vra2000bzk.008
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2001 Vragen De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft het navolgende aanvullende verslag uitgebracht, omdat in het oorspronkelijke verslag abusievelijk een aantal vragen niet was opgenomen. De voorzitter van de commissie, De Cloe De griffier van de commissie, De Gier
1
1 Hoe staat het met de toegezegde snelle afhandeling van de waterschade in de gemeente Ommen? 2 Hoe staat het met het frictiekosten-overleg inzake recente gemeentelijke herindeling in Overijssel en Limburg? 3 Wat doet de regering met het eindadvies van de Commissie Koopmans van ruim een jaar geleden aangaande de financiering van het politieonderwijs en de balanssanering van het LSOP? 4 Wanneer komt er definitief uitsluitsel over de financieringsvorm van het politieonderwijs na 2002? Kan dit wachten tot 2001 met het oog op de in te richten bedrijfsprocessen en de voortgang? 5 Is bij het uitblijven van een beslissing over de voortgang van initieel politieonderwijs (dan wel uitbreiding van de sterkte) gewaarborgd? 6 Kan een toelichting worden gegeven op de arbeidsknelpunten Politie? 7 Welke bedragen zijn uitgetrokken voor de beleidsintensiveringen ten aanzien van de herstructurering van het politie onderwijs en van de ICT bij de politie en op welke artikelen in de artikelsgewijze toelichting zijn deze bedragen verantwoord? 8 Waarom is de indicator «waarvan de bevolking 7% of meer etnische minderheden telt» zo bepalend bij de toekenning van de stimuleringsbijdrage van 15 miljoen gulden voor een gerichte aanpak van de wijkveiligheid? Wat is de relatie tot de CRIEM-pilots? 9 Het kabinetstandpunt inzake het rapport «Dualisme en lokale democratie» resulteert in een wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet dat beoogd wordt in maart 2002 in werking te treden,voorafgaande aan de gemeenteraadsverkiezingen. Als gevolg van gemeentelijke herindeling vinden in 2002 niet in alle gemeenten raadsverkiezingen plaats. Hoe wordt daarmee omgegaan? 10 Wanneer zal een afrondende notitie aan de Tweede Kamer worden gezonden over de invloed van Europese regelgeving op de uitoefening van het toezicht op de decentrale overheden en wat zijn hiervan de contouren? 11 Is het juist dat de regioconvenanten Noord en West onder het ministerie van EZ vallen? En vallen de regioconvenanten Oost en Zuid onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van BZK? Wat is hiervan de reden?
2
12 Welke investeringsopgaven zijn lper landsdeel toegezegd dan wel uitgegeven? Wat is per landsdeel het rendement van de inzet van de overheidsgelden? 13 Kan aangegeven worden waar Europse regelgeving van toepassing is bij het toezicht van het Rijk op de decentrale overheden en waar zich – naast cofinanciering en staatssteun – problemen voordoen? 14 Wat is het verschil tussen een regio-contract, regio-overeenkomst of regio-convenant? 15 Biedt Interreg ook mogelijkheden voor grensoverschrijdende veiligheidsprojecten? Zo ja, welke projecten zijn reeds bekend dan wel ingediend? 16 Is de politiesamenwerking tussen de gemeenten Dinxperlo in Nederland en Suderwick in Duitsland een voorbeeld van grensoverschrijdende samenwerking dat navolging verdient? Zo ja, welke specifieke gebieden komen hiervoor het eerst in aanmerking? Wordt dit, in overleg met de Duitse collega, verder gestimuleerd? 17 Kan de regering de resultaten van het Overleg Platform Stedelijke Vernieuwing (OPS) sinds haar oprichting weergeven? In welke steden loopt het OPS goed en in welke steden niet? 18 Wat is de reden van de vertraging van het SCP-onderzoek en kan dit zoals toegezegd voor de begrotingsbehandeling worden aangeboden? 19 Hoeveel geld is er nog niet uitgegeven via beschikkingen uit de bijdrageregeling «Sociale integrale veiligheid G 25»? 20 a. In hoeverre is de stijging van de bouwkosten met zo’n 20% in de afgelopen jaren nadelig voor de mogelijkheden voor het grotestedenbeleid, omdat de ISV-middelen door deze stijging niet meer toereikend zijn? b. Is de regering bereid een verhoging van deze ISV-middelen te bepleiten op de VROM-begroting om deze weer in de pas te laten lopen met de gestegen bouwkosten? 21 In hoeverre zijn de afspraken met de gemeenten over de verantwoording van gsb-middelen gericht op een juiste mix tussen strenge verantwoording van de besteding van publieke middelen enerzijds en een voor gemeenten werkbaar en uitvoerbare systematiek anderzijds? 22 Welke voor- en nadelen zijn er aan de door de VNG gedane suggestie om een exclusief voor alle overheidsinstellingen enonderdelen bestemde herkenbare uitgang vast te leggen voor hun internetsites?
3
23 Op welke wijze wordt in het kader van het ICT beleid aandacht besteed aan het risico dat de bevordering van het gebruik van electronische communicatie ten koste gaat van sociale contacten en intermenselijk contact? 24 Is er een verschil tussen de in de GBA opgenomen identiteitsvaststellende gegevens, waartoe in de toekomst wellicht ook biometrische gegevens zullen behoren, en een DNA-«afdruk» als het «paspoort» van de 21ste eeuw? 25 Op welke wijze wordt vorm gegeven aan de versterking en organisatorische waarborging van het jeugdspecialisme? 26 Moet het Convenant Politie 1999 gelet op de verruiming van middelen niet aangepast worden? Zo ja, wanneer en hoe? 27 Hoeveel vacatures zijn er bij de 25 politieregio’s aangeduid per regio? 28 Wat is de vervangingsvraag van politiepersoneel voor 2000–2001 en 2002? 29 Welke omvang heeft de reservepolitie momenteel? Hoe is de verwachting ten aanzien van de ontwikkeling van de omvang van de reservepolitie in de komende jaren? Kan de reservepolitie een rol spelen bij het opvangen van personeelstekorten zolang daarvan nog sprake zal zijn in de komende jaren? 30 In hoeverre is de afgelopen jaren sprake geweest van een ontlasting van politie agenten door de inzet van stadswachten voor lichte taken ten aanzien van veiligheid en orde op straat? Hoeveel stadswachten zijn de afgelopen jaren via een Melkertbaan aan de slag gegaan? Hoeveel zullen dat in de naaste toekomst zijn, nu de werkloosheid snel daalt en velen overstappen naar gewone banen, onder andere bij particuliere beveiligingsdiensten? Wat betekent de vermindering van het aantal stadswachten voor de taakbelasting van de politiekorpsen? Wordt aangestuurd op het behoud van de stadswachten, omdat zij in een belangrijke behoefte van het publiek voorzien en zo ja, hoe? 31 Wat is de reden van het niet meer gratis kunnen bellen van de politie via het Landelijk Telefoonnummer Politie? Wat zijn de te verwachten jaarlijkse kosten als het nummer gratis wordt aangeboden? 32 Hoeveel aansluitingen in Nederland kunnen het nieuwe 0900-nummer politie niet bereiken omdat deze aansluitingen wegens spooknota’s geblokkeerd zijn?
4
33 Is er een extra voorziening in de begroting voor het politieonderwijs opgenomen? Zo nee, waarom niet in het licht van de voornemens en verlangens als het gaat om uitbreiding van de sterkte, nadruk op gebiedsgebonden politiezorg, jeugd- en zeden, huiselijk geweld, DNA-onderzoek en internetcriminaliteit? 34 Heeft de regering actie genomen om op korte termijn verbeteringen aan te kunnen brengen bij de politieschool in Amsterdam onder dekking van een deugdelijke financiering? 35 Kan de regering garanderen dat zijn toezeggingen voor extra opleidingen op bepaalde aandachtsgebieden voor de politie ook altijd en tegelijkertijd voorzien worden van de benodigde extra gelden voor ontwikkeling en uitvoering van die opleidingen? 36 Hoe wordt het politieonderwijs in 2002 gefinancierd en welke bedragen zijn er mee gemoeid? 37 Zijn er al stappen gezet de verschillen in aanstellingseisen binnen de 26 regiokorpsen en het KLPD weg te nemen? 38 Hoe kan de regering in de begroting 2001 een bedrag van 10 miljoen beschikbaar stellen voor activiteiten in 2000? 39 Wil de regering in het kader van de bevordering van de mobiliteit tussen het Rijk en andere instellingen bevorderen dat de Mobiliteitsbank zo snel mogelijk ook voor die andere instellingen beschikbaar komt? 40 (U02.05) Wordt bij interdepartementale beleidsvisitaties ook gedacht aan een vorm van benchmarking? 41 (U02.07) Hoe correspondeert de bijdrage aan het BPR in dit artikel en in artikel U08.01 met de batenbegroting van het agenstschap zelf? 42 (U05.20) Hoe is de daling in de meerjarencijfers van het LSOP te rijmen met de behoefte aan opleidingscapaciteit die nodig is om het aantal voorziene extra fte’s bij de politiekorpsen te kunnen realiseren, alsmede de vervanging van het natuurlijk verloop te kunnen opvangen? 43 Is de opleidingscapaciteit voor politiepersoneel inmiddels voldoende om te waarborgen dat de geplande verdere groei van het aantal fte’s bij de regionale korpsen wordt gewaarborgd, met inbegrip van de opvang van natuurlijk verloop en de vermindering van executieve dienst door degenen die gebruik maken van de tijdelijke ouderenregeling?
5
44 (U05.24) Is het besluit om het infopunt «Een Kleurrijk Korps» in de huidige vorm te beëindigen gebaseerd op de resultaten van de hier vermelde evaluatie? Zo ja, waarom worden die resultaten hier dan niet vermeld? Zo nee, welk doel heeft deze evaluatie dan nog? 45 (U05.26) Aan welke maatregelen wordt gedacht om de opleidingscapaciteit voor brandweerofficieren uit te breiden? Hoe zullen deze worden gefinancierd? 46 (U05.27) Bevat dit artikel de bijdrage van BZK van ruim 113 mln. aan het ITO? Zo ja, waarom is deze bijdrage niet apart vermeld in de artikelonderdelen zoals wel het geval is voor de bijdragen aan het BPR en de CAS? 47 (U07.20) Welke specifieke afspraken in de CAO’s Rijk zijn de oorzaak van de verlaging in de komende jaren van de bijdragen in het kader van de Regeling Ziektekostenvoorziening Rijkspersoneel? 48 (O02.06) Waarom zijn de ontvangsten als gevolg van aansluiting van gemeenten bij de Nationale Ombudsman pro memorie geraamd op dit artikel in de BZK-begroting en is dit niet opgenomen in de begroting van de Nationale Ombudsman zelf? Indien opbrengsten op dit artikel worden gerealiseerd, worden deze dan alsnog overgeboekt naar de begroting Nationale Ombudsman? 49 (O02.06) Hoeveel gemeenten hebben een eigen klachtvoorziening, zelfstandig of in regionaal verband? Hoe is bij deze gemeenten voorzien in de onafhankelijkheid van de klachtvoorziening en is deze voldoende gewaarborgd? 50 Hoe verhoudt de bijdrage van het moederministerie van 520 mln. aan het KLPD zich tot artikel U05.29, waarin een bedrag van 493 mln. als BZK-bijdrage is begroot?
6