Van ‘Zorgen voor naar Zorgen dat’ jaarverslag 2013
Inhoud Voorwoord 1 Organisatieprofiel 2 Van ‘Zorgen voor naar Zorgen dat’ Belangrijkste ontwikkelingen naar de nieuwe tijd Organisatieontwikkeling Samenwerking 3 Kwaliteit van Zorg Kwaliteit en veiligheid Integraal risicomanagement Kennis, expertise en wetenschappelijk onderzoek (Mede)zeggenschap van de cliënt 4 Bedrijfsvoering en Resultaten Dienstverlening HRM Informatietechnologie Vastgoed & Facilitair Financieel 5 Corporate Governance Verslag van de raad van toezicht Normen van goed bestuur en toepassing Raad van toezicht en raad van bestuur 6 Verkorte jaarrekening Toelichting op de jaarrekening
terug naar inhoud
2
Voorwoord
Voorwoord ‘Er staan ons grote veranderingen te wachten. Een ervan is een fundamentele verandering in de benadering van onze cliënten, waar we als sector - en zeker als Ipse de Bruggen - al jaren naar streven. We zetten onze cliënten daadwerkelijk centraal: in ons denken, in ons handelen en in onze manier van (samen)werken. Ons nieuwe servicekantoor en de manier waarop we erin samenwerken is een uiting van onze nieuwe visie. Die is als een bijenkorf, van waaruit we in- en uitvliegen om ons ondersteunende werk in de regio te kunnen doen; voor de cliënt, zijn begeleiders en vertegenwoordigers. Er ligt in de zorg te veel nadruk op bezuinigen in plaats van veranderingen. Want hoe gaat bijvoorbeeld de gemeente om met de kwetsbaarheid van onze cliënten. Maar ook: wat doe je als zorgaanbieder? Wij voelen ons verantwoorde lijk voor onze bestaande cliëntrelaties en verplichten ons continuïteit voor hen te bieden. Dat past bij ons en onze nieuwe visie op de nieuwe tijd.’ Dat waren onze woorden aan het begin van een relatiebijeenkomst in januari 2014 bij de opening van ons nieuwe servicekantoor. Een markering tussen de ‘oude’ en ‘nieuwe’ tijd. Het jaar 2013 was het jaar waarin we gestart zijn met bouwen aan een vernieuwende organisatie die nodig is om in de toekomst onze klanten goed te kunnen helpen. Dat doen we op een andere manier, maar wel met het zelfde streven naar kwaliteit en veiligheid. Die nieuwe manier vraagt om het gesprek, niet alleen met onze cliënten en hun omgeving, maar ook met onze medewerkers. Dat hebben we gedaan voordat de vernieuwing werd ingezet. In 36 toekomstsessies met gemiddeld tussen de 100 en 270 deelnemers bestaande uit cliënten, (wettelijk) vertegenwoordigers en medewerkers hebben we gezamenlijk gekeken naar wat we belangrijk vinden. Met daarbij wat het fundament moet zijn voor duurzame zorg, waarmee daadwerkelijke ondersteuning kan worden geboden aan kwetsbare mensen als burgers van onze samenleving. Die dialoog heeft veel opgeleverd, zoals het manifest waarin onze nieuwe zorgvisie wordt weergegeven en van daaruit maken we ons in 2014 op voor alle veranderingen waar we mee te maken krijgen. Als raad van bestuur kijken we met veel plezier terug op al die ontmoetingen en gesprekken. Kijkend naar de resultaten in het jaar 2013 kunnen we tevreden zijn. Zorginhoudelijk is het een goed jaar geweest met veel vernieuwing. Financieel is de spanning zichtbaar die de wetswijzigingen gaan oproepen. Nu al is het rendement duidelijk negatief beïnvloed door de naderende Wmo en Jeugdwet. Dat het resultaat uiteindelijk toch nog licht positief is, is te danken aan de inzet van alle betrokkenen. Dank aan de cliënten, hun vertegenwoordigers en medewerkers die het afgelopen jaar ieder op hun eigen wijze een steentje hebben bijgedragen op weg naar de nieuwe tijd. Jan van Hoek voorzitter raad van bestuur
terug naar inhoud
4
Eric Zwennis lid raad van bestuur
1 Organisatieprofiel
Organisatieprofiel Ipse de Bruggen biedt zorg en ondersteuning aan mensen met een verstandelijke handicap in alle leeftijden. Het gaat daarbij om tijdelijk en langdurig verblijf, dagbehandeling en dagbesteding. Belangrijke voorzieningen daarvoor zijn de dagactiviteitencentra, de orthopedagogische behandelcentra, de kinderdienstencentra, de behandelklinieken voor volwassenen (SGLVG) en jongeren (LVG met gedragsproblematiek) en voor mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek en klinische forensische zorg. Tevens heeft Ipse de Bruggen een centrum voor (academische) specialismen op gedragskundig, medisch en tandheelkundig gebied.
Juridische structuur Ipse de Bruggen is een stichting op levensbeschouwelijke grondslag.
Bestuurlijk model Ipse de Bruggen heeft een tweehoofdige raad van bestuur met een van de leden als voorzitter. De raad van toezicht ziet toe op de gang van zaken in de stichting
Organogram
Raad van toezicht
Raad van bestuur
Bestuursbureau (incl. Kwaliteit & IRM)
OR/CCR
Directie Langdurige Zorg
Directie Specialistische Behandeling
Directie Vastgoed & Facilitair
Directie Financiën & ICT
Directie Organisatieontwikkeling & Communicaite
Dagbesteding
Behandelcentra jeugd
Facilitair bedrijf
Administratieve dienst
HRM
Wonen
Behandelcentra volwassenen
Vastgoed
ICT
Marketing & Communicatie
REC’s
KDC’s
Planning & control Concern control
Werkgebieden Ipse de Bruggen biedt op zo’n 390 locaties in Zuid-Holland zorg, begeleiding en behandeling aan ongeveer 5.000 mensen met een verstandelijke of meervoudige (complexe) handicap. Langeraar Ter Aar Leiden
Voorburg
Noorden Alphen a/d Rijn Zwammerdam
Den Haag Nootdorp Zoetermeer Monster Delft Waddinxveen Pijnacker ‘s-Gravenzande Schipluiden Naaldwijk De Lier Maassluis Schiedam Oostvoorne Rozenburg Vlaardingen Brielle Hellevoetsluis
terug naar inhoud
6
Spijkenisse
Nieuwveen
Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
terug naar inhoud
7
terug naar inhoud
8
2 Van ‘Zorgen voor naar Zorgen dat’ Belangrijkste ontwikkelingen naar de nieuwe tijd Organisatieontwikkeling Samenwerking
Van ‘Zorgen Voor naar Zorgen Dat’ Belangrijkste ontwikkelingen naar de nieuwe tijd In het Regeerakkoord werden de contouren van de nieuwe tijd al geschetst. In het eerste halfjaar 2013 gaven het Zorgakkoord en de brief van de staatssecretaris over de hervorming van de Langdurige Zorg meer duidelijkheid. In januari 2014 is het wetsvoorstel voor de nieuwe Wmo (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) naar de Tweede Kamer gestuurd. De Participatiewet die een inclusieve arbeidsmarkt voor mensen met en zonder beperking en één regeling voor bijstand, beschut werken en jonggehandicapten beoogt heeft instemming gekregen van de Tweede kamer in februari 2014. De Jeugdwet, die eveneens van invloed is op het beleid en de organisatie van Ipse de Bruggen, was eind 2013 de Tweede Kamer gepasseerd en in februari dit jaar heeft de Eerste Kamer ermee ingestemd. Onduidelijkheid bleef er nog over de overgang van kinderen van de KDC’s (kinderdienstencentra), de positie van de LVB-cliënten in de leeftijd van 18 tot 23 jaar en de bovenregionale inkoop van gespecialiseerde besloten jeugdzorg.
Wijzigingen in aanspraken en financiering De transities Wmo en Jeugd per 1 januari 2015 hebben als consequentie dat vanaf die datum de volgende dienstverlening onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten valt: • Ambulante begeleiding • Extramurale dagbesteding inclusief vervoer • Vrijwel alle zorg voor kinderen met een verstandelijke beperking tot 18 jaar In algemene zin wordt gestreefd naar ontschotting (tussen wetten en typen van zorg) met als uitgangspunt: ‘wat heeft de cliënt nodig’. Daarom gaat de nieuwe Wmo-wetgeving uit van het compensatiebeginsel: in plaats van de beperking of zorgvraag staan de individuele behoeften en mogelijkheden centraal. Bij de Wmo-transitie krijgen gemeenten slechts de beschikking over 75% van het huidige budget voor ambulante begeleiding en extramurale dagbesteding. Inclusief overheadkosten van de gemeenten is het mogelijk dat de korting op het budget substantieel hoger uitvalt. Gestreefd wordt naar zorgcontinuïteit voor de huidige cliënten. Overigens hebben we al met ingang van 2014 te maken met een algemene tariefskorting wat voor Ipse de Bruggen inclusief de taakstelling op vervoer en rekening houdend met de inhaalindex 2013 voor de begroting van 2014 een taakstelling van € 10 miljoen betekende. Voor de langdurige zorg volgt in 2017 nog eens een korting van 5%. Doel van de nieuwe Jeugdwet is de zorg zo dicht mogelijk bij de leefomgeving van het kind/de jongere te organiseren met een integrale benadering van de problematiek. De inzet richt zich daarom meer op preventie en vermindering van het medicaliseren van problemen. Bij de Jeugdwet gaat het om een korting op het totale budget van tenminste 15% in drie jaar vanaf 2015.
Veranderend risicoprofiel De aanspraken op de langdurige zorg veranderen en daarmee ook de financiering. Dat vraagt om fundamenteel andere keuzes die Ipse de Bruggen vanuit klantperspectief wil realiseren. Tevens is duidelijk dat de productie- en omzetontwikkeling in de toekomst in belangrijke mate afhankelijk zijn van het beleid van de gemeenten. Kortom, het risicoprofiel in de strategie en bedrijfsvoering neemt de komende jaren aanzienlijk toe.
Zorgvisie: het Manifest Het jaarthema was ‘focus op de klant’ met de zeggenschap van de cliënt als speerpunt op de agenda. Op de leiderschapsdag voor managers in mei 2013 werd de start voor de vernieuwing gegeven. Deze werd opgevolgd door een lange reeks succesvolle toekomstsessies. Cliënten, hun vertegenwoordigers en medewerkers gingen met elkaar in gesprek en legden de basis voor een inhoudelijke visie op goede zorg. terug naar inhoud
10
Centraal stond de wens van de cliënt om meer regie over eigen leven en meer zeggenschap over de zorg te krijgen. Dat betekent voor de medewerker een andere manier van kijken, werken en organiseren: van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Beknopt luidt onze visie als volgt: • Ieder mens is bijzonder en heeft het recht op een goed leven. Dat betekent zelf keuzes kunnen maken en bepalen wat belangrijk voor je is. En ook: andere mensen om je heen hebben en volwaardig mee kunnen doen in de samenleving. • Wij ondersteunen mensen met een handicap. Alles wat we doen is gericht op het bevorderen van de kwaliteit van hun leven. We gaan uit van de eigen kracht en mogelijkheden van onze cliënten en hun netwerk. Dat betekent dat we cliënten ondersteunen om de regie over hun eigen leven te voeren. We weten dat leven en leren gepaard gaan met risico’s. Met de cliënt, zijn (wettelijk) vertegenwoordiger en zijn familie bekijken we hoe we met die risico’s omgaan. • We gaan in gesprek met de cliënt, zijn (wettelijk) vertegenwoordiger en anderen die voor hem belangrijk zijn, om erachter te komen wat zijn vragen, wensen en behoeften zijn. Soms schieten middelen of mogelijkheden tekort, dan zoeken we samen naar wat wél kan. • We staan voor deskundige en betrouwbare zorgprofessionals. Beperkingen leiden soms tot complexe vragen. Daarvoor zetten we specialistische kennis in en die blijven we ook steeds ontwikkelen. • De duurzame relatie tussen cliënt, zijn netwerk en de zorgprofessional is ons vertrekpunt. Daarom organiseren we de zorg dichtbij de cliënt. • We werken op basis van visie en vertrouwen en de waarden die daarin besloten liggen. Onze opvattingen over goede zorg en de beleving van de cliënt zijn leidraad voor ons handelen en dat is voor ons de toets van kwaliteit. Daarover leggen we op een betekenisvolle manier verantwoording af aan elkaar en aan de buitenwereld. • We bevragen elkaar kritisch of het lukt onze visie in de dagelijkse praktijk te realiseren en of we daadwerkelijk alles doen om bij te dragen aan de tevredenheid van onze cliënten.
Veranderagenda De komende jaren werken we aan het verder concretiseren van de visie en de organiseerprincipes zodat die invulling krijgen in onze dagelijkse praktijk. Cliënten willen meer regie en tegelijkertijd ook samen met hun netwerk, meer eigen verantwoordelijkheid, Ipse de Bruggen wil dit mogelijk maken. De voorgenomen wijzigingen in de AWBZ hebben grote impact. De middelen voor zorg en ondersteuning waarop tot nu toe aanspraak kon worden gemaakt lopen terug. De decentralisaties - waarbij extramurale begeleiding, dagbesteding en jeugdzorg in 2015 overgaan naar de gemeenten - gaan gepaard met bezuinigingen. De AWBZ die overblijft zal zich richten op cliënten met complexe vragen die zwaardere zorg en ondersteuning nodig hebben. Dat alles heeft forse consequenties voor onze cliënten, medewerkers, onze werkwijzen en ons vastgoed. Concreet hebben wij voor 2014/2015 de volgende samenhangende opgaven: • Ontwikkeling van de organisatie vanuit onze inhoudelijke zorgvisie en de in het manifest geformuleerde organiseerprincipes. • Anticiperen op de veranderingen die voortkomen uit de verschuiving van extramurale begeleiding en dagbesteding naar de Wmo en verschuivingen in de dienstverlening aan derden. • Anticiperen op de veranderingen die voortkomen uit de transitie van de jeugdzorg. • Doorontwikkeling Langdurige Zorg en Specialistische Behandeling. • Heroriëntatie op de taken en werkwijze van de staf en ondersteunende diensten.
terug naar inhoud
11
In het programma voor de komende twee jaar wordt prioriteit gegeven aan klantbeleving/bejegening, de transities en de acties die daarmee samenhangen zoals het sociaal beleid, de inhoudelijke aanpassing van de opleidingen en methodiekontwikkeling. Daarnaast vragen de implementatie van e-HRM met technische veranderingen eveneens om een nieuwe manier van werken. Om de zorg aan de cliënt te versterken hebben gedurende het veranderproces vijf ontwikkelpunten in het veranderingsproces de aandacht: • de ondersteuning van de medewerkers • het experimenteren en ontwikkelen in de dagelijkse praktijk • kansen benutten door te delen • een betekenisvolle planning en verantwoording en reflectie op sturing • het verminderen van de interne bureaucratie.
Organisatieontwikkeling De ingrijpende wijzigingen in het overheidsbeleid kunnen niet anders dan tot fundamentele veranderingen in de interne organisatie en bedrijfsvoering leiden. Dat vraagt om een inrichting van de zorg(organisatie) naar andere organiseerprincipes.
Wijziging in de organisatiestructuur Momenteel opereert Ipse de Bruggen nog vrijwel uitsluitend onder de AWBZ. In de toekomst zal dat veranderen. Op basis van een driemarktenstrategie hebben we het afgelopen jaar al voorgesorteerd op het wijzigende overheidsbeleid. Vanaf 1 juli 2013 kent de organisatie twee onderdelen: Langdurige Zorg (LZ) en Specialistische Behandeling (SB: kind/jeugd/klinieken). Met het oog op de transities en de voortschrijdende extramuralisering (scheiden wonen/zorg) werd de ambulante begeleiding geherpositioneerd. Tevens wordt beleid gemaakt voor de welzijnsmarkt. Vanaf 2015 komt een deel van de cliënten onder de Wmo te vallen. De komende jaren zal Ipse de Bruggen deze hoofdsegmenten - langdurige zorg, behandeling en welzijn - verder ontwikkelen, wat zal leiden tot differentiatie in zorgconcept, in inrichting en in cultuur. Die profilering draagt zeker ook bij aan meer inhoudelijke ontwikkeling. Waar er noodzaak is of mogelijkheden liggen, wordt daarin samenwerking met derden gezocht.
Langdurige zorg In de langdurige zorg staat de klantbeleving centraal. Met onze ondersteuning sluiten we aan bij de vraag van de cliënt als het gaat om: onafhankelijkheid, de sociale participatie en het welbevinden. Wijziging van de interne samenwerking tussen de zorg en de ondersteunende diensten geeft de garantie dat die ondersteuning optimaal kan zijn. Inhoudelijk worden de interne en externe ketensamenwerking benut. Ipse de Bruggen is specialist in de ondersteuning op het gebied van mensen met ernstig meervoudig beperkingen, mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag en oudere mensen met een verstandelijke beperking (EMB, MVG, ouderen VG) en wil daarin innoveren.
Jeugdzorg Voor Jeugdzorg zijn in de vier regio’s de onderhandelingen over de transitiearrangementen gevoerd. Eind van 2013 was de ontwikkeling van een innovatieagenda in volle gang. Bij de vernieuwing staan het behoud van de eigen regie van de cliënt en de rol van het eigen netwerk voorop. De keuzemogelijkheden in het behandelaanbod worden vergroot met verbreding van het ambulante aanbod. Naast doorontwikkeling van professionele methoden en technieken en hun effectiviteit komt er meer aandacht voor de maatschappelijke context en het toekomstperspectief van de cliënt. De cliënt- en verwijzer tevredenheid zijn hierin leidend. We verwachten een verschuiving van residentieel naar meer ambulant en/of poliklinisch. Daarin is samenwerking met derden een belangrijke schakel.
Wmo-bedrijf Ongeacht de financiering wil Ipse de Bruggen zich in blijven zetten voor mensen met een verstandelijke handicap. Deze strategische keuze heeft tot een onderzoek geleid hoe deze maatschappelijke doelgroep
terug naar inhoud
12
het best in de toekomstige Wmo-markt kan worden ondersteund. De integrale aanpak van de gemeenten impliceert samenwerking aan de aanbiederszijde. Daarom wordt beoogd met Fundis (ouderenzorg Gouda) en Assist (expertise op het gebied van logistieke processen, Vebego) een Wmo-bedrijf op te richten. Een voorgenomen besluit daarvoor lag eind 2013 ter advisering bij de ondernemingsraad en centrale cliëntenraad. Er werd een positief advies gegeven op het principe. Een aantal zaken op vooral het bestuurlijkjuridische en personele terrein vraagt nog om nadere uitwerking.
Gevolgen transities Op basis van impactanalyses voor cliënten, medewerkers en vastgoed werden toekomstplannen ontwikkeld. Om de gevolgen voor de medewerkers zo soepel mogelijk op te vangen werd ingezet op flexibilisering en interne mobiliteit. Op 1 juli liep het Sociaal Plan af. Al in het vroege voorjaar werd het gesprek met de bonden gestart om tot een nieuw plan te komen. Na stagnatie werden aan het eind van het jaar de onderhandelingen weer opgepakt. Streven is om zo spoedig mogelijk tot overeenstemming te komen. In een periode van krimp zijn bij reorganisaties afspraken in de vorm van een sociaal plan van groot belang.
Medewerkerstevredenheid Ipse de Bruggen heeft de ambitie om zich te ontwikkelen naar een hoog presterende organisatie (HPO). Rond vijf thema’s werden aan medewerkers en managers stellingen voorgelegd die zij konden beoordelen met een rapportcijfer. Uit deze nulmeting kwam een totaalscore van 6,6 licht boven het gemiddelde in de gezondheidszorg. De uitkomsten van deze medewerkerswaardering zijn richtinggevend voor de ontwikkeling van de organisatie en bepalen dus de veranderagenda van de komende jaren met als basis de nieuwe zorgvisie.
Samenwerking Schakenbosch In samenwerking met Jeugdformaat is vanaf 1 januari de stichting Behandelcentrum Jeugdzorgplus voor jongeren met een lichtverstandelijke beperking te Leidschendam – Voorburg in exploitatie (98 plaatsen). Dit behandelcentrum heeft een bovenregionale functie. Extra maatregelen bleken nodig om deze specifieke verblijfsdoelgroep te kunnen behandelen. Helaas bleef de instroom van cliënten nog achter bij de verwachtingen. Voor een toekomstbestendige exploitatie blijkt een bredere verkenning noodzakelijk.
Klinisch Centrum Kristal Ipse de Bruggen exploiteert met Rivierduinen (GGZ) een centrum voor behandeling van VG met psychiatrische problematiek. Per 1 maart werd de nieuwe kliniek op Buurtschap Craeyenburch in Nootdorp betrokken. Het aantal bedden werd van 18 naar 40 gebracht. De samenwerking is op 1 januari 2014 in een stichting voortgezet.
De Banjaard De samenwerking met De Jutters en Middin in maatschap De Banjaard werd beëindigd. De activiteiten – zorg voor jongeren met psychiatrische problematiek – werden door De Jutters overgenomen.
terug naar inhoud
13
3 Kwaliteit van Zorg
Kwaliteit en veiligheid Integraal risicomanagement Kennis, expertise en wetenschappelijk onderzoek (Mede)zeggenschap van de cliënt
Kwaliteit van Zorg Kwaliteit en veiligheid De toets van de kwaliteit We streven naar een verantwoording naar buiten en aan elkaar die vooral betekenisvol is. Daarom zijn onze opvattingen over goede zorg en de beleving van de cliënt - zoals verwoord in de zorgvisie (het Manifest) – de leidraad voor ons handelen en dat is voor ons de toets van de kwaliteit. We staan voor deskundige en betrouwbare zorgprofessionals. Die hebben uiteraard vakinhoudelijke kennis en expertise maar het zijn vooral ook mensen die echt in gesprek gaan, persoonlijk initiatief nemen, hun gezond verstand gebruiken en verantwoorde risico’s durven te nemen in relatie tot de vraag van de cliënt. Mensen die kansen creëren, kunnen reflecteren en leren van fouten. De beperkingen van onze cliënten leiden soms tot complexe vragen. Daarvoor zetten we specialistische kennis in en die blijven we ontwikkelen. Ipse de Bruggen kent voor haar processen het kwaliteitssysteem HKZ-iso (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector) van de Gehandicaptenzorg. De certificering hiervan is weer voor drie jaar tot 2017 verlengd. Deze externe audit is een finale check of de interne audits goed zijn uitgevoerd en opgevolgd. Ook doen we kwaliteitsmetingen binnen het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg (KKGZ) op organisatie- en cliëntniveau en - voor het eerst in 2013 - een cliëntervaringsonderzoek. De cliënten worden nu jaarlijks geïnterviewd om zich over hun klantervaring uit te spreken. De uitkomsten van de eerste jaarronde zijn medio 2014 bekend. De KKGZ-uitkomsten worden in digiMV op www.jaarverslagenzorg.nl gepubliceerd en maken de verbeteringen ten opzichte van voorgaande jaren zichtbaar. Hieronder volgt apart de meting van pijler 2A KKGZ die gedurende het jaar op 17 kwaliteitsdimensies werd uitgevoerd. Deze meting betreft zorginhoudelijke thema’s die op cliëntniveau verbeterinformatie opleveren en op geaggregeerd niveau verbeter- en verantwoordingsinformatie. Voor alle cliënten werd bij hun jaarlijkse ZBP-bespreking via een vragenlijst informatie verzameld over vaste thema’s: zorgafspraken en ondersteuningsplan als eerste thema en als tweede thema cliëntveiligheid (medicatie, vrijheidsbeperking en incidenten). Daarnaast werd bevraagd op het jaarthema risico op (vermoeden van) seksueel misbruik. In relatie tot de benchmark scoorde Ipse de Bruggen als volgt:
terug naar inhoud
15
Op dit moment worden nadere analyses verricht naar de oorzaken voor het lager scoren op de onderdelen fixatie en afzondering. Vanwege het belang van het onderwerp wordt ook in 2014 weer extra aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel misbruik. Ook waar we beter scoren dan gemiddeld, wordt geanalyseerd of bepaalde locaties opvallend lager scoren en indien nodig worden verbeterplannen opgesteld. Voor de bewaking van de uitvoering is het verbeterplan in de auditplanning en periodieke rapportages meegenomen. Medio 2013 is gestart met de meting van pijler 2B van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg waarmee de ervaringen van de cliënt met de dienstverlening en kwaliteit van zorg in het licht van zijn kwaliteit van bestaan wordt gemeten. Het is de bedoeling dat de persoonlijk begeleider elk jaar voorafgaand aan de ZBP-bespreking een deel van de vragenlijst afneemt. In drie jaar zijn dan alle vragen van de lijst beantwoord. Zo wordt cliëntervaring onderdeel van de zorgcyclus en kunnen de verbeterpunten direct worden gebruikt in de ZBP-bespreking en eventuele bijstelling van het ZBP. Resultaten op organisatieniveau zijn medio 2014 voor het eerst beschikbaar. Op alle OBC locaties is zowel onder de ouders/(wettelijk) vertegenwoordigers als de jeugdigen de C-toets als tevredenheidsonderzoek afgenomen. De landelijke benchmark was einde jaar nog niet beschikbaar. Uitkomst is dat de ouders/vertegenwoordigers tevreden zijn over de communicatie en hulp; zij vinden dat het doel van de hulp ook duidelijk wordt gemaakt. Minder tevreden wordt, eveneens, gescoord op communicatie en betrokkenheid en op het nakomen van afspraken. De jeugdigen geven vooral aan minder tevreden te zijn over de regels, over de netheid van de locaties en of de hulp wel helpt. Positief zijn zij over de groepsleiding, de sfeer en het helpen bij problemen. Overal zijn plannen voor verbetering gemaakt.
Klachtenafhandeling De nadruk in de benadering van de klachten ligt bij het zelf oplossen en de dialoog kiezen, al dan niet met ondersteuning van een vertrouwenspersoon. In de nieuwe klachtenregeling medewerkers werd de hele klachtenlijn opgenomen: van het lijnmanagement die allereerst behandelt, tot en met de klokkenluidersregeling. Een ander nieuw element is de mogelijkheid die wordt geboden voor externe mediation. De klachtenregeling gaat uit van onafhankelijke leden van de klachtencommissie en onafhankelijke vertrouwenspersonen. Deze zullen in 2014 worden benoemd. De klachtenlijn voor cliënten vraagt eveneens om ontwikkeling, dit met het oog op de nog in te voeren nieuwe wet Zorg en Dwang. De behandeling van deze wet in de Eerste Kamer is uitgesteld, Het beeld ontstaat dat er meer klachten op de locatie zelf worden opgelost. In het kader van nazorg is gestart met het nabellen van klagers nadat de klachtencommissie een uitspraak heeft gedaan. Dit levert waardevolle informatie op en lijkt positief te worden ontvangen door de klager. De huidige klachtencommissie functioneert deels al met onafhankelijke leden. Bovendien werd voor haar functie voor Schakenbosch specifieke expertise op basis van de Wet BOPZ aangetrokken.
Beleid voor cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag Gewerkt wordt aan een gemeenschappelijke visie op zorg voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG). De gehanteerde zorg- en begeleidingsmethodieken worden getoetst op resultaat, om te komen tot de beste methodieken voor gebruik door de professional. Daarbij wordt in kaart gebracht welke competenties de medewerkers voor die doelgroep nodig hebben en hoe ze die ook kunnen verkrijgen. Ook wordt afgesproken welke risico’s aanvaardbaar zijn als een goede kwaliteit van leven uitgangspunt is. Dit moet leiden tot meer eenheid in het zorgbeleid en het is de bedoeling daarmee de begeleiding en bejegening van deze cliënten op een hoger plan te brengen. Drie zaken hebben hierin specifieke aandacht: • Doelstelling is het terugdringen van afzonderingen. In 2013 is het aantal cliënten dat afgezonderd wordt met 16% afgenomen. De afzonderingsruimtes worden daarbij met 25% per jaar afgebouwd tot 100% in 2017. • Anti-agressiebeleid voor medewerkers Hiervoor is integraal beleid ontwikkeld. Doel is om agressie en geweld door cliënten, (wettelijk) vertegenwoordigers, bezoekers en/of collega’s te minimaliseren en de handelingsbekwaamheid van de medewerkers te vergroten. De medewerkers hebben een veilige werkplek nodig. Een protocol voor opvang van medewerkers bij traumatische/schokkende gebeurtenissen werd vastgesteld.
terug naar inhoud
16
• Evaluatie van de zorg van cliënten met een VG ZZP6 en ZZP7. In samenwerking met de Rijksuniversiteit Leiden, afdeling Orthopedagogiek wordt een evaluatiesystematiek ontwikkeld. Deze systematiek moet leiden tot een profiel voor dit type cliënten, een begeleidings-, ondersteunings- en behandelaanbod. Met als uiteindelijk effect een beter beleid voor cliënten met gedragsstoornissen. Het beleid voor het hanteren van vrijheid beperkende maatregelen bij cliënten is herzien. Onze visie op dit onderwerp is vast onderdeel van de standaard scholing voor de medewerkers. Er zijn tevens twee werkboeken verschenen met richtlijnen hoe te handelen als een medewerker daarmee te maken krijgt. Als onderdeel van het programma ‘Onvrijwillige Zorg’ vindt onderzoek plaats naar de kwetsbaarheid bij cliënten met meerdere dwangbehandelingen en het ontbreken van behandelperspectief, waarbij ook het interne Preventie- en Crisisteam wordt ingeschakeld. De vormgeving van de zeggenschap van de cliënt in de besluitvorming bij het al dan niet toepassen van de maatregelen heeft ook de aandacht gehad. De zorgprofielen zijn verder ontwikkeld waarin voor elke leeftijdsas (ouderen – volwassenen – kind/jeugd) doelgroepbeschrijvingen, risicoprofielen, competenties en methodieken zijn beschreven en op elkaar zijn afgestemd. Doorontwikkeling van de cliëntprofielen richting zorgprogramma’s/kennismanagement is ingezet.
SGLVG Na jarenlang naar mogelijkheden te hebben gezocht, kon medio maart door de intrek in De Kijvelanden te Poortugaal gestart worden met de opbouw van een forensische psychiatrisch centrum: 24 forensische behandelplaatsen SGLVG. Ipse de Bruggen werkt met betrekking tot haar twee SGLVG-klinieken samen in De Borg-verband. De binnen die samenwerking ontwikkelde module voor verslavingszorg wordt inmiddels ook aan andere instellingen aangeboden.
CVO In 2013 is toegewerkt naar een nieuwe manier van volgen en ondersteunen van de cliënt. Het Cliënt Volgen Ondersteuningssysteem (CVO). Het herontwerp van de werkprocessen rond de cliënt en de uitwerking van de structuur en inhoud van het ZBP (zorg- en begeleidingsplan) waren daarvoor de basis. Het wettelijk verplichte deel van het ZBP wordt ingericht volgens de Schalock domeinen voor kwaliteit van leven. Bij de vormgeving zullen criteria als eenvoud en werkbaarheid (zorgvisie) leidend zijn. Het systeem wordt zo ingericht dat het de medewerkers meer faciliteert dan nu het geval is. Dat zal uiteindelijk de cliënt ten goede komen. De implementatie is voor 2014 voorzien. Hiermee worden de huidige systemen voor de cliëntenadministratie en het elektronische cliëntendossier vervangen.
Palliatieve zorg Het palliatief zorgproces bij onze cliënten is in meerdere opzichten bijzonder. Daarom vraagt dat om een aparte systematische aanpak. De cliënt, zijn netwerk, en de begeleider spelen een belangrijke rol aan het begin van dat proces en het verloop ervan. Een speciaal team kan op afroep ondersteuning bieden bij een of meerdere fasen van dit zorgpad. Binnen de organisatie is dit beleid nu op elke plaats hetzelfde.
Verpleegkundig handelen Bij een groot deel van de cliënten worden dagelijks verpleegkundige handelingen uitgevoerd. Om ook hierin verantwoorde zorg te bieden werd eenduidig beleid vastgesteld binnen de kaders van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG).
Programma Zichtbaar Beter en Medicatietraject In ‘Zichtbaar Beter’ zijn vier zorgprogramma’s ontwikkeld waarin systematische aandacht is voor de chronische aandoeningen diabetes, Cardio Vasculair Risicomanagement (CVRM, gericht op hart- en vaatziekten), psychofarmagebruik en epilepsie. Voor elk aandachtsgebied wordt thans een pilot uitgevoerd.
Zorgverbetertraject slikproblematiek (Ver)slikken is een veel voorkomend probleem bij onze cliënten. Meerdere slikincidenten van ernstige aard waren de directe aanleiding om een zorgverbetertraject in te zetten. Incidentenonderzoek leverde informatie
terug naar inhoud
17
op, evenals een expertmeeting. Op basis daarvan is een groot aantal acties op verschillende terreinen uitgezet. Er wordt begin 2014 gestart met de implementatie van nieuwe NVAVG-richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van slikproblemen en tevens wordt een wetenschappelijke evaluatie uitgevoerd. Daarnaast wordt scholing voor begeleiders ontwikkeld en geïmplementeerd.
Vrijwilligers Binnen Ipse de Bruggen zijn in totaal ruim 2500 vrijwilligers werkzaam. Vrijwilligers voegen veel toe aan het leven van onze cliënten. Door hun inzet kunnen we de cliënten een breder en gevarieerder pakket aan activiteiten bieden. Bovendien vergroten vrijwilligers het sociale netwerk van de cliënten. De verwachting is dat het vrijwilligerswerk in de toekomst nog belangrijker wordt. Als professionele hulpverleners zullen we in de beweging van ‘van zorgen voor, naar zorgen dat’ stimuleren dat cliënten maximale ondersteuning krijgen vanuit hun sociale netwerk.
Integraal risicomanagement De kern van het integraal risicomanagement is het streven naar hoogwaardige zorg binnen een veilige omgeving voor cliënten en medewerkers. De risico’s worden zo laag mogelijk in de organisatie beheerst en er is een continu leer- en verbetercyclus waarvoor de lijn primair verantwoordelijk is. Ipse de Bruggen hanteert daarbij het zogenaamde 3-lijnsmodel. In het programma Integraal Risicomanagement (IRM) zijn in het risicomanagement van de organisatie belangrijke verbeteringen geïmplementeerd. Resultaten worden geborgd in opleidings- en trainingsmodules. Ter ondersteuning wordt een handboek IRM op zowel intranet als internet gepubliceerd.
Prospectieve risico-inventarisatie We weten dat leven en leren gepaard gaan met risico’s. Met de cliënt, zijn (wettelijk) vertegenwoordiger en zijn familie bekijken we hoe we met die risico’s omgaan. Op basis van een uniform instrument werd de PRI (prospectieve risico-inventarisatie) op de woonlocaties en bij de ambulante en behandelafdelingen ingevoerd. Voor de veiligheid worden vooruitkijkend, afhankelijk van de beperking en inschatting naar oorzaak en gevolg, risico’s in kaart gebracht en afspraken daarover in het zorg- en begeleidingsplan vastgelegd. Het kan bijvoorbeeld gaan over vallen, zintuiglijke beperkingen, eten en drinken, maar ook over stemming en eenzaamheid. De PRI zal worden geïntegreerd in het toekomstige CVO.
Risicotaxatie per domein Op procesniveau is voor de domeinen zorg, vastgoed & facilitair en financiën & ICT een risicotaxatie uitgevoerd. De belangrijkste risico’s zijn geïdentificeerd en vastgelegd, mogelijke beheersmaatregelen zijn aangegeven.
Governancestructuur Een analyse van de noodzakelijke wijzigingen in taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot risicomanagement is uitgevoerd voor de raad van toezicht, raad van bestuur en directie. Dit heeft tot aanpassing van de reglementen raad van toezicht en raad van bestuur geleid.
Crisismanagement In het kader van het crisismanagement is een plan vastgesteld en geïmplementeerd. In vervolg op de aansluiting bij de Veiligheidsregio Hollands Midden is ook een zorgcontinuïteitsplan opgesteld, van toepassing bij eventuele calamiteiten en bijvoorbeeld ontruimingen.
Regionale Veiligheidsverbeterteams (RVV’s) Ipse de Bruggen richt zich op het bieden van verantwoorde, passende en veilige zorg. Onze cliënten krijgen de zorg en begeleiding die zij nodig hebben in een zo prettig mogelijke, stimulerende en veilige omgeving. We kunnen deze veilige omgeving alleen realiseren als we goed begrijpen welke risico’s er zijn en als we weten hoe we deze risico’s kunnen managen. Ook willen we als professionals de kwaliteit van zorg en de gemaakte keuzes kunnen verantwoorden. Daarom zijn in de regio veiligheidsverbeterteams opgezet. Zij hebben onder meer als taak incidenten uit terug naar inhoud
18
het incidenten-registratiesysteem VMS te analyseren en verbetervoorstellen op te stellen met als doel soortgelijke incidenten in de toekomst te voorkomen en/of de kans op herhaling te verkleinen. Doordat de teams dicht bij de werkvloer staan hopen we de verbetercapaciteit verder te kunnen vergroten. Dit bevindt zich nog in een beginstadium.
Kennis, expertise en wetenschappelijk onderzoek Leeftijdsassen en zorgprofielen Om onze kennis en kunde ten aanzien van de verschillende doelgroepen nog verder te ontwikkelen is een indeling op leeftijdsassen gemaakt: jeugd – volwassenen – ouderen. De bedoeling is om voor elke leeftijdsas/doelgroep tot een selectie van bewezen methodieken te komen. Innovatief aan dit project is de integrale aanpak. Voor een wetenschappelijke onderbouwing van de keuze is er samenwerking met een aantal universiteiten gezocht. De zorgprofielen zijn beschreven volgens de Schalock-domeinen van kwaliteit van leven. Kenmerken voor die groep worden beschreven, inclusief de risicofactoren waar specifieke aandacht voor nodig is voor de kwaliteit van bestaan van deze cliëntgroep. De cliëntprofielen van ouderen, EVMB en die voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag zijn inmiddels gereed. De ontwikkelde competentieprofielen voor medewerkers van VGN sluiten hierbij aan. De zorginhoudelijke projecten tonen een waarneembare verbetering in zorg en effect op cliënten met ernstige handicaps. De invoering van de methodiek LACS (Lijf, Alertheid, Contact & Communicatie en Stimulans) laat bij cliënten met zeer ernstige meervoudige beperkingen aantoonbare verbeteringen zien in hun kwaliteit van bestaan.
Wetenschappelijk onderzoek GOUD Het wetenschappelijk onderzoek GOUD 1 onder ouderen, dat werd uitgevoerd met de collega-organisaties Abrona en Amarant in samenwerking met Erasmus MC Rotterdam, is afgerond. De resultaten van de onderzoeken naar fysieke activiteit en fitheid, voeding en voedingstoestand, stemming, angst en cognitie, en dagprogramma’s vinden nu hun weg naar de zorgpraktijk. Als eerste is op de locatie Nieuwveen het beweeg- en educatieprogramma ingevoerd. Het hele onderzoek heeft veel waardevolle data opgeleverd, ook voor vervolgonderzoek. Als afsluiting zullen twee boekjes, een voor de zorgprofessionals en een voor de cliëntvertegenwoordigers, worden uitgegeven. Maart 2014 zijn de resultaten van het GOUD-1 op een symposium gepresenteerd. In GOUD-2 wordt vanaf 2014 een aantal ‘zorg voor beter’- trajecten uitgevoerd, waaronder een traject rond (ver)slikproblematiek. De onderzoeken uit dit programma worden door de deelnemende organisaties uitgevoerd en zullen vervolgens bij de implementatie van de resultaten met elkaar worden gedeeld. Nieuwe interventies op het gebied van depressie en (on)gezonde voeding zijn in voorbereiding. Parallel loopt nog een kwetsbaarheidsonderzoek dat nu al een concrete opbrengst heeft. Een ervan is dat de kwetsbaarheid toeneemt naarmate de verstandelijke beperking ernstiger is. Thans wordt nog onderzoek verricht naar de specifieke factoren die snelle toename van kwetsbaarheid voorspellen, opdat waar mogelijk preventief hierop kan worden ingespeeld. Met de Universiteit Leiden is een onderzoek gestart naar het in kaart brengen van de effectiviteit van het begeleidings-, ondersteunings- en behandelaanbod bij mensen met een ZZP 6 of ZZP 7.
Wetenschappelijk onderzoek naar mensen met een ernstige verstandelijke meervoudige beperking Er vindt verkenning plaats om in samenwerking met de Universiteit van Leuven een onderzoek te starten naar de interactie van EV(M)B -kinderen met hun broertjes/zusjes onderling en met begeleiders. Een instrument is ontwikkeld en gevalideerd om de motorische ontwikkeling van kinderen met een ernstige verstandelijke en/of motorische beperking te meten en te evalueren.
terug naar inhoud
19
(Mede)zeggenschap van de cliënt We gaan uit van de eigen kracht en mogelijkheden van onze cliënten samen met familie en zijn/haar sociaal netwerk. Een voorbeeld daarvan is de Eigen Kracht Centrale die zorgt voor discussie over de verantwoordelijkheid van de cliënt en die van de organisatie. Binnen de zorg voor licht verstandelijk beperkte jeugd wordt de kwaliteitsstandaard Q4c gebruikt met als uitgangspunt ‘wat kinderen en jongeren belangrijk vinden als ze niet thuis wonen’. De standaarden zijn op basis van echte ervaringsverhalen gericht op het borgen en verbeteren van ontwikkelingsmogelijkheden van uit huis geplaatste jeugdigen in Europa. Voorbeelden daarvan zijn de eigen-kracht-bijeenkomsten die gehouden zijn, en de start van de implementatie voor de jongere cliënten van de standaard Quality for Children (Q4C). De inspraak van cliënten bij vastgoed krijgt steeds meer vorm. Voorbeelden daarvan zijn leef wensenonderzoeken op de locaties Waddinxveen en Bodegraven. Voor de vitalisering van het landgoed Hooge Burch te Zwammerdam is met cliënten gesproken over hun woonwensen. De aanwezigheid van diensten en levendigheid op het terrein waren vooral onderwerpen van gesprek. Het OBC (orthopedagogisch behandelcentrum) Leiden heeft cliënten(vertegenwoordigers) betrokken bij het restylen van het pand. Met als uitgangspunt dat onze cliënten volwaardige burgers in onze samenleving zijn is voor hen belangrijk dat hun omgeving (vertegenwoordigers/begeleiders) goed bekend is met de rechten die zij hebben, zodat die ook op de juiste wijze worden ingevuld. Het Manifest stelt de zeggenschap van de cliënt centraal. Daar hoort ook een goed vertegenwoordiger schap bij. Hier wordt het komende jaar extra aandacht voor gevraagd en daarover wordt het gesprek met de cliënten en hun verwanten gevoerd. De evaluatie van het reglement cliëntenraden was aan het eind van het jaar nog niet geheel afgerond. Afgesproken is wel dat de CCR (centrale cliëntenraad) voor de komende twee jaar zijn externe voorzitter houdt. Er is een inventarisatie van de lokale cliëntenraden en andere inspraakvormen geweest. Op basis daarvan werd de verdere ontwikkeling ingezet. Een aantal nieuwe lokale cliëntenraden is geïnstalleerd. Gestreefd wordt naar een volledig dekkend netwerk van lokale medezeggenschap. Waar nodig zijn verbindingen tussen de deelnemers- en bewonersraden gerealiseerd. Door veranderende regelgeving en financiering zijn veel lokale cliëntenraden actief geweest, zoals de LCR-en van de dagbesteding volwassenen en KDC’s (kinderdienstencentra) die te maken kregen met maatregelen om de vervoerskosten terug te dringen.
terug naar inhoud
20
4 Bedrijfsvoering en Resultaten
Dienstverlening HRM Informatietechnologie Vastgoed & Facilitair Financieel
Bedrijfsvoering en Resultaten Dienstverlening Met ingang van september namen de ondersteunende diensten hun intrede in het Servicekantoor te Zoetermeer. Hiermee kwamen alle services onder één dak. Tegelijkertijd daarmee is Het Nieuwe Werken daar ingevoerd wat zijn vervolg ook kreeg op de landgoederen. Een volgende stap was de verbetering van de dienstverlening vanuit het servicekantoor. Samenwerking van de serviceafdelingen leidde tot één algemeen telefoonnummer voor Service Personeel, ICT en Facilitair bedrijf. Wijziging van het dienstverleningsconcept maakte dat de HRM-organisatie haar drie onderdelen ‘kantelde’: hierbij is de nieuwe indeling ontstaan van HRM-regioteams, HRM-servicecentrum en HRMexpertisecentrum, waarbij werkprocessen en aansturing verbeterden. De introductie van e-HRM waarbij digitaal wordt gewerkt in plaats van op papier is tevens een belangrijke verandering en aanleiding voor een nieuwe wijze van samenwerken tussen zorglocaties en de personeelsafdelingen. Deze past naadloos bij de nieuwe visie van Ipse de Bruggen – van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ - met eigenaarschap dicht bij de werkvloer.
HRM Eigenaarschap We willen zo veel mogelijk verantwoordelijkheid bij de zorgprofessionals in de teams leggen. Zij regelen met elkaar niet alleen de zorg, maar organiseren ook zo veel mogelijk hun eigen werk. Dat vraagt om nieuwe vaardigheden en leren omgaan met zelf organiseren, oplossingen vinden, samenwerken, besluiten nemen en bijvoorbeeld het omgaan met conflicten. Met onze opleidingen en trainingsmogelijkheden sluiten we daarop aan.
Medewerkers ondersteunen We gaan zo organiseren dat zorgverleners maximaal in staat worden gesteld om visiegericht te werken en bij te dragen aan kwaliteit van bestaan van onze cliënten. Dat betekent dat we hen nadrukkelijker gaan helpen om steeds op zoek te gaan naar wat de visie concreet kan betekenen in hun eigen praktijk en hoe zij de visie kunnen gebruiken om te reflecteren op hun eigen handelen en op dat van collega’s. Daar ontwikkelen we een aanpak voor.
Goed werkgeverschap In 2013 is geïnvesteerd in het management-ontwikkelingsprogramma voor locatiemanagers Verdiepend Leiderschap, dat succesvol bleek. Mede met het oog op de komende transities wordt vanuit de zorg voor werkgelegenheid en de zorgcontinuïteit beleid ontwikkeld dat gericht is op flexibilisering van arbeid en mobiliteit.
Gezondheidsmanagement In het verzuim is nog steeds sprake van een dalende trend: 4,5% in 2013 (2012: 4,7%). In 2013 is extra aandacht besteed aan versterking van de regierol van de managers met aandacht voor de benodigde competenties en instrumenten. De periodieke trimestergesprekken tussen RVE-manager, HR-adviseur en bedrijfsarts hebben meer vorm en inhoud gekregen.
Professioneel roosteren In een pilot is een jaar lang geëxperimenteerd met een andere werkwijze van roosteren. Een werkwijze waarbij de regie en het eigenaarschap zijn gebleven waar we vinden dat die horen - op de locatie -, maar waarbij de roosterondersteuning is geprofessionaliseerd. Deze nieuwe werkwijze past bij de beweging die Ipse de Bruggen heeft ingezet. Evaluatie van de pilot heeft vervolgens laten zien dat de kwaliteit en de tevredenheid rondom roosteren zijn toegenomen en dat er daarnaast efficiency-voordelen zijn behaald. Vanaf 1 januari 2014 wordt de ontwikkelde manier van roosteren fasegewijs in de organisatie ingevoerd. terug naar inhoud
22
E-HRM: van papier naar digitaal Als resultaat van intensieve samenwerking tussen de personeelsadministratie, HRM en ICT was met ingang 2014 het eerste deel van EASY, het e-HRM systeem, met succes ingevoerd: de salarisadministratie. Veel personele dossiers vereisen nu nog intensief handmatig werk en worden op papier afgehandeld. Komend jaar zullen mutaties direct in het nieuwe systeem kunnen worden verwerkt. Bovendien beschikken de managers dan altijd over actuele (stuur)informatie.
Informatietechnologie De grootschalige veranderingen binnen de gehandicaptenzorg dwingen tot strategische (her)oriëntatie en continue innovatie en verbetering. Informatiemanagement speelt een rol in een effectieve sturing daarin. Als het gaat om ICT zijn belangrijke stappen genomen: het nieuwe e-HRM systeem, een applicatie voor het inkoopproces, het CVO, het opzetten van het documentenbeheer voor het kwaliteitssysteem, applicaties voor vastgoed en facilitair management en het centraliseren van master management. Als onderdeel van de ontwikkelde visie op innovatie zijn meerdere e-health initiatieven gestart in de vorm van pilots, zoals het project cliëntenportaal. Op het gebied van IT infrastructuur is een aantal grote projecten gestart, waaronder het aanleggen van een glasvezelring en een veilig draadloos netwerk voor alle medewerkers, bezoekers en cliënten.
Vastgoed & Facilitair De gebouweninventarisatie waarbij de gegevens per pand zijn geïnventariseerd, zijn gekoppeld aan het vastgoedmodel als financieel instrument. Terugloop in capaciteit door nieuwe wetgeving met name van panden voor dagbesteding en jeugdzorg leidde tot een afwaardering van het vastgoed. Voor het vastgoeddossier is het een uitdaging om tijdig in te spelen op de ontwikkelingen. Vraagstukken over eigendom/huurcontractering spelen hierin een prominente rol om risico’s van leegstand te minimaliseren. Daarnaast speelt de NHC (normatieve huisvestingscomponent) een belangrijke rol. Met ingang van 2018 zijn de zorginstellingen volledige risicodrager van de exploitatiegevolgen vastgoed. Het is dus zaak om productieafspraken te maken en te realiseren die de exploitatie dekken. We willen structureel verantwoord omgaan met de middelen. Daarom is het duurzaamheidsbeleid bij Ipse de Bruggen versterkt. Primaire aandachtsgebieden zijn de ontwikkelingen van een energiemanagementsysteem en beleid onder het thema Veiligheid & Gezondheid. Vanaf 1 januari 2014 wordt het criterium ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ (MVO) actief meegenomen in de inkooptrajecten. Het nieuwe inkoopprogramma zal 2014 geheel zijn ingevoerd en is een van de speerpunten om de financiële doelstellingen te bereiken. Vanuit de zorgvisie zal een decentralisatie-beweging worden bezien, dit in relatie met te behalen efficiency-voordelen.
Financieel In 2013 is een directeur Financiën & ICT aangesteld. Een doorontwikkeling van het financiële programma werd beschreven.
Stuurinformatie Een versnelling en verbetering van de maandafsluiting leidde tot kwaliteitsverhoging van de tussentijdse informatievoorziening.
Verbetering cliënten- en productenregistratie Het gegeven dat de financiering steeds meer via gefactureerde zorg en minder op basis van voorschot verloopt was mede reden om de cliëntenadministratie een verbeterslag te maken. De cliëntenadministratie en het administratieve deel van het zorgloket zijn daardoor samengevoegd. Hiermee is de ondersteuning van locatiemanagers in het indicatiebeheer, de verwerking van mutaties en de productieregistratie verbeterd.
terug naar inhoud
23
5 Corporate Governance Verslag van de raad van toezicht Normen van goed bestuur en toepassing Raad van toezicht en raad van bestuur
Corporate governance Verslag van de Raad van Toezicht Het werk van de raad heeft zich in 2013 in belangrijke mate gericht op de invloed van het overheidsbeleid op Ipse de Bruggen voor de komende tijd. Strategische keuzes werden door de raad op consequentie gewogen. De stabiliteit van de organisatie wijst op toekomstbestendigheid, maar die is ook nodig gezien de complexe omgevingsfactoren. Voor zover mogelijk verkreeg de raad inzicht in de impact van de ontwikkelingen voor de cliënten, de medewerkers en de vastgoedportfolio. Met de raad van bestuur is het gesprek gevoerd over de visie van waaruit de organisatie de zorg verder vorm wil geven. De zorginhoudelijke ontwikkeling en de wijze waarop de zorg in kwalitatieve zin gevolgd kan worden, vragen bij voortduur de aandacht. In het bijzonder is er interesse voor innovatie en wetenschappelijk onderzoek. Ook het risicomanagement in het brede spectrum is een terugkerend thema op de agenda: van de risico´s in de zorg van alledag tot de risico´s als gevolg van de aanstaande transities. Ter verdieping wilde de raad zich niet uitsluitend conform het afgesproken informatieprotocol laten informeren. De leden hebben ook werkbezoeken afgelegd en er is een ontmoeting met het voltallige directieoverleg geweest. Uit evaluatie is de wens naar voren gekomen tot nog meer betrokkenheid en contact met sleutelfiguren in de organisatie en ontmoeting op interne bijeenkomsten. Voorbereidend werk werd verricht in de twee auditcommissies. Specifieke onderwerpen die bij de auditcommissie financiën & vastgoed aan de orde kwamen, waren het voorzieningenbeleid, het aanbestedingsbeleid, de meerjarenprognose en de meerjareninvesteringen, aanpassing van het treasurystatuut en een overeenkomst met het waarborgfonds zorginstellingen en de huisbankiers. De auditcommissie kwaliteit had bijzondere aandacht voor het beleid om de vrijheid beperkende maatregelen terug te dringen, de doelgroep zeer kwetsbare cliënten, het anti-agressiebeleid voor medewerkers en het wetenschappelijk onderzoek GOUD. Vanuit zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid hecht de raad aan de uitvoering van de zorgbrede governancecode. De reglementen van zowel de raad van toezicht als de raad van bestuur zijn met het oog op het aanstaande wetsvoorstel ‘Goed bestuur in de zorg’ geactualiseerd. In verband met de periodieke wisseling werd besloten tot een aanbestedingsprocedure voor een externe accountant met ingang van het controlejaar 2014. Verder achtte de raad van toezicht zich adequaat geïnformeerd ten aanzien van de samenwerkingsverbanden. Er vond één wisseling in de raad plaats. Medio 2013 nam de heer Draaisma afscheid. Hij heeft gedurende twee termijnen vanuit met name zijn financiële expertise aan het toezicht van de organisatie bijgedragen. In zijn plaats werd Wim Schellekens benoemd - in tweede instantie op voordracht van de CCR -, met als aandachtsgebied kwaliteit. De raad zal ook de komende tijd vanuit zijn toezichthoudende rol aandacht hebben voor het beleid en de uitvoering van de hervorming van de langdurige zorg in Ipse de Bruggen met aandacht blijven volgen.
Ferry Breedveld voorzitter raad van toezicht
terug naar inhoud
25
Normen voor goed bestuur en Toepassing Ipse de Bruggen volgt de Zorgbrede Governancecode (2010) op en heeft de principes daarvan verankerd in haar statuten en de reglementen raad van bestuur en raad van toezicht. In verband met de uitoefening van zijn toezichthoudende taak geldt een informatieprotocol met afspraken over de informatievoorziening door de raad van bestuur aan de raad van toezicht. In de stichtingsstatuten is het recht van enquête als bedoeld in art. 345 Boek 2 BW (recht van toegang Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam) aan de centrale cliëntenraad toegekend. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad van bestuur zijn statutair vastgelegd. De raad van bestuur legt verantwoording af aan de raad van toezicht. De raad van toezicht bepaalt de samenstelling van de raad van bestuur, die thans bestaat uit de voorzitter raad van bestuur en lid raad van bestuur. De statuten van de stichting voorzien in de raad van toezichtstructuur. De raad van bestuur bestuurt de stichting. De raad van toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de stichting. De raad van toezicht staat de raad van bestuur met advies ter zijde. Zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn in het reglement raad van toezicht geregeld. De raad van toezicht kent zeven zetels. De leden van de raad van toezicht zijn onafhankelijk. Uit de samenstelling van de raad van toezicht blijkt dat er naast algemeen bestuurlijke kwaliteiten meerdere leden over specifieke kennis beschikken. De raad van toezicht werkt met een rooster van aftreden. Voor de leden geldt een zittingsperiode van vier jaar. Zij zijn eenmaal herbenoembaar. De onafhankelijkheid van de raad van toezicht is geborgd door de statutaire bepalingen over de samenstelling van de raad en onverenigbaarheden, als ook in de gedragsregels in het reglement raad van toezicht die ter voorkoming van (de schijn van) tegenstrijdige belangen zijn gesteld.
Honorering raad van toezicht De leden van de raad van toezicht ontvangen een honorering conform het advies van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen (NVTZ).
Bezoldiging raad van bestuur De honorering van de raad van bestuur voldoet aan de wettelijke normering van de WNT (Wet Normering Topinkomens).
Goedkeuring van besluiten De raad van toezicht heeft in 2013 zijn goedkeuring verleend aan de volgende besluiten van de raad van bestuur: • Overeenkomst Waarborgfonds zorginstellingen • Jaarverslag 2012 Ipse de Bruggen • Jaarrekening 2012 Ipse de Bruggen • Verkoop onroerend goed (4 objecten) en aankoop (1 object) • Treasurystatuut • Kleine grondkavel Den Haag • Principebesluit oprichting Wmo-bedrijf • Begroting 2014 Ipse de Bruggen • Begroting 2014 Schakenbosch • Begroting 2014 KCK • Levering grond terreinrand Craeyenburch Nootdorp • Lening
terug naar inhoud
26
Vergaderingen De raad van toezicht heeft vijf maal vergaderd. Eén lid is een vergadering afwezig geweest. De externe accountant heeft de vergaderingen van de auditcommissie bezocht waarin de jaarrekening 2012 en het accountantsverslag aan de orde waren. De heer Breedveld heeft als voorzitter raad van toezicht zorg gedragen voor de contacten met de ondernemingsraad en centrale cliëntenraad.
Evaluatie Een vast onderdeel in de jaarplanning is de evaluatie van het functioneren van de raad van toezicht en de raad van bestuur en hun onderlinge relatie. Ook in 2013 heeft deze plaatsgevonden.
Commissies raad van toezicht De raad van toezicht heeft drie commissies: benoemings- en remuneratiecommissie, auditcommissie financiën & vastgoed, auditcommissie kwaliteit. De benoemings- en remuneratiecommissie is ingesteld voor benoemingen, functioneren en honorering van (de leden van) de raad van bestuur en van de raad van toezicht. De commissie voert jaarlijks een functioneringsgesprek met (de leden van) de raad van bestuur, wat ook in 2013 is gebeurd. Los van de integrale verantwoordelijkheid van de voltallige raad van toezicht is de auditcommissie financiën & vastgoed in het bijzonder belast met het toezicht op de interne beheersing, financiële verslaggeving, naleving van de regelgeving en het vastgoedbeleid. Deze commissie heeft zich in het bijzonder vergewist van de planning & control en het risicomanagement. In 2013 heeft de commissie drie maal vergaderd. De auditcommissie kwaliteit heeft een specifieke taak in het toezicht op de kwaliteit van zorg. De verslagen van de commissievergaderingen worden besproken in de raad van toezichtvergadering. In 2013 heeft de commissie twee maal vergaderd.
Raad van toezicht en raad van bestuur Raad van Toezicht prof. dr. F.C. (Ferry) Breedveld, voorzitter, tevens voorzitter benoemings- en remuneratiecommissie (1950, m); honorering komt ten goede aan werkgever Tweede benoeming 2013. Einde termijn juni 2017 Functie: Voorzitter raad van bestuur Leids Universitair Medisch Centrum Nevenfuncties: voorzitter Stichting Curium, voorzitter Stichting Trombosedienst Leiden e.o., voorzitter Stichting Houdster van Aandelen Medipark B.V., lid bestuur Stichting Leiden Bio Science Park, voorzitter raad van toezicht Stichting Sanquin Bloedvoorziening, lid bestuur Bontius Stichting, voorzitter Maria Regina Scholten stichting, lid raad van toezicht VeerStichting drs. H.W. (Willem) te Beest, vice-voorzitter, tevens lid benoemings- en remuneratiecommissie en auditcommissie financiën & vastgoed (1951, m) Eerste benoeming 2011. Einde termijn december 2014 Functie: Vice-voorzitter college van bestuur Universiteit Leiden Nevenfuncties: lid raad van commissarissen TU Delft Holding, lid en tevens voorzitter auditcommissie raad van toezicht GGZ Rivierduinen, lid raad van toezicht Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis Leiden, voorzitter bestuur stichting Leiden Bio Science Park Leiden, vice-voorzitter raad van toezicht Centre for Human Drug Research Leiden, lid raad van toezicht stichting Biopartner Academische Bedrijven Centrum Leiden, vice-voorzitter raad van toezicht Nederlands BioInformatica Centrum Utrecht, voorzitter stichting PICA Utrecht, voorzitter raad van commissarissen AcademicTransfer Utrecht, voorzitter raad van commissarissen Leiden Lifesciences Preseed Fund BV Leiden
terug naar inhoud
27
prof. dr. D.A.J.P. (Damiaan) Denys, voorzitter auditcommissie Kwaliteit (1965, m) Eerste benoeming 2011. Einde termijn december 2014 Functie: Kernhoogleraar psychiatrie Universiteit Amsterdam, Afdelingshoofd psychiatrie AMC Amsterdam, Groepsleider Instituut Neurowetenschappen (NIN) Amsterdam, Voorzitter Divisie Hersenen en Zintuigen AMC Nevenfuncties: lid Anxiety Disorders Research Network (ADRN), bestuurslid International College of Obsessive Compulsive Spectrum Disorders (ICOCS), lid evaluatiecommissie French National Research Agency (ANR) for neurosciences, lid Kenniskamer Human Enhancement, lid wetenschappelijk bestuur Nederlandse Hersenbank, voorzitter International OCD spectrum disorders consortium, lid adviescommissie CSCA UvA, lid wetenschappelijk adviescommissie van het ECNP, lid wetenschappelijke adviescommissie IADS, lid bestuur Spinozacentrum Amsterdam, lid Scientific Advisory Group in Psychiatry of the European Medicines Agency’s (EMA) Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP), voorzitter van de Senaat, adviescommissie voor College van Bestuur UvA, lid raad van toezicht Stichting Folia Civitatis UvA, voorzitter stuurgroep Spinoza centrum, lid bestuur Amsterdam Brain and Cognition drs. J.A.M. (José) Hilgersom, lid auditcommissie kwaliteit (1954, v) Eerste benoeming 2012. Einde termijn december 2015 Functie: Provinciesecretaris Zuid-Holland Nevenfuncties: lid raad van advies PBLQ, lid bestuur stichting overheidsmanager van het jaar, lid adviesraad Strategie Summit Overheid 2013 ing. G.J. (George) Jautze, lid auditcommissie Financiën & Vastgoed (1950, m) Eerste benoeming 2011. Einde termijn december 2014 Functie: gepensioneerd. Laatste functie CEO ING Real Estate Nevenfuncties: voorzitter raad van toezicht Brentano te Amstelveen, voorzitter RvC Ontwikkelings Maatschappij Utrecht, lid raad van advies WPM, partner Indurance BV, consultant en ondernemer (George Jautze Advisory BV), voorzitter bestuur watersportvereniging Jachtclub Scheveningen, lid commissie toelating en integriteit IVBN, lid bestuur Vereniging Commissarissen en Toezichthouders Erasmus, lid externe toetsingscommissie Amsterdam Economic Board drs. W.M.L.C.M. (Wim) Schellekens, lid auditcommissie Kwaliteit (1947, m) Eerste benoeming 2013. Einde termijn juni 2017 Functie: strategisch adviseur (kwaliteit, veiligheid, leiderschap, governance). Voormalig hoofdinspecteur IGZ, directeur CBO, ziekenhuisbestuurder en huisarts. Nevenfuncties: lid raad van toezicht Diaconessenhuis Utrecht, lid landelijke Adviesraad DICA, international fellow van IHI-Boston
Raad van bestuur drs. J.G.A. (Jan) van Hoek, voorzitter (1959, m) - Portefeuille Organisatie Gezamenlijk beheer van de portefeuilles zorgvernieuwing en externe representatie Datum van indiensttreding 1 juni 2012 Nevenfuncties: voorzitter besturenraad JIB Schakenbosch, voorzitter besturenraad KCK, lid bestuursraad De Borg, lid bestuur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), lid raad van advies Vebego, lid bestuur IZZ E. (Eric) Zwennis MSM, lid (1961, m) - Portefeuille Zorg Datum van indiensttreding 1 februari 2011 Nevenfuncties: lid besturenraad JIB Schakenbosch, lid besturenraad KCK,lid raad van advies ROC Mondriaan, commissie van aanbeveling werkgeversplatform ZW Haaglanden
terug naar inhoud
28
6 Verkorte jaarrekening Ipse de Bruggen Toelichting op de jaarrekening
Verkorte jaarrekening Ipse de Bruggen Geconsolideerde balans (na resultaatbestemming)
terug naar inhoud
30
terug naar inhoud
31
Toelichting op de jaarrekening De jaarrekening werd opgesteld overeenkomstig de Regeling Jaarverslaggeving. Hieronder volgt een toelichting.
Wettelijk budget aanvaardbare kosten: In vergelijking met het budget 2012 stijgt het wettelijk budget aanvaardbare kosten in 2013, inclusief nacalculaties oude jaren, met afgerond EUR 7.046.000. Deze toename is op hoofdlijnen als volgt weer te geven: - productieafspraken - genormeerde kapitaalslasten - nacalculatie kapitaalslasten - normatieve huisvestingscomponent - overige mutaties - Schakenbosch - Nacalculaties voorgaande jaren Totaal
-/- -/- -/-
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
5.215.000 1.522.000 748.000 3.238.000 3.552.000 5.014.000 6.787.000
EUR 7.046.000
De daling op de productieafspraken wordt voornamelijk veroorzaakt door de bezuiniging uit het Lenteakkoord. De budgetverruiming van het convenant langdurige zorg (2012) ad EUR 6,4 miljoen werd voor 2013 weer ingetrokken. Het verschil nacalculaties voorgaande jaren is te verklaren door de negatieve correctie in 2012 ad EUR 4.505.000 als gevolg van afwijzing nacalculaties 2011. Hierop zijn in 2013 met succes bezwaarprocedures gevolgd. Dit heeft geleid tot een correctie van circa EUR. 3,8 miljoen. Hiervan had een bedrag ad EUR. 2.282.000 betrekking op de jaren 2011 en 2012. Het resterende bedrag komt binnen via de nacalculatie 2013 en later. Het wettelijk budget aanvaardbare kosten in de jaarrekening 2013 werd gebaseerd op de meest recente geaccordeerde rekenstaten van de NZa. Bij de opstelling van de jaarrekening zijn de nacalculatieformulieren van dit jaar ingevuld. Het resultaat van de door de instelling opgestelde berekeningen is meegenomen in de opbouw van het wettelijk budget aanvaardbare kosten. De nacalculatieformulieren tot en met het jaar 2012 zijn definitief door de NZa vastgesteld. De eindafrekening van deze jaren met de verschillende zorgkantoren vindt nog gedeeltelijk plaats in 2014.
Niet gebudgetteerde zorgprestaties/subsidieopbrengsten overige bedrijfsopbrengsten Ten opzichte van 2012 zijn de overige bedrijfsopbrengsten gedaald met EUR 1.033.000, wat toe te schrijven is aan een mix van eenmalige opbrengsten en lagere dienstverlening derden.
Financieel resultaat Het resultaat over het jaar 2013 bedraagt afgerond EUR 1.550.000. Dit bedrag is nagenoeg in zijn geheel toegevoegd aan het collectief gefinancierd gebonden vermogen. Over het verslagjaar 2012 werd een resultaat van EUR 3.493.000 behaald.
terug naar inhoud
32
De ontwikkeling van de kosten gaf op hoofdlijnen het volgende beeld. • De personele kosten zijn gestegen met EUR. 6.655.000, voornamelijk veroorzaakt door de loonkostenontwikkeling, een toename van het aantal fte, een dotatie aan de voorziening PBL, toename volume gespaarde PBL uren en hogere sociale lasten. Daarnaast was er sprake van een lichte daling van de post ‘personeel niet in loondienst’. • De afschrijvingen zijn gedaald met EUR 4.671.000. Hiervan is EUR 2.489.000 toe te wijzen aan lagere impairment in 2013 ten opzichte van. 2012. De resterende daling ad EUR. 2.182.000 is toe te schrijven overige lagere afschrijvingskosten in vergelijk met 2012 gecombineerd met vrijval reservering afwaardering. • De overige bedrijfskosten namen ten opzichte van 2012 toe met EUR 5.486.000. - Een daling op voeding / hotelmatige kosten / huisvesting -/- EUR 305.000 - Een daling op de kosten vervoer -/- EUR 1.903.000 - Hogere algemene kosten, resultaat deelnemingen EUR 1.423.000 - Hogere algemene kosten, herstructurering EUR 1.000.000 - Hogere algemene kosten, overig EUR 1.223.000 - Hogere cliëntgebonden kosten EUR 973.000 - Hogere kosten onderhoud en energie EUR 2.002.000 - Hogere kosten huur EUR 1.074.000 • De post financiële baten en lasten (rente) zijn gestegen met EUR 485.000. De stijging komt voort uit boeterente vervroegd aflossen leningen en kosten afsluiten leningen met borgstelling Wfz. Het resultaat uitgedrukt in een percentage van de totale opbrengsten (resultaatratio) komt neer op:
Balanspositie en eigen vermogen Het financieel beleid is in algemene zin gericht op de continuïteit van de zorgorganisatie. In verband met de toename van het ondernemingsrisico is het beleid van Ipse de Bruggen er op gericht een marktconforme solvabiliteit te realiseren. Per ultimo 2013 is de solvabiliteit:
De liquiditeitspositie van Ipse de Bruggen (quick ratio) is ruim voldoende. De ontwikkeling ervan in het verslagjaar laat een stijging zien dankzij een aanzienlijke lening ter financiering van nieuwbouw.
Ontwikkelingen 2013 • Evenals de begroting 2012 was de begroting 2013 met een positief resultaat ad EUR 1,1 miljoen gepresenteerd. De realisatie is uit gekomen op EUR 1,5 miljoen positief. • In de begroting 2013 was een post onvoorzien opgenomen ad EUR 1,4 miljoen, die niet voor de reguliere exploitatie werd aangesproken. • In de begroting 2013 was een ombuiging op het vervoersdossier verwerkt. Het verschil tussen kosten en opbrengsten bij de begroting 2013 is door tariefsaanpassingen en afschaffen nacalculatie uitgekomen op EUR 5,5 miljoen. In de begroting 2013 werd hiervan EUR 2,5 miljoen verwerkt door kostenverlagende besparingen. Het resterende verschil ad EUR 3,0 miljoen zou worden afgedekt door een te vormen voorziening ten laste van het resultaat 2012. Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 heeft dit een andere uitwerking gekregen. Doordat de maatregelen op kostenbesparing pas in de loop van 2013 konden worden geëffectueerd, heeft de beheersing van de kosten niet in de pas gelopen met de begroting. In totaal heeft dit een negatief effect van circa EUR 3,7 miljoen negatief gehad. terug naar inhoud
33
• De extramuralisering van nieuwe cliënten met een ZZP VG 1-2 heeft zijn intrede gedaan; de aanspraak verviel met ingang van 2013 voor nieuwe cliënten ouder dan 22 jaar. Het effect is zeer beperkt voor de exploitatie. • Het jaar 2013 was het tweede overgangsjaar van de Normatieve Huisvesting Component (NHC). Voor de jaarrekening 2013 zijn de afschrijvingsbedragen opgenomen die relatie hebben met de technische levensduur van het vastgoed. De bedrijfswaarde berekeningen zijn opgesteld en op grond daarvan zijn er extra afschrijvingen verwerkt in de exploitatie 2013. Gedurende de overgangsregeling (t/m 2017) zal er met het oog op de ontwikkelingen in de AWBZ rekening gehouden moeten met versneld afschrijven. De doorrekeningen ultimo 2013 zijn gemaakt, geconstateerd kan worden dat Ipse de Bruggen, met de kennis van dit moment, op dit punt het dossier goed op orde heeft. • Ipse de Bruggen heeft in 2013 voor de (gedeeltelijke) borging van langlopende leningen de overeenkomst gedeelde zekerheden in samenwerking met de banken en het Waarborgfonds voor de Zorgsector (Wfz) afgesloten. Eind december is, als afsluiting van dit traject, een lening ad EUR 23 miljoen met borgstelling aangetrokken.
Ipse de Bruggen Louis Braillelaan 42 2719 EK Zoetermeer T: (088) 967 50 00 I: www.ipsedebruggen.nl
terug naar inhoud
34