Voorstel aansturing en financiering van AMHK Werkgroep Veiligheid en Kind Versie 15 sept. 2014
Opdrachtgever De stuurgroep Sociaal Domein in MH en het portefeuillehouderoverleg Sociale Agenda ZHN.
1. Inleiding Het besluit om het AMHK Hollands Midden bij de GGD in te richten is al eerder genomen. Deze notitie heeft tot doel tot heldere afspraken te komen over de wijze waarop het AMHK, landelijk nu ‘Veilig Thuis’ genoemd, door gemeenten wordt aangestuurd en hoe AMHK gefinancierd wordt. Eerst zal de stand van zaken rond de vorming van Veilig Thuis kort worden toegelicht. Daarna wordt aangegeven hoe SHG en AMK nu worden aangestuurd. Dan volgt een voorstel voor de financiering en het budget voor Veilig Thuis. De opties voor de toekomst worden afgesloten met een voorstel.
2. Stand van zaken Veilig Thuis (AMHK) 2.1. Overzicht ondernomen stappen - Het besluit in de regio’s MH en ZHN om AMHK te organiseren op het niveau van Hollands Midden en onder te brengen bij de GGD. - De opdrachtbrief aan GGD en BJZ van 17 dec. 2013 om medewerking te verlenen aan de samenvoeging van AMK en SHG per 1 januari 2015 en een businessplan op te stellen van de nieuwe organisatie - Het plan van aanpak vorming AMHK is in februari vastgesteld in de stuurgroepen van de beide regio’s ZHN en MH. - Een brief van GGD en BJZ van 13 maart 2014 als reactie op de opdrachtbrief, met uitgangspunten voor samenvoeging AMK en SHG. - N.a.v. een adviesgesprek van gemeenten met juristen van Pels Rijcken zijn als reactie op de uitgangspunten GGD en BJZ nieuwe uitgangspunten geformuleerd, met als belangrijkste doel frictiekosten van samenvoeging bij GGD te voorkomen. - In de stuurgroep AMHK, waarin 3 wethouders en de directeur GGD en BJZ, zijn het budget en de nieuwe uitgangspunten besproken. Hierover werd geen overeenstemming bereikt. - Tijdens een vervolgoverleggen leken er openingen om voor alle partijen tot een aanvaardbare oplossing te komen. - Over en weer zijn deze zomer door BJZ en gemeenten brieven gestuurd over uitgangspunten, budget en de formatie. - Over budget en formatie zijn beide partijen het eens. - Per 1 september heeft BJZ volgens het afspiegelingspricipe ontslag aangevraagd voor boventallig personeel, waaronder een aanzienlijk deel AMK medewerkers. - Onderwerp van gesprek tussen BJZ en gemeenten is nu welke medewerkers en welke expertise van AMK over gaat naar de GGD. Doel is dat dit medewerkers zijn met specifieke AMK expertise.
2.2. Projectgroepen Naast het formele traject om met BJZ tot goede afspraken te komen wordt in twee projectgroepen in goede harmonie gewerkt aan het tot stand komen van Veilig Thuis. A. De projectgroep Primair Proces, met manager SHG, teamleiders AMK en beleidsmedewerkers van Gouda en Leiden, waarin de processen van AMK, SHG en Meldpunt Zorg en Overlast (backoffice SHG) tegen het licht worden gehouden en nieuwe processen worden uitgewerkt. Er zijn hiervoor 4 actielijnen geformuleerd: o Eén meldpunt voor burgers en professionals 7x 24 bereikbaar; o Missie, visie, wettelijke taken en aanvullende taken zijn beschreven en expertise is gebundeld en geborgd; o Veilig Thuis werkprocessen zijn afgestemd en beschreven, waarin handelingsprotocol(VNG) de basis vormt en triage en processtappen die toeleiden naar zorg- en veiligheidscircuit zijn beschreven; o Aansluiting met het preventieve veld, lokaal sociaal domein en samenhang met drang en dwang is geborgd in samenwerkingsafspraken; o Communicatieplan is opgesteld en wordt uitgevoerd.
1
B. De projectgroep Organisatie richt zich op de organisatorische samenvoeging van SHG en AMK. Hierin zijn in wisselende samenstelling specialisten van AMK en GGD vertegenwoordigd. Als actielijnen zijn benoemd: o Financiën o Personeel en organisatie o Huisvesting en werkplek o Overige zaken Vanuit het ondersteuningsprogramma AMHK van de VNG zijn op diverse onderdelen handreikingen opgeleverd die steeds ter ondersteuning en toetsing worden gebruikt. Het handelingsprotocol vormt een belangrijke basis voor het vormgeven van de werkprocessen. Landelijk is ook de nieuwe naam Veilig Thuis voor het AMHK gepresenteerd na een uitgebreide landelijke inventarisatie ronde.
3. Sturing Veilig Thuis 3.1. Huidige aansturing AMK en SHG Het AMK en SHG kennen op dit moment een duidelijke en eenduidige aansturing. De Provincie maakt in het kader van de financiering afspraken over AMK als onderdeel van BJZ. Het SHG kent op dit moment een stevige structuur voor beleidsvorming en aansturing en wordt gefinancierd door de centrumgemeenten Gouda en Leiden. Beide gemeenten maken met SHG subsidie afspraken over te leveren producten en resultaten. Hiervoor wordt gezamenlijk beleid ontwikkeld. Binnen de bestaande structuur van Regionaal Beleidsoverleg (RBO) is goed zicht op de uitvoering en de voortgang hierin, en zijn er mogelijkheden bij te sturen of aanvullende afspraken te maken. Dat betekent in de huidige praktijk dat de centrumgemeenten dicht op de uitvoering zitten en goed geïnformeerd zijn. In het RBO worden voorstellen voorbereid die in het Bestuurlijk overleg huiselijk geweld en kindermishandeling (BO HG) worden voorgelegd. Het RBO bestaat uit beleidsambtenaren huiselijk geweld en kindermishandeling van Katwijk, Alphen aan den Rijn, Gouda en Leiden. Daarnaast maken SHG, AMK en politie deel uit van het RBO. Vanuit het RBO kunnen voorstellen worden voorgelegd aan ambtelijk overleggen, zoals het AOZW. In elk RBO wordt afgesproken welke informatie door gaat naar beleidsambtenaren huiselijk geweld en kindermishandeling van gemeenten in Hollands Midden. Nu de gemeenten verantwoordelijk worden voor Jeugdzorg ligt aanvulling van het RBO met een beleidsmedewerker Jeugd voor de hand en kunnen onderwerpen ook in het AO Jeugd worden geagendeerd. Het BO HG bestaat uit de portefeuillehouders van Gouda en Leiden, een burgemeester afgevaardigd vanuit de Veiligheidsregio en een bestuurder vanuit de RDOG. Verder maken Politie, OM en GGD deel uit van het BO HG. Het BO HG is een voorbereidend overleg voor het RDOG, waarin de kaders worden vastgesteld voor HG en KM. Besluiten die formele bekrachtiging behoeven worden door het BO HG voorgelegd aan het AB RDOG en/of de Veiligheidsregio. Ook informatieve stukken worden naar beide overleggen doorgestuurd. 3.2. Ambtelijke betrokkenheid Veilig Thuis De transitie van de Jeugdzorg betekent dat bij vorming van Veilig Thuis naast de centrumgemeenten ook alle andere gemeenten in Hollands Midden meer belang stellen in de opdracht en sturing op Veilig Thuis. Niet alleen vanuit de noodzaak van een goede en effectieve aanpak van kindermishandeling maar ook omdat alle gemeenten, naast de centrumgemeenten, Veilig Thuis mede financieren. Het ligt voor de hand om daarmee ook de aansturing opnieuw tegen het licht te houden. Het AMHK wordt in de Jeugdwet genoemd, maar nader ingevuld in de WMO. Op dit moment is Veilig Thuis dan ook ambtelijk onderwerp van nadere invulling in twee werkgroepen. 1. De werkgroep regiovisie. De in februari 2014 vastgestelde Regiovisie Geweld in Huiselijke Kring Hollands Midden 2014 – 2018 is richting gevend voor het beleid van de komende jaren. De uitgangspunten voor het AMHK zijn hierin opgenomen. De regiovisie vraagt op onderdelen nadere uitwerking. In de werkgroep zitten de centrumgemeenten Gouda en Leiden en de regiogemeenten Zuidplas, Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Leiderdorp en Katwijk samen aan het roer om de 2
uitgangspunten en prioriteiten verder uit te werken. De werkgroep gaat daarmee dieper in op wat er nodig is voor een effectieve aanpak van de diversie vormen van geweld in huiselijke kring en hoe dat gerealiseerd kan worden. Gezamenlijk bepalen we o.a. wat hierbij van Veilig Thuis en de Vrouwenopvang wordt verwacht en formuleren prestatie-indicatoren voor Veilig Thuis. Voorstellen worden via RBO en BO HG vastgesteld en zo nodig doorgeleid naar formele besluitvorming. De centrumgemeenten kunnen via de subsidiebeschikkingen deze afspraken met Veilig Thuis vastleggen en monitoren. 2. De werkgroep Veiligheid en Kind is verankerd in het domein Jeugd. Hier worden o.a. afspraken gemaakt over dwarsverbanden tussen de verschillende partijen in het jeugddomein. Ook hier kunnen afspraken uit voortvloeien die raken aan de taken en sturing van Veilig Thuis. Belangrijk is dat de verbinding tussen het Jeugd- en WMO circuit wordt geborgd om te zorgen dat wensen en ideeën over prestatie afspraken en monitoring van beide kanten worden meegewogen. Beleidsmedewerkers van Gouda, Leiden en Zuidplas zijn in beide werkgroepen vertegenwoordigd. Hiermee is gezorgd voor een goede verbinding tussen beide werkgroepen. De huidige structuur van AOZW, AO Jeugd, RBO en BO HG kan benut worden om het beleid rond huiselijk geweld en kindermishandeling voor te bereiden. Betrokken medewerkers worden geïnformeerd en hebben de gelegenheid te adviseren over dit beleidsveld. Uitbreiding van het RBO met een beleidsmedewerker Jeugd zou een waardevolle aanvulling hierop zijn. 3.3 Formele aansturing Gemeenten zij met elkaar verantwoordelijk voor Veilig Thuis. De vraag is hoe deze verantwoordelijkheid wordt vertaald in de formele aansturing van Veilig Thuis. Deze vraag heeft verband met het feit dat niet meer alleen de centrumgemeenten financiers en daarmee de subsidie afspraken maken met Veilig Thuis, zoals nu bij het SHG het geval is. Vanaf 1 januari 2015 financieren alle gemeenten mee voor het deel AMK binnen Veilig Thuis. Daarmee is de vraag gerechtvaardigd door wie de subsidieafspraken met de GGD over Veilig Thuis worden gemaakt. Wordt gekozen voor voortzetting van subsidieafspraken door de centrumgemeenten Gouda en Leiden of gaan alle gemeenten in Holland Rijnland dat doen via de RDOG structuur? De huidige structuur voor het SHG is waardevol gebleken en biedt mogelijkheden om goed zicht op de uitvoering te houden, knelpunten snel te signaleren en zo nodig beleid en uitvoering aan te passen en te verbeteren. Dat willen we graag behouden. Door de verbinding te maken met de Jeugdketen in RBO en via AO Jeugd wordt recht gedaan aan de transities Jeugd en WMO. De RDOG structuur geeft formeel meer zeggenschap aan alle gemeenten, maar kent als nadeel lange besluitvormingsprocedures die niet altijd even transparant zijn. Sturen met veel gemeenten betekent ook compromissen sluiten en minder direct zicht op uitvoering en resultaten. Subsidie afspraken via de centrumgemeenten biedt helderheid naar Veilig Thuis met korte lijnen voor sturing en monitoring. Via de bestaande overlegstructuren hebben gemeenten de mogelijkheid de centrumgemeenten te adviseren en zijn zij betrokken bij te maken afspraken en de resultaten. Ook via BO HG hebben bestuurders via RDOG en VR invloed op beleid en uitvoering. 4. Financiering Veilig Thuis 20151 De bekostigingsvorm kan op een aantal manieren worden vormgegeven. Ten eerste is er het SHGdeel uit de DU VO van de centrumgemeenten Gouda en Leiden. Dit kan via subsidieverstrekking via de centrumgemeenten lopen. Hier is geen (extra) besluitvorming voor nodig. Subsidie wordt per beschikking aan GGD via de twee centrumgemeenten verstrekt, net als in 2014. Ten tweede is er het AMK-deel dat via de Rijksuitkering aan de individuele gemeenten in HollandsMidden wordt uitgekeerd per 1 januari 2015. Hiervoor zijn een aantal opties mogelijk die hieronder als scenario’s worden uitgewerkt.
1
Voorschoten heeft besloten om voor Jeugd aan te sluiten bij Haaglanden. Voor de GGD en Veilig Thuis wil Voorschoten blijven participeren in Zuid-Holland Noord. Dit betekent dat Voorschoten voor de bijdrage AMK aparte afspraken moet maken met de GGD onder dezelfde voorwaarde als de afspraken in deze regio.
3
4.1. Scenario’s Scenario 1: De keuze om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het inkoopmodel dat op dit moment wordt ontwikkeld in de regio’s MH en ZHN. Dit betekent dat de bekostiging onderdeel wordt van de RDOG-begroting, waarover alle gemeenten met RDOG afspraken maken en van RDOG een factuur ontvangen. Daarnaast worden vanuit de centrumgemeente d.m.v. subsidie en beschikking middelen beschikbaar gesteld voor financiering (voormalige SHG-taken). Voordeel: + Redelijk makkelijk te regelen via inkoopbureaus in MH en ZHN, maar niet voor gehele bedrag, omdat een deel hiervan een centrumgemeentetaak blijft. + Betrokkenheid van individuele gemeenten bij Veilig Thuis is geborgd. Nadeel: - Rol centrumgemeenten en regiogemeenten is niet evenwichtig en eenduidig, wie maakt afspraken waarover? - Inefficiënt, veel menskracht nodig, zowel bij gemeenten als bij GGD voor in hoofdlijnen dezelfde afspraken. - Financiering Veilig Thuis loopt via twee financieringsstromen en de aansturen van AMHK loopt daarmee via twee lijnen of het kost inspanning en tijd om dat voor de hele regio op een lijn te krijgen: Lange besluitvormingstrajecten. Scenario 2: De gehele subsidie voor Veilig Thuis via subsidie centrumgemeenten laten lopen. Dit betekent dat er via een raadsbesluit (?) in alle gemeenteraden in HM een besluit moet worden genomen om het AMK deel van de financiën Jeugdhulp aan centrumgemeenten over te hevelen. Voordeel: + efficiënt en eenduidige sturing(evenwicht tussen sturing en inzet menskracht) + Helderheid over inzet van middelen, dit geldt zowel voor gemeenten als voor GGD/ Veilig Thuis + Duidelijke aanspreekpunten, zowel voor gemeenten als voor GGD/ Veilig Thuis Nadeel: - Besluitvormingstraject via alle gemeenteraden HM vraagt veel tijd - geen directe individuele vrijheid van gemeenten alleen via afstemming in ambtelijke en bestuurlijke overleggen. (centrale sturing via centrumgemeenten) - Minder betrokkenheid van individuele gemeenten bij Veilig Thuis Scenario 3: Financiering van Veilig Thuis vanuit de 4 geldstromen - Middelen Jeugd HR en MH en DU centrumgemeenten Gouda en Leiden. Gouda en Leiden maken namens alle gemeenten in HM subsidieafspraken met AMHK, waarin advies van collega’s Jeugd en WMO wordt meegenomen. Hiermee worden de voordelen van de scenario’s 1 en 2 gebundeld en de nadelen beperkt. Voordeel: + Redelijk makkelijk te regelen via inkoopbureaus in MH en ZHN + Gemakkelijk te regelen zonder dat geld heen en weer geschoven wordt. + Efficiënt en eenduidige sturing(evenwicht tussen sturing en inzet menskracht) + Betrokkenheid van individuele gemeenten bij Veilig Thuis wordt geborgd via overleg structuren. + Duidelijke aanspreekpunten, zowel voor gemeenten als voor GGD/ Veilig Thuis Nadeel: - geen directe individuele vrijheid van gemeenten alleen via afstemming in ambtelijke en zo nodig bestuurlijke overleggen. 5. Te besluiten 1. Centrumgemeenten Gouda en Leiden op te dragen subsidie afspraken te maken met GGD/Veilig Thuis voor 2015. 2. Het Ambtelijk Overleg Jeugd en Ambtelijk Overleg Zorg en Welzijn hebben hierin een adviesfunctie.
4
3. Keuze voor financiering van Veilig Thuis vanuit 4 geldstromen voor 2015 en daarmee voor de meest eenvoudige optie. Voorwaarde is overeenstemming over welke middelen waar vandaan komen en wat het totaal bedrag is waarover afspraken gemaakt worden. Hierover is met gemeenten en BJZ inmiddels overeenstemming bereikt.
5