vra2001szw.020
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2002 VRAGEN De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. De voorzitter van de commissie, Terpstra De griffier van de commissie, Nava
1
1 Wilt u voor ieder van de vier grote gemeenten aangeven: a. hoeveel tijd gemiddeld ligt tussen de heronderzoeken; b. hoeveel procent van de heronderzoeken wordt afgedaan zonder dat een gesprek met betrokkene plaatsvond; c. hoeveel procent van de bijstandscliënten een vrijstelling van de sollicitatieplicht heeft; d. hoeveel procent van de bijstandscliënten een de facto-vrijstelling van de sollicitatieplicht heeft, en e. hoeveel bijstandscliënten er zijn en in welke fase zij zijn ingedeeld? 2 Kunt u zowel voor de 4 grote gemeenten als voor kleinere gemeenten aangeven of in de gevallen waarin terugvordering of verhaal is geïndiceerd die terugvordering of verhaal vervolgens ook daadwerkelijk plaatsvindt? 3 Welke criteria worden gehanteerd voor verbeterplannen van de uitvoering van de Abw door gemeenten? Zijn de criteria die gelden voor de verbeterplannen hetzelfde voor de grote gemeenten als voor de kleinere gemeenten? Zo niet, waaruit bestaan die verschillen en wat is de reden voor die verschillen? 4 Welke afhandelingstermijnen gelden voor aanvragen van levensonderhoud en voor beëindigingsverzoeken? Binnen welke termijn vinden de aanvragen van levensonderhoud en beëindigingsverzoeken daadwerkelijk plaats zowel binnen de 4 grote gemeenten, als binnen kleinere gemeenten? 5 In de begroting staat dat voor mensen zonder arbeidsmarktperspectief die langdurig in de bijstand verblijven in 2002 aanvullende inkomensmaatregelen getroffen zullen worden. Geldt dit ook voor andere categorieën uitkeringsgerechtigden die een uitkering op minimumniveau ontvangen? 6 Wat wordt bedoeld met «het bevorderen dat de loonkostenontwikkeling zich de komende tijd aanpast aan de gewijzigde omstandigheden»? Waaraan wordt gerelateerd: aan het prijsindexcijfer, de loonkosten per eenheid product of de economische groei? 7 In welke sectoren is met name een stijging van werkloosheid te verwachten? 8 Wat wordt bedoeld met «automatische stabilisatoren»? Kan een opsomming worden gegeven? 9 Waar zijn de beschikbare bedragen ter uitvoering van de motie Noorman – Den Uyl vanaf 2002 op gebaseerd? Hoe groot is de verwachte doelgroep? 10 Welke maatregelen wil het kabinet hanteren om te bereiken dat er een «accentverschuiving plaatsvindt van een vraagbepaalde arbeidsmarkt naar een meer aanbodbepaalde arbeidsmarkt»?
2
11 Waarom is voor de uitvoering van de motie Noorman-den Uyl in 2002 € 54,5 mln uitgetrokken en in 2005 € 41,3 mln, maar in de tussenjaren slechts € 11,3 mln? Betalen de gemeenten ook mee aan deze extra uitkering voor wie geen kans heeft op de arbeidsmarkt? 12 Waarom is in het overzicht van beleidsprioriteiten voor de chronisch zieken slechts voor 2 jaar (2002 en 2003) een fiscaal bedrag van € 45 mln opgenomen, en voor de jaren daarna niets? 13 Wat is het te verwachten negatieve effect van de toetrederskorting i.v.m. de wachttijd van één jaar op de uitstroom van uitkeringsgerechtigden, Wiw-ers en I/D-ers naar reguliere banen? 14 Staat de fiscale faciliteit om flexibele beloningsvormen te simuleren alleen open voor de profit-sector? 15 Wat zou het effect zijn op de participatie van herintreders als het budget voor de fiscale heffingskorting voor herintreders gebruikt zou worden voor uitbreiding van de kinderopvang? 16 Waarom is het kabinet voorstander van meer flexibele beloningsvormen? Wat zijn de voor- en nadelen? 17 In 2002 verwacht het CPB een stijging van de werkloosheid met 40 000 personen. Is er voor de jaren daarna ook een voorspelling te doen? Hoe verhoudt zich dit tot de overschotten in de sociale fondsen? Hoeveel jaren volstaan de overschotten om verminderde premie-inkomsten en meer werkloosheidsuitkeringen te compenseren zonder premieverhoging? 18 Waarom verlaagt het kabinet de premies sociale fondsen met een 1/4 miljard euro, terwijl de komende tijd onderzocht wordt hoe ten principale op langere termijn moet worden omgegaan met premiestelling en sociale fondsen? Was het niet beter geweest daarop te wachten, en vooralsnog geen premieverlaging toe te passen? 19 De aangekondigde maatregelen voor 2002 gericht op ouderen zijn veelal financiële prikkels. Het gaat hier echter vaak ook om randvoorwaarden, bereidheid en cultuur. Is het daarom niet te overwegen om hier ook het convenanteninstrument in te zetten? 20 Wanneer worden de resultaten van het onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van oudere deelnemers verwacht? 21 Kan ook de groep laaggeschoolden die nooit werkloos zijn geweest in aanmerking komen voor extra scholing; bijvoorbeeld een schoolverlater die meteen aan het werk is gegaan en inmiddels al 7 jaar werkt?
3
22 Is onderzoek gedaan naar mogelijke motieven bij ouderen om langer door te werken? Wat is bekend over de vraag of een financiële prikkel wel een substantieel onderdeel van de motivatie vormt om langer door te werken? Bestaat ook hier het gevaar (net als bij REA subsidies) dat geld wordt gegeven zonder de zekerheid dat het enig effect sorteert? 23 Welke instrumenten worden gehanteerd om het werkloosheidspercentage onder allochtonen te verlagen bij een verslechterende economie, en hoeveel allochtonen zijn doorgestroomd naar reguliere banen? 24 Worden er met nog meer steden afspraken gemaakt over de activering van bijstandgerechtigden? 25 De motie Melkert over de inkomenspositie van chronisch zieken wordt onder andere uitgevoerd door vermenigvuldigingsfactoren in te voeren voor de aftrekpost buitengewone uitgaven. Waarom heeft het kabinet voor dit instrument gekozen, en niet voor een heffingskorting? Op welke verschillende heffingskortingen en aftrekposten kunnen chronisch zieken recht hebben? In welke situaties is de kans groot dat het bedrag aan kortingen op de belasting de te betalen belasting overtreft? Kan specifiek ingegaan worden op de situatie van Wajong-gerechtigden? 26 Op welke gronden wordt er besloten een quick scan uit te voeren, en bij welke gemeenten? 27 Waarom is zwarte fraude moeilijk te detecteren, en wat wil het kabinet doen om dit wel beter op te sporen? 28 Uit het volledig invoeren van de Wet Beperking Export Uitkeringen per 1 januari 2003 wordt een extra besparing van € 34 verwacht. Waar is dat op gebaseerd? Wordt verwacht dat met veel landen dan nog geen verdrag is afgesloten? Hoeveel mensen zal dit globaal treffen? 29 Hoeveel CWI’s zijn per 1 januari 2002 werkelijk operationeel; in de zin van volledig klaar voor integrale dienstverlening? Bij hoeveel is het proces dan nog niet veel verder dan het ophangen van een ander bord op de gevel van het arbeidsbureau? 30 Waarop is het percentage van 40% vervullinsquote gebaseerd? 31 Hoeveel CWI’s doen niet aan actieve bemiddeling van fase-1 cliënten en wanneer komen de cijfers beschikbaar van de resultaten van deze bemiddelingsactiviteiten met daarbij de streefwaarden? 32 Zijn er streefwaarden bekend van andere EU-landen voor de gemiddelde duur dat een vacature openstaat? Kunnen deze streefwaarden worden gebruikt voor Nederland?
4
33 Welke invloed heeft het rapport «Aan de slag» en/of de verwachte situatie op de arbeidsmarkt van 2002 gehad op de verdeling van middelen op de beleidsartikelen 2, 3 en 4? 34 Op welke wijze zal het sanctie-instrument effectief ingezet gaan worden? 35 Hoeveel procent van de langdurig werkloze bijstandsgerechtigden met arbeidsplicht is inmiddels benaderd voor een sluitende aanpak? 36 Wat zijn de wachttijden binnen de KOA-regeling? 37 Waarom is voor de toetrederskorting niet ook – net als uiteindelijk bij de arbeidskorting – gekozen voor een toepassing vanaf 0% WML? Waarom is niet gekozen voor de grootte van de baan in uren als basis, in plaats van het inkomen? 38 Werkgevers krijgen een afdrachtsvermindering voor toetreders vanaf 20% WML, omdat de inspanningen voor iemand met een inkomen van 20% WML niet afwijkt van die voor een werknemers met een hoger inkomen. Geldt niet dezelfde argumentatie voor inspanningen van een toetreder richting arbeidsmarkt, ongeacht het inkomen dat men gaat verdienen? 39 Waarom krijgen uitsluitend de G25 middelen om te voorzien in bijkomende kosten van kinderopvang? 40 Wat wil het kabinet gaan doen aan de wachtlijsten bij de kinderopvang? Wat zijn de effecten van het wegwerken van deze wachtlijsten voor de arbeidsparticipatie van vrouwen t.o.v. de effecten van het invoeren van een toetrederskorting voor herintreedsters? 41 Met de gemeenten is afgesproken dat ook alleenstaande ouders met een bijstandsuitkering en kinderen jonger dan 5 jaar gestimuleerd worden een (deeltijd)baan te accepteren. Waarom komen ze dan niet in aanmerking voor de toetrederskorting als de aanvaarde baan gecombineerd wordt met een restuitkering? Zou voor de groep alleenstaande ouders in de bijstand niet dezelfde regeling moeten gelden als voor arbeidsongeschikten die niet geheel uitstromen uit de uitkering? 42 Waarom kan de toetrederskorting slechts eenmaal in het leven verkregen worden, wetende dat langdurig werklozen, arbeidsongeschikten en vrouwen die toetreden op de arbeidsmarkt als eersten ook weer terugvallen op een uitkering als het economische tij tegenzit? Zou een regel «een keer in de 5/of 8/of 10 jaar» dan niet meer voor de hand liggen? 43 Welke bureaucratische drempels kunnen er op rekenen te worden geslecht als het gaat om projecten voor etnische minderheden? Zal dit op parallelle wijze het geval zijn voor drempels voor met name langdurig werklozen en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten?
5
44 Wat zijn concrete resultaten van de projecten voor allochtone jongeren tot nu toe? Kan een opsomming worden gegeven? Hoe verhouden de resultaten zich tot de doelstelling? In welke mate is er sprake van samenval tussen deze doelgroepen en de doelgroepen van Wiw en I/D-banen? 45 Waarom is er in 2002 maar € 681 beschikbaar voor sluitende reïntegratie tegen € 865 in 2001? Vanwaar deze forse daling? Waarom staat er onderaan pag. 31 dat er voor het subartikel sluitende reïntegratie € 726 mln beschikbaar is, een afwijkend bedrag t.o.v. de tabellen? 46 Op welke wijze draagt gesubsidieerde arbeid concreet bij aan de oplossing van de problematiek van de krapte op de arbeidsmarkt en aan de duurzame plaatsing van lageropgeleiden in reguliere arbeid? 47 Is de conclusie juist dat het scheppen van reguliere banen via b.v. gesubsidieerde arbeid een gedateerd instrument is? 48 Welke trajecten, naast gesubsidieerde banen, zijn er nog meer om cliënten op weg te helpen naar werk? 49 Hoeveel extra kindplaatsen ontstaan door de intensivering van € 27,2 mln in 2002? 50 Hoeveel kinderen maken er precies gebruik van kinderopvang op basis van de KOA-regeling? 51 Waarom wordt er ruim tweederde van de intensivering besteed aan casemanagement? Wat houdt dit concreet in? Ziet ook het kabinet casemanagement als herschikking van werk van de medewerkers van de sociale dienst; iets dat met het huidige personeelsbestand gedaan kan worden en waarvoor geen extra geld nodig is? 52 Welke overwegingen liggen ten grondslag aan de beperkte benutting van de verplichtingenruimte van het RWI-budget? 53 Wat moet worden verstaan onder «projecten etc.» in tabel 9 over casemanagement/Agenda voor de Toekomst en welk resultaat moet met deze «projecten etc» worden behaald? 54 De minister stelt extra middelen ter beschikking aan gemeenten i.v.m. het casemanagement. Is het niet zo dat casemanagement zal leiden tot lagere bijstandsuitgaven en dus tot besparingen ook voor gemeenten? Waarom dan toch extra geld voor dit doel aan de gemeenten ter beschikking stellen?
6
55 Welk budget is er nu beschikbaar voor gemeenten om de Abw uit te voeren? Kunt u het relatieve belang aangegeven van de extra middelen voor casemanagement door deze extra middelen af te zetten tegen het huidige budget dat voor gemeenten beschikbaar is om de Abw uit te voeren? 56 Welke resultaten worden verwacht van de bestuurlijke afspraken met de gemeenten in de zin van aantallen gereïntegreerden, trajecten sociale activering en beperking omvang bijstandsbestand? 57 Kan worden toegelicht waarom van de verplichtingenruimte van € 90,8 mln ten hoogste 75% mag worden benut? Waarom niet gewoon uitgegaan van een begrotingsruimte van € 68 mln per jaar? 58 Wanneer zal de verbeterde informatievoorziening betreffende de effectiviteit van beleid inzake arbeidsmarktmaatregelen en minderheden gereed zijn en beschikbaar? 59 Welke impulsen zijn denkbaar om de RSP-regeling – die op papier zo mooi is, maar waarvan in de praktijk beperkt gebruik wordt gemaakt – nieuw leven in te blazen? 60 Voor hoeveel personen met een I/D-baan of Wiw-plek is reguliere arbeid geen optie? 61 Waarom is het aantal doorstroombanen in 2000 en 2001 gering? 62 Zijn de resultaten van de monitor I/D-banen inmiddels bekend? Zo ja, kan de Kamer daarover worden geïnformeerd? 63 Waarop is de mening gebaseerd dat de onderuitputting van middelen voor I/D-banen in 2003 zal zijn ingelopen? 64 Waarvoor zien gemeenten doorstroombanen als nuttig instrument? Waarop is dit gebaseerd? 65 Kan het kabinet in een overzicht aangeven hoe de Wsw-populatie thans is opgebouwd, gemeten naar leeftijd en mate van arbeidshandicap? 66 Overweegt de regering te differentiëren in subsidiëring op grond van de mate van arbeidshandicap? 67 Wanneer kan de Kamer de kabinetsreactie op de evaluatie van de Wsw tegemoet zien? 68 Waarom komt het begeleid werken nauwelijks van de grond?
7
69 Welke streefcijfers hanteert het kabinet als het gaat om detachering, repectievelijk begeleid werken? 70 Hoeveel bedraagt de gemiddelde wachttijd voor een Wsw-plaats in 2001, en wat zal dat naar verwachting in 2002 zijn? Welke verschillen in wachttijd bestaan er in den lande? Wanneer zal de wachttijd voor een Wsw-plaats tot minder dan een jaar zijn teruggebracht? Het kabinet hoopt de wachttijd voor de WSW terug te brengen tot 1 jaar. Is dat een acceptabele wachttijd, of moet naar een verdere verkorting gestreefd worden? Zo ja, wat is daarvoor nodig? 71 Een werkgever kan kwijtschelding van en korting op de WAO-basispremie krijgen als hij werkzaamheden uitbesteedt aan Wsw-bedrijven. Dat komt te vervallen, zo blijkt uit het belastingplan 2002 deel V. Waar is deze maatregel te vinden in de begroting SZW 2002? Wat zijn de gevolgen voor de WSW-bedrijven en -werknemers van het schrappen van de maatregel? 72 Waaruit bestaan de apparaatsuitgaven Wsw in 2002, en waarom komen deze uitgaven niet in andere jaren voor? 73 Welk beroep is inmiddels gedaan op het garantiefonds, en wat zijn de verwachtingen hieromtrent? 74 Op welke wijze en aan wie wordt het centrale budget beschikbaar gesteld? Welke pilotprojecten vinden plaats? 75 Waarom is de taakstelling Wsw in 2000 niet gehaald? Verwacht de regering dat de taakstelling in 2001 en 2002 wel wordt gehaald? Zo ja, waarop is die verwachting gebaseerd? 76 In 2000 zijn in totaal 85 811 standaardeenheden WSW gerealiseerd terwijl de taakstelling 87 500 was. Vanwaar dit verschil terwijl er nog zo’n aanzienlijke wachtlijst is? 77 Waarom lukt de doorstroming van gesubsidieerde arbeid naar reguliere banen niet? Wat wil het kabinet doen om dat te verbeteren? 78 Wordt met de voorgestelde maatregelen de volledige armoedeval (inclusief gemeentelijke regelingen) bij de overgang van bijstand naar betaald werk op minimumloonniveau overbrugd: voor een alleenstaande en voor een gezin? 79 Een van de belangrijkste oorzaken van de armoedeval bij overgang van bijstandsuitkering naar betaalde arbeid is de vormgeving van de huursubsidie. Wordt overwogen wijzigingen in de systematiek van de huursubsidie aan te brengen?
8
80 Kan onderbouwd worden dat de armoedeval een van de belangrijkste redenen is waarom laaggeschoolden relatief weinig deelnemen aan betaalde arbeid? Hoe groot is de invloed van de armoedeval op de arbeidsparticipatie? 81 In de Sociale nota staat op blz. 95 dat het aantal huishoudens dat 4 jaar of langer van het sociaal minimum moet rondkomen gedaald is van 4,1% in 1995 tot 3,6% in 1999. In de begroting staan dezelfde percentages alleen staat hier dat het om huishoudens gaat die 3 jaar of langer van een inkomen op minimumniveau moeten rondkomen. Welke gegevens kloppen? 82 In tabel 16 wordt de kwijtschelding lokale lasten voor een alleenstaande op het sociaal minimum op 422 euro gesteld. In de Monitor Lokale lasten 2001 wordt in bijlage 1 tabel B11 het bedrag voor alle lokale lasten op 777 gulden gesteld, daaronder valt een bedrag van 375 gulden aan reinigingsrechten waarover als regel geen kwijtschelding plaats vindt. Kan het kabinet uitleggen wat de juiste cijfers zijn? 83 In de sociale nota wordt gesteld dat er een totaalbedrag aan 338 (416 – 78) miljoen € aan gemeentelijke inkomensoverdrachten wordt besteed. In tabel 16 wordt gesteld dat er 1026 € per huishouden aan gemeentelijke inkomensondersteuning wordt besteed. Mag hieruit geconcludeerd worden dat aan 330 000 huishoudens gemeentelijke inkomensondersteuning verstrekt wordt? Mag ervan worden uitgegaan dat de doelgroep van het inkomensondersteuningsbeleid de 600 000 huishoudens zijn met een inkomen op het sociaal minimum? Is het waar dat het bereik dan ongeveer 50% is? 84 Wat is het bedrag per jaar dat goed is voor één %-punt koopkrachtstijging op het sociaal minimum? Hoe kan een toename van het besteedbaar inkomen van 30% verklaard worden? Zoals in de sociale nota op bladzijde 89 is aangegeven? 85 Acht het kabinet het acceptabel dat het inkomen op minimumniveau voor ongeveer 30% bestaat uit specifieke en gemeentelijke bestanddelen? Wat stelt het primaat van de nationale politiek op het gebied van inkomensbeleid nog voor? 86 Omdat het inkomen op minimumniveau voor zo’n 30% uit specifieke en gemeentelijke bestanddelen bestaat is er een situatie aan het ontstaan dat er een bepaalde groep groeit, die door niet gebruik, door omstandigheden waardoor men de meeste specifieke regelingen mist, e.d. in armoede terechtkomen omdat zij (ver) beneden het samengestelde en maatschappelijk aanvaardbaar geachte minimum inkomen moeten leven. Wat vindt het kabinet daarvan? 87 In hoeverre is het gemiddelde van het overige gemeentelijke inkomensondersteuningsbeleid vervuild met specifieke eenmalige regelingen, die voor de meeste mensen niet relevant zijn, zoals schuldhulpverlening, begrafeniskosten, inkomensondersteuning van tienermoeders e.d.?
9
88 Wat is er aan recente gegevens te bieden over niet gebruik van specifieke en gemeentelijke inkomens- en kwijtscheldingsregelingen? Kan een uitsplitsing per regeling worden gegeven? Hoe groot is de groep die gebruik maakt van zowel huursubsidie, kwijtschelding, als overige gemeentelijk inkomensondersteuningsbeleid? 89 Doelstelling is om in 2005 de problematische schulden met 10% te verminderen. Ten opzichte van wanneer? Is er al een nulmeting? Welke preventieve maatregelen wil het kabinet nemen om het aantal huishoudens met problematische schulden te verminderen? 90 Wat is het streefcijfer voor de komen jaren voor het verlagen van het aantal niet-afdoening bij fraude? 91 In 2002 daalt het aantal uitkeringen in het kader van de Toeslagenwet. Tegelijkertijd nemen de uitvoeringskosten toe. Wat is hiervan de oorzaak? 92 Waarom wordt in de begroting met statische volume en prijsgegevens volstaan en worden kwalitatieve gegevens niet benut? Bijvoorbeeld tabel 18. Daar wordt niet de instroom en de uitstroom uit de bijstand aangegeven noch de gemiddelde verblijfstijd, noch de mobiliteit bijvoorbeeld van alleenstaande ouders of de mate waarin in deeltijd gewerkt wordt. Ook in de sociale nota ontbreken dezen gegevens? Kan de regering deze informatie verstrekken? 93 Dient uit het oogpunt van begrotingstechniek geen risicoparagraaf met berekende risico’s te worden toegevoegd aan openeind financieringen zoals de bijstand? 94 Indien voorzien wordt dat de Wajong populatie zal groeien, dient dan niet een meerjarig overzicht van de kosten van dat risico gegeven te worden? Hoeveel Wajongers worden in 2023 verwacht bij doorzetting van de huidige trend? 95 Hoe vaak is er gebruik gemaakt van een REA-voorziening? Wat zijn de gemiddelde kosten voor een Wajonggerechtigde van de huidige subsidie en kwijtscheldingsregeling in het kader van de wet REA? Hoeveel is de premievrijstelling gemiddeld per Wajonggerechtigde in de nieuwe regeling? 96 Kan een overzicht gegeven worden van de verschillende onderdelen die de uitvoeringskosten van de WIK bepalen, met daarbij per onderdeel de gemiddelde kosten? 97 Waarom wordt geprognosticeerd dat de uitkeringslasten van de WIK na 2002 (€ 40 miljoen) scherp daalt (via € 33 mln in 2003 naar uiteindelijk € 20 mln)?
10
98 Welke wijziging van wet- en regelgeving is volgens het kabinet noodzakelijk om het budgettaire beslag van de WIK te kunnen beperken? 99 Waarom is de WIK het eerste jaar een lening? Waarom is de WIK het eerste jaar een lening? 100 Tabel 24: Waarom is het aantal onderzochte gevallen van fraude afgenomen, zijn de geconstateerd fraudegevallen bij de AKW afgenomen en is de hoogte van het fraudebedrag toegenomen? Welke verklaring is hiervoor? 101 Welke knelpunten zijn er bij de uitvoering van de Wvg op lokaal niveau? Kan een opsomming worden gegeven? Wanneer zijn hierover gegevens van gemeenten beschikbaar? 102 Wanneer worden de resultaten van het onderzoek naar niet gebruik van TraXX verwacht? 103 Waarom is er in 2001 veel meer begroot voor woningaanpassingen t.o.v. de jaren ervoor en erna? 104 Waarom is in het arbeidsrecht, arbeidsvoorwaardenbeleid, arbeidsomstandighedenbeleid en medezeggenschapsbeleid meer ruimte gegeven aan sociale partners en op het terrein van Arbeid en Zorg sprake van meer dwingende wetgeving? 105 Wat is het gebruik van ouderschapsverlof uitgesplitst in betaald en onbetaald ouderschapsverlof, zowel in aantallen als percentage van de doelgroep? 106 Waarom zijn pas in 2006 de effecten zichtbaar van de fiscale stimuleringsmaatregel ouderschapsverlof? 107 Wordt de mogelijke toename van het gebruik van de wet Finlo in 2002 alleen toegeschreven aan aangenomen amendementen? Was het niet ook het streven van het kabinet het gebruik te stimuleren? Wat zijn de verwachtingen van de publiciteitscampagne? Op welke wijze wordt er meer bekendheid gegeven aan de versoepelde vervangingseis in de Wet Financiering Loopbaanonderbreking? 108 Kan samenwerking van Arbo-diensten met andere disciplines bijdragen aan verkorting van de wachtlijsten in de zorg? 109 In 2000 steeg het percentage mensen dat arbeidsrisico’s loopt op het gebied van geluid naar 10%, terwijl de streefwaarde 5% in 2002 is? Is die streefwaarde nog reëel? Wat is de oorzaak van deze tegenvallend ontwikkeling?
11
110 De begroting presenteert streefcijfers voor af te sluiten risicoinventarisatie en evaluatie (ri&e) door arbodiensten van bedrijven. Onder andere in het kader van het vbtb-proces zijn er de volgende vragen: Hoe worden genoemde streefcijfers vormgegeven? Wat is de rol van de arbeidsinspectie? Hoeveel gaat dit kosten? Dezelfde vragen gelden voor de veiligheidsrapporten en certificatieregelingen. 111 Er lopen 54 convenantstrajecten in ruim 45 bedrijfstakken. Er zijn inmiddels 15 arboconvenanten en 30 intentieverklaringen getekend. Wat wordt er gedaan aan de termijn van afsluiting? Hoe wordt de arbeidsinspectie ingezet? 112 Aangegeven wordt dat de bedrijvigheid in Nederland toeneemt; tegelijkertijd wordt gesteld dat de aantallen te onderzoeken arbeidsgevallen, te behandelen klachten en te behandelen overige signalen voor de komende jaren stabiel worden verondersteld. Waarop is laaststgenoemde veronderstelling gebaseerd? 113 Hoe valt te verklaren dat het aantal aanvragen voor een uitkering aan asbestslachtoffers lager is dan verwacht? 114 Wat is de relatie tussen de bedragen bij «ontvlechting Arbvo» en de bedragen in de brief van 5 oktober 2001? 115 Hoeveel denkt het kabinet dat het pm bedrag voor de afwikkeling van ESF-oud zal bedragen? 116 Er is een staartpost van € 374,4 mln. voor de SUWI-transformatie. Is dat voldoende gezien de ESF-problemen en de vele kosten bij de ontvlechting van Arbvo? Is het niet reëler om nu al naar meer middelen te zoeken, omdat veel kosten in 2002 zullen worden verwerkt? 117 Hoe blijven deelnemingen, vermogensinbreng en leningen in verzelfstandigde eenheden als Kliq en Centrum Vakopleiding te volgen via de begroting van SoZaWe? 118 Kunnen de uitvoeringsinstellingen c.q. de UWV wijzigingen in de wijze van vaststelling van WAO-uitkeringen aan? 119 Bij het artikel algemeen is in de tekst sprake van een totaal budget van € 248,4 mln. en in tabel 44 van € 251,559 mln. Vanwaar dat verschil? 120 Waarom zijn de bedragen voor het artikel algemeen in de tabel op blz. 114 in het jaar 2002 zoveel lager dan in 2001? Dat geldt zowel voor de apparaatsuitgaven (€ 173,627) als voor de programma-uitgaven (€ 51,074).
12
121 Waarom zijn de uitvoeringskosten van de WW in 2001 hoger begroot dan de jaren ervoor en erna? 122 Wanneer is het mogelijk om het aantal WW-gerechtigden vast te stellen dat voor 1 januari 1999 de WW is ingestroomd en nog gereïntegreerd moet worden? 123 Wanneer verwacht het kabinet het standpunt t.a.v. de plannen van de commissie Donner te kunnen geven? 124 Hoe groot is de invloed van krapte op de arbeidsmarkt op de stijging van het ziekteverzuim? 125 Wat is de verklaring voor de stijging van het volume ZW-uitkering voor zwangerschappen van 47 000 in 2000 naar 54 000 in 2001, waarna dat stabiliseert? 126 Kan bij tabel 54 het aantal nul-uitkeringen en een toelichting hierop bij de verschillende categorieën en de verschillende jaren toegevoegd worden? 127 Kan een cijfermatig overzicht gegeven worden van de instroom van allochtone mannen in de WAO in relatie tot autochtone mannen? 128 Wanneer zal er meer duidelijkheid zijn over de grotere instroomkans van vrouwen in de WAO? 129 Is bij de hoogte van de gemiddelde WAO-uitkering rekening gehouden met trendmatige verhogingen? Is er sprake van een relatieve daling van de gemiddelde uitkering als geen rekening gehouden wordt met trendmatige verhogingen? Zo ja, welke invloed heeft dat op het macrobudget? 130 Er is sprake van een betere keuringspraktijk. Kan per uvi aangegeven worden wat op dit moment de achterstanden zijn bij de verschillende keuringsmomenten? 131 Hoeveel mensen zullen naar verwachting in 2001 niet op tijd gekeurd worden? 132 Welke reserveringen zijn gemaakt om de sociale activering voor mensen met een WAO uitkering te financieren, nu er per 2002 ingevolge de SUWI wetgeving een wettelijk recht is op sociale activering dienen budgetten beschikbaar te zijn? 133 Gaat het kabinet de kosten van sociale activering voor WAO en Wajong financieren vanuit de premieheffing WAO?
13
134 Wil het kabinet helder op een rij zetten wat de voordelen zijn van een forfaitaire tegemoetkoming voor de reïntegratie van arbeidsgehandicapten in vergelijking met het huidige stelsel van subsidies? 135 Wat is de rol van het persoongebonden reïntegratiebudget bij de beleidsontwikkeling voor 2002 als instrument voor reïntegratie? 136 In 2002 wordt een lager bedrag aan subsidies aan arbeidsgehandicapten geraamd. Kan dit worden toegelicht? 137 Welke maatregelen wil het kabinet nemen om ook de minder succesvolle kandidaten geplaatst te krijgen? 138 Waarom leidt het vervangen van de forfaitaire werkgeverssubsidies door een premievrijstellingsregeling tot een verlaging van de REA-uitgaven? 139 Tabel 58: Het ware wenselijk indien in deze tabel ook het aantal uitkeringen met een (gemiddeld) gedeeltelijk inkomen zou zijn opgenomen. Welke cijfers zijn hiervoor beschikbaar? 140 Zal naar verwachting de Awf-premie verder verlaagd worden in 2003? 141 Zullen naar verwachting in 2003 de sociale fondsen afnemen? 142 Op welke wijze stelt het kabinet de hoogte van de sociale premies vast? 143 Wanneer sluit de termijn voor aanvragen in het kader van het ESF-3 programma? Is naar aanleiding van de gehouden voorlichtingsbijeenkomsten inmiddels al een beeld van de aanvragen en hun omvang? 144 Hoe is de besparing op de uitstroompremie Wiw van ruim 18 miljoen euro in 2002 verwerkt in de raming? 145 Waar is de toevoeging aan het gemeentelijk reïntegratiebudget te vinden die nodig is voor de financiering van de nieuwe SUWI doelgroepen ANW en herintreders? Dient over de reïntegratie van deze groepen afzonderlijk gerapporteerd te worden? Zo ja, is dat in de begroting en rekening straks terug te vinden? 146 Wat is de verklaring voor enerzijds de groei van volume en prijsontwikkeling in het gebudgetteerde deel van Abw, IOAW en IOAZ, terwijl anderzijds volume en prijsontwikkeling in het declaratiedeel dalen?
14
147 Bij de stand van zaken betreffende de motie Schimmel/Blok (26 674, nr. 15) staat dat deze zal worden meegenomen bij de nieuwe pensioenwet planning 1 januari 2003. Wanneer wordt de parlementaire behandeling van dat wetsvoorstel voorzien? 148 Is het waar dat de uitvoering van de motie Schimmel/Bussemaker over de behoeften van alleenstaanden aan kortdurend zorgverlof voor eind volgend jaar gepland is?
15