Cafetariamodel 2008 Iedereen zijn eigen voorkeur Als medewerker van de gemeente Amsterdam kunt u een deel van uw pakket arbeidsvoorwaarden zelf samenstellen. Zo kunt u uw arbeidsvoorwaardenpakket beter afstemmen op uw persoonlijke situatie. In deze brochure vindt u informatie over: • de spelregels van het Cafetariamodel; • de bestedingsmogelijkheden; • de in te zetten bronnen.
Wat is het Cafetariamodel? Het Cafetariamodel is een regeling waarmee u op basis van uw persoonlijke voorkeur bepaalde arbeidsvoorwaarden kunt ruilen voor andere arbeidsvoorwaarden. Uiteraard binnen de per keuze geldende grenzen. U kunt zelf bepalen of u wel of geen gebruikmaakt van het Cafetariamodel. Deelname aan het Cafetariamodel is dus geheel vrijwillig. De één zou in ruil voor salaris best wat langer op vakantie willen, een ander heeft wel oren naar meer inkomsten en levert daarvoor graag vakantiedagen in. Door gebruik te maken van het Cafetariamodel heeft u bij een aantal bestedingsmogelijkheden een fiscaal voordeel. Dit fiscale voordeel wordt bereikt doordat u een aantal bestedingsmogelijkheden netto kunt ontvangen terwijl u hiervoor een brutobron inlevert. Uw netto inkomenspositie verbetert door deelname aan het Cafetariamodel, u doet immers afstand van een brutobron in ruil voor een nettovergoeding. Eenmaal per jaar kunt u via een formulier uw wensen kenbaar maken voor het volgende kalenderjaar. Een verzoek voor deelname wordt in principe toegewezen, tenzij het dienstbelang zich ertegen verzet. U krijgt altijd schriftelijk bericht op uw aanvraag. Kan de aanvraag niet of slechts deels gehonoreerd worden, dan ontvangt u een schriftelijke motivatie. U kunt van het Cafetariamodel gebruikmaken als u in dienst bent van de gemeente Amsterdam. Het maakt niet uit of u een vaste of tijdelijke aanstelling heeft of een arbeidsovereenkomst. Voor uitzendkrachten of mensen die tijdelijk zijn ingehuurd geldt het Cafetariamodel niet.
Keuzemogelijkheden Het Cafetariamodel kent drie keuzemogelijkheden:
1) Het kopen of verkopen van vakantie-uren 2) De opbouw van extra vakantie-uren 3) Fiscaal aantrekkelijke bestedingsmogelijkheden.
1. Het kopen of verkopen van vakantie-uren Wie fulltime werkt, kan maximaal 72 vakantie-uren kopen of verkopen. Voor parttimers geldt dat zij naar evenredigheid een aantal uren mogen kopen of verkopen. Verkoopt u vakantie-uren, dan moet uw resterend vakantieverlof minimaal 144 uur per jaar zijn. Dit is een wettelijk voorgeschreven minimum. Dit minimum aantal vakantie-uren kan niet afgekocht worden, ook niet in daarop volgende jaren. Voor parttimers geldt uiteraard een minimum naar rato. Hoeveel kost een vakantie-uur, of wat levert het op? Dat is afhankelijk van uw brutosalaris per uur (zonder toeslagen of toelagen). U kunt het eenvoudig uitrekenen door uw bruto maandsalaris te delen door 156. Voor parttimers kan
de volgende formule gebruikt worden: het deeltijd maandsalaris: aanstellingsuren x 36 = het voltijds maandsalaris. Vervolgens deelt u dit bedrag door 156. De peildatum van de waarde van uw brutosalaris per uur is 1 januari van het kalenderjaar waarop uw verzoek betrekking heeft.
2. De opbouw van extra vakantie-uren De tweede mogelijkheid is het opbouwen van extra vakantie-uren. Op jaarbasis kunt u maximaal 32 extra vakantie-uren opbouwen. Over deze mogelijkheid moet u vooraf afspraken maken met uw leidinggevende. Het opbouwen van extra vakantie-uren kan door: 1) meer te werken dan de formele arbeidsduur 2) overuren om te zetten in vakantie-uren 3) compensatieverlof voor werken op feestdagen om te zetten in vakantie-uren. Deze uren kunnen weer worden ingezet binnen het Cafetariamodel.
3. Fiscaal aantrekkelijke bestedingsmogelijkheden Ruilen van arbeidsvoorwaarden is niet gratis. Wilt u een bestedingsmogelijkheid krijgen, dan moet u hiervoor een bron inleveren. Aan de ene kant heeft u bronnen, dat zijn de middelen waarmee u kunt betalen en aan de andere kant heeft u bestedingsmogelijkheden, dat wat u kunt ‘kopen’. Binnen het Cafetariamodel zijn de volgende bestedingsmogelijkheden opgenomen:
• • • • • •
Reiskostenvergoeding openbaar vervoer Studiekosten Fietsregeling Vakbondscontributie Extra premie ABP-pensioen Bedrijfsfitness
Welke bronnen kan ik inzetten? Hieronder treft u de brutobronnen aan die u kunt inzetten voor een bestedingsmogelijkheid. Een combinatie van in te zetten bronnen is mogelijk. Dit geldt niet voor de bestedingsmogelijkheid vakbondscontributie. Voor de vakbondscontributie kunt u maar één bron inzetten. • Salaris: U kunt uw salaris inzetten voor een bestedingsmogelijkheid. De inzet kunt u verspreiden over maximaal 12 maanden. U moet hierbij wel rekening houden dat uw salaris na aftrek van de inzet niet lager mag zijn dan het wettelijk minimumloon. Als u in deeltijd werkt, is uw salaris naar verhouding lager en dus ook het voor u geldende wettelijk minimumloon. • Vakantie-uitkering: U kunt uw vakantie-uitkering inzetten voor een bestedingsmogelijkheid. Verspreid inhouden op uw vakantie-uitkering is niet mogelijk, omdat uw vakantie-uitkering in de maand mei wordt uitbetaald. De inhouding dient dan ook in één keer plaats te vinden. • Eindejaarsuitkering: U kunt uw eindejaarsuitkering inzetten voor een bestedingsmogelijkheid. Verspreid inhouden op uw eindejaarsuitkering is niet mogelijk, omdat uw eindejaarsuitkering in de maand december wordt uitbetaald. De inhouding dient dan ook in één keer plaats te vinden. • Levensloopbijdrage: U kunt uw levensloopbijdrage inzetten voor een bestedingsmogelijkheid, als u niet meedoet aan de levensloopregeling. Verspreid inhouden op uw levensloopbijdrage is niet mogelijk, omdat uw levensloopbijdrage in de maand juli wordt uitbetaald. De inhouding dient dan ook in één keer plaats te vinden. • Vergoeding verkoop vakantie-uren: U kunt uw bestedingsmogelijkheid financieren door afstand te doen van uw bovenwettelijke vakantie-uren of een gedeelte daarvan. Hiervoor ontvangt u een vergoeding van één uurloon per vakantie-uur. De vakantie-uren worden in mindering gebracht op uw totaal aantal vakantie-uren voor 2008. U dient minimaal 144 vakantie-uren over te houden na de verkoop (voor parttimers naar rato).
Effecten van het Cafetariamodel Gevolgen inzet brutobronnen De verlaging van uw brutobron heeft als voordeel dat u minder loonbelasting en premies sociale verzekeringen betaalt. Uw belastbare inkomen wordt door de deelname aan het Cafetariamodel lager. Verlaging van uw brutobron betekent ook dat wanneer u bijvoorbeeld een deel van uw salaris gebruikt als bron en u wordt werkloos of arbeidsongeschikt, uw uitkering lager kan uitvallen. De verlaging van uw belastbare inkomen kan ook gevolgen hebben voor de hoogte van het verzekerd inkomen voor de WW en de WAO/WIA, voor het pensioengevend inkomen voor het ABP en voor de inkomensafhankelijke subsidies zoals huurtoeslag en zorgtoeslag. Omdat door de deelname uw belastbare inkomen wordt verlaagd, heeft de deelname ook gevolgen voor het pensioengevend inkomen. Een voorbeeld: als uw belastbare inkomen door de deelname aan het Cafetariamodel met € 150 wordt verlaagd, wordt uw pensioengevend inkomen ook verlaagd met € 150. Dit houdt in 1 dat u in dat geval per jaar € 3,08 minder aan pensioen opbouwt (2,05% van € 150).
Bijkomende gevolgen inzet brutosalaris als brutobron Wanneer u uw brutosalaris inzet om een bestedingsmogelijkheid te financieren, heeft dat ook gevolgen voor bepaalde salaris gerelateerde toelagen. Door de verlaging van uw brutosalaris moet u rekening houden met een verlaging van uw vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering, levensloopbijdrage en eventuele toeslagen zoals de roostertoeslag. Als uw salaris via het Cafetariamodel verlaagd wordt, worden de toelagen die op het salaris gebaseerd zijn ook lager. Bijvoorbeeld, u zet € 100 van uw brutosalaris in voor de financiering van de door u gekozen bestedingsmogelijkheid. Uw brutosalaris wordt dan € 100 lager. Uw vakantie-uitkering wordt € 8,00 bruto lager (8% van € 100), uw levensloopbijdrage wordt € 1,50 lager (1,5% van € 100) en uw eindejaarsuitkering wordt € 3,35 bruto lager (3,35% van € 100). Als u deze effecten wilt voorkomen, kunt u beter kiezen voor de inzet van andere bronnen.
Algemeen Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Uw eigen P&O afdeling helpt u graag verder. Ook kunt u de Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (RGA) raadplegen, www.rga.amsterdam.nl. Het Cafetariamodel is een onderdeel van de RGA.
Reiskostenvergoeding openbaar vervoer Het Cafetariamodel biedt de mogelijkheid uw reiskosten voor het woon-werkverkeer te verlagen. U kunt door de inzet van brutobronnen in aanmerking komen voor een aanvullende nettovergoeding voor de reiskosten als u gebruikmaakt van het openbaar vervoer. Selma woont in Utrecht en komt met de trein naar haar werk. Zij heeft een NS-jaartrajectkaart aangeschaft via het grootgebruikcontract van de gemeente. De trajectkaart kost per jaar € 1.900. Van de gemeente krijgt zij een reiskostenvergoeding van € 490 per jaar. Het reizen kost Selma € 1.410 (€ 1.900 – € 490) per jaar. Selma besluit haar reiskosten te financieren via het Cafetariamodel. Selma werkt fulltime en verdient € 2.900 per maand. Zij heeft per jaar recht op 1
2,05% is pensioen opbouwpercentage
165,6 vakantie-uren. Haar bovenwettelijke vakantie-uren zijn dan 21,6 uur (165,6 – 144). Ter financiering van deelname doet Selma afstand van haar bovenwettelijke vakantie-uren en een gedeelte van haar eindejaarsuitkering. Haar bovenwettelijke vakantie-uren leveren Selma € 401,54 bruto op (€ 2.900:156 X 21,6 uren). Voor het resterend bedrag zet zij een gedeelte van haar eindejaarsuitkering in (€ 1.008,46). Door de inzet van bovengenoemde brutobronnen komt Selma in aanmerking voor een aanvullende belasting- en premievrije netto reiskostenvergoeding. Het inzetten van € 1.410 brutobron levert Selma een nettovergoeding op van € 1.410. Het voordeel voor Selma is per saldo netto ongeveer € 592* (op basis van het gemiddelde loonbelastingpercentage van 42%). De netto inkomenspositie van Selma verbetert door deelname aan het Cafetariamodel, zij doet immers afstand van brutobronnen in ruil voor een nettovergoeding. * (42% van € 1.410).
Voor wie is het bedoeld en is het iets voor mij? Deze bestedingsmogelijkheid is bedoeld voor de medewerker die met het openbaar vervoer naar het werk komt. U kunt voor uw reiskosten gebruikmaken van het Cafetariamodel als u gebruikmaakt van het openbaar vervoer voor uw woon-werkverkeer (het gedeelte dat niet wordt vergoed door de gemeente). Elke medewerker met een openbaarvervoerkaart heeft recht op een vergoeding. De rechtspositieregeling kent voor wat betreft de hoogte van de reiskostenvergoeding twee vaste bedragen per maand. Voor de medewerker die een één zone openbaar vervoer abonnement heeft, is de reiskostenvergoeding gelijk aan de kosten van het abonnement. De medewerker met een één zone abonnement kan voor de reiskostenvergoeding geen gebruik maken van het Cafetariamodel omdat hij alle kosten vergoed krijgt. De vergoeding voor de medewerker die meer dan één zone of een NS-abonnement heeft, is lager dan de kosten van het abonnement. Dit houdt in dat de medewerker die hogere reiskosten heeft dan de reiskostenvergoeding van de gemeente, via het Cafetariamodel in aanmerking kan komen voor een aanvullende reiskostenvergoeding.
Voorwaarden De voorwaarde om gebruik te kunnen maken van het Cafetariamodel is dat u per openbaar vervoer naar uw werk reist. De reiskostenvergoeding die u al heeft én de reiskostenvergoeding die u in het kader van het Cafetariamodel zult ontvangen mogen samen niet hoger zijn dan uw daadwerkelijke reiskosten (abonnementskosten). Op grond van de fiscale wetgeving moet u kunnen aantonen dat u met het openbaar vervoer reist. De Gemeente Amsterdam sluit ieder jaar een grootgebruikcontract met zowel de Nederlandse Spoorwegen als het Gemeentevervoerbedrijf. De contracten gaan in op 1 februari en eindigen op 31 januari in het volgende jaar. Het grootgebruikcontract houdt in dat jaarabonnementen tegen gereduceerde prijs aan de medewerkers worden geleverd. Als u uw abonnement via de gemeente aanschaft, hoeft u niet apart aan te tonen dat u met het openbaar vervoer reist. Uw werkgever heeft deze gegevens al. Als u uw abonnement zelf bij de vervoerder koopt, dan moet u wel aantonen dat u met het openbaar vervoer reist. De bedragen die vergoed worden als reiskostenvergoeding door de werkgever moeten verantwoord worden aan de fiscus.
Aandachtspunt Wanneer u jaarlijks een aangifte doet van uw inkomstenbelasting en u reist met het openbaar vervoer, komt u in aanmerking voor een OV-reiskostenaftrek. De hoogte van het bedrag dat u mag aftrekken, is afhankelijk van de enkele reisafstand woon-
werkverkeer en het aantal dagen waarop u reist. Hierbij geldt verder de regel dat u de reiskostenvergoeding die u van uw werkgever ontvangt, moet aftrekken van de OV-reiskostenaftrek. Dit betekent als uw totale reiskosten worden vergoed door de gemeente, u deze niet meer als aftrekpost kan opvoeren voor uw aangifte inkomstenbelasting. De reisaftrek via aangifte óf de reiskostenvergoeding via het Cafetariamodel? Het antwoord op de vraag of het voordeliger is om de reisaftrek via aangifte of via het Cafetariamodel te regelen is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Wij adviseren u om zelf na te gaan welk van de twee mogelijkheden voor u het meest voordelig is. Op de website van de belastingdienst, www.belastingdienst.nl, vindt u uitgebreide informatie over de reiskostenaftrek via de aangifte Inkomstenbelasting.
Studiekosten U wilt uw kennis op peil houden, uw carrière ontwikkelen of uw positie op de arbeidsmarkt verbeteren en u volgt daarvoor een opleiding. Als u van de gemeente geen óf slechts een gedeeltelijke studiekostenvergoeding ontvangt, kunt u uw studiekosten via het Cafetariamodel financieren. Mohammed wil om zijn vakkennis op peil te houden een opleiding volgen. De opleiding kost € 2.250 per jaar waarvan de werkgever 50% vergoedt. Mohammed moet € 1.125 zelf betalen en besluit dat te financieren via het Cafetariamodel. Mohammed doet afstand van zijn eindejaarsuitkering tot een bedrag van € 1.125. Dat betekent dat zijn bruto eindejaarsuitkering met € 1.125 wordt verlaagd. Zo komt hij in aanmerking voor een aanvullende netto studiekostenvergoeding. Het inzetten van € 1.125 bruto eindejaarsuitkering levert Mohammed een nettovergoeding op van € 1.125. Het voordeel voor Mohammed is per saldo netto ongeveer € 473 (op basis van het gemiddelde loonbelastingpercentage van 42%).
Voor wie is het bedoeld en is het iets voor mij? Deze bestedingsmogelijkheid is bedoeld voor de medewerker die een studie volgt of wil gaan volgen die slechts gedeeltelijk of niet door de werkgever wordt vergoed. De Gemeente Amsterdam heeft een goede studiekostenregeling waarmee de studiekosten van de medewerker geheel of gedeeltelijk kunnen worden vergoed. Soms wordt u door de gemeente zelfs verplicht om een opleiding te volgen. U wordt alleen tot scholing verplicht als u zonder de opleiding niet (meer) in staat bent uw functie naar behoren te vervullen. Te denken valt aan een computercursus of het behalen van het groot rijbewijs. De kosten die u maakt bij een verplichte scholing worden in zijn geheel betaald door de gemeente. In dat geval heeft u zelf geen kosten en is deze bestedingsmogelijkheid voor u niet relevant. Bij een opleiding die naar het oordeel van de gemeente niet van belang is voor uw functie, worden uw studiekosten niet of slechts gedeeltelijk vergoed. Het Cafetariamodel biedt dan een mogelijkheid om uw (resterende) studiekosten te financieren.
Voorwaarden De opleiding die u volgt moet gericht zijn op uw (toekomstige) beroep of werk. De opleiding moet daarom worden gevolgd in het kader van de ontwikkeling van uw carrière, het op peil houden van uw kennis of het verbeteren van uw positie op de arbeidsmarkt. De eventuele studiekostenvergoeding die u al heeft van de gemeente én de studiekostenvergoeding die u in het kader van het Cafetariamodel zult ontvangen, mogen samen niet hoger zijn dan uw totale studiekosten. U moet de originele op uw naam gestelde facturen van de opleiding overleggen.
Aandachtspunt Waneer u jaarlijks een aangifte inkomstenbelasting doet en u heeft studiekosten, komt u in aanmerking voor een studiekostenaftrek. U kunt uw studiekosten minus de vergoeding die u van uw werkgever heeft ontvangen, aftrekken. Er geldt hierbij een drempelbedrag. De kosten boven de drempel zijn aftrekbaar. Uw aangifte inkomstenbelasting kunt u niet meer als aftrekpost opvoeren als uw totale studiekosten via het Cafetariamodel door de gemeente worden vergoedt. De studiekostenaftrek via aangifte óf de studiekostenvergoeding via het Cafetariamodel? Het antwoord op deze vraag, wat voordeliger is, is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. U wordt geadviseerd om zelf na te gaan welke van de twee mogelijkheden voor u de meest voordelige is. In de meeste gevallen, gezien de fiscale drempel, zal het Cafetariamodel voordeliger zijn dan de aftrek via de aangifte. Op de website van de belastingdienst, www.belastingdienst.nl, vindt u uitgebreide informatie over de studiekostenaftrek.
Fietsregeling U gaat bijna altijd met de fiets naar uw werk. Uw fiets is echter aan vervanging toe. Onder het Cafetariamodel heeft de gemeente een fietsregeling ingevoerd. Deelname aan de fietsregeling kan voor u betekenen dat u op een fiscaalvriendelijke wijze een fiets en bijbehorende zaken kunt aanschaffen. De financiering van deelname aan de fietsregeling vindt plaats door afstand te doen van door u zelf gekozen bron(nen), bijvoorbeeld een deel van uw bruto vakantie-uitkering. Piet neemt deel aan de fietsregeling en koopt een fiets van € 730. Ter financiering doet Piet afstand van zijn vakantie-uitkering tot een bedrag van € 730. Dat betekent dat zijn bruto vakantie-uitkering met € 730 wordt verlaagd. De inzet van een brutobron levert Piet een nettovergoeding op van € 730. Het voordeel voor Piet is per saldo netto ongeveer € 307 bij een loonbelastingpercentage van 42%. Met andere woorden kost de fiets voor Piet geen € 730, maar ongeveer € 423.
Voor wie is het bedoeld en is het iets voor mij? Deze bestedingsmogelijkheid is bedoeld voor de medewerker die overwegend met de fiets naar het werk gaat. De medewerker die gebruik maakt van de fiets voor de afstand tussen zijn woonadres en het beginpunt (of eindpunt) van het openbaar vervoer kan ook van de regeling profiteren.
Voorwaarden De fiets wordt beschouwd als een vorm van loon in natura, dat eens per drie jaar is vrijgesteld van belasting tot een maximum bedrag. Het maximumbedrag dat vrijgesteld is van belasting voor de fiets is € 749 (situatie 2007). De verstrekking van een gangbare fietsverzekering door de werkgever is ook vrijgesteld van belasting. Verder zijn ook bijbehorende accessoires zoals een fietsslot, regenpak en dergelijke vrijgesteld van belasting. Het maximumbedrag voor accessoires is € 82 per jaar. De medewerker moet verklaren de fiets voor tenminste drie jaar te gebruiken voor het woon-werkverkeer op meer dan de helft van het aantal werkdagen per jaar.
Voorschot U koopt zelf een fiets en overlegt de factuur aan uw werkgever. Als u bijvoorbeeld ter financiering de eindejaarsuitkering als bron heeft gekozen, betekent dit dat de nettovergoeding voor de door u gekochte fiets en de inhouding op uw eindejaarsuitkering pas in de maand december kan plaatsvinden. Dit zou betekenen dat u een lange periode moet wachten op de uitbetaling van de nettovergoeding voor uw aanschaf. Om dit te voorkomen kan er op uw verzoek een voorschot worden verleend bij de eerstvolgende mogelijkheid via de salarisuitbetaling. Op een later moment vindt dan, afhankelijk van de door u gekozen bron, een verrekening plaats. U kunt ook een verzoek indienen voor een voorschot voor het aanschaffen van een fiets. In dat geval moet u uiterlijk een maand na betaling van het voorschot de originele rekening inleveren bij uw werkgever. Blijft u in gebreke dan wordt het volledige voorschot bij de eerstvolgende salarisbetaling ingehouden op uw salaris.
Meer informatie? Als u meer informatie nodig heeft over de fietsregeling kunt u intranet raadplegen: www.intranet.amsterdam.nl.
Vakbondscontributie U bent lid of overweegt om lid te worden van een vakbond. Dan biedt het Cafetariamodel u de mogelijkheid om uw vakbondscontributie fiscaal aftrekbaar te stellen. Wilma is lid van een vakbond en zij besluit om haar lidmaatschapskosten te financieren via het Cafetariamodel. Het lidmaatschap kost Wilma € 13,50 per maand. Ter financiering van de lidmaatschapskosten doet Wilma € 13,50 per maand afstand van haar brutosalaris. Zo komt zij in aanmerking voor een nettovergoeding voor de vakbondscontributie. Het inzetten van € 13,50 bruto maandsalaris levert Wilma een nettovergoeding van € 13,50. Het voordeel voor Wilma is per saldo netto ongeveer € 5,70 per maand. Per jaar is haar voordeel ongeveer € 68. Het lidmaatschap kost dan per jaar € 94. Zonder deelname aan het Cafetariamodel kost het lidmaatschap Wilma € 162 per jaar.
Voor wie is het bedoeld en is het iets voor mij? Deze bestedingsmogelijkheid is bedoeld voor de medewerker die lid is of lid gaat worden van een vakbond.
Voorwaarden De gemeente Amsterdam is met de vakbonden overeengekomen om vakbondscontributie als bestedingsmogelijkheid op te nemen in het Cafetariamodel. De fiscale wetgeving maakt het mogelijk om een vergoeding voor de vakbondscontributie belastingvrij te verstrekken. Medewerkers die lid zijn van een vakbond kunnen een deel van hun brutobron omruilen voor een onbelaste vergoeding voor de vakbondscontributie. De ontvangen vergoeding kan nooit hoger zijn dan de werkelijk betaalde vakbondscontributie. De medewerker dient aan te tonen dat hij lid is van een vakbond. Bij het aanvraagformulier dient u als bewijs van uw lidmaatschap van de vakbond stukken toe te voegen, waaruit blijkt dat u vakbondscontributie verschuldigd bent. Als er geen bewijsstukken zijn toegevoegd, wordt uw aanvraag niet in behandeling genomen.
De vergoeding stopt op het moment dat de medewerker zijn lidmaatschap opzegt. De medewerker moet dit direct aan de werkgever kenbaar maken. Het is fiscaal niet toegestaan dat deze faciliteit blijft doorlopen nadat de medewerker het lidmaatschap van de vakbond heeft opgezegd.
Aandachtspunt Vanwege het relatief lage bedrag is de inzet vanuit meerdere bronnen tegelijkertijd niet mogelijk. U kunt voor de vakbondscontributie één bron naar keuze inzetten.
APB Extra pensioen Uw toekomstig pensioen verhogen door extra te sparen? Het ABP biedt u de mogelijkheid om aanvullend pensioen op te bouwen via het zogenaamde ABP- Extra Pensioen. Door deelname aan het Cafetariamodel kunt u afstand doen van brutobronnen die u kunt inzetten voor het ABP-Extra Pensioen. Els heeft besloten om via het Cafetariamodel te sparen voor extra pensioen. Els besluit om hiervoor jaarlijks een bedrag van € 1.800 in te leggen. Ter financiering van deelname aan het ABP-Extra Pensioen doet Els per maand afstand van een gedeelte van haar salaris. Dat betekent dat haar brutosalaris gedurende 12 maanden met € 150 wordt verlaagd. Els verdient € 2.650 bruto per maand. Bij een verlaging van haar brutosalaris ontvangt zij per maand ongeveer € 87 netto minder, terwijl zij per maand € 150 bijspaart voor haar pensioen. Haar voordeel is dan ongeveer € 63 per maand. De deelname aan het Cafetariamodel levert Els dus een financieel voordeel op van ongeveer € 756 per jaar omdat zij in ruil voor een nettovergoeding afstand doet van een brutobron.
Voor wie is het bedoeld en is het iets voor mij? In principe kan iedere medewerker sparen voor extra pensioen, maar deze bestedingsmogelijkheid is vooral aantrekkelijk voor de medewerker met een pensioengat. Wat is een pensioengat? Als u niet komt aan 70% van uw salaris voor uw pensioen, dan kan men spreken van een pensioengat. Dit kan door diverse factoren veroorzaakt worden, bijvoorbeeld door tussentijdse verandering van werkgever, het niet direct in uw 25-ste levensjaar begonnen zijn met werken, een echtscheiding en dergelijke. Het antwoord op de vraag of u te maken heeft met een pensioengat is eenvoudig te berekenen met de ABP-pensioenmeter die te vinden is op de website van het ABP, www.abp.nl. Ook kunt u via de website van het ABP uitrekenen wat het rendement van uw inleg zal zijn, zodat u zelf kunt beoordelen of extra sparen voor pensioen voor u aantrekkelijk is.
Voorwaarden Er geldt geen minimumbedrag voor de inleg, wel een maximum dat afhankelijk is van de persoonlijke fiscale ruimte van de medewerker. De fiscale ruimte wordt bepaald aan de hand van de leeftijd, het inkomen en het totaal dat de medewerker in de loop der jaren aan pensioen opgebouwd heeft. De medewerker kan de fiscale ruimte berekenen met behulp van de ABPpensioenmeter die te vinden is op de website van het ABP. Het ABP toetst of de inleg de fiscale ruimte van de medewerker niet overschrijdt.
Aandachtspunt De inleg voor het sparen van extra pensioen kan maandelijks, eenmalig of incidenteel plaatsvinden. De premie voor extra pensioen wordt verrekend via de salarisstrook. Het ingehouden bedrag wordt rechtstreeks betaald aan het ABP.
Meer informatie? Wilt u weten of sparen voor extra pensioen voor u aantrekkelijk is en wilt u meer weten over de mogelijkheden om te sparen voor extra pensioen en het rendement van uw inleg berekenen? Al deze informatie kunt u vinden op de website van het ABP, www.abp.nl.
Bedrijfsfitness Aan uw conditie werken of gewoon voor uw plezier sporten? Het Cafetariamodel biedt u de mogelijkheid om voordelig te kunnen sporten. Fernando heeft besloten om via het Cafetariamodel deel te nemen aan bedrijfsfitness. De bedrijfsfitness kost jaarlijks € 525. Ter financiering van deelname aan de bedrijfsfitness doet Fernando afstand van zijn levensloopbijdrage. Hij zet € 525 van zijn levensloopbijdrage in voor de financiering van bedrijfsfitness. De deelname aan het Cafetariamodel levert Fernando een financieel voordeel op van ongeveer € 221 per jaar bij een loonbelastingpercentage van 42%. De bedrijfsfitness kost Fernando dan € 304 per jaar in plaats van € 525 per jaar.
Voor wie is het bedoeld en is het iets voor mij? Iedere medewerker kan gebruikmaken van de bedrijfsfitness. Onder bedrijfsfitness wordt conditie- of krachttraining verstaan, die plaatsvindt onder deskundig toezicht.
Voorwaarden U kunt in aanmerking komen voor een nettovergoeding voor bedrijfsfitness. U dient bij uw aanvraag bewijsstukken in te leveren waaruit blijkt dat u lid bent en dat u contributie betaalt. De vergoeding kan ook in de vorm van een korting worden verstrekt als de medewerker bij een fitnesscentrum sport dat door de dienst of stadsdeel is aangewezen. De plaats voor de bedrijfsfitness is of bij de dienst of stadsdeel zelf of in een door de dienst of het stadsdeel aangewezen fitnesscentrum. Er zijn fitnesscentra die overeenkomsten aanbieden, waarbij de medewerkers in alle vestigingen van dat fitnessbedrijf terecht kunnen. Deelname aan bedrijfsfitness is steeds voor één jaar. Voor vervolgdeelname dient u zich jaarlijks opnieuw aan te melden.
10
11
Deze brochure is een uitgave van de gemeente Amsterdam, Bestuursdienst, directie Concern Organisatie. Aan de tekst van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. De formele regelgeving, de Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam, zoals vastgesteld door het College van B&W, is doorslaggevend.
12