kwartaalblad van Skanfonds | zomer 2014 | nummer 1
Villa Eigen Bedreivigheid ‘Voor iedereen die zwerft in zijn hoofd’
SchuldHulpMaatje ‘Niets liever dan opnieuw beginnen’
TRUE BLUE DELFT ‘Bekend maakt bemind’
kwartaalblad van Skanfonds | zomer 2014 | nummer 1
‘Mijn huisgenoten komen uit heel nare situaties. Maar ze werken hard om een plek te vinden in onze samenleving’
Inhoud [dossier]
3
[column]
8
Thijs Caspers [bezieling]
9
Hans Geleynse [fotoreportage]
10
‘Als we allemaal een beetje doen, kun je al veel bereiken’
Villa Eigen Bedreivigheid
Het Jongerenhuis in Eindhoven [dossier]
12
SchuldHulpMaatje [missie]
16
TijdVoorActie [vrijwilliger]
17
Gabriëlla van Leeuwen
18
Mededelingen [coververhaal]
19
True Blue Delft
Word a b on n e e ! Bent u nog geen abonnee en wilt u geen nummer van MEDE missen? Gebruik dan de antwoordkaart in dit blad om u te abonneren. Of stuur een e-mail met uw gegevens naar
[email protected]. Volg Skanfonds op Facebook Uitgave Te k s t & c o n c e pt O n t we r p & v o r m g e v i n g Fotografie
S k a n f on ds © zom e r 2014 S c h r ijf -S c h r ijf , Utre c h t A be l De r k s M a r tijn va n de Gr ie n dt, A n n e va n de r Wou de (p. 9)
D r u k we r k
A ltijddr u k we r k
dossier
‘Uiteindelijk moet ík het doen’
Ze zijn niet meer gewend zich in de maatschappij te handhaven. Vaak getekend door een verslaving of een psychische aandoening. Soms dakloos, altijd aan de zijlijn. Ze zijn klaar met het systeem en het systeem is klaar met hen. Stichting Eigen Bedreivigheid biedt deze mensen een plek om toch hun plannen te verwezenlijken. ‘Hier hoeven ze niks. Hier mogen ze zichzelf zijn.’
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[3]
de oprichtster
In het KletsKafee, de ontmoetingsruimte van Stichting Eigen Bedreivigheid in Doetinchem zit Ine Spuls (foto rechterpagina). Tijdens het gesprek grijpt ze een langslopende man bij zijn mouw. ‘Weet jij hoe het nu met Barbara is?’ Barbara woont bij zorginstelling IrisZorg, om de hoek bij de Villa. Ze heeft de dag ervoor met gehaktballen naar een hulpverlener gegooid. ‘Met eten gooien mag niet, dat snap ik wel. Maar ik wil weten waaróm iemand met gehaktballen gooit.’
Dat klinkt makkelijker dan in de praktijk blijkt. Tijdens de uitvoering van het zogenaamde ‘bedreivsplan’, weet Ine, loopt menigeen vast. ‘Het kan na drie maanden zijn, of na drie jaar. Deelnemers lopen aan tegen een pijn waar niemand oog voor heeft gehad. De pijn die heeft geleid tot de verslaving, tot het zwerven. De reden waarom alles in hun leven vastloopt.’ Ze lacht even. ‘Dat is dus het moment waarop je met gehaktballen gaat gooien.’ Juist dan laat de Villa zich van zijn karakteristieke kant zien. ‘Vaak haken mensen in deze fase af. Ze voelen zich mislukt en afgewezen. Ook door ons, maar wíj wijzen ze niet af. Dat doen ze zelf. Soms verdwijnen ze een tijdje uit beeld. Dan moeten ze het even met zichzelf uitvechten. En als ze terugkomen, kunnen ze gewoon de draad weer oppakken. Wij zijn er nog, hun spullen zijn er nog. Hun plek is nog vrij. En dat blijft zo, altijd. Dat er een plek is waar ze altijd welkom zijn, dat kennen deze mensen niet. En ik ben er altijd voor ze. Ik ben zichtbaar, maar belast ze niet met mijn aanwezigheid. Ze moeten het echt zelf willen.’
‘De Villa is er voor iedereen die zwerft in zijn hoofd ’
Uit deze nieuwsgierigheid is de stichting vijf jaar geleden ontstaan, nadat Ine ontslag had genomen bij de daklozenopvang. ‘Ik werd gek van alle regels. Als daar iemand met zijn vuist op tafel sloeg, heette dat ‘agressief’. Maatregel: schorsing. Dat ging tegen mijn geweten in. Ik wilde helpen, niet straffen. Uiteindelijk heb ik mijn contract opgezegd. En ben ik de Villa begonnen, zoals de stichting in de volksmond heet. In een pand dat ik van de eigenaar op antikraakbasis mocht gebruiken. Ik had nauwelijks geld, geen bedrijfsplan. Alleen de jongens van de straat, die vol ideeën zaten. Het is bijna vanzelf ontstaan.’
Niks hoeft, veel is mogelijk ‘De Villa is er voor iedereen die zwerft in zijn hoofd. Villagasten zijn meestal uitbehandeld. Opgegeven door de wereld, en vaak ook door zichzelf. Klaar met het systeem, met de formulieren en de regels. Ze willen gewoon zichzelf zijn. Hier kan dat. De Villa heeft geen zorgconcept. Hier hoéven ze niks. Maar er is wel veel mogelijk. We hanteren een werkfilosofie: wij bieden iedereen die hier komt de kans zijn plannen uit te voeren. Of dat nou de hele dag naar buiten kijken is of ondernemer worden, dat maakt me niets uit. Wil je fietsenmaker worden? Prima. Ik ga je niet vertellen hoe dat moet. Maar als je erin slaagt zelf een stappenplan te bedenken om dat doel te bereiken, dan helpen wij. Door het zelf te bedenken wordt het jouw verantwoordelijkheid. En zolang je bezig bent je plan uit te voeren, drink je niet en zit je niet op straat.’
[4]
k w a r t aalblad van S k a nfond s
Geldschieters Die formule maakt het wel moeilijk om financiering te vinden voor de Villa. ‘Succes betekent voor ons niet dat je binnen een bepaalde tijd iets bereikt, of überhaupt iets bereikt. Het succes van de Villa is dat er elke dag mensen binnenkomen. Geldschieters hanteren een iets andere definitie van succes. Zij willen dat de mensen geholpen zijn. Gered worden. Maar ik ga niemand redden. Geld mag niet bepalen hoe mensen zich hier gedragen. Het eerste jaar hebben we de Villa zelf gefinancierd. Al snel steunde het Skanfonds ons. Daarvan hebben we sinds de oprichting bijna een kwart miljoen euro ontvangen. We zijn nu vijf jaar verder en inmiddels doet de gemeente ook mee. Er is minder overlast op straat. En ik denk dat de Villa daar wel een rol in heeft gespeeld. Mensen komen hier binnen omdat ze een idee hebben. En zolang ze bezig zijn dat idee uit te voeren, is er steeds minder tijd voor dat biertje. Ze komen in beweging, omdat dit ze iets beters oplevert dan wat ze hebben. Ik weet het niet beter, maar ik doe het anders. En het werkt.’
Een eigen methode Rondom de aanpak van Ine Spuls is een methodiek ontwikkeld: Methodine. Wat is daaraan anders dan reguliere hulpverleningstrajecten? Dat niet de problematiek van de deelnemer centraal staat, maar zijn persoonlijke kwaliteiten en wensen. Deelnemers bepalen zelf wat zij willen doen. En voeren dat vervolgens op hun manier en in hun eigen tempo uit. De doelstelling en de te nemen stappen worden vastgelegd en de voortgang bijgehouden. Bij obstakels zoekt de Villa samen met de deelnemer wegen om de hindernis te omzeilen of het doel bij te stellen. Een eenmaal ingeslagen pad begint nooit opnieuw, het is altijd een doorgaande weg met een oplossingsgerichte aanpak.
Kernpunten uit de aanpak van Ine: • Altijd aanwezig zijn • Betrouwbaar in de omgang • Niet oordelen • Veel geduld hebben • Niet uitgaan van resultaten • Nooit opgeven
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[5]
de deelneemster
‘Een reden om
uit bed te komen’
‘Zeven jaar was ik verslaafd. Aan cannabis vooral, zo nu en dan iets sterkers. Ik werkte in de horeca, had de verkeerde vrienden. Uiteindelijk grepen mijn ouders in. Anderhalf jaar bracht ik door op de vrouwenafdeling van de een afkickkliniek in Zutphen. Een prettige omgeving. Alles werd geregeld: van je eten tot je dagbesteding. We werkten met opdrachten, alles was gestructureerd. Prima.’ ‘Toen ik terug moest naar mijn appartement in Doetinchem was het verschil groot, echt enorm. Het ene moment wordt alles nog voor je geregeld, het andere moment sta je er helemaal alleen voor. En zo voelde ik me ook. Alleen. Ik durfde niet naar buiten. Mijn moeder haalde boodschappen. Ik had een dagbesteding nodig om weer wat structuur te hebben. Maar ik wilde niet naar een reguliere zorginstelling, die zijn bedoeld voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Mensen met een verslavingsprobleem zijn anders. Bovendien kan ik er niet goed tegen [6]
k w a r t aalblad van S k a nfond s
als er veel van me wordt verwacht. Dan krijg ik stress. De Villa sprak me wel aan, maar dat is geen erkende zorginstelling, dus daar kreeg ik eerst geen indicatie voor. Maar uiteindelijk moet ík het doen, nietwaar? Het is mijn leven. Ik moet terug in de maatschappij. Dus ik ben toch naar de Villa gegaan. Via het UWV heb ik een PGB aangevraagd en daaruit draag ik bij aan de Villa. Ik knap poppenhuizen op, doe aan theater. Ik ben hier twee dagen per week, en een derde dag werk ik in een taartenwinkel hier in Doetinchem. Het was even wennen, om alles weer zelf te moeten doen. Maar je mag hier jezelf zijn, alles in je eigen tempo doen. Niemand die je opjaagt. Juist voor mensen die niet meer naar een reguliere zorginstelling willen, maar ook nog niet zelfstandig kunnen leven, is de Villa een uitkomst. Een reden om uit bed te komen.’ Jolijn Brunsveld (30)
de expert
Helpen door te luisteren Hoe kan het dat sommige mensen het systeem afwijzen dat hen probeert te helpen? Doortje Kal: ‘Mensen zijn meer dan hun diagnose.’ Mensen die lijden onder armoede, psychiatrische afwijkingen, verslavingen of verstandelijke beperkingen worden meestal snel richting hulpverlening gestuurd. En daar worden ze niet altijd beter van, vindt dr. Doortje Kal. Zij schreef het proefschrift ‘Kwartiermaken − Werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische achtergrond. ‘Regels, protocollen en de nadruk op meetbare resultaten maken de kloof tussen hulpverlener en patiënt groter. En ze verkleinen juist het effect van de zorg zelf. Want sommigen ervaren die benadering als vervreemdend en afwijzend. Zij keren zich dan af van de hulpverlening.’ Aandachtigheid Sinds 2001 is er een tegenbeweging. In dat jaar verscheen Een theorie van de presentie van Andries Baart. Doortje Kal promoot deze presentietheorie ook sterk. ‘De kern ervan is aandachtigheid. Hulpverleners moeten niet met hun hoofd bij protocollen en methodieken zijn, maar bij degene die tegenover hen zit. Kwetsbaarheid is ook een kwestie van verhoudingen. Als er naar je geluisterd wordt, als héél jouw verhaal telt, dan voel je je minder kwetsbaar. Mensen zijn meer dan een diagnose op papier. Initiatieven als Villa Eigen Bedreivigheid laten zien dat mensen die door het systeem zijn opgegeven, onder de juiste omstandigheden wel tot bloei kunnen komen. Daar kunnen instellingen nog wat van leren.’ Kwartiermaken Intussen is ook de maatschappij ver af komen te staan van mensen met afwijkend gedrag. Door ze snel richting de hulpverlening te sturen, zorgen we dat ze uit beeld verdwijnen. En ontslaan we onszelf − en de samenleving als geheel − van de plicht om met mensen die ‘anders zijn’ om te gaan. Onder de noemer ‘kwartiermaken’ pleit Doortje Kal al sinds de jaren negentig voor een betere
integratie van mensen die zich vreemd voelen in de samenleving. ‘Ze moeten de kans krijgen aan de maatschappij deel te nemen volgens hun eigen wensen en mogelijkheden.’ Daarom zou ze graag zien dat de toekomstige sociale wijkteams worden uitgerust met een kwartiermaker én een ervaringsdeskundige. ‘Zij begrijpen de doelgroep en kunnen de weg bereiden voor een rustige terugkeer in de maatschappij.’ www.kwartiermaken.nl
Ei De korte ei in de naam van de Stichting Eigen Bedreivigheid slaat op het woord eigen. Ine: ‘In m’n projectopzet kwam zo vaak het woord eigen voor: eigen middelen, eigen tempo, eigen toekomst. Die korte ei wilde ik terug laten komen in de naam.’
Van vogelhuisje tot gerestaureerde poppenkast: alles wat de Villabewoners maken of repareren is te koop in het KletsKafee van de Villa. U bent van harte welkom om het aanbod te komen bekijken. Grutstraat 49, Doetinchem www.bedreivigheid.nl k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[7]
Column
Het best bewaarde geheim
[
leven
]
Van aalmoes tot ziekenbezoek Het ‘katholiek sociaal denken’ is de bril waarmee Skanfonds naar de samenleving kijkt. Het is een manier van denken maar vooral van doen - om problemen in de maatschappij vanuit menselijk perspectief op te lossen. Respectvol, van onderaf, en uitgaande van mogelijkheden in plaats van beperkingen. Op deze pagina vertellen mensen hoe zij dit gedachtegoed in de praktijk brengen.
Meer lezen over katholiek sociaal denken? Bestel dan bij Skanfonds het boek ‘Proeven van goed samenleven’ van Thijs Caspers. Stuur een e-mail o.v.v. ‘Proeven van goed samenleven’ naar
[email protected] en vermeld daarin uw naam, adresgegevens en IBANbankrekeningnummer. Prijs: € 19,50 inclusief verzending.
[8]
k w a r t aalblad van S k a nfond s
Na de middelbare school, met een onduidelijke toekomst voor me, reisde ik op mijn achttiende richting Kenia. Naar mijn oom Hans, die daar als Mill Hill-missionaris werkt in de sloppenwijken van een grote stad. Als adolescent uit de welvarende wereld werd ik getroffen door de armoede en eenvoud daar. Maar vooral ook door de manier waarop mijn oom de mensen daar bijstond. De theorie die me altijd zou blijven boeien, zag ik daar voor het eerst in de praktijk: het katholiek sociaal denken. Soms wordt die theorie wel het ‘best bewaarde geheim van de kerk’ genoemd. Maar wat houdt het in? Katholiek sociaal denken begint niet met geboden en verboden, maar met vragen. Wat is een goede en gelukkige samenleving? Hoe dragen wij daaraan bij? En hoe komen mensen het beste tot hun recht? Om hier antwoord op te kunnen geven, reikt dit denken een aantal beginselen aan. Het begint met de constatering dat we niet alleen voor onszelf leven. We hebben elkaar nodig en zijn afhankelijk van elkaar. Bovendien: ieder mens telt en verdient respect. Iedereen heeft mogelijkheden − hoe klein soms ook − om een actieve rol in de samenleving te spelen. Wat mensen zelf kunnen, moeten ze daarom ook zelf doen. Zo komen persoonlijke talenten het best tot ontplooiing. Ook die van mensen in kwetsbare situaties. Want het algemeen welzijn omvat iedereen, dus bijvoorbeeld óók zwervers, ongedocumenteerden en probleemjongeren. Sinds die eerste reis naar Kenia bepaalt katholiek sociaal denken mijn handelen. Het is mijn toetssteen. In de vele reizen naar Kenia die volgden raakte ik scherper bewust van de kwetsbaarheden die wij in Nederland zo succesvol aan het zicht onttrekken. Alles wat niet past in het plaatje van de menselijke maakbaarheid en beheersbaarheid organiseren we zorgvuldig weg. Maar in Kenia is dat overal zichtbaar: ziekte, lijden en ouderdom. Tegelijk draagt iedereen zijn steentje bij aan de samenleving – kwetsbaar of niet. Zo is door een project van oom Hans in Pandipieri een aantal waterbronnen ontsloten. Dat betekent niet alleen schoon water voor de gemeenschap, maar ook een risico op diefstal van de kostbare stalen pijpen. De oplossing: een oude vrouw die continu bij de pomp aanwezig is. Een vorm van sociale controle, natuurlijk, maar óók een mooi voorbeeld van hoe iedereen een nuttige rol heeft. Het katholiek sociaal denken helpt me dus op een andere manier te kijken naar onze eigen wereld. Zodat de kwetsbaarheden daarin meer aan het licht komen. En we beter naar elkaar kunnen omzien. Thijs Caspers, lekendominicaan, theoloog en stafmedewerker bij VKMO-Katholiek Netwerk
bezieling
Regelmatig worden we bij Skanfonds geraakt door de bevlogenheid en betrokkenheid van de mensen achter de projecten die wij steunen. Die bezieling inspireert ons. In deze rubriek stellen we zulke mensen dan ook graag aan u voor. Deze keer: Hans Geleynse, begeleider van jongeren zonder vaste woon- of verblijfsplaats.
‘Jongeren als Aaron hebben ontzettend veel verborgen talenten’ ‘Aaron nam plaats achter de piano en begon te spelen. Een betoverend moment. Diezelfde middag ontmoette ik ook Hans Geleynse. Hij is de hulpverlener die ervoor zorgde dat deze thuisloze jongen zijn talenten leerde kennen. Door echt in hem te geloven, en door de piano te gebruiken als een vliegwiel om het leven van de jongen weer op de rit te krijgen. Positieve aandacht is heel belangrijk voor thuisloze jongeren. Vaak hebben die een verleden vol negatieve ervaringen en een groot gebrek aan zelfvertrouwen. Al langere tijd voel ik me erg betrokken bij deze doelgroep. Hoe kan het dat er in een land als Nederland zoveel jongeren – volgens de Algemene Rekenkamer zo’n negenduizend – in deze situatie zitten? Als Skanfonds streven we naar een wereld waarin waarin mensen omzien naar elkaar. En iedereen een kans krijgt. Mensen als Hans Geleynse staan voor mij symbool voor dit gedachtegoed.’ Henriëtte Hulsebosch, directeur Skanfonds
‘Aaron was gefascineerd door de oude, verwaarloosde piano. Het instrument stond op een van de locaties van Zienn, de organisatie voor maatschappelijke opvang waar ik werkte als manager en waar Aaron woonde. Aaron had nooit muziekles gehad en kon geen noot lezen. Maar hij bleek een liedje dat hij eerder had gehoord feilloos na te kunnen spelen. Ongelofelijk! Helaas ging het in het opvangprogramma minder goed. Aaron kwam niet op tijd zijn bed uit en kwam zijn afspraken niet na. Ik heb hem toen voor het blok gezet. Ik beloofde hem de piano te laten stemmen en op zijn kamer te zetten als Aaron zich zou inzetten voor zijn toekomst. Dat bleek een schot in de roos. Hem aanspreken op zijn talent in plaats van straffen. Aaron vond langzaam maar zeker zijn weg uit de misère. Spelen op de piano bleek voor hem een soort uitlaatklep en vergrootte zijn geloof in eigen kunnen. Wat hij niet met woorden kan zeggen, uit hij met zijn vingers. Vaak focussen we in Nederland op wat deze doelgroep allemaal niet kan. Terwijl jongeren als Aaron ontzettend veel verborgen talenten hebben. En wanneer je die boven tafel krijgt, kan iemand reuzenstappen maken. Het gaat nu veel beter met Aaron. Hij woont inmiddels zelfstandig. En de piano? Die is meeverhuisd.’ Hans Geleynse, jongerenwerker k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[9]
wat Het Jongerenhuis waar Vonderkwartier in Eindhoven wanneer 18:00 uur
‘Ik voel me hier thuis’
Eindhoven telt twee Jongerenhuizen. Elk met drie Nederlandse studenten en drie vluchtelingen. Doel van deze opzet: elkaar motiveren en samen een thuis maken, ongeacht religie, verblijfsstatus of nationaliteit. Gastvrijheid en samenwerking zijn belangrijk in beide huizen. Vier dagen per week wordt er dan ook samen gekookt en gegeten en op donderdag met beide huizen samen. Vanavond maakt Kim uit Utrecht kippenpot − een gerecht met kip, banaan, ananas, perzik en tomatensaus. ‘Ik zocht een kamer, maar niet een waar de kratten bier tot aan het plafond staan’, vertelt ze onder het koken. ‘Met jongeren uit verschillende culturen samenwonen, dat sprak me wél aan. Mijn huisgenoten komen uit heel nare situaties. Maar ze werken hard om een goede plek te vinden in onze samenleving. Ik help hen daar zoveel mogelijk bij. Met Nederlandse les bijvoorbeeld. Of door kleding te geven.’ Aan tafel vult Subhan uit India de kippenpot aan met zijn zelfgemaakte saus. Hij gaat ermee rond, en waarschuwt: ‘Very hot! It
[ 10 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
contains lime, lemon, pickles and peppers.’ Het gesprek gaat over films, nieuwe kleren en het eten. Rabiatou uit Guinee schept nog eens op. Ze vluchtte anderhalf jaar geleden naar Nederland en woont sindsdien in het huis. ‘Ik voelde me erg eenzaam toen ik in Nederland aankwam. Ik moet helemaal opnieuw beginnen, dat is niet makkelijk. Door mijn vrienden in dit huis voel ik me niet zo alleen. Ze geven me op een aardige manier net dat duwtje in de rug om me actief te richten op mijn toekomst. Ze helpen me met praktische dingen, zoals het invullen van formulieren. Het helpt wel dat we allemaal van dezelfde leeftijd zijn. Ik voel me hier thuis.’ Na een tweede opschepronde is de kippenpot op. Terwijl Subhan koffie maakt, stapelt Rabiatou de lege borden op en maakt een begin met de vaat. Kim kan rustig blijven zitten. Want wie kookt, hoeft niet af te wassen.
Jongerenhuis Eindhoven
Stichting Jongerenhuis Eindhoven biedt steun en onderdak aan jonge vluchtelingen, al dan niet met een verblijfsvergunning. Sinds de oprichting in 2000 is de stichting uitgegroeid tot een solide organisatie, die subsidie krijgt van onder meer Skanfonds. In het Jongerenhuis stimuleren vrijwilligers en een professional vluchtelingen om actief werk te maken van hun ontwikkeling. www.jongerenhuiseindhoven.nl
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[11]
‘Ik wil niets liever dan opnieuw beginnen’
Een stapel rekeningen en een grote berg schulden. Daarmee bleef ze vier jaar geleden achter toen haar ex-man vertrok. Melanie (24) uit Maassluis is alleenstaande moeder van twee zoontjes (6 en 7). Sinds een jaar krijgt ze hulp van SchuldHulpMaatje Betty.
[ 12 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
dossier
SchuldHulpMaatje ‘Mijn ex ging altijd over de geldzaken, ik mocht me er nooit mee bemoeien. Toen hij met de noorderzon vertrok, bleek dat hij al maanden de huur niet had betaald. En het gas, water en licht ook niet. Daar zat ik, met twee kleine kinderen in een leeg huis. Want hij had ook ons meubilair meegenomen. Mijn enige inkomen was destijds studiefinanciering. Bij lange na niet genoeg om van rond te komen, laat staan om de schulden van af te lossen. Het ene gat dichtte ik met het andere en zo stapelden de schulden zich nog verder op.’ Geen geld voor een ijsje ‘Op eigen houtje zou ik er niet uitkomen. Dat besefte ik al snel. Daarom heb ik hulp gezocht en kwam ik bij SchuldHulpMaatje terecht. Ik zat toen al in de vrijwillige schuldsanering bij de gemeente. Daar word ik ook begeleid, maar dat contact is puur zakelijk. Met Betty, mijn ‘maatje’, is het heel anders. Zij komt bij me thuis en kent mijn verhaal. Ze helpt me orde aan te brengen in mijn administratie. Daarmee ben ik al erg geholpen, want ik ben behoorlijk chaotisch. Daarnaast gaat Betty mee naar gesprekken bij de gemeente en helpt ze me met alle toeslagen – de aanvragen en de bezwaarschriften. Ons contact voelt heel vertrouwd. Betty is zelf moeder en begrijpt als geen ander hoe moeilijk het is om altijd ‘nee’ te moeten zeggen tegen je kinderen. Nooit is er geld voor een ijsje, een schoolreisje of iets anders leuks. Soms trakteert Betty ons op een terrasje. Dat hoeft ze helemaal niet te doen, maar ik waardeer het enorm.’ Veertig euro per week ‘Sinds ik in de schuldsanering zit, beheert de gemeente mijn geld. Per week krijg ik veertig euro op een speciale rekening. Daarvan moet ik rondkomen. In de supermarkt reken ik me suf om de boodschappen te kunnen betalen. Op vrijdag ga ik naar de Voedselbank. Mijn schulden voelen als een straf voor iets wat ik niet heb gedaan. Ik heb er nooit op los geleefd, maar ben juist best zuinig. Dat heb ik van huis uit meegekregen, mijn ouders hadden het ook niet breed. Mijn laatste hoop is nu wettelijke schuldsanering, waarbij de rechter een aflossingstraject vaststelt. Ondanks alles blijf ik optimistisch. Ik werk ontzettend hard en doe er alles aan om uit de schulden te komen. Want ik wil niets liever dan opnieuw beginnen.’
Betty (62) is voormalig onderwijzeres op een basisschool. Sinds ze gestopt is met werken, zet ze zich in als SchuldHulpMaatje in Maassluis. Ze ondersteunt onder anderen Melanie. ‘Ik ben altijd handig geweest met geld. Dus toen ik via de kerk hoorde dat SchuldHulpMaatje in de regio Maasland vrijwilligers zocht, dacht ik meteen: dat is wat voor mij. Ik was net gestopt met werken en wilde graag maatschappelijk actief blijven. Bovendien wil ik graag iets betekenen voor de samenleving, me nuttig maken. Eigenlijk vind ik dat iedereen iets zou moeten doen voor een ander. Niet alleen voor mensen ver weg, maar juist ook dichtbij. Soms vergeten we onze eigen buren.’ ‘Voordat ik als SchuldHulpMaatje aan de slag ging, volgde ik een driedaagse training. Daar ontdekte ik dat er wel wat meer bij komt kijken dan alleen maar handig zijn met geld. Denk aan alle toeslagen waar mensen al dan niet recht op hebben − daar moest ik me echt in verdiepen. Inmiddels ben ik ruim een jaar ‘maatje’. Melanie is een van mijn twee hulpvragers. Ze is al een flink eind op weg en zit in de schuldsanering bij de gemeente. Bij veel hulpvragers moet dat traject nog worden opgestart.’ Van kwaad tot erger ‘Melanie heeft een heftige tijd achter de rug. Dat zie je wel vaker: een scheiding, ontslag of ziekte – vaak leiden deze omstandigheden ertoe dat het financieel helemaal misgaat. Eenmaal in de schulden gaat het vaak van kwaad tot erger. Enveloppen worden niet meer opengemaakt, want de rekeningen kunnen toch niet betaald worden. En zo kan een rekening van 100 euro oplopen tot wel 1000 euro. Door aanmaning op aanmaning, tot de deurwaarder aan toe. Zo ging het ook bij Melanie. Ik help haar graag om de regie terug te krijgen over haar financiën. En ik hoop van harte dat haar aanvraag voor wettelijke schuldhulpsanering binnenkort wordt goedgekeurd. Dan is ze over drie jaar schuldenvrij.’
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[13]
Van auto’s zonder benzine tot afgeplakte brievenbussen Grote schulden, zonder uitzicht op een oplossing. Steeds meer mensen in Nederland − zowel arm als rijk − zien zichzelf in die situatie belanden. Hoe kan dit gebeuren? En wat kunnen we eraan doen? Hendrik-Jan Graber, projectmedewerker bij SchuldHulpMaatje, beantwoordt enkele prangende vragen. Hoe groot is de schuldenproblematiek in Nederland? ‘Bijna 1 de op 3 huishoudens in Nederland heeft een betalingsachterstand. Ruim een half miljoen Nederlanders komen meteen in geldproblemen als hun inkomen een beetje zou dalen. En maar liefst 800.000 Nederlanders hebben problematische schulden die ze niet kunnen aflossen.’
Wat is SchuldHulpMaatje? SchuldHulpMaatje is een initiatief van de landelijke kerken in Nederland als antwoord op het groeiend aantal mensen met schulden. Er zijn inmiddels zo’n 70 lokale vrijwilligersorganisaties die werken volgens het concept van SchuldHulpMaatje. In totaal zijn er nu ongeveer 1250 vrijwillige maatjes. De laatste jaren heeft Skanfonds de landelijke organisatie en de lokale stichtingen van SchuldHulpMaatje gesteund met ruim één miljoen euro. SchuldHulpMaatje geeft géén geld. De vrijwilligers helpen mee aan een oplossing voor de lange termijn. Zij schieten niet alleen te hulp om orde op zaken te stellen, maar laten ook zien hoe je in de toekomst zelfstandig je financiële huishouding gezond houdt. Ze bieden een luisterend oor. En door hun onvoorwaardelijke steun geven ze bovendien de hoop en het vertrouwen dat het goedkomt. Voordat ze aan de slag mogen, volgen de maatjes een driedaagse training. Om hun certificaat te behouden, krijgen ze jaarlijks bijscholing.
Ook maatje worden?
Kijk op www.schuldhulpmaatje.nl en klik op ‘Actieve plaatsen’. [ 14 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
Hoe worden deze mensen geholpen? ‘Gemeentes hebben organisaties die schuldhulpverlening bieden. Maar zij kunnen ongeveer 10 procent helpen van iedereen die deze hulp hard nodig heeft. Dat betekent dus dat de andere 90 procent geen perspectief heeft om uit de schulden te komen. En daarom is het zo belangrijk dat SchuldHulpM aatje bestaat, om deze groep mensen te helpen hun geldzaken op orde te krijgen.’ Waardoor zijn deze mensen in de schulden geraakt? ‘Ongeveer 40 procent van de mensen komt niet door eigen toedoen in financiële problemen. Dan gaat het om onvoorziene omstandigheden. Bijvoorbeeld doordat iemand zijn baan verliest, ziek wordt of voor een ziek familielid moet zorgen. En niet te vergeten: echtscheiding. Als je uit elkaar gaat, wordt het leven ineens veel duurder.’ En bij de andere 60 procent is het wel eigen schuld? ‘Dat zijn mensen die meestal simpelweg te veel hebben uitgegeven of onverantwoord veel afbetalingsregelingen zijn aangegaan. Natuurlijk hadden ze dat kunnen voorkomen. Maar de marketing van bedrijven is wel héél gewiekst om mensen te verleiden tot grote aankopen. En winkels bieden allerlei financiële regelingen om mensen over de streep te trekken. Zoals kredietpasjes waarmee je heel impulsief iets duurs op afbetaling kan kopen.’
Geen mensen aan de zijlijn ‘Mensen die kampen met armoede- en schuldenproblematiek zijn kwetsbaar. Een effectieve aanpak van deze problematiek is dan ook erg belangrijk. Gemeenten pakken daarin de regie en ook maatschappelijke organisaties en bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid. Vorig jaar heb ik veel van zulke organisaties bezocht. Ik raakte diep onder de indruk van de inzet van die duizenden vrijwilligers. En ik ben ervan overtuigd geraakt dat als iedereen de schouders eronder zet, er geen mensen aan de zijlijn hoeven te staan.’ Jetta Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Welke mensen komen zoal in de schulden? ‘Arm én rijk. Want vergis je niet: ook achter de voordeuren van veel villa’s in het Gooi heerst verborgen armoede. Daar staan de peperdure auto’s soms zonder benzine in de tank onder de carport. Die verkopen ze dan niet, om de schijn van welvaart op te houden. Ook veel zzp’ers komen in de problemen. Ze hebben dan veel geïnvesteerd in hun bedrijf, toen alles nog goed ging. Maar zijn nu vrijwel zonder werk komen te zitten. Een uitkering krijgen ze niet, want daarvoor moeten ze eerst nog door een traject van een half jaar om hun bedrijf te beëindigen. En intussen stapelen de schulden zich op.’ Wat doen mensen die in de schulden geraakt zijn? ‘Een belangrijk gevolg is sociale isolatie. Ze trekken zich terug in hun eigen schulp. Ik ben wel eens op bezoek geweest bij mensen die in een donker huis op een oude bank zaten, zonder stroom of warm water. Met de brievenbus afgeplakt om maar geen aanmaningen of nieuwe rekeningen te kunnen krijgen.’ Wat kunnen we doen om schulden te voorkomen of schuldenaren te helpen? ‘Genieten van genoeg, is mijn advies. Laat je niet verleiden tot aankopen die je niet kunt betalen. En kijk bij de mensen om je heen of er signalen zijn dat zij in financiële problemen geraakt zijn. [Zie kader.] Ook voor bedrijven zie ik een mooie rol weggelegd om de eigen medewerkers met schuldproblemen goede begeleiding aan te bieden. Bijvoorbeeld via SchuldHulpMaatje. En wie zélf graag iemand vrijwillig begeleidt, kan natuurlijk ook bij onze organisatie terecht.’
Herkent u deze signalen? Bijna iedereen heeft wel iemand in de buurt die grote schulden heeft. Maar lang niet altijd kun je dat meteen aan iemand zien. Wie goed oplet, kan wel signalen opvangen. Zoals: - Stress en concentratieproblemen. - Iemand is opeens vooral bezig met de korte termijn in plaats van met vakantie- of toekomstplannen. - Plotseling zitten de gordijnen de hele dag dicht. - Afwezigheid bij feestjes of sociale activiteiten. - Weinig tot geen reactie meer op telefoontjes, mailtjes of social media. - Ziekmeldingen. - Veel ongeopende post. - Sterk gedaalde interesse in hobby’s of sport. - Er wordt (opeens) geld ‘geleend’ onder het mom van: portemonnee ‘vergeten’. - Regelmatig wordt een telefoon ‘geleend’ omdat een mobiel ‘kwijt’ is of omdat men ‘vergeten’ is beltegoed te kopen. Let op: deze signalen kunnen uiteraard ook ontstaan om andere redenen dan financiële problemen. Oordeel daarom niet, maar ga in gesprek. Maak financiële problemen bespreekbaar. Zorg dat mensen weten dat ze bij je terecht kunnen. Heeft iemand grote financiële problemen, verwijs hem of haar dan door naar schuldhulpverlening, maatschappelijk werk, SchuldHulpMaatje of budgetbegeleiding. Kijk voor meer informatie op www.eerstehulpbijschulden.nl k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[15]
missie
“
Een generatie grootbrengen die begrijpt wat samenleven betekent: elkaar helpen. TijdVoorActie
”
Een tuintje opknappen. Helpen met huiswerk. Oppassen bij een eenoudergezin. Zo eenvoudig kan helpen zijn. Inspiratienetwerk TijdVoorActie inspireert, activeert en ondersteunt jongeren die zich in willen zetten voor de kwetsbare medemens. Op landelijk én lokaal niveau.
‘Samenleven moet je echt inhoud geven’, zegt initiatiefnemer Eelke Dekens. ‘Het gaat verder dan alleen maar hulp vragen of geven. Het gaat om mensen die elkaar en elkaars leefwijze zien. We inspireren en ondersteunen jongeren om een lokaal jongerennetwerk of initiatief te starten. Ons lokale jongerennetwerk in Ede, Netwerk Dien je Stad, ondersteunt mensen die zelf geen of een gebrekkig functionerend sociaal netwerk hebben. Met duizend jongeren voeren we jaarlijks [ 16 ]
zo’n 1700 projecten uit. Van wandelen met bejaarden tot een boodschap doen voor iemand die slecht ter been is. Elkaar helpen is geen eenmalige actie. Het is een manier van leven. Als je daar eenmaal mee bezig bent, denk je niet meer zoveel na over manieren om iemand te helpen. Dan doe je het gewoon. Dan komt de hulp niet uit je hoofd, maar uit je hart.’
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
www.tijdvooractie.nl
‘Daar zeg je toch geen nee tegen?’
[
werker
]
De vrijwilliger Naam: Gabriëlla van Leeuwen (43) Project: ‘Warme maaltijd aan huis’ in de gemeenten Leudal en Maasgouw sinds: een half jaar
MAALTIJD ‘Voornamelijk ouderen gebruiken de maaltijdservice. Tijdens het herstel van een operatie bijvoorbeeld, of omdat ze om andere redenen geen warme maaltijd kunnen bereiden. Zeven dagen per week leveren in totaal zo’n tachtig chauffeurs ’s middags complete warme maaltijden af. Tot op tafel. Deze maaltijd wordt elke dag vers bereid door verzorgingstehuis Beek en Bos in Heythuysen. Zo’n vast bezorgmoment helpt ouderen niet alleen bij het gezond eten, maar ook om een dagelijks ritme te behouden. Bovendien kan zoiets ogenschijnlijk kleins als een verzorgd eetmoment per dag een mantelzorger flink ontlasten.’ FONDSEN ‘Als een van de ruim negentig vrijwilligers van ‘Warme maaltijd aan huis’ verzorg ik de planning van de chauffeurs. Elke chauffeur rijdt ongeveer één keer per maand een hele week een route. Het is een geoliede machine en vraagt dan ook weinig van mijn tijd. Ik kan dit gemakkelijk combineren met mijn werk in het Grand Café van een verzorgingstehuis. Inmiddels help ik mee met de fondsenwerving om nieuwe warmhoudsets te kunnen kopen. Het geld hebben we hard nodig, want de gemeente stopt per 1 juli de subsidie. Als vrijwilligers spannen we ons samen in om de service ‘Warme maaltijd aan huis’ te laten voortbestaan. Elk jaar maken zo’n 450 mensen gebruik van onze maaltijdservice; dat zijn zo’n 50.000 maaltijden per jaar.’ UITKOMST ‘Toen ik met mijn jonge gezin naar de andere kant van Nederland verhuisde, zocht ik een manier om mensen te leren kennen. Vrijwilligerswerk was een uitkomst. Veertien jaar geleden begon ik bij de speel-o-theek, omdat ik mijn kinderen mee kon nemen. Ik heb inmiddels verschillende organisaties ondersteund, het is fijn om zinvol bezig te zijn. Toen ik de oproep van Proteion Welzijn in het Leudalnieuws las, heb ik daar meteen op gereageerd. Als we allemaal een beetje doen, kun je al veel bereiken.’ OMA ‘Voor mijn oma is het inmiddels te moeilijk om dagelijks te koken. Daarom heeft mijn tante haar aangemeld bij de maaltijdservice in haar woonplaats. Ze is heel enthousiast, ze vindt de maaltijden heerlijk. Elke middag komt er iemand de maaltijd brengen. Ik vind het heel fijn dat andere vrijwilligers dat voor mijn oma doen. Omdat ik te ver weg woon − het is ruim één uur rijden − kan ik haar daar niet bij helpen. Maar als vrijwilliger voor ‘Warme maaltijd aan huis’ kan ik wellicht ook wat betekenen voor andere opa’s en oma’s. Dat geeft me een goed gevoel.’
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[17]
Barmhartigheid
[
delingen
]
Naastenliefde is van alle tijden. Maar hoe geven we inhoud aan dit veelomvattende begrip? Wat drijft iemand die een naaste in nood helpt? En waar staan we zelf: helpen we echt of blijft het bij een goed voornemen? Het Utrechtse museum Catharijneconvent heeft dit najaar een speciale expositie over naastenliefde. Persoonlijke verhalen uit de geschiedenis, de bekende Werken van Barmhartigheid en cultuurhistorische voorwerpen koppelen de historie aan hedendaagse barmhartigheid. ‘Naastenliefde’ is van 13 september 2014 tot 1 maart 2015 te zien in museum Catharijneconvent, Lange Nieuwstraat 38 in Utrecht.
In de geest van Jopie
Werken met wat je raakt, zonder rekening te houden met ‘hoe het hoort’. Met die eigenzinnige aanpak (en de kunst die dat opleverde) werd kunstschilder Jopie Huisman beroemd. En goed voorbeeld doet goed volgen. Veertig kunstenaars van atelier Jans Pakhuys − onderdeel van zorgorganisatie Amerpoort − traden in de voetsporen van Jopie. Amerpoort ondersteunt mensen met een verstandelijke beperking. De deelnemers produceerden ruim 65 kunstwerken, variërend van schilderijen tot beschilderde objecten. De kunstwerken zijn tot 4 januari 2015 te zien (én te koop) in het Jopie Huisman Museum. Jopie Huisman Museum, Noard 6, Workum
Kunstzinnig eten
Taart in een potje, schilderij op je bord, poëzie van de ober. Niets is te gek in restaurant ‘Voorproefje’ van het Toverbaltheater. En alles is er even lekker. Het Toverbaltheater helpt mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking zich creatief en sociaal te ontwikkelen. Om hun afhankelijkheid van de inkomsten uit persoonsgebonden budgetten te verkleinen, richtte het Toverbaltheater een paar jaar geleden met hulp van het Skanfonds het restaurant op. Met de inkomsten daaruit financieren ze het Toverbaltheater. Dát is nog eens goed eten! Restaurant Voorproefje, Waterstraat 7, Beneden-Leeuwen. Lezers van MEDE kunnen dit jaar profiteren van een bijzondere aanbieding: een Kunstzinnige eetbeleving lunch voor 12,50 (i.p.v. 15,-) of een creatief driegangendiner voor 22,50 (i.p.v. 27,50). Voor meer info of reserveren:
[email protected] (o.v.v. MEDE) of bel 0487-540445.
Delfts blauw
In het hart van Delft is een uniek toeristenwinkeltje te vinden waar mensen met een verstandelijke handicap werken. Zoals Rosa, die op de pagina hiernaast staat. Bezoekers kunnen er in speciaal ontworpen klederdracht op de foto, een lokaal souvenirtje kopen of gewoon een kopje koffie drinken. True Blue Delft, Voorstraat 8, Delft
[ 18 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
Aanbieding: Lezers van MEDE krijgen in 2014 10% korting op een fotoshoot naar keuze, o.v.v. MEDE. www.truebluedelft.com
[
True Blue Delft Een toeristische winkel en sociale onderneming ineen. Dat is True Blue Delft, een unieke winkel in hartje centrum, gerund door mensen met een verstandelijke beperking. Bezoekers kunnen er in speciaal ontworpen klederdracht op de foto, een lokaal souvenirtje kopen of gewoon een kopje koffie drinken. Deze zomer opent True Blue Delft haar deuren.
mens
]
‘Koffie en thee inschenken, dweilen, afwassen, spulletjes verkopen, cadeautjes inpakken. Op school en thuis heb ik al veel geoefend met deze taakjes. Nu doe ik ze in het echt in de winkel. Het maakt me weinig uit wat ik doe; ik vind alles even leuk. Het liefst heb ik veel verschillende taakjes op één dag. Spullen op kleur leggen, koekjes brengen naar de tafels, mensen helpen met de kostuums aantrekken. Dat kan ik allemaal heel goed. Het allerliefst wil ik later bij de politie werken, maar hier heb ik het ook naar mijn zin.’ Rosa Spaas (16) heeft het syndroom van Down en loopt stage bij True Blue Delft
‘Waar kan Rosa in de toekomst terecht als ze klaar is met school? Die vraag is voor mij best een zorg. Steeds meer sociale werkplaatsen sluiten door de bezuinigingen. Bovendien worden de eisen voor dagbestedingsprojecten strenger. De gemeente investeert vooral in mensen die kunnen doorgroeien naar de reguliere arbeidsmarkt. Dat zit er voor Rosa niet in. Ik ben blij dat ze nu een plekje heeft bij True Blue Delft en daar werkervaring kan opdoen. Het kleinschalige karakter past goed bij haar. Want ze heeft veel begeleiding nodig en kan niet lang achter elkaar hetzelfde werkje doen. Bij True Blue Delft weten ze dat en plannen ze haar flexibel in. Dat de winkel op zo’n mooie en zichtbare locatie in de stad zit, vind ik echt geweldig. Inwoners en toeristen raken daardoor meer bekend met mensen met een beperking. En bekend maakt bemind.’ Josee Spaas, moeder van Rosa
‘Bij True Blue Delft hebben we acht werk- en stageplekken voor mensen met een beperking. Taken zijn er genoeg: printjes uit de fotoprinter halen, kassa draaien, schoonmaken, klanten bedienen. Deze zomer zijn we opgestart met financiële bijdragen uit een aantal fondsen, waaronder het Skanfonds. Ons doel is om de stichting zelfstandig te laten draaien met opbrengsten uit onze winkel en de verhuur van ons pand in de avonduren. We willen voor toeristen én Delftenaren een leuke plek zijn om eens binnen te wandelen. Ook wil ik met True Blue Delft laten zien dat mensen met een beperking prima een paar uur per dag kunnen helpen in bijvoorbeeld een bloemenwinkel of ijscozaak. Met simpele taken en desnoods op een rustig moment. Ik hoop dat onze stagiairs in de toekomst ook bij andere Delftse ondernemers aan de slag kunnen.’ Jasperina Sietsma, mede-oprichtster van True Blue Delft
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[19]
‘Het allerliefst wil ik later bij de politie werken, maar hier heb ik het ook naar mijn zin.’ Rosa Spaas (16) heeft het syndroom van Down en loopt stage bij True Blue Delft.
zie pa gin a
[19]