VERSLAG VAN DE VERENIGDE VERGADERING OP 29 NOVEMBER 2012 VV: 20 december 2012
Aanwezig:
de heer mr. M.A.P. van Haersma Buma, voorzitter; de heer A. van den Berg, mevrouw mr. A.W. Bom-Lemstra, de heren P. van der Ende, A.G. Wiegman en mevrouw I.J.A. ter Woorst, hoogheemraden; mevrouw M. Ammerlaan-Romeyn, de heren J.M. Batist, J.B. van den Berg, mr. P. van den Berg, drs. B. Canton, dr. ir. G.P.J. Dijkema, mevrouw N.J. Dijkshoorn-van Dijk, mevrouw drs. J. Engels, mevrouw drs. M.J. Hilders, de heren ir. L.P.I.M. Hombergen, J. de Hoog, J. de Jong, mevrouw drs. A.C.J. Jans RC, de heren C. Kuijvenhoven RA, dr.ir. A.J. Middendorp, drs. L.W. Nanninga, J.W.A. van Olphen, J.Th. Overmeer, drs. A.P. Ranner, R. Reijn, ir. J.A.A.M. van Rossum, mevrouw dr.ir. M.P.M. Ruijgh-van der Ploeg, de heren drs. M. Smits, B.E. van der Velde en ir. G.A. van der Wedden, hoofdingelanden; de heer mr.drs. P.I.M. van den Wijngaart, secretaris; de heer H.M.J. Hoogweg, griffier.
Opening De voorzitter opent om 9.00 uur de vergadering. 00.a. Geloofsbrieven De voorzitter deelt mee dat de geloofsbrieven zijn onderzocht en in orde bevonden. De heren Ruijs en Simon worden toegelaten als plaatsvervangend lid van een commissie. De heren Ruijs en Simon leggen in handen van de voorzitter de verklaring en belofte af. De voorzitter wenst de heren Ruijs en Simon geluk met hun benoeming en overhandigt beiden een boeket bloemen. 01.
Vaststelling agenda
De heer Van der Velde zou graag nog spreken over agendapunt H.10., Onderhoudsvervangingen Gezuiverd Afvalwater. Volgens de notulen van de commissievergadering zou dit ook een bespreekstuk worden. De heer Van der Wedden verzoekt om bespreking van H.08., Tijdelijke verordening kennisgeving ontwerpbesluiten. De heer P. van den Berg vraagt om aandeordestelling van H.10., Kwijtscheldingsbeleid, als bespreekstuk. De voorzitter constateert dat deze drie agendapunten bespreekstukken worden. Mevrouw Hilders herinnert eraan dat in de commissie is aangekondigd dat in het stuk onder H.14., Peilbesluit Abtswoude, nog een wijziging moest plaatsvinden, om het commentaar van de provincie te verwerken. Dat is nog niet gebeurd. Het hoeft geen bespreekstuk te worden. De heer A. van den Berg zal zorgen dat de juiste cijfers in het peilbesluit worden opgenomen. De agenda wordt aldus vastgesteld.
2
02.
Notulen VV d.d. 27 september 2012
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 03.
Mededelingen
- Op 30 november komt de gemeente Westland met een mededeling over het Waalblok en het 4B-concept. In de loop van vandaag zal de griffier daarover aan de leden van de VV een vertrouwelijke mededeling doen. - In de Agendacommissie is unaniem gekozen voor de locatie IHE-Unesco aan de Westvest in Delft voor Join the Pipe. Op termijn komt daar een nadere mededeling over. Ter plaatse zal zichtbaar worden gemaakt dat dit een inbreng van Delfland is. 04.
Insprekers
Van het spreekrecht wordt geen gebruik gemaakt. 05.
Vragenrondje
Van het vragenrondje wordt geen gebruik gemaakt. 06.
Stukken ter kennisname
De stukken onder 06.01 t/m 06.10 worden voor kennisgeving aangenomen. 07.
Ingekomen stukken
De stukken onder 07.01 t/m 07.06 worden voor kennisgeving aangenomen. Het stuk onder 07.07 wordt in handen van D&H gesteld. Bespreekstukken B.01. Begroting 3013 en Meerjarenraming 2013-2017 De heer Smits merkt op dat in het vigerende regeerakkoord staat dat de bepalingen over de waterschappen uit de Grondwet moeten verdwijnen. Dat heeft tot nu toe niet heel veel aandacht getrokken, terwijl het niet zo vanzelfsprekend is. Het ontstaan van wat nu het Koninkrijk der Nederlanden is, is een uitvloeisel van een initiatief uit de Middeleeuwen om het natte land droog te malen. Dat is gecontinueerd tot op de dag van vandaag. De positie van Nederland in Europa en daarbuiten is in grote mate te danken aan de waterschappen. Alleen al om die reden meent hij dat het waterschap bij uitstek in de Grondwet hoort, nog afgezien van de vraag waar het waterschap in het bestuurlijke model wordt ondergebracht. De positie, taken en verantwoordelijkheden van waterschappen horen in de Grondwet verankerd te zijn. Een tweede reden om het waterschap te koesteren is dat het het oudste democratische systeem is in Nederland. Andere bestuurlijke vormen kunnen zich daaraan spiegelen. In de bijeenkomst in Den Haag is heel zinvol gereflecteerd over de toekomst van de waterschappen. Daar is gesuggereerd dat Delfland samen met aangrenzende waterschappen initiatieven neemt tot bestuurlijke vernieuwing, om te komen tot een grotere bestuurlijke daadkracht, maar ook om Delft terug te brengen in het centrum van de waterstaatkundige geschiedenis, om die tot de verbeelding van heel veel mensen te laten spreken. Onder andere voor de export is dat van grote betekenis. De kennis kan worden gebruikt in heel veel landen waar de gevolgen van de opwarming van de aarde en de zeespiegelrijzing zich voordoen. De inhoud van de begroting spoort heel goed met hetgeen in Burap 1 en Burap 2 aan de orde is geweest. Hij herhaalt de complimenten die hij college, portefeuillehouder en medewerkers eerder heeft gegeven. Hij roept wel op tot voorzichtigheid nu het weer wat beter gaat met de begroting. Op bladzijde 56 van de begroting wordt 3,1 miljoen extra gevoteerd voor salarissen en sociale lasten. Hij vraagt zich af of dit niet al te uitbundig is, gelet op het perspectief dat velen de broekriem zullen moeten aanhalen.
3
Hij juicht de minder sterke stijging van de tarieven toe. In het Algemene Dagblad van 26 oktober 2012 stond de kop Water tientjes duurder. De pers heeft blijkbaar nog niet helemaal begrepen dat de stijging aanzienlijk minder is dan aanvankelijk werd beoogd. Er is gediscussieerd over de toevoeging van de ruimte die er was aan het weerstandsvermogen, maar dat vindt hij in het licht van de lastenverzwaring die de burgers boven het hoofd hangt en de omstandigheid dat eerder positieve resultaten zijn bereikt dan aanvankelijk geprognosticeerd niet juist. Hij steunt het voorstel van het college van harte. Zijn fractie vindt innovatie heel belangrijk. Allerlei instituten in Delft die van belang zijn voor de export hebben een innovatief karakter. In NRC-Handelsblad las hij dat veel bedrijven onvoldoende hebben geïnnoveerd, terwijl juist daarbij het accent zou moeten liggen. De noodzaak van innovatie geldt ook voor een organisatie als Delfland. Hij vindt het heel belangrijk dat allianties worden gemaakt met andere organisaties en dat middelen worden vrijgemaakt voor innovatie. Inmiddels is al ver buiten Nederland het 3Di-project van grote betekenis. Hij waarschuwt dat er niet een pot moet worden ingesteld waarmee allerlei tegenvallers of projecten die het anderszins niet hebben gehaald kunnen worden betaald. Aan het eind moet vastgesteld kunnen worden dat innovatieve projecten die effect sorteren zijn gefinancierd. De VV of de betrokken commissie moet ermee instemmen, teneinde te voorkomen dat er bestemmingen buiten de innovatie worden gefinancierd. De heer Van Rossum releveert dat de voorliggende begroting eigenlijk de laatste begroting zou zijn die de VV in de huidige samenstelling zou behandelen. Het zal nog niet de laatste begroting zijn voordat de waterschappen werden afgeschaft. Dat zal wel langetermijnwerk worden of helemaal nooit gebeuren. Het is wel de laatste begroting waarvoor de formele afspraken die aan het begin van de huidige zittingsperiode zijn gemaakt golden. Het waterschap is, als speelbal van de hogere overheid, nu een democratische verlenging van 2½ jaar van de zittingsperiode van het bestuur opgedrongen. De mammoettanker Delfland is in de afgelopen vier jaar de goede kant opgeduwd, door de vereende krachten van college, VV en apparaat. Aan het begin van de periode was er sprake van een zware belasting voor de ingelanden, die nu voor de komende jaren iets kan worden aangepast. Delfland vraagt iets minder meer. Via een van de verbonden partijen, de Unie van Waterschappen, wordt Delfland geconfronteerd met hogere CAO-lasten. Hij dringt erop aan dat het college behalve de aangekondigde brief aan de Unie zich sterk blijft verzetten. Hij vraagt of er sprake is van een meerjarenafspraak, die wellicht in de komende begrotingen zelfs tot verdere stijgingen leidt. Innovatie staat bij de fractie van de VVD hoog op de lijst. Zij wil niet afwijken van de voorstellen van het college, maar vraagt het college wel om discipline in acht te nemen. Voor de STOWA is bijvoorbeeld naast de automatische inflatiecorrectie standaard een stijging van de bijdrage van 1% ingebouwd. Zoiets houdt een wederpartij niet echt scherp. Voor de doorkijk naar het Waterbeheerplan 5 dienen de lessen van WBP4 en de consequenties van de besluiten die in de afgelopen jaren zijn genomen te worden meegenomen, zodat WBP5 niet alleen solide is, maar ook financieel draagbaar. De heer P. van den Berg stemt in met de begroting. Aanvankelijk leek het erop dat de tarieven voor 2013 fors hoger zouden uitvallen. In de Kadernota is dat al bijgesteld in neerwaartse zin. Nu vindt opnieuw een bijstelling plaats, waardoor de tarieven met 4% respectievelijk 5% stijgen in 2013, nog steeds een stevige stijging. De tarieven zouden ook hoger kunnen worden gehouden, om Delfland sneller financieel gezond te maken. Hij vindt dat het college een juiste keuze heeft gemaakt, want het blijft binnen de kaders van de motie Dijkema. Dat moet leiden tot een positief exploitatiesaldo in 2014 en een positief vermogen in 2018. Voor het innovatiefonds is in 2013 een miljoen beschikbaar. Zijn fractie, altijd kritisch op uitgaven, vindt dat een hoop geld. Bezuinigen is niet alleen blind lasten verminderen en inkomsten verhogen. Innovatie kan ook leiden tot geringere lasten, zoals staat in de stukken die in december 2012 aan de orde komen. Door innovatie kan slimmer, beter, maar ook goedkoper worden gewerkt. Hij ziet voorts mogelijkheden tot samenwerking met het bedrijfsleven. Hij dringt erop aan om waar dat mogelijk is innovaties te vermarkten. Dat zou ook een bijdrage zijn aan de financiële gezondmaking van Delfland. In de verschillende programma’s is al 2,2 miljoen voor innovaties verwerkt. Het miljoen voor het innovatiefonds komt daar bovenop. Voor een cultuurverandering in Delfland, op weg naar een innovatieve organisatie, is iets van symboliek nodig. Als je iets doet, moet je het goed doen. Zijn fractie kan zich wel vinden in het uitgetrokken bedrag, maar het moet niet een
4
speeltje worden. Hij verkrijgt graag de toezegging dat over een jaar wordt aangegeven wat met het innovatiefonds is gedaan en wat de effecten ervan zijn geweest. De heer De Jong verwijst naar de discussie in de commissie Watersystemen over de aanvoer van zoet water. Hij vond de antwoorden niet duidelijk. Hij vraagt waar Delfland nu staat met de zoetwatervoorziening, expliciet wat betreft de Brielsemeerleiding. De heer Canton vindt positief aan de begroting dat de afwijking van de eerdere bestuursrapportages beperkt is en dat zij duidelijk en goed leesbaar is. Over de politieke keuzes in de begroting kan hij niet zo positief zijn. Om te beginnen wordt voor het budget Schoon water heel weinig geld uitgetrokken. Nu Delfland door het diepste financiële dal heen is, is het tijd om te investeren waar verhoudingsgewijs het meest is bezuinigd. Er is relatief nog weinig gerealiseerd wat meetelt voor de resultaatsverplichting Kaderrichtlijn Water. Alleen het laaghangend fruit is geplukt. Komende investeringen in natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen zullen waarschijnlijk duurder uitvallen. In de begroting wordt daarmee nog geen rekening gehouden. Als er een extra budget voor Schoon water komt, kunnen volgens de hoogheemraad niet meer natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen worden aangelegd, omdat daarvoor geen capaciteit is in de organisatie. Na de motie Dijkema heeft de organisatie kennelijk te hard op de rem getrapt. Zij is te mager geworden en kan een van haar kerntaken in de toekomst waarschijnlijk onvoldoende uitvoeren. De instelling van een innovatiefonds van een miljoen heeft hem verrast. Ondanks de stukken voor de bijeenkomst van december 2012 ziet hij veel onduidelijkheid, om te beginnen welke visie ten grondslag ligt aan het innovatiefonds. Hij begrijpt ook niet waarom meteen een miljoen beschikbaar wordt gesteld. Delfland geeft al meer aan innovatie uit dan de landelijke richtlijnen vergen. Wat binnen of buiten het fonds valt en waarom is onduidelijk. De PvdD is het niet eens met de prioriteit voor innovatie. Er wordt in Delfland zeven keer zoveel uitgegeven aan rentelasten dan aan Schoon water. De PvdD is voor een duurzame financiële huishouding. Daarbij passen niet een weerstandsratio van 0,65, een rentelast van ruim 20 miljoen per jaar en zeker niet een schuld van honderden miljoenen. Vorig jaar werd een stijging van de belasting met respectievelijk 8% en 10% voorgesteld. Nu worden die percentages gehalveerd, niet omdat Delfland geen schulden heeft, maar omdat het kon. De belastingen niet verder verhogen betekent dat niets aan de schuldenlast wordt gedaan en de rentelasten niet al te snel zullen dalen. Op de lange termijn kost dat meer geld. Duurzaam is op de korte termijn duur maar op de lange termijn het goedkoopst. Liever legt hij de burger uit dat de belasting fors wordt verhoogd om ze de komende jaren veel minder te laten stijgen dan dat hij hem een sigaar uit eigen doos verkoopt. Liever legt hij de burger uit waarom de schulden worden afbetaald dan hem in slaap te sussen en te zeggen dat geldontwaarding de problemen wel zal oplossen. Hij stelt, mede namens zijn partijgenoot Overmeer en de heer Middendorp van de AWPD de volgende motie voor: De Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, bijeen op donderdag 20 november 2012-12-01 kennisgenomen hebbende dat
Delfland een leningenportefeuille ter hoogte van € 470 mln voor het jaar 2013 heeft; In de ontwerp programmabegroting 2013 voor de watersysteemheffing vanaf 2013 gerekend wordt met een jaarlijkse tariefstijging van 4% (watersysteembeheer, ingezetenen) en voor de zuiveringsheffing met 5%; Delfland streeft naar een ratio voor het weerstandsvermogen van tussen de 1,0 en 1,4; Delfland per 1 januari 2013 een ratio van het weerstandsvermogen van 0,65 heef;t De motie Schouw ruimte biedt tot een stijging van 5%; In Nederland veel discussie gaande is over de tariefontwikkeling van de waterschappen; In de meerjarenraming 2012-2016 voor de jaarschijf nog werd uitgegaan van een stijging van de belastingtarieven met 8,5% (watersysteembeheer) en voor het zuiveringsbeheer met 10%;
5
constaterende dat:
Een minder hoge tariefstijging leidt tot het langzamer verkrijgen van een sterker weerstandsvermogen; Een grotere stijging van de belastingtarieven op de kortere termijn een minder hoge stijging van de tarieven op de middellange termijn mogelijk maakt;
gevraagde besluitvorming, spreekt uit dat:
Het Hoogheemraadschap bij de behandeling van de programmabegroting 2013 een voorstel doet tot een gemiddelde belastingopbrengstenstijging voor 2013 van meer dan 4,2% voor het watersysteembeheer. Hierbij rekening houdende met de grens gesteld door de motie Schouw; De extra inkomsten te gebruiken om het weerstandsvermogen in 2013 te vergroten,
en gaat over tot de orde van de dag. Mevrouw Jans waardeert het dat om papier te sparen slechts de pagina’s met wijzigingen zijn rondgestuurd, maar zij heeft toch behoefte aan een volledig exemplaar en zal dat ook krijgen. Zij spreekt haar complimenten uit voor de beschrijving van de programma’s en de definiëring van de prestatie-indicatoren. Dat is een forse stap voorwaarts, waarop wel lang moest worden gewacht. Haar fractie wenst dat terughoudend wordt omgegaan met het innovatiefonds. In de nota is een viertal criteria genoemd, die moeten worden gerespecteerd en op korte termijn geëvalueerd. Haar fractie voelt het meest voor een stijging van de tarieven conform het maximum in de motie Schouw, 5%. Bijna 90% van de inkomsten van het hoogheemraadschap komt uit de tarieven. 40% van de uitgaven zijn investeringen, namelijk kosten van afschrijving en operational lease. Investeringen zijn altijd een belangrijk onderwerp voor de VV. Het is goed dat in de begroting de investeringen op totaal niveau per programma en programmalijn zichtbaar worden gemaakt. Wat ontbreekt is de integrale afweging. Die kan pas plaatsvinden als inzichtelijk is wat er achter de cijfers zit. Zij verzoekt het college uit te spreken wanneer een integrale afweging mogelijk wordt. Als krediet voor krediet wordt aangevraagd is de pot op een gegeven moment leeg. De kredieten zijn dan niet onderling afgewogen. 40 cent van elke euro gaat naar de investeringen, 10 cent van elke euro wordt aan het betalen van rente besteed. Bij de behandeling van de kadernota op 28 juni 2012 is toegezegd dat bij de begrotingsbehandeling een discussie over de leningenportefeuille mogelijk gemaakt zou worden. Zij heeft nog geen stuk gezien aan de hand waarvan die discussie gevoerd zou kunnen worden. Vol spanning kijk zij uit naar de eerste bestuursrapportage halverwege volgend jaar, om te zien hoe de begroting wordt uitgevoerd. Zij gaat ervan uit dat de afwijking van de begroting voortaan 0% zal zijn en dat alles zal worden gedaan om daarop uit te komen. Mevrouw Ruijgh heeft in commissieverband vragen gesteld over de risicoanalyse. Zij zal daar in 2013 op terugkomen. Zij steunt het opstellen van een innovatieagenda. Zij is blij dat daar volgende week over kan worden gesproken. Zij steunt ook het vrijmaken van gelden voor innovatie. De Unie van Waterschappen heeft een heel mooie visie op innovatie vastgelegd. Zij steunt het mede uitvoering daaraan geven door Delfland. Bij de bespreking van de kadernota heeft zij al aangegeven dat zij de toen voorgestelde aanpak niet kon steunen. Haars inziens trekt Delfland nu met een fonds van een miljoen een te grote broek aan. Zoveel geld in een jaar wegzetten vraagt een grote personele inspanning. Zij is veel meer voorstander van een groeimodel. Er is onduidelijkheid welke innovatieve activiteiten waar in het programma zijn belegd. In de commissievergaderingen kon zij daar geen duidelijkheid over krijgen. Via internet heeft zij bij zes waterschappen gekeken hoe het daar wordt gedaan. Soms neemt men niets op in de begroting, zelfs bij heel grote investeringen. Soms gaat het via een bestemmingsreserve. Er zijn ook waterschappen die innovatie via de exploitatie uitvoeren, maar dan veel minder en vooral in het zuiveringsbeheer. Vaak wordt een innovatieagenda elk jaar besproken, waarbij prioriteiten opnieuw worden vastgesteld. Zij vraagt waarom een miljoen wordt uitgetrokken, waarom in een keer een grote stap wordt gezet, welke succesfactoren er zijn (gelet op het leervermo-
6
gen bij Delfland, naar aanleiding van het Waterkader Haaglanden opgesteld) en waarom de innovatieve projecten op verschillende plaatsen in de programma’s zijn belegd. Wat is de ratio voor die verdeling? Hoe wordt die inzichtelijk en controleerbaar gemaakt voor de VV? Zij vraagt ook om een inzicht in de personele consequenties van de inrichting van fonds, bij de behandeling van de innovatieagenda. Op 14 november 2012 heeft de Europese Commissie haar rapport uitgebracht over alle landen die de Kaderrichtlijn Water moeten uitvoeren. Nederland is flink op de vingers getikt, omdat er veel te veel bezuinigd wordt op ecologisch herstel. De kans dat de doelen van de KRW worden gehaald wordt daarmee kleiner. Zijn er projecten waarmee Delfland het ecologisch herstel kan versnellen die nu wegbezuinigd zijn? De KRW heeft twee doelstellingen: verbetering van de waterkwaliteit tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten en het scheppen van een level playing field in de EU, waarbij kosten niet door bedrijven en huishoudens worden afgewenteld op het water en het ecologisch systeem. Door het verhalen van die kosten moet financiële ruimte ontstaan om ecologisch herstel in gang te zetten. Zijn er projecten, en zo ja welke, die daarvoor de mogelijkheid bieden? De heer J. van den Berg dankt de heer Smits voor diens pleidooi voor de waterschappen als oudste bestuursorgaan. Waterschappen moeten met hun tijd meegaan, innovatief zijn en nieuwe vormen durven toepassen. Dan kunnen zij ook in de toekomst niet gemist worden. Hij is in grote lijnen tevreden over de begroting 2013. De tariefstijging is minder groot dan aanvankelijk voorzien, in lijn met de soberheid en terughoudend met het investeringsvolume die na de motie Dijkema zijn afgesproken. De financiële gezondmaking zal iets meer tijd vragen. Delfland is een van de duurste waterschappen in Nederland. De stijging van de CAO-lasten met 3,6% is niet helemaal in lijn met de soberheid die was afgesproken. Hij hoort daar graag wat meer uitleg over. Hij kan de instelling van het innovatiefonds steunen, maar dringt erop aan dat secuur wordt omgegaan met de gelden die beschikbaar komen. Hij heeft zorgen over het kwijtscheldingsbeleid, dat de komende jaren vermoedelijk flink wordt uitgebreid. Dat mag geen ongewenste vormen aannemen, al is een uitbreiding te verwachten gelet op de economisch moeilijke tijden. De fractie van Ongebouwd is met de agrarische sector blij met de inspanningen die zijn gedaan om het tarief voor ongebouwd te minderen. Het tarief is misschien nog niet helemaal redelijk, maar hij is er blij mee. Hij spreekt zijn dank uit voor de velen die eraan hebben meegewerkt. Hij verwacht dat het tarief nog een paar jaar flink omhoog zal gaan omdat de egalisatiereserve weer moet worden aangezuiverd. De heer Van der Velde constateert ook dat, na nogal wat gedoe, de begroting niet de laatste begroting van het huidige college en de huidige VV zal zijn. De waterschapsverkiezingen zijn uitgesteld tot de verkiezingen van de provinciale staten in 2015. Hij vindt het eigenlijk te gek voor woorden dat onderling mandaten moeten worden verlengd, terwijl aan het mandaat dat de VV-leden van hun kiezers hebben gekregen zo maar wordt voorbijgegaan. Zijn fractie heeft daar serieus moeite mee. Vanuit de Unie wordt nu weer gelobbyd om de verkiezingen te laten samengaan met de gemeenteraadsverkiezingen in 2014. Hij vraagt of het college daar een rol in heeft. De voorzitter vraagt van wanneer die informatie dateert. Afgelopen vrijdag is in de Unie nog afgesproken dat dit niet zou worden gedaan. Dat spijt de heer Van der Velde, want hij had eerdere verkiezingen graag gezien. Een voordeel is weer wel dat het huidige college en de huidige VV in meer dan zes jaar zelf orde op zaken kunnen stellen. In de meerjarenraming zal Delfland binnen het huidige mandaat uit de rode cijfers zijn. Dat is een compliment waard. Begrotingen die bij lange na niet sluitend waren, investeringen die niet konden worden uitgevoerd en naar nu blijkt volslagen onrealistisch waren, leidden tot grote problemen. Het onderhoud was achterstallig. Vier jaar geleden was zijn reactie dat zo’n organisatie onder curatele moest worden gesteld. Nu lijkt het erop dat Delfland in 2014 op eigen kracht uit de rode cijfers raakt. Om dat te bereiken zijn de laatste jaren de organisatie aangepast, de investeringen drastisch naar beneden bijgesteld en de tarieven stelselmatig verhoogd. Dat was afgesproken, in een tijd dat de gevolgen van de huidige crisis nog niet te voorzien waren. Het verbaast hem dan ook dat het personeel geen pas op de plaats hoeft te maken. De loonstijging kan eigenlijk niet. Dat is echter een onderhandelingsresultaat. Grote groepen inwoners van Delfland worden nu onbarmhartig getroffen door maatregelen van de nieuwe regering. Daarbovenop komen de tariefsverhogingen door het hoogheemraadschap, nog steeds 4,2% en 5%. Hij is voor een degelijk samengesteld huishoudboekje, maar staart zich niet
7
blind op het weerstandsvermogen. Hij voelt een zekere compassie met belastingbetalers, juist nu. Hij steunt initiatieven om tot hogere tarieven te komen zeker niet. Wel stemt hij in met het nieuwe tarief voor ongebouwd. Water Natuurlijk heeft zich ingespannen om de weeffout te herstellen, niet omdat de veehouderij zo zielig is, maar omdat zij het unieke landschap van Midden-Delfland in stand houdt. Hij kan zich voorstellen dat in de nabije toekomst opnieuw over het kwijtscheldingsbeleid moet worden gesproken. De inkomsten van een waterschap zijn totaal afhankelijk van de belastinginning. De gevolgen van kwijtschelding zijn dan moeilijk te vergelijken met bijvoorbeeld die bij de gemeenten. Vooralsnog valt niet te praten over aanpassing van de regeling, wel over uitbreiding voor ZZP’ers. Delfland loopt zeker niet achter met innovatie. Hij vindt het wel heel kort door de bocht om een innovatiefonds te introduceren waarin structureel een miljoen per jaar wordt gestort. Pas later wordt immers beslist waaraan dat geld wordt besteed. Hij vraagt of het niet een tandje minder kan. Eerst was Delfland een van de goedkoopste waterschappen; na 1998 heiligde het doel alle middelen, maar nu is Delfland financieel-inhoudelijk weer in control. Er moeten nog heel wat knelpunten worden aangepakt, maar alles is nu scherp in beeld. Hij hoopt dat de doelen van het waterschap integraal deel uitmaken van de omgeving, zodat wordt bijgedragen aan de kwaliteit van de leefomgeving en het voor bewoners en bedrijven goed leven en werken is in een druk bevolkt stuk van de Randstad. Het waterschap kan het verschil maken, bijvoorbeeld met natuurvriendelijke oevers en het onlangs geopende waterplein Bellamyplein in Spangen. Hij mist nog steeds een beleid voor het cultureel erfgoed. Water Natuurlijk heeft daar al een aantal malen aandacht voor gevraagd. Het gemaal aan de Holierhoekse en Zouteveense polder is aan de hoogste bieder verkocht. Die verkocht het direct daarna weer door. Er is dus niet gekeken wat hij ermee wilde. Dat is het gevolg als er geen beleid is. Water Natuurlijk zal de moties en amendementen die worden ingediend naar waarde schatten. Het stemt in met de begroting 2013 en neemt kennis van de meerjarenraming. De heer Dijkema sluit zich aan bij de woorden van de heer Smits over de waterschappen, die een fundament van de democratie zijn en de garantie dat zoveel mensen in een laaggelegen delta veilig kunnen leven. Hij brengt de schade van naar schatting $ 42 miljard aangericht door de orkaan Sandy in herinnering. Men verwacht dat $ 10 miljard nodig zal zijn om herhaling te voorkomen. If it ain’t broke, don’t fix it, was het item. Dan is het in Nederland in de afgelopen eeuwen beter gegaan. Er moet niet al te veel worden toegegeven aan allerlei hypes rond bestuurlijke drukte et cetera. Hollanders zijn er juist goed in om bestuurlijke drukte te managen (polderen). In een stuk van de demissionaire minister van Binnenlandse Zaken staat dat er geen grondwettelijke bezwaren zijn tegen een fusie van provincies en waterschappen, maar dat die slechts een beperkte opbrengst heeft. Hij vond het zeer opmerkelijk dat vervolgens werd vermeld dat deze optie politisering van het waterschapsbestuur voorkomt. Naar zijn smaak en ook volgens een evaluatie van de PvdA van de werking van het huidige waterschapsbestuur werkt de politisering, met een lijstenstelsel, in het waterschap heel goed. Veel leden van zijn partij zijn wat verbaasd over de nu in het regeerakkoord gekozen opstelling. Begroting en meerjarenraming geven aan dat wordt aangekoerst op een meer solide financiële huishouding. Doordat het college nu verantwoordelijkheid neemt voor programma’s, raakt Delfland in control. Delfland heeft nu geleerd hoe een effectieve P&C-cyclus moet worden ingericht, maar dat levert weer een uitdaging op voor college, VV en organisatie, omdat in de toekomst steeds keuzes moeten worden gemaakt. Een ieder moet nu tot zich laten doordringen wat het betekent dat de P&C-cyclus scherp in beeld is en welke voordelen daaruit te halen zijn voor het uitvoeren van taken in de toekomst. De Nota risico’s en weerstandsvermogen zal eens in de vier jaar worden geactualiseerd. Hij pleit ervoor dat jaarlijks te doen. Zijn fractie is van mening dat met de temporisering van de tariefstijging een goede balans is gevonden tussen het financieel scheppen van orde en de consequenties van tariefstijgingen voor de mensen. Het weerstandsvermogen is belangrijk. Doordat is besloten dat anders wordt omgegaan met de afschrijving van een van de allergrootste investeringen door Delfland, versleuteld in een PPS-constructie, is ruimte vrijgemaakt om de tarieven minder snel te laten stijgen. Daarmee neemt de kasstroom af en wordt het belangrijker om het weerstandsvermogen goed in de gaten te houden.
8
De VV heeft iets meer dan een jaar geleden een bestuursconferentie gehouden en in commissies en andere gremia regelmatig van gedachten gewisseld hoe Delfland zo effectief mogelijke manier kan worden bestuurd, gegeven het monistische systeem. Op veel dossiers wil de VV met een juiste volgtijdelijke aanpak samenwerken met het college. Ook zijn fractie is voor innovatie. Dat sluit aan op het op orde komen van de P&C-cyclus. Zij is er geen voorstander van om al een stevig budget te reserveren op het moment dat de ins and outs van het innovatiefonds nog niet duidelijk zijn. Daarover wordt op 20 december 2012 in de VV gediscussieerd. Uit de inventarisatie van innovaties waaraan wordt gewerkt komt naar voren dat niet voldoende wordt geïnnoveerd voor Voldoende water. Dat bevreemdt hem, want in de volgende vergadering komt zelfs een voorstel aan de orde om de innovatie bij een externe partij op het terrein van voldoende water te bevorderen. In het verleden is in de VV bovendien afgesproken dat in Burap’s en begroting geen grote nieuwe posten worden afgenomen zonder dat daaraan uitgebreide voorstellen vooraf zijn gegaan. Hij hoopt dat het college de VV iets meer informatie kan geven voordat er een besluit over een innovatiefonds wordt genomen. In het licht van begroting en meerjarenraming leeft bij hem nog steeds de vraag in hoeverre Delfland voorbereid is op wat wellicht aan de inkomstenkant gaat gebeuren. In de meerjarenraming wordt uitgegaan van een vast percentage voor kwijtschelding en oninbaar van 7,6. Misschien komt er een dubbele dip in de economie aan. De vraag is dan in hoeverre het percentage realistisch is en wat het college doet om de inkomstenstroom op peil te houden. De heer Wiegman merkt op dat hetgeen door het college in begroting en meerjarenbegroting is neergelegd volstrekt past in wat met de VV is afgesproken na de motie Dijkema. Er wordt een solide financieel beleid gevormd, uiterlijk in 2014 wordt een positief exploitatiesaldo bereikt, uiterlijk 2018 komt het weerstandsvermogen op peil, de leningenportefeuille wordt beheerst en de tariefstijging is zo beperkt mogelijk. Hij onderscheidt voor het belang en het bestaan van de waterschappen twee aspecten. Het eerste is de samenwerking tussen de waterschappen. Ook naar buiten moet goed worden aangegeven dat die samenwerking resultaten oplevert. Het tweede aspect is dat de vertegenwoordigers in de VV de geestverwante fracties in de Tweede Kamer via de kanalen die zij daarvoor hebben moeten overtuigen van het belang van de waterschappen. Hij ontwaart enige verwarring over de cijfers in verband met de CAO-ontwikkelingen. De kosten daarvan zijn niet 3,1 miljoen maar aanzienlijk minder. De samenstelling van dat bedrag is op bladzijde 56 duidelijk aangegeven. Zo’n CAO blijft na invoering gelden zolang geen nieuwe afspraken worden gemaakt. Als daarin afspraken over loonstijgingen zijn gemaakt, valt er niet aan te ontkomen. Iedereen weet hoe stevig het er in CAO-onderhandelingen aan toe kan gaan. Vaak kan een middenweg worden gekozen. Hij zal, buiten de deur, het beeld van Delfland dat als een mammoettanker moet worden bestuurd, kunnen gebruiken. De verbeterslagen in Waterbeheerplan 5 in vergelijking met WBP 4 worden door de verschillende portefeuillehouders goed in het licht gehouden. Hij voelt zich aangesproken door de oproep van de heer P. van den Berg om innovatieve oplossingen te vermarkten. De mogelijkheden daartoe moeten dan worden verkend. De heer Canton moet aan zijn achterban maar uitleggen waarom de PvdD kiest voor een tariefsverhoging. Het college heeft een keuze gemaakt, waarbij het wil voldoen aan de criteria die door de VV zijn vastgelegd. Pas in 2023 kan Delfland zijn leningen aflossen. Jaarlijks moet bij de vaststelling van de financieringsbehoefte de afweging worden gemaakt tussen kort en lang geld. Op het ogenblik zijn de rentetarieven voor kort geld erg gunstig. Dat heeft ook effect op de uiteindelijk voorziene reserve voor de egalisatie. Het college steunt de motie van de heer Canton niet. De weerstandsratio zal de komende jaren in eerste instantie wat afnemen, maar rond 20162017 richting 1 gaan. Werkende weg zou er meer zicht moeten komen op de prestatie-indicatoren. Delfland is een investeringsorganisatie. De consequentie is dat de exploitatie voor een groot deel wordt beheerst door rente en afschrijving. In een volgende vergadering van de commissie BOB zal nog eens uitgebreid worden ingegaan op de leningenportefeuille, zodat iedereen daar een goed beeld van kan krijgen. Het college streeft ernaar de afwijkingen van de begroting in de Burap’s en de rekening richting nul te manoeuvreren. Dat kan niet in absolute zin worden toegezegd. Door allerlei omstandigheden kunnen er toch afwijkingen ontstaan. Het kwijtscheldingsbeleid komt in de loop van de vergadering nog apart aan de orde. Het college wil zijn doelen halen. Dat is financieel vertaald in de meerjarenbegroting.
9
Binnenkort komt er een notitie over het cultureel erfgoed, met een inventarisatie en een aanduiding wat als cultureel erfgoed kan worden aangemerkt. Er is ook een verband met de opvattingen van overheden waarmee wordt samengewerkt. De Universiteit van Amsterdam ondersteunt Delfland bij de opstelling van de notitie. Het culturele erfgoed van Delfland moet toekomstbestendig zijn. Nagegaan zal worden of er mogelijkheden zijn om de Nota risico’s en weerbaarheid jaarlijks te actualiseren. Misschien kan hij volgende week in de commissie daarover al iets melden. Hij weet niet hoe het percentage kwijtschelding en oninbaar van de belastingopbrengsten zich zal ontwikkelen. Vermoedelijk weet niemand dat. Er is nu een duidelijke toename doordat mensen van de WW in de bijstand komen. Door de inzet van het inlichtingenbureau blijkt ook dat in een aantal gevallen kwijtschelding helemaal niet terecht is, bijvoorbeeld omdat mensen die kwijtschelding kregen spaarrekeningen hadden. Een Amsterdamse miljonair bleek toch jarenlang kwijtschelding te krijgen. De situatie moet van jaar tot jaar worden bezien. De heer A. van den Berg wijst erop dat in het deelprogramma Zoet water en het deelprogramma Zuidwestelijke Delta wordt gemeld hoe de zoetwatervoorziening voor Delfland vanuit het zuidwesten wordt geregeld. Het Brielse meer, Bernisse en uiteindelijk het Haringvliet zijn daarvoor heel belangrijk. Delfland zet zich daarvoor voortdurend in. Mevrouw Ter Woorst neemt afstand van de uitspraak van de heer Canton dat na de motie Dijkema te hard op de rem is getrapt bij de personele inzet voor het programma Schoon water. Om de resultaatsverplichtingen te realiseren is extra menskracht nodig bij ruimtelijke planvorming en het Project- en Ingenieursbureau. Die komt er dan ook. Daarmee zullen de resultaatsverplichtingen worden gehaald. Er zou nog meer personeel kunnen worden ingezet, maar de ruimtelijke kansen zijn beperkt. De deelstroomgebiedplannen voor Nederland zijn gisteren aan de orde geweest in het regionaal bestuurlijk overleg Rijn-West over de Kaderrichtlijn Water. De reactie van de EU zoals die nu is zal de VV worden toegezonden. Door de ILG-bezuinigingen worden de waterschappen vaak hard getroffen, want zij hebben hun resultaatsverplichtingen op het gebied van herstel van de ecologie vaak gekoppeld aan ILG-gelden. In Delfland is dat niet het geval. Zij zal hier later nog op terugkomen. Omdat door ILG-bezuinigingen geen projecten zijn afgevallen, zijn er geen projecten die alsnog gerealiseerd zouden kunnen worden door er meer geld in te steken. De voorzitter wijst de leden erop dat een wens van de VV in vervulling is gegaan. In de vergaderzaal is er nu LED-verlichting. De voorzitter van de Unie van Waterschappen heeft meegedeeld dat in het overleg met minister Plasterk is meegedeeld dat de Unie niet meewerkt aan een grondwetswijziging om de waterschappen op te heffen. Er komt een doorkijk tot 2015 van het kabinet. Er moet conform de Wet ARHI een wetsvoorstel komen voor de herindeling van Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Eind van het jaar komt er wellicht een soort procesaanpak van de minister voor herindelingen. Langzamerhand zal dan het spel op de wagen komen. Grondwetwijzigingen om herinrichting van het binnenlands bestuur mogelijk te maken hebben nog zelden tot een definitief besluit geleid. De waterschappen moeten niet denken dat het wel overwaait. Er worden geen pogingen meer gedaan om de waterschapsverkiezingen alsnog te combineren met de gemeenteraadsverkiezingen. Dat kan ook bijna niet meer, want daarvoor zou nog dit jaar een wetsvoorstel moeten worden ingediend. Het zou misschien nog in de eerste helft van het volgend jaar kunnen. De tijd voor kandidaatstellingen wordt dan al heel krap. In 2014 bestaat Delfland 725 jaar. Dat gaat het gemakkelijk halen. Daar zal de nodige aandacht aan worden besteed. Het college is blij met de steun die er is voor innovatie. Het wil geen voorschot nemen, want dan zou het een ongeclausuleerde post in de begroting hebben opgenomen. Het stelt voor een bedrag van een miljoen uit te trekken. Na de discussie in december 2012 in commissie en VV kan dat bedrag lager of hoger worden. Als het lager wordt, zal het begrotingstekort iets afnemen. Hij had het graag anders gedaan. De opzet was eigenlijk om het voorstel inzake het innovatiefonds in september 2012 te behandelen. Het onderwerp bleek weerbarstig. In de notitie die de volgende week wordt besproken is aangegeven wat er nu zoal in de programma’s wordt gedaan. Hij meent dat ook Voldoende water daarin voldoende is verwerkt. Er staat niet alles in. Er werd al gediscussieerd over een grote drijvende kas in het gebied van Delfland. Met de opdrachtgevers moest een afspraak worden gemaakt over onderzoek naar de
10
consequenties voor het water. Vanwege de economische omstandigheden gaat dit voorlopig niet door. Ook in de Poelzone zijn plannen voor bouwen op het water. Op een gegeven moment moet de kennis beschikbaar zijn. Hiervoor is nu geen geld nodig, maar in de loop van het jaar zullen zich waarschijnlijk situaties voordoen die nu nog niet bekend zijn, maar waarvoor er wel geld moet zijn. Bijvoorbeeld een vlotterkering zou dan aan de orde kunnen zijn. Hij verzoekt de VV akkoord te gaan met een reservering nu, waarna in december 2012 nog altijd over de hoogte van het bedrag kan worden beslist. Er is voor een miljoen gekozen omdat dit het meest effectieve bedrag leek te zijn, gelet ook op wat al wordt gedaan en de budgettaire ruimte. Het innovatiefonds wordt aan de P&Ccyclus gekoppeld. Dat zal blijken in de kadernota van het volgend jaar en in de begroting 2014. Wat betreft de stijging van de post Salarissen en sociale lasten wijst hij er nog op dat in de 3,1 miljoen een bedrag van 1,4 miljoen is verwerkt voor uitbreiding van de formatie om de programma’s te kunnen realiseren. De zorgen over de CAO-ontwikkelingen zijn bekend. In de Unie heeft hij opgemerkt dat bij volgende CAO-onderhandelingen eens een uitvoeringstoets moet worden uitgevoerd. Ook de effecten van de huidige afspraken worden geïnventariseerd. De secretaris-directeur gaat na hoe de effecten bij de andere waterschappen zijn. Dat zal nog aan de orde komen. Mevrouw Ruigh vraagt om een schorsing voor onderling beraad. De vergadering wordt enige tijd geschorst. De heer Smits stelt de zakelijke beantwoording door het college zeer op prijs. Hij is blij dat het thema innovatie door de VV breed wordt gedragen, zij het dat er hier en daar nuances zijn. Voor de toekomstige kwaliteit van het werk van de waterschappen is het van heel groot belang dat er geïnvesteerd wordt in innovatie. Hij gaat ervan uit dat de VV in de toekomst in alle opzichten betrokken wordt bij de prioritering van uitgaven voor innovatie. Het 725-jarig bestaan van Delfland is reden voor een groot feest, maar vooral ook een gelegenheid om vooruit te blikken en niet alleen terug. De reservering van een miljoen voor CAO-ontwikkelingen vloeit voort uit allerlei verplichtingen die zijn voortgekomen uit het centraal overleg via de Unie. In de samenvatting van de begroting staat over de exploitatie “dat ten opzichte van de Kadernota 2013 de exploitatie in alle jaarschijven negatief is bijgesteld”. Dat betekent dat er nog steeds een negatieve ontwikkeling is. Hoewel er zeker ruimte is om wat aan de tarieven te doen, betekent het ook dat men voorzichtig moet zijn. Zijn boodschap uit de eerste termijn was dat er naar de centrale onderhandelaars bij de Unie een signaal moet gaan dat het aan iedereen die een fiscale bijdrage moet leveren heel lastig te verkopen is dat CAO-verplichtingen vrij fors worden opgerekt. Hij is blij met de LED-verlichting, maar vraagt wat met de oude lampjes wordt gedaan. Hij is vooral blij dat de opvattingen van collega Hombergen over diversiteit nu een duurzame belichting krijgen. De heer Van Rossum spreekt zijn steunt uit voor de opmerking van de heer Smits over de CAO-positie. Zijn fractie steunt de door de heer Canton ingediende motie niet. De heer P. van den Berg steunt de motie van de heer Canton ook niet. Hij kan zich vinden in de uiteenzetting van de voorzitter over de volgorde waarin over aspecten van het innovatiefonds wordt beslist. Het is logisch dat nu in de begroting een bedrag wordt gereserveerd, al kan van mening worden verschild over het bedrag daarvoor, maar dat geldt voor ongeveer alle posten in de begroting. Over veel projecten zal de VV volgend jaar nog zeggen dat er geld bij moet of dat het goedkoper kan. Hij vindt dat over de hoogte van het bedrag maar moet worden beslist bij de inhoudelijke bespreking. De heer Canton handhaaft zijn motie. Die motie sluit niet naadloos aan op de motie Dijkema c.s. De maximale stijging van de tarieven die hij aangeeft zijn die van de motie Schouw. Hij dient een amendement in dat behalve door hemzelf is ondertekend door de heer Overmeer, mevrouw Ruijgh en de heer Dijkema en dat luidt:
11
De Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, bijeen op donderdag 29 november 2012-12-04 kennisgenomen hebbende dat:
in de begroting en meerjarenraming een jaarlijkse reservering groot 1 mln euro voor het innovatiefonds wordt voorgesteld, bij de behandeling in de commissie BOB van 13 november jongstleden is bevestigd dat bestaande innovatieprojecten zoals Delft 3di niet betaald zullen worden uit dit fonds maar elders in de begroting gedekt zijn, dat het fonds in 2013 met name aangewend zal worden ten behoeve van kennisvragen die ook in de diverse programma’s opgenomen hadden kunnen worden,
alsmede dat
Delfland in 2013 ruim 23 mln euro aan rentelasten betaalt, Delfland streeft naar een ratio van het weerstandsvermogen tussen 1,0 en 1,4, Delfland per 1 januari 2013 een ratio van het weerstandsvermogen van 0,65 heeft, dat de ruimte voor nieuwe initiatieven derhalve erg klein of niet-bestaand is;
is van mening dat:
innovatiebeleid en een innovatiefonds goede initiatieven zijn om innovatie zichtbaar te maken, te stimuleren en te sturen, innovatieve initiatieven met potentie voor Delfland ruimte moeten krijgen voor eerste ontwikkeling, deze initiatieven zoveel mogelijk uitvoering moeten geven aan de visie op innovatie van de Unie van Waterschappen (december 2011), dat sturing vn innovatie niet alleen geld vraagt maar ook tijd en personele inzet, dat een geleidelijke groei van het budget voor innovatie beter past bij Delfland, zowel met betrekking tot financiële ruimte als de personele inspanning die het effectief gebruik van een innovatiefonds vergt, de instelling van en uitbreiding van een budget voor innovatie volgt op de vaststelling van het innovatiebeleid van Delfland, besluitvorming over investeringen en kredieten uit het innovatiefonds dienen te vallen onder het normale P&C-regime van Delfland, de resultaten van de besteden gelden uit het fonds jaarlijks geëvalueerd dienen te worden,
besluit: het vaststellingsbesluit “Begroting 2013” te wijzigen voor wat betreft
de budgettaire ruimte voor een innovatiefonds in 2013 te beperken tot 500.000 euro,
en gaat over tot de orde van de dag.” Mevrouw Jans verzoekt, gelet op het economisch klimaat en het weerstandsvermogen van Delfland, expliciet om de jubeltoon waarvan de begroting vergezeld gaat te matigen, zeker in de communicatie met de buitenwereld. Een goed weerstandsvermogen hoort bij een gezond financieel beleid, dat weer past bij een functionele organisatie als een waterschap. Dat geldt zeker bij het gesloten systeem van een functionele organisatie. Die ontvangt middelen voor specifieke doelen en moet daar dan ook op een gezonde financiële manier mee omgaan. Zij ondersteunt de motie van de heer Canton, die past binnen de uitgangspunten die zij in eerste termijn heeft geformuleerd en in lijn is met hetgeen de AWPD twee jaar geleden bij de begrotingsbehandeling zei. Haar fractie zal ook voor het ingediende amendement stemmen. Zij dringt erop aan de leningenportefeuille zo spoedig mogelijk in commissoriaal verband aan de orde te stellen. Zij krijgt graag inzicht in de totale afweging van de investeringenportefeuille.
12
Mevrouw Ruijgh zou graag meer inzicht krijgen in de personele inspanningen die voortkomen uit het wegzetten van een miljoen voor innovatie. Zij vindt dat bedrag erg hoog. Het is haar opgevallen dat flink wat waterschappen op Delfland voorlopen met de organisatie, sturing en toezicht door het algemeen bestuur op innovatie. Die waterschappen begroten niet zulke hoge bedragen. Zij ondersteunt wat de heer Wiegman zei over samenwerking tussen waterschappen bij innovatie. Alleen al wat betreft het opstellen van innovatieagenda’s kunnen zij veel van elkaar leren. Zij pleit voor matiging van de begroting en voor een beter beschouwen van de groei van de organisatie op het punt van innovatie. Zij steunt daarom het ingediende amendement. Het is zeker niet haar bedoeling het werk van Delfland te frustreren, maar er is al veel innovatie in andere programma’s. In het stuk over innovatie voor de commissie zijn heel veel kennisvragen verwerkt die in zo’n programma opgenomen kunnen worden. Zij neemt afstand van de woorden van de heer P. van den Berg, dat nog wel aan de orde kan komen waar het miljoen aan wordt uitgegeven. Er zijn veel inspanningen verricht om beter in control te komen. Als vandaag wordt beslist dat er een miljoen beschikbaar komt, moet de organisatie daar ook van kunnen uitgaan. Een ander punt van zorg is voor haar de financiële inspanning die Delfland levert voor de Kaderrichtlijn Water. Bij de behandeling van de Waterkwaliteitsrapportage zal een motie worden ingediend die zij onderschrijft. Er zal een grotere inspanning moeten worden gedaan. De investeringen zijn op gang gekomen. Zij dient een amendement in om een bestemmingsreserve van € 500.000 te creëren, mede om de resultaatsverplichting voor 2021 te halen. Behalve door haarzelf is het amendement ondertekend door de heren Canton en Van der Wedden. Het luidt: De Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap Delfland, bijeen op donderdag 29 november 2012, kennisgenomen hebbende dat:
Delfland zwaar bezuinigd heeft op de in 2008 geplande inspanningen ten aanzien van implementatie van de KRW voor de periode 2009-2015, Delfland niet zeker is dat de KRW resultaatsinspanning gehaald kan worden binnen het gestelde budget, de Europese Unie stelt op 14 november jongstleden gepubliceerd te hebben dat Nederland herstelmaatregelen te veel op de lange baan schuift en dat Nederland snel aan de slag moet met het ecologisch herstel van de waterlichamen, er in het gebied van Delfland nog kansen zijn om te investeren in maatregelen die bijdragen aan ecologisch herstel maar die nu niet benut worden om financiële redenen,
is van mening dat:
de begroting 2013 en meerjarenraming 2013-2017 geen rekening houden met het risico dat de EC in Brussel dan wel de regering in Den Haag Delfland kan verplichten om het uitblijven van herstelmaatregelen financieel te compenseren door een boete te betalen zoals voorzien in de KRW richtlijn, de kosten voor extra inspanningen niet afgedekt worden door de begroting 2013,
besluit: het vaststellingsbesluit “Begroting 2013” te wijzigen voor wat betreft
een bestemmingsreserve KRW op te nemen in de begroting 2013 ter grootte van € 500.000 met als functie meer financiële ruimte te bieden om de resultaatsverplichting te halen, op zo kort mogelijke termijn vast te leggen wat de duur van dit fonds zal zijn, hoe onttrekkingen en toevoegingen aan dit fonds geregeld zullen worden, alsmede hoe uitgaven van dit fonds periodiek geëvalueerd zullen worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
13
De heer J. van den Berg heeft in het rekenmodel gezien dat de stijging van salarissen en sociale lasten niet alleen het gevolg is van de CAO-ontwikkelingen. Niettemin meent hij dat er de komende tijd terughoudend mee moet worden omgegaan. Hij hoopt dat die lijn in Unieverband zal worden ingezet. Een deel van de stijging is nodig om de programma’s te kunnen uitvoeren. Hij vraagt of daarvoor ingehuurde krachten worden ingezet. Hij heeft zich altijd geweldig geërgerd aan de opvatting dat Delfland een investeringsorganisatie zou zijn. Zijns inziens hebben waterschappen vooral een beherende en een onderhoudstaak. Daarvoor hebben zij geld nodig en moeten zij ook investeren. Het idee dat Delfland een investeringsorganisatie is wil hij ver achter zich laten. De heer Van der Velde vindt het wat gemakkelijk om te zeggen dat men nog wel zal zien hoeveel geld precies nodig is voor het investeringsfonds. Zelf vindt hij vijf ton wel voldoende. De heer Nanninga kreeg zojuist een berichtje binnen waarin de heer Schouw een pluim geeft voor de tariefstijging. Hij vraagt of aan de toezegging inzake het handhaven van de programmalijn voorkomen wateroverlast boezem wordt vastgehouden. De heer Dijkema vraagt of het college mogelijkheden ziet om innovatieve benchmarks te ontwikkelen waarmee een goed beeld van Delfland kan worden verkregen. De stijging van de tarieven wordt nu wel getemporiseerd, maar eigenlijk wordt voor hoogwaterbescherming een beperkt bedrag uitgegeven door het waterschap. Voor afvalwaterzuivering, eigenlijk gewoon een nutsvoorziening, wordt een veel groter bedrag uitgegeven. Voor een schone, leefbare omgeving, waarin de ecologie wordt gerespecteerd, wordt per saldo nog veel minder uitgegeven. Voorin de begroting is nu een mooi overzicht met de karakteristiek van Delfland opgenomen. Misschien zijn er indicatoren die, ook in het licht van het nakende jubileum, kunnen worden gebruikt in de communicatie. Hij heeft de indruk dat de nieuwe LED-lampen een betere verlichting bieden dan de oude, dus er is sprake van een win-win-situatie. Delfland heeft de inning van belastingen georganiseerd in samenwerking met een aantal andere waterschappen. De hoogheemraad houdt kennelijk de vinger aan de pols wat de inkomsten betreft. Toch zou het college de VV beter kunnen informeren over de ontwikkelingen waarmee de uitvoeringsorganisatie, een verbonden partij, rekening moet houden. Het is belangrijk om te weten hoe het waterschap tijdig voorbereid kan zijn op ontwikkelingen in de samenleving die uiteindelijk effect zullen hebben voor de inkomstenstroom. Dat is van belang voor de achterban. De fractie van de PvdA steunt de motie over de tarieven van de PvdD niet. Met het amendement over het innovatiefonds wordt gepoogd de aanpak van het college te articuleren en er steun voor uit te spreken. De bedoeling is een groeimodel te maken en niet te vervallen in de oude fout om eerst grote budgetten op te voeren. Zijn fractie steunt het amendement over de KRW niet, want de hoogheemraad heeft aangegeven dat met het huidige budget de resultaatsverplichting wordt gehaald. De heer Wiegman zegt toe dat de VV wordt geïnformeerd over de reguliere prestatierapportages van de RBG. Als voorbeeld van een investering noemt hij de investering van € 270 miljoen voor de installatie in de Harnaschpolder. De leningenportefeuille beloopt € 470 miljoen. Die leningen zijn juist aangetrokken voor investeringen. Misschien is de term investeringsorganisatie wat overdreven, maar een waterschap is een andere organisatie dan een gemeente. De heer J. van den Berg gaat uit van de beheer- en de onderhoudstaak, waaraan heel veel geld wordt besteed, ook voor investeringen. De belastingbetalers constateren dat er wel heel veel geld wordt besteed. Al een paar jaar is er het bewustzijn dat een enorme stap terug moet worden gedaan om het waterschap financieel gezond te houden. De heer Wiegman voert aan dat Delfland de afgelopen jaren in vergelijking met andere waterschappen een enorm investeringsvolume heeft verwerkt. Dat is ook de reden voor de omvang van de leningenportefeuille. Als de mensen dat niet begrijpen, is het ook aan de leden van de VV om dat duidelijk te maken. Men kan hem nooit betrappen op jubelen, want hij is een type dat altijd realistisch is. Misschien jubelt een ander wel eens. In de kadernota worden de risico’s geanalyseerd. Het weerstandsvermogen kan daarbij worden beoordeeld. Zo nodig wordt het kader ervan aangepast, zodat er een ander criterium ontstaat voor de weerstandsratio. Dat gebeurt jaarlijks.
14
Hij is bereid zo spoedig mogelijk te discussiëren over de leningenportefeuille en eventuele vragen daarover te beantwoorden. In de begroting is een investeringsvolume aangegeven. Hij kan zich voorstellen dat men een bepaalde volgorde wil in de realisatie van investeringen, maar die kan ook worden bepaald op het moment dat er kredietaanvragen worden gedaan. Men kan zich afvragen of wat dan voorligt een hogere prioriteit heeft dan wat later in het jaar wordt gerealiseerd. Ook de mogelijkheden tot samenwerking met gemeenten en de capaciteit van de organisatie zijn daarvoor van belang. Mevrouw Jans kan als zij het totale investeringsoverzicht niet heeft bij afzonderlijke kredietaanvragen ook niet beoordelen of timing en omvang daarvan juist zijn. De heer Wiegman kan zich voorstellen dat zijn collega’s nog eens uiteenzetten hoe dat bij de onderscheiden programma’s gebeurt. Het volume dat is genoemd correspondeert met de ramingen op basis van toekomstige investeringsvoorstellen. Mevrouw Ter Woorst herhaalt dat de investeringen voor de Kaderrichtlijn Water weinig of niet afhankelijk zijn van de ILG-investeringen. In de commissie is aangegeven dat Delfland wat de KRW betreft financieel vooralsnog op orde is. Er is daarom geen aanleiding om het budget te verhogen. De heer A. van den Berg handhaaft zijn toezegging in de commissie over de programmalijn voorkomen wateroverlast boezem. De voorzitter vergelijkt als hij naar de innovatie bij andere waterschappen kijkt alle relevante cijfers. Regge en Dinkel heeft een omzet van 86 miljoen en Delfland een van 210 miljoen. Delfland investeert en innoveert meer en doet meer aan beheer en onderhoud. Mevrouw Ruijgh interrumpeert dat Regge en Dinkel ook maar twee ton aan innovatie besteedt. De voorzitter wijst erop dat in de begroting 2012 van Delfland nul euro was opgenomen voor innovatie. Mevrouw Ruijgh meent dat de plannen voor innovatie ook nu niet goed zichtbaar zijn, want belangrijke innovatieprojecten, bijvoorbeeld 3Di, zijn opgenomen in de programma’s. De voorzitter wil vandaag wegblijven van de discussie die volgende maand moet plaatsvinden. Hij weet niet uit zijn hoofd wat er per programma is opgenomen, maar nu is voor het eerst zichtbaar wat voor innovatie wordt begroot. Hij gaat nu niet in op personele inzet en inrichting van de organisatie. Hij doet een dringend verzoek aan de indieners van het amendement om dat amendement aan te houden tot de volgende VV. Die vindt al over drie weken plaats. Op dit moment is de discussie te gecompliceerd. Hij kan nu ook niet zeggen hoe er zal worden geëvalueerd. Hij wijst er nog op dat bij aanneming van het amendement nu al € 500.000 voor innovatie zou worden vrijgegeven. Daar zou dan in december 2012 al helemaal niet meer over gediscussieerd hoeven te worden, ook niet inhoudelijk. Hij geeft gelegenheid tot het afleggen van verklaringen over motie en amendementen. De heer Smits deelt mee dat de fractie van het CDA noch de amendementen noch de motie steunt. De heer Van Rossum zegt dat de fractie van de VVD hetzelfde standpunt inneemt. De heer P.van den Berg had al gezegd dat zijn fractie de motie niet steunt. Dat geldt ook voor beide amendementen. Het is een goede suggestie van de voorzitter om het amendement over het innovatiefonds door te schuiven naar de volgende vergadering. Hij vermoedt dat het bedrag in het amendement over de KRW gekoppeld is aan het bedrag dat met het andere amendement zou worden bespaard. Mevrouw Ter Woorst heeft stellig gezegd dat het haar gaat lukken om de doelstellingen van de KRW te halen. Zij wil het cadeautje dat haar met het amendement wordt aangeboden niet hebben. Hij gaat ervan uit dat de coalitie daar vertrouwen in heeft. Zijn fractie heeft dat in elk geval wel. Mevrouw Jans spreekt namens haar fractie steun uit voor de motie en de amendementen, zeker ook gelet op de samenhang tussen beide amendementen. Mevrouw Ruigh steunt de motie niet. Als zij mevrouw Ter Woorst een cadeautje wil geven zoekt ze wel iets anders dat leuker is. Zij heeft haar amendement ook niet ingediend omdat er opeens vijf ton over was. De reden voor haar amendement is dat vergeten is dat er 40 miljoen is bezuinigd op het programma voor de Kaderrichtlijn Water. Ook is vergeten dat de
15
belangrijkste aanname voor dat programma was dat er voldoende ruimtelijke dynamiek in het gebied zou zijn. Die is er niet en die komt er in de komende jaren ook niet. Er is nog absoluut niets voorbereid voor na 2015. Er blijven nu projecten liggen, bijvoorbeeld de Vlaardingse vaart, die disproportioneel veel kosten. Er moet alvast worden gespaard voor in de toekomst noodzakelijke projecten. Zij verzoekt om een korte schorsing, zodat dadelijk de indieners van het amendement over het innovatiefonds even kunnen overleggen. Mevrouw Ammerlaan staat achter de argumenten van het college over de tariefsverhoging. Haar fractie steunt de motie niet. Zij steunt het amendement over de Kaderrichtlijn Water niet omdat de hoogheemraad zegt het geld niet nodig te hebben. Meer geld betekent ook niet dat er meer mogelijkheden zijn. Zij is het wel eens met de uitspraken van mevrouw Ruijgh over innovatie, maar zij is het ook eens met de dijkgraaf dat er in de commissie altijd nog over kan worden gediscussieerd. De heer Van der Velde zal de motie niet steunen. Het amendement over de KRW steunt hij ook niet, vooral omdat het geld nu niet nodig is. Zijn fractie is er altijd al voorstander van geweest om de schotten tussen de programma’s weg te halen, dus er mag best geld van het ene programma naar het andere. Als er in 2014 mogelijkheden zijn om meer te doen kan het college aan de bel trekken. Hij vraagt de indieners van het amendement over het innovatiefonds met klem het amendement aan te houden. De heer Dijkema had al aangegeven dat zijn fractie de motie en het amendement over de KRW niet steunt. Hij vond wat de voorzitter zei over budgettaire ruimte opmerkelijk. Hij begrijpt niet waarom bij aanneming van het amendement een bedrag van € 500.000 meteen zou worden uitgegeven, want in eerste termijn zei de voorzitter dat de omstandigheid dat er een miljoen in de begroting stond helemaal nog niet zou beteken dat dit geld ook echt zou worden uitgegeven. De voorzitter licht toe dat het voorstel van het college is om een miljoen voor innovatie in de knip te houden, maar dat bij aanneming van het amendement een reguliere post in de begroting zou ontstaan. De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst. Mevrouw Ruijgh heeft nu nog meer vragen over het innovatiefonds. In overleg met de andere indieners is daarom besloten het amendement aan te houden. Er is vandaag een aanzet gegeven voor de discussie in december 2012. Het amendement over de KRW wordt bij handopsteken verworpen. De leden van de fracties van de Algemene Waterschapspartij Delfland, de Partij voor de Dieren en de Categorie Natuurterreinen hebben er voor gestemd. De motie wordt bij handopsteken verworpen. De leden van de fracties van de Algemene Waterschapspartij Delfland, en de Partij voor de Dieren hebben er voor gestemd. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. B.11. Eindevaluatie van afwegingskader opt-out regeling inzake aandeelhouderschap van de GR Slibverwerking bij HVC De heer Van der Ende schetst de ontwikkelingen na de interpellatie van 27 september 2012. Op 30 oktober 2012 heeft een extra commissievergadering plaatsgevonden, waar ook de directie van HVC aanwezig was, die de bedrijfsvoering van HVC heeft uiteengezet en de ontwikkelingen in de markt heeft geschetst. Ook het rapport van de Universiteit van Utrecht en dat van de landsadvocaat, over het advies ingewonnen op initiatief van Schieland, over de rechtmatigheid van het aandeelhouderschap A, kwamen ter sprake. De directeur van HVC gaat ervan uit dat geen aandeelhouderschap zal worden aangegaan dat niet rechtmatig is.
16
Op 5 november 2012 was er een vergadering van de gemeenschappelijke regeling. Er lag toen al een brief van HVC met het voorstel om het aandeelhouderschap B tot 1 mei 2013 aan te houden en intussen te kijken welke invulling voor de waterschappen rechtmatig zou zijn. De GR heeft ook een brief geschreven. Beide stukken zijn vandaag bijgevoegd. In het college en de commissie is vervolgens vastgesteld dat Delfland wel zou kunnen leven met het aandeelhouderschap B. Het verzoek van de commissie om een agenda op te stellen van wat zoal moet gebeuren is doorgegeven. Zij wilde verlenging van de opt-out termijn tot 1 mei 2013 of tot het moment dat er overeenstemming zou zijn. Een brief daarover is op 19 november 2012 naar de GR gestuurd. Daar is er uitputtend over gesproken, ook in overleg met de directie van HVC. De mening van de meerderheid van de GR en van de directie van HVC was dat een opt-out termijn tot 31 december 2012 voldoende is. Delfland en Rivierenland hebben duidelijk aangegeven dat dit niet is wat hun verenigde vergaderingen willen. Dinsdag jongstleden heeft het college het standpunt ingenomen dat nu aan de VV wordt voorgelegd. Gisteren is over HVC gesproken in Schieland en de Krimpenerwaard. Morgen wordt er gesproken bij Rivierenland. De hoogheemraad van Rivierenland en hijzelf hebben gisteren nog contact gehad met de voorzitter van de GR. Hem is gevraagd nog een extra vergadering te beleggen voordat de AVA van HVC bij elkaar komt. Die is belegd enkele uren voordat de AVA zal plaatsvinden. Het standpunt van Rivierenland en Delfland is gisteren met HVC besproken. Ambtelijk is daar de indruk gewekt dat de opt-out periode wel kon worden verlengd. Schieland en de Krimpenerwaard bleek gisteren zonder restricties in te stemmen met het aandeelhouderschap B. In feite gaan dus drie waterschappen uit de GR daarin mee. De directie van HVC heeft voorts na contact met de raad van commissarissen laten weten toch vast te houden aan het verlopen van de opt-out periode per 31 december2012. Gelet op de ontwikkelingen heeft hij al eens aangeven dat hij ziet aankomen dat het ambitieniveau bij HVC aanmerkelijk naar beneden wordt bijgesteld. Gisteren nog is een brief van de gemeente Flevoland ingekomen. Zij uit haar zorgen over de ontwikkelingen op de afvalstoffenmarkt en legt de andere aandeelhouders de vraag voor of het niet verstandig is de investeringen die nu op de agenda van de AVA staan voorlopig even op te schorten. Het mammoetschip HVC is zijn beleid aan het bijstellen. De heer Dijkema vraagt of er bij Hollandse Delta en Rijnland al verdere besluitvorming heeft plaatsgevonden. Hij is blij dat na alles wat de afgelopen weken is gebeurd het college aanstuurt op een ongeclausuleerd aandeelhouderschap B voor de GR als aandeelhouder in HVC. De rapportages van de Universiteit van Utrecht en de landsadvocaat zijn eenduidig in hun conclusie. Vooral de onderbouwing door de landsadvocaat overtuigt hem. Bij hem kwam de vraag op of het waterschap dat aandeelhouder A is, Hollands Noorderkwartier, door Delfland of de GR op de hoogte kan worden gesteld van wat nu naar voren is gekomen. Het lijkt erop dat zich een eindspel, misschien zelfs een pokerspel, aan het ontwikkelen is. Hij vindt het voorstel van het college met de argumenten daarvoor helder. Delfland houdt geen kaarten tegen de borst, maar hij vraagt zich af welke kaarten HVC wellicht tegen de borst houdt. Het college en de juristen van de organisatie hebben heel scherp gekeken naar wat HVC voorstelt. De heer Van Lieshout stelde zich in de commissie open op. Hij was bereid om mee te denken over een invulling van het aandeelhouderschap B. In een rechtsstaat kunnen allerlei relaties, contracten en overeenstemmingen tussen partijen juridisch bindend zijn. Het lijkt erop dat HVC niet wil dat na 31 december 2012 nog van de opt-out gebruikgemaakt kan worden. HVC is geen onbetrouwbare partner, maar het streeft natuurlijk het eigen belang na. Delfland en de andere deelnemers in de GR zullen een eigenstandige afweging moeten maken van wat in het belang is van Delfland en de andere waterschappen. Daarbij moet natuurlijk ook gelet worden op wat rechtmatig is. Zijns inziens gaat het college uit van het juiste standpunt. Mevrouw Engels stelt vast dat de meerderheid van de GR kennelijk ongeclausuleerd wil doorgaan met het aandeelhouderschap B en niet vasthoudt aan de opt-out. Het college heeft eerder gesteld te hechten aan een unanieme besluitvorming binnen de GR. Zij vraagt hoe het college daar op dit moment over denkt. De heer P. van den Berg zou het prettig vinden als deze vraag meteen werd beantwoord. De heer Van der Ende antwoordt dat Hollandse Delta en Rijnland vasthouden aan het besluit dat zij in september 2012 al hebben genomen, om geen gebruik te maken van de opt-out regeling. Zij hebben de adviezen van de landsadvocaat en de Universiteit van Utrecht meegenomen. Zij stemmen daarmee in met de stand van zaken neergelegd in de brief van HVC. Hij weet niet of daarover aparte VV-besluiten zijn geno-
17
men. De meerderheid van de GR wenst dus geen gebruik te maken van de opt-out, maar wil wel een rechtmatige invulling van het aandeelhouderschap B onderzoeken. Dat moet voor 1 mei 2013 gestalte krijgen. Hij houdt de andere waterschappen steeds voor dat getracht moet worden in de GR consensus te verkrijgen. De heer P. van den Berg vraagt of besluitvorming over het standpunt van de twee waterschappen heeft plaatsgevonden in de GR zelf. De heer Van der Ende heeft het standpunt dat de commissie innam meegenomen naar de GR. Iedereen heeft daar zijn standpunt kenbaar kunnen maken, ook de directie van HVC. Daaruit heeft de GR de conclusie getrokken dat er geen mogelijkheid is om langer gebruik te maken van de opt-out. Dat is nu het standpunt van de GR. De voorzitter van de GR heeft gisteren een extra vergadering uitgeschreven voorafgaand aan de AVA van 6 december 2012. Daar zal het standpunt van de GR voor de AVA worden bepaald. Mevrouw Engels vraagt welke motivatie HVC heeft gegeven om geen verlenging van de optout toe te staan, ook gelet op de bereidwilligheid van de directeur in de commissievergadering. Zij vraagt zich af of Delfland, om tot de beste condities te kunnen komen, kan vasthouden aan de opt-out. Dan kan het niet akkoord gaan met de voorstellen in de GR en in HVC. Mevrouw Dijkshoorn constateert dat de onderhandelingen over de aandelen A en B nog moeten worden uitgewerkt, hetgeen nog tot complexe resultaten kan leiden, bijvoorbeeld op het punt van de garantstelling. Aangezien voor Delfland alleen de slibverwerking van belang is, is een bijzonder aandeelhouderschap, B dus, nodig. Zij wil vasthouden aan de toezegging van de heer Liesveld in de commissie dat de opt-out open wordt gelaten tot mei 2013. Als het aandeelhouderschap B dan niet wordt wat Delfland wil, kan het er nog van af. Ook al hebben enkele deelnemers aan de GR al voor de overgang naar de nieuwe situatie gestemd, zij hoopt dat het belang van Delfland op 6 december 2012 goed naar voren komt. Als de GR vasthoudt aan de opt-out regeling tot mei 2013, wordt de onderhandelingspositie sterker. De heer Van der Wedden memoreert dat in november 2009 na drie commissievergaderingen, een informatieve VV en de beantwoording van vele schriftelijke vragen zijn fractie in de VV als belangrijkste bezwaar uitte dat Delfland zich met branchevreemde activiteiten zou inlaten. Nu blijkt dat de rechtmatigheid daarvan een probleem is, in tegenstelling tot wat destijds werd gesteld. Dat is maar gelukkig ook, want daardoor kunnen de aandelen B per 1 januari 2013 niet omgezet worden in aandelen A. Hij acht het belangrijk dat de aandelen B in mei 2013 niet alsnog worden omgezet in een juridisch wel mogelijke variant op aandelen A. Ook na 1 mei 2013 wil hij niet dat Delfland risico’s loopt in zaken die niet tot de kerntaken behoren. In de aanloop daar naartoe heeft Delfland de opt-out regeling nodig in zijn onderhandelingspositie. Zijn fractie steunt het voorstel van het college. Mocht de GR niet vasthouden aan de opt-out, dan helpt het misschien als stok achter de deur als de mogelijkheid van een opt-out alsnog wordt geagendeerd voor 20 december 2012. De heer Canton is blij dat nu al drie waterschappen gaan voor het aandeelhouderschap B. Hij vraagt of de hoogheemraad er vertrouwen in heeft dat hij HVC nog kan overtuigen van de wens om de opt-out regeling te verlengen. De heer Van Olphen acht wel duidelijk dat Delfland naar een aandeelhouderschap B wil, maar hoe dat er uitziet is nog steeds niet duidelijk. Hij vindt dat zolang dit niet duidelijk is de optout regeling daarmee synchroon moet lopen. Hij vraagt zich verbaasd af wat de andere waterschappen beweegt om daar niet in mee te gaan. Het is hem volstrekt onduidelijk waarom de GR niet met één mond praat. Zij kan vaststellen dat zij het aandeelhouderschap B wil en de opt-out regeling wil laten doorlopen tot 1 mei 2013. Het komt HVC goed uit dat alle waterschappen een eigen mening hebben en de GR zich laat bespelen, doordat er geen eenheid is. De heer Van Rossum onderscheidt een dubbelbesluit dat zou moeten worden genomen. Er is lang genoeg gesproken over de richting die de waterschappen op willen, maar per 31 december 2012 staan zij met gebonden handen, die vrije onderhandelingen na die tijd belemmeren. De toezeggingen van HVC op papier zijn van de algemeen directeur. Hij vraagt in hoeverre HVC aan die toezeggingen gebonden is. Als de AVA het hoogste orgaan is, moet zij de toezeggingen afdekken. Hij komt daarmee op zijn dubbelbesluit. Moet Delfland om te beginnen niet per 31 december 2012 uit HVC stappen? Het tweede deel van het besluit zou zijn dat
18
Delfland de onderhandelingen kan voortzetten indien het daartoe bevoegde orgaan de opt-out termijn tot 1 mei 2013 verlengt. Zijn fractie behoudt haar stem over het voorliggende besluit nog even voor. De heer Kuijvenhoven meent dat het voorliggende voorstel helemaal spoort met de uitkomsten van de commissievergadering. Inmiddels zijn die weer door de tijd ingehaald. Hij heeft in de commissie zijn teleurstelling uitgesproken over de klaarblijkelijke onmogelijkheid om met een handvol waterschappen afspraken te maken. Dat heeft geleid tot de huidige precaire situatie. Voor zijn fractie staat centraal dat Delfland geen enkel risico mag lopen voor niet branchegerelateerde aangelegenheden, ook niet via een al dan niet omgebouwd aandeelhouderschap B. De markt waarop HVC zich beweegt is verre van rooskleurig. Hij onderschrijft de mening van de heer Van Rossum dat er een dubbelbesluit moet worden genomen. De heer Van der Ende proeft eigenlijk dat college en VV hetzelfde willen. Zij willen op een goede manier onderhandelen over het aandeelhouderschap B, maar zij willen ook hun rechten niet verspelen en de handen vrij houden tot 1 mei 2013. De wil tot samenwerking in de GR is er wel, ook bij de andere waterschappen, maar dat blijkt erg moeilijk. Drie waterschappen hebben van de zomer ondanks het afgesproken tijdpad besloten een ander schema te gaan volgen. Donderdag zal de wens van Delfland omtrent een verlenging van de opt-out termijn weer ter sprake komen, maar tot nu toe hebben andere waterschappen daar negatief op gereageerd. Hij weet niet of die nog bereid zijn de zaak aan hun verenigde vergaderingen voor te leggen. Het is een lastig onderwerp. Hij zal nogmaals duidelijk maken dat hij verwacht dat samenwerking inhoudt dat er voldoende rekening mee wordt gehouden als een zaak bij de een lastiger ligt dan bij de ander. De bevoegdheden van de directeur van HVC waren niet helemaal duidelijk. De GR heeft wel afgesproken dat zij staat op een uitspraak van de AVA op 6 december 2012, want dat is het hoogste orgaan. Delfland heeft de HVC per brief laten weten dat er niet van mag worden uitgegaan dat Delfland automatisch tekent voor de omzetting van aandelen naar aandelen B. HVC houdt nu vast aan het einde van de opt-out periode per 31 december 2012 omdat dit drie jaar geleden is afgesproken. Men wil de andere aandeelhouders niet confronteren met een situatie waarin de waterschappen er nog niet uit zijn. Hij is het eens met de heer Van Olphen dat zolang de waterschappen verdeeld zijn HVC een sterke onderhandelingspositie heeft. Als de waterschappen en bloc gebruik zouden kunnen maken van een opt-out per 1 mei 2013 stonden zij veel sterker. In Schieland en de Krimpenerwaard is daar wel over gesproken, maar dat heeft het niet gehaald. Hij zal de mening van de VV voorleggen aan de GR. Voorts zal voor 20 december 2012 nog een extra commissievergadering worden belegd om de stand van zaken te bespreken. De heer Dijkema suggereert nogmaals om Hollands Noorderkwartier in te lichten en te polsen. Het beeld wordt langzamerhand aardig scherp voor hem. Hij veronderstelt dat ook HVC zich ervan bewust is dat de situatie de afgelopen drie jaar nogal is veranderd. De belangrijkste nieuwe feiten zijn dat er onderzoek is gedaan naar rechtmatigheid en dat er duidelijkheid is gekomen over de situatie op de afvalmarkt. De gemeenten sluiten langetermijncontracten af voor de verwerking van hun afval. Vanwege de overcapaciteit en omdat de burgers steeds minder afval aanbieden staan de marktprijzen voor de verwerking onder druk. Dat is niet tijdelijk maar structureel. Een paar jaar geleden is de laatste afvalverbrander in Nederland, van de Omrin nabij Harlingen, opgeleverd, ondanks de signalen dat er een overcapaciteit dreigde. Op de elektriciteitsmarkt is eenzelfde ontwikkeling gaande. Men heeft wat te optimistisch geinvesteerd. Dat kan HVC niet worden verweten, maar die trend zal niet snel veranderen. Schieland en de Krimpenerwaard en Hollandse Delta hebben na september 2012 kennelijk geen besluiten meer genomen. Welke ruimte bieden hun besluiten om alsnog mee te gaan met de voorkeur van Delfland, zodat de GR eensgezind optrekt? Mevrouw Engels heeft de indruk dat bij HVC geen praktische bezwaren leven, maar dat het meer een gebrek aan bereidwilligheid om is de zaak opnieuw te bekijken. Zij vermoedt dat HVC niet voor precedenten hoeft te vrezen. Het lijkt haar heel goed om in de VV van 20 december 2012 verder te spreken. Het standpunt van Delfland behoeft nu haars inziens niet te worden aangevuld. Als dat moet kan het nog op 20 december 2012. Zij vraagt of het voldoende is als de meerderheid van de GR een besluit neemt. Kan Delfland de opt-out doorzetten? Wat zijn dan de repercussies?
19
Mevrouw Dijkshoorn vindt het het belangrijkst dat er een gezamenlijk besluit van de waterschappen is voordat HVC op 6 december 2012 een besluit neemt. Haars inziens zullen de waterschappen die al een besluit hebben genomen blij zijn dat Delfland zich inzet voor een gezamenlijk besluit en alle opties openhoudt, om tot 1 mei 2013 er nog voor te kunnen kiezen om eruit te stappen. De heer Van der Wedden vraagt hoe groot de portefeuillehouder de kans acht dat de GR en in het verlengde daarvan de AVA van HVC alsnog meegaan met een verlenging van de opt-out. Is het ook mogelijk dat Delfland uit de GR stapt en in de AVA met een eigen standpunt komt? De heer Van Olphen is niet duidelijk hoe waterschappen ermee akkoord kunnen gaan om de opt-out mogelijkheid te laten vallen terwijl zij helemaal nog niet weten hoe het aandeelhouderschap B er uit gaat zien. Misschien is Delfland in de GR het slimste jongetje van de klas. Hij vindt dat Delfland goede argumenten heeft. Hij hoopt dat de GR alsnog met één mond zal gaan praten, want er zijn voldoende argumenten om bij de HVC in te brengen. De opmerking dat nu eenmaal een afspraak is gemaakt snijdt geen hout, want de hele regeling zag er toen anders uit. De waterschappen zouden naar een aandeelhouderschap A gaan, maar dat blijkt nu niet rechtmatig. Daarmee is volgens hem de opt-out regeling discutabel. Hij is van mening dat de GR in de AVA maar een klein spelertje is. De gemeenten, die de meerderheid van de aandelen hebben, zullen geen enkele boodschap hebben aan welke optout regeling van een paar waterschappen dan ook. Daar moet naar zijn mening niet op worden gegokt. De heer P. van den Berg acht het ook de kunst om de andere waterschappen ervan te overtuigen dat zij voor verlenging van de opt-out periode moeten gaan. Dat wordt nu gepresenteerd als een puur beleidsmatige keuze, maar misschien kan nog onderzocht worden of dit ook niet een juridische implicatie heeft. Het aandeelhouderschap A is niet rechtmatig, maar of het aandeelhouderschap B rechtmatig is, is ook pas duidelijk op het moment dat het is uitgewerkt. Waarom zouden de andere waterschappen het risico willen lopen nu een besluit te nemen waarvan straks kan komen vast te staan dat het niet rechtmatig is? De heer Van Rossum hoort nogal wat gissingen over de rol en de meningen van andere waterschappen. Delfland heeft echter ook een eigen verantwoordelijkheid. Op de conceptagenda voor 20 december 2012 staat het onderwerp HVC nu nog niet geagendeerd. Hij vraagt of dat nog gebeurt. De heer Kuijvenhoven wil zich nu niet rijk rekenen, maar houdt ernstig rekening met een soort noodscenario. Delfland moet maar eens gaan nadenken of het, gelet op de risico’s die het mogelijk zou gaan lopen, niet op een individuele basis van de opt-out regeling gebruik moet maken. Dat vergt rekenwerk, want enerzijds zullen er kosten zijn en anderzijds is een kansberekening van het risico nodig. Hij heeft geschetst dat de afvalmarkt verre van rooskleurig is, dus garant staan voor allerlei activiteiten daar is risicovol. Die afweging moet worden gemaakt om tot een ordentelijke besluitvorming te kunnen komen. De heer Van der Ende gaat ervan uit dat Hollands Noorderkwartier, nu al aandeelhouder A, de discussie in Delfland volgt, maar het is een kleine moeite om nog even te melden wat er gaande is. Hij wijst erop dat er drie jaar geleden ook een onderzoek naar rechtmatigheid is geweest. Toen kwam een beeld met andere nuances naar voren. Op die adviezen is het besluit van destijds gebaseerd. Aan de situatie op de afvalstoffenmarkt en aan de bedrijfsvoering bij HVC kan hij niet veel veranderen. Hij weet ook niet welke ruimte de andere waterschappen in de GR nog hebben om het standpunt van Delfland over te nemen. Hij zal ze het weer in overweging geven. De motivatie van HVC verbaast hem ook. Hij kan niet bedenken waarom HVC niet wat coulanter kan zijn. Delfland kan eigenstandig gebruik maken van de opt-out regeling. In de commissie is al gevraagd wat dat zou kosten. Aan de hand van de getallen die toen bekend waren is een grove schatting gegeven. Die zou verder uitgewerkt moeten worden en worden afgezet tegen de eventuele risico’s bij het niet gebruikmaken van de opt-out. Hij zal zien of de organisatie in een paar weken nog cijfers daarover kan produceren, om de problematiek meer in-
20
zichtelijk te maken. Dat kan echt niet in bedragen tot op duizend euro uitgerekend worden, maar men kan trachten zo realistisch mogelijk te rekenen, om een beter beeld te krijgen. De vergadering van de GR is de enige plaats waar de waterschappen op één lijn kunnen komen. Hij heeft al een paar keer gezegd dat het standpunt van Delfland daar opnieuw wordt uiteengezet. Voor de behandeling in de AVA is het van belang dat de directie doordrongen raakt van het standpunt van de GR. Als de directie haar argumenten aan de AVA voorlegt, is er een grote kans dat die daarmee instemt. Als de waterschappen zelf een afwijkend standpunt in de AVA moeten inbrengen, zal hun kans op succes klein zijn. Het voorwerk dat wordt gedaan en het draagvlak dat wordt geschapen zijn belangrijk. Delfland kan in de AVA met een eigen standpunt komen, maar in de AVA wordt het woord gevoerd namens clusters van aandeelhouders. De waterschappen hebben via de GR één woordvoerder. De GR kan natuurlijk laten weten dat de waterschappen er verschillend over denken. De inbreng zal dinsdag moeten worden bepaald. Toegezegd is dat niet een aandeelhouderschap wordt geconstrueerd dat niet voldoet aan de rechtmatigheidseisen. Dat moet getoetst worden. Er is een grijs gebied. De heer Van Rossum vraagt of het onderwerp in de VV van 20 december 2012 weer aan de orde komt. De voorzitter vermoedt dat dit in de toegezegde commissievergadering kan worden bepaald. De heer Van Rossum stelt vast dat een besluit over een opt-out in de VV zal moeten worden genomen. De voorzitter bevestigt dat. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. B.16. Waterkwaliteitsrapportage 2011 De heer Middendorp is blij dat alsnog, zij het met enige vertraging, de Waterkwaliteitsrapportage 2011 op de agenda staat. Zij toont ondubbelzinnig aan dat de kwaliteit van het oppervlaktewater, waarvoor Delfland verantwoordelijk is, niet voldoet aan de normen. Ook is duidelijk dat de waterlichamen in 2015 niet zullen voldoen aan de in de KRW gewenste ecologische waterkwaliteit. Hij doelt daarbij met name op de ondersteunende parameters stikstof en fosfaat. Het Delflandse beleid is gericht op het aansluiten van alle tuinbouwbedrijven op de riolering, met handhaving en toezicht. Deze strategie voorziet in het specifiek verminderen van één bepaalde bronbelasting, namelijk door de glastuinbouw. Zij is waarschijnlijk vooral effectief voor het terugdringen van concentraties bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater. Stikstof en fosfaat komen veel meer uit diffuse bronnen. De aansluiting op de riolering levert maar een beperkte bijdrage aan de terugdringing daarvan. Het college is zeker op de goede weg. De strategie “Aansluiten (juist) nu” moet zeker worden vervolmaakt. Zij biedt geen definitieve oplossing. In 2011 onderging Delfland een stroom negatieve publiciteit doordat een hoogleraar toxicologie, Martin van den Berg, in het AD stelde dat de waterkwaliteit in Delfland onvoldoende was “om z’n kinderen in te laten zwemmen”. Niet aan de orde is dat iemand die in de sloot valt meteen naar het ziekenhuis moest, maar dat een hoogleraar totaal ongelijk heeft is ook onwaarschijnlijk. Hij erkent dat de waterkwaliteit ook wat het voorkomen van stikstof en fosfaat betreft de afgelopen jaren is verbeterd. Sinds de millenniumwisseling is er geen sprake van noemenswaardige verbetering. Zorgelijk vindt hij dat in 123 van de 160 metingen het “bijengif” Imidacloprid is gevonden. Dat resultaat is in tegenstelling tot wat verwacht mag worden uit de samenwerking met LTO die Delfland zoekt. Hij stelt de volgende motie voor, die mede is ondertekend door mevrouw Ruijgh, mevrouw Hilders en de heer Nanninga. De Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap Delfland, bijeen op donderdag 29 november 2012, overwegende
Uit de waterkwaliteitsrapportage 2011 blijkt dat voor de nutriënten N en P de gemiddelde concentraties 2-3 x hoger zijn dan de norm. Duidelijk komt ook naar voren dat
21
de “uitstoot” van Delfland voor P en N vele malen hoger is dan wat Delfland binnen stroomt.
Ook blijkt uit de Waterkwaliteitsrapportage dat de positieve trend voor N en P in de laatste jaren voor de eeuwwisseling zich (nog) niet heeft voortgezet in de 21 ste eeuw, maar da de waterkwaliteit al tien jaar rond dezelfde waarden fluctueert.
Voor de bestrijdingsmiddelen komt uit de Waterkwaliteitsrapportage het beeld naar voren, dat het huidige niveau van toezicht en handhaving blijkbaar een beperkt effect heeft. Met name de hoge incidentie van Imidacloprid, beter bekend als het “bijengif”, is sterk verontrustend.
roept het college van D&H op om: 1.
Vanuit zijn rol als waterkwaliteitsbeheerder te voldoen aan de door de provincie vastgestelde normering, en om zo ook op termijn te kunnen voldoen aan de resultaatsverplichting uit de KRW.
2.
Binnen een periode van zes maanden een notitie voor te leggen aan de VV, waarin een breed overzicht van concrete maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater wordt besproken. En waarin een voorlopige analyse wordt gegeven van effectiviteit, uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en verantwoordelijkheid bij de bron (“Plan B).
3.
In deze notitie zal ook een tussentijdse evaluatie van “Aansluiten (juist) nu” worden opgenomen.
4.
In deze notitie zal ook het “doelengat” voor de waterkwaliteit worden benoemd, zoals dat nu bestaat tussen de hoge doelstellingen die voortvloeien uit het rijksbeleid voor diffuse bronnen (mestbeleid, uitlogende bouwmaterialen, wegen etc.), en de beperkte mogelijkheden voor Delfland om te interveniëren. Het college heeft eerder al hiervoor dossiervorming toegezegd.
5.
Wanneer de concrete voorstellen uit de notitie ook worden overgenomen door de VV, dan zullen de mogelijke financiële consequenties voor het programma Schoon water worden ingepast in de begroting voor 2014.
6.
Om ook binnen een periode van zes maanden met een plan van aanpak te komen voor handhaving en toezicht, om de lozingen van Imidacloprid en andere bestrijdingsmiddelen significant te verminderen, waarbij vergroting van de personele inzet onderzocht moet worden als één van de opties.
7.
Om actie en realistisch in de media naar buiten uit te dragen wat de ernst van de waterkwaliteitsproblematiek is, op welke wijze Delfland daarop acties onderneemt dan wel welke beperkingen Delfland hierin ondervindt, en met welke partners Delfland actief samenwerkt aan vermindering van de problematiek.
8.
Speciale aandacht in de media is nodig voor de relatie tussen waterkwaliteit en recreatief medegebruik van de oppervlakte wateren in Delfland,
en gaat over tot de orde van de dag. De heer Middendorp geeft aan dat de brede notitie met concrete maatregelen waarom hij vraagt eigenlijk al sneller dan binnen zes maanden zou moeten komen, zodat er in de begroting 2014 rekening mee kan worden gehouden. De huidige aanpak van handhaving en toezicht, hoe enthousiast en zorgvuldig ook, heeft blijkbaar niet kunnen voorkomen dat het Imidacloprid een groot aantal malen is gemeten. Daarom is een ander niveau van handhaving en toezicht nodig om de problematiek te verminderen.
22
In de waterkwaliteitsrapportage komt hij regelmatig een soort jubeltoon tegen, alsof het allemaal wel zou meevallen. Hij weet nog steeds niet of de kinderen nu wel of niet kunnen zwemmen in het oppervlaktewater van Delfland. De heer Canton stelt vast dat de waterkwaliteitsrapportage heel helder is, maar het water nog steeds niet. Slechts 10% van de wateren voldoet. Er komt schoon water naar Delfland en er gaat vuil water uit. Dat moet anders. Hij vraagt wanneer de effecten van “Aansluiten (juist) nu” te verwachten zijn, nu het aantal aansluitingen richting 100% gaat. Uit onderzoeken in andere waterschappen blijkt dat niet alleen in tuinbouwgebieden maar ook in akkerbouw- en veeteeltgebieden de waterkwaliteit niet aan de eisen voldoet. Vaak blijkt het meetnet daar onvoldoende meetpunten te hebben om een goed beeld van de waterkwaliteit te geven. Hij vraagt of een aanpassing in Delfland nodig is. De heer J. van den Berg heeft er tot op heden vertrouwen in dat de hoogheemraad met de haar ter beschikking staande middelen de gestelde doelen kan behalen. Hij blijft dat nauwkeurig volgen. De heer Nanninga is bezorgd over de rapportage. Overigens had in de commissie iedereen vertrouwen in de uiteenzetting door de hoogheemraad. Hij vraagt zich wel af hoe het moet als de middelen die zij aanstipte niet werken. De heer Middendorp heeft het Plan B verwoord in een motie die hij ondersteunt. De heer Dijkema las in nr. 18 van H2O 2012, dat in het boek ‘’Bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit’’, van Geert de Snoo en Martina Vijver, is aangegeven dat het oppervlaktewater inmiddels schoner is, maar dat nog veel moet worden gedaan. De winst in waterkwaliteit dateert voornamelijk van voor 2001. Dat geldt ook voor Delfland, zo blijkt uit de waterkwaliteitsrapportages. Hij vraagt of het plan B zoals verwoord in de motie door het college kan worden overgenomen. De heer De Hoog is natuurlijk niet blij met de cijfers, maar hij wil ook realistisch zijn over stikstof en fosfaat. Hij vreest dat die nog tientallen jaren zullen voorkomen in het water. In de tuinbouw wordt gewerkt met bestrijdingsmiddelen, tegenwoordig gewasbeschermingsmiddelen geheten. De effecten van de middelen die 30 of 40 jaar geleden zijn gebruikt zijn helaas nog steeds terug te vinden in de cijfers. Een zo’n stof is Admire, die in verschillende middelen terug te vinden is, ook in Imidacloprid, waarvan in het ene onderzoek wordt gesteld dat het een bijengif is en in het andere dat het niet zo is. Bijenhouders hebben er ook verschillende meningen over. De heer Canton vraagt of de heer De Hoog van mening is dat, aangezien de wetenschappers het niet met elkaar eens zijn, het voorzorgprincipe moet worden gehanteerd. De heer De Hoog wijst erop dat Admire is toegelaten in Nederland en in vele andere landen en gebruikt moet worden voor de geïntegreerde gewasbescherming, eigenlijk in heel Europa of de hele wereld. Als het niet meer gebruikt mag worden, ontstaat weer een heel ander probleem. Hij is ervan op de hoogte dat de aanwezigheid in rioolwater is aangetoond. Hij hoopt dat er wat met die gegevens gedaan kan worden, want hij vreest het ergste. De voorzitter heeft steeds meer het gevoel in een commissievergadering terecht te zijn gekomen. Hij komt daar nog op terug. Mevrouw Hilders stelt vast dat “Aansluiten (juist) nu” een succesvolle strategie is gebleken. Het college en de organisatie verdienen daar een compliment voor. Volgens de waterkwaliteitsrapportage worden er verboden bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Zij vraagt zich af wat Delfland daar aan kan doen. Zij verwijst naar een bericht in de Volkskrant over de rol van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bij de aanpak van verboden bestrijdingsmiddelen, waarvoor stevige boetes kunnen worden opgelegd. De NVWA lijkt haar een heel goede samenwerkingspartner. Naar haar mening is het rijksbeleid voor mest, gewasbeschermingsmiddelen en uitlogende bouwmaterialen van dien aard dat Delfland de KRW-doelen helemaal niet kan halen. Vanuit het RBO zijn brieven aan het rijk geschreven. Mevrouw Ter Woorst heeft eerder gezegd dat Delfland aan dossieropbouw zou gaan doen. Dat zou in de waterkwaliteitsrapportage moeten staan, maar misschien heeft zij iets gemist. De voorzitter schorst de vergadering, zodat het college zich over de motie kan buigen.
23
De vergadering wordt enige tijd geschorst. Mevrouw Ammerlaan en de heren J. van den Berg, De Hoog en Kuijvenhoven hebben de vergadering verlaten. De voorzitter deelt mee dat het college, gezien de grote hoeveelheid vragen en oproepen in de motie, graag deze punten eerst in het college behandelt, om te zien wat wel of niet mogelijk is. De Verenigde Vergadering wordt daarover bericht, waarna de motie in een volgende vergadering terugkomt. Het zou geen recht doen aan de motie als nu heel beknopt werd gereageerd. De heer De Jong heeft enige aarzeling. Er is veel belangstelling voor het onderwerp. Uitstel van de discussie mag niet tot negatieve publiciteit leiden. Om de doelstellingen van het waterkwaliteitsbeleid te halen zal intensief moeten worden samengewerkt met de agrarische sector. Hij pleit ervoor om nu niet naar buiten te treden over dit onderwerp. De heer Dijkema kan zich vinden in het ordevoorstel van de voorzitter. Hij stelt voor om de reactie van het college in eerste instantie in de commissie te behandelen. De voorzitter brengt in dat dit volgende week dinsdag nog niet mogelijk is. De heer Middendorp is blij dat het college serieus op de motie wil ingaan. Hij vraagt of het college de motie wil overnemen en er later op wil terugkomen. De voorzitter antwoordt dat het college nu de volledige portee van de motie niet kan overzien. Om een goed antwoord te kunnen geven, wil het eerst een bespreking in het college. Daarna is de VV weer aan de beurt. De heer Middendorp zegt dat zo’n procedure nog niet eerder is voorgekomen in de VV. De voorzitter vermoedt dat er nog nooit zo’n boeiende en uitgebreide motie is voorgesteld. Mevrouw Ruijgh heeft de motie ook ondertekend, hoewel zij vond dat de indieners met zoveel opdrachten wel een beetje op de stoelen van het dagelijks bestuur gingen zitten. Zij weet echter dat de portefeuillehouder zich gesteund voelt door de motie. Als dat wordt bevestigd, roept zij het college op om ervoor te zorgen dat de geest van de motie wordt verwerkt in de kadernota voor 2014. De voorzitter neemt daar nota van, maar wil de discussie nu wel beperken tot zijn voorstel van orde. De heer Nanninga, mevrouw Hilders en de heer Dijkema steunen het voorstel van orde. De voorzitter stelt vast dat aldus zal worden gehandeld. Hij geeft aan dat nu al besloten had kunnen worden als de wensen in de motie van de heer Middendorp in de commissie waren ingebracht. Het college had er dan al op kunnen ingaan. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. B17.
GR Aquon
De heer Smits memoreert dat de VV eerder kritisch is geweest over de financiële gang van zaken en het gebrek aan efficienctywinst bij Aquon. Hij stelt vast dat het college de problemen fors heeft aangezwengeld, zodat verbetering kan worden verwacht. Het voorstel dat nu voorligt dient om Aquon financieel overeind te houden. Hij stemt daarmee in, in de wetenschap dat de problematiek van Aquon in de eerstvolgende commissievergadering opnieuw aan de orde komt. De heer Hombergen releveert dat de Waterschapsbank nog een paar handtekeningen wilde hebben onder een lening die al bestond. Hij vraagt zich af welk inzicht de Waterschapsbank dan eigenlijk had over Aquon. De boekhouding van Aquon bleek nogal wat lijken in de kast te bevatten. Wellicht heeft men het ene gat met het andere willen vullen. De bedrijfsvoering bij Aquon kan worden hersteld, mits er goed op wordt toegezien en het mandaat van de directie wordt aangepast. Hij hecht belang aan de continuïteit van Aquon, waar de salarissen betaald moeten worden en waar volgend jaar ook diensten zullen worden afgenomen. Zijn fractie steunt, met enige aarzeling, het voorstel.
24
Mevrouw Engels vindt het compromis dat het college heeft uitgedacht om te zorgen dat Aquon financieel verder kan heel goed. In de volgende vergadering moeten de puntjes op de i worden gezet. Zij wacht het voorstel voor december 2012 af. De heer Reijn vindt het juist dat enkele aspecten van de zaak uit elkaar zijn getrokken. Zijn fractie stemt in met het voorstel. De bedrijfsvoering komt in de commissie en de volgende VV aan de orde. Die is ook de zorg van de VVD. Mevrouw Dijkshoorn constateert dat de financiële positie van Aquon niet zo best is. Zij is benieuwd wat de commissie volgende week over het plan van aanpak te zien krijgt. Zij neemt althans aan dat er dan een definitief plan is. Het verbaast haar dat zonder garantstelling het personeel ineens niet meer betaald zou kunnen worden, omdat het geld vorig jaar al op de bank is gezet. Blijkbaar is er veel meer aan de hand dan de VV wordt toegespeeld. Zij kan wel instemmen met de garantstelling, maar blijft met veel vragen zitten, die hopelijk dit jaar nog worden opgelost. De heer Van Olphen meent dat mevrouw Dijkshoorn de spijker op de kop slaat met de opmerking dat het geld allang is uitbetaald aan Aquon. Delfland moet dus een handtekening zetten voor iets dat Aquon allang heeft. De Waterschapsbank is al sinds juni 2012 bezig om handtekeningen te krijgen, maar is er niet een liquiditeitsprobleem omdat Delfland niet voor 1 december 2012 met de garantstelling akkoord zou zijn. Zijn fractie is niet tegen de garantstelling, maar zij ziet de noodzaak niet in om nu een handtekening te zetten. Zij wil eerst een plan van aanpak zien. Overigens was de 4 miljoen van de Waterschapsbank niet bestemd voor de salarissen, maar voor de aanschaf van het laboratorium te Tiel. Misschien zijn er liquiditeitsproblemen, maar de besluitvorming in Delfland van vandaag heeft daar geen effect op. Hij vraagt om aanhouding van het voorstel, zodat in december 2012 een compleet voorstel kan worden besproken. De heer Canton voert aan dat met Aquon is begonnen vanwege een klein financieel voordeel. Andere factoren waren helaas van ondergeschikt belang. Dat voordeel lijkt nu volledig te zijn verdwenen. Over is een organisatie die zelf vreest voor liquiditeitsproblemen. Die organisatie vergroot de zichtbaarheid van Delfland niet, maar heeft nog steeds de potentie om een goed functionerende laboratoriumorganisatie te worden. Zij is dat dus nog steeds niet. Zijn fractie wil eerst een plan van aanpak en aanhouding van het voorstel. De heer Van der Wedden heeft ook zijn twijfels bij de garantstelling. De waterschappen moeten nu garant gaan staan voor de 4 miljoen die Aquon al heeft. In bijlage 2 is sprake van nog eens ruim 10 miljoen, dus het kan nog erger worden. Dit alles gebeurt zonder plan van aanpak om de bedrijfsvoering van Aquon op orde te brengen. Hij steunt het voorstel tot aanhouding tot de VV van 20 december 2012. De heer Van der Ende bevestigt dat Aquon nog niet in control is. Het voorstel van september 2012 is in tweeën geknipt. De lening waarover nu moet worden beslist is op 11 december 2011 verleend, met de restrictie dat de deelnemers binnen een jaar een garantstelling zouden afgeven. Zo niet, dan zou de deurwaarder gestuurd kunnen worden om beslag te leggen op de rekening-courant. Dan kunnen de salarissen niet worden uitbetaald. Het zou getuigen van goed deelnemerschap als de garantstelling werd ondersteund. Als die er niet komt, worden de deelnemende waterschappen voor hun deel aangesproken. Dat is geen wenselijke situatie. Morgen zal het plan van aanpak voor Aquon in het algemeen bestuur worden goedgekeurd, waarna het zo snel mogelijk aan de VV wordt voorgelegd. Dan kan de vervolgdiscussie over de verdere uitbreiding van Aquon worden gevoerd. Dat plan van aanpak maakt goed inzichtelijk maken waar de tekorten zijn ontstaan. Er wordt een verandermanager aangesteld met voldoende mandaat. In de commissie Waterketen kan verder worden gesproken over het plan van aanpak. Delfland deed het laboratoriumonderzoek al niet meer zelf, dus het was daar ook niet meer zichtbaar. De monsters nam Delfland zelf nog wel. Op initiatief van de VV is bij de overname daarvan door Aquon op de auto’s van Aquon geschilderd: Van en voor de waterschappen.
25
De heer Van der Wedden vraagt of het mogelijk is een garantstelling voor een maand te geven, zodat er op 20 december 2012 opnieuw over kan worden gesproken. Dan kan afhankelijk van het plan van aanpak worden beslist of Delfland garant wil staan voor Aquon. De heer Van Olphen wijst erop dat in december 2011 was afgesproken dat er een garantstelling zou komen en dat de Waterschapsbank al in juli 2012 is begonnen om handtekeningen te vragen. Hij gelooft niet dat de handtekening er nu per se voor 1 december 2012 moet komen. Deurwaarders zijn ook niet de allersnelsten. Hij vindt dat zonder enig probleem kan worden gewacht tot de volgende vergadering. Er zal wel nagegaan worden waar de lekken zitten, maar het is vooral belangrijk dat er een goed plan van aanpak komt, waarin de directie precies aangeeft wat er allemaal wordt gedaan en wat dat kost. Hij is bang dat zoiets er niet komt. De voorzitter merkt op dat het plan van aanpak een stuk van het bestuur van Aquon is. De heer Van der Ende ziet een garantstelling voor een maand als niet meer dan een theoretische optie. Men heeft vertrouwen in de organisatie en wil daarmee verder of niet. Hij proeft dat de VV in ieder geval verder wil met Aquon, want Aquon kan een goed bedrijf worden, dat nuttige diensten verleent aan Delfland. Aquon voert wettelijk verplichte taken uit voor de waterschappen. Dat doet het goed, maar het is ernstig dat de bedrijfsvoering niet in control is. Aquon moet echter een eerlijke kans krijgen. De heer Hombergen kan zich vinden in de pressie op Aquon om orde op zaken te stellen. Zijn fractie vindt het onthouden van een handtekening voor een lening die al verstrekt is niet passend. Zij voelt zich ongemakkelijk over het dossier, maar gaat akkoord met het voorstel. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. De leden van de fracties van de Categorie Bedrijfsgebouwd, de Partij voor de Dieren en de Algemene Waterschapspartij Delfland verkrijgen aantekening dat zij geacht wensen te worden tegen te hebben gestemd. B.04. Kwijtscheldingsbeleid De heer P. van den Berg zegt dat zijn fractie erg blij is met het voorstel tot verruiming van de kwijtscheldingsmogelijkheid voor zelfstandigen. In het verleden heeft zij daar bij motie voor gepleit. In de commissie heeft hij de vraag gesteld of de koppeling van het beleid aan het bijstandsbeleid voor zelfstandigen wel voldoende is, omdat de doelgroep van die bijstand nogal gering in omvang en tijdelijk is. De portefeuillehouder heeft toegezegd dat hij zou uitzoeken hoe het moet met zelfstandigen die die bijstand niet krijgen. Hij zou daar graag meer over horen. De heer Van Rossum herinnert eraan dat in het coalitieakkoord was afgesproken het kwijtscheldingsbeleid in de huidige zittingsperiode niet aan de orde te stellen. Nu gebeurt dat al voor de derde keer. Zijn fractie stemt tegen. Zij vraagt aandacht voor de oplopende bedragen die hiermee gemoeid zijn. Reeds 12% van de zuiveringsheffing wordt kwijtgescholden. De heer Wiegman deelt mee dat op dit moment wordt geschat dat er 46.000 gevallen van kwijtschelding en 9000 gevallen van oninbaar zullen zijn. Niemand weet hoe de verdere ontwikkeling zal zijn. In tussentijdse rapportages zal duidelijk worden of die aantallen toe- of afnemen. Een aantal gemeenten past het Besluit bijstandsregeling zelfstandigen toe. Zo’n gemeente heeft de mogelijkheid een ZZP’er op aanvraag een lening te verstrekken. Bij een latere toetsing kan blijken dat die lening niet rechtmatig was. Zij moet dan worden afgelost. In het andere geval kan kwijtschelding plaatsvinden. Geïnventariseerd moet worden welke gemeenten de regeling toepassen. Past een gemeente de regeling wel toe, dan is dat voor Delfland een basis om kwijtschelding te kunnen geven. Past een gemeente de regeling niet toe, dan kan op basis van de belastingaangifte worden gehandeld. Na de aanslag moet er dan een verzoek komen om kwijtschelding. Het kan dan wel een paar jaar duren voordat geconcludeerd kan worden of men al dan niet voor kwijtschelding in aanmerking komt. Ook is het mogelijk dat de aanslag wordt betaald en achteraf restitutie plaatsvindt. Kan een gemeente geen informa-
26
tie geven, dan is het naar zijn mening het best als na de aanslag door Delfland een verzoek om kwijtschelding wordt gedaan. De heer P. van den Berg concludeert dat iemand die de bijstand niet krijgt niet per definitie ook niet voor kwijtschelding in aanmerking komt. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. De aanwezige leden van de fractie van de VVD en de heer Van der Wedden verkrijgen aantekening dat zij geacht wensen te worden tegen te hebben gestemd. B.08. Tijdelijke verordening kennisgeving ontwerpbesluiten De heer Van der Wedden stemt in met de tijdelijke verordening. Hij hoort graag van het college dat als het beleid van Delfland op dit punt onder de loep wordt genomen, om in 2013 tot een definitieve verordening te komen, ook de schriftelijke vragen en de daarop geformuleerde antwoorden, vermeld onder 07.04 van de agenda, moeten worden meegenomen. De voorzitter stelt vast dat het college de vragen heeft beantwoord. De AWPD heeft dan weer alle kans om ze in te brengen. Overigens onthoudt het college wel wat het opschrijft. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. B.10. Onderhoudsvervangingen Gezuiverd Afvalwater Mevrouw Engels heeft er wat moeite mee dat in de plaats van de kredietverlening door de VV voor onderhoudsvervangingen een fonds wordt ingesteld. Het gaat om heel hoge bedragen, vanaf 2018 om 1,6 miljoen en meer. De commissie heeft de toezegging gekregen dat concrete voorstellen jaarlijks in de commissie zullen worden besproken. Dat heeft veel van haar zorgen weggenomen. Wel vraagt zij waarom deze aanpak wordt gevolgd bij Gezuiverd Afvalwater en niet voor andere programma’s. Kan deze systematiek belemmerend werken bij het project Samenwerken in de Afvalwaterketen? Het bevreemdt haar dat een dotatie wordt gedaan bij het uitkomen van de jaarrekening 2012, terwijl die jaarrekening bijna zeker met een tekort sluit. De heer Van der Ende is blij dat de toezegging in de commissie tot vertrouwen heeft geleid. Deze systematiek wordt gevolgd bij Gezuiverd Afvalwater omdat dit een kapitaalintensief programma is. Veel technische voorzieningen zijn steeds weer aan vervanging toe. De reserve dient om het verschil tussen boekhoudkundige afschrijving en technische afschrijving op te vangen. Hij verwijst naar zijn betoog in de commissie. Mocht daaraan in andere sectoren ook behoefte bestaan, dan kunnen daarvoor voorstellen worden gedaan. Hij denkt dat deze systematiek in de samenwerking in de afvalwaterketen juist bevorderlijk werkt. De dotatie over 2012 vindt plaats omdat er onderdelen zijn die nog in 2012 vervangen zouden moeten worden, maar nog niet vervangen worden. Het is echter onverantwoord om vervangingen lang uit te stellen omdat de begroting ze niet zou toelaten. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. H.02. Wijzigingsbesluit Belastingverordeningen H.03. Wijziging leges- en precarioverordening H.05. Raamovereenkomst accountantsdiensten H.06. Nota Grondverwerving bij projecten H.07. Huisvestingsscenario’s Delfland2015 met financiële doorrekening van de scenario’s
27
H.12. Aanvraag investeringsplan en ontwerpkrediet voor de aanleg van een vispaaiplaats langs de Casembrootlaan (Poeldijk, gem. Westland) H.13. Aanvraag investeringsplan en uitvoeringskrediet vispassage Lage Abtswoudse Polder H.14. Peilbesluit Abtswoude H.15. Realisatie gemaal Crayenburg De Verenigde Vergadering besluit conform deze voorstellen. 02.a.
Notulen besloten VV 28 juni 2012
De voorzitter constateert dat niemand behoefte heeft aan een aparte besloten vergadering om deze notulen goed te keuren. De notulen van de besloten VV van 28 juni 2012 worden ongewijzigd vastgesteld. S.
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering om 13.55 uur. Aldus vastgesteld in de Verenigde Vergadering van 20 december 2012 De griffier
De voorzitter
H.M.J. Hoogweg
mr. M.A.P. van Haersma Buma