Veldbiologie deel 1 KNNV afd. Regio Alkmaar e.o
Les 1. Noord Holland: een landschap en zijn biodiversiteit (bewoners). In deze les gaan we behandelen:
Ontstaan van Noord-Holland en de nabije polder. De structuur van een landschap, zowel fysisch als biologisch. Organismen en afhankelijkheid van elkaar in een polder biotoop De naamgeving van levende wezens. De indeling van de organismen in 5 rijken.
Het ontstaan van Nederland
Nederland 50 na Chr.
Nederland 800 na Chr.
Nederland hoogtekaart
Pleistoceen Onderdeel van de periode het Kwartair. Van 200.000 tot 10.000 jaar geleden. In deze periode hebben we in Nederland te maken gehad met enkele ijstijden.
Holoceen Geologische periode, begonnen 10.000 jaar geleden en duurt nog voort. In deze periode is in het noorden van de BRD een landschap ontstaan met veen en zeeklei
Noord-Holland rond 1400 v. Chr.
Wat is een polder? Een met dijken omgeven gebied waarbinnen de waterstand kunstmatig op peil gehouden wordt. Er zijn drie soorten polders: (laag)veenpolders, zeekleipolders en droogmakerijen.
Veenpolder Een polder die ontstond doordat laagveengebieden door na inklinking onder zeeniveau kwamen te liggen waardoor bedijking noodzakelijk werd. Zeekleipolder Door landaanwinningen ontstane polders in het noorden en zuidwesten van Nederland. Droogmakerij Drooggemalen meer. De polder wordt meestal omgeven door een ringvaart, die achter de dijk ligt, en waar het overtollige water uit de droogmakerij in gemalen wordt.
Noord Holland omstreeks 1550
Hoe werkt een polder
Nederland polderland
Polders langs de Friese kust
1. koekoeksbloem.jpg
Alkmaar en omgeving
Oudorp en omgeving Oudorp is al een oude plaats, in de 11e eeuw komt de plaats voor als Aldenthorf, wat ook verwijst naar de huidige betekenis: een "oud dorp". In 1120 komt de plaats voor als Oudthorp en in 1289 als Outdorpe. men kan bij de laatste twee namen goed de verschuiving van de schrijfwijze zien, die uiteindelijk ertoe leidt dat de plaats maar met één 'd' wordt geschreven. Het oosten van Oudorp lag in de hoge- en late middeleeuwen door ontginning van het veen door de mens in combinatie met stormvloeden, aan een waddengebied van een groot meer dat was ontstaan. In de late middeleeuwen werden de eerste pogingen gedaan tot inpoldering en beheersing, hierdoor ontstonden de Schermer en de Heerhugowaard. In de 17e eeuw zijn deze ook echt ingepolderd. De Molenkade Deze kade loopt van de Herenweg naar de Frieseweg, langs de Hoornse Vaart. Langs de kade staan vier molens: Strijkmolen B, Strijkmolen C, Strijkmolen D en Strijkmolen E. Strijkmolen C is twee keer afgebrand, in 1998 en 2004, maar is nu weer opgebouwd (2008). Ooit stonden hier zes molens. (het Rode Hert is er ook nog 1 van) De Munnikenweg, het wegdek van deze weg bestaat uit kinderhoofdjes of kasseien en heeft als zodanig een status van monument. Aan de Munnikenweg hebben twee dwangburchten gestaan die zijn gebouwd door Floris V in zijn strijd tegen de Westfriezen: De Nieuwburg (Nijenburgh) en De Middelburg.
De Oudorperpolder
Enkele planten en dieren uit de Oudorper Polder, een quiz.
Je krijgt 20 soorten levende wezens uit de polder te zien. Noteer op het werkblad van elke soort de naam
wat je denkt dat het voedsel van de soort is in welk deel van de polder de soort voorkomt (bv in de sloot, op natte plekken, in hoge delen van de sloot, in bomen, enz.
No 1
No 2
No 3
No 4
No 5
No 6
No 7
No 8
No 9
No 10
No 11
No 12
No 13
No 14
No 15
No 16
No 17
No 18
No 19
No 20
Antwoorden Soortenquiz. nummer
soortnaam
voedsel
Plek of habitat
1
Brede orchis, scherpe boterbloem
Zonlicht, koolstofdioxide, water, zouten
Langs de sloot
2
Reiger
Kikkers, vis, mollen, muizen
In de sloot, in het weiland, nest in de boom
3
reuzenbovist
Dode plantenresten, mest
In het weiland
4
inktzwam
idem
In het weiland
5
Groene kikker
Slakken, vliegen, muggen, juffers.
In de sloot
6
koe
Gras en krachtvoer
In het weiland
7
Vleermuis (rosse)
Allerlei insecten, nachtvlinders
Boven het water en het weiland. Holle boom
8
mens
alleseter
boerderij
9
buizerd
Muizen, kevers, kleine vogels, aas
Boven het weiland, op paal, boomnest
10
torenvalk
Muizen, kevers.
‘bidt’boven het weiland, boomnest
11
regenworm
Ondergrondse dode plantenresten
Overal in de bodem
12
Veldmuis
Grassen, zaden, graan, wortels
Tussen het gras en in de bodem
13
langpootmug
nectar
Boven en tussen gras
14
Emelt (larve langpootmug)
Plantenwortels, plantenresten
In de bodem
15
Juffer (houtpantserjuffer)
Kleine insecten
Langs en boven de sloot
16
gras
Zonlicht, koolstofdioxide, water, zouten
Open plaatsen
17
grutto
Kleine bodemdieren, insecten
In het weiland
18
scholekster
Kleine bodemdieren,wormen, kokkels
In het weiland ( tot op platte daken)
19
zwartsprietdikopje
Nectar, de rupsen leven van grassen
Bloemrijke bermen
20
pauwoogpijlstaart
Rupsen leven van populier
divers
De wetenschappelijke naam Intermezzo 1. De soortnaam. U heeft ongetwijfeld de soort een Nederlandse naam gegeven. Het probleem is dat de soort ook buiten Nederland kan voorkomen en dan een andere naam krijgt. Linnaeus (1707- 1778) heeft dat probleem opgelost door de soort twee namen te geven ( binaire nomenclatuur) een geslacht aanduiding en een soortnaam, in het Latijn, en achter de naam de naam te geven van de beschrijver van de soort. Vergelijk het maar met onze naamgeving: Jansen ( geslacht) Piet (soort)- alleen hier ontbreekt de naamgever. Voorbeeld: Groot geaderd witje- Aporia crataegi Linnaeus. 1758. Klein geaderd witje- Pieris napi. (L. 1758). Groot koolwitje- Pieris rapae )L. 1758) Boszandoogje- Lopinga achine (Scopoli, 1763). Je ziet meteen wie naaste familie van elkaar is en wie de wetenschappelijke naam en de soortbeschrijving heeft gegeven. We hebben hier een stukje systematiek besproken.
Het voedsel web: de biologische structuur van de polder
De polder als ecosysteem: stofkringloop en energiestroom
Alle levende wezens zijn ingedeeld in vijf rijken: in alle landschappen komen soorten uit al deze rijken voor.
- Het rijk van de prokaryoten: primitieve cel. Bacterieen. - Het rijk van de ééncellige eukaryoten: moderne cel. Pantoffeldierje. - Het dierenrijk: meercellige eukaryotische consumenten. - Het plantenrijk: meercellige eukaryotische producenten. - Het schimmelrijk: meercellige eukaryotische reducenten.
Volgende keer:
- Vogels en gewervelden - 3 april 20-22 uur.