VOORSTEL MASTERPROEFONDERWERP Voorstelling masterproefonderwerpen REVAKI: 2 april 2015 Titel onderzoek. evaluation of the effectiveness and cost-effectiveness of weight management programmes Promotor: Hens Wendy UA CVRK Co-promotor: Begeleider: E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 4 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten:inwendige kinesitherapie .
Erasmusmogelijkheid? Nee Zo ja, land + universiteit: -erasmus kan steeds - doch heden niet uitgewerkt voor dit onderzoek Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Door de promotie van fysieke activiteit kent de kinesitherapie een belangrijke rol in de preventie en behandeling en van overgewicht. Anderzijds is het goed geweten dat de resultaten bekomen door levensstijlinterventies (gericht op gezonde voeding en sport) een terugval kennen op langere termijn. Het lijkt moeilijk voor de patiënt om zijn levensstijl effectief te wijzigen. Hierbij kan de vraag worden gesteld of conservatieve programma's effectief zijn op lange termijn en wat de kost-effectiviteit is van zo'n programma. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: het analyseren van effectiviteit en kosten effectiviteit van een interventie. Korte omschrijving methode masterproef deel II : 60 pre -menopauzale vrouwen met overgewicht ondergaan een interventie bestaande uit een hypocalorisch dieet, al dan niet in combinatie met een sportprogramma
gedurende 6 maanden. Het programma heeft als doel een reductie te bekomen van ectopische vetopslag. Deze interventie wordt gevolgd door een follow up periode van 6 maanden. Deze studie vindt plaats in het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen. Deze mensen zullen, buiten te worden opgemeten, eveneens vragenlijsten invullen zodat de kost-effectiviteit van de interventie bekeken kan worden. Referentie artikels: -"The clinical effectiveness and cost-effectiveness of longterm weight management schemes for adults: a systematic review." Loveman E, Frampton GK, Shepherd J, Picot J, Cooper K, Bryant J, Welch K, Clegg A. Health Technol Assess. 2011 Jan;15(2):1-182 -"Cost-effectiveness of diet and exercise interventions to reduce overweight and obesity." Forster M, Veerman JL, Barendregt JJ, Vos T. Int J Obes (Lond). 2011 Aug;35(8):1071-8 -"Tackling of unhealthy diets, physical inactivity, and obesity: health effects and cost-effectiveness." Cecchini M, Sassi F, Lauer JA, Lee YY, Guajardo-Barron V, Chisholm D.Lancet. 2010 Nov 20;376(9754):1775-84 -"A randomized trial of interactive group sessions achieved greater improvements in nutrition and physical activity at a tiny increase in cost." Dzator JA, Hendrie D, Burke V, Gianguilio N, Gillam HF, Beilin LJ, Houghton S. J Clin Epidemiol. 2004 Jun;57(6):610-9.
Titel onderzoek. motivationeel aspect bij de behandeling van mensen met overgewicht Promotor: Hens Wendy UA CVRK Co-promotor: Begeleider: E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 4 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Nee Zo ja, land + universiteit: -erasmus kan, doch geen samenwerking uitgewerkt in het kader van deze thesis Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Motivatie blijkt een belangrijke factor voor het behalen en behouden van resultaten bij gewichtsmanagementprogramma's. Door middel van deze literatuurstudie zullen studenten nagaan welke soorten motivatie het meest gunstige is en hoe de motivatie kan worden gestimuleerd. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: studenten zullen resultaten van een interventie gericht op gewichtsverlies linken aan vooraf gemeten motivatie van de deelnemers. Korte omschrijving methode masterproef deel II: 60 pre -menopauzale vrouwen met overgewicht ondergaan een interventie bestaande uit een hypocalorisch dieet, al dan niet in combinatie met een sportprogramma gedurende 6 maanden. Het programma heeft als doel een reductie te bekomen van ectopische vetopslag. Deze interventie wordt gevolgd door een follow up periode van 6 maanden. Deze studie vindt plaats in het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen. Referentie artikels: -"Motivational interviewing to improve weight loss in overweight and/or obese patients: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials."
Armstrong MJ, Mottershead TA, Ronksley PE, Sigal RJ, Campbell TS, Hemmelgarn BR. Obes Rev. 2011 Sep;12(9):709-23. -"Psychological aspects of eating behavior as predictors of 10-y weight changes after surgical and conventional treatment of severe obesity: results from the Swedish Obese Subjects intervention study." Konttinen H, Peltonen M, Sjöström L, Carlsson L, Karlsson J. Am J Clin Nutr. 2015 Jan;101(1):16-24. -"Tips for communicating with overweight and obese patients." Campos C. J Fam Pract. 2014 Jul;63(7):S11-4.
Titel onderzoek. Betrouwbaarheid en validiteit van proprioceptieve schouder tests bij patiënten met en zonder schouderpijn Promotor: Struyf Filip Universiteit Antwerpen - REVAKI MSK Co-promotor: Begeleider: E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Patiënten met schouderpijn hebben vaak te kampen met proprioceptieve dysfuncties. Deze dysfuncties worden in de klinische praktijk aangepakt, maar er is echter nog onvoldoende bewijs naar de betrouwbaarheid en validiteit van deze tests. Masterproef deel 2 zal de inter- en intra beoordelaarsbetrouwbaarheid en validiteit van diverse (nader te bepalen) proprioceptieve schoudertests nagaan. Masterproef deel 1 zal door middel van een systematisch literatuuronderzoek de beschikbare proprioceptieve schoudertests in kaart brengen en hun betrouwbaarheid en validiteit beschrijven. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Patiënten met schouderpijn hebben vaak te kampen met proprioceptieve dysfuncties. Deze dysfuncties worden in de klinische praktijk aangepakt, maar er is echter nog onvoldoende bewijs naar de betrouwbaarheid en validiteit van deze tests. Masterproef deel 2 zal de inter- en intra beoordelaarsbetrouwbaarheid en validiteit van diverse (nader te bepalen) proprioceptieve schoudertests nagaan. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Betrouwbaarheidsstudie en validiteitstudie. Referentie artikels:
Titel onderzoek. Development and course of shoulder pain in swimmers: a prospective study. Promotor: Struyf Filip Universiteit Antwerpen - REVAKI MSK Co-promotor: Begeleider: Kuppens Kevin Universiteit Antwerpen - REVAKI MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Shoulder pain is the most common musculoskeletal problem in competitive swimmers, with a prevalence ranging between 40% and 91%. Several studies proposed specific risk factors for the development of shoulder pain in swimmers, including training load (level, distance, hand paddle usage), joint range of motion, laxity, scapular dyskinesis, rotator cuff strength and history. However, limited prospective investigation was done within this topic. This information can be useful in creating prevention strategies as these strategies require a thorough understanding of relevant intrinsic and extrinsic risk factors for developing shoulder injuries. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Shoulder pain is the most common musculoskeletal problem in competitive swimmers, with a prevalence ranging between 40% and 91%. Several studies proposed specific risk factors for the development of shoulder pain in swimmers, including training load (level, distance, hand paddle usage), joint range of motion, laxity, scapular dyskinesis, rotator cuff strength and history. However, limited prospective investigation was done within this topic. This information can be useful in creating prevention strategies as these strategies require a thorough understanding of relevant intrinsic and extrinsic risk factors for developing shoulder injuries.
Korte omschrijving methode masterproef deel II : Prospectieve longitudinale studie Referentie artikels:
Titel onderzoek. relationship between surgical scars and functioning Promotor : Gebruers Nick UAntwerpen CVRK Co-promotor: Begeleider: Meirte Jill UAntwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: SLO naar evaluatie van range of motion na een chirurgische interventie. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Onderzoek naar de relatie tussen chirurgische littekens en functioneren bij borstkankerpatiënten. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Crosssectioneel onderzoek waarbij de POSAS (vragenlijst) en een range of motion test worden uitgevoerd. Correlaties tussen de meetinstrumenten wordt onderzocht. Referentie artikels: Reliability and validity testing of the Patient and Observer Scar Assessment Scale in evaluating linear scars after breast cancer surgery. Truong P et al 2007 The patient and observer scar assessment scale: a reliable and feasible tool for scar evaluation. Draaijers et al 2004 How to assess postsurgical scars: a review of outcome measures. Vercelli et al 2009
Titel onderzoek. Relationship between surgical scars and functioning. Promotor: Van Daele Ulrike Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Begeleider: Meirte Jill Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: SLO naar evaluatie van range of motion na chirurgische interventie. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Onderzoek naar de relatie tussen chirurgische littekens en functioneren bij borstkankerpatiënten. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Crosssectioneel onderzoek waarbij de POSAS (vragenlijst) en een range of motion test worden uitgevoerd. Correlaties tussen de meetinstrumenten wordt onderzocht. Referentie artikels: Reliability and validity testing of the Patient and Observer Scar Assessment Scale in evaluating linear scars after breast cancer surgery. Truong P et al 2007 The patient and observer scar assessment scale: a reliable and feasible tool for scar evaluation. Draaijers et al 2004 How to assess postsurgical scars: a review of outcome measures. Vercelli et al 2009
Titel onderzoek. Inspannings-geïnduceerde hypoalgesie en zwemprestatie: effect van verschillende types acute inspanning chronische inspanning (training) op pijngevoeligheid en zwemprestatie in zwemmers met en zonder schouderpijn. Promotor: Struyf Filip Universiteit Antwerpen - REVAKI MSK Co-promotor: Meeus Mira Universiteit Antwerpen - REVAKI MSK Begeleider: Kuppens Kevin Universiteit Antwerpen - REVAKI MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Competitive swimmers are prone to suffer different levels of shoulder pain, interfering with the training and swimming performance. Patients suffering shoulder pain already present higher experimental pain sensitivity. Exercise training activates pain inhibitory mechanisms during exercise. E.g. pain sensitivity decreases during various types and modes of exercise (eg. continuous versus intermittent or static versus dynamic). This phenomenon is called exercise induced hypoalgesia (EIH). Exercising non-painful muscles in patients suffering from local muscular pain would induce EIH; exercising painful muscle, however, does not improve (or even worsen) the pain sensitivity in the exercising. This knowledge could be applied to the approach of swimmers with shoulder pain. Various measures of pain sensitivity will be used in this project to investigate EIH related to various modes
of exercise training in swimmers with and without shoulder pain. The overall aim of this study is to develop an efficient immediate exercise bout in order to modulate the shoulder pain in competitive swimmers. This exercise bout can for example be used as an immediate pain relieving exercise performed before the starting of the swimming. Furthermore, additional longer term pain dampening exercise programs could be useful in the prevention, and training of injured swimmers. First, pain reduction could increase performance by sustaining the most adequate swimming performance. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Competitive swimmers are prone to suffer different levels of shoulder pain, interfering with the training and swimming performance. Patients suffering shoulder pain already present higher experimental pain sensitivity. Exercise training activates pain inhibitory mechanisms during exercise. E.g. pain sensitivity decreases during various types and modes of exercise (eg. continuous versus intermittent or static versus dynamic). This phenomenon is called exercise induced hypoalgesia (EIH). Exercising non-painful muscles in patients suffering from local muscular pain would induce EIH; exercising painful muscle, however, does not improve (or even worsen) the pain sensitivity in the exercising. This knowledge could be applied to the approach of swimmers with shoulder pain. Various measures of pain sensitivity will be used in this project to investigate EIH related to various modes of exercise training in swimmers with and without shoulder pain. The overall aim of this study is to develop an efficient immediate exercise bout in order to modulate the shoulder pain in
competitive swimmers. This exercise bout can for example be used as an immediate pain relieving exercise performed before the starting of the swimming. Furthermore, additional longer term pain dampening exercise programs could be useful in the prevention, and training of injured swimmers. First, pain reduction could increase performance by sustaining the most adequate swimming performance. Korte omschrijving methode masterproef deel II: Referentie artikels:
Titel onderzoek. Inventarisation of pain mechanisms in patients with burns. Promotor: Van Daele Ulrike Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Meeus Mira
[email protected] MSK Begeleider: Meirte Jill Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: SLO pijn assessment bij patiënten met brandwonden. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Case control studie waarbij sensoriële testing vergeleken wordt tussen brandwonden patiënten en controle proefpersonen. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Vragenlijsten, drukalgometrie, monofilamenten,... Referentie artikels: Interrater and intrarater reliability of the Semmes Weinstein aesthesiometer to assess touch pressure threshold in burn scars. Meirte et al. Burns 2015. Applying modern pain neuroscience in clinical practice: criteria for the classification of central sensitization pain. Nijs J. et al. Pain Physician 2014. Recognition of central sensitization in patients with musculoskeletal pain: Application of pain neurophysiology in manual therapy practice. Nijs J. et al. Man Ther. 2010.
Titel onderzoek. Derivation of clinical prediction rules for rehabilitation in chronic nonspecific low back pain patients Promotor: Van Daele Ulrike Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Stassijns Gaetane Universiteit Antwerpen Andere: ASTARC Begeleider: Denteneer Lenie Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 4 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Nee Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Duo 1: A systematic literature search will be performed to detect all possible questionnaires used in literature for LPB patients. Subsequently the clinimetric properties of these questionnaires will be described. Based on the outcome of this literature search we can justify the used questionnaires in the intervention study of master thesis part 2. Duo 2: A systematic literature search will be performed to detect all possible prognostic factors that are related in literature to success or failure in the treatment of LBP patients. If we can describe such factors we can make the comparison with the clinical prediction rule that will be derived during master thesis part 2. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: There is a consensus that exercise therapy should be used as a therapy approach in CLBP but little consensus has been reached about the preferential type of therapy. There occurs to be a wash out effect because of the heterogeneous character of CLBP patients. Therefore there is a need for the development of CPR's. Objectives for this trial are the derivation of clinical prediction rules (CPR) to predict treatment response to three forms of exercise therapy for patients with nonspecific chronic low back pain (CLBP)
Korte omschrijving methode masterproef deel II : The study design is a Randomized controlled trial. Patients with non-specific low back pain of more than three months duration are recruited at the Antwerp University Hospital and APRA Rehabilitation Hospital. After examination patients are randomly assigned to one of three intervention groups: motor control therapy, general active exercise therapy and isometric training therapy. All patients will undergo eighteen treatment sessions during nine weeks. Measurements will be taken at baseline, nine weeks, six months and at one year. The primary outcome used is the Modified Oswestry Disability Questionnaire. For each type of exercise therapy a clinical prediction rule will be derived. Referentie artikels: Denteneer L. et al. Derivation and validation phase for the development of clinical prediction rules for rehabilitation in chronic nonspecific low back pain patients : study protocol for a randomized controlled trial Trials, 2015,p. 1-10 Hicks, G.E., et al. Preliminary development of a clinical prediction rule for determining which patients with low back pain will respond to a stabilization exercise program. Arch Phys Med Rehabil, 2005. 86(9): p. 1753-62.
Titel onderzoek. Wat is de rol van metabole factoren in de ontwikkeling en progressie van musculosketelate aandoeningen? Promotor: Struyf Filip Universiteit Antwerpen - vakgroep REVAKI MSK Co-promotor: Vissers Dirk Universiteit Antwerpen - vakgroep REVAKI CVRK Begeleider: E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Gezien de hoge associatie tussen diabetes en diverse musculosketelate aandoeningen (Ziekte van Dupuytren, frozen shoulder, trigger finger, carpool tunnel syndroom, ROM beperkingen etc), wordt in voorliggend onderzoeksvoorstel ook onderzoek verricht naar de metabole achtergrond van deze aandoeningen. Het werd immers gesuggereerd dat een overmatige bloedglucose concentratie tot cross-linking kan leiden bij diabetes patiënten. Deze cross-linking en glycosylering van het collageen kan op die manier tot een restrictie van het gewrichtskapsel leiden. Dit kan op zijn beurt leiden tot de veronderstelling dat een subgroep van patiënten met musculoskeletale aandoeningen voordeel kunnen halen uit een dieet op basis van een laag suikergehalte of zelfs aspecifieke trainingen die zich bijvoorbeeld richten op het cardiorespiratoire systeem? Een systematische literatuurstudie naar de relatie tussen metabole factoren (metabolic syndrome, diabetes, obesitas etc) en musculoskeletale aandoeningen dringt zich op. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Door middel van een cross-sectioneel onderzoek, kan de preventie van metabole factoren bij patiënten met diverse MSK aandoeningen in kaart gebracht worden. Korte omschrijving methode masterproef deel II: Cross-sectioneel onderzoek. Referentie artikels:
Titel onderzoek. Bekkenbodemspieroefeningen: Evidentie voor optimale oefenprogramma's bij zwangere en pas bevallen vrouwen. Promotor: Prof. Vermandel Alexandra Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Begeleider: Neels Hedwig Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 1 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Nee Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Een systematische literatuurstudie naar de bestaande evidentie over bekkenbodemspieroefenprogramma's voor diverse bekkenbodemdysfuncties. Welke richtlijnen bestaan er over de opbouw van kracht en uithouding in de bekkenbodemspieren bij zwangere en pas bevallen vrouwen. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Een prospectieve observationele studie over het voorkomen van compensatoire contracties tijdens een analytische bekkenbodemspiercontractie bij pas bevallen vrouwen. In de tweede lijn een effectiviteitsstudie over de combinatie van visuele controle en feedback bij het afleren van compensatoire contracties. Korte omschrijving methode masterproef deel II : prospectieve observationele studie bij pas bevallen vrouwen 400 vrouwen prevalentieonderzoek: descriptieve statistiek effectiviteitsstudie: multivariate analyse, Odd's ratio
Referentie artikels: 1. Vermandel A, De Wachter S, Beyltjens T, D'Hondt D, Jacquemyn Y, Wyndaele JJ. Pelvic floor awareness and the positive effect of verbal instructions in 958 women early postdelivery. International urogynecology journal. 2014 Jul 26. PubMed PMID: 25062656. 2. Boyle R, Hay-Smith EJ, Cody JD, Morkved S. Pelvic floor muscle training for prevention and treatment of urinary and faecal incontinence in antenatal and postnatal women. The Cochrane database of systematic reviews. 2012;10:CD007471. PubMed PMID: 23076935.
Titel onderzoek. Een klare kijk op bekkenbodemdysfuncties bij adolescenten die sporten Promotor: Prof. Vermandel Alexandra Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: MSK Begeleider: Neels Hedwig Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 1 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Nee Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Een systematische literatuurstudie naar het voorkomen van bekkenbodemdysfuncties bij adolescenten (12-18j) die sporten: naar de persoonlijke risicofactoren, naar de risicosporten, naar de bestaande preventieve en behandelingsstrategieën. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Een prospectieve observationele studie naar het voorkomen van bekkenbodemdysfuncties (voornamelijk urinaire, fecale en flatusincontinentie) bij adolescenten in verschillende sportclubs (zowel hoog- als laag-risicosporten). Korte omschrijving methode masterproef deel II : Prospectieve observationele studie aan de hand van vragenlijsten, PAD-test en plaskalender bij adolescente sporters. Referentie artikels: 1. Goldstick O, Constantini N. Urinary incontinence in physically active women and female athletes. British journal of sports medicine. 2014 Feb;48(4):296-8. PubMed PMID: 23687004. 2. Carls, 2007, UROLOGIC NURSING. The Prevalence of Stress Urinary Incontinence in High School and College-Age Female Athletes in the Midwest: Implications for Education and Prevention
Titel onderzoek. Het gebruik van de fluorescentiescan bij de dentificatie van lymfoedeem na borstkankerbehandeling Promotor: Gebruers Nick Universiteit Antwerpen CVRK Co-promotor: Tjalma Wiebren UZA Andere: Begeleider: E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Een onderdeel van de behandeling van borstkanker is het verwijderen van één f meerdere klieren. Bij een deel van deze patiënten ontstaat er, afhankelijk van e gebruikte techniek, een lymfoedeem. Dit onderzoek heeft als doel om na te aan welke lymfevaten betrokken zijn in het ontwikkelen van een lymfoedeem a borstkankerbehandeling Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: SLO betreffende ARM of Axillary Reerse Mapping. Het doel van dit literatuuroverzicht is om antwoord te bieden op de vraag of het mogelijk is om dde incidentie van lymfoedeem te velagen indien er een axillaire mapping wordt uitgevoerd door het chirurgisch team. Korte omschrijving methode masterproef deel II : VErgelijking van de incidentie met en zonder ARM. Deels retrospectief onderzoek voor de niet ARM-patiënten. Prospectieve opvolging van ARM-patiënten. Referentie artikels: The influence of axillary reverse mapping related factors on lymphedema in breast cancer patients.Ikeda K, Ogawa Y, Kajino C, Deguchi S, Kurihara S, Tashima T, Goto W, Nishiguchi Y, Tokunaga S, Fukushima H, Inoue T. eurJ Surg Oncol. 2014 Jul;40(7):818-23.
Axillary reverse mapping using fluorescence imaging is useful for identifying the risk group of postoperative lymphedema in breast cancer patients undergoing sentinel node biopsies. Sakurai T, Endo M, Shimizu K, Yoshimizu N, Nakajima K, Nosaka K, Dai Y, Iwao A, Jinnai Y.J Surg Oncol. 2014 May;109(6):612-5
Titel onderzoek. Plaspatroon bij jongens : staand of zittend? Promotor: Vermandel Alexandra UAntwerpen NPMK Co-promotor: Begeleider: Van der Cruyssen Kelly UAntwerpen NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Nee Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Een normaal plaspatroon (uroflow) vertoont een klokvormige curve. Soms wordt het advies gegeven dat jongens een zittende houding moeten aannemen omwille van deze reden. Op deze manier kunnen de bekkenbodemspieren goed ontspannen en kan de urine door een samentrekking van de blaas vlot verwijderd worden bij het plassen.. Echter, wanneer jongens (4-12 jaar) op het potje zitten of op het toilet, duwen zij vaak de penis een beetje naar beneden om geen ongelukjes te hebben (vb op de toiletbril plassen ). Men zou kunnen stellen dat door de penis naar beneden te duwen, de druk in de urethra verandert (obstructief) waardoor de plascurve mogelijks wijzigt. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan of er een verschillend flowpatroon (+ gecorreleerde mictieparameters) is bij staand of zittend plassen bij jongens. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Er wordt een vergelijkende studie opgezet waarbij tijdens uroflowmetrie de flowpatronen en mictieparameters worden nagegaan bij gezonde jongens tussen 4-12 jaar. Een uroflowmetrie is een niet-invasief onderzoek waarbij de plascurve en het plasdebiet wordt bepaald. Een vergelijking van de parameters zal gemaakt worden tussen het zittend en staand plassen. Dit met als doel om een conclusie te kunnen formuleren over de ideale plashouding bij kleine jongens.
Korte omschrijving methode masterproef deel II : Referentie artikels: Voiding pattern and acquisition of bladder control from birth to age 6 years--a longitudinal study. Jansson UB, Hanson M, Sillén U, Hellström AL. J Urol. 2005 Jul;174(1):289-93 Voiding pattern in healthy children 0 to 3 years old: a longitudinal study. Jansson UB, Hanson M, Hanson E, Hellström AL, Sillén U. J Urol. 2000 Dec;164(6):2050-4. Development of bladder control in the first year of life in children who are potty trained early. Duong TH, Jansson UB, Holmdahl G, Sillén U, Hellstrom AL. J Pediatr Urol. 2010 Oct;6(5):501-5. doi: 10.1016/j.jpurol.2009.11.002. Epub 2009 Nov 24. Some new insights into bladder function in infancy. Yeung CK, Godley ML, Ho CK, Ransley PG, Duffy PG, Chen CN, Li AK. Br J Urol. 1995 Aug;76(2):235-40. The normal infant bladder. Yeung CK. Scand J Urol Nephrol Suppl. 1995;173:19-23.
Titel onderzoek. Het gebruik van de fluorescentiescan om het verloop van lymfevaten voor en na borstkanker te bestuderen. Promotor: Gebruers Nick Universiteit Antwerpen CVRK Co-promotor: Tjalma Wiebren UZA Andere: Begeleider: E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Borstkanker metastaseert zich via de lymfevaten. Het al of niet ingenomen zijn van lymfevaten is een belangrijke prognostische factor. In de behandeling van borstkanker worden lymfeklieren dikwijls verwijderd. Deze lymfeklierverwijdering kan een lymfoedeem geven. Met dit project willen we na gaan hoe het verloop van de lymfevaten is voor de heelkundige behandeling en hoe het verloop is na de heelkundige behandeling of na het ontstaan van lymfoedeem. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: SLO betreffende ARM of Axillary Reverse Mapping. Het doel van dit literatuuroverzicht is om antwoord te bieden op de vraag of het mogelijk is om de incidentie van lymfoedeem te verlagen indien er een axillaire mapping wordt uitgevoerd door het chirurgisch team. Korte omschrijving methode masterproef deel II: In dit deel worden fluorescentie beelden pre-op vergeleken met beelden die post-op gemaakt worden. Hierbij wordt nagegaan op welke manier er een nieuwe/veranderde drainage ontstaat van arm/schouder/borst
Referentie artikels: The influence of axillary reverse mapping related factors on lymphedema in breast cancer patients.Ikeda K, Ogawa Y, Kajino C, Deguchi S, Kurihara S, Tashima T, Goto W, Nishiguchi Y, Tokunaga S, Fukushima H, Inoue T. eurJ Surg Oncol. 2014 Jul;40(7):818-23. Axillary reverse mapping using fluorescence imaging is useful for identifying the risk group of postoperative lymphedema in breast cancer patients undergoing sentinel node biopsies. Sakurai T, Endo M, Shimizu K, Yoshimizu N, Nakajima K, Nosaka K, Dai Y, Iwao A, Jinnai Y.J Surg Oncol. 2014 May;109(6):612-5
Titel onderzoek. Activiteitsbeperkingen en participatieproblemen bij sentinelnegatieve borstkankerpatiënten. Promotor: Gebruers Nick Universiteit Antwerpen CVRK Co-promotor: Begeleider: Verbelen Hanne Universiteit Antwerpen CVRK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Chirurgie is nog altijd de primaire behandeling bij borstkankerpatiënten. In de literatuur wordt er vaak een onderscheid gemaakt tussen een okseluitruiming en een sentinelprocedure. Uit de literatuur is gebleken dat de arm- en schoudermorbiditeit beperkter is na de minder invasieve sentinelbiopsie. Om alle gezondsheidsgerelateerde aspecten van levenskwaliteit te omvatten is een breed bio-psychosociaal kader nodig. Het ICF is zo'n kader dat de patiënt beschrijft in zijn bio-psychosociale context. Het doel van deze masterproef is om na te gaan welke activiteitsbeperkingen en participatieproblemen er voor komen bij sentinelnegatieve borstkankerpatiënten en op welke manier deze geëvalueerd worden. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Borstoedeem is een complicatie die voorkomt bij borstkankerpatiënten na borstsparende heelkunde en radiotherapie. In de literatuur is er geen consensus wat betreft de diagnose en meetmethode van borstoedeem. Borstoedeem wordt gekenmerkt door zwelling van de borst, roodheid, pijn, zwaar gevoel en peau d'orange. In vergelijking met lymfoedeem van de ledematen is er in de literatuur weinig te vinden over deze klacht. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan wat er onder gezondheidswerkers gekend is over de klachten en de behandeling van borstoedeempatiënten.
Korte omschrijving methode masterproef deel II : Via een vragenlijst worden gezondheidswerkers vanuit verschillende centra in België en Nederland bevraagd over hun kennis rond borstoedeem. Referentie artikels: Velloso FS, Barra AA, Dias RC. Functional performance of upper limb and quality of life after sentinel lymph node biopsy of breast cancer. Rev Bras Fisioter. 2011 Mar-Apr;15(2):146-53. Rietman JS, Geertzen JH, Hoekstra HJ, Baas P, Dolsma WV, de Vries J, Groothoff JW, Eisma WH, Dijkstra PU. Long term treatment related upper limb morbidity and quality of life after sentinel lymph node biopsy for stage I or II breast cancer. Eur J Surg Oncol. 2006 Mar;32(2):148-52. Epub 2006 Jan 4
Titel onderzoek. Activiteitsbeperkingen en participatieproblemen bij borstkankerpatiënten na een okseluitruiming. Promotor: Gebruers Nick Universiteit Antwerpen CVRK Co-promotor: Begeleider: Verbelen Hanne Universiteit Antwerpen CVRK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Chirurgie is nog altijd de primaire behandeling bij borstkankerpatiënten. In de literatuur wordt er vaak een onderscheid gemaakt tussen een okseluitruiming en een sentinelprocedure. Om alle gezondsheidsgerelateerde aspecten van levenskwaliteit te omvatten is een breed bio-psychosociaal kader nodig. Het ICF is zo'n kader dat de patiënt beschrijft in zijn bio-psychosociale context. Het doel van deze masterproef is om na te gaan welke activiteitsbeperkingen en participatieproblemen er voor komen bij borstkankerpatiënten na een okseluitruiming en op welke manier deze geëvalueerd worden. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Borstoedeem is een complicatie die voorkomt bij borstkankerpatiënten na borstsparende heelkunde en radiotherapie. In de literatuur is er geen consensus wat betreft de diagnose en meetmethode van borstoedeem. Borstoedeem wordt gekenmerkt door zwelling van de borst, roodheid, pijn, zwaar gevoel en peau d'orange. Het doel van deze studie is om na te gaan of de klachten van borstoedeem een invloed hebben op activiteiten en participatie. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Via een vragenlijst worden klachten van de borst, activiteitsbeperkingen en participatieproblemen geïnventariseerd. Het doel van deze studie is om na te gaan of er een
correlatie is tussen de klachten van borstoedeem en activiteitsbeperkingen en participatieproblemen. Referentie artikels: Velloso FS, Barra AA, Dias RC. Functional performance of upper limb and quality of life after sentinel lymph node biopsy of breast cancer. Rev Bras Fisioter. 2011 Mar-Apr;15(2):146-53. Rietman JS, Geertzen JH, Hoekstra HJ, Baas P, Dolsma WV, de Vries J, Groothoff JW, Eisma WH, Dijkstra PU. Long term treatment related upper limb morbidity and quality of life after sentinel lymph node biopsy for stage I or II breast cancer. Eur J Surg Oncol. 2006 Mar;32(2):148-52. Epub 2006 Jan 4
Titel onderzoek. Central sensitization pain in patients with knee osteoarthritis Promotor: Baert Isabel Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Meeus Mira Universiteit Antwerpen MSK Begeleider: Heyrman Annette Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Assessment of central sensitization in osteoarthritis: a systematic review A systematic literature study will be conducted to consider the current knowledge about measures used to characterize central sensitization pain in patient with knee osteoarthritis. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: What is the relationship between central pain processing related factors (central sensitization), knee related structure and function and the clinical expression of the disease in patients with knee osteoarthritis? Korte omschrijving methode masterproef deel II : With a cross-sectional study design, the integrated role of factors related to central pain processing (central sensitization) and knee structure and function in the clinical expression of knee osteoarthritis will be investigated in a group of patients with knee osteoarthritis. Given the complexity of central sensitization, its measurement covers several aspects including assessment of efficacy of endogenous pain inhibition (i.e. conditioned pain modulation), and cognitive emotional sensitization. Structural OA severity will be quantified using the Kellgren and Lawrence grading scale on radiography pre-surgery.
The Biodex System will be used to measure maximal voluntary muscle strength and proprioceptive accuracy will be assessed measuring the repositioning error during a knee joint position sense test, using an electrogoniometer. To evaluate patients' pain and symptoms and self-reported physical performance, the Knee Injury and Osteoarthritis Outcome Score (KOOS) and the Knee Society Knee Scoring System (KSS) will be filled in. Referentie artikels: 1. Lluch E et al (2014) Evidence for central sensitization in patients with OA pain: a systematic review. Eur J Pain 18:1367-1375. 2. Lluch Girbes E et al (2013) Pain treatment for patients with osteoarthritis and central sensitization. Phys Ther 93:842-851. 3. Nijs J et al (2014) Treatment of central sensitization in patients with 'unexplained' chronic pain: an update. Expert Opin Pharmacother 15:16711683.
Titel onderzoek. Central sensitization pain in patients with knee osteoarthritis Promotor: Baert Isabel Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Meeus Mira Universiteit Antwerpen MSK Begeleider: Heyrman Annette Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Assessment of central sensitization in osteoarthritis: a systematic review A systematic literature study will be conducted to consider the current knowledge about measures used to characterize central sensitization pain in patient with knee osteoarthritis. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: What is the relationship between central pain processing related factors (central sensitization), knee related structure and function and the clinical expression of the disease in patients with knee osteoarthritis? Korte omschrijving methode masterproef deel II : With a cross-sectional study design, the integrated role of factors related to central pain processing (central sensitization) and knee structure and function in the clinical expression of knee osteoarthritis will be investigated in a group of patients with knee osteoarthritis. Given the complexity of central sensitization, its measurement covers several aspects including assessment of efficacy of endogenous pain inhibition (i.e. conditioned pain modulation), and cognitive emotional sensitization. Structural OA severity will be quantified using the Kellgren and Lawrence grading scale on radiography pre-surgery.
The Biodex System will be used to measure maximal voluntary muscle strength and proprioceptive accuracy will be assessed measuring the repositioning error during a knee joint position sense test, using an electrogoniometer. To evaluate patients' pain and symptoms and self-reported physical performance, the Knee Injury and Osteoarthritis Outcome Score (KOOS) and the Knee Society Knee Scoring System (KSS) will be filled in. Referentie artikels: 1. Lluch E et al (2014) Evidence for central sensitization in patients with OA pain: a systematic review. Eur J Pain 18:1367-1375. 2. Lluch Girbes E et al (2013) Pain treatment for patients with osteoarthritis and central sensitization. Phys Ther 93:842-851. 3. Nijs J et al (2014) Treatment of central sensitization in patients with 'unexplained' chronic pain: an update. Expert Opin Pharmacother 15:16711683.
Titel onderzoek. • Central sensitization pain in patients with knee osteoarthritis after a total knee replacement Promotor: Baert Isabel Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Meeus Mira Universiteit Antwerpen MSK Begeleider: Heyrman Annette Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Is central sensitization the dominant pain mechanism in knee OA patient with chronic pain after a total knee replacement? A systematic review A systematic literature study will be conducted to consider the current knowledge about central sensitization as dominant pain mechanism in knee OA patient with chronic pain after a total knee replacement. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: What is the relationship between central pain processing related factors (central sensitization), knee related structure and function and the clinical expression of the disease in patients with knee osteoarthritis after a primary total knee replacement? Korte omschrijving methode masterproef deel II : With a cross-sectional study design, the integrated role of factors related to central pain processing (central sensitization) and knee structure and function in the clinical expression of knee osteoarthritis after a total knee replacement will be investigated. Given the complexity of central sensitization, its measurement covers several aspects including assessment of efficacy of endogenous pain inhibition (i.e. conditioned pain modulation), and cognitive emotional sensitization.
Structural OA severity will be quantified using the Kellgren and Lawrence grading scale on radiography pre-surgery. The Biodex System will be used to measure maximal voluntary muscle strength and proprioceptive accuracy will be assessed measuring the repositioning error during a knee joint position sense test, using an electrogoniometer. To evaluate patients' pain and symptoms and self-reported physical performance, the Knee Injury and Osteoarthritis Outcome Score (KOOS) and the Knee Society Knee Scoring System (KSS) will be filled in. Referentie artikels: 1. Scott CE et al (2010) Predicting dissatisfaction following TKR: a prospective study of 1217 patients. J Bone Joint Surg Br 92:1253-1258. 2. Lluch E et al (2014) Evidence for central sensitization in patients with OA pain: a systematic review. Eur J Pain 18:1367-1375. 3. Lluch Girbes E et al (2013) Pain treatment for patients with osteoarthritis and central sensitization. Phys Ther 93:842-851.
Titel onderzoek. Welke factoren beïnvloeden mobiliteit, pijn,functioneren en prognose van de ziekte bij patiënten met adhesive capsulitis van de schouder? Promotor: Meeus Mira Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Struyf Filip Universiteit Antwerpen MSK Begeleider: Noten Suzie Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Frozen shoulder blijkt meer te zijn dan enkel een lokale ontsteking ter hoogte van de schouder. Heel wat meer centrale en systemische processen spelen tevens een rol in deze aandoening. In de literatuurstudie kan geïnventariseerd worden wat de rol is van bvb autonoom zenuwstelsel, bloedsuikerspiegel, immunologische parameters, etc. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: In een longitudinale studie wordt de rol van hoge beschreven metabole, immunologische en neurologische processen in het verloop en de prognose van adhesieve capsulitis onderzocht. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Patiënten met adhesieve capsulitis zullen gedurende 9 maanden opgevolgd worden. Op 4 tijdstippen worden bloedsuikerspiegels, centrale pijnmodulatie, mobiliteit en motorische controle van de schouder onderzocht. Er wordt geëvalueerd hoe deze zaken verband houden met elkaar en of ze van prognostische waarde zijn.
Referentie artikels: F. Struyf and M. Meeus, Current evidence on physical therapy in patients with adhesive capsulitis: what are we missing? Clinical Rheumatology 2014: 5: 593-600. Struyf F, Lluch E, Falla D, Meeus M, Noten S, Nijs J. Influence of shoulder pain on muscle function: implications for the assessment and therapy of shoulder disorders. European Journal of Applied Physiology 2015 Feb; 115(2):225-34. Sanchis M., Lluch E., Nijs J., Struyf F, Kangasperko M. The role of central sensitization in shoulder pain: A systematic literature review. Seminars in Arthritis and Rheumatism; 11/2014; DOI: 10.1016/j.semarthrit.2014.11.002
Titel onderzoek. The effect of trigger point therapy in osteoarthritis Promotor: Baert Isabel Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Meeus Mira Universiteit Antwerpen MSK Begeleider: Delrue Nicolas E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: The effect of trigger point therapy in osteoarthritis: a systematic review A systematic literature study will be conducted to consider the current knowledge about the effect of trigger point therapy in osteoarthritis Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: What is the effect of trigger point therapy (manual or dry needling) on pain, function or quality of life in patients with knee osteoarthritis? Korte omschrijving methode masterproef deel II : A pilot randomized trial will be conducted to investigate the effect of trigger point therapy on pain, function or quality of life in patients with knee osteoarthritis. Referentie artikels: 1: Dommerholt J. Dry needling - peripheral and central considerations. J Man Manip Ther. 2011 Nov;19(4):223-7. 2: Henry R, Cahill CM, Wood G, Hroch J, Wilson R, Cupido T, Vandenkerkhof E. Myofascial pain in patients waitlisted for total knee arthroplasty. Pain Res Manag. 2012 Sep-Oct;17(5):321-7.
Titel onderzoek. Aanpak van chronische pediatrische pijn Promotor: Meeus Mira Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Van der Cruyssen Kelly Universiteit Antwerpen NPMK Begeleider: Roette Ann UZA E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Pijn is een vaak voorkomende en alledaagse ervaring bij kinderen. Hoewel de meeste pijnervaringen van korte duur zijn en slechts tijdelijke hinder met zich meebrengen, is er ook een aanzienlijk aantal kinderen dat chronische pijn ervaart. Pijnklachten kunnen bijvoorbeeld voorkomen zonder aantoonbaar biomedisch letsel. Eenzelfde biomedisch letsel kan bovendien voor het ene kind ernstige pijn en beperkingen met zich meebrengen en voor het andere kind nauwelijks impact hebben. Dus ook bij pediatrische pijn blijkt het belangrijk te zijn op zoek te gaan naar de juiste pijnmechanismen om vervolgens de behandeling door op te richten. In een literatuurstudie kan op zoek gegaan worden naar welke pijnmechanismen voorkomen bij pediatrische pijn en welke effecten meer biopsychosociale therapieën (vb. relaxatie) hier op hebben. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: - Inventariseren van pijnmechanismen bij pediatrische pijn. - Evalueren van de effecten van relaxatie op pediatrische pijn.
Korte omschrijving methode masterproef deel II: In een pilotstudie zal getracht worden na te gaan welke effecten relaxatie heeft op pijn, centrale pijnmodulatie en functioneren bij kinderen met chronische pijn. Tevens kan er baseline op basis van een aantal experimenten pijnmetingen een beeld gevormd worden van welke pijnmechanismen dominant aanwezig zijn. Referentie artikels: Bromberg MH1, Schechter NL, Nurko S, Zempsky WT, Schanberg LE. Persistent pain in chronically ill children without detectable disease activity. Pain Manag. 2014 May;4(3):211-9. doi: 10.2217/pmt.14.6.
Titel onderzoek. Bewegingsschool voor kinderen met een lichte motorische beperking: opbouw van een adequaat oefenprogramma Promotor: Hallemans Ann Universiteit Antwerpen NPMK Co-promotor: Vereeck Luc Universiteit Antwerpen NPMK Begeleider: Verbecque Evi Universiteit Antwerpen NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: -mogelijk tijdens deel I, niet mogelijk tijdens deel II Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: De laatste jaren zie je overal het aanbod aan bewegingsscholen groeien. Bewegingsscholen zijn gericht op jonge kinderen, peuters en kleuters, om hen bewegingservaring te laten opdoen zonder al specifiek toe te leggen op een sporttak. Opdoen van voldoende bewegingservaring en hierbij voldoende en op de juiste manier gestimuleerd worden, kan vooral een meerwaarde zijn bij kinderen met een milde motorische achterstand. Tijdens het eerste deel van je masterproef voer je een systematisch literatuuronderzoek uit naar oefenprogramma's die worden beschreven voor kinderen met een lichte motorische beperking. Je verzamelt informatie over de aard, opbouw en effectiviteit van deze programma's. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Tijdens het tweede academiejaar ben je zelf verantwoordelijk voor het opstellen van een, bij voorkeur evidence based, oefenprogramma voor kinderen met een lichte motorische beperking. De voorkeur gaat uit naar het aanbieden van dit programma in de vorm van een bewegingsschool of lessenreeks. Het oefenen kan dan in groep gebeuren, wat motiverend is en toelaat om spelelementen te verwerken in het programma.
Korte omschrijving methode masterproef deel II : Het oefenprogramma bouw je op aan de hand van de informatie die je verzameld hebt in het eerste deel (systematisch literatuuronderzoek). Vervolgens zet je een pilootproject op waarbij je het programma zal aanbieden aan een groep kinderen met een lichte motorische beperkingen. Door het uitvoeren van klinische testen aangaande evenwicht en motoriek bij de deelnemende kinderen, voor, tijdens en na de deelname breng je de effectiviteit ervan in kaart. Referentie artikels:
Titel onderzoek. Kansarme kinderen in Antwerpen: kenmerken van balans controle en lichaamscoördinatie Promotor: Hallemans Ann Universiteit Antwerpen NPMK Co-promotor: Begeleider: Verbecque & Ego Evi & Frank Universiteit Antwerpen NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Nee Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: De ontwikkeling van een kind kan onderverdeeld worden in het psychomotorische domein, het cognitieve domein en het affectieve domein. Deze drie domeinen beïnvloeden elkaar en ook externe en omgevingsfactoren hebben hierop een invloed. Tijdens het eerste masterjaar voer je een systematisch literatuuronderzoek uit naar hoe externe factoren zoals armoede en kansarmoede de ontwikkeling van het jonge kind beïnvloeden. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Centrum Kauwenberg is een organisatie voor armoedebestrijding. De werking brengt mensen in armoede en andere mensen samen en draagt zo bij tot de bestrijding van armoede vanuit de ervaring van de mensen zelf. In Centrum Kauwenberg komen zowel volwassenen en kinderen in armoede samen. Ons hoofddoel is het wegwerken van sociale uitsluiting van mensen die in armoede leven. De werking is er op gericht mensen mondiger en sterker te maken en hen te betrekken in het verenigings- en culturele leven. De kinderwerking heeft tot doel de kinderen en jongeren van arme gezinnen de kans te geven om in groepsverband hun eigen mogelijkheden te ontdekken en te ontplooien om zo een positieve identiteit te ontwikkelen. (bron: http://www.kauwenberg.be/).
In 2015 start Centrum Kauwenberg met een bewegingsschool voor kinderen van 1,5 tot 7 jaar. Ze hebben de opleiding REVAKI gecontacteerd met de vraag om ondersteuning van dit initiatief. Korte omschrijving methode masterproef deel II: In het kader van je masterproef volg je de kinderen op die deelnemen aan de bewegingsschool. Je brengt de balanscontrole, lichaamscoördinatie, grove en fijne motoriek in kaart aan de hand van gevalideerde klinische testbatterijen (TUG, PBS, KTK, Muller). Het doel is niet om een diagnose te stellen bij deze populatie maar om op te sporen of de motoriek van de kinderen verbetert door het volgen van de bewegingsschool. Referentie artikels:
Titel onderzoek. Achteruitgang in het gangpatroon bij kinderen met het Syndroom van Dravet. Promotor: Hallemans Ann Universiteit Antwerpen NPMK Co-promotor: Begeleider: Van de Walle Patricia Universiteit Antwerpen NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Het Dravetsyndroom is een genetische aandoening met als voornaamste kenmerk het optreden van epileptische aanvallen. Kinderen met het syndroom van Dravet vertonen een ogenschijnlijk normale ontwikkeling tijdens hun eerste levensjaar. Daarna echter gaat het bergaf. Er treedt een algemene ontwikkelingsachterstand op die ook sterk merkbaar is op motorisch vlak. Het gangpatroon gaat sterk achteruit en vanaf de puberteit wordt vaak een crouch gait patroon waargenomen. De oorzaken van deze crouch zijn nog niet gekend. De hypothese die wordt gesteld is dat spierzwakte in combinatie met biomechanische factoren aan de basis liggen. In masterproef deel I voer je een systematisch literatuuronderzoek uit naar de kenmerken van het gangpatroon bij kinderen met een aandoening die gekenmerkt wordt door spierzwakte. Het doel is om meer inzicht te krijgen in de pathogenese van mogelijke gangafwijkingen.
Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: In het UZA worden kinderen en jongeren met het Syndroom van Dravet gevolgd op de multidisciplinaire Dravet raadpleging. Sinds 2014 worden een deel van de kinderen ook jaarlijks opgevolgd met behulp van een 3D ganganalyse. Tijdens masterproef deel II beschrijf je aan de hand van biomechanische parameters, verkregen uit de 3D ganganalyse, de evolutie van het gangpatroon bij kinderen met het syndroom van Dravet. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Referentie artikels:
Titel onderzoek. Mechanotherapy in scar treatment. Promotor: Van Daele Ulrike Universiteit Antwerpen MSK Co-promotor: Begeleider: Meirte Jill Universiteit Antwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: SLO naar het fysiologisch principe en therapie-effecten achter mechanotransductie op de huid. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Interventiestudie naar toepassingen van mechanotherapie op de huid ter verbetering van littekenparameters. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Klinische interventiestudie bij patiënten met littekens. Mechanotherapie wordt aangewend op het litteken. Effecten worden gemeten met objectieve meetinstrumenten (roodheid, elasticiteit, vochtdoorlaatbaarheid van de huid...) Referentie artikels: Khan, K.M. and A. Scott, Mechanotherapy: how physical therapists' prescription of exercise promotes tissue repair. Br J Sports Med, 2009. 43(4): p. 247-52. Widgerow, A.D., et al., Multimodality scar management program. Aesthetic Plast Surg, 2009. 33(4): p. 533-43. Reiffel, R.S., Prevention of hypertrophic scars by long-term paper tape application. Plast Reconstr Surg, 1995. 96(7): p. 1715-8.
Titel onderzoek. Aerobe training na een beroerte: lange termijn effecten? Promotor: Vanroy Christel Universiteit Antwerpen CVRK Co-promotor: Begeleider: E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 6 (2X3) Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: -België, Universiteit Antwerpen Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Masterproef deel 1 bestaat uit een systematisch literatuuroverzicht. Hieronder worden 3 onderwerpen voorgesteld: Onderwerp 1) Hoe sedentair gedrag evalueren bij CVA-patiënten in de posthospitalisatie fase? Onderwerp 2) Het effect van een aeroob/aneroob programma op de krachtontwikkeling van de M. Quadriceps femors bij patiënten met een CVA? Onderwerp 3) Het effect van een aeroob/anaeroob trainingsprogramma op vermoeidheid en depressie bij patiënten met een CVA? Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Masterproef deel II omvat de data-analyse van een interventiestudie, welke reeds is afgerond. Volgende 3 onderwerpen worden voorgesteld: Onderwerp 1) Het lange termijn effect van een aeroob trainingsprogramma op de fysieke activiteit bij patiënten met een CVA? Onderwerp 2) Het lange termijn effect van een aeroob trainingsprogramma op de krachtontwikkeling van de bovenbeenspieren bij patiënten met een CVA?
Onderwerp 3) Het lange termijn effect van een aeroob trainingsprogramma op vermoeidheid en depressie bij patiënten met een CVA? Korte omschrijving methode masterproef deel II : Een aeroob trainingsprogramma aangevuld met 4 informatiesessies werd aangeboden aan een groep CVA-patienten gedurende 12 weken. Nadien werd de helft van deze groep gedurende 9 maanden opgevolgd door middel van een coachingsprogramma. Deze groepen werden vergeleken met een controle groep, welke een passieve mobilisatie onderging van het hemiplege onderste lidmaat. Effecten werden opgevolgd over 5 meettijdstippen over een periode van 2 jaar. De studie is ondertussen afgelopen. Gegevens dienen gedigitaliseerd te worden en verwerkt. Deze studie vormt de hoofdstudie van doctoraal project van promotor. Referentie artikels: 1. Gordon N, Gulanick M, Costa F, et al. Physical activity and exercise recommendations for stroke survivors: an American Heart Association scientific statement from the Council on Clinical Cardiology, Subcommittee on Exercise, Cardiac Rehabilitation, and Prevention; the Council on Cardiovascular Nursing; the Council on Nutrition, Physical Activity, and Metabolism; and the Stroke Council. Circulation. 2004;109(16):20312041. 2. Pang e.a, The use of aerobic exercise training in improving aerobic capacity in individuals with stroke: a meta-analyse, Clinical rehabilitation, 20:97111,2006 3. Ivey e.a, Exercise rehabilitation after stroke, NeuroRX,3:439-450,2006 4. Stoller O, de Bruin ED et al. Effects of cardiovascular exercise early after stroke: systematic review and meta-analysis, BMC Neurology 2012, 12:45.
Titel onderzoek. Validation of metabolic prognostic parameters assessed by ergospirometry measurement in heart failure Promotor: Cornelis Justien Universiteit Antwerpen CVRK Co-promotor: Vissers Dirk Universiteit Antwerpen CVRK Begeleider: Cornelis Justien Universiteit Antwerpen CVRK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: In het eerste deel van de masterproef zal er een systematisch literatuurstudie worden uitgevoerd naar de data-analyse en collectie van metabole parameters zoals zuurstofopname (VO2), koolstofdioxide afgifte (VCO2), ventilatie (VE) en andere prognostische waarden op basis van verschillende methodes (bv verschillende ergospirometrie apparatuur, manueel/visueel, fiets/loopband, protocol,...). Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: We willen nagaan of automatische detectie met behulp van een ergospirometrie toestel en software de interpretatie van belangrijke prognostische merkers in hartfalen nauwkeuriger kan worden bepaald dan met manuele/visuele interpretatie van de merkers. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Er zullen patiënten met hartfalen consecutief worden geïncludeerd. Zij zullen een ergospirometrie test afleggen. Data zal op basis van een nieuw ergospirometrie toestel worden afgenomen. De analyse van de parameters zal gebeuren op basis van automatische detectie in het toestel maar ook op basis van manuele/visuele analyse van de onderzoekers. Er wordt getracht betrouwbaarheid en validiteit na te gaan.
Referentie artikels: Cornelis J, Taeymans J, Hens W, Beckers P, Vrints C, Vissers D. Prognostic respiratory parameters in heart failure patients with and without exercise oscillatory ventilation — A systematic review and descriptive meta-analysis. International Journal of Cardiology. 2015;182:476-86. Hodges L, Brodie D, Bromley P (2005) Validity and reliability of selected commercially available metabolic analyzer systems. Scandinavian journal of medicine & science in sports 15 (5):271-279 T.P. Olson, B.D. Johnson, Quantifying oscillatory ventilation during exercise in patients with heart failure, Respir. Physiol. Neurobiol. 190 (Jan 1 2014) 25–32 (PubMed PMID: 24121091).
Titel onderzoek. The interaction between trunk and gait performance after stroke: a biomechanical approach Promotor: Saeys Wim Universiteit Antwerpen NPMK Co-promotor: Vereeck Luc Universiteit Antwerpen NPMK Begeleider: Van Criekinge Tamaya Universiteit Antwerpen NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 4 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: At first, evidence has shown that trunk performance is related to measures of balance, gait and functional ability. Yet, several aspects of trunk performance such as sitting balance, trunk muscle strength, selective trunk movements and trunk position sense are impaired after stroke. This implies that impaired trunk performance will inevitably lead to impaired postural control during activities performed while standing and walking. Nonetheless, the interaction between increased trunk performance and improvements in activities performed while standing and walking is not evident. It has previously been stated that therapy primarily induces treatment effects on the abilities at which training is specifically aimed. However, previous research of our group has shown
that additional trunk exercises improve not only trunk performance but also standing balance and mobility. Yet, the clinical outcome measures used in our studies are not suitable to explore the relationship between trunk and gait performance and cannot explain the underlying mechanisms of the therapeutic effects. However, studies using sensitive motion analyses to investigate trunk biomechanics during gait are sparse in both healthy subjects and subjects with stroke. Therefore, this thesis will focus on the existing literature about the biomechanical interaction between trunk and gait performance. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Evidence demonstrating the importance of trunk performance after stroke is available but not consistent. According to these contradictory results, additional studies are necessary to demonstrate the efficiency of trunk rehabilitation protocols. In order to achieve this goal, our previous study on the effects of additional trunk exercises will be further explored with 1) an advanced assessment procedure; and 2) an optimized treatment protocol, based on the availability of advanced motion tracking analysis equipment and new scientific insights. The implementation of a motion tracking system is relevant since studies evaluating therapy aimed at improving trunk function are especially based on clinical measures. Although immediate effects on clinical measures are important for patients, it is difficult to identify specific movement patterns, illustrating improved motor function, based on clinical measures only. Therefore, a more in-depth motion tracking analysis on the effects of trunk exercises on standing
balance and gait is needed. Motion tracking analyses will provide more sensitive data to enhance the knowledge which will give us a broader insight on the interaction between trunk and gait. In addition, studies with a longer follow-up post-stroke are needed to measure the sustainability of the effects of trunk training exercises over time. Korte omschrijving methode masterproef deel II : The effect of additional trunk exercises on biomechanical parameters of trunk function and measures of standing balance and gait will be investigated in sub-acute stroke patients. Intervention: The customized additional training for the experimental group will focus on trunk muscle strength, coordination and selective movements of the trunk on both stable and dynamic surfaces. In addition, new insights obtained during the first study regarding important parameters for optimizing treatment protocols will be implemented. The control group receives cognitive training focussing on aspects of working memory, attention and problem-solving. Both groups will receive one hour of additional exercises a day, four days a week for 4 weeks. Participants: A sample of 60 subjects (based on a sample size analysis) under the age of 85 with a cerebral stroke will be recruited from the rehabilitation hospital Revarte (Edegem, Antwerp) and randomly assigned, using sealed envelopes, to the experimental or control group. Outcome measures: Patients will be assessed pre- and postintervention (W0-W5) by using a
16 channel telemetric wireless EMG system (Arion Zerowire) synchronized with the Xsens motion tracking system. In addition to these biomechanical measurements, two clinical tests will be administered. Referentie artikels: Saeys W, Vereeck L, Truijen S, Lafosse C, Wuyts FP, Heyning PV. Randomized controlled trial of truncal exercises early after stroke to improve balance and mobility. Neurorehabil and neural repair. 2012;26:231-238. Verheyden G, Vereeck L, Truijen S, Troch M, Lafosse C, Saeys W, Leenaerts E, Palinckx A, De Weerdt W. Additional exercises improve trunk performance after stroke: A pilot randomized controlled trial. Neurorehabil and neural repair. 2009;23:281-286. Verheyden G, Vereeck L, Truijen S, Troch M, Herregodts I, Lafosse C, Nieuwboer A, De Weerdt W. Trunk performance after stroke and the relationship with balance, gait and functional ability. Clinical rehabilitation. 2006;20:451-458. Saeys W, Vereeck L, Truijen S, Lafosse C, Wuyts FP, Van de Heyning P. Influence of sensory loss on the perception of verticality in stroke patients. Disabil Rehabil. 2012;34(23):1965-1970. Vereeck L, Wuyts F, Truijen S, Van de Heyning P. Clinical assessment of balance: normative data, and gender and age effects. Int J Audiol. 2008 Feb;47(2):67-75.
Titel onderzoek. Sensory stimulation of the foot and its relation with postural control after stroke Promotor: Saeys Wim Universiteit Antwerpen NPMK Co-promotor: Vereeck Luc Universiteit Antwerpen NPMK Begeleider: Van Criekinge Tamaya Universiteit Antwerpen NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: In static and dynamic standing balance, the contact of the foot with the base of support is crucial in order to maintain postural control. Many stroke patients are suffering from somatosensory loss in both upper and lower limbs. As a result of the absence of the intrinsic feedback about balance control from the foot will inevitably lead to a decreased balance and walking ability. In the first part of this thesis we will investigate the existing literature about senory stimulation of the foot and its relationship with balance control while standing. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: In the second part of this thesis, we will investigate the efficacy of several sensory stimulation techniques of the foot on postural control in stroke patients. These techniques are currently being developed and assessed in the rehabilitation hospital Revarte (Edegem, Antwerp, Belgium). These techniques are hands-on therapy approaches with no technical support which indicates that these type of sensory stimulation can be provided by any therapist. Clinical experience of the researchers suggest a beneficial effectsof the stimulation which will be quantified in this thesis. Korte omschrijving methode masterproef deel II: This research will be conducted in the Rehabilitation Hospital Revarte in cooperation with the
M²OCEAN movement analysis lab of the University of Antwerp. Patients will be retrieved from the inpatient stroke population of Revarte. Patients will be assessed with both clinical and biomechanical tools measuring static and dynamic standing balance before and after stimulation of the foot. Referentie artikels: Saeys W, Vereeck L, Truijen S, Lafosse C, Wuyts FP, Van de Heyning P. Influence of sensory loss on the perception of verticality in stroke patients. Disabil Rehabil. 2012;34(23):1965-1970.
Titel onderzoek. Effect vestibulaire revalidatie bij patiënten met een bilaterale vestibulaire hypofunctie Promotor: Vereeck Luc Revaki NPMK Co-promotor: Saeys Wim Revaki Andere: Begeleider: Vanloot Delphine Revaki NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 4 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Korte omschrijving methode masterproef deel II : Referentie artikels: 1. Goebel JA, Sinks BC, Parker BE Jr, Richardson NT, Olowin AB, Cholewiak RW. Effectiveness of head-mounted vibrotactile stimulation in subjects with bilateral vestibular loss: a phase 1 clinical trial. Otol Neurotol. 2009;30(2):210–6. 2. Porciuncula F, Johnson CC, Glickman LB. The effect of vestibular rehabilitation on adults with bilateral vestibular hypofunction: a systematic review. J Vestib Res. 2012;22(5-6):283-98. 3. Herdman SJ, Hall CD, Schubert MC, Das VE, Tusa RJ. Recovery of Dynamic Visual Acuity in Bilateral Vestibular Hypofunction. Arch Otolaryngol Head Neck Surg. 2007;133(4):383–9. 4. Karapolat H, Celebisoy N, Kirazli Y, Ozgen G, Gode S, Gokcay F, Bilgen C, Kirazli T. Is vestibular rehabilitation as effective in bilateral vestibular dysfunction as in unilateral vestibular dysfunction? Eur J Phys Rehabil Med. 2014;[Epub ahead of print].
Titel onderzoek. Het effect van optokinetische stimulatie op de posturale controle bij patiënten met een vestibulaire hypofunctie Promotor: Vereeck Luc Revaki UA NPMK Co-promotor: Saeys Wim Revaki UA NPMK Begeleider: Vanloot Delphine Revaki UA NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 4 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Korte omschrijving methode masterproef deel II: Referentie artikels: Pavlou M. et al. The use of optokinetic stimulation in vestibular rehabilitation. JNPT 2010; 34(2): 105-110. O'Connor K. et al. Postural adaptations to repeated optic flow stimulation in older adults. Gait Posture 2008;28(3): 385-391. Pavlou M. et al. The effect of repeated visual motion stimuli on visual dependence and postural control in normal subjects. Gait & Posture 2011; 33: 113-118.
Titel onderzoek. Onderzoek naar de tewerkstelling van afgestudeerden kine aan de hand van een vragenlijst Promotor: Truijen Steven Universiteit Antwerpen NPMK Co-promotor: Begeleider: Ego Frank Universiteit Antwerpen NPMK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Het is voor elke opleiding belangrijk een aantal inlichtingen te verkrijgen van recent afgestudeerden. Deze hebben hun studies nog niet zo lang geleden afgerond en hebben intussen het beroepsleven verkend. Deze confrontatie levert belangrijke informatie op. Aan de hand van een vragenlijst kan de opleiding inlichtingen verzamelen over de tewerkstelling van de afgestudeerden. De vragen handelen over de graad, het aantal werkuren per week, het statuut, de sector, de verloning en de tevredenheid. Aansluitende vragen peilen naar toekomstplannen op korte of lange termijn. De nationale wetgeving en de regelgeving van de Gezondheidssector in het algemeen en van de kinesitherapie in het bijzonder spelen een grote rol bij de keuzes die afgestudeerden maken. In Europa is de verscheidenheid van opleidingen kinesitherapie zeer groot. Het is dus niet onbelangrijk om de resultaten van de vragenlijst te interpreteren in een internationale context. Op dit ogenblik zijn reeds een aantal initiatieven opgestart door allerlei organisaties en deze kunnen het toekomstbeeld van de kinesitherapie in Europa mede bepalen. Het is de bedoeling om de enquête, samen met andere opleidingen uit Europa, aan te passen en te verfijnen zodat deze door partnerinstellingen afgenomen
kunnen worden. Een onderwijsinstelling kinesitherapie uit Nederland heeft zich reeds bereid verklaard om mede te werken. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Opstellen en afnemen van de vragenlijst samen met internationale partnerinstellingen kinesitherapie. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Statistisch verwerken van de resultaten van een vragenlijst, alsook interpretatie van de resultaten in een Europese context. Referentie artikels: Pacolet J, Vanormelingen J, De Coninck A. Tempus Fugit. Een aggiornamento van toekomstverkenningen voor de zorgberoepen in de Vlaamse Gemeenschap. internet . Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. 2014. Rapport 17. Beschikbaar op https://steunpuntwvg.be/images/rapporten-en-werknotas/tempus-fugit Gotlib J, Bialoszewski D. Attitudes of physiotherapy students towards their chosen career in the context of different educational systems and legal regulations pertaining to the practice of physiotherapy in New Zealand and Poland. Inted2011; 3081 – 3091. Harkson DG, Unterreiner AS, Shepard KF. Factors related to job turnover in physical therapy. Phys Ther. 1982 Oct;62(10):1465-70. Mulcahy J, Jones S, Strauss G, Cooper I. The impact of recent physiotherapy graduates in the workforce: a study of Curtin University entry-level physiotherapists 2000-2004. Australian Health Review. 2010;34:252-9. Pearl MJ. Factors physical therapists use to make career decisions. Phys Ther. 1990 Feb;70(2):105-7. 23
Titel onderzoek. Promotor: Roussel Nathalie UAntwerpen MSK Co-promotor: Pitance Laurent Université Catholique de Louvain MSK Begeleider: Demeure Isaline UAntwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Accord¬ing to the American Dental Association Americana, temporomandibular disorders refer to a group of disorders characterized by temporoman¬dibular joint pain in the peri-auricular area or in the muscles of mastication, in addition to temporomandibular sounds during mandibular function, and deviation or restriction of man¬dibular movements (1). Oro-facial injuries and temporomandibular disorders are observed in hockey players (Hendrick et al. 2008) and other sports fields. However, there is a lack of information regarding the incidence, prevalence and contributing factors to temporomandibular dysfunctions in sportsmen. Therefore, a systematic review will be conducted in order to examine the incidence, prevalence and contributing factors to temporomandibular disorders in sportsmen. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Hockey is a very popular sport. In Belgium, the number of affiliated members is rising constantly. According to recommendations of the international hockey organizations, players are advised to wear mouthguards while participating in the sport. However some athletes are complaining of pain and dysfunction in the temporomandibular joint (TMJ) after using a mouthguard. The purpose of this observational study is to evaluate the temporomandibular disorders, from a bio-psychosocial point in hockey players. Players will be asked to fill in a battery of questionnaires to examine the relationship between the use of a
moutguard and temporomandibular disorders. In addition internal and external psychosocial factors (such as their own perceptions of the complaint) will be examined. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Cross-sectional design. Male and female hockey players from the Koninklijke Belgische Hockey Bond will be asked to complete several questionnaires. Referentie artikels: - Hendrick K, Farrelly P, Jagger R. Oro-facial injuries and mouthguard use in elite female field hockey players. Dent Traumatol. 2008 Apr;24(2):189-92. Murakami S1, Maeda Y, Ghanem A, Uchiyama Y, Kreiborg S. Influence of mouthguard on temporomandibular joint. Scand J Med Sci Sports. 2008 Oct;18(5):591-5. Muhtaroğullari M1, Demiralp B, Ertan A. Non-surgical treatment of sports-related temporomandibular joint disorders in basketball players. Dent Traumatol. 2004 Dec;20(6):338-43.
Titel onderzoek. Promotor: Roussel Nathalie UAntwerpen MSK Co-promotor: Remmen Roy UAntwerpen Huisartsengeneeskunde Begeleider: Leysen Marijke UAntwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: -Nederland Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Physicians' attitudes and beliefs about pain have been registered, as it has been demonstrated that they are important determinants of prescription behavior when treating patients with musculoskeletal pain (Coudeyre et al. , 2006, Darlow et al. , 2012). Physicians' attitudes and beliefs can be examined using questionnaires, vignettes and qualitative research (Bishop et al. , 2008). This systematic review will be conducted in order to review the available literature examining prescription behavior of physicians treating patients with low back pain (LBP). Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: When assessing general practitioners' attitudes and beliefs and (prescription) behavior, vignettes and questionnaires are frequently used. These data allow some preliminary suggestions regarding the behavior a general practitioner would have when confronted to a patient (hypothetical situation). However, there is a lack of experimental data regarding the effective (prescription) behavior of general practitioners treating patients with LBP (real situation), with respect to the prescription of drugs, physiotherapy, medical imaging, rest or work absence. In the experimental part of the study, we will examine the prescription behavior of general practitioners treating patients with low back pain using iCARE databases. In addition some interviews with the general will be
organized to gather in-depth insights in their behavior when treating patients with LBP. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Cross-sectional design. The iCARE data base will be consulted using the codes for patients with LBP. In addition qualitative research will be performed (interviews in focus groups). Referentie artikels: Bishop A, Foster NE, Thomas E, Hay EM. How does the self-reported clinical management of patients with low back pain relate to the attitudes and beliefs of health care practitioners? A survey of UK general practitioners and physiotherapists. Pain. 2008;135:187-95. Coudeyre E, Rannou F, Tubach F, Baron G, Coriat F, Brin S, et al. General practitioners' fear-avoidance beliefs influence their management of patients with low back pain. Pain. 2006;124:330-7. Darlow B, Fullen BM, Dean S, Hurley DA, Baxter GD, Dowell A. The association between health care professional attitudes and beliefs and the attitudes and beliefs, clinical management, and outcomes of patients with low back pain: a systematic review. European journal of pain (London, England). 2012;16:3-17.
Titel onderzoek. Promotor: Roussel Nathalie UAntwerpen MSK Co-promotor: Struyf Filip UAntwerpen MSK Begeleider: Kuppens Kevin UAntwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Patients' attitudes and beliefs about pain, as well as psychosocial factors such as kinesiophobia (fear of movement/(re)injury) and pain catastrophizing (an excessively negative orientation toward pain) have been pointed as key aspects in the maintenance of pain and associated disability in a variety of patients with musculoskeletal disorders, including low back pain or osteoarthritis (Foster et al. , 2008, Picavet et al. , 2002, Severeijns et al. , 2005). These findings are in line with a cognitive-behavioral framework, highlighting the importance of maladaptive interpretations of bodily sensations and the expectations of the patients (Foster, Bishop, 2008, Haanstra et al. , 2013, Picavet, Vlaeyen, 2002, Vlaeyen et al. , 1995). While a few studies examined pain catastrophizing, kinesiophobia or maladaptive beliefs in patients with shoulder pain, no systematic review has been carried out. Therefore the purpose of the master degree part 1 is to systematically review the scientific literature regarding 'yellow flags', such as pain catastrophizing, hypervigilance, fear avoidance in patients with shoulder pain. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: According to Leventhal's Common Sense Model (Leventhal et al. , 2003), patients develop cognitions and emotions about their illness based on former experiences, interpretation of symptoms and provided information, called illness perceptions. To measure these cognitive and emotional perceptions, the Illness Perception
Questionnaire-Revised (IPQ-R) was created. However, no studies evaluated the illness perceptions of patients with shoulder pain. The purpose of the observational study is to evaluate the illness perceptions, pain catastrophizing, pain vigilance and fear avoidance in patients with shoulder pain. In addition we aim to compare overhead athletes with shoulder pain to a non-sportive sample of patients with shoulder pain. Korte omschrijving methode masterproef deel II: Case control design. Patients with shoulder pain (overhead athletes and non-sportive patients) and healthy subjects will be asked to complete a battery of questionnaires. Referentie artikels: - George SZ, Hirsh AT. Psychologic influence on experimental pain sensitivity and clinical pain intensity for patients with shoulder pain. J Pain. 2009 Mar;10(3):293-9. Huis 't Veld RM, Vollenbroek-Hutten MM, Groothuis-Oudshoorn KC, Hermens HJ. The role of the fear-avoidance model in female workers with neck-shoulder pain related to computer work. Clin J Pain. 2007 Jan;23(1):2834. Feleus A, van Dalen T, Bierma-Zeinstra SM, Bernsen RM, Verhaar JA, Koes BW, Miedema HS. Kinesiophobia in patients with non-traumatic arm, neck and shoulder complaints: a prospective cohort study in general practice. BMC Musculoskelet Disord. 2007 Nov 28;8:117.
Titel onderzoek. Promotor: Roussel Nathalie UAntwerpen MSK Co-promotor: Pitance Laurent Université Catholique de Louvain MSK Begeleider: Leysen Marijke UAntwerpen MSK E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Physicians' attitudes and beliefs about pain have been registered, as it has been demonstrated that they are important determinants of prescription behavior when treating patients with musculoskeletal pain (Coudeyre, Rannou, 2006, Darlow, Fullen, 2012). Physicians' attitudes and beliefs can be examined using questionnaires, vignettes and qualitative research (Bishop, Foster, 2008). Several questionnaires have been developed. We would like to examine the clinimetric properties of the existing questionnaires and examine if all questionnaires are specific to the studied pathology (low back pain, osteoarthritis,...) or if some 'generic' questionnaires exists. The purpose of this study is therefore to systematically review the literature regarding the questionnaires examining beliefs and attitudes of health care practitioners. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Temporomandibular disorders is a specific problem which is frequently misunderstood by dentists, stomatologists and general practitioners. The purpose of the observational study is to evaluate beliefs and attitudes regarding temporomandibular disorders in different groups of health care practitioners in Belgium. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Cross-sectional design. Dentists, stomatologists, physiotherapists and general practitioners will be
asked to complete several questionnaires regarding beliefs and attitudes of temporomandibular disorders. Referentie artikels: Baharvand M, Sedaghat Monfared M, Hamian M, Jalali Moghaddam E, Sadat Hosseini F, Alavi KA. Temporomandibular Disorders: Knowledge, Attitude and Practice among Dentists in Tehran, Iran. J Dent Res Dent Clin Dent Prospects. 2010 Summer;4(3):90-4. Epub 2010 Sep 16. Tegelberg A, Wenneberg B, List T. General practice dentists' knowledge of temporomandibular disorders in children and adolescents. . Eur J Dent Educ. 2007 Nov;11(4):216-21. Le Resche L, Truelove EL, Dworkin SF. Temporomandibular disorders: a survey of dentists' knowledge and beliefs. J Am Dent Assoc. 1993 May;124(5):90-4, 97-106.
Titel onderzoek. Promotor: Roussel Nathalie UAntwerpen MSK Co-promotor: Hallemans Ann UAntwerpen NPMK Begeleider: E-mail contactpersoon:
[email protected] Opleiding: Aantal studenten mogelijk voor dit onderwerp: 2 Duomaster mogelijk ja Selectiecriteria toekenning onderwerp aan studenten: .
Erasmusmogelijkheid? Ja, mogelijk Zo ja, land + universiteit: Korte omschrijving onderwerp masterproef deel I: Both researchers and clinicians show a huge interest in human movement and in the control of movement, in particular among dancers, actors and performers (performers differ from "traditional monodisciplinary actors" in that they combine dance, theatre, performance art, visual arts and music theatre during their performances). During the 1960s, researchers began to specifically examine the forces imposed on the body during ballet movements. This was done using biomechanical principles and techniques, as ballet involves highly coordinated movements of the extremities (i.e. legs and arms) and the trunk, whilst keeping the esthetic aspect in mind. Biomechanical research allows the capture of human movement and provides information on muscular function and its characteristics and has therefore extensively been used in dancers. Several studies examined the landing strategies in dancers. From the literature, it appears for example that fatigue changes landing mechanics, i.e. dancers land with worse alignment after being fatigued. Therefore a systematic review will be conducted in order to review the literature examining landing strategies in dancers and performers. Korte omschrijving onderwerp masterproef deel II: Over the past thirty years Jan Fabre has produced a considerable body of work as a visual artist, theatre director and playwright. His work has been exhibited and performed throughout the world and he is well known as an innovative and versatile
artist in the contemporary arts. Unsurprisingly, Fabre places great importance on control of movement, where the generated muscle actions are an adequate response to the task, taking environmental and individual constraints into account (Roussel et al. , 2014). The advice he gives to his performers regarding the control of movement is founded on several years of observation and interpretation of the possibilities of the human body. It is a purely practice-based method that is intuitively and subjectively managed by Fabre himself. The purpose of this observational study is to evaluate the voluntary control of movement of Fabre's performers during the cat exercise. During that exercise the performer is asked to execute transitions between immobile postures and some rapid movements or dynamic changes of directions, as does a cat when preparing to jump. However, these movements must be executed with extreme precision (e.g. postural control of the trunk in four-point kneeling position and coordinated movement patterns of trunk and extremities). In addition, the performer has to perform a few jumps during these exercises. Korte omschrijving methode masterproef deel II : Case control design. Experienced performers (from Fabres company) and novice performers (without experience with Fabres work) will be asked to perform this Cat exercise in a multi-disciplinary, motion analysis laboratory (M²OCEAN) equipped with an automatic three-dimensional motion capture system and surface electromyography. Referentie artikels: Chockley C. Ground reaction force comparison between jumps landing on the full foot and jumps landing en pointe in ballet dancers. J Dance Med Sci. 2008;12(1):5-8. Orishimo KF, Kremenic IJ, Pappas E, Hagins M, Liederbach M. Comparison of Landing Biomechanics Between Male and Female Professional Dancers. American Journal of Sports Medicine. 2009;37(11):2187-93 Liederbach M1, Kremenic IJ, Orishimo KF, Pappas E, Hagins M. Comparison of landing biomechanics between male and female dancers and athletes, part 2: Influence of fatigue and implications for anterior cruciate ligament injury. Am J Sports Med. 2014 May;42(5):1089-95.
Wilson Margaret and Kwon Yong Hyun. The role of biomechanics in understanding dance movement: a review, Journal of Dance Medicine and Science 12(3): 109-116. Roussel N, Hallemans N, Rutgeerts J, Gielen J & Van den Dries L. Exploring the biomedical paradigm in the work of Jan Fabre. Research Performance 2014;9:4,45-5