Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Inhoudsopgave Verantwoording
3
Procedure
4
Overzicht ingediende zienswijzen
5
Zienswijzen ingezetenen
6
Zienswijzen overlegpartijen
10
Ambtshalve wijzigingen
12
Verantwoording groepsrisico
14
Ambtshalve wijzigingen plankaarten
19
Ambtshalve wijzigingen voorschriften
22
Ambtshalve wijzigingen toelichting
25
Erratum
28
Bijlagen
29
Bijlage 7
brief van de Regionale Brandweer Zaanstreek Waterland
30
Bijlage 8
Groepsrisico LPG–tankstation Molenaar te Volendam
31
Bijlage 9
Groepsrisico LPG–tankstation EVODAM te Volendam
32
Bijlage 10
Groepsrisico hoofdtransportleiding Gasunie
33
Bijlage 11
Bezonningsstudie G.A. Brederodestraat 42 t/m 76 Volendam
34
Bijlage 12
Bezonningsstudie Blauwe Baai 9 t/m 14 Volendam
35
versie 1.5/26 maart 2009
2
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Verantwoording Op grond van artikel 23 van de (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) is een ieder in de gemeente de gelegenheid gesteld zowel mondeling als schriftelijk een zienswijze in te dienen naar aanleiding van het ontwerp bestemmingsplan. Tevens is op grond van artikel 10 van het Besluit ruimtelijke ordening 1985 het ontwerp bestemmingsplan ter kennisneming gezonden aan de navolgende instanties: • Gastransport services, district West, Postbus 444 2470 AK WADDINXVEEN • NV Continuon Netbeheer, Postbus 5086 6802 EB ARHEM • Gemeente Purmerend, college van B & W, Postbus 15 1440 AA PURMEREND • Gemeente Zeevang, college van B & W, Postbus 1 1474 ZG OOSTHUIZEN • Stadsregio Amsterdam, Postbus 626, 1000 AP AMSTERDAM • Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Postbus 130 1135 ZK EDAM • Kamer van Koophandel, Noordwest Holland, Postbus 68 1800 AB ALKMAAR • KPN Telecom, Postbus 30000, 2500 GA DEN HAAG • MKB Noordwest Holland, Basisweg 61 1043 AN AMSTERDAM • PWN Waterbedrijf Noord-Holland, Postbus 2113, 1991 AS VELSERBROEK • Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, directie Subsidies, Handhaving en Vergunning, Postbus 3007 2100 DA HAARLEM • VROM inspectie Regio Noord-West, Postbus 1006 2002 BA HAARLEM • Gemeente Waterland, college van B & W, Postbus 1000, 1140 BA MONNICKENDAM • Rijkswaterstaat Noord-Holland, Postbus 3119 2001 DC HAARLEM • IBEV Industrie en Bedrijvengroep Edam-Volendam, Postbus 138, 1135 ZK EDAM • Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland, Postbus 188 1440 AD PURMERND • Regionale Brandweer Zaanstreek Waterland, Postbus 150 1500 ED ZAANDAM
versie 1.5/26 maart 2009
3
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Procedure Met toepassing van artikel 23 WRO jº artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het ontwerp bestemmingsplan van 30 juni 2008 tot en met 11 augustus 2008 ter inzage gelegen. De kennisgeving van deze procedure is op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt door plaatsing in zowel de NIVO als De Stadskrant als mede in de Staatscourant. Deze Nota van zienswijzen & ambtshalve wijzigingen maakt als deel II onderdeel uit van het ontwerpbestemmingsplan, zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld.
versie 1.5/26 maart 2009
4
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Overzicht ingekomen zienswijzen Ingezetenen 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12)
J. Molenaar I. de Boer Fam. Veerman M. Pannekeet–Bond B. van der Gaag e.a. C.N.M. Tuijp F.J.C. Bootsman T. Sier e.a. P.J.M. Karregat J. Schilder D. van Tienhoven e.a J.J. Plat e.a.
Beukenlaan 1 Boezelgracht 102 Boezelgracht 104 Boezelgracht 106 Blauwe Baai 19 Kathammerzeedijk 24 Schoklandstraat 114 Siriusplein 31 Willem Wouterstraat 2 Molenweg 9 G.A. Brederodestraat 70 Heideweg 3
1131 CR VOLENDAM 1132 PL VOLENDAM 1132 PL VOLENDAM 1132 PL VOLENDAM 1132 PR VOLENDAM 1131 CW VOLENDAM 1131 LB VOLENDAM 1131 VP VOLENDAM 1132 XR VOLENDAM 1131 EL VOLENDAM 1132 SR VOLENDAM 1132 DA VOLENDAM
Overlegpartijen 13) 14) 15) 16)
Kamer van Koophandel Noordwest–Holland N.V. Nederlandse Gasunie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Regionale Brandweer Zaanstreek Waterland
versie 1.5/26 maart 2009
5
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Zienswijzen ingezetenen 1.
J. Molenaar, Beukenlaan 1 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 14 augustus 2008 bij de gemeente binnengekomen en gedateerd 11 augustus 2008. Vanwege het ontbreken van een enveloppe met poststempel wordt het erop gehouden dat deze zienswijze tijdig ter post is bezorgd. Samenvatting Reclamant wil zijn woning uitbreiden op de bovenverdieping. Beoordeling Deze woning ligt in een overgangsgebied tussen enerzijds een aantal nieuwbouwwijken dat is ontstaan vanaf de jaren zestig en anderzijds de bebouwing in de oude kom van Volendam. Vanwege de wens om in de toekomst ook bij deze woningen een voldoende functionele indeling en genoeg wooncomfort te kunnen realiseren, is ervoor gekozen om in dit bestemmingsplan bij deze woningen uit te gaan van een maximale goothoogte van 5,5 m in combinatie met een dakhelling van 55º. Aan deze zienswijze kan daarom tegemoet worden gekomen.
2.
I. de Boer, Boezelgracht 102 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 14 juli 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Reclamant merkt op haar bezwaar tegen een mogelijkheid van een dakopbouw op de aanbouw bij aangrenzende percelen te handhaven. Beoordeling Na afweging van alle in het geding zijnde belangen is besloten de raad voor te stellen om ter plaatse geen extra opbouw op de bestaande zijerf bebouwing toe te staan.
3.
Fam. Veerman, Boezelgracht 104 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 28 juli 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Reclamant merkt op zijn bezwaar tegen een mogelijkheid van een dakopbouw op de aanbouw bij aangrenzende percelen te handhaven. Beoordeling Na afweging van alle in het geding zijnde belangen is besloten de raad voor te stellen om ter plaatse geen extra opbouw op de bestaande zijerf bebouwing toe te staan.
versie 1.5/26 maart 2009
6
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
4.
M. Pannekeet–Bond, Boezelgracht 106 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 14 juli 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Reclamant merkt op haar bezwaar tegen een mogelijkheid van een dakopbouw op de aanbouw bij aangrenzende percelen te handhaven. Beoordeling Na afweging van alle in het geding zijnde belangen is besloten de raad voor te stellen om ter plaatse geen extra opbouw op de bestaande zijerf bebouwing toe te staan.
5.
B. van der Gaag e.a., Blauwe Baai 19 te Volendam voor Blauwe Baai 16, 18 en 19
Ontvankelijkheid De zienswijze is 7 augustus 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Reclamant verzoekt nogmaals de mogelijkheid van een dakopbouw op de aanbouw bij genoemde percelen mogelijk te maken. Beoordeling In de toelichting bij onderhavig ontwerpbestemmingsplan is als bijlage 2 de memo “Architectonische- en Stedenbouwkundige eindsituatie, tweede fase Middengebied opgenomen”. Mede onder verwijzing naar deze memo wordt naar aanleiding van onderhavige zienswijze nog het volgende overwogen. Het verzoek om een extra verdieping te mogen realiseren leidt tot een wijziging in de architectuur en de bouwmassa van de zijerf bebouwing. In een eerder stadium is in de voor dit onderdeel van het plangebied geformuleerde beeldkwaliteit bewust ervoor gekozen een dergelijke mogelijkheid van een extra opbouw niet te bieden. Het honoreren van het verzoek heeft daarom precedentwerking in de betekenis, dat het beeldkwaliteitplan niet meer kan worden aangemerkt als een kader voor de eerder ingeroepen en aldus ook vastgestelde architectonische– en stedenbouwkundige eindsituatie. Wanneer er zou worden toegestaan op de verschillende aanbouwen in dit deel van het plangebied een kap te realiseren, dan leidt dat tot een verdere verdichting die zowel architectonisch als stedenbouwkundig onwenselijk is, omdat niet kan worden uitgesloten dat de verschillende bouwblokken uiteindelijk als geheel worden verdicht en de eerder vanwege de gewenste beeldkwaliteit gekozen woningtype(n) teloor gaan. Bewoners van aangrenzende percelen stellen bij de realisering van een dergelijke opbouw in meer of mindere mate in hun woongenot te worden aangetast door ondermeer vermindering van hun uitzicht en afname van bezonning. Met betrekking tot dit laatste is gebleken dat de effecten van een extra opbouw op de zijerf bebouwing op de bezonning zeer beperkt zijn, maar een dergelijk effect ook niet valt uit te sluiten.
versie 1.5/26 maart 2009
7
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
In verband hiermee en na afweging van alle in het geding zijnde belangen is daarom besloten de raad voor te stellen om ter plaatste geen extra opbouw op de zijerf bebouwing toe te staan. Aan deze zienswijze wordt daarom niet tegemoet gekomen.
6.
C.N.M. Tuijp, Kathammerzeedijk 24 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 11 augustus 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Reclamant verzoekt voor zijn perceel een ruimere bouwmogelijkheid dan nu het geval is. Het bouwvlak is te klein en de woning is op dit moment 210 m². Beoordeling Het belangrijkste kenmerk van een vrijstaande woning is de openheid rondom de woning. Om deze openheid te behouden is er zo centraal mogelijk een bouwvlak op de kavel neergelegd. Daaromheen is de bestemming tuin neergelegd teneinde verdere bebouwing oftewel verdichting tegen te gaan. Het perceel van reclamant heeft een Wonen-2 bestemming gekregen met een aanduiding “afwijkend oppervlak”. De reden hiervan is dat de aanwezige oppervlakte aan bebouwing al groter is dan de toegestane 200 m². Deze oppervlakte is het aanvaardbare maximum, tenzij de bestaande bebouwing als groter is. Een verdere vergroting van het bouwvlak is ongewenst. Aan deze zienswijze wordt daarom niet tegemoet gekomen.
7.
F.J.C. Bootsman, Schoklandstraat 114 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 22 juli 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Reclamant wil een stukje grond kopen om een garagebox op te bouwen. In het vigerende bestemmingsplan Volendam III ligt hier namelijk de bestemming garage. Beoordeling Deze garagebox is nooit gerealiseerd. Gelet op het feit dat hier ook een hoofdriool ligt wordt deze grond niet verkocht. Om die reden wordt de bestemming in overeenstemming gebracht met de werkelijke situatie. Aan deze zienswijze wordt daarom niet tegemoet gekomen.
8.
T. Sier e.a., Siriusplein 31 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 11 augustus 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Reclamant maakt bezwaar tegen de voorgenomen (her-)ontwikkeling rond het Siriusplein.
versie 1.5/26 maart 2009
8
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Beoordeling Voor bedoelde plannen is separaat een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO gevoerd en is inmiddels ook al bouwvergunning verleend, waartegen beroep is ingesteld. In het kader van onderhavige bestemmingsplanprocedure zijn conform voornoemde procedures bedoelde ontwikkelingen ingepast. In verband met het feit dat betreffende besluiten inmiddels rechtskracht hebben is een heroverweging in het kader van onderhavig bestemmingsplan niet aan de orde. Aan deze zienswijze wordt daarom niet tegemoet gekomen.
9.
P.J.M. Karregat, Willem Wouterstraat 2 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 12 augustus 2008 bij de gemeente binnengekomen en gedateerd 10 augustus 2008. Nu de ter inzage termijn van dit ontwerpbestemmingsplan liep tot en met 11 augustus 2008 en per gewone post is verstuurd, is het aannemelijk dat deze zienswijze binnen de wettelijke termijn ter post is bezorgd. Samenvatting Reclamant verzoekt opnieuw de bestemming van een groenstrook die direct grenst aan zijn woning een bestemming “Tuin” te geven. Beoordeling In het gemeentelijke beleid ten aanzien van eventueel te verkopen groenstroken wordt een onderscheid wordt gemaakt tussen zgn. “snippergroen” en “groen dat onderdeel uitmaakt van de openbare groenstructuur”. Het betreffende perceel maakt onderdeel uit van het openbaar groen, dat de gemeente als onderdeel van de openbare groenstructuur wenst te behouden. Hierbij is mede in ogenschouw genomen dat zich op bedoelde strook een aantal bomen bevindt dat mede een onderdeel vormt van deze groenstructuur. Echter voor een strook grond direct naast de woning met een breedte van ca. 1,0 m is een uitzondering gemaakt en een bestemming “Tuin” opgenomen, zodat aan deze zienswijze is tegemoet gekomen.
10.
J. Schilder, Molenweg 9 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is gedateerd 22 september, op 24 september 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee te laat ingediend. Beoordeling In verband met feit dat deze zienswijze niet ontvankelijk is blijft die verder buiten behandeling. Ambtshalve kan nog het volgende worden opgemerkt. Vanwege de wens om in de toekomst ook bij deze woningen een voldoende functionele indeling en genoeg wooncomfort te kunnen realiseren, is ervoor gekozen om in dit bestemmingsplan bij deze woningen uit te gaan van een maximale goothoogte van 5,5 m in combinatie met een dakhelling van 55º.
versie 1.5/26 maart 2009
9
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
11.
D. van Tienhoven e.a, G.A. Brederodestraat 70 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 10 juli 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Reclamant verzoekt namens zichzelf en een aantal ander bewoners een extra verdieping op hun patiowoningen te mogen realiseren. Beoordeling In de toelichting bij onderhavig ontwerpbestemmingsplan is als bijlage 2 de memo “Architectonische- en Stedenbouwkundige eindsituatie, tweede fase Middengebied opgenomen”. Mede onder verwijzing naar deze memo wordt naar aanleiding van onderhavige zienswijze nog het volgende overwogen. Er wordt voorop gesteld, dat de patiowoningen vanaf realisatie al een meer dan gemiddelde inhoud hebben (465 m³) en bekend was dat sprake is van een zgn. “eindsituatie”, zodat de thans bestaande wens, hoe redelijk mogelijk ook, op zichzelf geen argument is de extra verdieping toe te staan. Het verzoek om een extra bouwlaag aan de straatzijde te realiseren leidt tot een ingrijpende wijziging in de vormgeving of architectuur van de huidige patiowoningen, een toename in de bouwmassa en een wijziging in het oorspronkelijke straatbeeld. In het beeldkwaliteitplan is voor alle woningen duidelijk het gewenste aantal woonlagen aangegeven en dit verzoek is niet in overeenstemming met de hierin geformuleerde beeldkwaliteit. Het honoreren van het verzoek van de bewoners van de patiowoningen heeft een vergaande precedentwerking in de betekenis dat het beeldkwaliteitplan niet meer kan worden aangemerkt als een kader voor de eerder ingeroepen en aldus ook vastgestelde architectonische en stedenbouwkundige eindsituatie voor dit gebied. Dit betekent dat bij verzoeken tot woninguitbreidingen dit beeldkwaliteitplan en eerder vastgestelde beeldkwaliteitplannen niet meer als een vaststaand referentiekader kunnen dienen, met als gevolg dat dergelijke verzoeken steeds opnieuw en ad hoc zullen moeten worden beoordeeld. Voorts is er voor wat dit aspect betreft sprake van zgn. toelatingsplanologie, het geen betekent dat de realisatie van een uniforme dakopbouw en zonder uitzondering op alle patiowoningen niet afdwingbaar is en daarmee de gewenste eenheid in vormgeving en uitstraling evenmin valt te garanderen. De bewoners van de woningen aan de overzijde van de straat stellen in hun woongenot te worden aangetast door ondermeer een vermindering van hun uitzicht en de mogelijkheid van een afname van hun bezonning. Uit de vanwege de gemeente op dit onderdeel uitgevoerde beoordeling kan het volgende worden afgeleid. “De bezonningsstudie wijst uit dat het optoppen van de woningen aan de G.A. Brederodestraat schaduwhinder veroorzaakt op de openbare ruimte en de tegenoverliggende woningen. s’Zomers beperkt deze hinder zich tot schaduw op een deel van de openbare ruimte (gedeelte rijweg en een gedeelte van de stoepen). In het voor- en najaar is de hinder groter. Dan komen de begane grond en een deel van de verdiepingsgevels ongeveer een uur eerder in de schaduw te liggen. s’Winters is de hinder het grootst.
versie 1.5/26 maart 2009
10
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Dan ondervindt de gehele openbare ruimte schaduwhinder en komen tegenoverliggende gevels en een deel van het dak ruim 2 uur eerder in de schaduw te liggen dan in de huidige situatie. In alle gevallen is er meer schaduwhinder, zowel op de openbare weg, de tegenoverliggende tuinen en tegenoverliggende gevels komen ca. 1 tot 2 uur eerder in de schaduw te liggen.” (einde citaat). Op grond hiervan wordt vastgesteld dat: • de conclusie van CROONEN ADVISEURS WEST tot een ander oordeel leidt dan in de zienswijze van verzoekers met bijbehorende bijlagen is verwoord; • het hiermee (inderdaad) onzeker blijft of de situatie, waarin met een dakopbouw op de patiowoningen wordt ingestemd, niet kan leiden tot planschade. Ten aanzien van dit laatste merken wij op dat hierover –gelijk het voorbehoud van Oranjewoud– eerst een definitief oordeel kan worden gegeven op basis van concrete verzoeken door een onafhankelijke planschadeadviseur. In verband hiermee en na afweging van alle in het geding zijnde belangen is daarom besloten de raad voor te stellen om ter plaatste geen extra verdieping op de patiowoningen toe te staan. Aan deze zienswijze wordt daarom niet tegemoet gekomen.
12.
J.J. Plat e.a., Heideweg 3 te Volendam
Ontvankelijkheid De zienswijze is 6 oktober 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee te laat ingediend. Beoordeling In verband met feit dat deze zienswijze niet ontvankelijk is blijft die verder buiten behandeling. Voor zover in deze brief zaken aan de orde worden gesteld die betrekking hebben op de APV, is deze brief in handen gesteld van de betreffende vakafdeling.
versie 1.5/26 maart 2009
11
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Zienswijzen van overlegpartijen 13.
Kamer van Koophandel Noordwest–Holland
Ontvankelijkheid De zienswijze is 11 juli 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Men ziet geen aanleiding inhoudelijk te reageren. Beoordeling Betreffende reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
14.
N.V. Nederlandse Gasunie
Ontvankelijkheid De zienswijze is 14 juli 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee ontvankelijk. Samenvatting Men verzoekt om de toelichting waarin sprake is van een zakelijke rechtstrook van 4 meter ter weerszijde van de hartleiding van de leidingen en de plankaart met elkaar in overeenstemming te brengen. Beoordeling Aan dit verzoek zal gevolg worden gegeven.
15.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Ontvankelijkheid De zienswijze is gedateerd 15 augustus, op 19 augustus 2008 bij de gemeente binnengekomen en daarmee te laat ingediend. Beoordeling In verband met feit dat deze zienswijze niet ontvankelijk is blijft die verder buiten behandeling. Voor de verschillende aanpassingen in de plankaart en voorschriften wordt verwezen naar de ambtshalve wijzigingen.
16.
Regionale Brandweer Zaanstreek Waterland
Ontvankelijkheid De zienswijze is 13 augustus 2008 bij de gemeente binnengekomen en gedateerd 8 augustus 2008. Vanwege het ontbreken van een enveloppe met poststempel wordt het erop gehouden dat deze zienswijze tijdig ter post is bezorgd.
versie 1.5/26 maart 2009
12
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Samenvatting De wettelijke adviseur verzoekt het bestemmingsplan niet eerder vast te stellen, dan nadat het “groepsrisico” voldoende is verantwoord. Beoordeling Naar aanleiding van de ingebrachte zienswijze heeft er op 12 september 2008 en 14 november 2008 overleg plaatsgevonden tussen een delegatie van de RBZW en vertegenwoordigers van de gemeente. Hierbij is afgesproken, dat door de RBZW een nader advies wordt uitgebracht, dat meer specifiek ingaat op de veiligheidsrisico’s van beide LPG–tankstations. Dit advies is bij brief van 18 december 2008 ontvangen. Afgesproken is verder dat dit advies wordt betrokken bij de verantwoording van het groepsrisico, zoals is bedoeld in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Aan de ingebrachte zienswijze is tegemoet gekomen door het groepsrisico (GR) van beide LPG–tankstations hierna te verantwoorden.
versie 1.5/26 maart 2009
13
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Verantwoording groepsrisico Algemeen In hoofdstuk 5 van de toelichting onder paragraaf 5.5 “Externe veiligheid” is ingegaan op dit onderwerp. Met onderstaande tekst wordt het groepsrisico alsnog nader en integraal verantwoord. Deze tekst is een aanvulling op datgene wat over dit onderwerp op pagina 35 e.v. van de toelichting behorende bij het bestemmingsplan Nieuw Volendam is opgenomen. Het groepsrisico (GR) is een maat om de kans weer te geven dat een incident met dodelijke slachtoffers voorkomt. De verantwoordingsplicht is verankerd in het “Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: BEVI)”. Op grond van artikel 13 BEVI dient het bevoegde gezag ondermeer bij vaststelling in de toelichting van het bestemmingsplan als onderdeel van de verantwoordingsplicht te vermelden: • het aantal personen in het invloedsgebied; • het groepsrisico; • de mogelijkheden tot risicovermindering; • de alternatieven; • de mogelijkheden om de omvang van de ramp te beperken; • de mogelijkheden tot zelfredzaamheid Bij de uitwerking van deze zgn. “verantwoordingsplicht groepsrisico” is gebruik gemaakt van de “Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico” versie 1.0 (november 2007) en de provinciale nota “Toetsingkader groepsrisico bij ruimtelijke ontwikkelingen voor gemeente en provincie” (oktober 2005). Afbakening Onderhavig bestemmingsplan is bovenal een consoliderend bestemmingsplan, waarin fysiek geen wijzigingen optreden: zowel de bron als de omgeving blijft onveranderd aanwezig. Het voorgenomen vaststellingsbesluit vloeit voort uit feit dat met onderhavig bestemmingsplan het vigerende planlogische regime wordt geactualiseerd. In een dergelijk geval verandert de situatie niet, maar dient de hoogte van het groepsrisico te worden gemotiveerd. In het onderhavige geval is sprake van: • een bestaande situatie ter zake van 2 afzonderlijke LPG tankstations, ieder met een jaarlijkse doorzet die in de Wm–vergunning is vastgelegd op minder dan 1.000 m³; • een bestaande situatie die betrekking heeft op een hoofdtransportleiding van de Gasunie; • de situatie dat binnen de invloedsfeer van de risicocontour van zowel beide LPG– tankstations als de gastransportleiding geen nieuwe, grootschalige ontwikkelingen mogen plaatsvinden. Hierna zal per risicovolle activiteit of inrichting conform het bepaalde in artikel 13 BEVI de relevante aspecten en aandachtspunten het groepsrisico worden verantwoord en gemotiveerd.
versie 1.5/26 maart 2009
14
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Verantwoording groepsrisico LPG–tankstation Molenaar Door de Adviesgroep AVIV BV te Enschede is het groepsrisico van deze inrichting beoordeeld. Het betreffende rapport maakt als bijlage 8 onderdeel uit van deze toelichting. Aantal personen invloedsgebied
Voor dit gegeven wordt kortheidshalve verwezen naar de pagina’s 7, 8 en 9 van het rapport van AVIV. Groepsrisico (GR) en plaatsgebonden risico (PR)
Uit de rekenresultaten voor de situatie dat de LPG–tankwagen is voorzien van een hittewerende coating blijkt dat het GR zowel voor de dag- als de avondsituatie onder de oriëntatiewaarde blijft. Voorts wordt voldaan aan de afstanden die conform het REVI gelden voor het PR. Mogelijkheden tot risicovermindering
Bij dit aspect gaat om de mogelijkheid om binnen de bedrijfsvoering zodanige aanpassingen door te voeren, dat de risico’s op een ongeval worden gereduceerd. In dit verband is in feite sprake van 2 mogelijkheden: • beperking van de hoeveelheden LPG die worden doorgezet; • aanpassing in de tijden van bevoorrading. De maximale, jaarlijkse doorzet is in het recente verleden beperkt tot kleiner dan 1.000 m³. Wanneer voorts rekening wordt gehouden met de landelijke afspraken om aanvullende maatregelen te treffen door het aanbrengen van een hittewerende coating in relatie tot het effect op het groepsrisico, worden zowel een verdere beperking van de doorzet als een aanpassing in de tijden van bevoorrading niet noodzakelijk geoordeeld. Alternatieven
Dit zijn de mogelijkheden buiten de bedrijfsvoering om de kans op een ongeval te verminderen of geheel weg te nemen. In feite geldt in dit verband maar 1 oplossing en dat is de amovering of verplaatsing van onderhavig verkooppunt. Wanneer rekening wordt gehouden met feit dat sprake is van een planologisch al jaren bestaande situatie, een consoliderend bestemmingsplan en de afspraken binnen het zgn. LPG–convenant in ogenschouw worden genomen, dan wordt een dergelijke oplossing op dit moment als niet haalbaar aangemerkt. Mogelijkheden om de omvang van de ramp te beperken
Bij dit aspect is sprake van een tweetal mogelijkheden: • het niet toestaan van de vestiging van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten; • het dwingend voorschrijven van de bevoorrading in de dagperiode. Zowel vanwege het consoliderende karakter van onderhavig bestemmingsplan als de opgenomen bestemmingen met bijbehorende regels (planvoorschriften) is voldoende afgeregeld, dat geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten binnen de invloedsfeer van deze risicobron kunnen worden gevestigd.
versie 1.5/26 maart 2009
15
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Uit een oogpunt van de mogelijkheid van concurrentievervalsing en hetgeen op landelijk niveau is afgesproken, is het stellen van venstertijden voor het laden en lossen niet noodzakelijk gevonden. Hierbij wordt nog opgemerkt dat het tankstation Molenaar niet in het weekend wordt bevoorraad. Mogelijkheden tot zelfredzaamheid en hulpverlening
Bij dit aspect wordt een onderscheid gemaakt naar: • situaties, waarin de zelfredzaamheid als gevolg van de categorieën van gebruikers ontbreekt of minimaal is en daarom op voorhand en in het kader van deze verantwoordingsplicht direct en expliciet aandacht behoeven; • situaties, waarin de zelfredzaamheid en hulpverlening op zichzelf op een adequaat niveau zijn, maar in het kader van de reguliere samenwerking tussen gemeente, brandweer en andere hulpdiensten permanent aandacht moeten krijgen. Binnen het invloedsgebied waarbinnen het groepsrisico dient te worden verantwoord bevinden zich geen scholen, bejaardentehuizen of andere instellingen, dan wel voorzieningen, waarin zich grote groepen personen bevinden (zoals kinderen, bejaarden, zieken of gehandicapten) die niet of verminderd zelfredzaam zijn. Hierbij is eerder opgemerkt het tankstation Molenaar niet in het weekend wordt bevoorraad. Op grond van deze conclusie wordt geconcludeerd dat het groepsrisico voor wat betreft het aspect “zelfredzaamheid en hulpverlening” in het kader van de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan voldoende is verantwoord. Verantwoording groepsrisico LPG–tankstation EVODAM Door de Adviesgroep AVIV BV te Enschede is ook het groepsrisico van deze inrichting beoordeeld. Het betreffende rapport maakt als bijlage 9 onderdeel uit van de toelichting. Aantal personen invloedsgebied
Voor dit gegeven wordt kortheidshalve verwezen naar de pagina’s 7, 8 en 9 van het rapport van AVIV. Groepsrisico (GR) en plaatsgebonden risico (PR)
Uit de rekenresultaten voor de situatie dat de LPG–tankwagen is voorzien van een hittewerende coating blijkt dat het GR zowel voor de dag- als de avondsituatie onder de oriëntatiewaarde blijft. Naast het GR is voor dit tankstation ook een nadere beschouwing van het plaatsgebonden risico (PR) relevant. Bij de bepaling of wordt voldaan aan het PR is in dit verband relevant dat: • de afstand van het kwetsbare object De Deimpt 7 ten opzichte van het vulpunt groter is dan 45 m, waarmee wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarde 10-6 per jaar volgens tabel 1 van het REVI; • de afstand van het beperkt kwetsbare object C. van Abkoudestraat 1 ten opzichte van het vulpunt kleiner dan 45 m en dus niet wordt voldaan aan de afstandeis voor een nieuwe situatie, maar wel wordt voldaan aan de vereiste afstand voor een bestaande situatie in tabel 2 van het REVI van 25 m, waarbij wordt uitgegaan van de grenswaarde 10-5 per jaar.
versie 1.5/26 maart 2009
16
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Bij de actualisatie van een bestemmingsplan dient onderhavige situatie in eerste instantie te worden beoordeeld als een nieuwe situatie, waaraan in dit geval niet wordt voldaan zodat formeel sprake is van een saneringsituatie. In het LPG–convenant is afgesproken dat vóór 1 januari 2010 de LPG–tankwagens van een hittewerende coating en verbeterde vulslangen zullen zijn voorzien. Volgens het landelijke beleid mag in dit soort situaties en bij conserverende bestemmingsplannen worden geanticipeerd op de nieuwe (kleinere) afstanden voor het PR (volgens tabel 2a van het REVI). Voor dit geval wordt voldaan aan de minimaal vereiste afstand van 35 meter tussen de kwetsbare bestemming en het vulpunt bij een jaarlijkse doorzet van minder dan 1.000 m³, zodat een saneringsituatie ongewenst is en conform het landelijke beleid op de verkorte afstand is geanticipeerd. Mogelijkheden tot risicovermindering
Bij dit aspect gaat om de mogelijkheid om binnen de bedrijfsvoering zodanige aanpassingen door te voeren, dat de risico’s op een ongeval worden gereduceerd. In dit verband is in feite sprake van 2 mogelijkheden: • beperking van de hoeveelheden LPG die worden doorgezet; • aanpassing in de tijden van bevoorrading. De maximale, jaarlijkse doorzet is in het recente verleden beperkt tot kleiner dan 1.000 m³. Wanneer voorts rekening wordt gehouden met de landelijke afspraken om aanvullende maatregelen te treffen door het aanbrengen van een hittewerende coating in relatie tot het effect op het groepsrisico, worden zowel een verdere beperking van de doorzet als een aanpassing in de tijden van bevoorrading niet noodzakelijk geoordeeld. Alternatieven
Dit zijn de mogelijkheden buiten de bedrijfsvoering om de kans op een ongeval te verminderen of geheel weg te nemen. Een mogelijkheid hierbij is de amovering of verplaatsing van onderhavig verkooppunt. Wanneer rekening wordt gehouden met feit dat sprake is van een planologisch al jaren bestaande situatie, een consoliderend bestemmingsplan en de afspraken binnen het zgn. LPG– convenant in ogenschouw worden genomen, dan wordt een dergelijke oplossing op dit moment als niet haalbaar aangemerkt. Een andere mogelijkheid die wordt geadviseerd, is te bepalen dat de percelen C. van Abkoudestraat 1 en de Deimpt 7 uitsluitend als een “beperkt kwetsbaar object” zijn aan te merken. Beoogd wordt te voorkomen dat hier op een latere tijdsstip alsnog een bedrijfsfunctie mogelijk wordt (bijvoorbeeld een kinderdagverblijf) die moet worden aangemerkt als “kwetsbaar object”. In verband hiermee wordt door de RBZW geadviseerd de bestemming voor het perceel Deimpt 7 alsnog te wijzigen in een bestemming “kantoor”. Zoals hiervoor reeds is uiteengezet wordt bij deze inrichting zowel voldaan aan het GR als PR. De maatgevende afstand tussen het vulpunt en deze bedoelde kwetsbare bestemming is groter dan 45 m, zodat wordt voldaan aan noodzakelijke, minimale afstand om te voldoen aan de grenswaarde 10-6 per jaar. De voorgestelde aanpassing door de RBZW in de bestemming is dan ook niet noodzakelijk en gehonoreerd.
versie 1.5/26 maart 2009
17
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Mogelijkheden om de omvang van de ramp te beperken
Bij dit aspect is sprake van een tweetal mogelijkheden: • het niet toestaan van de vestiging van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten; • het dwingend voorschrijven van het lossen van de LPG–tankwagen in de dagperiode. Zowel vanwege het consoliderende karakter van onderhavig bestemmingsplan als de opgenomen bestemmingen met bijbehorende regels (planvoorschriften) is voldoende afgeregeld, dat de vestiging van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten binnen de invloedsfeer deze risicobron niet mogelijk is. Uit een oogpunt van de mogelijkheid van concurrentievervalsing en hetgeen op landelijk niveau is afgesproken, is het stellen van venstertijden voor het laden en lossen niet noodzakelijk gevonden. Mogelijkheden tot zelfredzaamheid en hulpverlening
Bij dit aspect wordt een onderscheid gemaakt naar: • situaties, waarin de zelfredzaamheid als gevolg van de categorieën van gebruikers ontbreekt of minimaal is en daarom op voorhand en in het kader van deze verantwoordingsplicht direct en expliciet aandacht behoeven; • situaties, waarin de zelfredzaamheid en hulpverlening op zichzelf op een adequaat niveau zijn, maar in het kader van de reguliere samenwerking tussen gemeente, brandweer en andere hulpdiensten permanent aandacht moeten krijgen. Binnen het invloedsgebied waarbinnen het groepsrisico dient te worden verantwoord bevinden zich geen scholen, bejaardentehuizen of andere instellingen, dan wel voorzieningen, waar zich grote groepen personen bevinden (zoals kinderen, bejaarden, zieken of gehandicapten) die niet of verminderd zelfredzaam zijn. Op grond van deze conclusie wordt geconcludeerd dat het groepsrisico voor wat betreft het aspect “zelfredzaamheid en hulpverlening” in het kader van de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan voldoende is verantwoord. Verantwoording groepsrisico hoofdtransportleiding Gasunie In de kader van de verantwoording van het GR van de gastransportleidingen binnen het plangebied is de Gasunie gevraagd hiervoor een berekening uit te voeren. In de memo van 2 februari 2009 (kenmerk DEI 2009.M.0130) zijn hiervan de resultaten opgenomen, welke berekening als bijlage 10 onderdeel uitmaakt van deze nota. Uit de berekening blijkt hoe de zgn. FN–curve (overschrijdingsfactor) zich verhoudt ten opzichte van de oriëntatiewaarde (OW). Is de zgn. overschrijdingsfactor gelijk aan 1, dan wordt de oriëntatiewaarde van het groepsrisico benaderd, is dit getal groter dan 1, dan wordt het OW overschreden en bij een waarde kleiner dan 1, dan ligt het GR onder de oriëntatiewaarde. Voor dit geval bedraagt de overschrijdingsfactor 0,02 zodat hieruit blijkt dat het groepsrisico ver onder de oriëntatiewaarde ligt.
versie 1.5/26 maart 2009
18
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Ambtshalve wijzigingen plankaarten Plankaart 1 -
De rioolwaterpersleiding is als dubbelbestemming opgenomen.
Plankaart 2 -
Ten behoeve van Botter 12 is het bouwvlak vergroot tot drie meter vanaf de rechter zijdelingse perceelsgrens. Bij besluit van 29 september 2006 is er bouwvergunning verleend voor het uitbreiden van de woning tot 3 m vanaf de rechter zijdelingse perceelsgrens. Abusievelijk is in het verleden medewerking verleend aan dit bouwplan, zodat het in strijd is met het huidige uitwerkingsplan. Onderhavig bouwplan dient aangemerkt te worden als een “incident ” of wel een situatie waaraan door derden verder geen rechten aan kunnen worden ontleend.
-
Bij de percelen Jan Platstraat 9–11 is de bestemming T1 gewijzigd in T3 en W1 gewijzigd in W3. Het gaat hier om zgn. tuingerichte woningen.
-
Bij de C. van Abkoudestraat is het wegprofiel aangepast in verband met de aangelegde rotonde e.d.
-
Bij winkelcentrum de Stient is een het bouwvlak vergroot voor het te realiseren trappenhuis conform de verleende bouwvergunning. Bij deze locatie is tevens een mogelijkheid tot “overbouwing” opgenomen in de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied”, teneinde de overbouwing van de 37 appartementen op te nemen, conform de verleende bouwvergunning.
-
Boeijer 26 heeft een bouwstrook van 4.50 m gekregen conform de verleende bouwvergunning. Het bouwvlak is tevens vergroot i.v.m. een liftopbouw van 2 x 3,50 en 5,50 m hoog. Gelet op de bijzondere omstandigheden (WVG) is hieraan medewerking verleend.
-
Bij het perceel Abbert 7 is het bouwvlak van de lift verplaatst naar links conform de werkelijke situatie.
Plankaart 3 -
Zowel een polderwaterkering als de rioolwaterpersleiding zijn als dubbelbestemming opgenomen.
-
Bij de Karteling 28 is het bouwvlak vergroot i.v.m. een liftopbouw 2 x 3,80 en 5,50 m hoog. In verband met de bijzondere omstandigheden (WVG) is hieraan medewerking verleend.
-
Bij de appartementen aan het Siriusplein zijn de omgevingswerken aangepast conform de verleende bouwvergunning.
versie 1.5/26 maart 2009
19
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Plankaart 4 -
De rioolwaterpersleiding is als dubbelbestemming opgenomen.
-
Het bouwvlak van de romneyloods achter het stadion bij de Pegasusstraat is verwijderd. Deze loods zal verdwijnen in verband met het aanbrengen van een parkeerplaats.
-
Het Stadion zelf heeft een evenementen aanduiding gekregen.
-
Ook de sporthal de Opperdam heeft een evenementen aanduiding gekregen.
-
De woningen aan de Julianaweg (oneven 11 t/m 45) en Sportlaan hebben een maximale goothoogte en dakhelling aanduiding gekregen.
Plankaart 5 -
Het stukje openbaar groen aan de Populierenlaan en het Boelenspark hebben een evenementen aanduiding gekregen in verband met de kermis en andere evenementen.
-
Conform het verzoek van het hoogheemraadschap is de bestaande polderkering met de daartoe geëigende dubbelbestemming opgenomen
-
De woningen aan de Begoniastraat, Julianaweg (oneven 73 t/m 91 en 99 t/m 127), Molenweg, Meergracht, Meerstraat, Edammerweg, Schoolstraat, Iepenlaan, Populierenlaan en Beukenlaan hebben een maximale goothoogte en dakhelling aanduiding gekregen.
Plankaart 6 -
Bij de volgende adressen is de bestemming T1 gewijzigd in de tuinbestemming T5. * Gravelandstraat 1 t/m 4 (doorlopend), 16 t/m 19 (doorlopend), 20 t/m 23 (doorlopend), 36 t/m 39 (doorlopend), 62 t/m 65 (doorlopend), 78 t/m 85 (doorlopend) en 97 t/m 100 (doorlopend); * Schoklandstraat 8 t/m 11 (doorlopend), 23 t/m 30 (doorlopend), 43 t/m 46 (doorlopend), 69 t/m 72 (doorlopend), 85 t/m 92 (doorlopend) en 104 t/m 107 (doorlopend); * Reigerstraat 6 t/m 9 (doorlopend), 25 t/m 32 (doorlopend), 49 t/m 52 (doorlopend); * Torenvalkstraat 51 t/m 54 (doorlopend), 21 t/m 28 (doorlopend) en 1 t/m 4 (doorlopend); * Narcissenstraat 46 t/m 72 (even). Bij deze woningen loopt het hoofdriool direct langs de voorgevel, zodat de bouw van een erker ter plaatse niet mogelijk is. Daarom is er voor gekozen om daar een bestemming T5 neer te leggen. Bebouwing is dan niet toegestaan met uitzondering van een erfafscheiding van 1 m hoog.
-
Ten behoeve van Papaverstraat 22 t/m 28 is de bouwhoogte aangepast van 9 meter naar 10 meter conform het huidige bestemmingsplan.
versie 1.5/26 maart 2009
20
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
-
Aan de Edisonstraat is een bouwvlak opgenomen ten behoeve van het geplaatste KPNgebouw.
-
Ter hoogte van de Papaverstraat/Burgemeester van Baarstraat is de plangrens aangepast, zodat deze aansluit bij de plangrens van de oude kom Volendam.
-
Conform het verzoek van het hoogheemraadschap is de bestaande polderkering met de daartoe geëigende dubbelbestemming opgenomen.
Plankaart 7 -
Ter hoogte van het Middengebied is de plangrens aangepast in verband met de toekomstige 3de ontsluitingsweg.
Plankaart 8 -
Bij de G.A. Brederodestraat 75 is het bouwvlak vergroot in verband met de geplaatste liftopbouw. In verband met bijzondere omstandigheden (WVG) is hieraan medewerking verleend.
-
De sporthal de Seinpaal aan de Harlingenlaan heeft een evenementen aanduiding gekregen.
-
Bij de volkstuinen is een bouwvlak neergelegd voor een te plaatsen loods.
versie 1.5/26 maart 2009
21
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Ambtshalve wijzigingen voorschriften Artikel 1 Begripsbepalingen -
Onder artikel 1.34 is het begrip “overbouwing” opgenomen.
Artikel 2 Wijze van meten -
Bij artikel 2.3 is een “zinken afdekking van een erker” toegevoegd aan de lijst van ondergeschikte bouwonderdelen.
Artikel 13 Sport -
Bij artikel 13.1 is een letter b toegevoegd: ter plaatse van de aanduiding “evenementen”; tevens voor evenementen. Dit lid is toegevoegd in verband met de geplaatste evenementen aanduiding bij sporthal de Seinpaal en sporthal de Opperdam.
Artikel 14 Sport–Stadion -
Bij artikel 14.1 is onder e toegevoegd: ter plaatse van de aanduiding “evenementen”; tevens voor evenementen. Dit lid is toegevoegd in verband met de opgenomen evenementen aanduiding bij het Sport–Stadion.
Artikel 15 Tuin-1 -
-
Bij artikel 15.2.2, onder b is “oorspronkelijke” toegevoegd voor voorgevel van het hoofdgebouw. Bij artikel 15.2.2, onder f is de toegestane goothoogte gewijzigd in bouwhoogte, zodat er geen kapjes op een standaarderker kunnen worden gebouwd. Bij artikel 15.2.2, is letter h toegevoegd: “In afwijking van het bepaalde onder letter f zijn in aansluiting op de onder letter g bedoelde aan- en uitbouwen ter hoogte van de voordeur, aan- en uitbouwen toegestaan met een goothoogte van 3 m en een dakhelling van 40 graden. Nu er binnen het plangebied van Nieuw–Volendam een aantal woningen aanwezig is met een uitbouw aan de voorgevel (klompenhuisje), is dit lid toegevoegd, zodat bij deze woningen eventueel een erker in dezelfde stijl als het “klompenhuisje” (bij-)gebouwd kan worden. Bij artikel 15.2.3, onder b, sub 4 is voor luifels de terminologie goothoogte ook aangepast naar bouwhoogte.
Artikel 16 Tuin-2 -
Bij artikel 16.2.2, letter f en artikel 16.2.3, onder a, sub 5 is de dakhelling van aan- en uitbouwen en luifels van 30 graden gewijzigd naar 40 graden conform de werkelijke situatie.
versie 1.5/26 maart 2009
22
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Artikel 17 Tuin-3 -
Bij artikel 17.2.2, onder letter g is de dakhelling van aan- en uitbouwen van 30 graden gewijzigd naar 40 graden conform de werkelijke situatie.
Artikel 21 Verkeer -
Onder 21.3 is bij de voorbeelden van evenement tevens het woord “kermis” toegevoegd.
Artikel 22 Verkeer–Verblijfsgebied -
In artikel 22.1 is toegevoegd: ter plaatse van de aanduiding “overbouwing”; tevens voor overbouwingen. -
In artikel 22.2 (bouwvoorschriften) is onder letter “g” een regeling toegevoegd, waarmee is beoogd te regelen dat bij de 37 te realiseren appartementen sprake kan zijn van een overbouwing.
Artikel 24 Wonen-1 -
-
-
-
-
Bij artikel 24.2.3, onder b is toegevoegd: “met dien verstande dat de aan- en uitbouw 1 m vanaf de oorspronkelijke voorgevel wordt gebouwd.” Op deze manier ontstaat er zowel technisch als welstandelijk een betere aansluiting van de aanbouw met het hoofdgebouw. Om vervolgens de bouw van een standaard hoek–erker wel weer mogelijk te maken is in artikel 24.2.3 het bepaalde onder letter d toegevoegd; In artikel 24.2.3 onder d is opgenomen: “in plaats van de aan/ en uitbouw conform het bepaalde onder letter b mag een aan- en uitbouw met een breedte van 1 m en een bouwhoogte van 3 m, aansluiten aan de aan- en uitbouw van de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat de diepte van de aan- en uitbouw aan de zijgevel ten hoogste 50% van de diepte van de oorspronkelijke zijgevel van het hoofdgebouw bedraagt, gemeten tussen de voor- en achtergevel van het hoofdgebouw.” Bij artikel 24.2.3 zijn de letters “e” en “f” toegevoegd, zodat er dakkapellen op een aanbouw aan de zijgevel kunnen worden gebouwd. In artikel 24.2.3, onder e is verder bepaald: “in afwijking van het bepaalde onder letter d zijn dakkapellen op het voor–dakvlak toegestaan, met dien verstande dat de breedte van de dakkapel ten hoogste 50% van het dakvlak mag bedragen en tenminste 0,5 m uit de zijkant van het dakvlak dient te blijven.” De redactie van artikel 24.2.3, onder letter f luidt daarbij: “in afwijking van het bepaalde onder letter d zijn dakkapellen op het achter–dakvlak toegestaan , met dien verstande dat de dakkapellen ten minste 0,5 m uit de zijkant van het dakvlak dienen te blijven.” Bij artikel 24.2.4 is nog een letter g is toegevoegd: mits de “gezamenlijke” breedte ten hoogste 3 m bedraagt. Het woord “gezamenlijke” is opgenomen om te verkomen dat er twee of drie aanbouwen op een achtererf gebouwd worden met ieder een breedte van 3 m.
versie 1.5/26 maart 2009
23
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Artikel 26 Wonen-3 -
Bij artikel 26.2.3 zijn de letters “d” en “e” toegevoegd, zodat er dakkapellen op een aanbouw aan de zijgevel gebouwd kunnen worden.
-
Artikel 26.2.3 letter d: “in afwijking van het bepaalde onder letter c zijn dakkapellen op het voor–dakvlak toegestaan, met dien verstande dat de breedte van de dakkapel ten hoogste 50% van het dakvlak mag bedragen en tenminste 0,5 m uit de zijkant van het dakvlak dient te blijven.” Artikel 26.2.3 letter e: “in afwijking van het bepaalde onder letter c zijn dakkapellen op het achter–dakvlak toegestaan, met dien verstande dat de dakkapellen ten minste 0,5 m uit de zijkant van het dakvlak dienen te blijven.” Artikel 26.2.4 letter “i” is komen te vervallen, omdat deze bouwmogelijkheid alleen van toepassing is bij straatgerichte hoekwoningen binnen de bestemming Wonen-1. Bij artikel 26.2.5 lid e is de dakhelling gewijzigd van 30 graden naar 40 graden, conform de werkelijke situatie.
-
Artikel 30 (Leiding–riool) en artikel 31 (Waterkering) -
Er is ambtshalve en bij wijze van dubbelbestemming een artikel 30 “Leiding–riool” toegevoegd aan de voorschriften. Er is ambtshalve en rekeninghoudend met het gestelde in de zienswijze van het hoogheemraadschap ten behoeve van een binnen het plangebied aanwezige waterkering een artikel 31 “Waterkering” aan de voorschriften toegevoegd. Als gevolg hiervan heeft er verder een vernummering plaatsgevonden.
Artikel 36 Algemene vrijstellingsbepalingen -
Er is toegevoegd het bepaalde onder d: “de bouw van een personenlift bij woonbestemmingen tot een maximale bouwhoogte van 6 m.” Het bepaalde is toegevoegd om bij bijzondere situaties medewerking te kunnen verlenen aan een liftopbouw.
Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten -
Onder 2a is voor de zalenverhuur in/bij het Sport–stadion conform de feitelijke situatie geen maximum oppervlakte meer aangegeven.
versie 1.5/26 maart 2009
24
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Ambtshalve wijzigingen toelichting Algemeen Waar de (deel–)plankaart en voorschriften op onderdelen zijn aangepast is hiervoor in deze nota toegelicht wat hiervan de achtergrond is en/of welke overwegingen hieraan ten grondslag liggen. Verder is in de toelichting zelf de redactie op een aantal onderdelen gewijzigd, die vanwege de overzichtelijkheid kort hierna worden aangestipt. Verder is onderhavige toelichting op verschillende onderdelen redactioneel aangevuld en/of uitgebreid, van welke aanpassingen omwille van het overzicht hierna eveneens melding wordt gemaakt. In dit laatste geval dienen de oorspronkelijke toelichting en de in deze nota van ambtshalve wijzigingen op genomen aanvullingen naast elkaar en in hun onderlinge samenhang te worden geraadpleegd en beschouwd. Pagina 5 De begrenzing van het plangebied aan de noordzijde is iets aangepast. Pagina 6 In figuur 1 is de plangrens aangepast ter hoogte van het Middengebied in verband met de toekomstige 3de ontsluiting. Pagina 10 In figuur 2 is de plangrens aangepast ter hoogte van het Middengebied in verband met de toekomstige 3de ontsluitingsweg. Pagina 18 In dit deel van de toelichting wordt de achtergrond toegelicht van de aparte regeling die is opgenomen voor de bouw van dakkapellen op aan– en uitbouwen. Pagina 19 Op pagina 19 van de toelichting is nader ingegaan op de bestemming Wonen-1. In de regeling van de bouwvoorschriften is in artikel 24.2.2 ondermeer bepaald, dat de goot- en bouwhoogte, alsmede de diepte en breedte van de hoofdgebouwen bedragen ten hoogste de bestaande maten, tenzij op de plankaart anders is vermeld. Bij de woningen aan respectievelijk de Sportlaan, Schoolstraat, Beukenlaan, Populierenlaan, Iepenlaan, Wilgenlaan, Edammerweg, Molenweg, Meerstraat, Meergracht, Begoniastraat en de Julianaweg, voor zover laatst genoemde weg onderdeel uitmaakt van het plangebied van dit bestemmingsplan, zijn voor de goothoogte en de dakhelling de specifieke aanduidingen op de plankaart bepalend. Onderhavige woningen in deze straten liggen in een soort overgangsgebied tussen enerzijds het gebied van de oude kom van Volendam richting Dijk en anderzijds de gebieden die met elkaar de verschillende nieuwbouwwijken markeren.
versie 1.5/26 maart 2009
25
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Vanwege de wens om in de toekomst ook bij deze woningen een voldoende functionele indeling en genoeg wooncomfort te kunnen realiseren, is ervoor gekozen om in dit bestemmingsplan bij deze woningen uit te gaan van een maximale goothoogte van 5,5 m in combinatie met een dakhelling van 55º. In het vigerende planologische regime is op dit moment ook al sprake van een toelaatbare goothoogte voor deze woningen, die varieert tussen de 5 en 6 m. Bij de woningen in de oude kom, waarvan de woningen aan de even zijde van de Julianaweg eveneens onderdeel uitmaken, prevaleert de kleinschaligheid, wat een lagere goot- en nokhoogte billijkt. De uitgangspunten voor dit gebied zijn opgenomen in het onlangs voor de oude kom van Volendam vastgestelde Beeldkwaliteitplan, dat als onderligger zal worden gebruikt voor het zijner tijd voor dit gebied het vast te stellen bestemmingsplan. Pagina 19 In de toelichting behorende bij Tuin-1 is het woord maximale “goothoogte” gewijzigd in maximale “bouwhoogte”. Pagina 20 Onder het kopje “Zijerf” wordt een toelichting gegeven op de bouwhoogte van aan- en uitbouwen op respectievelijk de bestemming Wonen-1 en Tuin-1. Pagina 21 De onder het kopje “Achtererf” vermelde dakhelling is van 30º gewijzigd in 40º. Pagina 25 Op deze pagina van de toelichting is aangegeven dat zowel het Boelenspark als een stukje van het openbaar groen aan de Populierenlaan (mede) zijn bestemd voor evenementen, voor zover passend binnen het gemeentelijke evenementenbeleid. Pagina 26 Ook bij de bestemmingen “Sport” en “Sportstadion” is een evenementenaanduiding op de plankaart opgenomen. Pagina 34 Onder het kopje LPG–tankstations is nogmaals vermeld, dat bij deze tankstations sprake is van een doorzet van minder dan 1.000 m³ per jaar. Pagina 42 Hier wordt een verwijzing gemaakt naar de polderwaterkering die zich binnen het plangebied bevindt.
versie 1.5/26 maart 2009
26
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Pagina 46 Het hoofdstuk 7 van de toelichting is aangevuld met de onderwerpen “ Zienswijzen” en “Ambtshalve wijzigingen”. Pagina 56 Conform de bestaande, feitelijke situatie is het opgenomen maximum van de 120 m² vloeroppervlak voor de aan de sportactiviteiten gerelateerde zalenverhuur bij het Sport– stadion komen te vervallen.
Aldus besloten door de gemeenteraad van Edam-Volendam in zijn openbare vergadering d.d. 26 maart 2009
De griffier,
versie 1.5/26 maart 2009
De voorzitter,
27
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Erratum Bestemmingsplan Nieuw Volendam Ontwerp Exemplaar ter vaststelling (deel I) Voorschriften, pagina 69 Voegt toe aan artikel 5 Detailhandel, artikel 5.1 onder a: “ en in het winkelcentrum De Stient één detailhandelvestiging met een verkoopvloeroppervlak van 1.800 m² is toegestaan.”
Aldus besloten door de gemeenteraad van Edam-Volendam in zijn openbare vergadering d.d. 26 maart 2009 De griffier,
versie 1.5/26 maart 2009
De voorzitter,
28
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Bijlagen
versie 1.5/26 maart 2009
29
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Bijlage 7
brief van de Regionale Brandweer Zaanstreek Waterland
versie 1.5/26 maart 2009
30
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Bijlage 8
Groepsrisico LPG–tankstation Molenaar te Volendam
versie 1.5/26 maart 2009
31
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Bijlage 9
Groepsrisico LPG–tankstation EVODAM te Volendam
versie 1.5/26 maart 2009
32
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Bijlage 10 Groepsrisico hoofdtransportleiding Gasunie
versie 1.5/26 maart 2009
33
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Bijlage 11 Bezonningsstudie G.A. Brederodestraat 42 t/m 76 Volendam
versie 1.5/26 maart 2009
34
Nota van zienswijzen & Ambtshalve wijzigingen ontwerp bestemmingsplan
Bijlage 12 Bezonningsstudie Blauwe Baai 9 t/m 14 Volendam
versie 1.5/26 maart 2009
35