Volatiele Hypertensie Ton van den Meiracker, internist
Ton van den Meiracker, Erasmus MC, Rotterdam
Volatiel
• Gevleugeld • Vluchtig • Turbulent • Sterk in waarden op en neer bewegend (aandelen)
Stellingen (ja/nee) • Bloeddrukvariabiliteit neemt toe met het bloeddrukniveau • Orthostatische hypotensie is een kernsymptoom van baroreflexfalen • Baroreflexfalen wordt gekenmerkt door een afwezig nachtelijk dipping patroon • Met een cold-pressortest kan puur autonoomfalen van baroreflexfalen worden onderscheiden • Baroreflexfalen wordt gekenmerkt door een verminderde hartfrequentievariabiliteit • Extreme bradycardie past bij selectief baroreflexfalen • De bloeddruk van ptn met baroreflexfalen is supersensitief voor nitroprusside • Centraal-werkzame antihypertensiva zijn effectieve middelen bij baroreflexfalen
Ambulante intraarteriële bloeddrukregistratie Feochromocytoom, Pte 37 jaar
intraarteriële bloeddrukmeting
mm Hg 250 150 50
1 uur
Patiënt, 21 jaar
Van den Meiracker et al. JCEM 2014
24-hour Ambulatory BP monitoring Male: 78 yrs old mmHg
BPM
11
17
23
05
11
Time of Day
Polysomnography in a patient with OSA
Wolk R et al. Hypertension 2003;42:1067-1074
Korte-termijn 24-Uurs Bloeddrukvariabiliteit, Gemiddelde SD van 30-minuten gemiddelden SYSTOLISCH SD mmHg
Mancia et al. Circulation Res 1983;53:96
DIASTOLISCH
Korte-termijn 24-Uurs Bloeddrukvariabiliteit, Gemiddelde VC van 30-minuten gemiddelden SYSTOLISCH VC %
%
VC
Mancia et al. Circulation Res 1983;53:96
DIASTOLISCH
Snelheid en Gain van Bloeddrukregulatiesystemen
Downloaded from: StudentConsult (on 9 April 2007 09:43 AM) © 2005 Elsevier
Baroreceptoren en afferente zenuwen
Elektrische activatie van baroreceptoren middels pacemaker: effect op bloeddruk en MSNA
ABP [mmHg]
250 200 150 100 50 0 OFF
ON
OFF
ON
OFF
MSNA [%]
150 100 50 0 0
9
18
27
36
45
Time [mins] Heusser et al., J Hypertens 2009;27(suppl):S288
13
Bloeddrukvariabilitet: effect van baroreceptordenervatie
24-hour BP profiles and their variations in a healthy subject and in a patient after 1 and 2 carotid body tumor resections
Smit et al. Circulation 2002;105:1329
Kliniek van Baroreflexfalen • • • • • • • •
Hoofdpijn Hartkloppingen Duizeligheid Zweten Warmte sensaties Bleek wegtrekken Nerveus/gespannen Emotionele labiliteit
• Labiele bloeddruk (hypertensie) • Tachycardie
Vier uitingsvormen van baroreflexfalen • Hypertensieve crisis
• Volatiele hypertensie • Orthostatische tachycardie
• Maligne vagotomie (efferente vagus intact)
Ketch et al: Four Faces of Baroreflex Failure: Circulation 2002
Blood pressure and heart rate response to standing up in 2 patients after bilateral carotid body surgery
1 month
1 week Smit et al. Circulation 2002;105:1329
1 year
2 years
Variations in blood pressure, heart rate and norepinephrine in baroreflex failure patients and normal subjects
Robertson D et al. N Engl J Med 1993;329:1449-1455.
Oorzaken van Baroreflexfalen
• • • • • • • • •
Chirurgie (schildklier/larynxcarcinoom) Carotis endarterectomie Carotis dissectie Bestraling Trauma CVA hersenstam Tumoren: paragangliomen Familiaire dysautonomie Idiopathisch
Cutis Laxa (fibulin 4 mutatie)
Arterial Tortuosity in 7 yr old boy with fibulin-4 mutation causing baroreflex failure with severe volatile and thunderclap headache
Thilinie Rajapakse et al. Pediatrics 2014;133:e1396-e1400
Differentiaal Diagnose • • • • • • • • • • • •
(Pseudo)feochromocytoom Paroxysmale tachycardie Orthostatische intolerantie PAF Medicijnen/drugs Mastocytose Carcinoidsyndroom Hersentumor Cerebrale vasculitis Migraine Paniekaanvallen Angststoornissen
Diagnostiek van Baroreflexfalen • 24-uurs BD registratie • Autonome functietesten (Continue BD en HF monitoring) - Kanteltafeltest: initieel BD daling, soms BD stijging - Valsalva manoeuvre: HF respons, daling BD - Respiratoire sinusaritmie - Cold pressure test - Mentale stress: rekenen • Lab: plasma catecholaminen/metanefrines • Farmacologisch: HF-respons op SNP en fenylefrine • NB: bijna altijd bekende medische voorgeschiedenis
Cold pressure test (1 min) in a patient with baroreflex failure due to bilateral surgical removal of carotid body tumors
Robertson D et al. N Engl J Med 1993;329:1449-1455.
Responses of BP and HR in Baraoreflex failure PHE 25 mg
Jens Jordan et al. Hypertension. 1997;30:1072-1077
SNP 0.15 µg/kg
Behandeling van baroreflexfalen • • • •
Clonidine Doxazosine+BB Diazepam Pacemaker Dosering mg/dag
Aantal aanvallen/dag
Systolische BD stijging
Hartfrequentie stijging
placebo
-
4.7±1.1
92±23
58±9
Clonidine
0.3-2.4
0.9±0.3
32±16
33±6
Phenoxybenzamine
10-80
4.4±1.2
37±21
62±14
NEJM 1993;329:1449
?
Haemodynamics and neurohormones in baroreflex failure, autonomic failure and hypertensive patients Essential hypertension N=8
Baroreflex failure N=11
Pure Autonomic failure N = 12
128±16
141±32
69±10
Delta SBP to CPT, mmHg
33±8
56±14
-2±6
Delta SBP to clonidine, mmHg
-26±7
-54±14
+12±4
Phenylephrine-induced change in HR, bpm
-9±4
-1±1
-1±1
570±41
1840±320
28±3
38±6
110±21
10±3
Mean arteral pressure, mmHg
Plasma noradrenaline, pg/ml Plasma adrenaline, pg/ml
Robertson et al. NEJM 1993;329:1449
Autonomic system and short term BP regulation External stimuli
Internal stimuli
Cortical brain input
Afferent nerves
Baroreceptors
Nucleus tractus +/solitarii Efferent nerves
Sympathetic/parasym -pathetic balance Arterial tone Venous tone
Heart rate Stroke volume
Arterial pressure
Respiration Volume status
Continuous blood pressure and heart rate recordings at rest.
Jens Jordan et al. Hypertension. 1997;30:1072-1077
Copyright © American Heart Association, Inc. All rights reserved.
HR, SBP, DBP, and muscle sympathetic nerve activity (MSNA) during a 45° tilt-table test.
Jens Jordan et al. Hypertension. 1997;30:1072-1077
Copyright © American Heart Association, Inc. All rights reserved.
Increase of BP, after a 25-mg bolus dose of phenylephrine (PHE), of ≈40 mm Hg. There was no baroreflex-mediated decrease of HR. The upper curve indicates the BP values and the lower curve the HR. Paper speed, 1 mm/s.
Jens Jordan et al. Hypertension. 1997;30:1072-1077
Copyright © American Heart Association, Inc. All rights reserved.
Selective baroreflex failure (top) contrasted to nonselective baroreflex failure (bottom).
Jens Jordan et al. Hypertension. 1997;30:1072-1077
Copyright © American Heart Association, Inc. All rights reserved.
Continous BP registration in FD
Prognostic Significance of Visit‐to‐Visit Systolic Blood Pressure Variability: A Meta‐Analysis of 77,299 Patients
The Journal of Clinical Hypertension Volume 17, Issue 2, pages 107-115, 3 FEB 2015 DOI: 10.1111/jch.12484 http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/jch.12484/full#jch12484-fig-0002
2nd Generation – Efficacy
⧧P<0.001 N = 30 Hoppe et al., J Am Soc Hypertens 2012
ABPM bij pt met puur autonoom falen (PAF) mmHg
200 150 100 50 0
11
17
23
05 11 Time of Day
Mechanistic relationship between increased blood pressure variability and cognitive decline.
Paolo Palatini Hypertension. 2014;63:1163-1165
Copyright © American Heart Association, Inc. All rights reserved.
Activity Monitoring System in Vivo
Transducer
Acceleration sensors
Respiration sensor
Sensor Sensor
--- lying, --- sitting, ---- standing, ----- general movement, ---- walking
Systolic BP
Diastolic BP
150
140
130
110
80
100
75 70 65
120 -6
-5
-4
-3
-2
-1
0
90 80 70
60 -7
60 -7
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
-7
-6
-5
-4
-3
LOG activity
LOG activity
LOG activity
Stroke Volume
Cardiac output
TPR
10.5
CO (L/min)
90
80
-2
-1
0
-2
-1
0
1.3 1.1
TPR (RU)
100
SV (ml)
85
HR (beats/min)
DBP (mmHg)
SBP (mmHg)
160
Heart Rate
8.5
6.5
0.9 0.7
70 0.5 60
4.5 -7
-6
-5
-4
-3
LOG activity
-2
-1
0
-7
-6
-5
-4
-3
LOG activity
-2
-1
0
-7
-6
-5
-4
-3
LOG activity
Baroreflexfalen vs Autonome disfunctie Klinisch
Baroreflexfalen
Autonome disfunctie
Labiele hypertensie
+++
+
Orthostatische hypotensie
+/-
+++
+
-
Liggende hypertensie
+/-
++
Postprandiale hypotensie
+/-
++
Cold-pressure/handgrip respons
+++
+/-
Episodische tachycardie
++
-
Orthostatische tachycardie
+/-
-
Episodische bradycardie
++
+/-
Hypersensitief voor vasoactieve middelen
+++
+++
Noradrenaline
hoog
laag
Episodische orthostatische hypotensie
Korte-termijn bloeddrukvariabiliteit (SD en VC) bij jongeren en ouderen
SYSTOLISCH
O J
DIASTOLISCH