Pensioenmanifest
Iedere burger zijn eigen pensioenrekening Vorige maand is aan staatssecretaris Klijnsma, de Star en de Tweede Kamer een Pensioenmanifest aangeboden waarin onder andere gepleit wordt voor de combinatie van één inkomensvervangende regeling en één individuele Pensioenrekening, gekoppeld aan het BSN, maar wel gebaseerd op principes van collectiviteit en solidariteit. De aanbevelingen en ideeën zijn belangrijke resultaten van een congres over herziening van ons pensioenstelsel dat in mei jl plaatsvond op initiatief van het vakblad AM: (een uitgave van Vakmedianet) en zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van de BV meerdanCommunicatie en Capgemini die beiden ook het manifest ondertekend hebben. Hierna volgt de integrale tekst van het manifest.
Geachte mevrouw Klijnsma, leden van de Stichting van de Arbeid en leden van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, In uw beraadslagingen is pensioen met grote regelmaat aan de orde. Daarbij is geen aspect van ons pensioenstelsel meer taboe. Openlijk zet u vraagtekens bij de houdbaarheid van ons pensioenstelsel op langere termijn. Ooit goed functionerende basisprincipes zoals die van de intergenerationele solidariteit en risicodeling tussen werkgevers en werknemers, blijken rafelrandjes en onbedoelde neveneffecten te hebben. Met u is ook de samenleving in zijn geheel inmiddels doordrongen van de noodzaak om tot pensioenhervormingen te komen die verder strekken dan inkomensherverdeling en bezuinigingspolitiek. Koopkrachtplaatjes voor nu en later zijn inmiddels onvoldoende om onderhandelingsresultaten aan af te meten. En met en beetje langer doorwerken, een beetje minder pensioenopbouw, iets meer risicoherverdeling van werkgevers naar werknemers voor wat betreft het langlevenrisico, en een afgedwongen en georganiseerde solidariteit van jong met oud, komen we er niet. De huidige Pensioenstrijd gaat in essentie daarom ook niet om loonpolitiek en inkomensherverdeling. Maar wél om de maatschappelijke én individuele vraag aan welke inkomens- en zorgbehoeften voldaan moet worden om mensen ook in hun post-arbeidzame leven zich te kunnen ontplooien en een volwaardige bijdrage aan de samenleving te leveren. Het was precies deze vraag die centraal stond tijdens een spraakmakend symposium dat het vakblad AM: (een uitgave van Vakmedianet in de verzekerings- en pensioensector) initieerde en dat onder dagvoorzitterschap van Felix Rottenberg plaatsgreep. Tijdens dit baanbrekende event keken belangrijke smaakmakers van binnen en buiten het pensioenveld samen over de eigen grenzen heen op zoek naar de bouwstenen voor een nieuw en toekomstvast pensioenstelsel waarin de werknemer, het individu, centraal staat. Want, zoals één van de jonge congresdeelnemers het verwoordde, “een pensioenstelsel dat geen draagvlak heeft onder jongeren, is per definitie ten dode opgeschreven.”
2
Het is dit symposium dat geresulteerd heeft in het onderhavige ‘Pensioenmanifest’. Een manifest met daarin vijf aanbevelingen in willekeurige volgorde: 1. 2. 3. 4. 5.
Kom los van bestaande kaders, en daarmee ook van het begrip ‘pensioen’; Stel een task force ‘pensioenhervoming’ in. De pensioensector zelf, blijkt niet in staat zichzelf te vernieuwen; Stel iedere burger in staat zijn eigen pensioenrekening (gekoppeld aan BSN) te openen en aan te wenden voor persoonlijke, flexibele pensioendoeleinden; Stel een pensioenplicht in onder gelijktijdige vrije keuze in uitvoering; Maak vaart met een integrale benadering van de met elkaar samenhangende sociale dossiers op het gebied van Pensioen (financiële planning), Zorg en Wonen
Deze vijf en daarvan afgeleide nevengeschikte aanbevelingen komen hierna aan de orde.
Los van bestaande kaders Tijdens het symposium bleek er voorkeur te zijn om een ander woord voor pensioen te vinden teneinde los te komen van bestaande kaders. Pensioen is een inkomensvoorziening voor als je op een bepaalde leeftijd geheel of gedeeltelijk uit het arbeidsproces wil stappen. Door er in essentie zo over te denken kun je afstand nemen van bestaande pijlers en instituties, en kun je open-minded nadenken over een andere vormgeving. Sociale partners zijn niet per definitie ‘baas’ over de inhoud van de pensioenregeling. Deelnemers aan pensioenregelingen voelen zich ook niet per definitie door hen vertegenwoordigd. Beperk de inrichting van de tweede pijler dan ook niet tot deze partijen. Het symposium bracht ook aan het licht dat fundamentele vernieuwingen niet vanuit de sector zelf te verwachten zijn. De bestaande tegenstellingen tussen pensioenuitvoerders onderling, grosso modo verzekeraars, PPI’s en ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen, beperken de pensioendiscussie nodeloos en ongewenst tot thema’s als de (on-)houdbaarheid van solidariteit tussen jong en oud, de (on-)rechtvaardigheid van de doorsneepremie, de (on-)terechte verplichtstelling van de bedrijfstakregelingen, de (on-)zekerheid van harde en zachte rechten, en het (on-)vermogen om de deelnemer meer bewust te laten worden van het pensioen.
3
Task force Een fundamentele discussie over het pensioenstelsel moet worden geïnitieerd vanuit (maar niet per definitie beperkt tot) de politiek. De politiek moet wél aangeven wat de belangrijkste doelen zijn, welke middelen daarvoor worden ingezet en welke randvoorwaarden worden gesteld. Binnen die kaders kan dan een operationele invulling worden gegeven door de partijen uit het veld, maar vooral door het betrekken van de deelnemers, waarvoor het tenslotte allemaal wordt gedaan. Stel daartoe een task force in met vergaand mandaat die mag rekenen op brede maatschappelijke steun.
Individuele pensioenrekening Als alternatief voor de pensioenaanspraak, is de individuele pensioenrekening naar voren gebracht. Elke burger zou een eigen pensioenrekening moeten krijgen waarop gedurende de gehele werkzame periode het pensioenvermogen wordt bijgeschreven. Deze rekening is aan het individu gekoppeld en wordt meegenomen bij het wisselen van dienstverband. Ook voor zelfstandigen (ZZP-ers) zou deze vorm uitstekend geschikt zijn. De rekening zal een geblokkeerde rekening zijn die op een flexibele datum kan worden aangewend voor (deeltijd) pensioen. Administratief zou deze rekening aan het BSN gekoppeld kunnen worden. Een individuele pensioenrekening lijkt al snel te gaan richting zuivere DC-regeling of PPI-uitvoering. Toch hoeft dat niet noodzakelijk zo te zijn. Op een individuele pensioenrekening zouden even goed toekomstige uitkeringsaanspraken bijgeboekt kunnen worden.
Verplichte deelname maar vrije keuze van de uitvoerder Er moet een verplichting zijn om deel te nemen aan een pensioenregeling en er moeten waarborgen zijn dat de aanspraken ook daadwerkelijk voor een pensioen worden aangewend. Er is geen draagvlak om het individu volledige keuzevrijheid te geven in het wel of niet meedoen aan een pensioenregeling. Wel is er een groot draagvlak om de individuele deelnemer te laten kiezen voor de uitvoerder van zijn of haar voorkeur. De verplichte aansluiting bij een ondernemings- of bedrijfstakpensioenfonds zou daardoor verdwijnen. Daarbij is de parallel getrokken met de zorgverzekering. Iedere inwoner is verplicht om een zorgverzekering af te sluiten, maar is vrij in de keuze van de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraars dingen naar de voorkeur van de klant op prijs, maar ook op aanvullende pakketten, de klantgerichtheid, korte wachtlijsten en steeds vaker ook op de kwaliteit van de gecontracteerde zorgaanbieders.
4
Voor de individuele pensioenrekening is een soortgelijke organisatie mogelijk. Bij de keuze van een individuele deelnemer voor een pensioenuitvoerder zal het beleggingsrendement een belangrijke concurrentiefactor worden, maar dan wel in samenhang met de te nemen risico’s. Een deelnemer kan dan kiezen voor een uitvoerder wiens beleggingsbeleid past bij zijn of haar voorkeur. Plus natuurlijk bijkomende overwegingen ten aanzien van kosten, klantgerichtheid of aanvullende diensten en verzekeringen. Een individuele pensioenrekening betekent niet per definitie dat de deelnemer zelf beleggingskeuzes zou moeten maken. Uitvoerders kunnen een collectieve beleggingspool aanbieden, of een lifecycle product. Ook kunnen ze een inleg- of uitkeringsgarantie aanbieden. En voor de deelnemer die zekerheid wenst kunnen ze de ingelegde premie direct omzetten in een toekomstige uitkeringsaanspraak. In feite blijven dezelfde smaken bestaan als in het huidige stelsel, alleen is het nu de deelnemer zelf die de keuze maakt van de aanbieder en het product.
Flexibiliteit in premieverdeling Er kunnen meerdere premiebetalers in de regeling zijn. De belangrijkste zijn de deelnemer zelf, de werkgever en de overheid. Van deelnemers kan net als in de huidige regelingen een verplichte bijdrage worden gevraagd. Daarboven kan eenvoudig de mogelijkheid van vrijwillig bijsparen worden geboden. ZZP-ers zouden op deze wijze van jaar tot jaar een premie kunnen storten afhankelijk van hun financiële mogelijkheden. Ook van werkgevers kan een verplichte bijdrage worden gevraagd. Om concurrentievervalsing tegen te gaan kan een basispremiepercentage worden opgelegd die elke werkgever over het salaris moet bijdragen. Tot slot zou ook de overheid kunnen bijdragen aan de individuele rekening. Hetzij door fiscaal gunstige randvoorwaarden, hetzij door directe stortingen. Een directe overheidsbijdrage kan een alternatief vormen voor een basispensioen als vervanging van de huidige AOW. Deze uitgangspunten zijn overigens geen pleidooi om naar een omslagstelsel te gaan, noch om de doorsneepremie te handhaven. Integendeel: de individuele pensioenrekening kent een inherente kapitaaldekking. En een voor iedere deelnemer gelijk basispremiepercentage zal in de praktijk juist neerkomen op een degressieve opbouw die een eind maakt aan de als onhoudbaar ervaren solidariteit tussen jong en oud.
5
Flexibiliteit in aanwending De bestaande pensioenregelingen kennen vaak al een grote mate van flexibiliteit. Eerder of later met pensioen, wel of geen partnerpensioen, een tijdelijke overbrugging tot de AOW-leeftijd, of een hoog-laag uitkering zijn standaard elementen geworden. Toch wordt hier nog weinig gebruik van gemaakt. Door de verhoging van de AOW- en pensioenrichtleeftijd, en in het bijzonder door de niet synchroon lopende leeftijdsverhogingen, zal er vaker gebruik worden gemaakt van een flexibele pensioenleeftijd. Het wordt daarom gewenst gevonden om ook de AOW-leeftijd flexibel te laten worden. De mogelijkheden van deeltijdpensioen bestaan vaak wel, maar worden nog nauwelijks benut. Deeltijdpensioen kan in combinatie met een flankerend ouderenbeleid leiden tot een meer natuurlijke en geleidelijke afbouw van het arbeidsproces.
Solidariteit in risicodeling Er is een breed draagvlak voor het collectief verzekeren van de risico’s van overlijden en arbeidsongeschiktheid. Er is daarentegen geen draagvlak om de individuele rekening te laten uitdijen tot een universele levenslooprekening waaruit tussentijdse uitkeringen bij werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid worden gedaan. De pensioenrekening moet beperkt blijven tot het opbouwen van een pensioenvoorziening.
Eigen huis als vierde pijler Het pensioenvermogen en het vermogen dat vastligt in het eigen huis zijn min of meer complementair. De afgelopen decennia zijn aflossingsvrije hypotheken populair geweest, met als gevolg dat ook na het pensioen doorbetaald moest worden aan de hypotheek. Bij een meer traditioneel aflossingspatroon wordt een behoorlijke aflossing in de hypotheek gedaan en kan worden volstaan met een lager pensioen voor dekking van de overige levensbehoeften. In de meest vergaande vorm zouden de individuele pensioenrekening en de hypotheekrekening als twee communicerende vaten gekoppeld kunnen worden.
5
Pensioenbewustzijn door eigen verantwoordelijkheid Van bovenaf opgelegde communicatie blijkt geen effect te scoren. Mensen zullen pas meer pensioenbewust worden als ze zelf invloed kunnen uitoefenen. Het hebben van een ‘eigen’ pensioenrekening en het kunnen maken van keuzes in zowel de uitvoering als de aanwending zal het pensioenbewustzijn vergroten. Opmerkelijke quote vanuit het symposium: “De kosten van een pensioen zijn gemiddeld 20% van de salariskosten. Een werknemer is volledig verantwoordelijk voor de besteding van 80% van zijn salaris. Tegelijkertijd heeft hij geen enkele zeggenschap over die laatste 20% en wordt hij voor het pensioen behandeld alsof hij volledig onbekwaam is.” Uitgangspunt moet zijn dat iedere deelnemer een eigen verantwoordelijkheid heeft voor zijn pensioen, en daarop wordt aangesproken. Tegelijkertijd kunnen er voldoende waarborgen worden ingebouwd dat niemand op een onverantwoorde wijze met zijn pensioen omgaat. Deze waarborgen bestaan uit de verplichting voor iedereen om aan een regeling deel te nemen; dit komt ook tegemoet aan bijvoorbeeld ZZP-ers en andere deelnemers die nu geen pensioenregeling hebben. Net als nu zullen de uitvoerders onder toezicht blijven staan van DNB en AFM. Dit is geen garantie voor een optimaal pensioen, maar wel een waarborg dat er geen misbruik van het pensioengeld wordt gemaakt. De eigen verantwoordelijkheid en invloed komt tot uiting in de keuze van de uitvoerder, de keuze voor het pensioenproduct, en de keuze voor de aanwending op pensioendatum. Ook dat is geen garantie voor een optimaal pensioen, maar wel een pensioen waar men zelf verantwoordelijk voor is geweest.
Conclusies Samengevat luidt de conclusie die de ondertekenaars trekken: • Verwacht geen pensioenhervormingen van binnenuit • Deel met elkaar het gevoel voor urgentie om tot hervormingen te komen • Formeer een task force met ruim mandaat en breed maatschappelijk draagvlak • Houd rekening met onderhavige aanbevelingen • Geef jongeren expliciet ruimte om mee te denken én mee te beslissen
Verantwoording Onderhavige aanbevelingen en conclusies zijn niet per definitie de mening van alle congresdeelnemers. Wél zijn zij een representatieve weergave van de gevoelens, meningen en conclusies die tijdens de interactieve programma-onderdelen de revue zijn gepasseerd. Initiatiefnemer – het vakblad AM: in samenwerking met uitgever Vakmedianet – en de opstellers en mede-organisatoren van symposium waar dit manifest resultaat van is, zijn uiteraard tot het geven van toelichting en nadere informatie bereid. De BV meerdanCommunicatie Michiel Huisman, partner
5
Capgemini Financial Service drs Jan Okken, managing consultant
Colofon Opstellers van dit manifest Jan Okken, managing consultant Capgemini Michiel Huisman, partner De BV meerdanCOMMUNICATIE Juni 2014