Samen zorgen voor welzijn

Samen zorgen voor welzijn

Activiteitenverslag OCMW Aalst - 2013

iNHOUD Inleiding

4

DEEL 01. BESTUUR

6

1.1. Raad en voorzitter 1.2. Vast bureau en bijzondere comités 1.2.1. Vast bureau 1.2.2. Bijzonder comité voor Sociale Zaken 1.2.3. Beleidscomité 1.3. Het managementteam 1.4. Financieel beheerder 1.5. Secretaris

7 8 8 8 8 8 8 9

DEEL 02. CENTRALE AFDELING

10

2.1. Algemene Administratie en Coördinatie Gunningen 2.1.1. Directiesecretariaat 2.1.2. Postbedeling 2.1.3. Het Archief 2.1.4. Dienst Gunningen 2.2. Juridische Dienst 2.2.1. Voorstelling 2.2.2. Ontplooide activiteiten 2.2.3. Patrimonium 2.2.4. Logistiek en materiaal 2.2.5. Prestaties 2.2.6. Personeel 2.2.7. Openingsuren 2.3. Dienst Informatica 2.4. Dienst Preventie en Techniek 2.4.1. Preventie 2.4.2. Techniek 2.5. Dienst Communicatie

11 11 11 11 12 13 13 13 14 14 14 14 14 15 16 16 16 16

DEEL 03. AFDELING PERSONEEL EN ORGANISATIE 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.

Personeelsbezetting OCMW Aalst op 31/12/2013 Vorming & Evaluatie Psychosociaal Welzijn Werving & Selectie

DEEL 04. AFDELING FINANCIËN 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6.

// 2

Gegevens jaarrekening 2013 Liquiditeit Solvabiliteit Rentabiliteit Balans geconsolideerd Resultatenrekening geconsolideerd

18 19 21 22 22

24 25 25 26 26 27 30

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013

DEEL 05. Afdeling Sociale Zaken 5.1. Onthaal, Lokaal Sociaal Beleid en Sociaal Huis 5.1.1. Sociaal Huis 5.1.2. Onthaal 5.2. Activering 5.2.1. Tewerkstelling en Opleiding 5.2.2. Cultuurparticipatie 5.3. Ondersteuning op maat 5.3.1. Budget- en schuldhulpverlening 5.3.2. Werkwijze 5.3.3. Samenwerkingsverband OCMW-CAW 5.3.4. Juridische hulp 5.3.5. Materiële ondersteuning 5.3.6. Financiële ondersteuning 5.3.7. Specifieke steun op maat 5.4. Zorg en opvang 5.4.1 Betaalbaarheid van de medische zorg 5.5. Ondersteuning van specifieke doelgroepen 5.5.1 Steunequivalent leefloon (STE LL) 5.5.2 Leefgeld LOI 5.5.3 Medische kosten 5.6. Wonen 5.6.1 Huisvesting 5.6.2 Energie 5.7. Lokale actoren en welzijnsforum 5.7.1. Lokale actoren 5.7.2. Participatie, dialoog en samenwerking 5.7.3. Het Welzijnsforum

35 35 35 37 37 44 46 46 46 48 49 49 50 51 53 53 55 55 55 56 59 59 60 65 65 67 67

DEEL 06. RESIDENTIELE ZORG EN THUISZORG 6.1. Woonzorgcentrum Mijlbeke 6.2. Woonzorgcentrum De Hopperank 6.3. Woonzorgcentrum Sint-Job 6.4. Serviceflats 6.5. Dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg - ontplooide activiteiten 6.5.1. Gezinszorg 6.5.2. Dienstencheques 6.5.3. Maaltijden aan huis 6.5.4. Klusjesdienst 6.5.5. Poetsdienst 6.5.6. Noodoproepsysteem 6.5.7. Plusbus-werking 6.5.8. MobiPlus-project 6.5.9. Buurtantennezorgsysteem 6.6. Lokaal Dienstencentrum de Maretak 6.6.1. Inleiding 6.6.2. Specifieke erkenningsvoorwaarden betreffende de hulp- en dienstverlening

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013

34

68 69 78 84 90 94 94 95 96 97 98 99 100 101 102 104 104 104

// 3

// INLEIDING

// 4

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // INLEIDING

WELKOM IN DIT ACTIVITEITENVERSLAG VAN OCMW aalst Traditiegetrouw brengen we in het activiteitenverslag een staalkaart van wat het OCMW Aalst in dat jaar realiseerde. Voor het eerst presenteren we de staalkaart enkel in elektronische vorm. Op deze wijze kunnen we de meest gedetailleerde informatie op maat van de lezer aanbieden zonder eindeloze bergen papier te verspillen. Na het verkiezingsjaar van 2012 vertrokken we in 2013 op volle kracht om nieuwe paden te betreden en ambitieus aan de toekomst te werken. We volgden de ingeslagen weg van de nieuwe rechtspositieregeling en met het oog op de nieuwe beheers- en beleidscyclus hebben we een nieuwe manier van werken opgesteld. Geheel volgens de principes van BBC hebben we een koers en bijhorende doelstellingen uitgezet. Ondertussen zagen we gestaag de contouren van de vervangingsnieuwbouw voor WZC De Hopperank verschijnen. Het speerpunt van 2013 was voor het OCMW de meiboomplanting van het nieuwe gebouw. Het werd een spectaculaire gebeurtenis onder een stralende oktoberzon. Met alle werken op schema tellen we af naar de opening in 2014 wanneer 96 bewoners hun intrek in het gloednieuwe gebouw zullen nemen. Met man en macht werd er ook gewerkt aan de al even ambitieuze plannen voor twee andere woonzorgcentra en aan de installatie van nieuwe software voor onze operationele sociale diensten. Op die manier willen we onze organisatie doen evolueren volgens de huidige en toekomstige noden. Het resultaat van al deze en andere inspanningen kunt u terugvinden in dit activiteitenverslag. We wensen u alvast veel leesplezier!

Namens de raad voor maatschappelijk welzijn, Carine Pletinckx-Swinnen Sarah Smeyers wd. secretaris OCMW voorzitter OCMW

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // INLEIDING

// 5

// 01 BESTUUR

// 6

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // DEEL 01 BESTUUR

1.1. RAAD EN VOORZITTER Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn is een overheidsinstelling die bestuurd wordt door een raad voor maatschappelijk welzijn: de OCMW-raad. De Aalsterse OCMW-raad bestaat uit 13 raadsleden, verkozen door de gemeenteraad. De raad kiest zelf onder zijn leden een voorzitter. De vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn openbaar, behalve als het gaat om aangelegenheden die de persoonlijke levenssfeer raken. De voorzitter leidt de activiteiten van het OCMW. Dit houdt onder meer volgende taken in: roept de raad, het vast bureau, het bijzonder comité Sociale Zaken en het beleidscomité samen en stelt de agenda vast zit de raad, het vast bureau en de bijzondere comités voor is belast met de uitvoering van de genomen beslissingen vertegenwoordigt het OCMW in gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen ondertekent samen met de secretaris alle uitgaande stukken zorgt voor een voorafgaand onderzoek van de zaken die ter beslissing worden voorgelegd De voorzitter is van rechtswege ook schepen voor Sociale Zaken en Wonen. De zitdag van voorzitter/schepen Sarah Smeyers vindt plaats elke vrijdag van 14 uur tot 16 uur. Deze zitdag gaat door in het gebouw van de Woonwinkel (Molenstraat 30 te Aalst). Er dient wel vooraf een afspraak gemaakt te worden via mail aan [email protected] of telefonisch op het nummer 053 76 50 02.

VOORZITTER: Sarah Smeyers Gasthuisstraat 40, 9300 Aalst

RAADSLEDEN:

Karolien Devos Pieter Cassiman Yasine Deghels Jan Nevens Annicq De Neve / vanaf 01/10/2013 vervangen door Steve Herman Andreas Verleysen / vanaf 05/03/2013 vervangen door Paul Nijs Daisy Van Gheit Anja De Bundel Chris Borms Arnold Van de Perre Jo De Swaef Martine De Maght


// 7

1.2. VAST BUREAU EN BIJZONDERE COMITés 1.2.1. Vast Bureau Het vast bureau staat in voor het dagelijks beheer van het OCMW. Dit houdt onder meer volgende taken in: het dagelijks bestuur en de interne werking van alle diensten financieel beheer (goedkeuring facturen) 1.2.2. Bijzonder comité voor sociale zaken Het bijzonder comité voor Sociale Zaken behandelt de dossiers van individuele maatschappelijke dienstverlening. Het comité voor de Sociale Zaken bespreekt de dossiers en beslist over: het leefloon en elke andere materie over de materiële, sociale, geneeskundige en psychologische dienstverlening, met inbegrip van het horen van de betrokkenen het ten laste nemen van kosten van maatschappelijke dienstverlening het betaalbaar stellen van de mandaten van het OCMW voor de individuele dienstverlening 1.2.3. Beleidscomité Het beleidscomité onderzoekt en formuleert voorstellen over het beleid van ondermeer de volgende materies: werken, patrimonium, financiën, interne en externe zorg en aankopen.

1.3. het managementteam Het managementteam bestaat uit de OCMW-secretaris, de financieel beheerder, de directeur van de sociale directie, de afdelingschef van de centrale afdeling en de afdelingschef van de afdeling Residentiële en Thuiszorg. De OCMWvoorzitter is lid van het managementteam met raadgevende stem. Het managementteam werkt zeer nauw samen met de secretaris, die het managementteam voorzit. Het managementteam behandelt vooral departementsoverschrijdende problemen. Het ondersteunt de coördinatie van de diensten bij beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie. Het team bewaakt de eenheid en de werking, de kwaliteit van de organisatie, en de interne communicatie.

1.4. FInANCIEEL BEHEERDER De financieel beheerder is verantwoordelijk voor de financiële beleidsadvisering in de ruimste zin. Hij is verantwoordelijk voor: Financiële planning op lange termijn (meerjarenplanning), middellange termijn (budget) en korte termijn (thesaurieplanning, liquiditeitsplanning,...) Op basis van de prioriteiten van de beleidsorganen, en in overleg met het managementteam, stelt de financiëel beheerder het voorontwerp van de financiële nota van het meerjarenplan, de jaarlijkse herziening ervan, het jaarlijks budget, en de budgetwijzigingen op om tot een optimale bedrijfsfinanciering te komen en voor het bestuur en de administratie het kader te creëren dat richting geeft bij het nemen van de dagelijkse operationele beslissingen. Het voeren en afsluiten van de boekhouding en het opmaken van de jaarrekeningen om aan het bestuur en de leiding van de administratie steeds een correcte weergave van de financiële situatie te kunnen geven en te verzekeren dat aan alle wettelijke en decretale bepalingen is voldaan.

// 8


Subsidiemanagement en niet-fiscale debiteurenbeheer Het in volle onafhankelijkheid coördineren, plannen, organiseren, opvolgen, evalueren en bijsturen van de activiteiten m.b.t. het innen van niet-fiscale inkomsten en subsidies om te verzekeren dat alle inkomsten rechtmatig, correct en tijdig geïnd worden. Rapportering en analyse Maken van analyses van data, gegevens en informatie en opstellen van rapporten om inzicht in de financiële processen te verwerven om deze te optimaliseren, beslissingsprocessen te ondersteunen en zodoende de operationele en strategische doelstellingen van de organisatie te behalen en te voldoen aan de interne en externe rapporteringsvereisten. Financieel management Binnen de decretale grenzen, aansturen van het financieel management van de organisatie en instaan voor een correcte implementatie ervan om bij te dragen tot een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en om de wettelijkheid en regelmatigheid van alle financiële verrichtingen te verzekeren. Interne financiële controle met inbegrip van visum Onder de functionele leiding van de secretaris en in overleg met het management, een strategische rol spelen bij het opzetten van systemen van interne controle om beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie te kunnen waarborgen, de wettigheid en regelmatigheid van de beslissingen te verzekeren en fouten, misbruiken of fraude te vermijden. Human Resources Management Met respect voor de regels van het van kracht zijnde personeelsbeleid, hiërarchisch leiding geven aan de medewerkers van de eigen financiële dienst om te beschikken over een competent en gemotiveerd team dat de opdrachten en de doelstellingen van de financiële dienst kan realiseren. Externe contacten, samenwerking en verzelfstandiging Onderhouden van goede externe contacten met relevante personen of instanties en de organisatie vertegenwoordigen op evenementen of fora om de werking van de organisatie te faciliteren en/of haar belangen te verdedigen.

FINANCIEEL BEHEERDER: Dirk De Pauw Gasthuisstraat 40 9300 Aalst

1.5. secretaris De secretaris staat aan het hoofd van het personeel en oefent controle uit op de werking van de diensten. De OCMW-secretaris heeft ook nog volgende opdrachten:

de voorbereiding van zaken die aan de OCMW-raad of aan het vast bureau worden voorgelegd bijwonen van de vergaderingen van de raad en het vast bureau en opmaken van de notulen de beleidsvoorbereiding en -uitvoering de algemene informatievoorziening en openbaarheid van bestuur het relatiebeheer met de voogdijoverheden en externe instanties in samenwerking met het managementteam, opmaken van het organigram, de personeelsformatie, de rechtspositieregeling, de strategische nota en de beleidsnota adviseren van de raad op beleidsmatig, bestuurskundig en juridisch vlak

WAARNEMEND SECRETARIS:

Carine Pletinckx-Swinnen Gasthuisstraat 40 9300 Aalst


// 9

// 02 CENTRALE AFDELING AFDELINGSCHEF: BENNY WAUTERS

// 10

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // DEEL 02 CENTRALE AFDELING

De Centrale Afdeling bestaat uit vijf diensten: Algemene Administratie en Coördinatie Gunningen, Informatica, Preventie en Techniek, de Juridische Dienst en de dienst Communicatie.

2.1. ALGEMENE ADMINISTRATIE EN COöRDINATIE GUNNINGEN Bestuurssecretaris: CARINE PLETINCKX-SWINNEN De Algemene Administratie en Coördinatie Gunningen bestaat uit het directiesecretariaat, het archief (documentenbeheer), de postbedeling en de dienst Gunningen. 2.1.1. Directiesecretariaat Het directiesecretariaat is o.a. verantwoordelijk voor het verzamelen van agendapunten en de aanmaak van de agenda’s voor het beleidscomité, de OCMW-raad, het Vast Bureau en het managementteam. Het secretariaat staat ook in voor de verwerking van de verslaggeving (notulen) van deze vergaderingen. Daarnaast verzorgt het secretariaat de briefwisseling met verschillende instanties zoals bijvoorbeeld de gouverneur, het stadsbestuur etc. Het secretariaat biedt ook ondersteuning aan de communicatieambtenaar voor het realiseren van de interne en externe communicatie. 2.1.2. Postbedeling De postbedeling zorgt voor de inkomende en uitgaande briefwisseling. De behandeling van ingaande briefwisseling gebeurt volledig elektronisch. 2.1.3. Het archief Bestuurssecretaris: Hassan Ben Toutouh Algemene werking De archiefdienst van het OCMW Aalst beheert het archief van het OCMW en zijn rechtsvoorgangers. Het richt zich zowel op de interne als de externe gebruiker. Het is bovenal een administratief archief, wat betekent dat het in eerste instantie dient om de administratie en de medewerkers van het OCMW Aalst te ondersteunen bij de uitoefening van hun taken. In die zin staat de archiefdienst niet alleen in voor het archief maar ook voor het gehele documentbeheer bij de archiefvormers. Als openbaar archief is het OCMW-archief uiteraard ook toegankelijk voor externe gebruikers zoals geïnteresseerden in de lokale geschiedenis, onderzoekers en de burger in het algemeen. De wet op de openbaarheid van het bestuur bepaalt dat het publiek het recht heeft zich te informeren over de werking van de lokale instellingen. Dit betekent dat iedereen de administratieve documenten van het OCMW en haar voorgangers kan komen inkijken. Het OCMW-archief heeft evenwel geen leeszaalwerking. Het is daardoor enkel toegankelijk op afspraak na een schriftelijke aanvraag. Dat kan per brief, per fax, per e-mail, of door persoonlijk een aanvraag af te geven aan het onthaal van het Sociaal Huis. Activiteiten archief en documentenbeheer 2013 Zoals de tabel hieronder duidelijk maakt, werden in 2013 409 documenten of dossiers voor inzage of heropening opgevraagd uit het archief. Een kleine stijging ten aanzien van het jaar voordien. Toen werden 320 aanvragen verwerkt. Wat de overdrachten betreft, werden in 2013 ruim 62 meter (570 dozen) documenten en dossiers in het archief opgenomen, bijna 100 dozen meer dan in 2012. Daarnaast werden 979 dossiers van voormalige personeelsleden gearchiveerd en 3.731 sociale (sub)dossiers in het archief opgenomen. Een aanzienlijke stijging in vergelijking met het aantal overdrachten in 2012 dat 2.435 sociale dossiers bedroeg. In het najaar van 2012 werd gestart met een algemene selectie waarbij materiaal dat niet langer nuttig is systematisch uit het archief wordt verwijderd. In dit kader werd in 2013 ongeveer 110 meter documenten vernietigd.


// 11

Halfweg 2013 werd een Wep+ ingeschakeld om de oude notulen en financiële stukken te schonen. Daarmee beschikte het archief de rest van het jaar over drie voltijdse werkkrachten. Inzake documentbeheer en automatisering werd in 2013 gestart met de verkenning van de markt naar een gepaste oplossing voor de digitalisering van de vergaderingen en het notulenbeheer. De aandachtspunten zijn daarbij het open source karakter en de compatibiliteit met DMS systemen. Statistieken archief 2013 Archiefaanvragen

Archiefoverdrachten

Dossiers

Dozen

Dossiers

-

-

-

-

43

-

11

181

77

Juridische dienst

-

39

-

Dienst Preventie en Techniek

3

-

-

Personeel en Organisatie

3

12

979

Totaal

17

275

1056

Afdeling Sociale Zaken

233

43

3.221

Afdeling Residentiële- en Thuiszorg

159

252

510

Totaal

392

295

3.731

Algemeen totaal

409

570

4.787

Sociaal Huis / Onthaal Centrale afdeling Algemene Administratie en Coördinatie Gunningen Afdeling Financiën

Sociaal departement

2.1.4. DIENST GUNNINGEN Bestuurssecretaris: JELLE VERMEERSCH De dienst Gunningen valt onder de dienst Algemene Administratie en Coördinatie Gunningen. Deze dienst staat in voor alle aankopen van de verschillende instellingen van het OCMW. Dit gaat van zaken die nodig zijn voor de woonzorgcentra en de serviceflats zoals bedden en medische benodigdheden, tot behoeften voor de administratie of het lokaal dienstencentrum. Als openbaar bestuur moet het OCMW de wetgeving overheidsopdrachten toepassen waardoor er verschillende soorten aanbestedingen en offerteaanvragen plaatsvinden. Op deze wijze respecteert het OCMW de mededinging en hebben verschillende leveranciers, dienstverleners en aannemers de kans om bepaalde opdrachten voor het OCMW uit te voeren. Sinds 1 juli 2013 is de nieuwe regelgeving i.v.m. overheidsopdrachten in werking getreden waardoor er heel wat veranderingen binnen dit domein zijn gebeurd. Een kleine greep uit de dossiers die zijn toegewezen in 2013: vernieuwen ramen en buitenschrijnwerk in het administratief centrum, aankoop nieuwe server, leveren en plaatsen van 3 hooglaagbaden in WZC Mijlbeke, vervangen van deuren/isolatie en keukens in de woonwijk Sint-Elisabeth, een vernieuwd leasing contract voor de voertuigen van OCMW Aalst, aankoop van switchen, verplaatsing en herconfiguratie van de telefooncentrale, opmaak van het arbeidsreglement, leveren en plaatsen van een temperatuurregistratiesysteem in de verschillende woonzorgcentra, aanstellen van een ontwerper voor de realisatie van woonzorgcentrum St-Job, uitvoeren van assessments via Jobpunt Vlaanderen, bereiden en leveren van warme maaltijden aan de woonzorgcentra, …

// 12


2.2. JURIDISCHE DIENST Bestuurssecretaris: Chris Bombeeck 2.2.1. Voorstelling De juridische dienst sensu stricto van het OCMW Aalst heeft een interne en een publieke taak. Binnen het OCMW worden juridische adviezen gegeven aan de diensten die erom vragen. De beroepen die bij de arbeidsrechtbank worden ingesteld tegen beslissingen van het comité sociale dienst, evenals bepaalde andere rechtszaken, worden hier beheerd. De bestuurssecretaris treedt in beperkte mate bij volmacht op in rechtszaken: vooral in het kader van minnelijke schikkingen. Verder heeft de juridische dienst een aanzienlijke rechtsbibliotheek die op aanvraag door het personeel kan geraadpleegd worden. Ten slotte beheert de dienst de verzekeringsdossiers, met uitzondering van de arbeidsongevallen tenzij er een gerechtelijke betwisting volgt. Het publiek lijkt op de hoogte te zijn van het feit dat de juridische dienst van het OCMW enkel eerstelijnsrechtshulp verleent en dat men zich voor kosteloze tweedelijnsrechtsbijstand tot het Bureau voor Juridische Bijstand (pro-Deobureau) moet wenden. Door het uitbreiden van de zitdagen (nu alle weekdagen rond de middag) van het Bureau is de toegang eenvoudiger geworden. 2.2.2. Ontplooide activiteiten Eerstelijnsrechtshulp De meeste vragen hebben, zoals steeds in feite, te maken met problemen van burgerrechtelijke aard en dan in hoofdzaak huur, echtscheiding (en beëindigingen van samenwoonst, al dan niet wettelijk) en onderhoudsverplichtingen. Ook wel erfdienstbaarheden, gemene muur e.d. Gerechtelijk recht (en gerechtelijke informatie) en strafrecht volgen op afstand. Vragen inzake sociaal recht in de brede betekenis worden vrij zelden gesteld omdat aanvragers de daarvoor meer geëigende kanalen wel kennen. Per werkdag wordt zo een drie à vier keer een beroep gedaan op de dienst, rechtstreeks of onrechtstreeks, meestal via de sociale dienst. Het aantal vragen per mail lijkt zich te stabiliseren maar de telefonische vragen of de consulten op afspraak in de Gasthuisstraat blijven in grote mate overwegen. Aanvragers raadplegen vaak het internet om zelf een antwoord op hun vragen te zoeken maar doen uiteindelijk toch een beroep op een ‘levende’ deskundige. Sociale dossiers arbeidsrechtbank In 2013 werden 28 nieuwe beroepen tegen beslissingen van het comité sociale dienst ingediend. Er werden 14 vonnissen uitgesproken, waarvan 4 in het nadeel van het OCMW. Een uitspraak was een doorhaling. Het vrij laag aantal uitspraken is mogelijk te verklaren door het feit dat er vaak conclusietermijnen worden bepaald, hetgeen een langere procedure met zich meebrengt. Er zou dus de volgende jaren een ‘inhaalbeweging’ qua aantal uitspraken kunnen optreden. Tegen geen van de voor het OCMW negatieve uitspraken werd beroep aangetekend. Het betrof namelijk uitspraken zonder belangrijke implicaties voor toekomstige beslissingen van het comité sociale dienst. Verzekeringen Onder de polis Burgerlijke Aansprakelijkheid vielen 26 aangiftes, zoals steeds grotendeels schadegevallen bij DGAT en dienstencheques. Dit is een sterke daling tegenover 2012 (38). Er waren 60 aangiftes van arbeidsongevallen, een aanzienlijke daling t.o.v. vorig jaar (71), en blijkbaar ook een laag aantal op langere termijn bekeken. Arbeidsongevallen worden op de personeelsdienst beheerd. Bij de brandverzekeringen waren er 4 aangiftes, minder dan de 6 van het jaar ervoor. De verzekering ‘dienstenomnium’ (verzekering schade aan eigen wagens van personeel die voor dienstdoeleinden worden gebruikt) kende 3 aangiftes. De verzekering van het wagenpark van het OCMW wordt beheerd door de leasingmaatschappij. Alleen de Plusbus is geen leasevoertuig. OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // DEEL 02 CENTRALE AFDELING

// 13

2.2.3. Patrimonium bestuurssecretaris: Martine De Luyck Sinds eind 2010 is de Juridische Dienst versterkt met de dienst Patrimonium. Er is een inventaris gemaakt van alle OCMW-eigendommen. Het zijn er in totaal ongeveer 450. Het merendeel betreft landbouwgronden. Per kadastrale afdeling hebben we een overzicht van onze eigendommen met beschrijving van de kadastrale gegevens, de oppervlakte, het kadastraal inkomen, de stedenbouwkundige bestemming, het juridisch statuut (verhuurd, verpacht of vrij) en in voorkomend geval de identitieit van de huurder of de pachter en het ontvangen huur- of pachtbedrag in 2013. Jaarlijks streeft de patrimoniumbeheerder ernaar een honderdtal percelen te bezoeken met het oog op het verifiëren van de toestand van het perceel en het juridisch statuut en het onderhouden van contacten met de huurder of pachter. De patrimoniumbeheerder treedt op bij volmacht op verzoeningszittingen voor de vrederechter in pacht- en huurzaken. In 2013 heeft het OCMW geen onroerende goederen aangekocht noch verkocht. 2.2.4. Logistiek en Materiaal Het aantal abonnementen bleef nagenoeg onveranderd. De tendens om eerder losstaande publicaties aan te schaffen blijft ook in 2013 voortduren: er worden meer werken aangeschaft voor de verschillende diensten zelf. Op het intranet van het OCMW is een lijst van publicaties te vinden, met de diensten waar ze te vinden zijn. Dit o.a. met de bedoeling om dubbele aanschaf van minder frequent gebruikte werken te vermijden. 2.2.5. Prestaties De dienst trad in 2013 4 keer op tijdens een collectieve verzoeningszitting. Het ging hier om in totaal zowat 130 oproepingen, waarvan in 2013 ongeveer een zesde (rechtstreeks) tot een minnelijke schikking leidde. Het is wel zo dat de oproepingen soms resulteren in een vrijwillige betaling of dat met personen die nog een lopend dossier hebben bij het OCMW via de hen begeleidende dienst een betalingsregeling wordt getroffen. Of de minnelijke schikkingen daadwerkelijk worden uitgevoerd, wordt niet bijgehouden op de juridische dienst. 2.2.6. Personeel De Juridische Dienst van het OCMW Aalst telde in 2013 drie personeelsleden: bestuurssecretaris - juridisch adviseur (1 vte) bestuurssecretaris - patrimonium (1 vte) administratief medewerkster (1/2 vte) 2.2.7. Openingsuren Naar het publiek verstrekt de Juridische Dienst eerstelijnsrechtshulp. Er zijn geen spreekuren vastgelegd maar het maken van een afspraak is aanbevolen. Eerstelijnshulp wordt ook verstrekt door advocaten aangeduid door de Commissie Juridische Bijstand van het gerechtelijk arrondissement Dendermonde die elke woensdagavond in het Sociaal Huis een spreekuur hebben (17 uur tot 19 uur). Deze spreekuren zijn meestal volzet. De voorziene uitbreiding van het aantal uren is ook in 2013 nog niet in werking getreden. Het valt af te wachten wat er met deze dienstverlening gaat gebeuren in het licht van de fusie van de gerechtelijke arrondissementen: ieder arrondissement kon zelf zijn werkwijze kiezen; dat van Dendermonde was decentralisatie naar iedere gemeente die wilde meewerken, terwijl de eerstelijnsrechtshulp van het arrondissement Gent in Gent zelf gecentraliseerd was.

// 14


2.3. dienst informatica De dienst Informatica bestaat uit drie automatiseringsconsulenten die instaan voor een computerpark van om en bij de 250 computers. De voornaamste taken binnen deze afdeling bestaan uit het operationeel houden van het computerpark en het onderhoud op servers en applicaties. Wij denken hier vooral aan het voorzien van een dagelijkse backup van bestanden en het mailverkeer alsook de instandhouding van een degelijke verbinding tussen de verschillende sites onderling. Een helpdeskapplicatie helpt de dienst om alle computertechnische problemen op een zo gestructureerd mogelijke manier op te lossen. De dienst informatica streeft ook efficiëntie na en werkt zodoende reeds met virtualisatie-technieken. Deze oplossing staat garant voor performantere prestaties en reduceert het energieverbruik. Ook de kostprijs voor fysieke servers verlaagt hierdoor. In februari 2013 werd de mailserver overgezet naar een virtuele omgeving. In 2014 zullen er verdere inspanningen gedaan worden om het serverpark optimaal te werkzaam te houden. Dit zowel op economisch als ecologisch vlak. Ook voor de residentiële diensten levert de ICT inspanningen. Zodoende werd de huidige zorgapplicatie voor onze woonzorgcentra upgegraded naar een nieuwe meer performante applicatie. In 2014 zullen deze woonzorgcentra een volledige automatisch zorgdossier in gebruik nemen. Deze werkwijze ondersteunt en vergemakkelijkt vooral de dagtaak van onze verpleegkundigen en verzorgden.


// 15

2.4. dienst preventie en techniek INGENIEUR-PREVENTIEADVISEUR: ALAIN VAN MUYLEM De dienst Preventie en Techniek bestaat uit twee delen 2.4.1. preventie Elke werkgever is wettelijk verplicht om een welzijnsbeleid te voeren ter bescherming van de werknemers op het werk. In het welzijnsbeleid zijn er verschillende domeinen: arbeidsveiligheid, arbeidsgezondheid, arbeidshygiëne, ergonomie, arbeidsgeneeskunde, psychosociale belasting en leefmilieu. De preventieadviseur geeft info en advies aan de werkgever. De werkgever neemt de beslissingen en draagt de volledige verantwoordelijkheid. De preventieadviseur heeft bepaalde taken te vervullen zoals het secretariaatswerk van het comité voor preventie en bescherming op het werk; dit orgaan vergadert vijf keer per jaar en bestaat uit vertegenwoordigers aan werkgevers- en aan werknemerszijde. 2.4.2. Techniek Dit omvat het preventief onderhoud en herstellen van gebouwen en installaties en het implementeren van renovaties, uitbreidingen en nieuwbouw. Bij de dienst Preventie en Techniek is technisch personeel actief. Deze medewerkers staan vooral in voor de dagelijkse onderhoudswerkzaamheden. Voor specialisaties wordt een beroep gedaan op externen, al dan niet via onderhoudscontracten.

2.5. dienst communicatie communicatie-ambtenaar: kathleen Bruggemans Samen met de ondersteuning van een administratief medewerker vormt de communicatieambtenaar de dienst Communicatie met als belangrijkste taak het optimaliseren van de interne en externe communicatie. Concreet betekent dit het beheer van intranet en website, redactie en layout van het personeelsblad, het bewaken van de huisstijl, ondersteuning en uitwerking van promotiemateriaal zoals advertenties, affiches, flyers, brochures etc. Ook de perscontacten, het schrijven van persberichten en organiseren van persconferenties zijn een taak van de dienst Communicatie. Een greep uit de realisaties: Ontwikkeling van sensibiliseringsfolder over hitte Opstart blog over vervangingsnieuwbouw Organisatie meiboomplanting vervangingsnieuwbouw Ontwikkeling voorstellingsfolder WZC De Hopperank Ontwerpen van verschillende advertenties

// 16



// 17

// 03 AFDELING PERSONEEL EN ORGANISATIE BESTUURSSECRETARIS: JAN DE LEENHEER

// 18

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // DEEL 03 AFDELING PERSONEEL EN ORGANISATIE

De afdeling Personeel en Organisatie bestaat uit verschillende onderverdelingen: personeelsadministratie en salarissen, vorming en evaluatie, psychosociaal welzijn, werving en selectie.

3.1. Personeelsbezetting ocmw aalst op 31/12/2013 Bestuurssecretaris: Jan De Leenheer In dit luik wordt een overzicht gegeven van de bestaffing van het OCMW Aalst en enkele kenmerken ervan (leeftijd, onderbrekingen, ... ) Totale personeelsbezetting op 31/12/2013 Totaal in koppen: 731 Aantal per leeftijdscategorie Koppen M

V

Totaal

< 20

0

0

0

20 – 24

4

31

35

25 – 29

11

75

86

30 – 34

11

70

81

35 – 39

6

73

79

40 – 44

17

62

79

45 – 49

19

124

143

50 – 54

14

119

133

55 – 59

18

63

81

60 – 64

7

7

14

Totaal

107

624

731

Loopbaanonderbreking en enkele verloven Koppen Voltijdse loopbaanonderbreking

12

Deeltijdse loopbaanonderbreking

78

Verminderde prestaties persoonlijke red

6

Voltijdse loopbaanonderbreking palliatieve zorgen

1

Voltijds ouderschapsverlof in kader van LBO

2

Deeltijds ouderschapsverlof in kader van LBO

16

Gedeeltelijke LBO medische bijstand

5

Verlof voor deeltijdse prestaties

12

Halftijds werken – 50% mutualiteit

12

Halftijds werken wegens ziekte (statutair)

2

Onbetaald verlof

4 Totaal

150


// 19

// 20

1 3 4 1 2 2 2 1 8 5 3 0 5 3 0 40

Financieel beheerder

Afdeling Personeel & Organisatie

Dienst Preventie & Techniek

Juridische dienst

Dienst Informatica

Afdeling Financiën

Dienst Algemene Administratie & Coördinatie Gunningen

Centrale afdeling

Afdeling Sociale Zaken

Afdeling residentiële en thuiszorg

Dienst Thuiszorg & Ldc de Maretak

WZC De Hopperank

WZC Mijlbeke

WZC Sint-Job

Serviceflats De Kaalberg – Kareeloven

Subtotaal

Totaal

0

Secretaris

M

135

2

30

26

6

25

1

34

1

3

2

0

0

0

5

0

0

V

Vast benoemd

46

0

15

8

6

9

0

5

0

0

1

1

0

1

0

0

0

M

379

10

74

48

33

166

0

25

0

5

6

0

2

1

9

0

0

V

Contractueel

22

0

1

2

1

8

2

4

0

2

0

0

0

1

1

0

0

M

GESCO

109

2

11

7

2

77

0

3

0

4

1

0

0

1

1

0

0

V

81 115 14

15 19 0 731

41

7

623

268

20

108

1

9

3

7

0

3

62

2

1

17

2

6

1

15

4

1

0

1

12

0

0

4

V

M

Totaal

Totaal in dienst in koppen


3.2. Vorming en evaluatie Bestuurssecretaris: nele schollaert en klara siau Artikel 110 van het OCMW-decreet bepaalt dat personeelsleden recht hebben op informatie en vorming, zowel over thema’s die nuttig zijn voor de uitoefening van de functie maar ook om te kunnen voldoen aan de bevorderingsvereisten. De personeelsleden houden zich ook op de hoogte van de ontwikkelingen en de nieuwe inzichten in de materies waarmee zij beroepshalve belast zijn. De vorming is een plicht als ze noodzakelijk blijkt voor een betere uitoefening van de functie of het functioneren van de dienst, of als ze een onderdeel uitmaakt van een herstructurering of reorganisatie van een afdeling of een implementatie van nieuwe werkmethodes en infrastructuur. Enkele cijfergegevens In 2013 volgde het personeel in totaal 9.688,75 uren vorming. Hiervan werden 2.420 (of 24,9 %) gevolgd tijdens studiedagen, workshops of opleidingen op verplaatsing. 7.268.75 uren (of 75,1 %) van de gevolgde uren werden in het OCMW zelf georganiseerd. Daarvan werden 741,25 uren gegeven door eigen OCMW-medewerkers. Voor de andere 6.524,5 uren werden externe lesgevers aangetrokken die een opleiding op maat van het OCMW Aalst gaven. Een greep uit het aanbod: 1. Het jaaractieplan welzijn en preventie bepaalde verschillende opleidingen. Deze opleidingen werden gegeven in samenwerking met Provikmo.

Evacuatieoefeningen en brandveiligheid Verplaatsingstechnieken voor verzorgend personeel Basiscursus EHBO Ergonomie voor schoonmaakpersoneel Het nieuwe middelenbeleid werd in een infosessie voorgesteld aan het hele personeel van het OCMW. Het eerste interventieteam nam deel aan een blusoefening

2. In de Woonzorgcentra werden de volgende opleidingen aangeboden: De verpleegkundigen kregen de mogelijkheid een bijscholing over de “suprapubische sonde” te volgen. Er werden infosessies in verband met dementie georganiseerd in de 3 WZC: “gedrag van slag” Voor de keukenmedewerkers werd een opleiding “hygiëne in de keuken” georganiseerd.

3. Voor de dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg werden in 2013 de volgende thema’s behandeld:

Communicatie voor poetsmedewerkers (Sterk op het Werk) Seksualiteitsbeleving bij bejaarden en ongewenst seksueel gedrag Beroepsgeheim Slim Beheer (bewust consumeren) Koken voor diabetespatiënten Verstelwerk De antennefunctionarissen kregen een specifieke opleiding Voor de administratief medewerkers en maatschappelijk werkers werd een opleiding “klantvriendelijk telefoneren” georganiseerd Net zoals de vorige jaren werd er een cursus ecodriving voorzien.


// 21

4. Voor de leidinggevenden van het OCMW Aalst werden volgende opleidingen voorzien:

time-management wijzigingen in het OCMW-decreet arbeidsreglement uurroosters

5. Voor de Sociale Dienst werden volgende opleidingen georganiseerd: Inzicht in de Belgische energiemarkt Sociale huisvesting 6. nieuwe medewerkers van het OCMW werden welkom geheten in een onthaalsessie en voor medewerkers die met pensioen gingen was er de mogelijkheid een traject “voorbereiding op pensioen” te volgen.

3.3. Psychosociaal welzijn Psychologe: Eva De Smet Toezicht toepassing agressieprotocol en registratie van agressie door derden, van waaruit adviezen en acties kunnen voortvloeien ter bevordering van de veiligheid en welzijn van het personeel. Vertrouwenspersoon, beheer van registratie psychosociale risico’s op het werk met verslaggeving voor Jaaractieplan en intervisies vertrouwenspersonen. De functies van de vertrouwenspersonen (pesten, geweld en seksuele intimidatie) krijgen jaarlijkse updates door de preventieadviseurs psychosociale aspecten van de externe dienst preventie en bescherming op het werk (EPBW) Provikmo. Uitvoering van het exitbeleid met wijziging in de exitprocedure. Interne trekker van de stuurgroep Positief Aanwezigheidsbeleid (PAB), in samenwerking met de externe dienst PBW Provikmo: opmaak van een visietekst en voorstel tot een protocol. Na goedkeuring door de bevoegde organen zal implementatie volgen, met de nodige communicatie, vorming en coaching. Implementatie van het Middelenbeleid (alcohol, drugs en medicatie): communicatie en opleiding, coaching van leidinggevenden indien gevraagd. Ondersteuning van personeel bij ruimere psychosociale issues en coaching van leidinggevenden bij psychosociale stress op de werkvloer, enkel bij hulpvraag van de betrokken personen.. Uitvoering opdrachten van het bestuur/diensthoofd in het kader van psychosociaal welzijn.

3.4. Werving en selectie Bestuurssecretaris: Ginette de ro - catharine dammekens - inge d’haese Volgende selectieprocedures en screenings werden in 2013 opgestart/afgerond:

vakman administratief deskundige thuiszorg (tijdelijk) verantwoordelijke WZC bestuurssecretaris gunningen opstart administratief medewerker archief maatschappelijk werker thuiszorg (tijdelijk)

// 22


Voor volgende functies werden in 2013 meerdere screenings georganiseerd:

bestuurssecretaris werving en selectie ergotherapeut helper-vakman keuken WZC helper-vakman WZC (Wep+) hoofdverpleegkundige jobstudent verzorgende WZC kinesitherapeut maatschappelijk werker schoonmaakster thuiszorg schoonmaakster serviceflats schoonmaakster WZC verpleegkundige zorgkundige verzorgende thuiszorg


// 23

// 04 AFDELING FINANCIEN FINANCIEEL BEHEERDER: DIRK DE PAUW HOOFDBOEKHOUDER: FRANK SCHOCKAERT

// 24

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // DEEL 04 AFDELING FINANCIEN

4.1. Gegevens jaarrekening 2013 Beknopt overzicht 2012

2013

TOTAAL INITIEEL BUDGET

€ 51.946.755,00

€ 53.424.423,00

STADSTOELAGE BUDGET

** € 13.764.071,00

** € 14.045.352,00

€ 10.840.491,32

€ 11.682.012,57

€ 2.923.584,68

€ 2.363.339,43

WERKELIJK VERBRUIK AAN STADSTOELAGE OVERSCHOT JAARREKENING

* in 2012 werd 12.211.644 euro gestort aan stadstoelage Verschil tussen stadstoelage gebudgetteerd en gestort door de stad Aalst is:

Opname overschot jaarrekening 2008 ten bedrage van 200.000 euro Opname overschot jaarrekening 2009 ten bedrage van 270.000 euro Opname overschot jaarrekening 2010 ten bedrage van 1.082.432 euro

** in 2013 werd 9.343.427 euro gestort aan stadstoelage Verschil tussen stadstoelage gebudgetteerd en gestort door de stad Aalst is:

Opname overschot jaarrekening 2008 ten bedrage van 200.000 euro Opname overschot jaarrekening 2010 ten bedrage van 1.578.340 euro Opname overschot jaarrekening 2011 ten bedrage van 2.923.585 euro

4.2. Liquiditeit

LIQUIDITEITSRATIO

2012

2013

1,12

1,04

De liquiditeit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is de betalingsverplichtingen op korte termijn na te leven. De liquiditeitsratio is groter dan 1, wat duidt op een goede liquiditeitspositie.


// 25

4.3. Solvabiliteit Nieuwe leningen 2012 IN 2012 WERDEN ER 4 NIEUWE LENINGEN AANGEGAAN ( CFR RAAD 07-02-2012 )

2013

€ 2.400.000,00

IN 2013 WERD ER 1 NIEUWE LENING AANGEGAAN VOOR DE NIEUWBOUW WZC DE HOPPERANK (CFR RAAD 19-02-2013)

* € 12.000.000,00

* Op 31 / 12 / 2013 werd reeds 3.000.000 euro opgenomen van deze kredietopening.

AANTAL DAGEN KLANTENKREDIET

2012

2013

67

62

Het aantal dagen klantenkrediet geeft de termijn weer waarbinnen onze klanten gemiddeld betalen zonder rekening te houden met vorderingen.

AANTAL DAGEN LEVERANCIERSKREDIET

2012

2013

43

44

Het aantal dagen leverancierskrediet geeft de termijn weer die het OCMW gemiddeld nodig heeft om haar leveranciersschulden te betalen. In 2013 duurde het dus gemiddeld 44 dagen vooraleer het OCMW een factuur betaalde. In 2012 was dat nog 43 dagen.

4.4. Rentabiliteit

OPERATIONELE KOSTENDEKKINGSGRAAD

2012

2013

36,97 %

37,07 %

De operationele kostendekkingsgraad geeft weer welk aandeel van de werkingskosten gefinancierd wordt via opbrengsten uit prestaties en dienstverlening. Deze coëfficiënt is in 2013 lichtjes gestegen.houden met vorderingen.

// 26


4.5. Balans geconsolideerd BALANS NA RESULTAATSVERDELING

CODES

BOEKJAAR 2012

BOEKJAAR 2013

ACTIVA Vaste activa

20/28

47.556.027,17

50.439.522,00

I.

Oprichtingskosten

20

0,00

0,00

II.

Immateriële Vaste Activa

21

58.641,15

102.193,69

III.

materiële Vaste Activa

22/27

30.974.093,17

33.807.837,96

A.

Terreinen en gebouwen

22

19.418.587,12

18.273.800,30

B.

Installaties, machines en uitrusting

23

713.866,00

618.682,92

C.

Meubilair en rollend materieel

24

775.279,99

718.481,40

D.

Leasing en soortgelijke rechten

25

3.008.595,13

2.820.557,93

E.

Overige materiële vaste activa

26

5.699.656,96

6.255.909,47

F.

Vaste activa in aanbouw en vooruitbetaling

27

1.358.107,08

5.120.405,94

Financiële Vaste Activa

28

16.523.292,85

16.529.490,35

280

16.523.292,85

16.529.490,35

281/5

0,00

0,00

288

0,00

0,00

29/58

13.974.708,57

20.999.997,56

29

1.572.380,69

10.666.447,70

IV. A.

Belangen in rechtspersonen

B.

Vorderingen en effecten

C.

Borgtochten betaald in contanten Vlottende activa

V.

Vorderingen op meer dan één jaar A.

Werkingsvorderingen

290

0,00

0,00

B.

Overige vorderingen

291

78.555,98

68.993,72

C.

Vorderingen wegens subsidies

292

1.493.824,71

10.597.453,98

3

0,00

0,00

40/41

5.662.649,84

6.267.053,38

VI.

Voorraden

VII.

Vorderingen op ten hoogste één jaar A.

Werkingsvorderingen

40

3.058.035,15

2.829.806,17

B.

Overige vorderingen

41

2.604.614,69

3.437.247,21

VIII.

VIII. Geldbeleggingen

50/53

590.278,26

637.554,16

IX.

IX. Liquide middelen

54/58

6.135.798,67

3.424.112,96

X.

X. Overlopende rekeningen

490/1

0,00

0,00

TOTAAL DER ACTIVA

20/58

61.530.735,74

71.439.519,56


// 27

BALANS NA RESULTAATSVERDELING

CODES

BOEKJAAR 2012

BOEKJAAR 2013

41.479.133,00

49.090.391,51

PASSIVA Eigen middelen

10/15

I.

Kapitaal

10

38.084.275,43

38.084.275,43

III.

Herwaarderingsmeerwaarden

12

0,00

0,00

IV.

Gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen

13

4.901.925,30

2.563.339,73

V.

Gecumuleerd resultaat

14

-5.619.027,90

-6.045.786,68

VI.

Investeringssubsidies / schenkingen

15

4.111.960,17

14.488.563,03

16

347.202,76

0,00

Voorzieningen voor risico’s en kosten

16

347.202,76

0,00

A.

Pensioenen en soortgelijke verplichtingen

160

0,00

0,00

B.

Voorzieningen voor belastingen

161

0,00

0,00

C.

Grote herstellings- en onderhoudswerken

162

347.202,76

0,00

D.

Overige risico’s en kosten

163/9

0,00

0,00

17/49

19.704.399,98

22.349.128,05

17

13.489.229,07

14.958.202,36

170/4

12.691.392,94

14.010.730,34

Voorzieningen voor Risico’s en Kosten VII.

Schulden VIII.

Schulden op meer dan één jaar A.

Financiële schulden 1.

Leasingschulden en soortgelijke

172

560.492,17

305.948,11

2.

Kredietinstellingen

173

10.947.651,13

12.911.649,09

3.

Overige leningen

174

1.183.249,64

793.133,14

B.

Werkings- en handelsschulden

175

0,00

0,00

C.

Ontvangen vooruitbetalingen en tijdelijk werkkapitaal

176/7

797.836,13

947.472,02

D.

Borgtochten ontvangen in contanten

178

0,00

0,00

E.

Overige schulden

179

0,00

0,00

42/48

6.138.203,70

7.355.085,69

IX.

// 28

Schulden op ten hoogste één jaar A.

Schulden op meer dan één jaar, die binnen het jaar vervallen

42

1.902.169,89

1.905.042,48

B.

Financiële schulden

43

165.686,08

148.980,09

430/8

165.686,08

148.980,09

439

0,00

0,00

1.

Kredietinstellingen

2.

Overige leningen

C.

Werkings- en handelsschulden

44

1.627.596,89

2.556.209,19

D.

Diverse schulden: ontvangen voorschotten

46

180,00

57.163,95


BALANS NA RESULTAATSVERDELING

CODES

BOEKJAAR 2012

BOEKJAAR 2013

PASSIVA Schulden (vervolg) Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

E.

F. X.

41.479.133,00

49.090.391,51

45

2.433.571,81

2.685.007,24

10/15

1.

Belastingen

452/3

338.172,86

500.818,77

2.

Bezoldigingen met sociale lasten

454/9

2.095.398,95

2.184.188,47

48

8.999,03

2.682,74

Overlopende rekeningen

492/9

76.967,21

35.840,00

TOTAAL DER PASSIVA

10/49

61.530.735,74

71.439.519,56

Overige schulden


// 29

4.6. Resultatenrekening geconsolideerd BOEKJAAR 2012

BOEKJAAR 2013

BUDGET 2012

BUDGET 2013

70/74

33.549.415,24

33.071.989,54

34.042.804,00

34.841.978,00

Werkingsopbrengsten

70

16.457.403,99

16.705.476,78

19.964.866,00

17.368.201,00

1.

Werkingsopbrengsten

700/7-9

15.783.623,54

16.104.306,24

16.207.307,00

16.549.089,00

2.

Recuperatie specifieke kosten sociale dienst

708

673.780,45

601.170,54

757.559,00

819.112,00

RESULTATENREKENING Werkingsopbrengsten en geproduceerde vaste activa

I. A.

CODES

B.

Voorraadwijzigingen

71

0,00

0,00

0,00

0,00

C.

Geproduceerde vaste activa

72

0,00

0,00

0,00

0,00

D.

Interne facturatie

73

0,00

0,00

0,00

0,00

E.

Andere opbrengsten

74

16.087.892,35

16.366.512,76

17.077.938,00

17.473.777,00

60/64

44.514.789,87

45.062.462,62

48.234.187,00

49.393.008,00

60

9.483.124,66

8.828.257,04

10.129.909,00

9.895.239,00

600/7

1.142.517,63

1.301.710,81

1.351.603,00

1.476.457,00

II.

Werkingskosten Verbruikte goederen en verstrekte diensten

A. 1.

Aankoop goederen

2.

Specifieke kosten sociale dienst

608

8.340.607,03

7.526.546,23

8.778.306,00

8.418.782,00

3.

Voorraadwijzigingen

609

0,00

0,00

0,00

0,00

61

4.474.597,33

4.686.884,85

5.516.307,00

5.793.622,00

610/7-9

4.474.597,33

4.686.884,85

5.516.307,00

5.793.622,00

618

0,00

0,00

0,00

0,00

62

28.212.183,42

29.585.317,11

29.821.218,00

31.318.905,00

630

2.187.965,42

2.186.982,67

2.863.678,00

2.591.857,00

Diensten, diverse leveringen en interne facturatie

B. 1.

Leveringen en diensten

2.

Interne facturatie

C.

Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

D.

Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa

E.

Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen

631/4

0,00

0,00

56,00

56,00

F.

Voorzieningen voor risico’s en kosten

635/7

-2.736,38

-347.202,76

-274.994,00

-349.935,00

G.

Andere werkingskosten

640/8

159.655,42

122.223,71

178.013,00

143.264,00

H.

Als herstructureringskosten geactiveerde werkingskosten (-)

649

0,00

0,00

0,00

0,00

// 30


BOEKJAAR 2012

BOEKJAAR 2013

BUDGET 2012

BUDGET 2013

70/64

-10.965.374,63

-11.990.473,08

-14.191.383,00

-14.551.030,00

Financiële opbrengsten

75

403.698,93

367.627,56

364.690,00

393.406,00

A.

Opbrengsten uit financiële vaste activa

750

125,00

125,00

125,00

125,00

B.

Opbrengsten uit vlottende activa

751

69.523,02

58.569,39

30.005,00

78.005,00

C.

Overige financiële opbrengsten

752/9

334.050,91

308.933,17

334.560,00

315.276,00

65

605.653,01

0,00

784.414,00

648.751,00

RESULTATENREKENING

CODES

III.

Werkingsresultaat

IV.

V.

Financiële kosten A.

Kosten van schulden

650

600.092,52

483.561,60

778.644,00

642.981,00

B.

Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E.

651

0,00

0,00

0,00

0,00

C.

Andere financiële kosten

652/9

5.560,49

5.249,23

5.770,00

5.770,00

VI.

Resultaat van de gewone activiteiten

70/65 -11.167.328,71 -12.111.656,35 -14.611.107,00 -14.806.375,00

VII.

Uitzonderlijke opbrengsten

76

74.044,66

2.885,00

26,00

25,00

A.

Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa

760

0,00

0,00

0,00

0,00

B.

Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

761

0,00

0,00

0,00

0,00

C.

Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten

762

0,00

0,00

0,00

0,00

D.

Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

763

74.044,65

2.885,00

6,00

6,00

E.

Andere uitzonderlijke opbrengsten

764/9

0,00

0,00

20,00

19,00

66

6.081,49

0,00

6.116,00

14,00

A.

Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

660

0,00

0,00

0,00

0,00

B.

Waardeverminderingen op financiële vaste activa

661

0,00

0,00

0,00

0,00

VIII.

Uitzonderlijke kosten


// 31

RESULTATENREKENING

CODES

BOEKJAAR 2012

BOEKJAAR 2013

BUDGET 2012

BUDGET 2013

C.

Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten

662

0,00

0,00

0,00

0,00

D.

Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

663

0,00

0,00

2,00

1,00

E.

Andere uitzonderlijke kosten

664/8

6.081,49

0,00

6.114,00

13,00

F.

Als herstructureringskosten geactiveerde uitzonderlijke kosten (-)

669

0,00

0,00

0,00

0,00

Resultaat van het boekjaar

IX.

-11.099.365,54 -12.108.771,35 -14.617.197,00 -14.806.364,00

Te bestemmen positief resultaat (+)

A.

0,00

Te bestemmen negatief resultaat (-) 1.

2.

0,00

0,00

-17.488.426,64 -17.727.799,25 -14.617.197,00 -14.806.364,00

Positief resultaat van het boekjaar (+)

7/66

Negatief resultaat van het boekjaar (-)

6/76 -11.099.365,54 -12.108.771,35 -14.617.197,00 -14.806.364,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Overgedragen resultaat

a.

Gecumuleerd overschot van het vorige boekjaar (+)

790

0,00

0,00

0,00

0,00

b.

Gecumuleerd tekort van het vorige boekjaar (-)

690

-6.389.061,10

-5.619.027,90

0,00

0,00

Onttrekking aan het kapitaal, de reserves, en de gemeentelijke bijdrage

B. 1.

Onttrekking aan het kapitaal

791

0,00

0,00

0,00

0,00

2.

Onttrekking aan de reserves

792

0,00

0,00

0,00

0,00

3.

Onttrekking aan de gemeentelijke bijdrage

794

10.840.491,32

11.682.012,57

13.764.071,00

14.045.352,00

Toevoeging aan het kapitaal, de reserves, en de gemeentelijke bijdrage

C. 1.

Toevoeging aan het kapitaal

691

0,00

0,00

0,00

0,00

2.

Toevoeging aan de reserves

692

0,00

0,00

0,00

0,00

3.

Toevoeging aan de gemeentelijke bijdrage

694

0,00

0,00

0,00

0,00

D.

// 32

0,00

Over te dragen resultaat 1.

Over te dragen bonus (-)

693

0,00

0,00

0,00

0,00

2.

Over te dragen negatief resultaat (+)

793

6.647.935,32

6.045.768,68

853.126,00

761.012,00



// 33

// 05 SOCIALE ZAKEN DIRECTEUR: PIERRE D’HAENS

// 34

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2012 // DEEL 05 SOCIALE ZAKEN

5.1. Onthaal, lokaal sociaal beleid en sociaal huis Bestuurssecretaris: Sofie Saeys Het decreet Lokaal Sociaal Beleid van 2004 heeft een geïntegreerde, integrale en vraaggestuurde sociale dienstverlening tot doel met het OCMW in de rol van regisseur. Om deze regisseursfunctie voor het Aalsterse welzijnsbeleid daadwerkelijk te kunnen realiseren, werd bij aanvang van de bestuursperiode 2007-2013 de combinatie gemaakt van het voorzitterschap OCMW met de schepenbevoegdheden Welzijn, Sociale zaken en Gezin. Tegelijk werd binnen het OCMW een coördinator Lokaal Sociaal Beleid aangesteld in functie van onder meer de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan, de oprichting van een welzijnsforum en de begeleiding van de lokale actoren, waarmee een samenwerkingsovereenkomst is afgesloten. De stad hevelde die overeenkomsten in 2007 integraal over naar het OCMW en sinds 2008 worden ze gefinancierd met reguliere OCMW-middelen. In 2008 werd het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 voor Aalst gerealiseerd. Het decreet van 13 juli 2012 tot wijziging van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid brengt het in overeenstemming met het planlastdecreet van 17 december 2010. Er is gekozen voor een grondige aanpassing van het luik ‘sociale planning’ uit het decreet, terwijl het luik ‘sociaal huis’ integraal is behouden. Bij de aanpassing van het luik ‘sociale planning’ is uitgegaan van de doelstelling tot planlastvermindering. In die zin worden de beleidsdoelstellingen en –opties inzake lokaal sociaal beleid niet meer bepaald vanuit een afzonderlijk lokaal sociaal beleidsplan, maar worden ze opgenomen in de strategische meerjarenplanningen van de lokale besturen. Ook in de bestuursperiode 2014-2019 wordt ervoor geopteerd het voorzitterschap van het OCMW met de schepenbevoegdheden Sociale Zaken en Wonen te combineren. Wat de coördinatie van het welzijnsforum betreft, oefent de stad vanaf 2013 zijn regiefunctie uit. In het verlengde daarvan is ook de begeleiding van de lokale actoren een gezamenlijke taak van de stad en het OCMW geworden. Samenwerkingsovereenkomsten met De Vlier, vzw SOS schulden op school en buurtwerking Parol vzw werden in 2013 overgeheveld naar de stad omdat de werkingen van de respectievelijke partners beter aansluiten bij de dienstverlening van de stad. 5.1.1. Sociaal Huis Er wordt ook aandacht geschonken aan een verdere optimalisering van de werking van het Sociaal Huis. Met het Sociaal Huis dragen we bij tot de realisatie van de doelstellingen van het decreet lokaal sociaal beleid: één loket met een informatie- en doorverwijsfunctie via een Sociaal Huis. De realisatie van een geïntegreerd loket, waar het OCMWloket en het Sociaal Huis-loket in een nieuwbouw samengaan, werd opgenomen in de stedenfondsbeleidsovereenkomst 2008-2013. In 2013 werd een aanvang genomen met het verbeteringstraject rond de dienstverlening van het Sociaal Huis. Er werd in onderling overleg met het CAW (uitvoerende partner) een wijziging doorgevoerd in de onthaalprocedure waardoor dossiers onmiddellijk digitaal aangemaakt en doorgegeven kunnen worden. De doorverwijsprocedure is dus efficiënter en vooral klantvriendelijker gemaakt. In functie daarvan bemant de Intakecel van de dienst Sociale dienst-Algemeen Sociaal Werk vanaf februari 2013 de balie. Zij verwijzen -na een gerichte vraagverduidelijking- door naar de eigen back-office of naar het Sociaal Huis (Caw-medewerker). 5.1.2. Onthaal Sinds het verhuizen van het Sociaal Huis naar de nieuwe locatie (vanaf september 2011) zit het OCMW onthaal volledig ingebed in het Sociaal Huis. Door deze unieke aanmelding via het Sociaal Huis van alle welzijnsvragen, viel een opmerkelijke stijging van het aantal bezoekers op te meten. Op bijhorende tabel vindt u de onthaalcijfers terug die we in 2013 noteerden, onderverdeeld per dienst.


// 35

// 36

189

201

2.836

2.470

2.810

1 2.759

407

2.389

1

365

2.410

313

1

315

1.988

3

33

470

3

Voorzitter

441

1

18

1

451

2

30

Secretaris

Sociaal huis

Residentiële zorg

Preventie en techniek

1

12

1.923

1

382

1

22

Postbedeling

11

9

21

1

278

31

3

2

33

2

266

5

4

24

269

Personeelsdienst

6

22

274

142

1

14

27

1

283

3

141

19

1

141

98

Patrimonium

6

12

Lokale adviescommissie

10

1

22

1

283

9

Lokaal sociaal beleid

24

26

Jurist sociaal huis

242

13 2

303

4

Juridische dienst

Intake sociaal huis

Intake schuldhulp(verlening)

141

2

3

33

1

199

101

185

163

159

3

6

50

464

93

198

Intake ASW

5

33

502

103

266

171

420

aug

1

242

2

40

539

161

267

195

474

jul

Informatica

Handicap informatie tips

Gunningen

37

39

73

621

Financiële dienst kassa

482 1

544

101

Financiële dienst

Energiecel

Directeur sociaal departement

95

262

117

254

Cel tewerkstelling

244

202

276

232

431

Cel schuldhulpverlening

189

453

jun

194

186

566

mei

232

608

apr

Cel politiek vluchtelingen

496

mrt 121

552

feb

Belastingsaangifte invullen

Algemeen sociaal werk

jan

2.331

6

457

15

3

25

1

357

1

186

1

6

10

1

220

83

287

153

519

sep

2.606

526

5

7

33

363

1

216

3

18

2

291

105

296

187

553

okt

2.196

2

388

1

26

10

27

1

323

160

1

7

1

206

1

132

267

174

469

nov

2.251

432

23

2

2

21

1

335

174

6

4

233

109

258

150

501

dec

28.969

46

2

4.947

0

1

9

201

1

85

3

305

10

3.576

31

2.114

2

26

11

363

7

4.442

1

1.298

3.060

2.265

121

6.042

totaal

100,00

0,16

0,01

17,08

0,00

0,00

0,03

0,69

0,00

0,29

0,01

1,05

0,03

12,34

0,11

7,30

0,01

0,09

0,04

1,25

0,02

15,33

0,00

4,48

10,56

7,82

0,42

20,86

%

Onthaalcijfers 2013


5.2. Activering Activering is één van de objectieven van de sociale dienstverlening van het OCMW en is de verzameling van alle initiatieven om mensen uit een sociaal isolement te halen en opnieuw te betrekken bij het maatschappelijk leven. Door activering krijgen mensen de kans om hun competenties verder te ontwikkelen. Hierdoor krijgen ze meer kansen in de samenleving. Door die kansen aan te grijpen kunnen ze opnieuw hun competenties verder uitbouwen. Met andere woorden: activering is de eerste stap in het creëren van een positieve spiraal naar integratie. ‘Activering’ kent verschillende vormen en kan betrekking hebben op de werksituatie van een persoon, zijn persoonlijke ontwikkeling en zijn participatie aan het sociaal leven. Vanuit een kritische reflectie onderkennen we dan ook de nood aan een overkoepelend, verbindend perspectief voor activering in armoedesituaties. 5.2.1. Tewerkstelling en opleiding Bestuurssecretaris: Katrien Baeten - Wouter Coucke De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie gaf aan de OCMW’s een bijzondere opdracht inzake tewerkstelling van cliënten: Art. 2 Elke persoon heeft recht op maatschappelijke integratie. Dit recht kan onder de voorwaarden bepaald in deze wet bestaan uit een tewerkstelling en/of een leefloon, die al dan niet gepaard gaan met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI). De openbare centra voor maatschappelijk welzijn hebben tot opdracht dit recht te verzekeren. Het OCMW kan dit recht op maatschappelijke integratie dus op 2 manieren realiseren: een passende tewerkstelling zoeken voor de cliënt een leefloon uitkeren, al dan niet gecombineerd met een ‘GPMI’ Uit het hele opzet en de geest van de wet blijkt dat de wet vooral aan de tewerkstelling heel veel belang hecht. Zo moet de cliënt bijvoorbeeld bereid zijn te werken, zo niet kan hem het leefloon geweigerd worden. Naast de RMI-wet voorziet ook het OCMW-decreet in artikel 60§7 zelfs nog een bijkomend instrument voor de tewerkstelling van cliënten: Wanneer een persoon het bewijs moet leveren, van een periode van tewerkstelling om het volledige voordeel van bepaalde sociale uitkeringen te verkrijgen of teneinde de werkervaring van de betrokkene te bevorderen, neemt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn alle maatregelen om hem een betrekking te bezorgen, in voorkomend geval verschaft het deze vorm van dienstverlening zelf door voor de bedoelde periode als werkgever op te treden (…) De beide instrumenten samen vormen de basis voor het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Meer dan ooit wordt tewerkstelling gezien als een hefboom inzake (kans-)armoedebestrijding én als de weg bij uitstek naar maatschappelijke integratie. Werk staat immers niet alleen garant voor een inkomen maar speelt ook een grote rol bij het doorbreken van het sociaal isolement. De laatste jaren werden ook in Aalst heel wat middelen ingezet om een stevig netwerk van gelijkwaardige partners uit te bouwen dat het OCMW in staat stelt om voor iedere cliënt een trajectbegeleiding op maat te voorzien.


// 37

5.2.1.1. Beperkingen van de tewerkstelling als activeringsvorm Een sterk tewerkstellingsbeleid veronderstelt echter vooreerst dat je de beperkingen en grenzen van arbeid als activeringsvorm kent en aanvaardt. Niet voor iedereen is een tewerkstelling haalbaar of wenselijk. Vaak zijn er drempels op andere levensdomeinen die een tewerkstelling tijdelijk of permanent in de weg staan, of is het beter om via opleiding eerst aan de competenties te werken. In die gevallen wordt dan ook doelbewust beslist om niet toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Ook de wetgever bevestigt dit uitgangspunt: het OCMW heeft de mogelijkheid om het leefloon toch toe te kennen wanneer het voor de cliënt om billijkheidheids –of gezondheidsredenen niet mogelijk is om te werken. Van alle cliënten die recht hebben op maatschappelijke integratie werden in 2013 in totaal 557 mensen niet toegeleid naar arbeid om verschillende redenen. 2008

2009

2010

2011

2012

2013

Gezondheidsredenen

163

192

221

208

199

158

Pensioenleeftijd bereikt

41

43

37

33

27

23

Opleiding

237

305

305

303

283

297

Andere

149

154

121

77

81

79

TOTAAL

590

694

684

621

590

557

REDEN VAN VRIJSTELLING IN 2013 79

AANTAL VRIJSTELLINGEN OVER DE JAREN HEEN 700

158

600

694

684 621

590

590

557

500 297

23

400 300 200

Gezondheidsredenen

Pensioenleeftijd bereikt

Opleiding

Andere

100 0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Op het eerste zicht lijkt er sinds 2010 een drastische terugval te zijn van het aantal vrijstellingen voor het aantonen van de werkbereidheid. Wanneer we echter per werkjaar het totaal van het aantal vrijstellingen vergelijken met de leeflooncijfers, dan schommelt het aandeel leefloon– en steungerechtigden dat werd vrijgesteld van het aantonen van werkbereidheid steeds tussen 58 en 60%, met een daling in 2013 tot 51,9%. % VRIJSTELLINGEN OVER DE JAREN HEEN 60,0%

58,8%

59,7%

58,9%

58,5%

58,0%

56,1%

56,0% 54,0%

51,9%

52,0% 50,0% 48,0%

2008

// 38

2009

2010

2011

2012

2013


Het merendeel van de vrijstellingen werd verleend voor het volgen van een opleiding. Uitgesplitst naar type opleiding levert dit het volgende beeld: 2008

2009

2010

2011

2012

2013

146

172

161

124

96

85

Tweedekansonderwijs

2

1

1

0

0

8

Nederlandse les

65

90

103

133

150

170

Beroepsopleiding

23

33

31

37

27

22

Attitudetraining

1

9

9

9

10

12

Voltijds leerplan

VRIJSTELLINGEN PER TYPE IN 2013 22

AANTAL VRIJSTELLINGEN VOOR OPLEIDING OVER DE JAREN HEEN

12 85

350 300 8

170

250

305

305

303

2009

2010

2011

283

297

237

200 150 100

Voltijds leerplan Les Nederlands Attitudetraining

Tweedekansonderwijs Beroepsopleiding

50 0

2008

2012

2013

Opmerkelijk is de sterk dalende trend van het aantal studenten voltijds leerplan sinds 2011. Mogelijk ligt - onder andere - het frequenter verwijzen naar de onderhoudsplicht aan de basis, net als de vaststelling dat er kort op de bal gespeeld wordt bij de examenresultaten. Daarnaast is ook het aantal personen dat Nederlandse les volgt opmerkelijk gestegen. Deze stijging is al meerdere jaren geleden begonnen en zet zich nu consequent verder. Een verklaring hiervoor vergt nader onderzoek. 5.2.1.2. Doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt Heel wat leefloongenieters vinden uiteindelijk zelf de weg naar de arbeidsmarkt, zonder dat een aangepast traject noodzakelijk is. Dit gebeurt meestal samen met de maatschappelijk werker van het OCMW die deeltijds in de werkwinkel aanwezig is. De bedoeling is om een passende job op de reguliere arbeidsmarkt te zoeken, al dan niet in een gesubsidieerde vorm. RECHTSTREEKSE DOORSTROOM NAAR ARBEIDSMARKT VOLGENS TEWERKSTELLINGSVORM IN 2013 1

RECHTSTREEKSE DOORSTROOM NAAR ARBEIDSMARKT OVER DE JAREN HEEN

8

140

127

139

128

132

120

102

97

2012

2013

100 80

88

60 40

Interne beroepsopleiding Reguliere arbeidsmarkt

Tewerkstellingsmaatregel

20 0

2008


2009

2010

2011

// 39

5.2.1.3. Trajectbegeleiding (artikel 60§7) Wanneer de maatschappelijk werker oordeelt dat een tewerkstelling tot de mogelijkheden behoort, maar er nog drempels weg te werken zijn, begint voor de cliënt een omvangrijk traject waarvan elke fase erop gericht is hem aan de job of opleiding te helpen die het beste past bij zijn noden en competenties. Het OCMW als arbeidsbemiddelaar en opleidingscoach werkt immers vanuit het cliënt-perspectief. Het traject Als eerste stap in het tewerkstellingstraject stelt de maatschappelijk werker een socio-professionele balans op. Zo worden alle mogelijkheden en beperkingen van de cliënt in kaart gebracht. Vervolgens begint de zoektocht naar een geschikte werkvloer. Om de slaagkansen van de tewerkstelling te verhogen wordt met alle mogelijke drempels rekening gehouden: kinderopvang, woon-werkverkeer, … Vervolgens wordt aan de cliënt een arbeidsovereenkomst aangeboden. Juridisch treedt het OCMW op als werkgever, maar de cliënt kan via het instrument van de ‘terbeschikkingstelling’ ook werken bij een van de partners van het OCMW: een openbaar bestuur, een vzw of een private onderneming. Volgende tewerkstellingen werden daarbij gerealiseerd: 2008

2009

2010

2011

2012

2013

OCMW

60

70

57

56

76

69

Openbaar bestuur

22

15

22

23

30

33

Vzw

88

71

67

67

90

96

Privé

10

11

9

2

2

2

totaal

180

167

155

148

198

200

In de jaren 2009-2011 was er een sterke terugval in het aantal gerealiseerde tewerkstellingen. Deze had hoofdzakelijk te maken met de toen ingevoerde manier van budgetteren. Nadat het MAT het probleem had opgelost, was er door allerlei omstandigheden een sterke terugval in personeel waardoor het aantal tewerkstellingen laag bleef. In 2013 steeg het aantal tewerkstellingen artikel 60§7 tot 200 op jaarbasis. 2008

2009

2010

2011

2012

2013

Leefloon

804

923

842

753

741

733

SB

199

239

320

308

310

302

1.003

1.162

1.162

1.061

1.051

1.035

totaal

EVOLUTIE VAN DE TEWERKSTELLINGSGRAAD TEN OPZICHTE VAN DE POPULATIE 20,00%

18,84%

17,95%

15,00%

14,37%

13,34% 13,95%

2009

2010

18,00%

10,00% 5,00% 0,00%

2008

// 40

2011

2012

2013


Uitstroom tijdens het traject Soms wordt het traject artikel 60§7 onderbroken en is er sprake van een vervroegde stopzetting. Zo kan het zijn dat de cliënt een job vindt op de reguliere arbeidsmarkt, of zijn er andere redenen waarom de tewerkstelling artikel 60§7 vervroegd wordt beëindigd: EVOLUTIE VAN HET AANTAL STOPZETTINGEN ARTIKEL 60§7

STOPZETTING ARTIKEL 60§7 VOLGENS OORZAAK 2

19

20

4

17

18

15 15 11 10

12

8

5

Reguliere arbeid

Onwettig afwezig

0

Zelf ontslag genomen

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Uitstroom na het traject Andere cliënten doorlopen het volledige traject in artikel 60§7 en stromen als volgt uit: 2008

2009

2010

2011

2012

2013

Reguliere arbeid

15

5

9

11

19

16

Opleiding

6

2

3

2

6

1

Werkloosheid

16

35

38

29

35

42

Ziekte

3

1

3

6

2

0

WEP+

7

5

1

10

8

0

Dienstencheques

1

1

1

2

0

0

Arbeidszorg

0

0

0

1

0

0

IBO

1

2

0

0

0

0

totaal

49

51

55

61

70

59

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Reguliere arbeid

30,6 %

9,8 %

16,4 %

18,0 %

27,1 %

27,1 %

Opleiding

12,2 %

3,9 %

5,5 %

3,3 %

8,6 %

1,7 %

Werkloosheid

32,7 %

68,6 %

69,1 %

47,5 %

50,0 %

71,2 %

Ziekte

6,1 %

2,0 %

5,5 %

9,8 %

2,9 %

0,0 %

WEP+

14,3 %

9,8 %

1,8 %

16,4 %

11,4 %

0,0 %

Dienstencheques

2,0 %

2,0 %

1,8 %

3,3 %

0,0 %

0,0 %

Arbeidszorg

0,0 %

0,0 %

0,0 %

1,6 %

0,0 %

0,0 %

IBO

2,0 %

3,9 %

0,0 %

0,0 %

0,0 %

0,0 %

Ten opzichte van 2012 is de uitstroom van artikel 60§7 naar inactiviteit toch aanzienlijk gestegen. Bij de uitstroom naar tewerkstelling bleef het aandeel naar een reguliere arbeidsplaats gelijk. De uitstroom naar een opleiding kende dan weer een aanzienlijke daling.


// 41

Demografisch profiel van werknemers art. 60§7 Wanneer we de doelgroep opsplitsen naar leeftijd (ouder of jonger dan 25 jaar) en geslacht, dan valt in vergelijking met 2012 op dat het aantal mannen en vrouwen terug in balans lijkt te komen. Uit de evolutietabel blijkt bovendien dat het aandeel van -25 jarigen na een lichte stijging in 2012 verder bleef stijgen in 2013. DEMOGRAFISCH PROFIEL ART. 60§7

100% 90%

12,1%

34%

34%

36%

34,9%

11%

8%

5%

5,4%

45%

47%

51%

53%

7%

8%

7%

6%

2008

2009

2010

2011

40%

80%

38,8%

70% 60%

8%

38,8%

8,1%

50%

41,0% 8,1%

40% 30%

48,2%

41,0%

20% V < 25

V > 25

M < 25

M > 25

10% 0%

11,4%

2012

12,1%

2013

Een andere relevante tabel voor de cijfers naar leeftijd is deze waarbij de artikel 60§7 – populatie wordt vergeleken met de totale groep van niet-werkende werkzoekenden (cijfers VDAB). Hieruit blijkt dat in artikel 60§7 vooral de groep van 25-49 jaar oververtegenwoordigd is in artikel 60§7, vooral ten nadele van de groep ouder dan 50 jaar. Deze trend wordt in 2013 opnieuw bevestigd. VERGELIJK ART.60§7 OCMW MET TOTALE GROEP NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN VDAB 65,0%

70,0%

51,5%

60,0% 50,0% 40,0%

VDAB

26,5%

22,0% 21,0%

30,0%

14,0%

20,0%

OCMW

10,0% 0,0%

jonger dan 25

tussen 25 en 45 jaar

vanaf 50 jaar

Wanneer we de doelgroep splitsen naar geboorteland levert dit het volgende beeld op: DEMOGRAFISCH PROFIEL ART. 60§7 VOLGENS GEBOORTELAND 0,5% 4,0%

4,0%

0,5%

België Zwart Afrika

6,0% 33,0%

9,0%

Midden Oosten Rusland en ex-Sovjet Voormalig Oostblok niet-EU

11,0%

Noord Afrika 32,0%

EU-landen Verre Oosten Zuid-Amerika en Caraïben

// 42


Opvallend is het geringe aandeel personen geboren in België in vergelijking tot het geheel. Bovendien gaat het in deze kleine groep niet steeds over autochtone belgen, maar zijn ook allochtonen van de tweede en derde generatie die in België zijn geboren, in deze categorie opgenomen. 5.2.1.4. Jongeren: een bijzondere groep Het OCMW heeft al jaren bijzondere aandacht voor de groep van de jongeren (-25 jarigen). Omwille van de heterogene samenstelling van deze groep, werden in de loop der jaren verschillende werkingen uitgebouwd om een zo groot mogelijk aantal onder hen te kunnen bereiken. Zowel voor studenten, jongeren uit het deeltijds onderwijs als leefloongenieters van jonger dan 25 zijn zo’n projecten opgezet. Vakantiewerk Sinds 2005 worden de studenten gevolgd door de cel tewerkstelling bij hun zoektocht naar vakantiewerk tijdens de zomermaanden. VAKANTIEWERK 38

40

39 35

35 30

26

23

25

24

20 15 10 5 0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Brugproject Brugproject is een ESF-project van het OCMW en werd in 1993 gestart. Het project tracht de brug te slaan tussen deeltijds onderwijs en de arbeidsmarkt, met als doel te vermijden dat kinderen uit kansarme gezinnen in de vicieuze cirkel van armoede terecht komen. Opleiding zowel op niveau van de school als in werkervaring kunnen bijdragen tot inschakeling in de reguliere arbeidsmarkt. Het gaat concreet om 20 plaatsen voor jongeren tussen 15 en 18 jaar uit het deeltijds onderwijs, die er niet in slagen om een gepaste tewerkstelling te vinden. De kandidaten worden in overleg met de Centra deeltijds onderwijs (VTI en KTA) voorgesteld. Op basis van interesse, vaardigheden, motivatie en kennis worden de kandidaten gescreend en wordt er zoveel mogelijk een alternerende tewerkstellingservaring gezocht. De jongeren komen zo op een van volgende werkplaatsen terecht: de OCMW woonzorgcentra, het administratief centrum, het ASZ, en twee werkvloeren bij de stadsdiensten. Elke brugjongere krijgt op de werkvloer een individuele begeleider met de bedoeling de beroepskwalificaties en attitudes te activeren. De verantwoordelijke begeleidt de jongere, vooral wat betreft arbeidsattitudes als op tijd komen, afwezigheden melden... en ondersteunt de begeleiders. Zij onderhoudt de contacten met de centra deeltijds onderwijs, CLB en de lokale werkwinkel. In de voorbije jaren werden heel wat jongeren in het project begeleid. Tijdens het schooljaar 2009-2010 werd het aantal gesubsidieerde uren van het OCMW verdubbeld, waardoor het aantal begeleide jongeren in 2011 en 2012 een recordpeil bereikt. Deze cijfers stagneerden enigzins in 2013.


// 43

BRUGPROJECT 60

50

46

50 40 30

56

54

26

30

20 10 0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Oriëntatiecursus Leefloongerechtigden jonger dan 25 jaar worden intensief opgevolgd. Dit is geheel in de geest van de RMI-wet. Hoewel sommigen onder hen zelf een geschikte job of opleiding vinden, constateren we bij velen onder hen verschillende randproblemen zoals verslavingen, instellingsverleden, problematische opvoedingssituatie, generatiearmoede. Hun droomjob is vaak niet haalbaar omwille van een gebrek aan het juiste diploma of werkervaring. In 2013 organiseerde Leerpunt Zuid-Oost-Vlaanderen, in samenwerking met Sociale tewerkstelling, opnieuw een attitude - een oriëntatiecursus. We verkregen opnieuw positieve resultaten in de activering van de deelnemers. Van de 12 deelnemers gingen er 3 regulier aan het werk, werden 4 personen in 2013 nog tewerkgesteld in het kader van artikel 60§7 en zullen nog 2 personen in 2014 starten. Eén persoon startte in een werkervaringsproject (WEP+) en 2 personen verhuisden kort na de cursus. 5.2.2. Cultuurparticipatie Bestuurssecretaris: Rebecca Van De Voorde Lid zijn van een sportclub, een andere vereniging of deelnemen aan een culturele activiteit bevordert de ontwikkeling, vermijdt uitsluiting en stimuleert integratie. Kansarmen hebben moeilijk toegang tot cultuur. Het is duur en sommige cliënten hebben zelfs angst om aan een sociale activiteit deel te nemen. Dankzij het fonds voor cultuurparticipatie kunnen cliënten een financiële tussenkomst verkrijgen voor activiteiten die de socio-culturele participatie bevorderen. Het fonds stelt OCMW’s in staat om hun cliënten meer kansen te geven om deel te nemen aan allerlei activiteiten en vorming. Zodoende helpt dit instrument ook om de digitale kloof te dichten. Omdat cultuur niet de corebusiness is van een OCMW werkt het OCMW van Aalst al enkele jaren samen met vzw “Mensen voor mensen” (een erkende vereniging waar armen het woord nemen) die de UITpas tegen kansenpastarief promoot. Het budget verkregen via het fonds voor cultuurparticipatie wordt enerzijds aangewend voor individuele tussenkomsten aan OCMW-cliënten. Anderzijds gaat het grootste deel van het budget naar Mensen voor Mensen. Het OCMW opteert er immers systematisch voor om in samenwerking met de vzw cliënten toe te leiden naar de UITpas. Hoe meer OCMW-cliënten een UITpas aan kansenpastarief hebben, hoe minder individuele tussenkomsten vanuit het OCMW nodig zijn. Met de UITpas kan men aan veel activiteiten deelnemen voor een lage persoonlijke tussenkomst. De ter beschikking gestelde subsidie aan vzw “Mensen voor mensen” in het kader van cultuurparticipatie is niet voldoende om de kostprijs van de passen van alle OCMW-cliënten te financieren. Het aantal OCMW-cliënten met een kansenpas stijgt ieder jaar. In 2013 beschikten 1.055 OCMW-cliënten over een UITpas aan kansentarief. Daar stond een subsidiëring van 36.000 euro tegenover. Goed voor de bekostiging van de administratieve verwerking van 600 passen (60 euro per pas). Uit de cijfers blijkt dat de individuele tussenkomsten in 2013 voort afnemen. De individuele steunverlening is bijna herleid tot nul (althans voor volwassenen). Uitgaande van het inclusie-principe van de UITpas ligt dit in de lijn van de verwachtingen. Het OCMW levert heel wat inspanningen om het UITpas-systeem zowel inhoudelijk als financieel te ondersteunen. Dit betekent dat OCMW-cliënten systematisch ingelicht worden over het aanbod en toegeleid worden.

// 44


Bijkomend werd in 2013 gebruikgemaakt van de subsidies binnen het KB cultuurparticipatie, specifiek gericht naar het terugdringen van de kinderarmoede. Via deze subsidie nam het OCMW via individuele steunverlening in 2013 volgende ondersteuningen ten laste (voor een totaalbedrag 24.021 euro): schoolondersteuning (schoolmateriaal en schoolboeken, schoolfacturen voor maaltijden en opvang, schooluitstappen) paramedische ondersteuning (eersteleeftijdsmelk) 94 begunstigden konden beroep doen op deze dienstverlening.


// 45

5.3. Ondersteuning op maat 5.3.1. Budget- en schuldhulpverlening Bestuurssecretaris: Katrien Baeten - Wouter Coucke Hoewel ze meestal samen voorkomen, zijn budgethulpverlening en schuldhulpverlening twee verschillende werkvormen. Budgetproblemen doen zich voor wanneer een cliënt niet het gezonde evenwicht vindt tussen inkomsten en uitgaven, m.a.w. wat jaarlijks aan vermogen binnenkomt en wat opnieuw buitengaat. De taak van het OCMW bestaat er dan in om samen met de cliënt zijn huishoudelijke balans in kaart te brengen. Alle inkomsten en alle uitgaven - op jaarbasis - worden gedetailleerd ingebracht in een budgetplan. Op deze manier worden de probleemzones zichtbaar. Samen met de cliënt wordt dan nagegaan hoe de inkomsten verhoogd kunnen worden en de kosten beperkt, om een positief saldo te creëren. Naast dit ‘budgetmanagement’ wordt de cliënt ook praktisch begeleid in het doen van zijn uitgaven: hoe vergelijk ik de prijzen, wanneer doe ik welke inkopen, in welke maand vallen de grote facturen in de bus (verzekeringen, belastingen…), hoe kan ik een spaarbuffer opbouwen, wat is zo gevaarlijk aan krediet… Van schulden is pas sprake wanneer de cliënt een achterstal heeft met zijn opeisbare schulden, dus facturen waarvan de betalingstermijn verstreken is. Dit stelt hem bloot aan allerlei invorderingsmaatregelen (dagvaarding, veroordeling, beslag,...). Het OCMW zal in dit geval nagaan wat de precieze omvang van de schuld is: is de schuld niet verjaard, zijn de aangerekende intresten en kosten wel gegrond, moet een collectieve schuldenregeling aangevraagd worden,… Daarna wordt met de schuldeiser onderhandeld om een haalbaar afbetaalplan te bemiddelen. Daartoe baseert de schuldbemiddelaar zich op het budgetplan: hoeveel blijft er maandelijks over? De opsplitsing tussen het budgetdossier en het schuldendossier is niet onbelangrijk, want de hele tandemwerking tussen de jurist schuldbemiddeling en de maatschappelijk werker is opgebouwd rond dit onderscheid: de maatschappelijk werker begeleidt de cliënt in zijn budgettaire toestand, de jurist tracht de schulden te saneren. 5.3.2. Werkwijze Aanmelding Budget –en schuldhulpverlening is hulpverlening op vrijwillige basis. De cliënt meldt zich dus zelf aan, meestal op doorverwijzing van de dienst Algemeen Sociaal Werk of het Sociaal Huis. Daarnaast vinden vooral jonge mensen steeds vaker via internet de weg naar onze dienstverlening. NIEUWE AANMELDINGEN PER JAAR 834

900 800

623

700 600 500

525

445

487

428

400 300 200 100 0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

De plotse verdubbeling van het aantal aanmeldingen in 2009 betekende een immense werklastverhoging voor de dienst en een verdubbeling van het aantal dossiers op de wachtlijst. De daling in 2010 werd – weliswaar degressief – verdergezet in 2012 en 2013.

// 46


Intake Na de aanmelding wordt elke cliënt binnen de twee weken uitgenodigd door de intaker. De taak van de intaker bestaat uit: opmaak van een rudimentair budgetplan; opmaak van een overzicht van de schulden; identificeren van de oorzaak van de problemen; aanwijzen van de meest geschikte hulpverleningsvorm; - voor het budget: budgetbeheer of budgetbegeleiding? - voor de schulden: buitengerechtelijke schuldbemiddeling of collectieve schuldenregeling? crisisbemiddeling in geval van dreigend beslag. De intaker blijft het dossier vervolgens opvolgen totdat het kan worden overgenomen door de tweedelijnswerkers (=warme overdracht). Voor een aantal dossiers betekent de intake-fase ook meteen het eindpunt van de begeleiding. Dit zal zo zijn wanneer de schuldenlast beperkt is, de huishoudelijke balans dermate positief is dat de schulden op redelijke termijn vereffend kunnen worden én de cliënt voldoende vaardigheden bezit om het afbetaalplan zelfstandig op te volgen. KORTLOPENDE DOSSIERS 140

125

137 120 107

120 100 80 60

55

56

2008

2009

40 20 0

2010

2011

2012

2013

Behandeling ten gronde Voor dossiers die meer begeleiding vergen volgt alsnog een doorverwijzing naar de budgetcoaches, die een doorgedreven financiële begeleiding op maat bieden met als uiteindelijk doel te komen tot een gezond en duurzaam budgettair evenwicht. Tegelijk stelt de jurist een afbetaalplan op voor de schuldsanering, en tot slot wordt – waar nodig – ook externe hulp gezocht (bv. bij verslavingsproblemen). Dossiers zonder schulden DOSSIERS ZONDER SCHULDEN 78

80 40

70

63

70

67

62

55

60 55

50

45

43

40

40 30 20 10 Budgetbeheer

Budgetbegeleiding

0

2008


2009

2010

2011

2012

2013

// 47

Dossiers met buitengerechtelijke schuldbemiddeling DOSSIERS BUITENGERECHTELIJKE SCHULDBEMIDDELING 132 128

140 120 128

132

97

100 80 60

77 57

83 67 53

40 20 Budgetbeheer

Budgetbegeleiding

0

2008

2009

2010

2011

151

148

154

2012

2013

Dossiers collectieve schuldenregeling DOSSIERS COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING 4

250

232

200 150 150

100 50

Budgetbeheer

150

141

Budgetbegeleiding

9

4

0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Duurtijd van de begeleiding De begeleiding duurt tot de cliënt de nodige kennis en vaardigheden verwerft om zelf het budget volledig in handen te nemen. Afhankelijk van zijn leerkansen zal dit enkele maanden of verscheidene jaren duren. Bij sommige cliënten zijn de leerkansen te beperkt om deze vaardigheden ooit te verwerven. Voor deze cliënten wordt dan ook gezocht naar een geschikte beschermingsmaatregel zoals voorlopige bewindvoering, eventueel aangevuld met zorgwonen of begeleid wonen. 5.3.3. Samenwerkingsverband OCMW – CAW Sinds jaar en dag organiseren OCMW Aalst en CAW Regio Aalst beiden budget –en schuldhulpverlening. Vanaf 2002 ging een samenwerking tussen de beide diensten van start die aanvankelijk moeizaam, maar later zeer succesvol bleek te zijn. Dankzij deze samenwerking kunnen we onze mensen en middelen efficiënter inzetten en bovendien ook een veel bredere hulpverlening aanbieden. Vanaf 2014 zal dankzij Vlaamse projectfinanciering van de CAW’s ook meer ingezet worden op schuldpreventie. Daarbij ligt de focus op adolescenten, jongeren uit alle onderwijsniveaus die op het punt staan op eigen benen te staan.

// 48


5.3.4. Juridische hulp Bestuurssecretaris: Chris Bombeeck De jurist behandelt vragen van cliënten met een juridische inslag en ondersteunt de sociale dienst bij het aftoetsen van zijn werking aan het wettelijke kader. 5.3.5. Materiële ondersteuning Bestuurssecretaris: Rebecca Van de Voorde Een belangrijke en veel gebruikte vorm van materiële steun die het OCMW toekent, zijn de reductiekaarten en maaltijdbons voor het sociaal restaurant. Voor 2013 werden volgende aantallen geregistreerd binnen het sociaal – en buurtrestaurant: reductiekaarten sociaal tarief (gele kaarten – gebruiker betaalt 3,5 euro): 8.971 reductiekaarten tussentarief (roze kaarten – gebruiker betaalt 5,5 euro): 4.334 gratis maaltijdbons/cheques (blauwe kaarten): 4.383 sOCIAAL TARIEF (3,50 €)

tUSSENTARIEF (5,50 €)

cHEQUES (0,00 €)

De Brug

De Zolder

De Brug

De Zolder

De Brug

De Zolder

Januari

480

252

206

123

26

460

Februari

470

193

197

126

52

423

Maart

550

205

183

165

29

382

April

493

239

205

154

7

372

Mei

459

173

180

134

11

365

Juni

575

199

259

135

52

366

Juli

491

109

259

91

147

217

Augustus

256

187

138

91

28

332

September

545

150

285

126

81

480

Oktober

535

193

300

117

106

449

November

461

280

254

102

88

192

December

435

276

197

100

65

319

JAARTOTAAL

5.750

2.456

2.663

1.464

692

4.357

8.206

4.127

5.049

Daarnaast werden voedselpakketten bedeeld door het CAWra die de werking van vzw Telesdienst heeft overgenomen. De praktische uitwerking van deze doelstelling werd beschreven in de samenwerkingsovereenkomst die werd afgesloten tussen OCMW Aalst en CAWra voor de periode 2014-2016. Gemiddeld ontvangen 750 gezinnen een maandelijks voedselpakket.


// 49

5.3.6. Financiële ondersteuning Bestuurssecretaris: Rebecca Van de Voorde 5.3.6.1. Leefloon Iedereen heeft recht op integratie en deelname aan het maatschappelijk leven. Het hebben van een job bepaalt in hoge mate het gevoel van maatschappelijke acceptatie. Toch is een tewerkstelling niet voor iedereen haalbaar. Het OCMW heeft als opdracht ook voor mensen die geen inkomen verwerven uit arbeid of die geen beroep kunnen uitoefenen en geen aanspraak kunnen maken op een sociale uitkering, een menswaardig leven te verzekeren. Hiervoor beschikt het OCMW over instrumenten die gecombineerd kunnen worden ingezet: een leefloon, een aangepaste tewerkstelling of een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie. Met personen jonger dan 25 jaar die een leefloon genieten, wordt er een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie afgesloten. De bedoeling is om de maatschappelijke integratie te bevorderen. In het contract kunnen verschillende afspraken gemaakt worden waaraan de betrokken partijen zich moeten houden (opleiding, voltooien studies, arbeidsbegeleiding,…). Het is een op maat gemaakte afsprakennota die aangepast is aan de individuele situatie van de cliënt. Vanaf 2013 concretiseert het OCMW zijn begeleidingsinspanningen met betrekking tot de cliënten die 25 jaar of ouder zijn eveneens in een begeleidingsplan. Dat is op dezelfde principes als het GPMI gestoeld en heeft tot belangrijkste doelstelling dat de cliënt begeleid en gecoacht wordt in zijn inspanningen om zijn situatie te verbeteren. Het betreft hier een inspanningsverbintenis eerder dan een resultaatsverbintenis. Wat niet wegneemt dat het behalen van resultaten vooropgesteld wordt (zoals bv. bij het volgen van Nederlandse les). In 2013 werd door het OCMW Aalst met betrekking tot 1074 personen een aanvraag ‘leefloon’ verwerkt samen goed voor 2692 voorstellen (toekenningen, herzieningen, verlengingen, stopzettingen en schorsingen). LEEFLOON 3.600.000,00 € 3.400.000,00 €

3.432.830,30 €

PERSONEN

3.502.258,94 € 3.196.578,54 €

3.200.000,00 € 3.104.710,65 €

3.000.000,00 €

2500

2858 2551

2419

2692

2859

2000 3.001.120,05 €

2.800.000,00 € 2.600.000,00 €

2842

3000

VOORSTELLEN

1500

2.668.887,60 €

1028

1204

1210

1033

1050

1074

1000

2.400.000,00 €

500

2.200.000,00 €

0

2.000.000,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2008

2009

2010

2011

2012

2013

AANTAL PERSONEN GENOTEN LEEFLOON 949

1000 900

814

883

800

784

800

794

2011

2012

2013

700 600 500 400 300 200 100 0

2008

// 50

2009

2010


Aan 794 personen werd effectief een leefloon uitbetaald. In totaal gaat het om een bedrag van 3.001.120 euro. Het totaalbedrag is variabel omdat het samengesteld is uit variabele categorieën zoals ‘voorschotten op leefloon’, ‘leefloon’, ‘aanvullend leefloon’. 27,5 % van de leefloongenieters zijn jonger dan 25 jaar en volgen een activeringstraject onder de vorm van een GPMI ‘studies voltijds leerplan’, een GPMI ‘leidend tot een arbeidsovereenkomst’ of een GMPI ‘maatschappelijke integratie’. De overige 72,5% is 25 jaar of ouder en dient zijn werkbereidheid aan te tonen volgt een begeleidingstraject met voorwaarden. Het niet voldoen aan de wettelijke voorwaarde (werkbereidheid aantonen) of het niet nakomen door onderlinge afspraken (tussen het OCMW en de cliënt) liggen mede aan de basis van de 1186 stopzettingen en weigeringen van leefloondossiers. 5.3.7. Specifieke steun op maat Bestuurssecretaris: Rebecca Van de Voorde 5.3.7.1. Maandelijkse steun Het OCMW ondersteunt cliënten ook bij het bekostigen van specifieke uitgaven. Dit gebeurt door het toekennen van respectievelijk een maandelijkse steun (uitzonderings-maatregel), een steun op basis van een factuur en een eenmalige steun. MAANDELIJKSE STEUN

PERSONEN

70.000,00 €

50.000,00 €

160

60.090,99 €

60.000,00 €

VOORSTELLEN

141

140 114

120

46.792,48 €

40.000,00 €

100

36.328,52 €

30.000,00 €

25.993,65 €

20.000,00 €

22.500,65 €

16.538,05 €

10.000,00 €

80

71

85

81 65

51

60

60 38

40

47 26

34

20

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

In 2013 werd het principe van maandelijkse steun herzien. Er werd voor geopteerd de situatie van mensen nauwgezet op te volgen en aan de hand van individuele begeleidingsplannen te werken. Dit betekent dat er afgezien wordt om maandelijks een vast bedrag steun toe te kennen voor een langere periode. Eerder dan structureel geld bij te geven is de steun een instrument in de begeleiding van de cliënt. Deze nieuwe werkwijze heeft erin geresulteerd dat maandelijkse steun in 2013 werd toegekend als uitzonderingsmaatregel. Er waren zo’n 26 begunstigden. 5.3.7.2. Eenmalige steun De eenmalige steun is bedoeld voor punctuele uitgaven. Onder deze noemer worden vele verschillende dienstverleningsvormen verzameld, o.a. leefgeld dat in afwachting van het leefloon of pensioen wordt toegekend, zorgkosten, huisvestings- en energiekosten. EENMALIGE FINANCIELE STEUN

PERSONEN

600.000,00 € 500.000,00 € 400.000,00 €

3000

523.007,93 €

2542

2500

367.246,32 €

373.203,07 €

361.278,08 €

300.000,00 €

2000

200.000,00 €

1000

128.627,76 €

100.000,00 €

2196

1974

1500

272.543,25 €

VOORSTELLEN

890

2169 1892

1100

1019

876

929

1114 555

500 0

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2008


2009

2010

2011

2012

2013

// 51

In 2013 werd er door de introductie van de cliëntonthaal- en trajectbegeleidingsmodule (COT) voor gekozen om deze categorie te linken aan de respectievelijke dienstverlenings-clusters menswaardig bestaan (garanderen van basisrechten), wonen, zorg/opvang en activering. Door die werkwijze kon meer nauwlettend toegezien worden op de relevantie en noodzaak van de steun in functie van het traject dat met de cliënt werd aangegaan. Enkele ‘evident geworden’ steunverleningsvormen werden door het beleid kritisch onder de loep genomen. De cijfers tonen aan dat er weliswaar aan minder personen steun wordt gegeven maar dat het aantal steunverleningen per cliënt niet zijn afgenomen. De steun boet niet in aan kwaliteit maar de kwantiteit ervan werd herzien.

// 52


5.4. Zorg en opvang Bestuurssecretaris: Rebecca Van De Voorde 5.4.1. Betaalbaarheid van de medische zorg Het OCMW draagt zijn steentje bij tot het toegankelijk en betaalbaar maken van de zorg. Dit doet het enerzijds door zelf zorg te verstrekken. Anderzijds kunnen mensen bij wie hun zorgkosten doorwegen op hun (gezins)budget het OCMW vragen hen financieel tegemoet te komen. 5.4.1.1. Mutualiteitsbijdrage Het is een wettelijke taak van het OCMW om mensen aan te sluiten bij een mutualiteit naar keuze. Indien de betrokkene over onvoldoende inkomsten beschikt, kan het OCMW de aansluitingskosten rechtstreeks aan de mutualiteit overmaken. Tot 2012 was dat een vaak toegepaste dienstverleningsvorm. Vanaf 2013 werd daaraan de voorwaarde van een zwaar zorg-/ziekteprofiel gekoppeld. Dit impliceert dat begunstigden niet alleen hun algemene behoeftigheid moeten kunnen aantonen maar er moet ook kunnen worden vastgesteld dat de zorgkosten en mutualiteitsbijdragen zwaar wegen op het budget. MUTUALITEITSBIJDRAGEN

PERSONEN

35.000,00 € 29.582,33 €

30.000,00 €

23.851,16 €

22.540,83 €

20.000,00 € 15.000,00 €

400

27.320,50 €

25.000,00 €

439

450 350 300 250

18.356,26 €

13.893,52 €

387

360 327

VOORSTELLEN

446 406 360 322

280 247

232 209

200 150

10.000,00 €

100

5.000,00 €

50

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Om bovenstaande reden is er een terugloop van het aantal aanvragen (werd vaak zelf door de maatschappelijk werker voorgesteld). Van de 209 personen die een aanvraag deden, kregen er 146 een positieve beslissing. In 23 gevallen werd de ten laste name van de mutualiteitsbijdrage geweigerd. Voor 40 personen werd gedurende 2013 de steunverlening stopgezet. 5.4.1.2. Onderstandswoonst Voor personen die tijdens een tijdelijk verblijf op ons grondgebied dringende OCMW-hulp behoeven, is het OCMW van Aalst het bevoegd OCMW. Het treedt desgevallend op in de plaats van het OCMW van onderstandsdomicilie. ONDERSTANDSWOONST

PERSONEN

6.000,00 € 5.000,00 €

49

50

4.000,00 €

40

3.000,00 €

30

2.156,72 €

1.728,06 €

2.000,00 € 1.000,00 €

56

60

5.109,61 €

VOORSTELLEN

414,36 €

0,00 €

2008

646,36 €

35,25 €

2009

2010

2011

2012

2013

25

20 10

9 9

11 12

10 11

27

15 15

0

2008


2009

2010

2011

2012

2013

// 53

In 2013 deden 26 personen beroep op dringende OCMW-hulp. De kosten daarvan werden teruggevorderd van het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats van de respectievelijke cliënten. De vastgestelde stijging is niet significant. 5.4.1.3. Ziekenhuiskosten Soms kunnen cliënten die aangesloten zijn bij een mutualiteit maar die de opleg van hun ziekenhuisfactuur niet kunnen betalen, hiertoe steun aanvragen bij het OCMW. ZIEKENHUISKOSTEN

388

400

90.000,00 €

80.539,15 €

80.000,00 €

350

335

329

352

300

70.000,00 € 60.000,00 €

53.524,72 €

61.595,53 €

50.000,00 €

49.988,84 €

48.931,81 €

40.000,00 €

232

250 200

181

259 202

189

175

154

122

150 100

30.000,00 € 26.218,26 €

20.000,00 € 10.000,00 €

50 0

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2008

2013

2009

2010

PERSONEN

2011

2012

2013

VOORSTELLEN

Vooral alleenstaanden (al dan niet met personen ten laste) en gepensioneerden richten zich tot het OCMW met ziekenhuisfacturen waarvan ze de persoonlijke opleg niet kunnen betalen. In 2013 ging het om 122 personen. 5.4.1.4. Medicatiekosten Een tussenkomst in de opleg voor geneesmiddelen kan worden aangevraagd mits voorleggen van bewijsstukken. Tevens dient aangetoond te worden dat deze uitgaven zwaar wegen op de financiële mogelijkheden van de betrokkene. De toekenning van de opleg voor geneesmiddelen geschiedt voor het gedeelte dat het persoonlijk aandeel van 25 euro per maand overschrijdt en dit op voorwaarde dat de betrokkene een volmacht tekent zodat de terugbetaling van de maximumfactuur door de mutualiteit rechtstreeks aan het OCMW wordt overgemaakt. MEDICATIEKOSTEN

PERSONEN

120.000,00 € 100.000,00 €

97.523,68 € 91.576,37 €

80.000,00 €

340

350

86.491,23 €

80.078,03 €

250

72.242,26 €

70.803,38 €

60.000,00 €

300

343

VOORSTELLEN 334 304

302 261 205

216

215

213

205

200

180

150

40.000,00 €

100

20.000,00 €

50

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

In 2013 werd in 81 cliëntdossiers de ten laste name van medicatiekosten verlengd voor 6 maanden. 29 personen deden in 2013 een nieuwe aanvraag, daarvan werd aan 12 personen de dienstverlening toegekend op basis van bovenstaande criteria. 67 voorstellen werden stopgezet. Voor 17 personen werd de financiële tussenkomst in medicatie geweigerd.

// 54


5.5. Ondersteuning van specifieke doelgroepen Bestuurssecretaris: Rebecca Van De Voorde 5.5.1. Steunequivalent leefloon (STE LL) Financiële steun equivalent aan het leefloon is een financiële steun die het OCMW toekent wanneer er geen recht is op het leefloon maar toch sprake is van een gelijkaardige behoeftige situatie. Gewoonlijk is het bedrag van de financiële steun equivalent aan het leefloon hetzelfde als dat van het leefloon. Kandidaat politiek vluchtelingen en vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister kunnen, op voorwaarde dat zij gewoonlijk op het grondgebied van Aalst verblijven en hun behoeftigheid kunnen aantonen lastens het OCMW, steunequivalent leefloon genieten. Dit is zoals het leefloon ook verbonden aan een begeleiding (begeleidingsplan). In 2013 hebben 141 personen een nieuwe aanvraag tot steun ingediend. Voor 187 personen werd het steunequivalent leefloon herzien, verlengd of stopgezet. STEUNEQUIVALENT

PERSONEN

2.500.000,00 €

762

800 1.964.213,58 €

2.000.000,00 € 1.587.456,20 €

1.500.000,00 €

1.645.658,51 €

1.784.444,36 €

700 600

504 418

400 300

897.862,91 €

746

686

671

500

1.165.598,36 €

1.000.000,00 €

VOORSTELLEN

225

349

358

351

328

2010

2011

2012

2013

268

200

500.000,00 €

100

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

0

2008

2009

5.5.2. Leefgeld LOI Naast steunequivalent leefloon wordt door het OCMW in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst met Fedasil betreffende de lokale opvang van asielzoekers en kandidaat-politiek vluchtelingen leefgeld gegeven als aanvulling op de materiële opvang. Deze steunverlening wordt aan 33 personen aangeboden, binnen het jaar wordt hun leefgeld toegekend en (meermaals) herzien. Dit resulteert in onderstaande aantallen: 126 voorstellen met betrekking tot 70 (niet-unieke) personen. LEEFGELD OPVANGINITIATIEF 160.000,00 €

141.842,85 €

140.000,00 € 120.000,00 €

127.230,00 €

PERSONEN

144.360,00 € 128.914,84 €

160

119.324,10 €

120

100.000,00 € 80.000,00 €

155 138

140

100

87.386,88 €

60.000,00 €

80

VOORSTELLEN

123

126

110

99

97 81

79

80

90 70

60

40.000,00 €

40

20.000,00 €

20

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

0

2008


2009

2010

2011

2012

2013

// 55

In 2013 besliste de OCMW-Raad in te gaan op het voorstel van het Agentschap voor de opvang van asielzoekers om de lokale opvang af te bouwen van 64 naar 39 plaatsen. De procedures verlopen vlotter, maar de uitstroom uit het netwerk is er echter niet gemakkelijker op geworden. Ten gevolge van de kortere doorlooptijd moeten mensen vlugger de materiële opvang verlaten. Dit samen met het feit dat het voor de uitgeprocedeerde asielzoeker geen verplichting is om naar een terugkeerplaats te gaan bemoeilijkt een vlotte doorstroom. Ook worden steeds meer mensen met een psychische en/of fysieke disfunctie aan het LOI overgedragen. Het is geen sinecure om voor die personen de juiste omkadering te vinden. Het leefgeld dat additioneel aan de materiële opvang wordt toegekend, bedroeg in 2013 240 euro voor een volwassene en 120 euro voor een kind. Daarnaast wordt in de behoeften van de bewoners voorzien door middel van het toekennen van extra steunen in functie van (taal)onderwijs, uitgaven voor kinderen,… In april keurde de OCMW-raad de algemene richtlijnen voor sociale dienstverlening aan LOI-bewoners goed. In 2013 werd naast het leefgeld ook voor een kleine 16.000 euro bijkomende steun uitbetaald aan bewoners van het LOI. Deze uitgaven zijn gedekt door de federale subsidie. De grote discrepantie tussen het aantal begunstigden en het aantal aanvragen is te verklaren door het feit dat er in 2013 een aantal moeders met kinderen opgevangen werden waardoor er meer tussenkomsten waren voor het betalen van schoolfacturen en medische behandelingen. BIJKOMENDE STEUN OPVANGINITIATIEF 45.000,00 €

VOORSTELLEN

300

40.000,00 €

252

39.053,06 €

246

250

35.000,00 € 30.000,00 €

200

26.897,40 €

25.000,00 € 20.000,00 €

PERSONEN

22.049,71 €

20.025,95 €

15.000,00 €

16.415,64 €

186

164

159

161

150

15.722,81 €

77

100 52

10.000,00 €

67

62

60

61

50

5.000,00 € 0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

5.5.3. Medische kosten Het OCMW ondersteunt kandidaat-politiek vluchtelingen, LOI-bewoners en vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister,.. met betrekking tot de kosten verbonden aan medische zorgen. Daarbij geldt als gouden regel dat eerst en vooral de ziekteverzekering in orde gebracht wordt en dit van zodra dit wettelijk kan. Van zodra hun vraag ontvankelijk verklaard wordt, kunnen kandidaat-politiek vluchtelingen zich aansluiten bij een ziekenfonds naar keuze. Hetzelfde geldt voor vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister. Er zijn echter categorieën die uitgesloten worden van de ziekteverzekering zoals ontvankelijk verklaarden-9ter en illegalen. Wat de laatsten betreft, voorziet het OCMW enkel in de terugbetaling van de dringende medische zorg. Dit gebeurt met federale middelen en meestal in samenwerking met de zorgverstrekkers (ziekenhuizen, artsen,..). 5.5.3.1. Medische hulp en hospitalisatiekosten Het OCMW krijgt heel wat aanvragen van asielzoekers, illegalen en vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister tot het ten laste nemen van zorgkosten. Dit gebeurt meestal via de zorgverstrekkers die voor behoeftige personen -mits hun akkoord en na sociaal onderzoek- de vraag stellen aan het OCMW om de factuur ten laste te nemen. Zowel wat de kosten verbonden aan hospitalisatie betreft als de ambulante zorgen stijgt ook dit jaar het aantal aanvragen. Dit reflecteert op het eerste zicht niet in het budget. In tegendeel, de totaalsom ligt een kleine 40% lager dan het bedrag 2012.

// 56


Dit heeft alles te maken met de invoering van Mediprima, waarvan de principes door de Raad in november werden goedgekeurd. Het nieuwe systeem bestaat erin dat het OCMW het sociaal onderzoek om de behoeftigheid van de cliënt en de wettelijkheid van de aanvraag uitvoert en dat de financiële afhandeling van de factuur- voor zover het gaat om het gedeelte ten laste van de Federale staat- wordt geregeld door de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Dit heeft als voordelen: Afname van het aantal medische facturen dat het OCMW zelf nog moet behandelen; Controle van de facturen door een gespecialiseerde instelling, nl. HZIV Het OCMW moet geen voorschot meer betalen op het gedeelte ten laste van de Federale Staat Het OCMW kan zich toespitsen op zijn kerntaak, nl. het voeren van het sociaal onderzoek. MEDISCHE KOSTEN POLITIEK VLUCHTELINGEN 140.000,00 € 121.429,08 €

120.000,00 €

1315

1200 68.865,58 €

86.809,18 €

60.000,00 €

1008

74.940,79 €

800 600

20.000,00 €

200

0,00 €

2009

2010

2011

2012

2013

693

610 412

400

2008

1426

1000

57.162,38 €

40.000,00 €

VOORSTELLEN

1600 1400

105.589,07 €

100.000,00 € 80.000,00 €

PERSONEN

143

155

2008

2009

242

362

428

379

2012

2013

0

2010

2011

Van de 1.426 aanvragen zijn er 546 nieuwe aanvragen. Van dat segment werden er 376 toegekend. HOSPITALISATIE 250.000,00 €

PERSONEN

472

500

215.725,98 €

450

200.000,00 €

375 336

400

149.154,69 €

150.000,00 € 100.000,00 €

150

48.791,66 €

354

144 128

162 136

2008

2009

50

0,00 €

2009

404

100

72.408,41 €

2008

200

492

233 210

250

76.180,35 €

50.000,00 €

350 300

140.847,64 €

VOORSTELLEN

2010

2011

2012

2013

0


2010

2011

2012

2013

// 57

// 58


5.6. Wonen Het OCMW bouwt mee aan een geïntegreerd en integraal woonbeleid waarbij de stad als regisseur fungeert. Dat betekent concreet dat het OCMW als welzijnsactor en –dienstverlener zijn beleid afstemt op de stedelijke visie rond Wonen. De sociale dienstverlening van het OCMW onderschrijft het recht op menswaardig wonen. Dit houdt in dat iedereen moet kunnen beschikken over een kwalitatief goede en aangepaste woning die betaalbaar is. Dit basisrecht lijkt evident maar is het niet. Socio-maatschappelijke en economische veranderingen maken van het verstrekken van dit recht een heuse uitdaging. Enkele van die ingrijpende maatschappelijke effecten zijn onder andere de economische crisis, het failliet van de klassieke samenlevingsverbanden zoals het huwelijk en twee-oudergezinnen en de stijgende energieprijzen. Steeds meer mensen raken door de economische crisis hun job kwijt en kunnen niet langer hun huur of hypothecaire lening betalen. Het wegvallen van de klassieke gezinssamenstelling (ouders + kinderen) als norm, resulteert in een gediversifieerde huisvestings-behoefte. In het verlengde daarvan dient opgemerkt te worden dat de groep van alleenstaande ouders met kinderen ten laste gestaag uitbreidt. Daarnaast kan niet voorbijgegaan worden aan het feit dat de energiekosten de laatste jaren behoorlijk gestegen zijn. 5.6.1. Huisvesting Bestuurssecretaris: Rebecca Van de Voorde Het feit dat steeds meer huurders betalingsproblemen ervaren, weerspiegelt zich in de OCMW-statistieken. 5.6.1.1. Huurtoelage Het OCMW geeft een huurtoelage. Aan personen die een leefloon of een sociale uitkering genieten, kan mits het opvolgen van het afgesproken begeleidingsplan een huurtoelage ten bedrage van 110 euro worden verstrekt op voorwaarde dat ze een woning huren op de privémarkt. Bij het verlenen van dergelijke toelagen moet de betrokkene tevens blijk geven van het leveren van inspanningen teneinde huurachterstand te voorkomen. Dit kan door: actief mee te werken binnen schuldhulpverlening en/of; het bewijs te leveren dat betrokkene ingeschreven is in de lijsten tot het verkrijgen van een sociale woning of een woning van de stad en/of; het bewijs te leveren van effectief te zoeken naar een beter betaalbare andere woning en/of; huurder te zijn van een woning behorende tot het SVK van de stad, maandelijks punctueel de huishuur betalen en maatschappelijke begeleiding toestaan. De huurtoelage kan losgekoppeld worden van leefloon of IGO. Er zijn bv. klanten die geen leefloon hebben maar een klein inkomen zoals een ziekte-uitkering of een klein pensioen maar geen leefloon. HUURTOELAGE

PERSONEN

60.000,00 €

100

50.568,67 € 50.000,00 €

49.467,74 €

40.000,00 €

90

40.250,00 €

72

80 70

57

60

35.940,00 €

30.000,00 € 20.000,00 €

VOORSTELLEN

99

31.260,00 €

56

67 53

58 49

50 40

21.241,33 €

79

72

36

34

30 20

10.000,00 €

10 0

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2008


2009

2010

2011

2012

2013

// 59

In 2013 deden 36 personen een aanvraag. Daarvan waren er 23 nieuwe aanvragen. Voor het overige gedeelte gaat het om verlengingen en/of stopzettingen van de dienstverlening. 5.6.1.2. Huurwaarborg FINANCIELE STEUN VOOR HUURWAARBORG 160.000,00 €

148.997,20 €

PERSONEN 384

400

140.000,00 €

350

120.000,00 €

101.895,70 €

100.000,00 €

110.347,89 €

296

300

321 279

250

95.487,50 €

80.000,00 €

206

200

60.000,00 €

VOORSTELLEN

155

156

2010

2011

176

150

40.000,00 €

100

20.767,62 €

20.000,00 €

50

0,00 €

2009

2010

2011

2012

2013

35

64

0

2009

2012

2013

Het OCMW helpt ook personen die de huurwaarborg niet kunnen betalen. Dit kan op twee manieren. Enerzijds is er het systeem waarbij de cliënt een financiële steun ter waarde van de huurwaarborg ontvangt. Die steun wordt meestal teruggevorderd van de cliënt aan de hand van een maandelijks afbetalingsplan. De afname van aanvragen is te wijten aan een nieuwe werkwijze met betrekking tot nieuwe aanvragen waarbij een grondige controle van het voorgelegde huurcontract wordt gedaan. In samenwerking met de stad wordt nu ook bij wijze van proefproject een woningonderzoek gekoppeld aan de aanvraag. Op die manier wordt niet alleen gewerkt aan een betaalbare maar ook aan een kwaliteitsvolle woning voor de huurder. De dienstverlening slaat ook de brug naar de verhuurder die gecoacht wordt in de uitvoering van de eventuele gevraagde aanpassingen (adviesfunctie). 5.6.2. Energie Bestuurssecretaris: Stefanie Podevyn De energiecel van het OCMW van Aalst is in september 2007 opgestart en heeft de opdracht om begeleiding te bieden aan mensen met energieschulden en/of energieproblemen. 5.6.2.1. Lokale Adviescommissie In iedere Vlaamse gemeente is een Lokale Adviescommissie opgericht waarin afgevaardigden van het OCMW en de verschillende energieleveranciers (Eandis en water-link) samen zetelen. De energieleverancier kan enkel overgaan tot afsluiting nadat de Lokale Adviescommissie dit heeft geadviseerd. Alvorens de dossiers op de Lokale Adviescommissie behandeld worden, worden de mensen eerst uitgenodigd door de maatschappelijk werker van de energiecel die een volledig sociaal en financieel onderzoek uitvoert. Op basis van dit onderzoek wordt een gemotiveerd voorstel gedaan aan de Lokale Adviescommissie. De netbeheerders sturen de dossiers door van wanbetalers. Het gaat dan om mensen die door de commerciële leverancier zijn ‘gedropt’ en ook bij de netbeheerder hun energiefactuur niet betalen. De OCMW’s zijn goed geplaatst om deze mensen te helpen, maar moeten hierin dringend ondersteund worden door de Vlaamse overheid. Die belastte de OCMW’s immers met de organisatie van de lokale adviescommissie waarin OCMW, netbeheerder en klant samen naar een oplossing zoeken. Het kwaliteitsvol voeren van sociale onderzoeken, het vinden van aanvaardbare oplossingen én de noodzakelijke hulpverlening bieden als antwoord op het probleem, is bijzonder arbeidsintensief. De meeste mensen hebben naast energieschulden doorgaans ook andere problemen (schuldoverlast, slechte huisvesting, te laag inkomen, enz.). Wat we opmerken is dat sedert de opstart van de energiecel (september 2007) er meer dossiers behandeld worden

// 60


op die Lokale Adviescommissies. In 2006 werden er 390 dossiers (278 personen) behandeld tegenover 1.097 dossiers (829 personen) in 2013. Dit bewijst dat er steeds meer gezinnen zijn die hun energiefactuur niet meer kunnen betalen. We merken ook een stijgende problematiek bij gezinnen waar wel arbeidsinkomsten zijn. Het zijn niet meer enkel gezinnen die geen of een vervangingsinkomen hebben, die problemen hebben om de energiefactuur te betalen. De daling in 2011 is uitzonderlijk en komt omdat er toen ongeveer een vijftal zittingen minder hebben plaatsgevonden als gevolg van afwezigheid/ontslag van een aantal personeelsleden. Door het uitbouwen van een gespecialiseerde cel energie kunnen de cliënten veel sneller geholpen worden zodat de energieproblemen niet nog groter worden. Het aantal effectieve afsluitingen wordt op deze manier beperkt tot het minimum. Cliënten waarvoor een dossier op de Lokale Adviescommissie wordt voorgebracht, worden uiteraard na de zitting verder begeleid inzake hun energieproblemen. Wanneer andere problemen binnen het dossier worden vastgesteld, wordt de cliënt doorverwezen naar de gepaste hulpverleningsdienst. PERSONEN

VOORSTELLEN

1200 1000

1097 812

800 600

851

595

630

2008

2009

903 666

871 694

829

702

517

400 200 0

2010

2011

2012

2013

5.6.2.2. Begeleiding van energieproblemen Naast de dossiers die we doorgestuurd krijgen om op de Lokale Adviescommissie te behandelen, kunnen mensen ook bij de energiecel terecht voor allerlei problemen/vragen die te maken hebben met energie (vb. betalingsproblemen bij een commerciële leverancier, onduidelijkheden facturatie, problemen budgetmeters,…) Hier zien we de laatste 3 jaar een omgekeerd evenredig verloop ten opzichte van de vorige grafiek. Hoe meer dossiers er kunnen behandeld worden op een Lokale Adviescommissie, hoe minder afzonderlijke individuele vragen er gesteld worden door de cliënten. In 2011 werden er minder zittingen van de Lokale Adviescommissie georganiseerd waardoor de vraag naar individuele begeleiding steeg. PERSONEN 166

180

VOORSTELLEN

178

160

156 156

143 143

140 120 100 80

73 76

90 94

102 105

60 40 20 0

2008

2009

2010

2011

2012

2013


// 61

5.6.2.3. Financiële tussenkomsten voor energie Veel mensen kloppen bij het OCMW aan voor een verwarmingstoelage en/of energietoelage. Het OCMW biedt verschillende mogelijkheden van steunverlening aan: verwarmingstoelage van 300 euro (steunbarema, mogelijk voor alle verwarmingsbronnen), energietoelage voor gas en elektriciteit (energiefonds). Vanaf september 2013 werd de toelage voor verwarming opgenomen in de afsprakennota “richtlijnen voor steunverlening” waardoor er extra voorwaarden werden gekoppeld aan de eventuele toekenning. PERSONEN

600

200.000,00 €

610 512

448 411

500

FINANCIELE TUSSENKOMST VOOR ENERGIE 225.000,00 €

649 582

700

VOORSTELLEN

175.000,00 €

456 382

400

189.573,66 €

476 429

398 347

300

158.964,33 €

150.000,00 € 125.000,00 € 100.000,00 €

111.345,10 €

75.000,00 €

200

50.000,00 €

100

25.000,00 €

0

0,00 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

122.659,11 €

140.163,81 €

80.996,18 €

2008

2009

2010

2011

2012

2013

De daling van het aantal aanvragen in 2013 kan verklaard worden door het invoeren van deze extra voorwaarden alsook door de invoering van de budgetmeter gas en door de toename van het aantal budgetmeters op het grondgebied van Aalst. Wanneer men over een budgetmeter beschikt, krijgt men immers geen tussentijdse afbetalingen en geen afrekeningsfactuur. Bovendien biedt Eandis de mogelijkheid om afrekeningfacturen bij de plaatsing van een budgetmeter af te lossen via opladingen door deze schuld in te brengen in de budgetmeter. 5.6.2.4. Stookoliepremie Sedert enkele jaren krijgen de OCMW’s de opdracht om stookoliepremies toe te kennen aan de gezinnen die tot de door de overheid opgelegde categorieën behoren en dit volgens de opgelegde regelgeving. We merken in 2013 een lichte daling van het aantal aanvragen t.o.v. 2012. Dit kan verklaard worden door de gunstige prijzen in de oliesector en een warme winter eind 2013. In 2008 zien we een serieuze afwijking t.o.v. de andere jaren, waar er, door de sterke stijging van de stookolieprijzen, door de overheid werd beslist om de begunstigden uit te breiden met een bijkomende categorie (gezinnen met een bescheiden inkomen). PERSONEN 1352

1400 1200

VOORSTELLEN

1057

1000 800 600

501 424

534 424

2009

2010

706

632 497

514

2011

2012

600 449

400 200 0

2008

// 62

2013


5.6.2.5. Renteloze lening stookolie Sedert 2008 heeft de energiecel van het OCMW van Aalst ook de mogelijkheid om in bepaalde omstandigheden een renteloze lening toe te kennen aan personen die het moeilijk hebben om hun factuur voor levering van stookolie in één keer te betalen. We merken in 2013 een stijging van het aantal aanvragen. Het aantal leningen blijft beperkt. PERSONEN 25

VOORSTELLEN

22 19

18

20

16 13

15 10 10

9

14 11

10 7

6

5 0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

5.6.2.6. Opladingen Klanten van Eandis kunnen hun budgetmeterkaart elektriciteit en/of aardgas laten opladen bij de medewerkers van de energiecel van het OCMW van Aalst. Hierdoor kunnen problemen veel sneller gedetecteerd worden. Op het oplaadpunt van het OCMW van Aalst werden volgend aantal opladingen uitgevoerd: 2011 5.680 opladingen 2012 7.821 opladingen 2013 7.525 opladingen Over de jaren heen merken we een stijging in het aantal opladingen. Dit is te verklaren door een stijging van het aantal budgetmeters op ons grondgebied. Hoe kouder de winters zijn, hoe meer opladingen van de budgetmeter gas nodig is. Dit stellen we vast in 2012.


// 63

5.6.2.7. Preventie Tijdens de hulpverlening dient er op de energiecel steeds de nodige aandacht besteed te worden aan preventie: voorkomen dat het probleem zich opnieuw stelt en/of stimuleren dat het energieverbruik vermindert. De cliënt wordt begeleid en er wordt samen met hem/haar naar een oplossing van het probleem gezocht maar tegelijk dient men het empowerment van de cliënt te verhogen. De maatschappelijk werker van de energiecel kan voor of samen met de cliënt een leveranciersvergelijking maken (Vtest) om op basis van het persoonlijk verbruik de meest voordelige energieleverancier te kiezen. Op die manier kan de energiekost tot een minimum beperkt worden. Om het energieverbruik te verminderen, kunnen de cliënten doorgestuurd worden voor een energiescan. In Aalst worden de energiescans uitgevoerd door de energiesnoeiers van vzw De Kringwinkel Teleshop. Tijdens de energiescan krijgt de cliënt tips om het energieverbruik te verminderen. Bovendien krijgt de cliënt een pakket aan energiebesparende attributen. Cliënten die geïnteresseerd zijn in een goedkope of renteloze lening voor energiebesparende aanpassingen aan de woning, worden via de energiecel doorgestuurd naar vzw BEA. 5.6.2.8. Minimale levering budgetmeter gas In tegenstelling tot de minimale levering aan 10 ampère via budgetmeter voor elektriciteit, biedt de budgetmeter voor aardgas geen technisch betrouwbare en veilige mogelijkheid daartoe. Wie niet oplaadt en ook zijn noodkrediet heeft opgebruikt, valt zonder aardgas totdat hij de meter opnieuw oplaadt met de budgetmeterkaart. Om te vermijden dat mensen vanwege een gebrek aan geld om op te laden in de winter zonder verwarming vallen, voorzag de Vlaamse Regering vanaf de winter van 2010 een alternatief. Dat laat de OCMW’s toe om aan behoeftigen een beperkte financiële steun toe te kennen om op te laden. Deze financiële tussenkomst staat voor een minimale hoeveelheid aardgas, goed voor een minimaal comfort. De OCMW’s beschikken hiermee over een extra instrument om een financiële tussenkomst te doen in de energiekosten. In het OCMW van Aalst werden vanaf 2010 aan volgend aantal personen een minimale levering gas gegeven. 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

34 48 65 43

Over de jaren heen merken we een stijging in het aantal minimale leveringen gas. Enkel de laatste periode kunnen we een duidelijke daling vaststellen. Dit is te verklaren door de warme winterperiode van 2013-2014.

// 64


5.7. Lokale actoren en welzijnsforum Bestuurssecretaris: Sofie Saeys Vanuit 30 jaar OCMW naar een vernieuwend sociaal beleid Sinds 2007 treedt het OCMW zelf meer naar buiten en is er een vernieuwde en verhoogde aandacht voor het bredere welzijnsveld en de andere lokale dienstenaanbieders actief op dat veld. Vanaf 2008 werd deze evolutie meer geconsolideerd. Het OCMW is niet alleen zelf een dienstenaanbieder, maar kan en wil ook partner zijn van andere welzijnsorganisaties. Via participatie en samenwerkingsverbanden kunnen krachten worden gebundeld om te komen tot een gecoördineerd, efficiënt en toegankelijk aanbod. Om deze doelstellingen te kunnen realiseren, wordt sinds 2007 werk gemaakt van het decreet Lokaal Sociaal Beleid, het Sociaal Huis en lokale actoren. 5.7.1. Lokale actoren De ontwikkeling van het Aalsterse welzijnsbeleid kan niet zonder een samenwerking met de lokale verenigingen die actief zijn op dit terrein. Het OCMW en de stad Aalst hadden elk afzonderlijk in het verleden samenwerkingsovereenkomsten met enkele van deze verenigingen. Deze overeenkomsten liepen af op 31 december 2007. In 2007 werden voor de periode 2008-2013 ook de samenwerkingsovereenkomsten met een aantal lokale actoren hernieuwd en geactualiseerd of voorbereid met het oog op een duurzame sociale, kwalitatieve en complementaire dienstverlening. Door vanaf 2008 de werking van alle lokale actoren actief in de welzijnssector vanuit het OCMW te laten coördineren en bijsturen, subsidiëren en evalueren, wordt het welzijnsveld versterkt. In 2013 had het OCMW een lopende samenwerkingsovereenkomst met de volgende organisaties: Vzw Palliatieve Zorgen Deze vzw biedt kosteloze palliatieve zorgen aan personen die verblijven in hun thuissituatie binnen de bevoegdheidsregio van het OCMW Aalst en omgeving. Daarnaast sensibiliseren en informeren ze de Aalsterse bevolking over palliatieve zorgen, en geeft men vorming aan hulpverleners uit de regio. Vzw ’t Nest ‘t Nest biedt naschoolse kinderopvang en begeleiding aan een tiental probleemgezinnen, via onder meer vrijwilligerswerking. Sociale Werkplaats De Loods vzw – De Boerderij In De Boerderij wordt een dertigtal doelgroepwerknemers (langdurig werkloos, laaggeschoold, psychische, lichamelijke en/of sociale problemen) tewerkgesteld, met aandacht voor kwaliteit (van de arbeid, begeleiding en het product) en opleiding (attitudes, basisscholing, …). Ook het hulpverleningsaspect (begeleiding en gerichte doorverwijzing) komt aan bod. Sociale Werkplaats De Loods vzw – Sociaal restaurant De Zolder Het sociaal restaurant De Zolder biedt algemene vorming, een technische werkplaats met oog voor kwaliteit, en een begeleiding op maat aan langdurig werkzoekenden. Vzw Jeugdzorg – De Vlier Vzw Jeugdzorg wil door opvang en begeleiding in zijn dagcentrum De Vlier (studiebegeleiding, groepswerking, gezinsbegeleiding,…) een toekomstperspectief bieden aan kinderen en jongeren in een problematische opvoedingssituatie. Ook jongeren die een als misdaad omschreven feit hebben gepleegd, kunnen er terecht. CAWRA vzw Het CAWRA (Centrum Algemeen Welzijnswerk Regio Aalst vzw) en het OCMW werken samen op twee vlakken. Enerzijds in het Sociaal Huis, met het onthaal, de schuldhulpverlening en de 24 uur-permanentie. Anderzijds via de thuislozenzorg in residentieel centrum Niemandsland, met een aanbod van ‘bed-bad-brood’, crisisopvang en lange opvang.


// 65

Sinds 2012 werd ook de volledige werking van de vroegere vzw Teledienst ingebed binnen het CAWRA vzw: burenhulp (gevarieerd hulpaanbod door vrijwilligers), materiële hulp (bedeling van voedselpakketten, gekoppeld aan een ruimer sociaal hulpaanbod) en bejaardenbezoekersgroepen (bezoek, ondersteuning bij maaltijden koffiebedeling en animatie door vrijwilligers). Momenteel wordt ook de oprichting van een sociale superette verder onderzocht. Naast een actualisering en hernieuwing van bovenstaande samenwerkingsovereenkomsten, werd in 2007 ook een overeenkomst voorbereid met een aantal andere lokale actoren, voor de periode 2008-2013. Deze organisaties werden tot 2007 nog gesubsidieerd via de stad Aalst, of het zijn nieuwe initiatieven: Steunpunt Welzijn vzw Het Steunpunt Welzijn wil de dienstverlening versterken ten gunste van zwakkere bevolkingsgroepen, en zo hun maatschappelijke participatie bevorderen. Daarnaast heeft de vzw aandacht voor de ondersteuning van de armoedebestrijding en sociale ontwikkeling, en wil ze het sociaal potentieel binnen de samenleving (solidariteit, sociaal burgerschap) bevorderen. Parol vzw Buurtopbouwwerk Parol wil de Aalsterse rechteroeverbuurt opwaarderen, door de leefbaarheid van de buurt te verbeteren. De sociale cohesie tussen alle bewoners moet versterkt worden, met een speciale focus op het bereiken en betrekken van kansarmen. Mensen voor mensen vzw Deze vierdewereldgroep staat voor structurele armoedebestrijding op alle terreinen van het leven. Men wil de fundamentele rechten van de minderbedeelden in Aalst en omgeving versterken en handhaven. De armen verenigen zich in deze vzw, en nemen ook zelf het woord. VDAB Het doel van het project ‘Sociale tewerkstellingsondersteuning in reguliere bedrijven’ is de tewerkstelling van langdurig werklozen, laaggeschoolden, allochtonen, etnische minderheden, arbeidsgehandicapten, leefloongenieters, deeltijds leerplichtigen, herintreders, ouderen (50+), ex-gedetineerden, … in het reguliere arbeidscircuit, via een maximale inzet van het IBO-instrument (‘Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming’). Extra aandacht gaat naar de doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt van mensen die via het OCMW werk(t)en onder art.60§7. Lokaal Dienstencentrum De Dendervallei In het kader van een duurzaam ouderenbeleid en in uitvoering van het Zorgstrategisch plan, dat werd goedgekeurd door de OCMW-raad op 26 juni 2007, werken het OCMW Aalst en het Woon – en Zorgcentrum Denderrust vzw samen binnen de muren van Denderrust, in de vorm van het Lokaal Dienstencentrum ‘De Dendervallei’ in Herdersem (sinds 1 april 2008). Lokaal Dienstencentrum De Toekomst Met Woon – en Zorgcentrum De Toekomst vzw heeft het OCMW Aalst een gelijkaardig samenwerkingsakkoord, via het Lokaal Dienstencentrum ‘De Toekomst” in Aalst (sinds 1 april 2010). VZW SOS – Schulden op School De vzw wil de scholen bewust maken ven het probleem van kansarmoede op school, wil de scholen aanzetten tot en op hun vraag ondersteunen bij het ontwikkelen van een solidair beleid. In 2013 werden de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten vanaf 2014 voorbereid.

// 66


5.7.2. Participatie, dialoog en samenwerking Zowel bij de voorbereiding, de opmaak als bij de uitvoering van het OCMW-beleid gaat aandacht naar participatie, dialoog en samenwerking met de lokale actoren en de beoogde doelgroepen. Behalve de stad en het OCMW worden tal van welzijnsorganisaties, doelgroepverenigingen, diverse adviesraden en andere spelers op het welzijnsveld betrokken. 5.7.3. Het Welzijnsforum Het lokaal bestuur moet in toepassing van artikel 4§5 van het decreet lokaal sociaal beleid, voorzien in de participatie van de lokale verenigingen, dienstenaanbieders, hulpvragers, cliënten en burgers bij de voorbereiding, de uitvoering en de voortgang van het Lokaal Sociaal Beleidsplan. In januari 2008 werd de oprichting van een nieuw breed lokaal welzijnsoverleg aangekaart op een open vergadering waarop de lokale welzijnsorganisaties werden uitgenodigd. Dit resulteerde in de keuze van een welzijnsoverleg dat mee vorm gegeven wordt vanuit de basis. De statuten van het ”Welzijnsforum”, de nieuwe naam voor het overleg, werden goedgekeurd door de OCMW-raad op 20 januari 2009 en door de Gemeenteraad op 27 januari 2009. De daaropvolgende installatie van het Welzijnsforum gebeurde op 4 februari 2009. “Het Welzijnsforum is een netwerkorgaan opgericht met de bedoeling het overleg met betrekking tot welzijnsmateries van het lokaal sociaal beleid te bevorderen en te inspireren”, staat in artikel 1 van de statuten. Men kan zeggen dat de voorgaande periode in het teken heeft gestaan van het advies aan het lokaal bestuur op basis van de bevraging van organisaties actief binnen welzijn en gezondheid in Aalst. Aan de hand van de resultaten werden 3 prioritaire thema’s geselecteerd: Schulden, Wonen en Werk. Deze thema’s werden in opeenvolgende vergaderingen van het Welzijnsforum besproken en toegelicht door deskundigen in de betrokken materie. De besluiten werden in de vorm van een advies voorgelegd aan het lokaal bestuur, conform de modaliteiten van artikel 15, § 6 van de statuten. Dit advies werd goedgekeurd door het Welzijnsforum op 24 maart 2011. Het omvat een oplijsting per thema van mogelijke acties. In 2012 werd door het Welzijnsforum gewerkt aan een memorandum en actieplan voor het nieuwe bestuur vanaf 2013. In 2013 werd de coördinatie van het welzijnsforum overgedragen aan de stad Aalst binnen de bevoegdheden van de schepen van welzijn.


// 67

// 06 RESIDENTIELE ZORG EN THUISZORG DIRECTEUR: PIERRE D’HAENS

// 68

OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // DEEL 06 AFDELING RESIDENTIËLE ZORG EN THUISZORG

6.1. wOONZORGCENTRUM MIJLBEKE Bestuurssecretaris: fILIP hUYCK Het WZC Mijlbeke telt 122 bedden, waarvan 83 Rvt-bedden en 3 bedden kortverblijf. Het WZC is omgeven door een tuin met rustbanken. Op dezelfde site bevindt zich LDC de Maretak. Elke kamer beschikt over een flatscreen en een verpleegoproepsysteem. Elke kamer beschikt over een eigen badkamer met wastafel en toilet.

Wij helpen - praktische schikkingen Hoe wordt de hulp toegekend? De bejaarde of diens vervanger (familie, ziekenhuis, e.a.) doet een aanvraag tot opname. De maatschappelijk werker doet een sociaal onderzoek waarna de hulpbehoevendheidgraad van de bejaarde wordt bepaald en de bejaarde op de wachtlijst geplaatst wordt.

Financiële bijdrage De financiële bijdrage voor WZC Mijlbeke bedroeg op 31 december 2013 Dagprijs alleenstaande: 45,86 euro Dagprijs echtpaar: 66,23 euro

Werkregeling woonzorgcentra Een team van gekwalificeerd verpleegkundig en verzorgend personeel staat in voor de dagelijkse verzorging. De huisarts en kinesist kan men vrij kiezen. De maaltijden zijn van hoogstaande kwaliteit. Op voorschrift van de dokter zorgen wij voor een dieetmaaltijd. De dienst ergotherapie, kinesitherapie en animatie helpen het verblijf in ons woonzorgcentrum zo aangenaam mogelijk te maken: turnles, spelnamiddagen, daguitstappen, film en tv-kijken. Dit is maar een greep uit het totale aanbod. Een gebruikersraad verzekert de bewoners van de nodige inspraak in hun nieuwe leefgemeenschap. Wij respecteren godsdienstige, filosofische en morele overtuiging en garanderen de vrije uitoefening ervan.

Bereikbaarheid WZC Mijlbeke is gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer of de wagen. Mijlbeke is zowel met het openbaar vervoer (bushalte op 100 meter) als met de wagen gemakkelijk te bereiken. Er is een ruime parking (70 plaatsen) voorzien. Het station ligt op amper vijftien minuten van het woonzorgcentrum. Adres: Albrechtlaan 119 – 9300 Aalst Tel. 053 76 56 01 Openingsuren In het woonzorgcentrum zijn bezoekers op elk moment van de dag welkom. De administratieve medewerkers zijn dagelijks bereikbaar tussen 8.15 en 17.00 uur. Op woensdag zijn zij aanwezig tot 19 uur. Op vrijdag zijn zij aanwezig tot 12.30 uur.


// 69

Opnames per leeftijdscategorie ROB/RVT LEEFTIJD

Man

Vrouw

TOTAAL

<55

0

0

0

55 - 59

0

0

0

60 - 64

0

0

0

65 - 69

1

1

2

70 - 74

1

1

2

75 - 79

3

2

5

80 - 84

4

6

10

85 - 89

3

9

12

90 - 94

0

3

3

95 - 99

0

0

0

100>

0

0

0

12

22

34

Gemiddelde leeftijd bij opname: 82 jaar, 10 maanden en 4 dagen In 2013 telden we 1 opname minder dan in 2012

Opnames per leeftijdscategorie CVK (kortverblijf) LEEFTIJD

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 - 59

1

0

1

60 - 64

1

0

1

65 - 69

2

0

2

70 - 74

0

1

1

75 - 79

1

2

3

80 - 84

1

5

6

85 - 89

1

5

6

90 - 94

3

4

7

95 - 99

0

1

1

100>

0

0

0

10

18

28

Gemiddelde leeftijd bij opname: 83 jaar en 2 dagen Dit is 1 opname minder dan in 2012

// 70


overlijdens per leeftijdscategorie ROB/RVT Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

0

0

0

60 - 64

0

0

0

65 - 69

0

0

0

70 - 74

2

1

3

75 - 79

2

1

3

80 - 84

6

4

10

85 - 89

2

6

8

90 - 94

0

3

3

95 - 99

0

3

3

100-104

1

0

1

13

18

31

Gemiddelde leeftijd bij overlijden: 85 jaar, 3 maanden en 27 dagen

overlijdens per leeftijdscategorie CVK (kortverblijf) Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

0

0

0

60 - 64

0

0

0

65 - 69

1

0

1

70 - 74

0

0

0

75 - 79

0

0

0

80 - 84

0

0

0

85 - 89

0

0

0

90 - 94

0

0

0

95 - 99

0

0

0

100-104

0

0

0

1

0

1

Gemiddelde leeftijd bij overlijden: 66 jaar, 5 maanden en 29 dagen


// 71

Verlaters per leeftijdscategorie ROB/RVT Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

0

0

0

60 – 64

0

0

0

65 – 69

0

1

1

70 – 74

0

0

0

75 – 79

0

0

0

80 - 84

0

0

0

85 – 89

0

0

0

90 – 94

0

1

1

95 – 99

0

0

0

100>

0

0

0

0

2

2

Gemiddelde leeftijd bij verlaten: 79 jaar, 2 maanden en 8 dagen

Verlaters per leeftijdscategorie CVK (kortverblijf) Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

0

0

0

60 – 64

1

0

1

65 – 69

1

0

1

70 – 74

0

0

0

75 – 79

1

4

5

80 - 84

1

6

7

85 – 89

2

4

6

90 – 94

3

4

7

95 – 99

0

1

1

100>

0

0

0

9

19

28

Gemiddelde leeftijd bij verlaten 84 jaar, 4 maanden en 20 dagen

// 72


Leeftijdscurve man/vrouw ROB/RVT Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

0

0

0

60 – 64

1

2

3

65 – 69

1

1

2

70 – 74

0

4

4

75 – 79

4

10

14

80 - 84

9

22

31

85 – 89

6

31

37

90 – 94

4

19

23

95 – 99

2

4

6

100>

0

0

0

27

93

120

Gemiddelde leeftijd mannen: 84 jaar, 3 maanden en 7 dagen Gemiddelde leeftijd vrouwen: 85 jaar, 3 maanden en 28 dagen

Leeftijdscurve man/vrouw CVK (kortverblijf) Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

1

0

1

60 – 64

0

0

0

65 – 69

0

0

0

70 – 74

0

0

0

75 – 79

0

0

0

80 - 84

0

0

0

85 – 89

0

1

1

90 – 94

0

0

0

95 – 99

0

0

0

100>

0

0

0

1

1

2

Gemiddelde leeftijd mannen: 58 jaar, 5 maanden en 27 dagen Gemiddelde leeftijd vrouwen: 85 jaar, 2 maanden en 28 dagen OCMW Aalst // ACTIVITEITENVERSLAG 2013 // DEEL 06 AFDELING RESIDENTIËLE ZORG EN THUISZORG

// 73

Opnames per gemeente ROB/RVT gemeente

Man

Vrouw

Totaal

9300 AALST

7

8

15

9308 HOFSTADE

3

4

7

9308 GIJZEGEM

0

1

1

9310 HERDERSEM

0

1

1

9310 BAARDEGEM

1

0

1

9310 MOORSEL

2

4

6

9320 Nieuwerkerken

0

1

1

9320 EREMBODEGEM

0

2

2

9340 LEDE

0

1

1

13

22

35

Opnames per gemeente CVK (kortverblijf) gemeente

Man

Vrouw

Totaal

9300 AALST

6

13

19

9308 GIJZEGEM

0

1

1

9310 HERDERSEM

1

0

1

9310 BAARDEGEM

1

0

1

9320 Nieuwerkerken

0

1

1

9320 EREMBODEGEM

1

3

4

9472 IDDERGEM

1

0

1

10

18

28

Man

Vrouw

Totaal

RESIDENTEN ROB

3j, 1m, 21d

4j, 5m, 9d

3j, 11m, 17d

RESIDENTEN RVT

2j, 8m, 17d

4j, 7m, 4d

4j, 2m, 5d

AANWEZIG OP 31/12 ROB

3j, 3m, 23d

4j, 9m, 15d

4j, 3m, 20d

AANWEZIG OP 31/12 RVT

1j, 11m, 23d

4j, 5m, 14d

4j, 3m, 7d

DEFINITIEF VERTREK ROB

-

0j, 5m, 22d

0j, 5m, 22d

DEFINITIEF VERTREK RVT

-

0j, 8m, 23d

0j, 8m, 23d

OVERLIJDENS ROB

2j, 5m, 5d

2j, 1m, 24d

2j, 3m, 25d

OVERLIJDENS RVT

3j, 10m, 7d

4j, 1m, 12d

4j, 0m, 8d

Gemiddelde verblijfsduur ROB/RVT

// 74


Gemiddelde verblijfsduur CVK (Kortverblijf) Man

Vrouw

Totaal

RESIDENTEN CVK

0j, 1m, 2d

0j, 1m, 4d

0j, 1m, 4d

AANWEZIG OP 31/12 CVK

0j, 0m, 11d

0j, 0m, 8d

0j, 0m, 9d

DEFINITIEF VERTREK CVK

0j, 1m, 8d

0j, 1m, 6d

0j, 1m, 6d

OVERLIJDENS CVK

0j, 0m, 11d

-

0j, 0m, 11d

PERSONEEL Categorie

Aantal

Verplegend

18,34

Verzorgend

27,63

Logistiek

0

Artikel 60 logistiek

7

Kine, ergo

4,14

Animatie

2,25

Administratie

1,8

Maatschappelijk werker

0,8

Schoonmaak

9,9

Keuken

8,5

Koks

1

Diëtiste

0

Cafetaria

0

Klusjes

3

Artikel 60 keuken

2

Artikel 60 schoonmaak

0

Artikel 60 klusjes

0


// 75

Evolutie KATZ-schaal Maand

O’

A

B

B’

C

C’

CD

C’D

Januari

19

13

30

0

13

0

44

4

Februari

16

10

31

0

16

0

38

11

Maart

15

14

30

0

15

0

38

11

April

15

14

30

0

14

0

39

9

Mei

17

15

31

0

12

0

43

5

Juni

19

12

31

0

12

0

42

6

Juli

21

9

30

0

13

0

43

7

Augustus

22

7

30

0

11

0

45

6

September

21

8

31

1

11

0

42

8

Oktober

21

10

30

0

11

0

44

6

November

19

11

30

0

10

0

45

7

December

21

11

31

0

9

0

44

6

Katz-schaal: verklaring categorieën van zorgbehoevendheid Op basis van het evaluatieschema, worden categorieën van zorgbehoevendheid als volgt bepaald: categorie O: daarin zijn de rechthebbenden ondergebracht die: • fysiek volledig onafhankelijk en niet dement zijn categorie A: daarin zijn de rechthebbenden ondergebracht die: • fysiek afhankelijk zijn: zij zijn afhankelijk om zich te wassen en/of te kleden; • psychisch afhankelijk zijn: zij zijn gedesoriënteerd in tijd en ruimte, én zij zijn fysiek volledig onafhankelijk; categorie B: daarin zijn de rechthebbenden ondergebracht die: • fysiek afhankelijk zijn: zij zijn afhankelijk om zich te wassen en te kleden, én zij zijn afhankelijk voor de transfer en voor verplaatsingen en/of om naar het toilet te gaan; • psychisch afhankelijk zijn: zij zijn gedesoriënteerd in tijd én ruimte, én zij zijn afhankelijk om zich te wassen en/of te kleden; categorie C: daarin zijn de rechthebbenden ondergebracht die: • fysiek afhankelijk zijn: zij zijn afhankelijk om zich te wassen en te kleden, én zij zijn afhankelijk voor de transfer en voor verplaatsingen en om naar het toilet te gaan, én zij zijn afhankelijk wegens incontinentie en/of om te eten; categorie C dement: daarin zijn de rechthebbenden ondergebracht die: • psychisch afhankelijk zijn: zij zijn gedesoriënteerd in tijd en ruimte, én zij zijn afhankelijk om zich te wassen en te kleden, én zij zijn afhankelijk wegens incontinentie, én zij zijn afhankelijk voor de transfer en voor verplaatsingen en/of om naar het toilet te gaan en/of om te eten. Letters met accent: zorgcategorieën in het Rustoord voor bejaarden (ROB) Letters zonder accent: zorgcategorieën in Rust- en Verzorgingstehuis (RVT)

// 76



// 77

6.2. wOONZORGCENTRUM De Hopperank Verantwoordelijke WZC: Paul Stevens/Sofie saeys Het WZC De Hopperank telt 54 bedden, waarvan 36 RVT-bedden. Het WZC is omgeven door een tuin met rustbanken. Elke kamer beschikt over een flatscreen en een verpleegoproepsysteem. Alle kamers hebben een eigen badkamer met wastafel en toilet.

Wij helpen - praktische schikkingen Hoe wordt de hulp toegekend? De bejaarde of diens vervanger (familie, ziekenhuis, e.a.) doet een aanvraag tot opname. De maatschappelijk werker doet een sociaal onderzoek waarna de hulpbehoevendheidsgraad van de bejaarde wordt bepaald en de bejaarde op de wachtlijst geplaatst wordt.

Financiële bijdrage De financiële bijdrage voor WZC De Hopperank bedroeg op 31 december 2013: Dagprijs alleenstaande: 43,27 euro Dagprijs echtpaar: 60,72 euro

Werkregeling woonzorgcentra Een team van gekwalificeerd verpleegkundig en verzorgend personeel staat in voor de dagelijkse verzorging. De huisarts en kinesist kan men vrij kiezen. De maaltijden zijn van hoogstaande kwaliteit. Op voorschrift van de dokter zorgen wij voor een dieetmaaltijd. De diensten ergotherapie, kinesitherapie en animatie helpen het verblijf in ons woonzorgcentrum zo aangenaam mogelijk te maken: turnles, spelnamiddagen, daguitstappen, film en tv-kijken. Dit is maar een greep uit het totale aanbod. Een gebruikersraad verzekert de bewoners van de nodige inspraak in hun nieuwe leefgemeenschap. Wij respecteren godsdienstige, filosofische en morele overtuiging en garanderen de vrije uitoefening ervan.

Bereikbaarheid WZC De Hopperank is zowel met het openbaar vervoer als met de wagen gemakkelijk te bereiken. Het station ligt op amper vijftien minuten van het woonzorgcentrum. Adres: Sint-Jobstraat 175 – 9300 Aalst Tel: 053 82 53 70

Openingsuren In het woonzorgcentrum zijn bezoekers op elk moment van de dag welkom. De administratieve medewerkers zijn dagelijks bereikbaar tussen 8.15 en 17.00 uur. Op woensdag zijn zij aanwezig tot 19.00 uur. Op vrijdag zijn zij aanwezig tot 16.30 uur.

// 78


Opnames per leeftijdscategorie LEEFTIJD

Man

Vrouw

TOTAAL

<55

0

0

0

55 - 59

0

0

0

60 - 64

1

0

1

65 - 69

0

0

0

70 - 74

0

0

0

75 - 79

1

2

3

80 - 84

1

0

1

85 - 89

4

0

4

90 - 94

0

2

2

95 - 99

0

0

0

100>

0

1

1

7

5

12

Gemiddelde leeftijd bij opname: 84 jaar

Overlijdens per leeftijdscategorie LEEFTIJD

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 - 59

0

0

0

60 - 64

0

0

0

65 - 69

0

0

0

70 - 74

0

0

0

75 - 79

0

0

0

80 - 84

0

2

2

85 - 89

2

3

5

90 - 94

0

2

2

95 - 99

0

1

1

100>

0

1

1

2

9

11

Gemiddelde leeftijd bij overlijden: 89 jaar


// 79

Opnames per gemeente gemeente

Man

Vrouw

Totaal

9300 AALST

3

3

6

9310 BAARDEGEM

1

0

1

9310 MOORSEL

1

2

3

9320 Nieuwerkerken

1

0

1

9320 EREMBODEGEM

1

0

1

7

5

12

Man

Vrouw

Totaal

RESIDENTEN ROB

2j, 4m, 8d

3j, 0m, 4d

2j, 10m, 3d

RESIDENTEN RVT

1j, 10m, 14d

3j, 7m, 16d

3j, 2m, 15d


2j, 6m, 15d

3j, 4m, 5d

3j, 2m, 2d


2j, 3m, 12d

3j, 10m, 25d

3j, 6m, 1d


-

-

-


0j, 1m, 20d

-

0j, 1m, 20d

OVERLIJDENS ROB

1j, 7m, 8d

0j, 7m, 10d

0j, 11m, 7d

OVERLIJDENS RVT

0j, 0m, 17d

2j, 6m, 18d

2j, 2m, 27d

Gemiddelde verblijfsduur


O’

A

B

B’

C

C’

CD

C’D

Januari

8

10

11

0

5

0

18

2

Februari

8

10

9

0

5

0

21

1

Maart

8

10

9

0

5

0

22

0

April

8

9

10

1

4

0

21

1

Mei

8

9

9

0

5

0

22

1

Juni

8

7

10

0

5

0

23

1

Juli

8

7

10

0

5

0

24

0

Augustus

8

7

10

0

5

0

21

3

September

9

6

9

1

3

1

24

1

Oktober

9

6

10

0

5

0

21

3

November

8

6

11

0

5

0

20

4

December

8

6

11

0

5

0

20

4

Voor info Katz-schaal: zie verklaring categorieën van zorgbehoevendheid (pagina 76)

// 80


Personeel Aantal personeelsleden per categorie op 31 december 2013 (uitgedrukt in VTE) De koks, de diëtiste en het keukenpersoneel vormen een poule voor de 3 woonzorgcentra. Categorie

Aantal

Verplegend

11

Verzorgend

15

Logistiek

0


3

Kine, ergo

1,6

Animatie

1

Administratie

2

sociaal verpleegkundige

1

Schoonmaak

3,5

Keuken

2,5

Koks

0

Diëtiste

0

Cafetaria

0

Klusjes

1

Artikel 60 keuken

0


1

Artikel 60 klusjes

0


// 81

Verlaters per leeftijdscategorie Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

0

0

0

60 – 64

0

0

0

65 – 69

0

0

0

70 – 74

0

0

0

75 – 79

0

0

0

80 - 84

0

0

0

85 – 89

1

0

1

90 – 94

0

0

0

95 – 99

0

0

0

100>

0

0

0

0

0

0

Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

1

0

1

60 – 64

1

1

2

65 – 69

0

2

2

70 – 74

0

2

2

75 – 79

1

5

6

80 - 84

6

8

14

85 – 89

2

7

9

90 – 94

2

14

16

95 – 99

0

2

2

100>

0

0

0

13

41

54

Gemiddelde leeftijd bij verlaten: 87 jaar

Leeftijdscurve man/vrouw


// 82



// 83

6.3. wOONZORGCENTRUM Sint-Job Verantwoordelijke WZC: Jo Vandekerckhove Het WZC Sint-Job telt 175 bedden, waarvan 114 RVT-bedden. Het WZC is omgeven door een tuin met een vijver en rustbanken. Elke kamer beschikt over een flatscreen en een verpleegoproepsysteem. Enkele kamers beschikken over een eigen badkamer met wastafel en toilet.

Wij helpen - praktische schikkingen Hoe wordt de hulp toegekend? De bejaarde of diens vervanger (familie, ziekenhuis, e.a.) doet een aanvraag tot opname. De maatschappelijk werker doet een sociaal onderzoek waarna de hulpbehoevendheidsgraad van de bejaarde wordt bepaald en de bejaarde op de wachtlijst geplaatst wordt.

Financiële bijdrage De financiële bijdrage voor WZC Sint-Job bedroeg op 31 december 2013: Dagprijs alleenstaande: 42,94 euro (met toilet) 39,98 euro (zonder toilet) Dagprijs echtpaar: 63,71 euro (met toilet) 60,72 euro (zonder toilet)

Werkregeling woonzorgcentra Een team van gekwalificeerd verpleegkundig en verzorgend personeel staat in voor de dagelijkse verzorging. De huisarts en kinesist kan men vrij kiezen. De maaltijden zijn van hoogstaande kwaliteit. Op voorschrift van de dokter zorgen wij voor een dieetmaaltijd. De diensten ergotherapie, kinesitherapie en animatie helpen het verblijf in ons woonzorgcentrum zo aangenaam mogelijk te maken: turnles, spelnamiddagen, daguitstappen, film en tv-kijken. Dit is maar een greep uit het totale aanbod. Een gebruikersraad verzekert de bewoners van de nodige inspraak in hun nieuwe leefgemeenschap. Wij respecteren godsdienstige, filosofische en morele overtuiging en garanderen de vrije uitoefening ervan.

Bereikbaarheid WZC Sint-Job is zowel met het openbaar vervoer als met de wagen gemakkelijk te bereiken. Er is ook een kleine parking. Adres: Marktweg 20 – 9300 Aalst Tel: 053 76 53 00

Openingsuren Het woonzorgcentrum is zowel in de voormiddag als in de namiddag toegankelijk voor bezoekers. De administratieve medewerkers zijn dagelijks bereikbaar tussen 8.15 en 17.00 uur. Op woensdag zijn zij aanwezig tot 19.00 uur. Op vrijdag zijn zij aanwezig tot 12.30 uur.

// 84


Opnames per leeftijdscategorie LEEFTIJD

Man

Vrouw

TOTAAL

<55

0

0

0

55 - 59

1

0

1

60 - 64

4

1

5

65 - 69

3

1

4

70 - 74

6

4

10

75 - 79

3

2

5

80 - 84

5

5

10

85 - 89

2

8

10

90 - 94

1

4

5

95 - 99

0

1

1

100>

0

0

0

25

26

51

Gemiddelde leeftijd bij opname: 78 jaar

Overlijdens per leeftijdscategorie LEEFTIJD

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 - 59

0

0

0

60 - 64

1

0

1

65 - 69

0

1

1

70 - 74

5

1

6

75 - 79

3

2

5

80 - 84

2

5

7

85 - 89

6

11

17

90 - 94

3

7

10

95 - 99

0

0

0

100>

0

1

1

20

28

48

Gemiddelde leeftijd bij overlijden: 84 jaar


// 85

Verlaters per leeftijdscategorie Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

0

0

0

60 – 64

0

0

0

65 – 69

0

0

0

70 – 74

0

0

0

75 – 79

0

0

0

80 - 84

0

0

0

85 – 89

1

0

1

90 – 94

0

1

1

95 – 99

0

0

0

100>

0

0

0

1

1

2

Leeftijd

Man

Vrouw

Totaal

<55

0

0

0

55 – 59

2

0

2

60 – 64

5

2

7

65 – 69

11

2

13

70 – 74

7

8

15

75 – 79

9

16

25

80 - 84

7

26

33

85 – 89

11

31

42

90 – 94

8

22

30

95 – 99

1

6

7

100>

0

2

2

61

115

176

Gemiddelde leeftijd bij verlaten: 89 jaar

Leeftijdscurve man/vrouw


// 86


Opnames per gemeente gemeente

Man

Vrouw

Totaal

1745 Opwijk

0

1

1

2890 Sint-Amants

1

0

1

9300 AALST

15

20

35

9310 BAARDEGEM

1

0

1

9310 MOORSEL

1

1

2

9310 Herdersem

1

0

1

9310 MELDERT

1

1

2

9320 Nieuwerkerken

2

1

3

9320 EREMBODEGEM

3

0

3

9420 Erpe

0

1

1

9420 Aaigem

0

1

1

24

25

51

Man

Vrouw

Totaal

RESIDENTEN ROB

3j, 5m, 14d

4j, 11m, 6d

4j, 3m, 25d

RESIDENTEN RVT

2j, 6m, 12d

4j, 3m, 25d

3j, 8m, 17d


3j, 2m, 4d

4j, 9m, 18d

4j, 2m, 10d


2j, 8m, 0d

3j, 10m, 1d

3j, 5m, 15d


-

-

-


1j, 1m, 16d

0j, 3m, 6d

0j, 8m, 7d

OVERLIJDENS ROB

4j, 4m, 20d

6j, 8m, 5d

5j, 1m, 0d

OVERLIJDENS RVT

2j, 2m, 30d

5j, 11m, 0d

4j, 7m, 29d

Gemiddelde verblijfsduur


// 87


O’

A

B

B’

C

C’

CD

C’D

Januari

23

26

44

0

23

0

47

0

Februari

23

24

45

0

24

0

48

0

Maart

22

26

46

0

24

0

45

0

April

21

24

51

0

25

0

42

0

Mei

23

25

49

0

26

0

39

0

Juni

21

27

44

0

27

0

46

0

Juli

20

26

41

0

27

0

47

0

Augustus

20

30

39

0

25

0

52

0

September

20

31

37

0

25

0

55

0

Oktober

20

31

36

0

25

0

56

0

November

16

36

33

0

26

0

56

0

December

13

37

39

0

25

0

51

0

Voor info Katz-schaal: zie verklaring categorieën van zorgbehoevendheid (pagina 76)

Personeel Aantal personeelsleden per categorie op 31 december 2013 (uitgedrukt in VTE) De koks, de diëtiste en het keukenpersoneel vormen een poule voor de 3 woonzorgcentra. Categorie

Aantal

Verplegend

19,47

Verzorgend

32,93

Logistiek

4


9

Kine, ergo

5,5

Animatie

2,5

Administratie

2

maatschappelijk werker

1

Schoonmaak

10

Keuken

25

Koks

4

Diëtiste

1

Cafetaria

2

Klusjes

2

Artikel 60 keuken

6


1

wep+ klusjes

1

// 88



// 89

6.4. Serviceflats Verantwoordelijke serviceflats: Tanja Heyvaert Het OCMW heeft, naast drie woonzorgcentra, twee flatgebouwen met serviceflats.

Kareeloven Kareeloven telt 90 serviceflats, daarvan zijn er 16 speciaal aangepast aan mindervalide personen. Het complex werd gebouwd in 1995. Kareeloven ligt in een rustige, landelijke omgeving, met een prachtige tuin van 1 ha 25 a en een mooi aangelegde vijver. In de nabije omgeving is er de mogelijkheid tot petanque en tot fietsen langs de mooie fietsroute. In en rond het gebouw is de nodige veiligheidsverlichting geïnstalleerd.

De Kaalberg De Kaalberg telt 47 serviceflats. Alle flats zijn speciaal aangepast aan mindervalide personen. De luxeflats werden gebouwd in 1998. De Kaalberg bestaat uit 2 gebouwen. Het ene gebouw heeft uitzicht op de Pachting met het dorpsplein, het andere heeft uitzicht op de rustige, landelijke omgeving van Moorsel. Het flatgebouw is gebouwd volgens de vereiste veiligheidsnormen. In en rond het gebouw is de nodige veiligheidsverlichting geïnstalleerd.

Wij helpen - praktische schikkingen

Hoe wordt de hulp toegekend? Maandelijks wordt er in de serviceflats een infonamiddag georganiseerd. De bejaarde of diens vervanger (familie, ziekenhuis, e.a.) doet een aanvraag tot opname en de bejaarde wordt op de wachtlijst geplaatst.

Financiële bijdrage De financiële bijdrage bedroeg op 31 december 2013: Dagprijs t.e.m. 31/03/2013

Dagprijs vanaf 01/04/2013

Kareeloven

16,14 euro

16,38 euro

De Kaalberg

16,62 euro

16,86 euro

// 90


Werkregeling serviceflats Er is een bewonersraad die geregeld bijeenkomt zodat iedereen op de hoogte is van eventuele wijzigingen of nieuwigheden over de algemene werking van de instelling. De bewoners kunnen bij deze raad ook terecht met hun suggesties en klachten. De serviceflats van de Kaalberg zijn verbonden met het WZC Mijlbeke via een spreek-luisterverbinding. De serviceflats Kareeloven beschikken over een 24-uurpermanentie in het gebouw.

Bereikbaarheid? De Kaalberg is met het openbaar vervoer (bushalte op 20 meter) en de wagen gemakkelijk te bereiken. Er is ook een kleine parking. Adres: Pachting 6 – 9310 Moorsel tel: 053 71 04 83 Kareeloven is zowel met het openbaar vervoer (bushalte aan complex zelf), als met de wagen gemakkelijk te bereiken. Er is ook een ruime parking voorzien. Het complex is gebouwd volgens de vereiste veiligheidsnormen. Adres: Overbroekstraat 15 – 9308 Hofstade tel: 053 70 02 78

Enkele cijfergegevens Aantal vrijgekomen flats Overlijdens

rusthuisopname

zorgflats

totaal

Kareeloven

3

7

1

7 flats

De Kaalberg

3

6

2

8 flats

Aantal personen op de wachtlijst Actieve wachtlijst Kareeloven

De Kaalberg

Inwoners groot aalst

29

28

Affiniteit met aalst

5

5

Geen affiniteit met Aalst

8

14

Kareeloven

De Kaalberg

Inwoners groot aalst

75

62

Affiniteit met aalst

5

4

Geen affiniteit met Aalst

0

0

Preventieve wachtlijst


// 91

Aantal nieuwe bewoners Nieuwe bewoners Kareeloven

8

De Kaalberg

9

Bewoners per leeftijdscategorie LEEFTIJD

kareeloven

De Kaalberg

<55

0

0

55 - 59

1

0

60 - 64

5

3

65 - 69

6

7

70 - 74

12

8

75 - 79

20

9

80 - 84

38

17

85 - 89

16

9

90 - 94

5

1

95 - 99

0

0

100>

0

1

Gemiddelde leeftijd bewoners

79

78

LEEFTIJD

kareeloven

De Kaalberg

<55

0

0

55 - 59

0

0

60 - 64

0

0

65 - 69

2

0

70 - 74

1

1

75 - 79

1

4

80 - 84

3

2

85 - 89

3

2

90 - 94

1

2

95 - 99

0

0

100>

0

0

AANTAL PERSONEN (VERTREK)

11

11

Gemiddelde leeftijd BIJ VERLATEN

80

82

Verlaters per leeftijdscategorie

// 92


6.5. DIENST GEZINSZORG EN AANVULLENDE THUISZORG ONTPLOOIDE ACTIVITEITEN Bestuurssecretaris: mARC dE wEGHE 6.5.1. gEZINSZORG Voorstelling Deze dienstverlening werd in 1968 door de toenmalige Commissie van Openbare Onderstand in het leven geroepen en door het Ministerie erkend op 1 oktober 1968. Onze dienst Gezinszorg is na Antwerpen en Leuven de grootste (erkende) dienst gezinszorg in Vlaanderen. Wij bieden zowel tijdelijke als permanente hulp aan gezinnen en bejaarden. Het gros van de cliënten bestaat uit 65-plussers. De verzorgers verrichten huishoudelijk werk en persoonsverzorgende taken. Zij zorgen ook voor algemeen psychologische en pedagogische ondersteuning en begeleiding. Het aantal uren gezinszorg wordt besproken met de maatschappelijk werker. Wanneer de zorg meerdere hulpverleningsmomenten vereist, wordt de hulp opgedeeld in uren/ dag en kan er ook hulp verleend worden ’s avonds, tijdens het weekend en op feestdagen. Deze hulpverleningsvorm noemen we ‘interventiedienst’. Op dit ogenblik zijn twintig verzorgenden ingeschakeld bij de interventiedienst. Als gevolg van de bepalingen woon-zorgdecreet 13/03/2009 worden de buitengewone prestaties (zaterdag-, zondagwerk) uitgebreid, kunnen poetsprestaties niet meer door verzorgenden verricht worden. Prestaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hulpverlening tot en met het werkingsjaar 2013. Jaar

Clienten op jaarbasis facturatie

Gepresteerde uren

2008

4.150

91.309

2009

4.175

93.214

2010

4.110

85.466

2011

4.208

84.533

2012

3.252

80.218

2013

3.134

74.342

Personeel Wij stelden op 31 december 2013 73 personen tewerk met diverse arbeidsovereenkomsten. Bemerkingen / besluit Er is op dit ogenblik geen wachtlijst voor de dienst Gezinszorg. Een aantal praktische organisatorische problemen zijn verwerkt in verbeteringsprojecten zoals opgenomen in het kwaliteitsdecreet. Daar nieuwe regelgeving poetsen door verzorgenden niet meer toestaat, dalen de gepresteerde uren gezinszorg.

// 94


6.5.2. dienstencheques Voorstelling De dienstencheque maakt het particulieren mogelijk om via het OCMW Aalst te betalen voor thuishulp van huishoudelijke aard (poetsen, wassen, strijken, naaien, koken bij de klant thuis en boodschappen doen). De dienstencheque is een betaalmiddel uitgegeven door Sodexo. De waarde van deze cheque is 8,50 euro per gepresteerd uur hulp en is 8 maanden geldig. De cheques dienen aangekocht te worden met een minimum van 10 stuks per domicilieadres. Tijdens de raadszitting van 10 december 2013 besliste de OCMW-raad om vanaf 1 januari 2014 een halve euro administratiekost per cheque aan te rekenen. Prestaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hulpverlening tot en met het werkingsjaar 2013. Jaar

Gepresteerde uren

totaalbedrag cheques euro

2008

41.790

844.158

2009

47.194

1.005.232

2010

51.580

1.072.864

2011

54.920

1.158.812

2012

60.332

1.306.167

2013

57.228

1.260.711

Personeel Wij stelden op 31 december 2013 73 personen tewerk met diverse arbeidsovereenkomsten. Bemerkingen / besluit Dit activiteitencentrum wordt druk bevraagd. Zoals de hierboven aangehaalde cijfers bewijzen werden er in 2013 minder prestaties geleverd. Eén en ander heeft te maken met langdurige en frequente afwezigheden personeel. Langdurig afwezig personeel wordt om budgettaire redenen niet vervangen. Bijkomende administratieve ondersteuning kwam er door de aanstelling van een bijkomend coördinator. Er is steeds een wachtlijst.


// 95

6.5.3. Maaltijden aan huis Voorstelling Vanaf 01/01/2009 werd een reorganisatie doorgevoerd; een traiteur levert warme maaltijden aan huis. Door deze nieuwe manier van werken werd de neerwaartse trend (zie tabel op de volgende pagina) omgebogen. Tijdens de raadszitting van 10 december 2013 besliste de OCMW-raad om vanaf 1 januari 2014 een halve euro administratiekost per maaltijd aan te rekenen. Prestaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hulpverlening tot en met het werkingsjaar 2013. Jaar

Maaltijden per dag gemiddeld

maaltijden per jaar

2008

38

13.947

2009

80

29.335

2010

110

40.165

2011

122

44.706

2012

124

45.221

2013

126

46.015

Personeel Een administratief verantwoordelijke van ons centrum levert logistieke hulp bij dit activiteitencentrum. Het loon van de betrokkene wordt via een jaarlijks wisselende omslagsleutel verrekend. De individuele facturatie naar de cliënt gebeurt eveneens vanuit de dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg. Bemerkingen / besluit Sinds de overschakeling naar bedeling warme maaltijden via traiteur vanaf 2009 heeft deze activiteit een nieuw elan gekregen. Er is een normale balans tussen vraag en aanbod. Geen wachtlijsten.

// 96


6.5.4. Klusjesdienst Voorstelling OCMW-klusjesmannen Deze dienst verricht hoofdzakelijk karweitjes bij gepensioneerden. Op voorstel van de maatschappelijk werker kunnen minder validen en kansarmen ook een beroep doen op deze dienstverlening. Het betreft steeds werken aan de woning die de cliënt/aanvrager zelf bewoont. Wanneer de cliënt/aanvrager huurder is van de woning worden enkel werken uitgevoerd die ten laste zijn van de huurder. Groen gerelateerde klussen Als gevolg van de raadsbeslissing op 6 september 2004 startte “De Loods” in 2004 met groen gerelateerd klusjeswerk (onder OCMW-coördinatie). Het betreft hier groenwerken die de OCMW-klusjesmannen niet aankunnen wegens gebrek aan specifiek personeel en aangepast materiaal. Zo zijn er nu aanvragen voor de klusjesdienst voor o.a. aanplantingen, aanleggen van paadjes en perkjes, kappen van ongevaarlijke bomen en grotere tuinwerken allerhande. Ook doen we periodiek tuinonderhoud, zoals gras maaien om de veertien dagen. Bij bar weer wast het personeel van “De Loods” ook muren en plafonds af. De werkopdrachten worden door de dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg opgemaakt en verzameld. Alle uitgevoerde werken situeerden zich binnen het activiteitencentrum klusjesdienst. Onze visie bleef en blijft gevrijwaard. Prestaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hulpverlening tot 2013. Jaar

Cliënten op jaarbasis facturatie

gepresteerde uren

2008

510

8.953

2009

661

8.447

2010

825

7.279

2011

1.156

9.192

2012

1.197

9.116

2013

1.229

10.434

Personeel Wij stelden op 31 december 2013 6 voltijdse personeelsleden tewerk met diverse arbeidsovereenkomsten. Bemerkingen / besluit Het aantal gepresteerde uren en het aantal klanten is de laatste jaren spectaculair gestegen. Vooral de groen gerelateerde klussen kregen een vlucht. Het werk wordt opgedeeld in winter- (binnen) en zomerwerk (buiten). Als gevolg van dat gegeven is er steeds een wachtlijst. Normale balans vraag en aanbod.


// 97

6.5.5. Poetsdienst Voorstelling In 1978 werd de poetsdienst opgestart. Als gevolg van het woon-zorgdecreet van 13/03/2009 is deze activiteit opgenomen in de dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg. Meestal wordt 4 uur poetshulp per week toegekend. Ook hier zijn de cliënten hoofdzakelijk 65-plussers. Prestaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hulpverlening tot 2013. Jaar

Cliënten op jaarbasis facturatie

gepresteerde uren

2008

7.155

77.990

2009

6.925

73.881

2010

6.387

71.010

2011

6.596

66.539

2012

6.266

59.990

2013

5.888

45.445

Personeel Wij stelden op 31 december 2013 - 64 personeelsleden tewerk met diverse arbeidsovereenkomsten. Bemerkingen / besluit In 2013 valt op dat we minder klanten bedienden en minder uren presteerden. Dit is een gevolg van de flexibiliteit van de dienstverlening en de optimalisatie van de werkplanningen. Langdurig afwezig personeel wordt om budgettaire redenen niet vervangen. Er is op dit ogenblik geen wachtlijst van betekenis. Het aanbieden van schoonmaakhulp via het dienstencheque systeem is hier niet vreemd aan. Er is een normale balans tussen vraag en aanbod.

// 98


6.5.6. Noodoproepsysteem Voorstelling De toestellen worden ter beschikking gesteld van bejaarden of andersvaliden. Met een eenvoudige druk op de knop kan in noodsituaties een familielid of buur verwittigd worden. Het systeem bestaat uit een zendapparaat dat aangesloten wordt op het telefoontoestel en een afstandsbediening (halssnoer of polsband). Een druk op de knop brengt onmiddellijk een spreek-/ luisterverbinding met de alarmcentrale tot stand. Deze centrale is dag en nacht bemand. Het aansluiten vergt geen bijzondere of omslachtige aanpassingen in de woning. Een telefoonaansluiting in de nabijheid van een stopcontact volstaat, de telefoonlijn kan gebruikt worden. De toestellen worden door het OCMW geplaatst en opgevolgd. Voor de permanentie zijn wij aangewezen op een externe firma. Deze bezorgt ons maandelijks een overzicht van de interventies. Prestaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hulpverlening tot 2013. Jaar

Aantal toestellen

Uitleengemiddelde op jaarbasis

2008

89

87

2009

89

86

2010

90

87

2011

90

89

2012

90

85

2013

90

87

Personeel Op basis van een summier maatschappelijk verslag installeert een personeelslid klusjesdienst thuiszorg het alarm. Bemerkingen / besluit Er is een wachtlijst. Vraag is soms hoger dan het aanbod. Een procedure loopt om 10 PAS-toestellen meer aan te bieden.


// 99

6.5.7. Plusbus-werking Voorstelling Het OCMW beschikt over een busje dat kan ingeschakeld worden voor seniorenorganisaties en senioren die iets willen ondernemen of naar een activiteit willen gaan (marktbezoek, festiviteiten, eindejaarsactiviteiten, parkbezoek, sportmanifestaties, koffietafels, optredens rusthuizen, bezoek winkelgalerijen…). Bedoeling is om vereenzaming bij bejaarden met mobiliteitsproblemen te voorkomen. Tijdens de raadszitting van 10 december 2013 besliste de OCMW-raad om vanaf 1 januari 2014 de plusbus werking betalend te maken. Prestaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de prestaties in 2013. Aantal gereden kilometer in 2013: 15.702 kilometer. . Aantal ritten in 2013

Aantal personen

Antennefunctionnarissen

117

789

rusthuizen en serviceflats

106

1114

andere (verenigingen)

82

1117

ldc klanten

12

151

TOTAAL

317

3.171

Personeel Wij stellen op 31 december 2013 2 personeelsleden tewerk: een voltijds medewerker met een arbeidsovereenkomst en een voltijds gesco. Bemerkingen / besluit Van onbekend naar overbevraagd. Het plusbus project is een succesverhaal. Soms botsen de vragen qua timing met elkaar en moeten we bepaalde verenigingen teleurstellen. Verenigingen die frequent gebruik maken van de bus vertrouwen erop dat zij een beroep kunnen doen op de bus. De reservatieregel is duidelijk: wie eerst komt, eerst maalt. Sommige senioren verwachten dat wij dagelijkse trajecten rijden en privé-vervoer organiseren. Vervoer om medische redenen en individueel vervoer doen wij niet met de plusbus maar wel met het MobiPlus-project.

// 100


6.5.8. Mobiplus-project Voorstelling MobiPlus is een tewerkstellingsproject en een minder mobielen centrale annex boodschappendienst. Het project heeft als doel individuele mobiliteitsproblemen te voorkomen, vooral bij senioren en minder mobiele inwoners uit Aalst. Wij werken zo eenvoudig en laagdrempelig mogelijk en volgens onderstaande criteria: Zittend vervoer wordt voorzien voor alle personen met mobiliteitsproblemen of voor personen die verkeren in een sociale noodsituatie. De gebruikers wonen in Aalst. De gebruikers dienen zelfstandig of met hulp in en uit de wagen te kunnen. Bij iedere aanvraag voert de maatschappelijk werker een summier sociaal onderzoek. Tijdens de raadszitting van 10 december 2013 besliste de Ocmw raad om vanaf 1 januari 2014 de prijs van de ritten op te trekken.

Prestaties Onderstaande tabel geeft een overzicht van de prestaties in 2013.

Aantal kilometer

Aantal ritten in 2013

Aantal personen vervoerd

77.495

8.040

923

Personeel Wij stelden op 31/12/2013 3 personeelsleden tewerk: een maatschappelijk werker die het project coördineert 2 doelgroepmedewerkers (klaverbladfinanciering langdurig werklozen-chauffeurs) Bemerkingen / besluit Via onze plusbuswerking (groepsvervoer) merkten wij dat de vraag naar individueel vervoer in Aalst zeer groot is. Het project werd eind oktober 2009 opgestart, dagelijks komen er nieuwe vragen. Het is zeker een welgekomen aanvulling op het reeds bestaand thuishulpaanbod.


// 101

6.5.9. Buurtantennezorgsysteem Voorstelling Het buurtantennesysteem tracht maatschappelijk kwetsbare groepen, die via de klassieke welzijnszorg moeilijk bereikt worden, in hun eigen milieu op te zoeken. Het is de bedoeling de eenzaamheid en vereenzaming te voorkomen. Onze antennefunctionarissen doen bezoekrondes bij senioren en fungeren als vertrouwenspersoon. Indien nodig geven zij gepaste signalen met de bedoeling preventief te kunnen optreden. Prestaties Gezien de specifieke aard van de activiteiten (vertrouwenspersoon) is deze werking moeilijk in cijfers te vervatten. De antennefunctionarissen worden eveneens ingeschakeld in het mobi plus project en het plusbus project. Personeel Op 31 december 2013 stelden wij 4 personeelsleden tewerk.

// 102



// 103

6.6. Lokaal dienstencentrum De Maretak CentRumleider: Sarah De Borle 6.6.1. Inleiding De Maretak is een ontmoetingsplaats voor iedereen uit de buurt. Daarnaast is het lokaal dienstencentrum (LDC) ook een trefpunt waar je alle vormen van informatie, advies en vorming kan krijgen, hetzij rechtstreeks, hetzij na doorverwijzing. Dienstverlening in alle betekenissen van het woord staat hierbij centraal. Het LDC helpt een sociaal en zinvol netwerk uit te bouwen en biedt de kans om langer in de eigen, vertrouwde omgeving te kunnen blijven wonen. Dit wordt gegarandeerd door de sterke link met de dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg van het Aalsterse OCMW en de vertegenwoordiging in de lokale overlegstructuur voor Thuiszorgdiensten (SEL). 6.6.2. SPECIFIEKE ERKENNINGSVOORWAARDEN BETREFFENDE DE HULP- EN DIENSTVERLENING Activiteiten van algemeen informatieve aard LDC de Maretak organiseert activiteiten van algemeen informatieve aard. Dit zijn activiteiten die erop gericht zijn aan een individuele gebruiker of aan een groep gebruikers informatie over te dragen over onderwerpen die relevant zijn voor het behoud of de verhoging van de zelfstandigheid of de emancipatie van de gebruiker(s) en/of die bijdragen tot de integratie van de gebruiker(s) in de lokale leefmaatschappij. A. Bewoners van de lokale leefgemeenschap uitnodigen om advies en informatie te vragen

tweemaandelijks programmaboekje alle activiteiten worden afzonderlijk aangekondigd op de prikborden in de ontmoetingsruimte/cafetaria website OCMW Aalst website LDC’s Aalst

B. Jaarlijks minstens 10 algemeen informatieve activiteiten inrichten, die op actieve wijze informatie verschaffen aan een (groep) gebruiker(s)… In 2013 werden er 26 algemeen informatieve activiteiten georganiseerd. Dit gaat over infosessies verzorgd i.s.m. externen (zitdag belastingen, wat als het anders loopt: omgaan met verlies, verdriet en verlies i.s.m. CM, veilig in de zon i.s.m. Markant, seniorenspreekuur i.s.m. CGGZOV...) en eigen infosessies (infomoment over onze dienst Gezinszorg en aanvullende thuiszorg, Uitpas, Praag..) C. Op minstens 3 wijzen aan inwoners van de lokale leefgemeenschap algemene informatie aanbieden.

infokast in ontmoetingsruimte: programmaboekje, flyers en folders website www.ldcaalst.be en www.ocmwaalst.be prikborden in de ontmoetingsruimte programmaboekje verspreiden in ziekenhuizen, zwembad, bibliotheek, cultureel centrum…

D. In staat zijn de gebruikers toe te leiden naar de meest geschikte persoon of voorziening… De gebruikers worden doorverwezen door de administratieve medewerkers naar de verantwoordelijke van het LDC. Binnen deze dienst wordt ondermeer gebruik gemaakt van: interne relaties (bijvoorbeeld dienst thuiszorg, de sociale dienst) externe relaties (bijvoorbeeld samenwerkingen, partners) de sociale kaart

// 104


Activiteiten van recreatieve aard De Maretak organiseert activiteiten van recreatieve aard. Dit zijn activiteiten voor een individuele gebruiker of een groep gebruikers, die gericht zijn op ontmoeting, ontspanning en zinvolle tijdsbesteding en tot doel hebben het sociaal netwerk te versterken. Het centrum biedt jaarlijks minstens 75 groepsactiviteiten aan, verspreid over minstens 5 verschillende onderwerpen. In 2013 werden er 194 activiteiten van recreatieve aard georganiseerd. Daartoe behoorden onder andere, beste wensen met bubbels, de kerstmarkt, moeder – en vaderdagfeest , de paasbrunch en onze maandelijkse filmvoorstellingen. Er werden ook heel wat activiteiten georganiseerd waarbij gezelschap het sleutelwoord was: kaarten spelnamiddagen, optredens, themafeestjes… Activiteiten van algemeen vormende aard De Maretak organiseert activiteiten van algemeen vormende aard. Deze activiteiten zijn gericht op de persoonlijke ontwikkeling en de verrijking op vlak van kennis en/of vaardigheden van de gebruikers. Het centrum biedt jaarlijks minstens 100 groepsactiviteiten aan, verspreid over minstens 5 verschillende onderwerpen. In 2013 werden er 259 algemeen vormende activiteiten georganiseerd. Er werden o.a. knutsellessen gegeven, bezoekers konden lijndansen, breien, bloemschikken en er was de opleiding leren Webshoppen in samenwerking met Buurtweb. Optionele diensten De Maretak biedt diverse optionele diensten aan: A. Aanbieden van warme maaltijden die kunnen genuttigd worden in een daartoe aangepaste ruimte in het lokaal dienstencentrum. Begin 2009 startte het OCMW met een traiteurservice en werden warme maaltijden geleverd aan huis en in LDC de Maretak. In 2013 werden er 4.752 maaltijden genuttigd in de cafetaria van het dienstencentrum. B. Aanbieden van buurthulp: het organiseren, ondersteunen en opvolgen van activiteiten en initiatieven die het sociale netwerk, de communicatie en het veiligheidsgevoel versterken. Buurtantennezorgsysteem, link met dienst DGAT van het OCMW. C. Aanbieden van hulp bij boodschappen voor gebruikers die door onvoldoende mogelijkheden tot zelfzorg niet meer in staat zijn om hun persoonlijke administratieve en huishoudelijke boodschappen te doen. Buurtantenneszorgsysteem, link met dienst DGAT van het OCMW. In januari 2010 ging de dienst Thuiszorg met het MobiPlus-project van start. Dit is een boodschappendienst en minder mobielenvervoer. D. Aanbieden van hulp bij huishoudelijke klussen: het organiseren, ondersteunen of opvolgen van kleine praktische taken i.v.m. het huishouden of het huis van de gebruiker. Wordt gecoördineerd door de dienst DGAT van het OCMW Aalst. E. Nemen of ondersteunen van initiatieven die de mobiliteit van de lokale bewoners tot stand brengen F. Buurtantenneszorgsysteem, plusbusproject G. Uitlenen van personenalarmtoestellen Wordt gecoördineerd door de dienst DGAT van het OCMW Aalst. H. Organiseren van de dienstverlening van een personenalarmcentrale Wordt gecoördineerd door de dienst DGAT van het OCMW Aalst.


// 105

Zorg- en dienstverlening Permanent aanspreekpunt Het onthaal (permanent aanspreekpunt) is van maandag tot donderdag te bereiken tussen 8.30 uur en 17.00 uur en op vrijdag tot 12.30 uur. Personeel Het lokaal dienstencentrum de Maretak beschikt over één VTE centrumleider, die beschikt over een diploma van het hoger onderwijs van het korte type. Verder zijn er nog 3 cafetariabedienden, twee halftijdse equivalenten voor poetsdienst en twee halftijdse voor klusjesdienst, vier antennefunctionarissen en twee chauffeurs in dienst voor het LDC. Werking LDC de Maretak garandeert een ontmoetingsruimte/cafetaria voor publiek gedurende 32 uren in de week. Er is geen consumptieverplichting en iedereen is welkom. Infrastructuur Het Lokaal Dienstencentrum de Maretak beschikt over: 4 duidelijk herkenbare en aaneensluitende lokalen, die allen toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers een aangepaste en voldoende grote ontmoetingsruimte/cafetaria die 32 u/week toegankelijk is voor iedereen

// 106


COLOFON VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Sarah Smeyers, voorzitter Gasthuisstraat 40, 9300 Aalst

MET DANK AAN alle personeelsleden van het OCMW die meewerkten aan dit activiteitenverslag

REDACTIE OCMW Aalst

ONTWERP OCMW Aalst, dienst Communicatie

Samen zorgen voor welzijn

Recommend Documents