100 vragen over
KIND EN VEILIGHEID Kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 4 jaar zijn vaak het slachtoffer van een ongeval in of vlakbij huis.Vaak terwijl de ouders in de buurt zijn.Wat kleintjes gisteren niet konden, lukt ze namelijk vandaag wel. Bovendien zijn ze altijd op ontdekkingstocht. 100 vragen (en antwoorden) om de risico’s te verkleinen. 64
Consumentengids | november 2004
Beeld: Anki Posthumus
Algemeen
1
Wat zijn de grootste risico’s voor mijn kind? Vallen, beknelling, contact
met een ander, geraakt worden door een bewegend object en contact met een vreemd voorwerp (inslikken).
2
En wat nog meer? Stoten tegen een stilstaand object, verbranding, vergiftiging, snijden aan iets scherps en een dierenbeet.
3
Hoe bescherm ik mijn kind het best? Zorg voor een zo veilig
mogelijke omgeving. Houd zoveel mogelijk toezicht. En leer uw kind wat wel en niet mag.
Slapen
4
Wat is veiliger, een wiegje of ledikantje? Maakt weinig uit. Een
baby kan eigenlijk meteen na de geboorte al in een ledikantje slapen, maar een wieg neemt minder ruimte in. Nadeel is dat hij er na ongeveer drie maanden al uit moet.
5
Welke eisen gelden er voor een veilige wieg? Hij is minimaal 30 cm
diep, 45 cm breed en 80 cm lang. Een gaatjesbodem ventileert het best. Minstens twee zijwanden moeten spijlen (onderlinge afstand tussen 4,5 en 6,5 cm) of een open geweven stof hebben.
6
9
Waar zet ik de wieg of het ledikantje het best neer? Liever niet
bij het raam (in verband met verstikking in gordijnkoorden en tocht) of vlak naast de verwarming (verbranding en warmtestuwing).
10
En waaraan moet een ledikantje voldoen? Het ledikant is minstens 120
cm lang en 60 cm breed. Heeft het kind in de lengte minder dan 20 cm speling, dan is het te klein. De afstand tussen de spijlen is 4,5 à 6,5 cm en de spijlen lopen tot aan de bodem. Er zitten geen knoppen, (scherpe) uitsteeksels of splinters aan. De randen zijn minimaal 60 cm hoog.
11
Ons ledikantje heeft een verstelbare bodem. Dan moet in de
laagste stand de afstand tot de bovenkant van het bedje minimaal 55 cm zijn, en in de hoogste stand nog minimaal 30 cm. De bodem mag niet doorzakken of zo laag gezet kunnen worden dat er ruimte tussen bodem en wand ontstaat. Bevestig de bodem lager als uw kindje kan zitten.
12
Maakt de soort bodem uit? Een
Zijn er meer aandachtspunten?
Hoe zit het met de bekleding? Die moet stevig vastzitten en ‘ademen’, voor de benodigde ventilatie. Gebruik daarom geen kussenachtige zijwandbekleding.
13
Tot hoelang kan mijn kindje erin slapen? Er zijn kinderen die al
met 1,5 jaar uit het ledikant kunnen klimmen.
14
vast. Hang geen speeltje, muziekdoosje of mobile aan het bed.
15
Zijn er eisen voor de matras?
Ja, dezelfde als bij vraag 8. En verder: gebruik geen oude matras, die gevuld kan zijn met bijvoorbeeld kapok of zeegras, waar veel kinderen overgevoelig voor kunnen zijn.
16
En welk beddengoed is het veiligst? Een babyslaapzak.
17
En een dekentje? Mag ook, mits goed opgemaakt. Zie vraag 27.
lattenbodem ventileert het best.
Ja. Geen punten en scherpe randen en een stevig onderstel, zodat de wieg niet kantelt. Bij ‘schommelwiegjes’ moet u het schommelmechanisme kunnen blokkeren.
7
8
En de matras? Zorg dat rondom het matrasje niet meer dan 2 cm ruimte is, zodat baby zich er niet onder kan wurmen. Verder is de matras schoon, vrij van schimmels en stevig, zodat het gezichtje er niet in wegzakt. Neem met het oog op verstikking geen matras met plastic hoes.
Nog meer tips? Verwijder een hemeltje zodra de baby ongeveer een halfjaar oud is, zodat hij het niet in zijn bedje kan trekken. Maak daarom ook een klamboe altijd goed strak
18
Welke tips hebben jullie voor zo’n slaapzak? Ze zijn er in een
zomer- en wintervariant. Een extra dekentje is dan niet meer nodig. De armsgaten en halsopening mogen niet zo groot zijn dat de baby erin kan kruipen. Het stiksel is van katoen en de slaapzak sluit met een rits van boven naar beneden.
19
Een dekbed is toch veel handiger? Een dekbed is te warm en je
kunt het niet kort en strak opmaken. Dit geldt ook voor een schapenvacht.
20
Wanneer kan een dekbed wel?
Als het kind minimaal 2 jaar is, kunt u een dekbed gebruiken of de deken in een dekbedhoes stoppen. Een hoes heeft aan de zijkanten ruime stofstroken, zodat u hem makkelijk onder het matrasje stopt. De onderkant van de hoes is afsluitbaar met bijvoorbeeld klittenband.
21
En een kussen? Gebruik tot het tweede jaar geen kussen (een kindje kan erin stikken) en ook geen hoofdbeschermer. Kinderen kunnen met hun gezichtje tegen de bekleding komen te liggen of tussen beschermer en spijlen bekneld raken. Bovendien belemmert een hoofdbeschermer de ventilatie.
november 2004 | Consumentengids
65
>
22
Ik wil toch graag een stootrand. Vlecht een stuk badstof of een
lap molton tussen de spijlen, die u met klittenband stevig vastmaakt.
23
Zijn die logeerbedjes een beetje veilig? Volgens onze test
(Consumentengids juli 2004) wel. Bij alle zeven geteste bedjes waren de stabiliteit en het vergrendelingsmechanisme in orde, en ontbraken scherpe randen. Ook hadden de matrassen allemaal klittenband.
28
Dat is het? Nog meer tips vindt u op www.wiegedood.nl.
24
En een niet getest bedje? Dat moet dezelfde minimale afmetingen als een ledikant hebben. De bedbodem is stevig en voorzien van hulpstangen, tegen doorzakken. Kies een bedje met luchtdoorlatende bekleding en framebuizen aan de buitenkant. Het inklapmechanisme heeft een kindveilige sluiting en er zijn geen openingen of koordjes waarachter een kind kan blijven haken. Bij doorkijkgaas in de zijwanden mogen de mazen niet wijder zijn dan 7 mm, zodat handjes of voetjes er niet in verstrikt kunnen raken. En natuurlijk kantelt het niet als een ouder kind aan de rand hangt.
25
Nog gebruiktips? Controleer altijd vooraf of het bedje wel helemaal is uitgeklapt.
26
Je hoort nogal wat over wiegendood. Sinds ouders het advies
krijgen om een baby op de rug te slapen te leggen (bij slapen in buikligging is de kans op wiegendood drie tot zeven keer groter), is het aantal slachtoffers gelukkig flink afgenomen.
27
Meer tips? Zoals eerder gezegd: een dekbed is te warm, en warmtestuwing is een belangrijke risicofactor (kleed het kind daarom ook niet te warm). Gebruik geen kussens, hoofdof zijwandbeschermers of een riempje. Maak het bed kort op, zodat de baby met zijn voetjes tegen het voeteneinde ligt en zorg ervoor dat hij
66
niet verstrikt kan raken in koordjes of zo. Laat de baby ten minste het eerste halfjaar bij u op de kamer slapen, zodat u hem goed in de gaten kunt houden. Controleer regelmatig of het kind inderdaad nog op zijn rug ligt. Geef het geen medicijnen met slaapverwekkende bijwerking (zoals hoestdrank) en voorkom meeroken. Ventileer goed, zeker als het kind verkouden is. En verstoor zo min mogelijk de rust en regelmaat.
Consumentengids | november 2004
29
Mag de baby ’s nachts bij ons in bed? Nee, dat is te riskant. Het
kind kan het te warm krijgen door het dekbed, tussen matrassen bekneld raken, uit bed vallen of met zijn gezichtje tegen kussens aandrukken. Bovendien kunt u in uw slaap op het kind rollen.
30
Hoe voorkom ik dat mijn baby zich tijdens de slaap op zijn buik draait? Een babyslaapzak maakt het
moeilijker om naar de buik te draaien. Eventueel kunt u een lakentje gebruiken om uw kind goed in te stoppen, of het voeteneind van de babyslaapzak instoppen. Een kind leert namelijk van de rug naar de buik te draaien door de voeten in de lucht te steken en die naar één kant te laten vallen. Gebruik geen hulpmiddelen om uw kind op de rug vast te leggen.
langst en gelijkmatigst warm. De kruik moet goedgekeurd en naadloos zijn en de schroefdop heeft meerdere windingen, voor een goede afsluiting. En natuurlijk moet er een goed afsluitbare kruikenzak omheen. Leg de kruik nooit tegen het kindje zelf aan; haal ’m liefst eruit als u de baby erin legt. Een veilig alternatief is de Belly Babywarmer.
31
34
Dus hij mag nooit op zijn buik liggen? Jawel, als hij wakker is en u
erbij bent. Dat is goed om zijn motoriek te oefenen.
32
Wanneer mag mijn baby wel op zijn buik slapen? Als uw baby
zichzelf vlot om en om kan draaien.
33
Kan ik een kruikje gebruiken?
Ja, maar niet iedere kruik is even veilig. Metalen kruiken blijven het
Wat is dat? Een elektrische ‘kruik’. Hij wordt wel iets minder warm dan een heetwaterkruik, maar kan niet lekken omdat er geen vloeistof in zit. Op www.bellybabywarmer.nl vindt u een lijst van verkooppunten.
Verzorging
35
Waar moet ik bij een commode op letten? De zijkanten en de achter-
zijde zijn minimaal 3 cm hoog, het bovenblad minimaal 75 cm breed en 55 cm diep, en de werkhoogte tussen de 90 en 105 cm. De commode is glad afgewerkt en stabiel, ook als deurtjes of laden openstaan.
36
En als ik ermee bezig ben?
Laat een kind nooit los op de commode liggen. Houd altijd een hand in de buurt om een onverwachte beweging op te vangen. Leg daarom alle spullen vooraf binnen handbereik.
37
Hoe kan ik mijn baby veilig wassen? De tere babyhuid zal badwa-
ter gauw te heet vinden. Controleer de temperatuur daarom met uw elleboog, pols of een badthermometer.
stoel gebeurt namelijk door een val uit de stoel. Laat het kind nooit alleen, ook niet in een gordel.
Kruipen en spelen
42
Waar moet ik bij speelgoed op letten? Koop geen speelgoed dat een
baby geheel in zijn mond kan stoppen, of met kleine onderdelen die los kunnen laten. Geef ook geen touw of lintjes om mee te spelen. Gebruik geen oud speelgoed met mogelijk loodhoudende of bladderende verf.
43
Hoe zit het met die weekmakers? Bijtringen, rammelaars en spe-
nen die in 2000 of later in Nederland gekocht zijn, zijn wat weekmakers
betreft veilig. Er is nieuwe wetgeving op komst voor ander speelgoed.
44
Kan de box kwaad? De box is een veilige en rustige speelplek. Zie voor de verstelbare bodem vraag 11. De afstand tussen de spijlen is 4,5 à 6,5 cm of de maaswijdte is maximaal 0,7 cm. Let op de hoekmaat, want daar is de afstand tussen de spijlen meestal het grootst. De gebruikte verf mag niet giftig zijn en niet loslaten wanneer hij nat wordt (baby’s sabbelen op alles). Vier of vijf speeltjes en een knuffel tegelijk in de box zijn echt genoeg. Groot speelgoed in de box kan als opstapje worden gebruikt.
45
En zo’n boxtrapeze? Zodra uw kindje zich kan optrekken, kunt u een
38
Is zo’n babyemmer veilig? Mits u er altijd bij blijft. Dat geldt ook voor een badzitje.
39
Meer badtips? Ja. Zorg ervoor dat uw kind niet bij de heetwaterkraan kan. Een babybadje met een inklapbare standaard moet een goede borging hebben. Klap de standaard helemaal uit voordat u uw baby in bad doet. Gebruik een onderstel niet meer als uw baby zichzelf kan optrekken. Breng antislipmateriaal aan als uw kindje oud genoeg voor het gewone bad is. Berg cosmetica, zeep, shampoo, scheermesjes en dergelijke buiten bereik op.
40
Wat is de beste kinderstoel?
Een stoel met een zitbreedte van minstens 30 cm; zittinglengte van ongeveer 25 cm; afstand van eetblad tot zitting van minstens 16 cm en afstand tussen eetblad en rugleuning van minstens 23 cm, geeft u lang plezier.
41
Verder nog eisen? Ja: de stoel moet gordels hebben, en dan liefst met een rugsluiting, zodat uw kind er niet zelf aan kan prutsen. Bijna 90% van de ongelukken met een kinder-
november 2004 | Consumentengids
67
>
Gebruik een ovenbeschermer en installeer thermostaatwaterkranen. Berg lucifers goed op en installeer rookmelders. Bewaar schoonmaakmiddelen en plastic tassen buiten bereik. Laat nooit schoonmaakmiddelen naast de emmer staan.
50
Wat denken jullie van een loopstoeltje? Er gebeuren erg veel
ongelukken mee. Met een loopstoeltje wordt een kind nog sneller dan u denkt, en kan overal makkelijker bij. Verder zijn ze lang niet altijd stabiel en kunnen andere kinderen ze als speelgoed beschouwen, dat ze – met de baby erin – gaan rondduwen. En veel baby’s/peuters zullen proberen erin of eruit te klimmen. Bovendien leren kinderen met zo’n stoeltje zeker niet eerder lopen.
51
Hoe maak ik onze tuin veiliger? Gooi de vijver dicht of dek
’m af met een rooster. Denk ook aan de planten: sommige tuinplanten zijn giftig. Doe de schuurdeur altijd op slot. Kijk of er trapjes of randen zijn waarover uw kind kan vallen. Sluit de tuin goed af.
52
boxtrapeze beter verwijderen en de bodem in de laagste stand zetten.
46
Hoe maak ik de huiskamer veiliger voor mijn kruipende baby?
Dek stopcontacten en stekkerdozen af met afdekplaatjes of met een losse plug, maar het best is een kinderveilig stopcontact. Kort elektriciteitssnoeren in of werk ze goed weg. Gebruik deurbeveiligers, breng antislipmateriaal aan onder vloerkleden en matten en vervang laaghangende tafelkleden door placemats. Zet kinderveilige sluitingen op kasten en laden. Hoekbeschermers voorkomen stootschade. Veranker kasten aan de muur, zodat ze niet voorover kunnen vallen als uw kind erin klimt. Scherm een open haard af.
68
Consumentengids | november 2004
Waar moet ik op letten bij speeltoestellen? Lees de gebruiksaan-
47
En de rest van het huis? Zet traphekjes boven en onder voor de trappen en beveilig alle ramen vanaf de eerste verdieping.
48
Hoe zit het met vergiftiging?
Allerlei ‘normale’ zaken kunnen voor kinderen giftig zijn, zoals schoonmaakmiddelen, medicijnen, tabak, alcohol, bepaalde kamerplanten en cosmetica. Berg ze weg.
49
Hebben jullie tips voor onze open keuken? Zeker. Voorzie het
fornuis van een veiligheidsrekje, zodat het kind geen pannen kan omtrekken. Zet pannen altijd met de steel naar achteren en laat ze nooit met heet water of vet zonder toezicht staan.
wijzing en zet het toestel indien nodig vast aan de grond. Zet speeltoestellen altijd op los zand of op gras. Zorg ervoor dat er geen diepe kuilen en vervuiling zijn en dat er rondom het toestel in een straal van 1,5 m geen obstakels of harde materialen zijn. Controleer de toestellen regelmatig: staan ze nog vast, zijn er geen onderdelen kapot? Let erop dat kinderen geen koordjes in hun kleding hebben waaraan ze kunnen blijven haken. Als u een kind moet helpen om op een toestel te komen, dan is het ongeschikt. Houd altijd toezicht.
Op stap
53
Wat is een goede babydrager?
Draagdoeken zijn geschikt vanaf de geboorte. Daarnaast is er de slen, een lange wikkeldoek die met enkele slagen om het lichaam van de ouder en dat van het kind wordt geknoopt. De slen vinden we het minst veilig, omdat hij geen dubbele bevestiging heeft; hij wordt met een knoop vastgemaakt.
goed zelfstandig kan zitten, dus ongeveer vanaf zeven maanden. Een babyjogger met kinderwagenbak kunt u natuurlijk vanaf de geboorte gebruiken. Voor buggy’s gelden dezelfde eisen als bij wagentjes (zie vraag 56), plus een voorziening om de zwenkwielen vast te zetten.
54
Er zijn toch adapters waarmee je een autostoeltje op een buggyonderstel kunt monteren? Ja, u hoeft
En als het kind al wat ouder is?
Vanaf zes weken tot circa acht maanden kunt u uw baby meenemen in een draagzak, zoals een buikdrager met dubbele sluiting. De drager moet goede steun voor rug en hoofdje geven, en de baby kan niet opzij wegglijden. De draagband is stevig bevestigd en de arm- en beengaten zijn ruim, maar niet té ruim.
55
Je hebt ze toch ook voor op de rug? Klopt. Zodra uw baby goed
rechtop kan zitten, kunt u overstappen op een rugdrager. Kies er een met een tuigje om te voorkomen dat baby wegglijdt. Een heupband zorgt ervoor dat u het gewicht op uw heupen draagt en niet aan uw schouders. Controleer of de sluitingen van de draagbanden goed dicht zitten en zet uw kind altijd vast. Laat de rugdrager nooit ergens staan met uw kind erin.
56
Waarop moet ik bij een wagentje letten? Kijk of er een dub-
bele beveiliging is tegen plotseling inklappen en een rem op minimaal twee wielen. Controleer de wagen op scherpe onderdelen of beknellingsgevaar. Een wandelwagen moet een tuigje hebben en de banden zijn minimaal 2 cm breed.
57
Is dat alles? Nee. Zet een wagen altijd op de rem voordat u uw kind in de wagen legt. Vergeet bij een regenscherm de ventilatie niet. Hang geen zware tassen aan de duwbeugel.
58
Vanaf welke leeftijd kan een buggy of babyjogger? Zodra uw kind
59
het autostoeltje dan niet te dragen. Maar laat uw kindje er niet te lang in.
60
Waarom niet? Een buggy of autostoeltje op een wagen kan een kinderwagen niet vervangen. Zeker een pasgeboren kind ligt het liefst plat, wat het best is voor rug, heupen en bekken.
61
Een buggydrager voor op de fiets, is dat wat? Ja, zolang de fiets
stabiel blijft staan als u afstapt.
62
En in de auto? In de auto zit de baby het veiligst in een deugdelijk autostoeltje. Elke andere manier van vervoeren (los in uw armen, op schoot of anders) is onveilig.
63
Mogen autostoeltjes zomaar worden verkocht? Nee. Om een
goedkeuringsnummer te krijgen en verkocht te mogen worden, moeten alle autostoeltjes voldoen aan Europese regels. Dit garandeert dat alle autostoeltjes die u kunt kopen enigszins beschermen tegen de gevolgen van een botsing. U herkent ze aan het (vaak oranje) ECE-keurmerk.
64
Wat zegt zo’n goedkeuringssticker? Dat het betreffende model in
Nederland verkocht mag worden. Via het nummer op de plakker kunt u de fabrikant achterhalen. Handig, want sommige stoeltjes worden onder verschillende namen verkocht. In de tabel bij onze tests vindt u die goedkeuringsnummers.
65
Mooi, dan hoef ik dus niet meer op te letten. Toch wel, want de
Europese regels en tests zijn aan de soepele kant. Onze tests zijn zwaarder en beter afgestemd op de dagelijkse praktijk.
66
Wanneer was jullie laatste test? In de Consumentengids van juni
dit jaar. Vooral de autostoeltjes voor de allerkleinsten (uit groep 0+, zie vraag 67) bleken aanzienlijk verbeterd. Zie ook onze website: www.consumentenbond.nl. Over niet al te lange tijd biedt de productkiezer (voor leden met een digitaal lidmaatschap) hierover veel extra informatie.
67
Wat is bij een autostoeltje belangrijk? Dat het bij het gewicht en
de lengte van het kind past. Groep 0+ is bedoeld voor kinderen tot 13 kg, 1 voor kinderen tussen de 9 en 18 kg, 2 voor kinderen tussen de 15 en 25 kg en 3 voor kinderen tussen de 22 en 36 kg.
68
Wat nog meer? Het stoeltje moet je blindelings correct kunnen aanbrengen en gebruiken. Controleer altijd of het in uw autogordels past. De vereiste loop van de autogordels hoort op het autostoeltje zelf te staan.
69
Lijkt me allemaal wat overdreven, toch? Nee. Dit is vooral van
belang als het om een combinatiestoeltje gaat dat zowel met de rijrichting mee als ertegenin kan worden gebruikt. In oude auto’s zijn de gordels nog weleens te kort. Bovendien worden veel autostoeltjes niet goed vastgemaakt, terwijl de bescherming daar juist zo sterk van afhangt. Volg dus de gebruiksaanwijzing nauwkeurig op.
70
Nog meer tips? Ja. Zet het stoeltje zolang mogelijk zó vast dat het kind naar achteren kijkt. Minstens zo belangrijk is dat er geen speling in de gordels is, zowel de autogordel als de kindergordel.
november 2004 | Consumentengids
69
>
Gesp uw kind daarom goed stevig in zijn tuigje vast, zó dat slechts een of twee vingers tussen kind en tuigje passen. De sluiting raakt de harde delen van het stoeltje niet en de gordel is niet gedraaid. Zet het kindje altijd vast, hoe kort de rit ook is. Zorg dat de sluiting laag op de heupen zit, niet op de buik.
71
Waar moet ik nog meer op letten? Dat het kind niet met zijn
hoofd op de rand van het stoeltje ligt, en dat u het stoeltje vast kunt zetten met makkelijk verstelbare gordels. Controleer ook of de gordel snel en simpel te openen en te sluiten is.
72
Waarom heeft een autostoeltje uit groep 0+ een schaalvorm? Om het
kindje bij een aanrijding zoveel mogelijk te beschermen.
73
Maar zo’n gekromde houding is toch niet zo goed voor zijn rug?
Klopt. Laat uw baby daarom nooit langer dan 1,5 tot 2 uur per dag in een autostoeltje zitten. Kinderen jonger dan 2 maanden kunt u beter niet rechtop laten zitten; kies een stoeltje dat een enigszins liggende stand kan aannemen.
74
Hoe moet dat dan op reis? Een
heel enkele keer kan geen kwaad, maar met een jonge baby zult u regelmatige lange autoritten uit moeten stellen.
Isofix? Isofix is een bevestigingssysteem voor autostoeltjes, waarbij de autogordel niet hoeft te worden gebruikt. In de auto zijn speciale bevestigingspunten aangebracht, waarop het autostoeltje kan worden vastgeklikt. Je hebt dus geen gedoe met gordels, en er is weinig kans dat het zitje verkeerd wordt bevestigd. Bovendien zit er minder speling in het systeem.
77
Dit is dus altijd beter? In principe wel, maar uit onze tests blijkt dat de Isofix-zitjes met twee bevestigingspunten bij een frontale botsing de neiging tot kantelen hebben. Nieuwe modellen met een derde bevestigingspunt (ook in de auto) behalen betere resultaten. Niet ieder Isofix-zitje kan in iedere auto worden gebruikt.
78
Hoe kom ik daarachter? Kijk in de gebruiksaanwijzing van het Isofix-zitje én in die van uw auto. De website van de autostoeltjesfabrikant geeft de recentste informatie.
79
Mag het autostoeltje voor mijn baby voorin? Ja, maar alleen als er bij
de passagiersstoel geen airbag zit.
80
Waarom? De explosieve kracht van een zich opblazende airbag is veel te groot voor jonge kinderen.
81
Kan het wel met een uitgeschakelde airbag? Liever niet. Stel dat u
75
vergeet die airbag uit te schakelen.
stoeltje uit groep 0+ heeft vaak een draagbeugel, waarmee het makkelijk uit de auto kan worden genomen. De stoeltjes voor de zwaardere kinderen zijn ‘vast’. U kunt ze wel uit de auto halen, maar in de praktijk blijven ze gewoon in de wagen. Beide soorten stoeltjes worden met de autogordels vastgezet, maar er is al enkele jaren een nieuw systeem: Isofix.
Hoe zet ik mijn stoeltje uit groep 0+ neer? Dat is alleen zo te
Wat zijn de verschillen tussen groep 0+ en de hogere groepen? Een
70
76
Consumentengids | november 2004
82
monteren dat het kind naar achteren kijkt. Zorg hier minimaal het eerste jaar ook bij een combistoeltje voor.
83
Hoezo? Omdat het hoofd van een baby bijna evenveel weegt als de rest van zijn lichaam. Bovendien heeft een baby een instabiele nek en weinig
spierkracht om een klap op te vangen. Als het kind naar achteren kijkt, geeft dat bij een frontale botsing een betere ondersteuning en bescherming van nek en hoofd.
84
Wat voor stoeltje heb ik nodig als mijn baby ouder is? Vanaf 13 kg,
ongeveer als het kind 1 jaar is, gaat het in een groter, vastzittend autostoeltje uit groep 1. Deze stoeltjes kunt u vaak in drie tot vijf verschillende standen zetten; soms traploos. Sommige stoeltjes hebben een verstelbare breedte.
85
Waar moet ik nu op letten? Het stoeltje moet goed aansluiten op de autostoel en de hoofdsteun mag niet in de weg zitten. Volg goed de gebruiksaanwijzing. Als de oren van uw kind boven de zitting uitkomen, is het autostoeltje te klein.
86
En als mijn kind echt groter wordt? Voor grotere kinderen kunt u
een autostoeltje uit groep 2 en 3 – een zittingverhoger – kopen. Ook die moet voorzien zijn van een goedkeuringssticker, en geschikt voor uw autogordels zijn. De moderne zittingverhogers hebben vaak een in hoogte verstelbare rugleuning en zijflappen, in verband met een botsing van opzij.
87
Vanaf welke leeftijd mag mijn baby op de fiets mee? Zodra uw kind
goed rechtop kan zitten. Neem een baby jonger dan 3 maanden liever niet op de fiets mee, en beperk fietsvervoer tussen 3 en 9 maanden tot een minimum. U kunt dan gebruikmaken van een babyautostoeltje in een frame achterop de fiets of een fietskar achter de fiets.
88
Wat is beter: een fietsstoeltje voor- of achterop? Ze hebben elk hun
voor- en nadelen.
89
Zoals? Bij een stuurstoeltje
ziet het kind meer en kunt u er beter op letten. Ook blijft de bagagedrager vrij voor bagage. Nadelen zijn dat het kind (zonder extra scherm) in de wind zit en dat het bij een noodstop eerder over de kop kan slaan. Bovendien wordt het sturen zwaarder. En in negen van de tien gevallen moet u wijdbeens fietsen.
90
En hoe zit het met een stoeltje achterop? Daarmee stuurt u makkelij-
ker en verliest u minder snel het evenwicht. Bij een val is de kans op ernstig letsel kleiner. Het kind zelf zit beschutter. En u kunt u het zitje gebruiken tot het kind ongeveer 6 jaar is. Daar staat tegenover dat het kind minder ziet, dat de fiets vanwege het
extra gewicht achterop sneller steigert en dat u geen zicht op en minder contact met het kind heeft.
91
Wat is bij een stuurstoeltje belangrijk? Dat het een driepunts- of
vierpunts-(harnas)gordel heeft dat u aan de stuurpen of aan de balhoofdbuis bevestigt, dus niet aan het stuur zelf. Verder behoort het stoeltje een goede zijwaartse steun te bieden. Als uw kind te zwaar wordt – zeg maar vanaf 13 kg – wordt het sturen met een voorstoeltje te onveilig.
92
Nog meer adviezen? Zet het kind altijd vast met de gordels en zorg er ook voor dat de voeten in de
steuntjes vastzitten. Het kind mag uw zicht niet belemmeren. U moet nog genoeg ruimte hebben om op te stappen en het zadel moet laag genoeg staan om met beide benen bij de grond te kunnen.
93
Wat is bij een achterstoeltje belangrijk? Het grootste gevaar is dat
een voet tussen de spaken komt.
94
Wat doe ik daaraan? Koop een in hoogte verstelbaar fietsstoeltje met goede spaakbescherming en monteer jasbeschermers.
95
Dat is het? Nee. Het zitje moet een hoge rugleuning hebben (minimaal 45,5 cm) en voldoende steun geven. Zet het kind altijd vast (met een driepunts- of vierpunts(harnas)gordel.
96
Wat is een goeie fietskar? De kar is ruim genoeg voor een of twee kinderen en biedt ze een echte zitplaats (met gordels). De bodem is stevig en de kar heeft een achterlicht en achter- en zijreflectoren. Verder zit er een ingebouwde ‘oplooprem’ op. Een helder gekleurd vlaggetje erop vergroot de zichtbaarheid.
97
Wat is een ‘oplooprem’? Een rem die tegelijk met de fiets remt.
98
Hoe zit het met de bevestiging? De koppeling moet tweedelig
zijn: een deel op het wagentje en één op de fiets.
99
Nog eisen voor mijn fiets? Uw fiets moet over goede remmen beschikken; alleen een terugtraprem is meestal te zwak.
100
Waar kan ik meer informatie krijgen? Bij de Stichting
Consument en Veiligheid: ✆ (020) 511 45 67, www.veiligheid.nl.
november 2004 | Consumentengids
71