Waar komen we vandaan: Bezien over een langere periode gaan economische ontwikkelingen gepaard met ingrijpende veranderingen in de economische structuur. Kenmerkend voor dit proces in de twintigste eeuw was de opkomst van de dienstensector en de voortschrijdende werkgelegenheidsverliezen in de landbouw en de industrie. Vanaf het midden van de vorige eeuw zijn de ontwikkelingen in een stroomversnelling geraakt. In 1950 was nog bijna een derde van de Gelderse banen in de landbouw te vinden, op dit moment is dat geen drie procent meer. De industrie:Het aandeel in de Gelderse werkgelegenheid is gedaald van 35% in 1960 naar 11% in 2015. Tegelijkertijd brak voor de dienstensector een expansieve periode aan. Op dit moment bestaat 81% van de werkgelegenheid uit dienstverlenende activiteiten. In de jaren zeventig begin tachtiger jaren waren er veel bedrijfssluitingen en verplaatsten veel bedrijven hun productie naar Lage lonen landen. Massaontslagen waren aan de orde van de dag en hele bedrijfstakken verdwenen. In dezelfde periode liep de werkloosheid in Gelderland op tot boven de 10%, in de steden Arnhem en Nijmegen zelfs tot boven de 20%. Vanaf het midden van de jaren tachtig trad een internationaal economisch herstel op. Tot aan de eeuwwisseling werd het beeld bepaald door de overwegend gunstige wereldconjunctuur en de industrie kende waarachtig weer een opleving. De Gelderse economie heeft sterk van de gunstige wereldconjunctuur geprofiteerd: een hoge economische groei, een sterke groei van het besteedbaar inkomen, veel nieuwe werkgelegenheid en een trendmatig dalende werkloosheid. Na 2000 werd de conjunctuur wisselvalliger en lijkt het proces van de-industrialisatie hervat. De opkomst van nieuwe economische grootmachten in vooral zuidoost Azië is daarin een belangrijke factor, maar ook de toenemende invloed van arbeidsbesparende productietechnieken speelt een rol, en ten slotte de lange periode van recessie en laagconjunctuur na 2008. Opmerkelijk is dat de ontwikkeling van de industriële werkgelegenheid het spiegelbeeld vormt van de werkloosheid. Intussen is het besef groeiende dat een zekere industriële basis voor de economie van onschatbare waarde is. De industrie vormt een drijvende kracht in de economie. Belangrijke delen van de dienstensector en het leeuwendeel van de export en de investeringen zijn gekoppeld aan de industrie. De aanwezigheid van industrie is een absolute randvoorwaarde voor productiviteitsgroei, innovatievermogen, technologische ontwikkeling en de opkomst van kennisintensieve bedrijvigheid. De uitstralingseffecten van de industrie zijn groot en belangwekkend. Een arbeidsplaats in de Gelderse industrie
genereert via het proces van toe- en aanleveringen gemiddeld 0,9 arbeidsplaats elders. Geen enkele andere sector haalt zo’n hoge multiplier. Stad versus Ommeland in Gelderland De laatste tijd komt veel in het nieuws dat de steden de economische motor zijn in ons land. In het licht van deze discussie is de Gelderse ontwikkeling ontrafeld naar de mate van stedelijkheid. Daarbij valt op dat: Daarbij is gebleken dat de bevolkingsgroei stijgt met de mate van verstedelijking. In de sterk stedelijke gemeenten was de aanwas bijna driemaal zo hoog als in de niet stedelijke gemeenten. Bij de banengroei is er daarentegen maar weinig ontwikkelingsverschil. Niet-, weinig- en sterk stedelijke gemeenten kenden sinds 1996 allen een banengroei van om en nabij de 25%. De conclusie is dat stedelijkheid in de Gelderse context de afgelopen twintig jaar niet heeft geleid tot een snellere werkgelegenheidsgroei en dat de economische kracht van het ‘ommeland’ niet moet worden onderschat.
Gelderse vooruitzichten 2016-2020 Inleiding Ondanks de economische onzekerheden, zijn de vooruitzichten redelijk optimistisch. Na zeven magere jaren groeit de Nederlandse economie weer over een breed front. Volgens het CBS staan bijna alle signalen die bepalend zijn voor de stand van de Nederlandse economie op groen. Uit de stand van de Gelderse conjunctuurindicatoren blijkt dat over het geheel genomen de provinciale economie in dezelfde conjunctuurfase verkeert als de Nederlandse. Gelderland staat in de top van provincies waar het bedrijfsleven het meest positief en optimistisch gestemd is. Het economisch herstel is echter nog te pril om al tot een behoorlijke banengroei te leiden, maar er is wel een keerpunt bereikt. Op het einde van het eerste kwartaal 2015 was de Gelderse werkgelegenheid weer een fractie hoger dan het jaar daarvoor. Doordat de banengroei maar traag op gang komt is de invloed op de werkloosheid nog gering. Sheet BBP Doorrekening van de Nederlandse verwachtingen resulteert voor Gelderland in een economische groei voor de periode 2016-2020 die – net als in het verleden - naar het landelijk gemiddelde neigt. Over de hele prognoseperiode komt de Gelderse groei uit op 1,6% per jaar. De gematigde groeiprognose hangt samen met de lage verwachtingen over het groeitempo van de wereldhandel de komende jaren.
Sheet banengroei Voor de komende jaren wordt weliswaar verwacht dat er weer economische groei in het verschiet ligt, maar ook dat de arbeidsproductiviteit jaarlijks toe zal nemen waardoor de banengroei beperkt blijft tot gemiddeld 0,9% per jaar tegen een langetermijngemiddelde van voor de crisis van 2%. In de komende periode zal niet voor alle sectoren een einde komen aan de dalende werkgelegenheidstrend van de afgelopen jaren. Verschillen tussen sectoren zijn er echter wel degelijk Daling wordt verwacht in de sectoren: financiële dienstverlening landbouw en de industrie wordt een verdere daling voorzien, zij het veel bescheidener dan in de achterliggende periode. gezondheids- en welzijnszorg in het recente verleden nog de belangrijkste banenmotor is in de jaren 2013-2015 tot een krimpsector getransformeerd. Toch wordt verwacht dat er op middellange termijn weer wat banen bijkomen door de toenemende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing en de wensen van de consument. De belangrijkste groei in de dienstensector wordt echter verwacht in de zakelijke dienstverlening; hier wordt voor de komende vijf jaar in totaliteit een Gelderse groei geraamd van bijna 20.000 arbeidsplaatsen. Sheet werkeloosheid De verwachte Gelderse werkgelegenheidsgroei overtreft weliswaar de groei van de beroepsbevolking, maar per saldo is de banencreatie toch niet voldoende om het huidige aantal werklozen aan werk te helpen. Voor de komende jaren moet dan ook rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat deze situatie maar weinig zal verbeteren en dat de Gelderse werkloosheid in 2020 nog steeds om en nabij de 6% zal bedragen. 13 De vraag hoe de Gelderse economie presteert ten opzichte van de andere Nederlandse provincies kan worden beantwoord door een analyse van de vier belangrijkste economische grootheden: economische groei, besteedbaar inkomen, werkgelegenheid en werkloosheid. Daaruit komt naar voren dat de Gelderse werkloosheid structureel onder het Nederlands gemiddelde ligt. In de rangorde van provincies behoort Gelderland door de jaren heen tot de beste, maar de verschillen met de provincies vlak onder deze goede klassering zijn klein. Bij de overige drie economische grootheden (economische groei, banen en inkomen) is de Gelderse klassering gemiddeld en zijn de verschillen met
Nederland gering. Ook de ontwikkeling verloopt vrijwel steeds volgens het Nederlandse patroon. Afgezet tegen de andere EU-landen is de Nederlandse werkloosheid laag, en in vrijwel alle EU en wereldranglijsten over economische prestatie, welvaart en welzijn is Nederland te vinden in de bovenste regionen. Gelderland is in bijna alles een goede dwarsdoorsnede van Nederland en deelt naar evenredigheid in al deze zegeningen. Hoe doen we het in Europa Regionaal concurrentievermogen wordt gedefinieerd als het vermogen om op korte- en lange termijn een aantrekkelijke omgeving te bieden voor bedrijven en bewoners om te werken en te wonen. De Europese Commissie heeft alle 262 EU-regio’s hierop beoordeeld. Gelderland komt zeer goed uit de internationale vergelijking en staat in de rangorde van de 262 regio’s op de 16e plaats. Waar zit onze kracht? Samen met onze partners hebben we gekeken wat de inhoudelijke gebieden zijn waarop, gezien vanuit de perspectieven van zowel het bedrijfsleven als de kennisinstellingen, Oost Nederland zich als regio in Europa kan onderscheiden? Empirisch is vastgesteld dat de economische topsectoren ‘high tech systems and materials’, ‘life sciences and health’ en ‘agrofood’ in termen van zowel werkgelegenheid als innovatiecapaciteit voor de provincies Gelderland en Overijssel van groot belang zijn; het zijn deze sectoren waar het aangescherpte profiel van Oost Nederland zich op zou moeten richten. welke technologievelden zijn relatief sterk in de provincies Gelderland en Overijssel RVO brengt de sterktes (en zwaktes) in beeld door de relatieve verdeling van innovatieve activiteiten in een specifieke regio (en deelregio’s) te spiegelen aan de verdeling in Nederland. We doen dat op basis van 3 databronnen; - WBSO/RDA, - octrooiaanvragen en - innovatieprojecten. In Gelderland relatief veel R&D op het vlak van de mechanische techniek en levensmiddelentechnologie Andere technologievelden zijn relatief weinig vertegenwoordigd of erg klein. Opvallend zijn de relatief zwakke posities van de chemie en de plantaardige wetenschappen,
Bruggetje naar beleidskader De concurrentie-index van de EU is gebaseerd op indicatoren op het gebied van …(zie sheet). De kerntaken van de provincie hebben voor een belangrijk deel betrekking op deze gebieden. Samen met de andere actoren is de provincie mede verantwoordelijk voor de huidige, goede uitgangspositie èn voor de toekomstige ontwikkelingen daarin. Een concurrerend bedrijfsleven is van doorslaggevende betekenis voor de economische toekomst van Gelderland. Alleen dan kan de werkgelegenheid en het welvaartsniveau van de bevolking op lange termijn worden geborgd.