VERKOOPSLASTENBOEK LANDBOUWINSTITUUT en de HELLEPUTTEVLEUGEL
(plannetje toevoegen met aanduiding LBI en HPV)
FEBRUARI 2013
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
1
0.
Algemeen De plannen van de lofts die aan de koper worden overhandigd, dienen als basis voor het opstellen van de verkoopsovereenkomst. Voor wat betreft de afwerking van de lofts zijn de aanduidingen op de plannen louter indicatief. De beschrijving van dit lastenboek is bepalend wat betreft de voorziene afwerkingen. Alle lofts worden casco opgeleverd, dit is ruwbouwafwerking welke door de klant verder afgewerkt dient te worden. Indien er materialen behouden blijven, behouden zij de staat waarin ze zich bevinden en worden ze niet vernieuwd, tenzij expliciet vermeld. De te behouden materialen worden wel gereinigd, ontstoft etc. De gemeenschappelijke delen van het gebouw worden volledig afgewerkt. Kleine wijzigingen aan maatvoeringen i.f.v. uitvoering, tengevolge van stabiliteits- en/of technische redenen zijn steeds mogelijk. Eventuele aanpassingen uit constructieve of globaal esthetische aard zijn steeds toegelaten en dit zonder voorafgaandelijk akkoord van de kopers.
1.
Ruwbouwwerken
1.1
Afbraakwerken
1.1.1
Afbraakwerken inrichtingen Alle bestaande inrichtingswerken worden gesloopt. Alle elektriciteitsleidingen, sanitaire leidingen en toestellen, regenafvoerleidingen, liftinstallatie e.d. worden verwijderd.
1.1.2
Ontmanteling wanden, vloeren, plafonds, dak. De vloerbekledingen, plankenvloer en plafonds worden volledig uitgebroken. De bestaande houten draagbalken blijven maximaal behouden of worden in functie van de noodzaak vernieuwd en/of herbruikt. De bestaande gewelven blijven maximaal behouden. De wandbekledingen worden verwijderd tot op de achterliggende structuur. De volledige dakbedekking en de dakkapellen worden verwijderd en vernieuwd.
1.2
Funderingen De bestaande funderingen blijven behouden en worden volgens de stabiliteitsstudie versterkt door middel van micro palen.
1.3
Rioleringen
1.3.1
Algemeen – gemeenschappelijke delen De riolering wordt uitgevoerd conform de gemeentelijke voorschriften. Het verloop en de sectie van de leidingen wordt bepaald in functie van de af te voeren debieten. De leidingen in het gebouw worden uitgevoerd in PVC of PE. Ze worden hoofdzakelijk in technische kokers geplaatst. In de kelderruimte blijven de leidingen zichtbaar. Waar noodzakelijk worden toezichtputten voorzien. Alle ondergrondse leidingen worden uitgevoerd in PVC. De regenafvoerbuizen tegen de gevels worden uitgevoerd in zink.
1.3.2
Afvoeren in privatieve delen. De afvoerleidingen in de privatieve delen worden niet voorzien in de algemene aanneming. De koper dient zelf de leidingen te plaatsen en aan te sluiten op de voorziene verticale standleiding, zoals ook aangeduid op de plannen.
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
2
1.4
Nutsleidingen In samenspraak met de bevoegde diensten worden alle nutsvoorzieningen via waterdichte doorgangen binnengebracht in het gebouw. De lokalen voor meters en privé-aftakkingen bevinden zich in een gemeenschappelijk lokaal op de ondergrondse verdieping. De nutsleidingen worden voorzien tot in alle privatieve delen, zoals aangeduid op de plannen. Vanaf dat punt voorziet de eigenaar zelf de eigen leidingen en technische installaties, welke achteraf dienen gekeurd door een erkend organisme. Alle aansluitingskosten en keuringskosten voor de nutsvoorzieningen (water, gas, elektriciteit, TV-distributie en telefoon) zijn ten laste van de kopers.
1.5
Bouwwerken in beton Alle nieuwe betonnen constructies worden uitgevoerd volgens de gegevens opgesteld door de ingenieur stabiliteit.
1.6
Bouwwerken in staal De bestaande houten vloeren worden waar nodig en volgens de studie van de ingenieur stabiliteit ondersteund door metalen liggers en kolommen.
1.7
Opgaande constructies
1.7.1
Gevels De bestaande gevels worden afgewerkt volgens aanduiding op de gevelplannen. Noordgevel Landbouwinstituut (gevel Minderbroedersstraat): het uitzicht van de bestaande gevel blijft behouden op uitzondering van het gedeelte boven de inkompoort. De bestaande gevel wordt afgewerkt met een bepleistering. De natuurstenen onderdelen van de gevel worden hersteld en geschilderd volgens de richtlijnen van Onroerend Erfgoed Vlaanderen. Het nieuwbouwgedeelte boven de inkompoort wordt aan de Noord- en Zuidgevel afgewerkt met panelen in nieuwe blauwe hardsteen. De bepleistering cfr Noordgevel wordt doorgetrokken op de zijgevels van de terrassen. Oost-, Zuid- en Westgevel Landbouwinstituut: Het uitzicht van de bestaande gevel wordt grotendeels behouden. Enkele raamopeningen worden aangepast. De gevel wordt na reiniging en herstelling afgewerkt dmv kaleiën. Oost- en Zuidgevel Helleputtevleugel. Het uitzicht van deze gevels in metselwerk blijft volledig behouden. Het metselwerk en onderdelen in natuursteen worden volledig gereinigd en hersteld. Westgevel Helleputtevleugel. Deze gevel met uitzicht op het binnenplein krijgt een volledig e nieuw uitzicht. Er worden nieuwe raamopeningen gecreëerd op de twee niveaus. Op de 1 verdieping wordt een deels inpandig en deels uitkragend terras gerealiseerd. De gevel wordt na de bouwkundige ingreep, gereinigd, hersteld en afgewerkt dmv kaleiën (kleur volgens richtlijnen van Onroerend Erfgoed Vlaanderen.
1.7.2
Ramen Het bestaande buitenschrijnwerk wordt volledig uitgebroken. De bestaande houten lintelen aan de binnenkant boven de ramen zullen indien nodig vervangen worden door nieuwe houten lintelen. Ter plaatse van de nieuwe raamopeningen in de Westgevel Helleputtevleugel worden betonnen lintelen geplaatst. Het nieuwe buitenschrijnwerk wordt beschreven onder artikel 3.
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
3
1.7.3
Binnenwanden De bestaande en nieuwe binnenwanden in de lofts worden afgeleverd zonder afwerking.
1.7.4
Vochtisolatie – nieuwe constructies Waar noodzakelijk zal een vochtisolatie bij detaillering rond ramen, dorpels e.d. toegepast worden.
1.7.5
Schouwen en verluchtingen Elke ruimte is verbonden met een technische koker waarin de aanvoer- en afvoerleidingen bevinden. De specificaties van de leidingen en aansluitmogelijkheden staan vermeld onder de posten 7 tem 9 van dit verkoopslastenboek.
1.7.6
Draagvloeren van de privatieve delen Boven de kelder-ruimte wordt een vloerplaat in beton geplaatst waarop de vloerafwerking van de bovenliggende unit kan aangebracht worden. ste
de
De bestaande en nieuwe houten draagstructuur boven het GV, 1 en de 2 verdieping wordt aan de onder- en bovenzijde dicht gemaakt voor de realisatie van: - Een brandwerende scheiding tussen de onder- en bovenliggende ruimte (onderlaag) - Een werk- en draagvloer als basis voor de verdere vloeropbouw door de eigenaar (bovenlaag). De aannemer zal al de draagvloeren voorzien volgens de specificaties van de ingenieur stabiliteit. De draagvloeren van de lofts zijn berekend voor een totale maximum belasting van 370kg/m2, op te delen als volgt: - 200kg/m2 mobiele last (personen, meubelen, ….) - 150kg/m2 vaste last (volledige vloerafwerking en lichte scheidingswanden, …) - 20kg/m2 voor het verlaagd plafond van het onderliggende pand De vloeren van de mezzanines in het Landbouwinstituut bestaan uit een nieuwe houten balkenstructuur die aan de bovenzijde dichtgetimmerd is dmv houten beplanking met tand en groef. Deze vloeren worden onafgewerkt afgeleverd en zijn berekend voor een totale maximale belasting van 235 kg/m2. De totale belasting van 235kg/m2 is op te delen als volgt: - 200kg/m2 mobiele last (personen, meubelen,….) - 35kg/m2 vaste last De vloeren van de commerciële panden boven de kelders van het Landbouwinstituut zijn berekend voor een totale maximale belasting van 700kg/m2, op te delen als volgt: - 500kg/m2 mobiele last voor een publieke ruimte (personen, meubelen, …) - 200kg/m2 vaste last 1.7.7
Dak Landbouwinstituut Op de bestaande gordingen wordt een volledig nieuwe dakbedekking aangebracht, bestaande uit : dampscherm, 15 cm rotswol isolatie tussen nieuwe kepers, onderdak, lattenwerk en dakdichting met pannen. De dakkapellen worden eveneens volledig vernieuwd en geïsoleerd. Aan de buitenzijde zijn de dakkapellen afgewerkt met zink. De dakconstructie en dakkapellen zijn aan de binnenzijde niet afgewerkt. In het dak worden bijkomend nieuwe dakramen geplaatst.
1.7.8
Dak Helleputtevleugel Op de bestaande gordingen wordt een volledig nieuwe dakbedekking aangebracht, bestaande uit: dampscherm, zelfdragende panelen met 10 cm isolatie, onderdak, lattenwerk en dakdichting met natuurleien. Het bestaande keperwerk en de binnenafwerking in houten planchetten blijven maximaal behouden. In het dak worden volledig nieuwe geïsoleerde dakkapellen, conform bestaand uiterlijk, geplaatst, die aan de binnenzijde eveneens afgewerkt zijn met dezelfde houten planchetten als het dak. Aan de buitenzijde zijn de dakkapellen afgewerkt met zink.
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
4
1.7.9
Platte daken (nieuwbouwgedeelte boven de inkompoort) Alle nieuwe dakconstructies zijn geïsoleerd om te voldoen aan de huidige isolatienorm. De waterdichting wordt uitgevoerd dmv bitumineuze materialen of EPDM. Alle platte daken zijn voorzien van een regenwaterafvoersysteem. De aannemer zal een tienjarige waarborg op de waterdichting afleveren.
3.
Buitenschrijnwerk
3.1
Ramen en deuren
3.1.1
Algemeen De aannemer zal instaan voor een waterdichte afwerking t.o.v. het gevelmateriaal en buitenschrijnwerk. Sleutelprogramma is voorzien. Alle ramen en deuren worden vernieuwd en uitgevoerd in geschilderde houten profielen met tocht- en waterdichtingsvoorzieningen en met hedendaags veilig raam- en deurbeslag. Het uitzicht van de ramen en de vorm van de raamprofielen wordt vastgelegd in overleg met de diensten van Onroerend Erfgoed Vlaanderen. De draairichting is volgens aanduiding op de gevel- en grondplannen. Het buitenschrijnwerk wordt volledig afgewerkt . De afkasting van de dagkanten aan de binnenzijde is niet voorzien. Vensterbank is niet voorzien. In de (raam) deuren die toegang geven tot de terrassen van de lofts en in de ramen van het nieuwbouwgedeelte van het landbouwinstituut worden regelbare ventilatieroosters aangebracht om : - Te voldoen aan de geldende normen mbt ventilatie - Een luchtaanvoer te creëren om de goede werking van de aanwezige luchtafvoervoorzieningen mogelijk te maken.
3.2
Beglazing buitenschrijnwerk Alle nieuwe ramen zijn voorzien van een gewone, heldere, dubbele beglazing met een warmtedoorgangscoëfficient van max. 1.1 W/m2.
3.3
Borstwering aan ramen en terrassen Helleputtevleugel 1 verdieping e De raamopeningen en terrassen op de 1 verdieping van de Helleputtevleugel worden beveiligd met stalen borstweringen zoals aangegeven op de gevelplannen. De borstweringen krijgen een roestwerende bescherming en worden afgelakt. Kleur en afwerking door de architect te bepalen.
3.4
Brievenbussen Elke loft is voorzien van een eigen brievenbus. De brievenbussen worden geplaatst aan de inkomdeur op het gelijkvloers . Kleur en uitvoering door de architect te bepalen.
4.
Binnenschrijnwerk
4.1
Algemeen Er is een basis sleutelprogramma voorzien voor de inkomdeur waarbij ook de deuren van de gemeenschappelijke ruimten bediend kunnen worden.
4.2
Binnendeuren - Alle binnendeuren in de gemene delen zijn brandwerend conform de eisen van de brandweer. De deuromlijstingen zijn in hout of mdf. De deurkruk is in metaal voorzien. - De inkomdeur van elke loft is voorzien van een driepuntssluiting. De deuromlijstingen zijn in hout of mdf. Deurkruk, trekker en cilinderslot zijn voorzien. - Waar noodzakelijk worden deurpompen voorzien conform de eisen van de brandweer.
4.3
Gordijnkasten Er zijn geen gordijnkasten voorzien.
e
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
5
4.4
Trappen De trappen en trapleuningen in de gemene delen worden uitgevoerd in hout. De trappen in privatieve delen zijn niet voorzien.
5.
Pleisterwerken en wandafwerkingen
5.1
Wanden De bestaande en nieuwe wanden in de lofts worden niet afgewerkt. De bestaande en nieuwe wanden in de gemene delen worden bepleisterd of worden afgewerkt met gipskartonplaten en geschilderd De nieuwe wanden van de bergingen op de ondergrondse verdieping worden opgetrokken in zichtbaar blijvend metselwerk en worden meegaand opgevoegd.
5.2
Plafonds In de lofts worden gipskartonplaten geplaatst aan de onderzijde van de houten draagvloeren. Deze platen vormen de brandwerende schil naar de bovenliggende ruimte en mogen daarom onder geen enkele voorwaarde verwijderd of geperforeerd worden voor het ophangen van een plafond, leidingen,enz.… Aan de onderzijde van deze gipskartonplaten zullen houten latten aangebracht worden om : - Een zichtbare structuur te hebben ter bevestiging van de definitieve plafondafwerking door de eigenaars. - Een ruimte te creëren tussen de brandwerende schil en afgewerkt plafond voor de verdoken montage van elektrische leidingen door de eigenaars. In de gemene delen (met uitzondering van de ondergrondse verdiepingen) worden de plafonds afgewerkt dmv bepleistering of worden er waar nodig verlaagde plafonds voorzien in gipskartonplaten die geschilderd worden.
6.
Vloerafwerkingen en faience
6.1
Lofts Bij de afwerking van de vloeren door de eigenaars dient er rekening gehouden te worden met de eisen die gesteld worden door Onroerend Erfgoed. Dit houdt voornamelijk in dat er geen cementgebonden chape mag geplaatst worden op de houten vloerstructuren. Er wordt een afzonderlijk document opgesteld waarin de eisen en afwerkingsprincipes zullen opgenomen worden zoals besproken met Onroerend Erfgoed .
6.1.1
Geluidsisolatie Er wordt geen geluidsisolatie voorzien op de vloeren. De eigenaars zijn verplicht om een akoestische vloerisolatie te voorzien om zo te voldoen aan de wettelijke normen op het gebied van akoestiek.
6.1.2
Chape Er wordt geen chape voorzien. Enkel op de constructieve betonnen vloer mag een chape als zwevende dekvloer voorzien worden.
6.1.3
Vloerbekleding / muurbetegeling Er wordt geen vloerbekleding of muurbetegeling voorzien.
6.1.4
Tussendeurdorpels De dorpels ter hoogte van de inkomdeuren worden uitgevoerd in natuursteen.
6.1.5
Raamtabletten Er worden geen raamtabletten voorzien.
6.1.6
Terrasafwerkingen De vloeren van de terrassen worden afgewerkt met terrastegels, die geplaatst worden op tegeldragers. De wanden van de terrassen worden eveneens volledig afgewerkt.
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
6
6.2
Gemeenschappelijke delen
6.2.1
Tegelvloeren In de trapzalen en de inkompartijen op het gelijkvloers en de verdiepingen is een keramische tegel als vloerafwerking voorzien.
6.2.2
Keldervloeren Waar mogelijk, worden de bestaande vloeren behouden of hersteld. In de zones waar de huidige vloer volledig wordt uitgebroken, zal een gepolierde betonvloer worden aangebracht.
6.2.3
Trappen De gemeenschappelijke trappen en trapleuningen in het Landbouwinstituut en de Helleputtevleugel worden uitgevoerd in beukenhout.
7.
Sanitaire installatie
7.1
Leidingen De toevoerleidingen voor water worden voorzien vanaf de tellers tot aan de individuele lofts zoals aangeduid op de plannen. Per loft wordt één toevoerleiding met afsluitkraan voorzien t.h.v. de schacht.
7.2
Toestellen Er zijn geen sanitaire toestellen voorzien.
8.
Elektrische installatie
8.1
Algemeen De installatie zal voldoen aan de wettelijke bepalingen van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installatie (AREI) aangevuld met de voorschriften van de stroomverdeler.
8.2
Leidingen De leidingen in de gemene delen op de verdiepingen worden ingewerkt in de muren of in de valse plafonds. De leidingen in de bergingen en de gemeenschappelijke ruimten op de ondergrondse verdieping worden in opbouw geplaatst. In de lofts zijn geen elektriciteitsleidingen voorzien.
8.3
Schakelaars en stopcontacten in de gemene delen Alle schakelaars en stopcontacten zijn van een gekeurd type (Niko of gelijkwaardig). Alle schakelaars worden op een hoogte van 110 cm geplaatst. Alle stopcontacten worden op ± 20 cm hoogte geplaatst, tenzij anders vermeld.
8.4
Verlichtingstoestellen
8.4.1
Verlichtingstoestellen per loft In de lofts zelf zijn geen verlichtingstoestellen noch elektriciteitsleidingen voorzien.
8.4.2
Verlichtingstoestellen in de gemeenschappelijke delen In de gemeenschappelijke delen op alle verdiepingen zijn verlichtingsarmaturen met minuterie voorzien met de nodige drukknoppen en/of sensoren.
8.5
Elektrische voorziening per loft De voedingsleiding elektriciteit wordt voorzien vanaf de individuele tellers tot aan de individuele lofts, zoals ook aangeduid op de plannen van de ingenieur technieken.
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
7
De elektriciteitsleiding en meter worden voorzien zoals voor een standaard appartement. In de loft wordt een minimum zekeringenkast voorzien teneinde de keuring van de gemeenschappelijke delen te kunnen laten uitvoeren. 8.6
Speciale technieken • Telefoon De telefoonvoedingsleidingen worden voorzien vanaf de halfondergrondse verdieping tot aan de individuele lofts. De interne verdeling telefonie is niet voorzien. • Radio- / TV-distributie. Vanaf de halfondergrondse verdieping tot aan de individuele lofts wordt een radio- / TVkabel voorzien. De definitieve aansluiting is niet voorzien. • Videofoon In elke loft wordt een videofooninstallatie aangebracht. Er wordt een scherm met bedieningsmogelijkheden voorzien. De gemeenschappelijke inkomdeuren op het niveau van het binnenplein hebben een elektrisch slot en zijn bedienbaar vanuit elke loft. • Noodverlichtingen en rookdetectoren in de gemeenschappelijke delen zijn voorzien conform de wettelijke voorschriften. • Liftinstallaties Er is een elektrische liftinstallatie voorzien die voldoet aan de vigerende normeringen. De liftafwerking is in roestvrij staal.
9.
Centrale verwarming en ventilatie De verwarming gebeurt op gas. Per loft wordt een gasvoeding voorzien vanaf de individuele tellers tot aan de lofts, zoals ook aangeduid op de plannen van de ingenieur technieken. De CV-ketels worden niet voorzien. Per loft wordt een aansluiting voorzien op de schouw voor de aanvoer van verse lucht en afvoer van rookgassen In iedere loft wordt een aansluitingsmogelijkheid voorzien voor : - Een dampkap. De interne leidingen en de dampkap zijn niet voorzien. - Een luchtafvoer. De interne leidingen en de ventilatiemotor zijn niet voorzien. De plaatsing van een open haard in de lofts is niet mogelijk.
10.
Brandbeveiliging
10.1
Haspels en/of poederblussers Haspels en/of poederblussers worden voorzien op de plaatsen aangeduid door de brandweer.
10.2
Pictogrammen Pictogrammen worden voorzien op de plaatsen aangeduid door de brandweer.
10.3
Rookkoepel Boven de noodtrap wordt een rookkoepel voorzien voor rookevacuatie, die bediend kan worden door een bediening op het gelijkvloers.
11.
Schilderwerken
11.1
Lofts In de lofts worden geen schilderwerken voorzien. Het nieuwe houten buitenschrijnwerk wordt aan buiten- en binnenzijde geschilderd. Het schilderen van de bestaande houtwerken moet gebeuren volgens een afzonderlijk document waarin de eisen en afwerkingsprincipes zullen opgenomen worden zoals besproken met Onroerend Erfgoed.
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
8
11.2
Gemeenschappelijke delen De gemeenschappelijke delen (muren, plafonds, deuren, deurkozijnen) worden geschilderd afgewerkt. Kleur door de architect te bepalen.
11.3
In zicht blijvende metalen kolommen en liggers Metalen kolommen en liggers in de lofts worden roestwerend geschilderd en vervolgens met een brandremmende verf beschermd. Deze roestwerende en brandremmende verf mag onder geen beding verwijderd worden aangezien de stabiliteit van het gebouw i.g.v. brand anders niet meer verzekerd is. Het aanbrengen van de definitieve schilderlaag ter afwerking van deze metalen kolommen is door de eigenaar uit te voeren.
12.
EPB aangifteplicht Elke loft wordt casco verkocht en wordt afgewerkt door de eigenaar. Omdat de EPB aangifte pas kan gebeuren na de volledige afwerking van de loft wordt de EPB aangifteplicht, zoals gemeld in de koopakte, overgedragen naar de eigenaar. In de casco aflevering zijn reeds volgende EPB maatregelen opgenomen : - In de nieuwe (raam)deuren naar de terrassen en in de ramen van het nieuwbouwgedeelte van het landbouwinstituut worden ventilatieroosters geplaatst voor de aanvoer van verse lucht. De verluchtingsroosters wordt gedimensioneerd volgens studie door de ingenieur technieken en de EPB verslaggever. - De gevel , dak en vloer van het nieuwbouwgedeelte boven de poort zullen geïsoleerd worden om te voldoen aan de wettelijk verplichte isolatiewaarden - Omdat het gebouw staat op de inventaris van beschermde gebouwen kan de dienst Onroerend Erfgoed afwijkingen voor EPB vragen. Deze afwijking heeft betrekking op de isolatie- en ventilatiewaarden op al de nieuwe gevelelementen (ramen en dakkapellen) die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Een document met vermelding van de toegestane afwijking zal als bewijs voor de EPB aangifte overgedragen worden aan de eigenaar. Bij de oplevering van de loft zal de aannemer en post interventie dossier afgeven aan de eigenaar waarin ook al de uitgevoerde info mbt EPB wordt opgenomen .
13.
Machtigingsdossier Voor de verdere afwerking van de loft dient elke eigenaar een machtigingsdossier ter goedkeuring voor te leggen aan de dienst Onroerend Erfgoed. Dit machtigingsdossier geeft een overzicht en beschrijving van de producten/materialen die zullen gebruikt worden en welke werken er zullen uitgevoerd worden. Met dit dossier wil de dienst Onroerend Erfgoed zekerheid verschaffen dat er geen schade wordt aangebracht aan het gebouw en beschermd blijft als waardevol erfgoed. Als aanzet voor de samenstelling van dit machtigingsdossier, zal een afzonderlijk document/dossier opgesteld en overhandigd worden waarin de eisen en afwerkingsprincipes zullen opgenomen worden die reeds besproken zijn en aanvaard worden door Onroerend Erfgoed.
Landbouwinstituut – Verkoopslastenboek lofts
9