VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING Aanvrager Aangevraagde activiteit Locatie Datum evenement Kenmerk Projectnummer
: : : : : :
Cafferata GmbH Vuurwerkevenement Hardenberg - Heemsermarsweg 30 juni 2012 2012/0139507 Z-HZ_OVUUR-2012-004471
Inhoudsopgave Begrippenlijst ............................................................................................................................2 1. Algemeen..........................................................................................................................4 2. Afsteekterrein en gevarenzone .............................................................................................5 3. Toegankelijkheid ................................................................................................................5 4. Weersomstandigheden ........................................................................................................6 5. Opstellen ..........................................................................................................................6 6. Afsteken ...........................................................................................................................7 7. Terreincontrole ..................................................................................................................8 8. Ongewone voorvallen..........................................................................................................8 9. Arbeidsomstandigheden ......................................................................................................9 Bijlage 1: Veiligheidsafstanden................................................................................................... 10
2
BEGRIPPENLIJST Voor zover een norm of richtlijn (zoals NEN), waarnaar in een voorschrift of in de begrippenlijst verwezen wordt, betrekking heeft op de uitvoering van constructies, toestellen en apparaten, wordt bedoeld de vóór de datum, waarop deze vergunning is verleend, laatst uitgegeven norm of richtlijn met de daarop tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen, tenzij in het voorschrift anders is bepaald. ADR
Accord Européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route (Europese regelgeving betreffende vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg).
Afsteekprogramma
Geheel van opeenvolgende handelingen bij het afsteken van vuurwerk.
Afsteker
Persoon die in het bezit is van een Certificaat van vakbekwaamheid en als zodanig bevoegd is tot het afsteken van theater- en/of professioneel vuurwerk.
Afsteekterrein
Het terrein waar het af te steken vuurwerk wordt opgesteld.
Blindganger
Zichzelf voortdrijvend projectiel dat niet tot nadere ontbranding is gekomen en waar ten minste nog één lading in aanwezig is.
Certificaat van vakbekwaamheid
Certificaat als bedoeld in artikel 4.8a, lid 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. (zie ook de artikelen 3.3.2 en 3.3.3 van het Vuurwerkbesluit).
Consumentenvuurwerk
Professioneel vuurwerk, niet zijnde theatervuurwerk, dat voldoet aan de RNEV (zie artikel 3.1.2 van het Vuurwerkbesluit) en dat is bestemd voor het teweegbrengen van pyrotechnische speciale effecten tijdens een buitenevenement. In afwijking van artikel 3.1.1, lid 1 onder a van het Vuurwerkbesluit, is dit vuurwerk voorzien van de aanduiding “Geschikt voor particulier gebruik”.
Evenement
Geheel van activiteiten vanaf het opbouwen van de stellingen voor vuurwerk tot aan het voltooien van de eindcontrole na afloop van het afsteken van het vuurwerk.
Gedeputeerde Staten
Gedeputeerde Staten van de provincie waar het vuurwerk tot ontbranding zal worden gebracht.
Gevarenzone
Het afsteekterrein met daaromheen het gebied met een afstand gelijk aan de grootste veiligheidsafstand, van het af te steken vuurwerk.
NEN
Een door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) uitgegeven norm.
NEN 2559:2001/ C1:2002
Onderhoud van draagbare blustoestellen.
Opstelling
Constructies, welke worden gebruikt bij het opstellen van vuurwerk.
Register
Register zoals bedoeld in artikel 3.3.6 van het Vuurwerkbesluit.
RNEV
Regeling nadere eisen vuurwerk 2004.
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
3
Theatervuurwerk
Vuurwerk dat voldoet aan de RNEV (zie artikel 3.1.2 van het Vuurwerkbesluit) en dat is bestemd en geschikt voor het teweegbrengen van pyrotechnische speciale effecten tijdens een vuurwerkevenement wat zowel binnen als buiten kan plaatsvinden.
Toepasser
Bedrijf waaraan of persoon aan wie de toepassingsvergunning is verleend.
Transportverpakking
Verpakking als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (ADR/VLG).
Veiligheidsafstand
Vereiste afstand in meters tussen het opgestelde vuurwerkartikel en het publiek, gebaseerd op de effecten en het kaliber van het af te steken vuurwerk.
VLG
Regeling Vervoer over Land van Gevaarlijke stoffen.
Vuurwerkbesluit
Besluit van 16 januari 2004, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten en professioneel vuurwerk, Staatsblad 26, jaargang 2004.
Weigeraar
Vuurwerkartikel dat niet of niet geheel tot ontbranding is gekomen. Toelichting: indien elektrisch wordt ontstoken en er geen ontsteking heeft plaatsgevonden, wordt dit niet als een weigeraar gezien.
Werkplan
Werkplan als bedoeld in artikel 4.8 a, lid 1 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (zie ook artikel 3.3.4, lid 1 van het Vuurwerkbesluit).
WMS-categorie
Categorie naar de indeling van milieugevaarlijke stoffen krachtens de Wet milieugevaarlijke stoffen.
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
4
1.
Algemeen
1.1
De -
1.2
Bij het uitvoeren van het evenement mag niet van de documenten opgenomen in voorschrift 1.1 worden afgeweken, behoudens het bepaalde in voorschrift 1.9.
1.3
De afsteker dient zich op locatie te kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs).
1.4
Indien een andere afsteker het evenement gaat verzorgen dan in het werkplan is vermeld, dient de vervanger tijdens het evenement schriftelijk aan te tonen dat hij onder verantwoordelijkheid van de toepasser werkt.
1.5
Vanaf het begin van de opbouw tot aan het einde van het afbreken van de opstellingen van het vuurwerk dient een afsteker aanwezig te zijn die de Nederlandse taal machtig is.
1.6
Bij het afsteekterrein dient de toepasser er zorg voor te dragen dat vanaf het moment van aanvoer en tijdens opbouw en afsteken tot en met het afvoeren van het vuurwerk continu eigen toezicht aanwezig is.
1.7
Personen, die de afsteker assisteren bij het opstellen en afsteken van het vuurwerk en het bewaken van het afsteekterrein en de gevarenzone, dienen vooraf door de afsteker zodanig te zijn geïnstrueerd dat overtreding van deze voorschriften redelijkerwijs is uitgesloten.
1.8
De afsteker dient instructies aangegeven door toezichthoudende ambtenaren welke aangewezen zijn door Gedeputeerde Staten of door brandweer of politie op te volgen.
1.9
Wijzigingen in het werkplan (bijvoorbeeld afsteekprogramma, tijden, soorten vuurwerk) dienen minimaal vijf werkdagen voorafgaand aan het evenement schriftelijk per brief of fax aan Gedeputeerde Staten (faxnummer 038-4257500), onder vermelding van “t.a.v. toezichthouder (vuurwerkevenementen) Meldpunt Overijssel”, te worden overgelegd en schriftelijk op locatie aanwezig te zijn. Hierbij mogen nooit de veiligheidsafstanden, zoals opgenomen in voorschrift 6.1 worden overschreden.
1.10
Indien kleinere kalibers, dan het vergunde vuurwerk, worden gemeld (zie voorschrift 1.9), dienen de veiligheidsafstanden te worden aangehouden zoals weergegeven in bijlage 1.
1.11
Indien de wijzigingen niet tijdig zijn doorgegeven of Gedeputeerde Staten hebben verklaard dat de wijzigingen niet aanvaardbaar zijn, mogen de wijzigingen niet worden doorgevoerd.
1.12
Indien een evenement wordt afgelast dient dit voor de uitvoeringsdatum en/of -tijdstip van het evenement aan het Meldpunt Overijssel schriftelijk (zo mogelijk per fax 038-4257500) kenbaar te worden gemaakt. Indien het moment van afgelasting buiten kantooruren (maandag tot en met vrijdag van 08.00 uur tot vrijdag 17.00 uur) valt dient dit telefonisch kenbaar te worden gemaakt (telefoonnummer 038-4252423) aan het Meldpunt Overijssel.
afsteker dient op locatie te beschikken over: de door Gedeputeerde Staten gewaarmerkte ontbrandingstoestemming; deze voorschriften; de aanvraag; het werkplan; een Certificaat van Vakbekwaamheid of een kopie hiervan; het bewijs van verzekering.
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
5
2.
Afsteekterrein en gevarenzone
2.1
Op het afsteekterrein mogen tijdens het afsteken van het vuurwerk geen voertuigen aanwezig zijn, anders dan het voertuig vanwaar het vuurwerk wordt afgestoken.
2.2
Bij grondvuurwerk mogen binnen een afstand van 25 meter buiten het afsteekterrein geen brandbare objecten aanwezig zijn. Bij overig vuurwerk bedraagt deze afstand 12,5 meter.
2.3
Op het afsteekterrein mogen geen brandbare objecten aanwezig zijn, anders dan de af te steken vuurwerkartikelen.
2.4
Op het afsteekterrein mag niet worden gerookt en mag geen open vuur aanwezig zijn, behoudens het open vuur dat direct benodigd is voor het afsteken van het vuurwerk of dat deel uitmaakt van de show, waartoe het afsteken behoort.
2.5
Op het afsteekterrein dienen geschikte blusmiddelen vanaf de start van het opbouwen tot en met de eindcontrole en het verwijderen van de restanten, voor direct gebruik aanwezig te zijn. De blusmiddelen moeten zijn afgestemd op de plaats en de hoeveelheid van het af te steken vuurwerk. De blusmiddelen moeten jaarlijks door een REOB (Regeling Erkenning Onderhoudsbedrijven kleine blusmiddelen) gecertificeerde monteur zijn gecontroleerd op hun deugdelijkheid. Als bewijs van keuring moet door de monteur op de of aan het brandblusapparaat bevestigde sticker of label de datum van keuring worden vermeld. Het onderhoud van kleine brandblusmiddelen moet overeenkomstig NEN 2559:2001/C1:2002 geschieden.
2.6
Binnen de gevarenzone mogen tijdens het afsteken geen publiek of voertuigen of pleziervaartuigen of vaartuigen die gevaarlijke stoffen vervoeren aanwezig zijn, behoudens het voer- of vaartuig van de afsteker/toepasser en hulpverleners.
2.7
Binnen een straal van de grootste veiligheidsafstand, vermeerderd met 50% gemeten vanaf het afsteekterrein, mogen zich geen dieren (paarden, koeien, et cetera) in de buitenlucht bevinden, tenzij tijdens het evenement kan worden aangetoond dat in overleg met de eigenaren van de dieren anders is bepaald.
3.
Toegankelijkheid
3.1
Het afsteekterrein dient voor aanvang van de opbouw van het vuurwerk voor onbevoegden te worden afgezet. De afzetting dient in stand te worden gelaten totdat de opstellingen voor het vuurwerk, binnen het afsteekterrein, geheel zijn verwijderd.
3.2
Tijdens de aanwezigheid van vuurwerk op de afsteekplaats mogen slechts personen worden toegelaten die daar werkzaamheden moeten verrichten. Dit dient te geschieden met instemming van de afsteker.
3.3
Het afsteekterrein moet toegankelijk zijn voor de brandweer en andere hulpverleningsdiensten.
3.4
Voorzover de gevarenzone vrij toegankelijk is voor publiek dient deze voor aanvang van het afsteken ten minste met lint te worden afgezet en daarna te worden bewaakt, zodat het voor onbevoegden kenbaar is geen toegang meer te hebben tot de gevarenzone. De afzetting en bewaking dienen in stand te worden gehouden tot het einde van de controle na het afsteken.
3.5
De Vecht dient tijdens het afsteken te zijn gestremd.
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
6
3.6
Indien tijdens het afsteken van het vuurwerk de gevarenzone door publiek wordt betreden, dient het afsteekprogramma onverwijld te worden onderbroken totdat de gevarenzone weer vrij van publiek is.
4.
Weersomstandigheden
4.1
Drie uur voor aanvang van het afsteken van het vuurwerk, dient de meest actuele regionale weersverwachting te worden opgevraagd bij een van de particuliere weerstations die opereren in de commerciële markt of bij het KNMI. Tijdens het evenement dienen gegevens met het tijdstip van de verkregen informatie en besluitvorming, als bedoeld in dit voorschrift, schriftelijk aanwezig te zijn.
4.2
Bij een windsnelheid groter dan 9 m/s (windkracht 5 of meer) mag geen vuurwerk worden afgestoken.
4.3
Indien de gevarenzone vanaf het afsteekterrein door de afsteker of zijn assistenten niet meer is te overzien (bijvoorbeeld ten gevolge van mist of rook), mag geen vuurwerk worden afgestoken.
4.4
De vuurwerkartikelen dienen doelmatig te zijn beschermd tegen vochtinwerking (bijvoorbeeld als gevolg van neerslag of mist).
4.5
In geval van onweer mogen elektrische ontstekingsdraden niet zijn aangesloten als het tijdsverschil tussen bliksem en donder 10 seconden of minder is.
5.
Opstellen
5.1
Voor aanvang van het opstellen van het vuurwerk dient de afsteker er zich van te vergewissen, dat in de gevarenzone en in de directe omgeving daarvan, geen wijzigingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de situatie ten tijde van indienen van de aanvraag.
5.2
Op het afsteekterrein mag alleen vuurwerk worden opgesteld dat bestemd is om daadwerkelijk te worden afgestoken tijdens het evenement. Vuurwerk dat niet zal worden afgestoken dient onverwijld te worden geplaatst in afgesloten transportverpakking in eveneens afgesloten doelmatige transportmiddelen en dient direct na het evenement te worden afgevoerd.
5.3
Het vuurwerk dient op een doelmatige wijze tegen omvallen te zijn beveiligd.
5.4
De constructies, die worden gebruikt bij het opstellen van vuurwerk, mogen niet licht ontvlambaar zijn en moeten bestand zijn tegen de schokken en de trillingen die door het afsteken kunnen worden veroorzaakt.
5.5
Boven de opstelplaats van de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik dient een vrije ruimte aanwezig te zijn van ten minste 1,5 x de maximale hoogte van het effect.
5.6
Binnen het gebied dat begrensd wordt door een denkbeeldige halve bol met als middelpunt de opstelplaats van pyrotechnische artikelen voor theatergebruik en als straal een lengte van 1,5 X de maximale hoogte van het effect, mogen zich uitsluitend doeken en decormaterialen bevinden, welke voldoen aan de volgende eisen van brandwerendheid: - de NEN 6065 en de NEN 6065/AI, klasse 2 ten aanzien van aankleding en versiering; de eis ten aanzien van gordijnen van een navlamduur van ten hoogste 15 seconden en een nagloeiduur van ten hoogste 60 seconden, bepaald volgens de NEN-EN-ISO 6940 en 6941; - de NEN 6066 en de NEN 6066/AI, optische rookdichtheid < 2,2 ml, waarbij laatstgenoemde eis niet geldt voor vloeren en tredevlakken
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
7
5.7
Bij op de grond staande houders voor fonteinen of los staande fonteinen moeten de houders een grondvlak hebben met een lengte en een breedte welke ten minste 60% bedragen van de totale hoogte, inclusief vuurwerkartikel of afvuurhulpstuk.
5.8
Bij op de grond staande Flowerbeds (Cakeboxen) moeten de houders een grondvlak hebben met een lengte en een breedte welke ten minste net zo groot zijn als de totale hoogte, inclusief vuurwerkartikel of afvuurhulpstuk.
5.9
Houders van Romeinse kaarsen moeten op een doelmatige wijze aan elkaar zijn verbonden.
5.10
Romeinse kaarsen dienen te allen tijde te worden verankerd aan de ondergrond. Er dient zorg voor gedragen te worden dat de onderzijde van de Romeinse kaars rechtstreeks op de ondergrond staat.
5.11
Indien bij het opstellen van Flowerbeds (Cakeboxen) en/of Fonteinen geen of onvoldoende stabiliteit kan worden bereikt met op de grond geplaatste constructies dienen deze constructies aan de grond te worden verankerd.
5.12
Bij vuurwerk waarbij de mogelijkheid bestaat dat de ‘baan’ van het vuurwerk schuin wordt weggeschoten, mag de ‘baan’ van het vuurwerk niet gehinderd worden door onder andere bomen, woningen en lantaarnpalen.
5.13
De afsteker dient de opstelling voor het afsteken te controleren op deugdelijkheid en, indien van toepassing, de circuits en aansluitingen van de elektrische ontstekingen te testen.
6.
Afsteken
6.1
Tijdens het afsteken dienen onderstaande veiligheidsafstanden van opstelling tot aan publiek te worden aangehouden: Soort vuurwerk
Diameter/kaliber (mm of inch)
Veiligheidsafstand (meter)
Waterfall professioneel
n.v.t.
60
Mines professioneel
1,6 inch
60
Comet/minebags professioneel
1,6-1,9 inch
60
Romeinse kaars zonder knal professioneel
1,9 inch
50
Fountain consumenten
< 1 inch
30
Cakeboxen consumenten
< 1 inch
30
Mine consumenten
< 1 inch
30
Bengal Fire consumenten
n.v.t.
30
Flash Loud Reports PSE
n.v.t.
15
6.2
Alleen onbeschadigde en niet eerder gedeeltelijk tot ontbranding gebrachte vuurwerkartikelen mogen worden afgestoken.
6.3
Bij het elektrisch afsteken dient gebruik te worden gemaakt van een afsteekkast, welke voorzien is van een tweestapsbeveiliging (bijvoorbeeld een sleutelcontact en een vuurknop). Het afvuursysteem mag alleen volledig zijn ontgrendeld ten behoeve van het testen en het ontbranden.
6.4
In aanvulling op voorschrift 6.5 moet de afsteekkast zijn voorzien van een dodemansknop of noodstop indien het afschieten geschiedt met behulp van een tijdgestuurd programma.
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
8
6.5
De afsteker dient te allen tijde een vrij en onbelemmerd zicht te hebben op het opgestelde vuurwerk en de directe omgeving, zodat hij bij calamiteiten het afsteken direct kan stoppen. Dit kan eventueel worden bereikt via communicatie met assistenten, cameratoezicht of andere gelijkwaardige voorzieningen.
6.6
De afsteker dient te allen tijde over goede communicatiemogelijkheden te beschikken waarmee contact kan worden onderhouden met de overige bij het afsteken betrokken personen, de eigen bewaking, aanwezige toezichthoudende ambtenaren van Gedeputeerde Staten, politie en brandweer.
6.7
Bij vuurwerk dat niet elektrisch wordt ontstoken, mogen de beschermhulzen van de ontsteking pas 15 minuten voor het afsteken worden verwijderd.
7.
Terreincontrole
7.1
Na afloop van ieder evenement dienen het afsteekterrein en de gevarenzone onverwijld te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van (deels) niet ontstoken vuurwerk. Het aangetroffen vuurwerk dient op doelmatige wijze te worden afgevoerd.
7.2
Indien het vermoeden bestaat dat er sprake is van een blindganger, dient deze na afloop van het afsteken onverwijld te worden gezocht. Heeft dit zoeken geen resultaat opgeleverd, dan dient bij daglicht het zoeken te worden voortgezet. Indien geen blindganger wordt gevonden, dient dit schriftelijk binnen 1 dag te worden gemeld bij Gedeputeerde Staten en het hoofd van de plaatselijke politie.
7.3
Indien een blindganger achteraf alsnog wordt gevonden, dient de toepasser dit vuurwerk op te halen en op een doelmatige en veilige wijze af te voeren.
7.4
De gevarenzone en het afsteekterrein mogen niet worden betreden door publiek voordat deze zone is gecontroleerd op weigeraars en blindgangers en dit vuurwerk van deze locaties is verwijderd.
7.5
Weigeraars moeten ten minste 15 minuten na afloop van het afsteekprogramma onaangeroerd blijven. Het is niet toegestaan om weigeraars of blindgangers opnieuw af te steken.
7.6
Weigeraars en blindgangers dienen in het register te worden beschreven.
7.7
Na controle na beëindiging van het afsteekprogramma dient het afsteekterrein door de afsteker te worden vrijgegeven waarna het terrein toegankelijk is voor publiek.
7.8
De afsteker dient er zorg voor te dragen dat het achtergebleven afval als gevolg van het afgestoken vuurwerk op een zorgvuldige wijze wordt afgevoerd.
8.
Ongewone voorvallen
8.1
Nadat het vuurwerk is geblust, dient het gebluste vuurwerk nog ten minste 15 minuten geheel onder water te worden gezet, tenzij dit met het oog op de veiligheid tijdens het transport niet is toegestaan. Eventuele nagloeiende Flowerbeds (Cakeboxen) dienen door middel van voldoende water gedoofd te worden.
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
9
8.2
Indien een vuurwerkartikel tijdens het evenement afwijkend gedrag vertoont ten opzichte van het gedrag dat redelijkerwijs verwacht mag worden op grond van de productspecificatie, en dit gevaar oplevert voor afsteker en de omgeving, mogen alle resterende artikelen van hetzelfde artikelnummer en batch (moment van productie) niet meer worden afgestoken.
8.3
Het afwijkend gedrag van het vuurwerkartikel dient, naast vastlegging in het register, binnen 48 uur schriftelijk (zo mogelijk per fax) aan Gedeputeerde Staten te worden gemeld.
8.4
Bij • • • • •
8.5
Indien na een ongewoon voorval, zoals brand of een ongeval, getwijfeld moet worden aan de veiligheid bij het afsteken van de overige vuurwerkartikelen, dient het afsteken te worden gestaakt.
8.6
Bij ongewone voorvallen dienen instructies van politie, brandweer en aangewezen toezichthoudende ambtenaren van Gedeputeerde Staten onverwijld te worden opgevolgd.
8.7
Naast vastlegging in het register dienen alle ongewone voorvallen binnen 48 uur na het evenement schriftelijk (zo mogelijk per fax) te worden gemeld aan Gedeputeerde Staten. Bij de melding dienen het voorval en de genomen maatregelen naar aanleiding van het voorval nauwkeurig te worden beschreven.
9.
Arbeidsomstandigheden
9.1
Bij het handmatig afsteken van vuurwerk dienen gehoorbescherming en handschoenen gedragen te worden. Ook dient een gelaatscherm of veiligheidsbril gedragen te worden.
de melding, genoemd in voorschrift 8.3, dient aangegeven te worden: plaats en datum evenement; soort vuurwerk; productnummer; herkomst artikel (leverancier, producent); nauwkeurige omschrijving afwijkend gedrag.
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
10
BIJLAGE 1: VEILIGHEIDSAFSTANDEN Aan te houden veiligheidsafstanden tot het publiek bij het professioneel toepassen van consumenten- en professioneel vuurwerk in de buitenlucht.
Consumentenvuurwerk. Consumentenvuurwerk is vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik en is voorzien van het opschrift “geschikt voor particulier gebruik”. Tabel 1 Professioneel toepassen van consumentenvuurwerk Omschrijving
Categorie 1:
Categorie 2:
Categorie 3:
Kaliber
Minimale afstanden in meters
n.v.t.
15
≤1 inch
30
›1 inch en ‹2 inch
60
≥2 inch
Niet toegestaan *)
n.v.t.
Niet toegestaan *)
Niet zichzelf voortdrijvend vuurwerk (grondvuurwerk, Bengalen, Draaizonnen, Watervallen, tekst en dergelijke) Zichzelf voortdrijvend vuurwerk (Zwermpotten, mini-Mortieren, Romeinse kaarsen, Cakeboxen, Flowerbeds et cetera) Vuurpijlen
*) Dit wil zeggen dat deze artikelen niet op korte afstand mogen worden toegepast vanwege vallend materiaal dat mogelijk in het publiek terecht kan komen.
Professioneel vuurwerk. Professioneel vuurwerk is vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk. Tabel 2a Flowerbeds, cakeboxen, kogel- en cilinderbommen Kaliber (inch)
Bom gelijk aan kaliber als deze valt tussen (mm)
<3 ≥ ≥ ≥ ≥ ≥ ≥ ≥ ≥
Minimale afstanden in meters 120
3 4 5 6 8 10 12 18
63,6 en 76,2 88,6 en 101,6 114 en 127 148,4 en 152,4 190,2 en 203,2 241 en 254 291,8 en 304,8 444,2 en 457,2
165 200 230 265 325 390 455 645
≥ 24
596,6 en 609,6
845
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -
11
Tabel 2b Minebags Kaliber (inch)
Minimale afstanden in meters
Minimaal
60
≥6 inch
100
Tabel 2c Overige soorten professioneel vuurwerk Vuurwerkartikel
Minimale afstanden in meters
Vuurpijlen (Schietrichting niet in één richting)
200
Vuurpijlen (Schietrichting in één richting vanaf het publiek)
125
Trakka knalstrengen
120
Dagbommen
75
Romeinse kaarsen zonder knal (artikelen die in herhaling vuurwerkeffecten recht omhoog afvuren)
50
Romeinse kaarsen met knal (artikelen die in herhaling vuurwerkeffecten recht omhoog afvuren)
70
Grondvuurwerk (Vuurwerkramen, Bengaals vuur, Fonteinen e.d.)
30
-Voorschriften ontbrandingstoestemming Cafferata GmbH voor 30 juni 2012 te Hardenberg -