ik merk dat ze niet staan te juichen. Wat motiveert mensen om hun gedrag te veranderen? Jongeren willen niet nadenken over zaken die je kunnen overkomen als je ouder bent.’ 7 Lees Tekst 3 (uit dezelfde krant). In Breda staan de leerlingen niet te juichen over het nieuwe kantineaanbod. Zou dat kunnen veranderen als de maatregelen die Paul Kocken voorstelt zouden worden ingevoerd? Tekst 3: Gezonde voeding tien procent goedkoper TNO Kwaliteit van leven begeleidt sinds kort een wetenschappelijk project waarbij de inhoud van schoolautomaten wordt aangepast aan de richtlijnen van het Voedingscentrum en het NIGZ. Projectleider Paul Kocken: ‘We willen kijken hoe je gedrag kunt veranderen als je de omgeving verandert. Voorheen waren scholen niet actief met een gezonde kantine. Dat gaf cateraars de vrije hand. Dat verandert nu, de vraag wordt anders. Scholen en cateraars werken mee. Die laatsten voelen aan dat de stemming in het land omkeert nu de discussie over overgewicht zo’n vaart neemt. Ik wil stickers bij of op producten die aangeven hoeveel calorieën je binnen krijgt als je iets gebruikt. We gaan ook in prijs variëren. Gezonde voeding maken we tien procent goedkoper, in de hoop dat de vraag toeneemt. Amerikaans onderzoek wijst daarop. Meer dan tien procent zou voor cateraars niet meer interessant zijn. Het moet voor hen rendabel blijven. Eind 2007 verwacht ik de eerste resultaten.’ Meer informatie: http://www.gezondeschool.nl/ ; http://www.voedingscentrum.nl/
- 21 Lesopzet Gezonde Voeding VO
4 Schrijfopdracht Maak een keus uit opdracht A t/m E. Bij elke opdracht moet je je mening geven en die mening overtuigend maken door argumenten te gebruiken. We onderscheiden daarbij een aantal verschillende soorten argumenten, namelijk:
Soort argument voorbeeld als argument vergelijking als argument beroep op autoriteit feitelijk argument empirisch argument emotioneel argument moreel argument
Omschrijving Een mening (stelling) wordt toegelicht met een voorbeeld. Zo’n voorbeeld begint vaak (of kan beginnen) met het signaalwoord zo. Een mening (stelling) wordt toegelicht met een verwijzing naar een soortgelijk voorval of een soortgelijke gebeurtenis. De mening (stelling) wordt bewezen door iemand op te voeren die algemeen als een groot deskundige op dit terrein wordt gezien. Dit argument wordt ook wel genoemd gezagsargument. De mening (stelling) wordt bewezen door (controleerbare) feiten te noemen. De mening (stelling) wordt bewezen door (eigen) ervaringen op te voeren. Wordt ook argument op basis van intuïtie genoemd. De argumenten worden ontleend aan een levensbeschouwing, meestal een politieke of religieuze overtuiging.
Welke opdracht je ook kiest, er moeten altijd minstens drie soorten argumenten zijn gebruikt. Meer informatie kun je vinden op de websites die bij tekst 3 zijn genoemd. Zorg altijd voor een goede briefindeling en let op spelling en interpunctie.
Opdracht A Jij bent heel erg voor een gezonde schoolkantine, zo erg voor dat je vindt dat elke school zo’n kantine moet hebben. En daarom moet de minister van onderwijs dat gewoon verplichten! Schrijf een brief aan de minister, waarin je duidelijk maakt dat die verplichting er moet komen.
Opdracht B Volgens de leestekst verdienen scholen aan wat er via de automaten wordt verkocht (alinea 11). Dat is natuurlijk een rare zaak: verdienen aan wat ongezond is voor leerlingen. Schrijf een brief aan de directie, het bevoegd gezag van de school of de minister waarin je deze vreemde zaak aan de orde stelt en maatregelen bepleit.
Opdracht C Al die mensen, al die instellingen die steeds maar weer proberen jouw manier van leven te beïnvloeden. En waarom eigenlijk? Waar bemoeit iedereen zich toch mee? Je kunt toch zelf wel bepalen wat goed voor je is? En je bent toch niet zo dom dat je alleen maar ongezonde dingen doet? Schrijf een artikel voor de schoolkrant waarin je jouw standpunt duidelijk maakt: geen beïnvloeding, iedereen is oud en wijs genoeg.
Opdracht D Je wilt dat jouw school mee gaat doe aan het project De Gezonde Schoolkantine. Schrijf een brief aan de leerlingenraad om die tot actie aan te zetten.
Opdracht E Jouw school doet mee aan het project De Gezonde Schoolkantine. Jij bent daar fel op tegen, ook omdat er geen enkel overleg met de leerlingen is geweest. Schrijf een oproep aan alle leerlingen om te komen tot een gezamenlijk protest. 5 De ideale schoolkantine Maak een plan voor een nieuwe (andere) inrichting van jullie schoolkantine. Dat gaat uiteraard over het aanbod van eten en drinken, maar mag daarnaast ook gaan over de inrichting en het beheer. Deel je beschrijving in in twee kolommen. In de eerste kolom noteer je de voorgestelde verandering, in de tweede kolom zet je je argumenten voor die verandering.
- 22 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Les één
- 23 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Docenten informatie De lesactiviteiten van het Voedingscentrum zijn te gebruiken als aanvulling op de gebruikte 1 lesmethode. Eerst is een ‘Informatieblad Gezonde Voeding’ voor de leerlingen opgenomen. Vervolgens worden twee lesactiviteiten beschreven. Het informatieblad voor leerlingen is voor beide lesactiviteiten van belang. Dit informatieblad bevat de achtergrondinformatie die nodig is voor het maken van de opdrachten. Voorafgaand aan de les moet voor elke leerling een kopie van het informatieblad worden gemaakt. De lesactiviteiten zijn los van elkaar te behandelen. Het is mogelijk om ze allebei te behandelen, maar er kan ook een keuze worden gemaakt. Van de lesactiviteit die wordt behandeld, moet een kopie voor elke leerling worden gemaakt. Lesactiviteit: Hoe gezond is de schoolkantine? Deze lesactiviteit is bedoeld om leerlingen met andere ogen naar het kantineaanbod te laten kijken. De lesactiviteit wordt afgesloten met een test waarbij de kennis wordt getest. De antwoorden op de test staan hieronder weergegeven. De antwoorden bij de test: 1 b 6 c 2 c 7 b 3 b 8 a 4 b 9 b 5 a 10 b Lesactiviteit: Wat kies jij tussendoor? Deze lesactiviteit is bedoeld om leerlingen bewust te maken van de tussendoortjes die zij eten. De leerlingen leren welke tussendoortjes een betere keuze zijn. De lesactiviteit wordt afgesloten met een test waarbij de kennis wordt getest. De antwoorden op de test staan hieronder weergegeven. De antwoorden bij de test: 1 a 5 a 2 b 6 b 3 c 7 b 4 c 8 c
Bron 1. Stichting Voedingscentrum Nederland (2004). Lesactiviteiten voor een gezonde keuze in de schoolkantine. Handleiding voor docenten voor 12-16 jarige leerlingen. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. - 24 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Informatieblad Gezonde Voeding voor de leerlingen Wat is gezonde voeding? Eet van alles wat! Elke dag heb je eten en drinken nodig. Daarmee krijgt je lichaam de voedingsstoffen en het vocht (anderhalve liter) dat het nodig heeft binnen. Koolhydraten, vetten, eiwitten, vezels, vitamines en mineralen zijn de voedingsstoffen waar het om gaat. Ze zitten in allerlei levensmiddelen die je in de winkel kunt kopen. Door van alles wat te eten en te drinken kan iedereen gezond eten. Het is echt niet nodig iedere dag hetzelfde te eten. Soms eet je wat meer van het een, dan weer wat meer van het ander. Voor het maken van een gezonde keuze, kun je de vakken uit de Schijf van Vijf gebruiken. Tabel 1 Eten en drinken voor elke dag In de tabel staan de vakken uit de schijf van vijf. Er staat waarvoor je deze voeding nodig hebt! Vak 1 Vak 2 Vak 3 Vak 4 Vak 5
Noodzakelijke voedingsmiddelen
Onmisbaar voor onder andere
Brood, aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten, ontbijtgranen. Groente en fruit. Melk, kaas (of andere melkproducten), vlees, vleeswaren, gevogelte, vis, ei, tahoe. Margarine, halvarine, bak- en braadproducten, olie. Drinken (1,5 liter per dag).
Koolhydraten, eiwit, voedingsvezel, vitamines en mineralen. Vitamine C en voedingsvezel. Eiwitten, vitamines en mineralen zoals kalk en ijzer. Vetten en vitamines. Vocht.
Waarom zijn voedingsstoffen belangrijk? Koolhydraten en vetten zijn onder andere nodig voor energie, ze geven je de kracht om prestaties te leveren. Eiwitten zijn onmisbaar voor de opbouw en het onderhoud van spieren, botten en bloed. Vitamines heb je nodig voor alle functies van je lijf en ze beschermen ook nog eens tegen ziekten. Mineralen, zoals ijzer en kalk, helpen bij de opbouw en het herstel van je lichaam. IJzer helpt je bloed op te bouwen en kalk zorgt voor sterke botten. Vezels heb je nodig voor je darmen. Ze zorgen ervoor dat je normaal naar de wc kunt en geen last krijgt van verstopping. Vocht is nodig om de voedingsstoffen overal in ons lichaam te krijgen. Door genoeg te drinken worden ook afvalstoffen afgevoerd. Wat heb je per dag nodig? Hoeveel eten en drinken je nodig hebt verschilt. Het hangt af van je leeftijd en geslacht, maar ook van hoe actief je bent. Je hebt bijvoorbeeld meer nodig als je flink groeit, topsporter bent of elke dag een bijbaantje hebt met zwaar lichamelijk werk. En als je de hele dag tv kijkt, heb je minder nodig. Ook al verschilt de hoeveelheid, iedereen moet wel zorgen dat elke dag uit de vijf vakken van de Schijf van Vijf gegeten en gedronken wordt. In de tabel staat wat je per dag ongeveer nodig hebt. Groente Fruit Brood Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten Melk(producten) Kaas Vlees(waren), vis, kip, ei, vleesvervangers Halvarine voor op brood Margrine voor bereiding Vocht
9-13 jaar
14-18 jaar
3-4 opscheplepels 2 stuks 4-5 sneetjes 3-4 aardappelen of opscheplepels rijst, pasta, peulvruchten 3 glazen 1 plak 80 - 100 g
4 opscheplepels 2 stuks 6-7 sneetjes 4-5 aardappelen of opscheplepels rijst, pasta, peulvruchten 3 glazen 1 plak 100 - 125 g
5 g/sneetje 1 eetlepel 1-1 ½ liter
5 g/sneetje 1 eetlepel 1-1 ½ liter
- 25 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Spelregels voor een goede voeding! 1. Eet van alles wat! Als je van alles wat en elke dag uit alle vijf vakken van de Schijf van Vijf eet, dan eet je alles wat je nodig hebt. Dus niet steeds hetzelfde eten! 2. Let op vet! Eet vaker halfvolle producten. Gebruik weinig boter en margarine. Eet weinig vette dingen tussendoor zoals chocola, roomijs, mayonaise, nootjes, saucijzenbroodjes, slagroomgebakjes en kwarkgebakjes. 3. Eet veel brood en aardappelen Want daar zitten zetmeel en vezels in. Vooral in bruin brood, aardappels, volkorenrijst, volkorenmacaroni en peulvruchten zit veel! 4. Eet veel groenten en fruit fruit Want dan krijg je veel vezels en vitamine C binnen. Onthoud gewoon: 2+2. Twee keer een portie fruit per dag en 200 gram groenten. 200 Gram is ongeveer 3-4 groentelepels.
5. Houd je gewicht op peil Met een gezond gewicht voel je je fitter en zit je lekker in je vel. En het is ook goed voor later. Eet daarom verstandig en beweeg veel: in ieder geval een half uur per dag. Ga niet als een gek lijnen en je ontbijt overslaan. Neem liever wat minder tussendoor. 6. Zuinig met zout Je lichaam kan niet helemaal zonder zout. Maar de kleine hoeveelheden die je lichaam nodig heeft zitten van nature al in veel voedingsmiddelen. Extra zout op je eten is echt niet nodig. Ook in kaas, worst, zoutjes, chips en zoute pinda’s of noten zit erg veel zout. 7. Drink elke dag 1 ½ liter vocht (maar niet veel alcohol!) Vocht is heel belangrijk. Drink dus veel thee, melk, water en sap.
8. Eet niet de hele dag door! Sla het ontbijt ‘s morgens niet over. En ook je middag- en avondeten niet. Met drie maaltijden per dag heb je minder zin in eten tussendoor. Dat is ook beter voor je tanden en kiezen. Wees voorzichtig met je gebit, want daar moet je nog je hele leven mee kauwen. 9. Let op hygiëne (vooral bij het klaarmaken van je eten) Was altijd je handen voordat je eten aanraakt. Gebruik schone snijplanken, borden, mesjes en theedoeken. En altijd: na het plassen handen wassen. 10. Lees de verpakking of het etiket! Hierop kun je allerlei dingen lezen: hoeveel er in de verpakking zit, wie de fabrikant is, hoe lang iets bewaard kan worden en vaak ook de voedingswaarde van het product. Dus welke voedingsstoffen erin zitten en hoeveel calorieën. Erg handig!
Beste groep, middenweg groep en de minste groep: kiezen! Als je elke dag eet uit de vijf vakken van de Schijf van Vijf, krijg je alle voedingsstoffen binnen die je lichaam nodig heeft. Maar binnen elke productgroep is niet elk product even gezond. Bijvoorbeeld omdat er meer verzadigd vet in zit. Want verzadigd vet is niet zo gezond. Daarom zijn alle voedingsmiddelen in groepen ingedeeld. • De ‘beste groep’. groep’ In deze groep zitten producten die altijd gezond en dus goed voor je zijn. Bijvoorbeeld fruit omdat er veel vitamine C in zit. Of volkorenbrood omdat er veel vezels inzitten. • De groep ‘kies als middenweg’. middenweg’ Als je ze af en toe neemt, zijn deze niet slecht voor je. Maar het zijn ook niet echt gezonde producten. Want er zit meer (verzadigd) vet en minder vezel in en/of ze leveren meer energie. Deze producten kun je dus af en toe kiezen. • De ‘minst goede groep’. groep’ Deze producten kun je beter niet te vaak eten. Het zijn producten, zoals snacks of tussendoortjes, met bijvoorbeeld veel (verzadigd) vet, veel suiker, weinig vezels of geen vitamine C. Voorbeelden zijn een roomijsje, patat met mayonaise of een frikadel. Het is belangrijk te letten op wat je kiest. Want als je vaak ongezond eet, heb je meer kans op overgewicht en ziekten zoals kanker en hart- en vaatziekten. Kies slim! Al het eten en drinken is in deze drie groepen in te delen. Binnen elke groep zijn dus betere en minder goede keuzes. Het is echt niet zo dat je alleen uit de ‘beste groep’ moet kiezen. Iets uit de groep ‘kies als middenweg’ is al beter dan een product uit de ‘minst goede groep’. En als je vaker kiest voor gezond, geeft dat ruimte om ook eens minder gezond te eten. Vaak eet je al veel gezonder als je meer gaat eten uit de ‘beste groep’. - 26 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Handige tabel In de tabel hieronder staat de indeling in de drie groepen. Uit de productgroep ‘brood’ kun je bijvoorbeeld het beste volkorenbrood kiezen. Want dat staat in ‘beste groep’. In de ‘minst goede groep’ staat een croissant. Die kun je dus beter niet te vaak eten.
Groente
Fruit
Brood
Graanproducten
Beste groep Alle soorten verse groente, groente in diepvries, blik of pot zonder toevoegingen Alle soorten vers fruit, fruit in diepvries, fruit in blik of pot op water of eigen sap Volkorenbrood (alle soorten), roggebrood, volkoren krentenbrood, mueslibrood, volkoren knäckebröd Brinta, bambix
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
Gekookte aardappelen, peulvruchten (alle soorten)
Vlees, kip, eieren, vleesvervangers
Kip zonder vel, biefstuk, rosbief, varkensfilet, varkenshaas, varkensfricandeau, hamlap, runderbaklappen, entrecote, tartaar, gekookt ei, vegetarisch gehakt, vegetarische burgers, Quorn, Valess Beenham, achterham, kipfilet, schouderham, casselerrib, gekookte lever
Vleeswaren
Vis
Melk(producten)
Alle verse vis en vis in diepvries en blik, zoute en zure haring, gestoomde makreel, gerookte zalm, gerookte paling, mosselen, garnalen Magere melk, karnemelk, magere yoghurt, magere kwark, magere vla met zoetstof, magere vruchtenyoghurt met zoetstof, yoghurtdrank met zoetstof
Middenweg Groentepuree
Minst goede groep Groente a la crème of met saus
Vruchtenpuree zonder toegevoegde suiker
Fruit in blik of pot op siroop
Bruin brood (alle soorten)
Wit brood, krentenbrood, beschuit (alle soorten), knäckebröd goudbruin, croissant Muesli (overige soorten), cornflakes, rice crispies Gebakken aardappelen, frites, aardappelkroketten, pasta, rijst Gehakt, hamburger, lamsvlees, doorregen rundvlees, schouderkarbonade, varkenslap, slavinken, worst, gebakken ei
Boerenmuesli, havermout Volkoren pasta, zilvervliesrijst, aardappelpuree, couscous Rundergehakt, kip met vel
Magere knakworst, leverkaas
Pekelvlees, alle soorten worst, rauwe ham, rookvlees, varkensfricandeau, leverpastei, paté Vissticks, kibbeling, lekkerbekje
Halfvolle melk, halfvolle yoghurt, magere vruchtenkwark
Volle melk, volle yoghurt, volle vla, magere vla met suiker, alle soorten vruchtenyoghurt en yoghurtdranken met suiker, alle soorten chocolademelk met suiker, alle soorten pudding
- 27 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Kaas
20+ en 30+ kaas, 30+ Camembert, Mozzarella, hüttenkäse, verse geitenkaas, verse light kaas
40+ Edammer, 45+ Camembert, 50+ Brie, Maasdammer, 40+ Friese nagelkaas, St Paulin, Parmezaanse kaas, Limburgse kaas
Vetten
Margarine in een kuipje met maximaal 40% vet, alle soorten olie vloeibare margarine en vloeibare bak-, braaden frituurproducten Koffie en thee zonder suiker, (mineraal) water, frisdranken zonder energie
Margarine in een kuipje met meer dan 40% vet
Plakje ontbijtkoek, eierkoek, koekje, taaitaai, kauwgom, lolly, Tic tac, snoepje, pepermuntje, dropje, zakje Smarties, heldere soep, gezond gevulde wrap, rijstwafel, waterijs, waterijslolly, Tuc koekje, soepstengel, tomatensaus
Mueslireep, tussendoorbiscuit, klein zakje winegums light, yoghurtijs, klein zakje light chips, zakje popcorn, milkshake, fritessaus met 25% olie, slasaus met 35% olie
Dranken
Extra producten
Frisdranken met maximaal 20 kcal per 100 ml
48+ Goudse kaas, alle soorten smeerkaas en korstloze kaas, alle soorten roomkaas, 60+ (room) Brie, Bluefort, Roquefort, Emmentaler, Gruyere, Stilton, Cheddar, rookkaas Margarine in pakjes, roomboter, hard bak, braad- en frituurvet
Vruchtensap, gewone frisdranken, sportdranken, alle alcoholhoudende dranken Appelflap, gevulde koek, chocsprits, glacékoek, cake, candybars, zoete drop, frutella, pizza, bapao, loempia, saucijzenbroodje, roomijs, dressing 40% olie, fritessaus met 35% olie, halvanaise, mayonaise
Wat snack jij? Gevulde koek Kroket Zakje chips Saucijzenbroodje Candybar
- 28 Lesopzet Gezonde Voeding VO
65 minuten fietsen 15 minuten hardlopen 40 minuten fietsen 30 minuten hardlopen 70 minuten fietsen
Lesactiviteit: Hoe gezond is de schoolkantine? Naam: Klas: Datum: Opdracht 1 Geef in de tabel hieronder aan wat in jouw schoolkantine wordt verkocht. Soms weet je niet precies hoe iets gemaakt is. Bijvoorbeeld welke kaas op een broodje zit en met welke boter het is besmeerd. Vraag dat dan aan de kantinemedewerker. Als meer soorten van een product worden aangeboden, bijvoorbeeld twee soorten soep, schrijf ze dan allebei op. Producten
Wat is het precies
Schijf van vijf Vak 1
M&M pinda Broodje ‘gezond’
Vak 2
Vak 3
Vak 4
Indeling Vak 5
Voorkeur
Middenweg
Uitzondering
X Wit broodje, margarine, ham, kaas, ei, sla en tomaat
X
X
X
X
Spa rood
X
X
- 29 Lesopzet Gezonde Voeding VO
X
Producten
Wat is het precies
Schijf van vijf Vak 1
Vak 2
Vak 3
Vak 4
Indeling Vak 5
Voorkeur Voorkeur
- 30 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Middenweg
Uitzondering
Gezond aanbod Je hebt het aanbod in jouw schoolkantine opgeschreven. Is dit aanbod eigenlijk wel gezond? Kun je uit genoeg producten kiezen? En moeten er meer gezonde producten verkocht worden of juist niet? Kun je een gezonde lunch kopen als je vergeten bent iets van huis mee te nemen? En kun je een gezonde snack kopen? Een gezond aanbod bestaat minimaal voor de helft uit producten uit de ‘beste groep’ en ‘middenweggroep’. Het is helemaal mooi als er ook nog een gezond broodje te koop is of een glas vruchtensap of melk. En er moeten wel voldoende keuzemogelijkheden zijn. Want gevarieerd eten is belangrijk! Opdracht 2 Bekijk de lijst van producten die in jouw schoolkantine worden verkocht. En bekijk ook de Schijf van Vijf nog eens goed. Probeer alle producten uit de kantine in te delen in de vijf vakken van de Schijf van Vijf. a) Sommige producten kun je niet indelen omdat ze niet in de Schijf van Vijf staan. Waarom is dat? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Welk vak is het meest vertegenwoordigd in de kantine? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c) Is er een vak waar bijna niets bij staat? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… d) Een gezonde lunch bestaat uit een bruin broodje met halvarine, kaas of vleeswaar, een glas melk of vruchtensap en een stuk fruit. Kun je in de kantine een gezonde lunch samenstellen? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… e) Welke producten zouden in de kantine kunnen worden verkocht zodat uit elk vak voldoende te kiezen is? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 3 Bekijk de lijst met producten uit de kantine. Bekijk ook de informatie over de driedeling van producten in ‘beste groep’, ‘middenweggroep’ en ‘minst goede groep’. Deel nu al die producten in bij één van deze drie groepen. a) Hoe is de verdeling per productgroep? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
- 31 Lesopzet Gezonde Voeding VO
b) Hoe gezond is jouw schoolkantine volgens deze driedeling? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c) Welke producten zouden in de kantine kunnen worden verkocht om de verdeling (nog) beter te maken? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Test je kennis! 6. Wat kun je beter eten: een waterijsje, een Mars ijsreep of een Magnum? a) Mars ijsreep b) Magnum c) Waterijs
1. In welk vak hoort vlees thuis? a) In het vak met vetten b) In het vak met eiwitten c) In het vak met koolhydraten 2. Hoeveel brood heb jij op een dag nodig? a) 2-3 sneetjes b) Brood heb je niet elke dag nodig c) 4-7 sneetjes
7. Als je op vet wilt letten, wat kun je dan beter niet eten? a) Broodje ham b) Pizzapunt c) Ontbijtkoek
3. Hoeveel fruit heb jij op een dag nodig? a) Fruit hoef je niet elke dag te eten b) 2 stuks c) 1 stuk is voldoende
8. Vezels heb je nodig… a) Om goed naar de wc te kunnen b) Om te groeien c) Voor de vitamines
4. Waar wordt naar gekeken bij de indeling in ‘beste groep’, ‘middenweggroep’ en ‘minst goede groep’? a) Of het lekker is of niet b) Naar hoeveelheid vet, koolhydraten, vezels en vitamine C c) Of je het kunt kopen in de schoolkantine 5. Wat kun je beter eten, een minipizza of een frikadel? a) Je kunt beide beter laten staan b) De frikadel c) De minipizza
9. Hoeveel groente heb je op een dag nodig? a) Groente hoef je niet elke dag te eten b) 4 grote scheppen c) 2 grote scheppen 10. Wanneer heeft een kantine een gezond aanbod? a) Als je niks kunt kopen b) Als er voldoende variatie is met ook gezonde dingen c) Als er alleen maar lekkere dingen te koop zijn
- 32 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Lesactiviteit: Wat kies jij tussendoor? Naam: Klas: Datum: Opdracht 1 Je eet en drinkt meestal een aantal keren op een dag. a) Hoeveel maaltijden eet jij meestal op een dag? ___ maaltijden b) Hoe vaak eet jij op een dag iets tussen de maaltijden door (tussendoortje)? ___ keer Grazen ‘Grazen’ is een eetgewoonte geworden. Grazers eten net als koeien in de wei de hele dag door kleine beetjes. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Dat is niet goed voor de tanden. Want in bijna alles wat we eten zitten suikers. Dus niet alleen in snoep en koekjes. Ook in appels en citroenen zitten van nature suikers. Of in sinaasappelsap, cola, Fristi of thee met suiker. In de mond worden suikers door bacteriën omgezet in een zuur. Dat zuur tast het glazuur van je tanden en kiezen aan (=zuurstoot). Als we de hele dag door eten dan krijgt het gebit heel wat zuurstoten te verwerken. Er is dan onvoldoende tijd voor herstel en dat is niet goed voor je tanden. Herstel van tanden Enkele minuten na het eten is de hoeveelheid zuur in je mond het grootst. Na ongeveer een half uur is het weer verdwenen. Het tandglazuur kan zich dan herstellen. Dat kan alleen als je niet meteen weer iets eet. Het duurt ongeveer drie uur totdat je glazuur volledig is hersteld. Tanden en kiezen kunnen ongeveer zeven keer per dag een zuurstoot aan. Als je vaker dan zeven keer per dag iets eet of drinkt, dan kan het glazuur niet genoeg herstellen. Dit maakt de kans op gaatjes groter. Eet niet te vaak Maak de tijd tussen twee eetmomenten zo lang mogelijk. Naast de drie maaltijden kun je nog vier keer per dag iets tussen de maaltijden door eten. Als je er een tijdje op let, wordt het vanzelf een (goede) gewoonte. Water kan natuurlijk wel de hele dag door gedronken worden. Goed poetsen! Goed poetsen met fluoridetandpasta helpt zeker om de tanden gezond te houden. Vooral ‘s avonds voordat je naar bed gaat, is zorgvuldig poetsen belangrijk om je tanden en kiezen goed schoon te maken. Daarna natuurlijk niets meer eten en alleen nog maar water drinken. Fluoride in tandpasta maakt het tandglazuur extra sterk. Opdracht 2 a) Hoe vaak eet jij iets tussendoor? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Hoe vaak zou je maximaal iets tussendoor mogen eten? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c) Welke tussendoortjes zou je over kunnen slaan? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… - 33 Lesopzet Gezonde Voeding VO
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 3 a) Schrijf op wat jij gemiddeld per dag tussendoor eet. Tussendoortjes zijn alle producten die je tussen de (hoofd)maaltijden door eet of drinkt en die niet echt bij een maaltijd horen, zoals een reep chocolade bij de lunch of een appel om 4 uur ‘s middags. Kijk ook eens op www.voedingscentrum.nl en doe de Tussendoortjestest! Tussendoortje Tijdstip waarop je het gegeten hebt
b) Wat koop jij gemiddeld op een dag in de kantine aan tussendoortjes? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 4 Kijk nog eens naar de tabel op het informatieblad. a) In welke groep (beste groep, middenweggroep of minst goede groep) vallen de meeste tussendoortjes die jij eet? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Welke tussendoortjes uit de “beste groep” vind jij lekker? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c) Zou jij iets kunnen veranderen? Neem een product uit de “minst goede groep” die jij vaak eet en vervang dit door een product uit de “middenweggroep” of de “beste groep”. In plaats van een ________ wil ik een ________ proberen In plaats van een ________ wil ik een ________ proberen In plaats van een ________ wil ik een ________ proberen In plaats van een ________ wil ik een ________ proberen
- 34 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Test je kennis! 1. Grazen is een eetgewoonte die glazuur van je tanden kan aantasten. Hoe gaat dat in zijn werk? a) Als je iets eet worden suikers in je mond omgezet in zuren die het glazuur van je tanden aantasten. Als je vaak iets eet kan het glazuur niet goed herstellen b) Als je iets eet komen er veel bacteriën in je mond met het voedsel mee. Deze bacteriën tasten het glazuur van je tanden aan. c) Door te grazen kauw je heel lang op je voedsel waardoor het glazuur van je tanden wordt aangetast. 2. Is het beter voor je gebit om een rolletje drop achter elkaar op te eten of iedere keer één dropje verspreid over de hele dag? a) Beter verspreid over de hele dag b) Beter een rolletje achter elkaar c) Beter verspreid over zes tussendoortjes 3. Hoe lang duurt het voordat het glazuur van je tanden en kiezen volledig is hersteld nadat je iets hebt gegeten? a) Je glazuur herstelt nooit helemaal b) Ongeveer een half uur c) Ongeveer 3 uur
4. Hoe vaak kun je maximaal iets eten op een dag waarbij het glazuur van je tanden nog genoeg tijd heeft om te herstellen? a) Bij 10 keer b) Bij 3 keer c) Bij 7 keer 5. Wat zit er in light frisdrank? a) In light frisdrank zit geen suiker b) In light frisdrank zit ook suiker c) In light frisdrank zit minder vet 6. Wat kun je het beste eten, een waterijsje, een Magnum of een Cornetto? a) De Magnum b) Het waterijsje c) De Cornetto 7. Als je op vet wilt letten, wat kun je dan het beste kiezen? a) Gevulde koek b) Eierkoek c) Stroopwafel 8. Waarom is het goed om ‘s ochtends te ontbijten? a) Omdat je je dan beter kunt concentreren b) Omdat je dan minder gaat snoepen de rest van de dag c) Beide antwoorden zijn juist
- 35 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Les twee
- 36 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Docenten informatie Deze opdracht van de GGD Groningen gaat over twee leerlingen, Joop en Marita. De opdracht heeft tot doel leerlingen bewust te maken van hun eigen voeding- en beweeggedrag en van het belang van een gezond gewicht. Naast bewustmaken heeft de opdracht tot doel om leerlingen te stimuleren goede voeding- en beweeggewoonten aan te leren. Op de volgende pagina’s is eerst een informatieblad voor de leerlingen opgenomen, vervolgens staat de opdracht beschreven. Hieronder staan de antwoorden van de opdracht vermeld. De antwoorden zijn cursief weergegeven.
Antwoorden opdracht Joop en Marita Joop Joop is 13 jaar, weegt 60 kilo en is 1.60 meter lang. Vraag 1 a) Wat is de BMI-score van Joop?
BMI staat voor Body Mass Index. Deze Index geeft een maat voor de verhouding tussen lengte en gewicht. De leerlingen kunnen leeftijd, lengte en gewicht berekenen. In de tabellen kan de BMI-score opgezocht worden. Joop heeft een BMI-score van 23. b) Heeft Joop een gezond gewicht?
Joop heeft geen gezond gewicht. De meter geeft op die leeftijd aan dat je met een BMI-score van 23 te zwaar bent. Vraag 2 Joop eet elke dag ongeveer het volgende: ontbijt geen tussendoortje mars lunch broodje kaas, glas karnemelk tussendoortje 1 glas cola avondmaaltijd 1 aardappel 1 opscheplepel groente 1 gehaktbal tussendoortje 1 glas cola zakje chips
Zijn moeder brengt en haalt hem met de auto van school. Verder computert Joop veel en kijkt graag televisie.
b) Bedenk wat Joop ongeveer zou moeten eten op een dag. Vul dit in onderstaande tabel in ontbijt tussendoortje lunch tussendoortje avondmaaltijd tussendoortje
Zie hiervoor de tabel van het Voedingscentrum. De tabel is opgenomen in het informatieblad voor leerlingen. Per leeftijdsgroep staat aangegeven wat je per dag ongeveer zou moeten eten. Bespreek met de leerlingen in hoeverre dit met het voedingspatroon van Joop verschilt. b) Bedenk wat Joop aan beweging zou moeten gaan doen op een dag.
Leerlingen moeten weten dat zij elke dag ongeveer een uur matig tot intensief moeten bewegen om op gezond gewicht te blijven.
- 37 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Vraag 3 Joop houdt van tussendoortjes, zoals chips en cola. a) Wat kan Joop doen om de chips en cola te verbranden?
Maak de leerlingen duidelijk dat wanneer je wat meer eet dan je nodig hebt, je ook wat meer moet bewegen. b) Bedenk voor Joop twee lekkere gezonde tussendoortjes.
Er zijn veel gezonde alternatieve tussendoortjes. U kunt leerlingen vragen deze te bedenken, het onderwerp begint pas echt te leven als de leerlingen de tussendoortjes de volgende les kunnen bereiden. Misschien beschikt de school over een keuken? Marita Marita is 13 jaar, weegt 38 kilogram en ze is 1.65 meter lang. Vraag 4 a) Wat is Marita haar BMI-score?
Marita heeft een BMI-score van 14. b) Heeft Marita een gezond gewicht?
De meter geeft aan dat het gewicht aan de lage kant is. Vraag 5 Marita eet het volgende: ontbijt 1 cracker met kaas tussendoortje geen lunch bakje magere yoghurt tussendoortje appel avondmaaltijd 1 opscheplepel witte rijst 1 opscheplepel groente tussendoortje geen
Marita woont 10 kilometer van haar school en fietst elke dag 1,5 uur om van en naar school te komen. Daarnaast speelt zij elke week twee keer een uur basketbal.
b) Wat moet Marita veranderen aan haar eetpatroon? Maak hieronder een ander dagmenu voor Marita. Ontbijt tussendoortje lunch tussendoortje avondmaaltijd tussendoortje
Maak duidelijk dat te weinig eten ook niet goed is. Zeker als je zoveel beweegt als Marita, heb je de hoeveelheid die de voedingstabel aangeeft, wel nodig. b) Moet Marita iets aan haar dagelijkse beweging veranderen en waarom?
Nee. Marita moet zeker niet stoppen met bewegen. Zij moet wel zorgen dat zij met een dergelijk beweegpatroon voldoende en goed eet. Zie de Schijf van Vijf van het voedingscentrum.
- 38 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Informatieblad voor de leerlingen Elke dag heb je eten en drinken nodig. Met eten en drinken krijgt je lichaam de voedingsstoffen (koolhydraten, vetten, eiwitten, vezels, vitamines en mineralen) en het vocht dat het nodig heeft binnen. Voedingsstoffen zitten in allerlei levensmiddelen die je in de winkel kunt kopen. Door van alles wat te eten en te drinken kan iedereen gezond eten. Voor het maken van een gezonde keuze, kun je de vakken uit de Schijf van Vijf gebruiken. Wat heb je per dag nodig? Hoeveel eten en drinken je nodig hebt verschilt. Het hangt af van je leeftijd en geslacht, maar ook van hoe actief je bent. Je hebt bijvoorbeeld meer nodig als je flink groeit, topsporter bent of elke dag een bijbaantje hebt met zwaar lichamelijk werk. En als je de hele dag tv kijkt, heb je minder nodig. Ook al verschilt de hoeveelheid, iedereen moet wel zorgen dat elke dag uit de vijf vakken van de Schijf van Vijf gegeten en gedronken wordt. In de tabel staat wat je per dag ongeveer nodig hebt. Groente Fruit Brood Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten Melk(producten) Kaas Vlees(waren), vis,kip, ei, vleesvervangers Halvarine voor op brood Margrine voor bereiding Vocht
9-13 jaar
14-18 jaar
3-4 opscheplepels 2 stuks 4-5 sneetjes 3-4 aardappelen of opscheplepels rijst, pasta, peulvruchten 3 glazen 1 plak 80 – 100 g
4 opscheplepels 2 stuks 6-7 sneetjes 4-5 aardappelen of opscheplepels rijst, pasta, peulvruchten 3 glazen 1 plak 100 – 125 g
5 g/sneetje 1 eetlepel 1-1 ½ liter
5 g/sneetje 1 eetlepel 1-1 ½ liter
Bereken de BMI! BMI staat voor Body Mass Index. De BMI wordt op de volgende manier berekend: BMI =
gewicht lengte x lengte
De BMI geeft aan of iemand een gezond gewicht heeft, overgewicht heeft of een te laag gewicht heeft. Op de volgende pagina staat tabellen met de BMI waarden voor jongeren tot 18 jaar.
- 39 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Deze tabel geeft een beoordeling van de Body Mass Index voor jongens.
Leeftijd BMI bij ondergewicht
BMI bij een gezond gewicht
BMI bij overgewicht
BMI bij ernstig overgewicht (obesitas)
2
minder dan 15,24
15,24-18,41
18,41-20,09
meer dan 20,09
3
minder dan 14,67
14,64-17,89
17,89-19,57
meer dan 19,57
4
minder dan 14,40
14,4-17,55
17,55-19,29
meer dan 19,29
5
minder dan 14,20
14,20-17,42
17,42-19,30
meer dan 19,30
6
minder dan 14,04
14,04-17,55
17,55-19,78
meer dan 19,78
7
minder dan 14,02
14,02-17,92
17,92-20,63
meer dan 20,63
8
minder dan 14,10
14,10-18,44
18,44-21,60
meer dan 21,60
9
minder dan 14,29
14,29-19,10
19,10-22,77
meer dan 22,77
10
minder dan 14,53
14,53-19,84
19,84-24,00
meer dan 24,00
11
minder dan 14,84
14,84-20,55
20,55-25,10
meer dan 25,10
12
minder dan 15,23
15,23-21,22
21,22-26,02
meer dan 26,02
13
minder dan 15,70
15,70-21,91
21,91-26,84
meer dan 26,84
14
minder dan 16,25
16,25-22,62
22,62-27,63
meer dan 27,63
15
minder dan 16,84
16,84-23,29
23,29-28,30
meer dan 28,30
16
minder dan 17,42
17,42-23,90
23,90-28,88
meer dan 28,88
17
minder dan 17,98
17,98-24,46
24,46-29,41
meer dan 29,41
18
minder dan 18,50
18,50-25,00
25,00-30,00
meer dan 30,00
Deze tabel geeft een beoordeling van de Body Mass Index voor meisjes.
Leeftijd BMI bij ondergewicht
BMI bij gezond gewicht
BMI bij overgewicht
BMI bij ernstig overgewicht (obesitas)
2
minder dan 14,98
14,98-18,02
18,02-19,81
meer dan 19,81
3
minder dan 14,50
14,50-17,56
17,56-19,36
meer dan 19,36
4
minder dan 14,25
14,25-17,28
17,28-19,15
meer dan 19,15
5
minder dan 14,05
14,05-17,15
17,15-19,17
meer dan 19,17
6
minder dan 13,90
13,90-17,34
17,34-19,65
meer dan 19,65
7
minder dan 13,94
13,94-17,75
17,75-20,51
meer dan 20,51
8
minder dan 14,06
14,06-18,35
18,35-21,57
meer dan 21,57
9
minder dan 14,26
14,26-19,07
19,07-22,81
meer dan 22,81
10
minder dan 14,57
14,57-19,86
19,86-24,11
meer dan 24,11
11
minder dan 14,99
14,99-20,74
20,74-25,42
meer dan 25,42
12
minder dan 15,52
15,52-21,68
21,68-26,67
meer dan 26,67
13
minder dan 16,13
16,13-22,58
22,58-27,76
meer dan 27,76
14
minder dan 16,73
16,73-23,34
23,34-28,57
meer dan 28,57
15
minder dan 17,28
17,28-23,94
23,94-29,11
meer dan 29,11
16
minder dan 17,75
17,75-24,37
24,37-29,43
meer dan 29,43
17
minder dan 18,16
18,16-24,70
24,70-29,69
meer dan 29,69
18
minder dan 18,50
18,50-25,00
25,00-30,00
meer dan 30,00
- 40 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Opdracht Joop en Marita Joop Joop is 13 jaar, weegt 60 kilo en is 1.60 meter lang. Vraag 1 b) Wat is de BMI-score van Joop? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Heeft Joop een gezond gewicht? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 2 Joop eet elke dag ongeveer het volgende: ontbijt geen tussendoortje mars lunch broodje kaas, glas karnemelk tussendoortje 1 glas cola avondmaaltijd 1 aardappel 1 opscheplepel groente 1 gehaktbal tussendoortje 1 glas cola zakje chips
Zijn moeder brengt en haalt hem met de auto van school. Verder computert Joop veel en kijkt graag televisie.
b) Bedenk wat Joop ongeveer zou moeten eten op een dag. Vul dit in onderstaande tabel in. Ontbijt tussendoortje lunch tussendoortje avondmaaltijd tussendoortje b) Bedenk wat Joop aan beweging zou moeten gaan doen op een dag: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3 Joop houdt van tussendoortjes, zoals chips en cola. b) Wat kan Joop doen om de chips en cola te verbranden? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Bedenk voor Joop twee lekkere gezonde tussendoortjes. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
- 41 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Marita Marita is 13 jaar, weegt 38 kilogram en ze is 1.65 meter lang. Vraag 4 b) Wat is Marita haar BMI-score? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Heeft Marita een gezond gewicht? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 5 Marita eet het volgende: ontbijt 1 cracker met kaas tussendoortje geen lunch bakje magere yoghurt tussendoortje appel avondmaaltijd 1 opscheplepel witte rijst 1 opscheplepel groente tussendoortje geen
Marita woont 10 kilometer van haar school en fietst elke dag 1,5 uur om van en naar school te komen. Daarnaast speelt zij elke week twee keer een uur basketbal.
b) Wat moet Marita veranderen aan haar eetpatroon? Maak hieronder een ander dagmenu voor Marita. Ontbijt tussendoortje lunch tussendoortje avondmaaltijd tussendoortje
b) Moet Marita iets aan haar dagelijkse beweging veranderen en waarom? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
- 42 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Les drie
- 43 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Energie, voeding en sport Docentenhandleiding Antwoordmodel Vraag
Max. Score
1 2 3
1 1 2
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Antwoorden en opmerkingen B B Een voorbeeld van een juiste berekening is: 50 x 4,2 = 210 kJ • De juiste gegevens • De juiste uitkomst A A C D A C B B B C A
- 44 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Deelscore
1 1
Energie, voeding en sport In deze test is de energie in eten en drinken uitgedrukt in kilojoules (kJ). Tegenwoordig wordt de term kilocalorie meer gebruikt. Het omrekenen van kJ naar kcal doe je door het aantal kilojoules te delen door 4,2. Een voorbeeld: Je wilt 11 kJ omrekenen in kcal, hoe doe je dit? 38 kJ : 4,2 = 9 kcal Energieverbruik in voedingsstoffen Als je de energie in voedingsstoffen verbruikt, noemen we dat verbranding. Kijk maar in de tabel hoeveel energie je verbruikt met vier voedingsstoffen. Voedingsstoffen Zetmeel Eiwit Vet Glucose 1.
Hoeveelheid energie kJ/g 17,2 17,2 38,9 15,7
Een hardloper verbruikt tijdens het hardlopen 400 kJ doordat hij vet verbrandt. Hoeveel gram vet verbrandt hij dan ongeveer? A 1 gram B 10 gram C 100 gram D 1000 gram
Energieverbruik en snelheid In de tabel hierna zie je hoeveel energie je verbruikt per kg lichaamsgewicht als je 1 km hardloopt. Snelheid in meter per minuut 100 130 190 350
Energieverbruik in kJ per kg lichaamsgewicht 3,8 4,0 4,2 4,4
2. Welke bewering is juist? A Hoe langzamer iemand loopt, hoe hoger het energieverbruik B Hoe sneller iemand loopt, hoe hoger het energieverbruik C Het energieverbruik is bij alle snelheden even groot 3. Een loopster weegt 50 kg. Zij loop een kilometer met een snelheid van 190 m per minuut. Hoeveel kJ verbruikt zij tijdens deze kilometer hardlopen? Schrijf de berekening op.
4. Bij welke soort parcours verbruikt een loper de minste energie? A een zwak dalend parcours B een vlak parcours C een zwak stijgend parcours Tijden en energieverbruik bij de marathon Drie hardlopers (70 kg) van verschillend niveau lopen een hele marathon. In de tabel zie je hun tijd en hun energieverbruik. Soort hardloper
Na een hele marathon (21,195 km) - 45 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Getrainde loper
Tijd (uren : minuten)
02:21 1519 Joule
Gemiddelde loper
Energieverbruik per seconde Tijd (uren : minuten)
928 Joule
Trimmer
Energieverbruik per seconde Tijd (uren : minuten) Energieverbruik per seconde
634 Joule
03:42
05:12
5. Welke hardloper verbruikt per seconde de meeste energie? A de getrainde hardloper B de gemiddelde hardloper C de trimmer 6. Hoeveel energie gebruikt een getrainde loper voor de hele marathon? A 221 x 1519 Joule B 221 x 60 x 1519 Joule C 141 x 60 x 1519 Joule Energieverbruik bij verschillende activiteiten In de tabel zie je hoeveel energie iemand van 70 kg verbruikt bij verschillende activiteiten. Activiteit Rusten Tafeltennissen Gymnastiek doen Biljarten Skiën Zwemmen Volleyballen Basketballen Kanovaren Boodschappen doen Dansen Voetballen Paardrijden Fietsen Wandelen Tennissen Hardlopen
Tijd of afstand 1 uur 20 minuten 90 minuten 3 uur 30 minuten 1 uur 3 uur 1 wedstrijd 2 uur 3 uur 3 uur 1 wedstrijd 3 uur 90 minuten 42 kilometer 3 uur 3 uur 100 km
Energieverbruik (kJ) 280 1800 1800 2000 2400 2400 2400 2400 2400 2400 2400 4000 4000 4000 4000 4800 28000
7. Karin wil zo veel mogelijk energie verbruiken. Welke van de volgende activiteiten moet ze kiezen? A 20 minuten tafeltennissen B 1 uur zwemmen C 3 uur wandelen D 3 uur tennissen 8. Wesley wil zo veel mogelijk energie verbruiken in een zo kort mogelijke tijd. Welke van volgende activiteiten moet hij kiezen? A tafeltennissen B volleyballen C fietsen D tennissen
- 46 Lesopzet Gezonde Voeding VO
9. Erik volleybalt 4 uur. Hoeveel kJ verbruikt hij daarbij? A 1200 B 2400 C 3200 D 3600 Aanmaak van rode bloedcellen Het aanmaken van rode bloedcellen in het rode beenmerg wordt geregeld door een hormoon. Dit hormoon heet EPO en wordt door de nieren geproduceerd. Rood beenmerg bevindt zich in de botten, bijvoorbeeld in een dijbeen. 10. Onder invloed van het hormoon EPO neemt het aantal rode bloedcellen in het bloed toe. Om die reden wordt EPO ook wel als stimulerend middel gebruikt door sporters, zoals wielrenners. Waarom is het voordelig voor een sporter als hij meer rode bloedcellen heeft? A Meer rode bloedcellen versnellen de aanvoer van brandstoffen B Meer rode bloedcellen versnellen de aanvoer van zuurstof C Meer rode bloedcellen versnellen de afvoer van afvalstoffen 11. Het gebruik van EPO is niet zonder gevaar. Het bloed wordt dikker. Bloedvaten kunnen daardoor afgesloten raken. Bijvoorbeeld de bloedvaten die de hartspier van bloed voorzien. Een hartstilstand tijdens het sporten kan dan het gevolg zijn. Welke bloedvaten voorzien de hartspier van bloed? A holle aders B kransaders C kransslagaders D longslagaders 12. Om rode bloedcellen aan te maken, is een bepaald mineraal noodzakelijk. Welk mineraal is dat? A kalk B ijzer C zwavel Handbal Mariet is 20 jaar, 1.76 m lang en ze weegt 64 kg. Ze is al jaren lid van een handbalclub. Ze speelt wedstrijden op landelijk niveau. Daarvoor traint ze intensief. Ze let goed op haar voeding. Ze volgt zo veel mogelijk de adviezen van het Voedingscentrum. In de tabel zie je wat ze per dag binnenkrijgt. Voeding van Mariet per dag Voedings--moment Energie Voedings (kJ) Ontbijt 1450 Tussendoor 1920 Lunch 2275 Tussendoor 1170 Warme maaltijd 2880 ’s Avonds 1635 Totaal 11330
Eiwitten (g) 11 9 20 7 40 4
Vetten (g) 10 17 12 8 28 12
13. Welke maaltijd van Mariet bevat de meeste eiwitten? A het ontbijt B de lunch C de warme maaltijd 14. Mariet moet ervoor zorgen dat haar voeding voldoende kalk bevat. Welke voedingsmiddelen bevatten veel kalk? A melkproducten B fruit C aardappelen, pasta en rijst
- 47 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Koolhydraten (g) 49 70 90 44 72 67
Les vier
- 48 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Docentenhandleiding Antwoordmodel 1. juist, beweging heeft invloed op de sterkte van je botten. 2. onjuist, als je vaker een korte tijd actief bent, is er minder kans dat je overbelast raakt dan bij langdurige activiteit. 3. onjuist, de erfelijke aanleg heeft wel invloed, maar ook training speelt een belangrijke rol. Je kunt erfelijk nog zo veel talent hebben, als je niet traint krijg je geen goede conditie. 4. juist, door inspanning past je hart zich aan: de gespierde wand wordt sterker en dikker. Ook als je rust, heb je daar voordeel van. Het hart hoeft dan maar weinig inspanning te leveren. 5. onjuist, je rug moet juist zo veel mogelijk recht blijven. Zak diep door de knieën, houd het voorwerp dicht tegen je aan en laat je benen het werk doen als je omhoog komt. Hierdoor voorkom je pijn in je rug door het tillen. 6. onjuist, allerlei andere zaken spelen ook een rol. Bijvoorbeeld je erfelijke aanleg, wat je eet, of je rookt, hoeveel je slaapt, of je alcohol drinkt, zijn allemaal factoren die invloed hebben. 7. juist, een gezond hart klopt je hele even door, elke seconde doet het zijn werk. 8. juist, als spieren niet worden gebruikt, nemen de spiervezels af in dikte en daardoor neemt de kracht van de spieren af. Er gaan geen spiervezels verloren, dus later kun je door training alles weer inhalen. 9. juist, het teveel aan vet wordt vooral opgeslagen in speciale vetcellen, vooral onder de huid. Maar een deel, vooral met cholesterol erin, komt in de wand van bloedvaten terecht en zorgt voor een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. 10. onjuist, bij zware inspanning, zoals 15 minuten hardlopen, maakt het lichaam snel energie vrij door suikers te verbranden. Bij rustig wandelen wordt juist eerder vet afgebroken. 11. juist, het hart gaat sneller kloppen, het bloed stroomt sneller rond, de spieren worden opgewarmd, het zenuwstelsel wordt geactiveerd. 12. onjuist, zowel spieren als vlees bestaan vooral uit eiwit, maar er zijn ook veel andere voedingsmiddelen waaruit je eiwit kunt halen: melk, kaas, eieren, sojaproducten, bonen. 13. onjuist, een jongen heeft door een andere lichaamsbouw (grotere longen, een groter hart, iets meer spierweefsel, iets minder vet) een grotere hoeveelheid energie nodig dan een even groot meisje dat even actief is. Gemiddeld gebruikt een jongen van 13 jaar ongeveer 12.500 kJoule aan energie en een even groot meisje van 13 jaar 10.00 kJoule. 14. juist, bij een fitte, getrainde persoon is het hart sterker, pompt per slag meer bloed weg en dan is het aantal slagen per minuut dus wat lager dan bij een ongetrainde persoon. 15. juist, de hoeveelheid energie die je tijdens slaap gebruikt, is redelijk constant (tenzij iemand bijvoorbeeld gaat slaapwandelen) 16. onjuist, fitheid geeft geen garantie dat je oud wordt. Dat hangt van nog heel veel andere factoren af, zoals onverwachte ziekte, erfelijke aanleg of voedingsgewoontes. Als je een gezonde leefwijze hebt, wordt de kans dat je langer leeft wel groter. 17. juist, niet alleen het hart, maar ook de longen gaan beter werken. Daardoor neem je meer zuurstof op als je veel beweegt. En ook in rust heb je daar voordeel van. 18. onjuist, het gaat niet om de soort sport die je doet, maar ook om de intensiteit waarmee je de sport doet. Bovendien speelt ook het plezier in een bepaalde sport een belangrijke rol. Als je met plezier beweegt, span je je vaak beter in en is het effect groter. 19. onjuist, na inspanning is rust (en dus ook slaap) nodig. Iemand die steeds harder traint en zijn rust verwaarloosd, raakt overtraind, vaak geblesseerd en presteert juist slechter. 20. juist, je verliest bij hard trainen veel vocht door zweten, het water (en ook het zout wat in zweet zit) moet je aanvullen door goed te drinken. 21. onjuist, dat water ben je toch al kwijt, het is buiten je lichaam. Als dat water verdampt, koel je af en kun je verkouden worden. Dus het is juist verstandig om je af te drogen of een droog shirt aan te doen. 22. onjuist, een blessure is een waarschuwing dat er iets in je lichaam niet in orde is, bijvoorbeeld door overbelasting. Naar zo’n waarschuwing kun je beter luisteren en je lichaam wat rust geven. Zo nodig ga je naar de dokter.
- 49 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Fitquiz
Wat ga je doen? Je gaat onderzoeken hoeveel je weet op het gebied van bewegen en wat daar in je lijf allemaal bij komt kijken. Stap 1. Lees de beweringen op je quizblad goed oor Stap 2. Omcirkel achter iedere bewering op je werkblad juist of onjuist Stap 3. Controleer met de antwoordsleutel wat je goed of niet goed had
Wat heb je nodig? -
pen of potlood antwoordsleutel
1. Hoe meer je rent en springt als je jong bent, hoe sterker je botten worden. Juist Onjuist 2. Om gezond te blijven, kun je net zo goed een keer in de week twee uur sporten als vier keer in de week een half uur. Juist Onjuist 3. Je lichamelijke conditie heb je geërfd van je vader en je moeder. Juist Onjuist 4. Bewegen is goed voor je hart en je bloedvaten Juist Onjuist 5. Om iets zwaars van de grond te tillen, kun je het beste je benen recht houden en je rug gebogen Juist Onjuist 6. Fitheid en gezondheid hangen alleen maar af van hoeveel je beweegt Juist Onjuist 7. Een gezonde hartspier kan niet moe worden Juist Onjuist 8. Als je drie weken ziek in bed hebt gelegen, is je spiermassa met 20 % verminderd. Juist Onjuist 9. Mensen die te zwaar zijn, hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten Juist Onjuist 10. Als je 15 minuten hardloopt, verbruik je meer vetten dan wanneer je een uur setvig wandelt Juist Onjuist 11. Een warming-up stimuleert de bloedsomloop en zorgt dat je sneller reageert Juist Onjuist 12. Om er gespierder uit te zien, moet je veel vlees eten Juist Onjuist 13. Een jongen heeft per dag net zo veel energie las een even groot meisje Juist Onjuist 14. Iemand met een goede conditie heeft vaak een lagere hartslag Juist Onjuist 15. Na twee uur slaap heb je twee keer zo veel energie gebruikt als na een uur slaap Juist Onjuist
- 50 Lesopzet Gezonde Voeding VO
16. Iemand die erg fit is, wordt ouder dan iemand die niet zo fit is Juist Onjuist 17. Iemand die veel beweegt, kan meer zuurstof uit de lucht opnemen Juist Onjuist 18. Om fit te worden, is hardlopen veel beter dan zwemmen of skateboarden Juist Onjuist 19. Als je meer gaat trainen en minder gaat slapen, word je fitter Juist Onjuist 20. Als je hard traint, moet je niet alleen eten, maar ook drinken Juist Onjuist 21. Het is niet verstandig om na een inspanning het zweet van je lijf te vegen, want dan raak je veel water kwijt Juist Onjuist 22. Als je last hebt van een blessure, moet je gewoon doorgaan en extra op je tanden bijten Juist Onjuist Controleer je antwoorden met het antwoordblad of de antwoordsleutel. Heb je meer dan 18 vragen goed, dan heb je waarschijnlijk al een actieve leefstijl, maar in ieder geval weet je veel van dit onderwerp af! Heb je 15 – 18 vragen goed, dan ben je goed op de hoogte over dit onderwerp. Heb je 14 vragen goed, dan weet je als best veel; van het onderwerp af. Als je minder dan 14 vragen goed had, weet je nog niet zo veel over dit onderwerp. Maar wat je nu niet weet, kun je altijd nog bijleren.
- 51 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Literatuurlijst • • • • • • •
Prodent. http://www.prodent.nl/. Geraadpleegd op 23 december 2008. School TV. http://www.schooltv.nl. Geraadpleegd op 23 december 2008. Smaaklessen. http://smaaklessen.kennisnet.nl/. Geraadpleegd op 23 december 2008. Stichting Voedingscentrum Nederland (2004). Lesactiviteiten voor een gezonde keuze in de schoolkantine. Handleiding voor docenten voor 12-16 jarige leerlingen. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Stichting Voedingscentrum Nederland. Checklist Gezonde en Gezellige Schoolkantine. http://games.voedingscentrum.nl/kantine/start.php. Geraadpleegd op 3 maart 2008. Stichting Voedingscentrum Nederland. http://www.bac-vechten.nl. Geraadpleegd op 23 december 2008. Stichting Voedingscentrum Nederland. http://www.voedingscentrum.nl. Geraadpleegd op 23 december 2008.
- 52 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Bijlagen
- 53 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Informatie voor de docenten Regels van de schijf van vijf 1. Eet gevarieerd Er is niet één voedingsmiddel dat alle voedingsstoffen in voldoende mate heeft. Wie gevarieerd eet, krijgt alle stoffen binnen die nodig zijn. Bovendien wordt het risico op het binnenkrijgen van eventueel aanwezige ongezonde stoffen gespreid. 2. Niet te veel en beweeg Om op een gezond gewicht te blijven, is het belangrijk gevarieerd en gezond te eten met niet te veel calorieën en veel te bewegen. Een gezond lichaamsgewicht verkleint de kans op chronische ziekten. Iemand met een te hoog gewicht heeft meer kans op hart- en vaatziekten, diabetes en bepaalde vormen van kanker. Niet te veel eten betekent ook zuinig zijn met zout en matig met alcohol. 3. Minder verzadigd vet Door het gebruik van verzadigd vet te beperken vermindert de kans op hart- en vaatziekten. Vet is wel nodig als bron van onverzadigde vetzuren, vitamine A, D en E en energie. Kies daarom voor vetten met veel onverzadigd vet. Het eten van twee keer vis per week (waarvan ten minste één keer per week vette vis) is van belang vanwege de gezonde visvetzuren. 4. Veel groente, fruit en brood Een gezonde voeding bevat ruime porties groente, fruit en brood. Groente, fruit en brood zijn vezelrijke voedingsmiddelen die in verhouding tot hun volume en gewicht weinig calorieën en veel voedingsstoffen leveren. Er wordt dus niet snel te veel van gegeten. Dit is belangrijk voor mensen die letten op hun gewicht. Bovendien verlaagt een ruime consumptie van groente en fruit het risico op chronische ziekten. 5. Veilig In voedsel kunnen ongezonde stoffen en bacteriën voorkomen. Ons voedsel is nog nooit zo veilig geweest, maar honderd procent veilig voedsel bestaat niet. Thuis zijn consumenten zelf verantwoordelijk voor de veiligheid. Met het nemen van een aantal eenvoudige maatregelen kan besmetting en ziekte, bijvoorbeeld het risico van een voedselinfectie of -vergiftiging, worden verkleind of voorkomen. Vakken van de schijf schijf van vijf Om gezond te eten, is het belangrijk te variëren. U kunt goed variëren met behulp van de vijf vakken van de Schijf van Vijf. In de vakken van de Schijf van Vijf staan de groepen voedingsmiddelen die samen de basis vormen voor een gezonde voeding, omdat ze rijk zijn aan voedingsstoffen. De hoeveelheden die uit de verschillende groepen worden aanbevolen, zijn afhankelijk van geslacht en leeftijd. Zie hiervoor het kopje gemiddelde hoeveelheden voedingsmiddelen per dag. De producten die in de afbeelding zijn weergegeven, staan symbool voor de groepen vergelijkbare producten. Het stukje rundvlees staat symbool voor de hele groep vergelijkbare producten 'vlees'. De vakken groente, fruit en brood van de Schijf van Vijf zijn groter afgebeeld dan de andere. Het is aan te raden uit deze vakken ruime porties te kiezen. Want deze voedingsmiddelen bevatten in verhouding tot hun volume en gewicht veel voedingsstoffen en weinig calorieën. Vul de voeding verder aan met producten uit de andere vakken. Door gevarieerd te kiezen uit alle vijf vakken wordt de basis gelegd voor een gezond dagmenu. Gezond kiezen per vak; in hoeverre het eetpatroon gezond is, is ook afhankelijk van de keuzes bínnen de verschillende groepen vergelijkbare producten. Om het gemakkelijker te maken goed te kiezen, heeft het Voedingscentrum een keuzetabel gemaakt. Hierin zijn voedingsmiddelen ingedeeld in drie categorieën, 'bij voorkeur', 'middenweg' en 'bij uitzondering'. Deze categorieën geven een indicatie voor het gebruik van de voedingsmiddelen. Het gaat erom dat er een goede balans is tussen gezonde en minder gezonde keuzes. Zie hiervoor de bijlage.
- 54 Lesopzet Gezonde Voeding VO
1. Groente en fruit Belangrijk vanwege: vitamines, zoals vitamine C en foliumzuur, mineralen zoals kalium, vezels en bioactieve stoffen. 2. Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten Belangrijk vanwege: koolhydraten, eiwit, vezels, Bvitamines en mineralen zoals ijzer. 3. Zuivel, vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers Belangrijk vanwege: eiwit, mineralen zoals ijzer en calcium, B-vitamines en visvetzuren. 4. Vetten en olie Belangrijk vanwege: vitamine A, D en E en essentiële vetzuren. 5. Dranken Belangrijk vanwege: water. Snoep, koek en sausen: 'extra's' Naast de voedingsmiddelen in de Schijf van Vijf zijn er andere voedingsmiddelen zoals sausen, snacks, koek, snoep en gebak. Deze producten zijn minder belangrijk voor het leveren van voedingsstoffen. Dit is de reden dat ze niet staan vermeld in de Schijf van Vijf, en daarom noemen we ze extra's. Ze leveren vaak veel calorieën in de vorm van vet en/of toegevoegde suikers. Hoeveel ervan gegeten kan worden, hangt af van de hoeveelheid calorieën die ze per portie leveren. Aangeraden wordt om van deze voedingsmiddelen niet te veel gebruik te maken.
- 55 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag Voor de groepen voedingsmiddelen uit de Schijf van Vijf zijn aanbevolen hoeveelheden opgesteld per leeftijdsgroep en per geslacht. Het is een indicatie voor wat je op een dag ongeveer nodig hebt. De aanbevolen hoeveelheden geven aan hoeveel iemand gemiddeld per dag nodig heeft om voldoende eiwitten, vitamines en mineralen binnen te krijgen. Per leeftijdsgroep gelden de kleinste hoeveelheden voor de vrouwen en de grootste voor de mannen. Bij alle genoemde hoeveelheden gaat het om het gewicht van producten zoals ze worden gegeten. Dit is wat leerlingen iedere dag nodig hebben en dus moeten eten. Daarnaast is er een klein beetje ruimte over. Het beste is natuurlijk deze ruimte te gebruiken voor het eten van nog wat basisproducten. Wordt er gekozen voor extra's, neem dan producten die de minste calorieën per portie leveren.
Groente Fruit Brood Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten Melk(producten) Kaas Vlees(waren), vis*, kip, eieren, vleesvervangers Halvarine
Bak-, braad- en frituurproducten, olie Dranken (inclusief melk)
9-13 jaar 150-200 g 3-4 opscheplepels 200 g 2 stuks 140-175 g 4-5 sneetjes 150-200 g 3-4 aardappelen/opscheplepels
1414-18 jaar 200 g 4 opscheplepels 200 g 2 stuks 210-245 g 6-7 sneetjes 200-250 g 4-5 aardappelen/opscheplepels
600 ml 1 plak (20 g)
600 ml 1 plak (20 g)
80 - 100 g
100 - 125 g
20-25 g
30-35 g
5 g/sneetje 15 g 1 eetlepel 1-1 ½ liter
5 g/sneetje 15 g 1 eetlepel 1-1 ½ liter
* Eet twee keer per week vis, waarvan ten minste één keer vette vis. Gezond en bewust kiezen met de keuzetabel Het Voedingscentrum wil de gezonde keuze gemakkelijker maken. Veel mensen willen graag gezond eten, maar de overdaad aan eten en drinken maakt dit lastig. Gezond verstand kan gevoed worden met extra informatie. Bijvoorbeeld met de informatie op het etiket. Die pizza met extra groente blijkt dan ineens toch een caloriebom. Terwijl uw plakje 20+kaas echt aanzienlijk minder vet is. Maar: gezond genieten wordt lastig als u de rest van uw leven alsmaar de voedingswaardes van alles wat u eet en drinkt zou moeten checken. Daarom heeft Het Voedingscentrum een handvat om heel globaal, maar fundamenteel te kijken naar uw eetpatroon: de keuzetabel. DrieDrie-indeling: wat kiest u? In de keuzetabel zijn voedingsmiddelen per groep vergelijkbare producten ingedeeld in drie categorieën: ‘bij voorkeur’, ‘middenweg’ en ‘bij uitzondering’. Deze categorieën helpen bij de keuze binnen een groep vergelijkbare producten. Het Voedingscentrum kijkt per product naar: • de hoeveelheid verzadigd vet en transvet • de hoeveelheid voedingsvezels • de hoeveelheid zout • de hoeveelheid toegevoegde suiker • de hoeveelheid calorieën De drie indeling is gemaakt op basis van de richtlijnen van de Gezondheidsraad.
- 56 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Indeling basis: Voorkeur
Middenweg
Uitzondering
Producten met weinig verzadigd vet, veel vezels, weinig zout, geen toegevoegde suikers
Producten met wat meer verzadigd vet, wat minder vezel, wat meer zout en toegevoegde suikers
Producten met veel verzadigd vet, weinig vezel, veel zout en toegevoegde suikers
Voorbeelden: volkoren brood, vers fruit, karnemelk.
Voorbeelden: bruin brood, halfvolle melk.
Voorbeelden: wit brood, volle melk, magere vruchtenyoghurt.
Basis: 1. Brood: alle soorten volkoren, bruin, wit brood en luxe broodsoorten als croissant en mueslibol. 2. Fruit/groente: alle soorten vers fruit en knabbel groenten als tomaat, wortel, radijs en komkommer. 3. Melk en melkproducten. 4. Smeersels. 5. Beleg hartig/zoet: kaas, vleeswaren, sandwichspread, salades, jam. 6. Dranken. Indeling extra’s: De driedeling van de extra's is op energie (kcal), de hoeveelheid verzadigd vet en zout per portie of verpakkingseenheid: Voorkeur: Middenweg Uitzondering Maximaal 60 kcal per portie Weinig verzadigd vet en zout
61 - 110 kcal per portie Wat meer verzadigd vet Weinig zout
Meer dan 110 kcal per portie Veel verzadigd vet en/of zout
Voobeeld: Onbijtkoek, heldere soep.
Voorbeeld: Mueslireep, kleine zakjes light chips.
Voorbeeld: stroopwafel, cake, candybars, mayonaise.
Extra's: 7. Sauzen: bijv. ketchup, fritessaus, oosterse saus, dressing. 8. (Warme) snacks: bijv. soepen: frikadel, kroket, kipnuggets, slaatje, saucijzenbroodje. 9. Chips en zoutjes: bijv. chips, nibbits, popcorn, snack a jack. 10. Koek en gebak: bijv. evergreen, sultana, amandelbroodje, stroopwafel, muffin, mueslireep, wasa, rijstwafel, snelle jelle. 11. Snoep en chocolade: bijv. lollies, mars, drop. 12. IJs Belegde broodjes Wanneer de school ervoor kiest om broodjes te verkopen kan dit broodje ook beoordeeld worden. Het broodje is een samengesteld recept en daarom kan het per ingrediënt afzonderlijk beoordeeld worden. Per ingrediënt wordt bekeken of het Voorkeurs-, Middenweg- of Uitzonderingsproduct is. Beoordeeld wordt: * Het broodje/brood * Het beleg * Het smeersel Ook de hoeveelheid beleg is belangrijk. Komt er veel op het broodje, bereken dit dan als een dubbele portie. Alles mag Er is geen enkel product, mits veilig, dat het Voedingscentrum afraadt om te eten. Als u bijvoorbeeld vaak kiest uit de categorie ‘bij voorkeur’, maakt u ruimte om ook eens uit ‘bij uitzondering’ te kiezen. Het gaat erom dat er een goede balans is tussen gezonde en minder gezonde keuzes. Het gaat erom dat er een goede balans is tussen gezonde en minder gezonde keuzes. Als u dus slim kiest, kunt u echt gezond genieten van eten en drinken dat bij u past.
- 57 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Keuzetabel producten Om het gemakkelijker te maken goed te kiezen, heeft het Voedingscentrum een keuzetabel gemaakt. Hierin zijn voedingsmiddelen ingedeeld in drie categorieën, 'bij voorkeur', 'middenweg' en 'bij uitzondering'. Deze categorieën geven aan hoe je een voedingsmiddel moet gebruiken. Als veel wordt gekozen uit de categorie ‘bij uitzondering’, dan is het een stap in de goede richting om vaker op te schuiven naar de categorieën ‘bij voorkeur’ en ‘middenweg’. Het gaat erom dat er een goede balans is tussen gezonde en minder gezonde keuzes. bij voorkeur Alle soorten verse groente, Groente in diepvries, blik of pot zonder toevoegingen Alle soorten vers fruit, fruit in diepvries, fruit in blik of pot op water of eigen sap Volkorenbrood (alle soorten), roggebrood, volkoren krentenbrood, mueslibrood, volkoren knäckebröd Brinta, bambix naturel
middenweg Groentepuree
bij uitzondering Groente a la crème of met saus
Vruchtenpuree zonder toegevoegde suiker
Fruit in blik of pot op siroop
Bruin brood (alle soorten)
Wit brood, krentenbrood, beschuit (alle soorten), knäckebröd goudbruin, croissant
Havermout
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
Gekookte aardappelen, peulvruchten (alle soorten)
Volkoren pasta, zilvervliesrijst, aardappelpuree, couscous
Vlees, kip, eieren, vleesvervangers
Kip zonder vel, biefstuk, rosbief, varkensfilet, varkenshaas, varkensfricandeau, hamlap, runderbaklappen, entrecote, tartaar, gekookt ei, vegetarisch gehakt, vegetarische burgers, Quorn, Valess Beenham, achterham, kipfilet, schouderham, casseler rib, gekookte lever,
Rundergehakt, kip met vel
Muesli, cornflakes, rice crispies Gebakken aardappelen, frites, aardappelkroketten, pasta, rijst Gehakt, hamburger, lamsvlees, doorregen rundvlees, schouderkarbonade, varkenslap, slavinken, worst, gebakken ei
Groente
Fruit
Brood
Graanproducten
Vleeswaren
Magere knakworst
pekelvlees, alle soorten worst, rauwe ham, leverkaas, rookvlees, varkensfricandeau, leverpastei, pate
- 58 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Vis
Melk(producten)
Alle verse vis en vis in diepvries en blik, zoute en zure haring, gestoomde makreel, gerookte zalm, gerookte paling, mosselen, garnalen Magere melk, karnemelk, magere yoghurt, magere kwark, magere vla met zoetstof, magere vruchtenyoghurt met zoetstof, yoghurtdrank met zoetstof
Vissticks, kibbeling, lekkerbekje
Halfvolle melk, halfvolle yoghurt, magere vruchtenkwark
Kaas
20+ en 30+ kaas, 30+ Camembert, Mozzarella, hüttenkäse, verse geitenkaas, verse light kaas
40+ Edammer, 45+ Camembert, 50+ Brie, Maasdammer, 40+ Friese nagelkaas, St Paulin, Parmezaanse kaas, Limburgse kaas
Vetten
Margarine in een kuipje met maximaal 40% vet, alle soorten olie vloeibare margarine en vloeibare bak-, braad- en frituurproducten Koffie en thee zonder suiker, (mineraal) water, frisdranken zonder energie
Margarine in een kuipje met meer dan 40% vet
Dranken
Frisdranken met maximaal 20 kcal per 100 ml
Volle melk, volle yoghurt, volle vla, magere vla met suiker, alle soorten vruchtenyoghurt en yoghurtdranken met suiker, alle soorten chocolademelk met suiker, alle soorten pudding 48+ Goudse kaas, alle soorten smeerkaaas en korstloze kaas, alle soorten roomkaas, 60+ (room) Brie, Bluefort, Roquefort, Emmentaler, Gruyere, Stilton, Cheddar, rookkaas Margarine in pakjes, roomboter, hard bak, braad- en frituurvet
Vruchtensap, gewone frisdranken, sportdranken, alle alcoholhoudende dranken
- 59 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Voorbeelden Extra's Koek en gebak Voorkeur: eierkoek, ontbijtkoek Middenweg: mueslireep Uitzondering: appelflap, chocosprits, gevulde koek, glacekoek. Snoep en Chocolade Voorkeur: kauwgum, lolly, tic tac Middenweg: klein zakje winegums light Uitzondering: alle candybars, zoete drop, fruitella. IJs Voorkeur: waterijs Uitzondering: roomijs (Warme) snacks snacks Voorkeur: heldere soep (zoals kruidenbouillon) Middenweg: geen Uitzondering: pizza, saucijzenbroodje, loempia, bapao. Chips en zoutjes Voorkeur: geen Middenweg: kleine zakjes light chips Uitzondering: alle andere chips en zoutjes (Croky, Lays, Dorito's) Sauzen Voorkeur: tomatensaus Middenweg: fritessaus met 25% olie, slasaus met 25% olie Uitzondering: dressing 40% olie, fritessaus met 35% olie, halvanaise, mayonaise
- 60 Lesopzet Gezonde Voeding VO
Leuke internetadressen Lekker belangrijk B-slim Freshday Gezonde basis Caloriechecker Gezonderwijs Kids in balance Smaaklessen Voedingscentrum
www.lekkerbelangrijk.nl www.bslim.nl http://www.freshday.nl/ http://www.gezondebasis.nl/ http://www.caloriechecker.nl/ http://www.gezonderwijs.nl/vo.html http://www.kidsinbalance.nl/ http://smaaklessen.kennisnet.nl/ www.voedingscentrum.nl
- 61 Lesopzet Gezonde Voeding VO