2 Verbinding voelen met je omgeving Doel: We horen allemaal bij elkaar
We zijn met heel veel mensen op deze wereld. Daar ben je jezelf niet van bewust. Meestal zie je alleen de mensen waarbij je woont en vaak mee omgaat. Je familie, vrienden en vriendinnen. Dit zijn voor jou de mensen die je gewend bent en normaal vindt. Al deze mensen uit je omgeving hebben invloed op elkaar. Dat komt omdat we allemaal met elkaar verbonden zijn. Je kan jezelf voorstellen dat we verbonden zijn als draden in een web van een spin. 2.1 De wereld De wereld is groot en omvat veel meer dan wij ooit zullen zien. Door internet of televisie zien we al meer dan onze ouders en voorouders. Wat weet jij van de wereld? Praat met elkaar, in een klein groepje, en stel jezelf de vraag wat jij weet over andere landen en andere mensen. Zoek hierbij naar verschillen en overeenkomsten. Waarin verschillen we vooral?
...................................................
Bewegen Kloppen
...................................................
Ga staan en klop met je handen over je hele lichaam Begin beneden bij je onderbenen en
Wat zijn onze overeenkomsten?
ga langzaam naar Boven. Eindig met kloppen op je armen.
......................................................
Wees je helemaal bewust van je lichaam en van het moment
………………….............................
2.2 Mijn familie Iedereen heeft familie. Soms dichtbij, soms ver weg, maar iedereen is geboren uit een vader en een moeder. Van onze familie hebben we veel geërfd. Onze aanleg, ons temperament, maar ook onze kijk op de wereld. Daarnaast nemen we veel over van de mensen uit onze naaste omgeving. Je buren, je familie, je leerkracht op school, vrienden, etc..... Dit heeft allemaal invloed op wat je leuk vindt, wat jij lekker vindt en hoe jij je gedraagt. Ga nu naar het werkblad: Ik en de wereld en maak jouw cirkel van verbinding. Bij wie hoor jij? In uiterlijk zijn we allemaal verschillend, maar we hebben waarschijnlijk grote overeenkomsten met onze familie. Onze afkomst is soms duidelijk te zien, soms minder duidelijk. Van buiten zien we er anders uit, maar van binnen zijn we gelijk. We hebben allemaal een hart, hersenen, longen. We willen ook allemaal dezelfde dingen, liefde, vrede en gelukkig zijn. Daarnaast willen we ook allemaal graag onze talenten ontwikkelen. Talenten en kwaliteiten, zijn voor een deel aanleg en voor een deel beïnvloed door onze omgeving. Wanneer jij aanleg hebt voor muziek, maar je komt nooit in aanraking met een instrument, zul jij niet weten dat je hier goed in bent. Ook is het nodig dat jouw omgeving je stimuleert en ondersteunt om jouw talent te kunnen ontwikkelen.
Wat heb jij geërfd van je familie? In uiterlijk en/of aanleg? ........................................................... ........................................................... ........................................................... ...........................................................
Ontspanningsoefening ♥ ♥ ♥ ♥ ♥ ♥ ♥
Ga rustig zitten op je stoel. Ga met je aandacht naar je buik. Leg je handen op je buik. Voel dat je buik ontspannen is Adem rustig in door je neus en uit door je mond. Geef hierbij je aandacht aan jezelf Bedenk hierbij een bol om je heen, waar geen prikkels doorheen komen.
2.3 Iedereen is anders Iedereen is anders in jouw omgeving. Kijk maar eens om je heen in de klas. Er zijn blonde kinderen, donkere kinderen, kinderen met blauwe ogen, bruine ogen, grote kinderen, kleine kinderen en nog veel meer verschillen. Ook zijn er kinderen die heel hard kunnen rennen of kinderen die goed kunnen leren. Maar ook kinderen die goed zijn in tekenen, een muziekinstrument spelen, samenwerken, zorgzaam zijn, of goed kunnen bouwen. Elk kind heeft wel iets waar hij goed in is. Mocht je nog niet weten waar jij goed in bent, dan mag je dit nog ontdekken. Kijk op volgende pagina naar voorbeelden van kwaliteiten. Omcirkel kwaliteiten die jij herkent bij jezelf. Schrijf hieronder op wat jij goed kunt. ........................................................... ............................................................ ............................................................ Vraag ook aan jouw ouders en/of je vrienden wat zij vinden? ………………………………………… …………………………………………. …………………………………………. jouw kwaliteiten ….
Tijd voor ontspanning ……….
Avontuurlijk beweeglijk
handig
blij
creatief
doorzettingsvermogen enthousiast
intelligent
eerlijk
fel
gevoelig
handig
kalm moedig
ontspannen respectvol
dapper
dromerig
fantasierijk
geduldig
liefdevol
belangstellend
nieuwsgierig
precies rustig
tevreden vriendelijk
prestatiegericht snel
sociaal
trots wijs
zorgeloos
Verzin nog meer kwaliteiten met een klein groepje of met de hele klas.
slim
volgzaam ijverig
Werkblad Ik en de wereld
Bij wie hoor ik?
IK